Thema special: DONG's enzymatisch afvalverwerking in perspectief
Waarom deze nieuwsbrief over enzymatische afvalwerking? Veel Brabantse gemeenten zijn in de afgelopen maanden geïnformeerd over het initiatief van de Gemeenschappelijk Regeling CURE om mogelijk in de regio Eindhoven samen met DONG Energy te investeren in een enzymatische afvalverwerkingsinstallatie voor integraal huishoudelijk restafval. De hiervoor aangereikte informatie is tot nog toe vooral verstrekt door CURE, DONG Energy en DONG’s Nederlandse vertegenwoordiging NoWIT. Met deze nieuwsbrief voor Brabantse gemeenten willen wij u aanvullende informatie geven, zodat u een evenwichtig beeld krijgt voor uw gemeente. Er wordt zoveel mogelijk gerefereerd aan bronnen zodat u de aangereikte informatie zelf kunt verifiëren. Wij dragen u graag een kritische zienswijze aan over deze ontwikkeling, zodat u van verschillende kanten het verhaal kunt bekijken en kunt afwegen om tot een goede beslissing te komen. DONG Energy is een Deens afvalverwerkings- en energiebedrijf. DONG heeft in Kopenhagen in 2009 een proefinstallatie gebouwd met de zogenaamde REnescience-technologie. Volgens DONG’s vergunningsaanvraag betreft het "een biogrondstoffeninstallatie die recyclebare materialen en hernieuwbare energie uit afval terugwint. Het bestaat uit mechanische en biologische behandeling (MBT: mechanical biological treatment) van gemengd afval en opwekking van hernieuwbare energie door een proces van vergisting".
DONG enzymatische afvalverwerking: wat is het? De DONG REnescience technologie dankt zijn business case waarschijnlijk voor een belangrijk deel aan het opwekken van biogas uit de organische fractie van restafval. In Nederland lukt het bij veel stedelijke gemeenten nog niet goed om organisch afval uit de keuken goed gescheiden ingezameld te krijgen. Daarnaast is het voor burgers in een hoogbouw-omgeving ook vaak lastig om afval te scheiden vanwege de beperkte ruimte. CURE-DONG stelt u daarom voor te stoppen met de gescheiden inzameling van GFT-afval, kunststoffen en drankenkartons. Alleen het tuinafval, oud papier en glas worden dan nog gescheiden ingezameld. Groente-, fruit en keukenafval belandt dan voortaan samen met het verpakkingsafval in de grijze bak. De enzymatische afvalverwerkingsinstallatie is bedoeld om uit de grijze bak de volgende stromen te produceren: • • • • •
Biogas uit de vergisting dat wordt omgezet in elektriciteit; Kunststoffen en metalen voor recycling; Refuse Derived Fuel (schoenen, folies, spons, textiel, etc.) voor verbranding; Inert (fijne fracties kunststof, metalen, grind, glas enz.); Digestaat uit de vergisting.
De volgende artikelen staan stil bij de verwerkingsopties van deze stromen en hoe dit concept past binnen het lokale en landelijke overheidsbeleid (VANG).
1
DONG REnescience: recyclinginstallatie of afvalenergiecentrale? CURE geeft in haar presentaties aan gemeenten dat het “huis-aan-huis scheidingsresultaat” zal groeien van 47 procent naar 74 procent. Hoe kan dit? En hoe is die berekening opgebouwd? In haar presentaties laat CURE de massabalans van de DONG REnescience afvalverwerking zien. Als er 100 procent afval in gaat, dan komt er volgens CURE het volgende aan materialen uit: • 8% DKR kunststof; • 3,7% metalen; • 8% inert; • 26,2% RDF; • 6,9% brine; • 28,7% digestaat; • en 2% kunststof-niet verpakkingen. Tellen we de output op dan is de uitkomst 83,5 procent. Uiteraard roept dat de vraag op waar de rest is gebleven. Dat is verklaarbaar. De afvalenergiecentrale (c.q. vergistingsinstallatie) van DONG zet onder andere keukenafval, papier en drankenkartons om in biogas. Dat is 16,5 procent massaverlies door energieproductie uit afval. Dat wil zeggen dat van de 110.000 ton input aan CURE-restafval er ruim 18.000 ton af gaat door biogasproductie. De vraag is dan: Mag je massaverlies door energieproductie uit afval meetellen als “huis-aan-huisscheidingsresultaat” en daarom meetellen in de VANG-doelstelling van 75 procent gescheiden inzameling in 2020? Volgens de definitie ‘inzameling’ in het Landelijk Afvalbeheerplan (Beleidskader 15) niet. In de Kaderrichtlijn afvalstoffen is de volgende definitie van het begrip inzameling van afvalstoffen opgenomen: “het ophalen, sorteren en/of vermengen van afvalstoffen teneinde deze te vervoeren”. Hier valt massaverlies door energieproductie niet binnen. Als we dit zo beschouwen dan lijkt het hier te gaan om een afvalenergiecentrale waarbij ook een aantal grondstoffen worden teruggewonnen en dus niet alleen om een nascheidingsinstallatie of recyclinginstallatie. Deze constatering kan dan de volgende vragen oproepen: •
In hoeverre zijn de VANG-doelstellingen nog wel te halen met de DONG-afvalverwerking en energieterugwinning niet meetelt als recycling? Past het DONG-initiatief dan nog wel in onze ambitie voor een circulaire economie?
•
Is er behoefte aan meer afvalenergiecentrales in Nederland of is er momenteel voldoende capaciteit om het Nederlands restafval te verwerken? Is het maatschappelijk belang erbij gediend als er overheidsgeld besteed wordt aan additionele verwerkingscapaciteit?
•
Welke R1-waarde wordt behaald met de DONG afvalenergiecentrale? Ligt deze wel boven het minimaal vereiste waarde van 0,65?
•
Hoe past deze afvalverwerking binnen de nieuwe afvalverwerkingscontracten die de Brabantse gemeenten op basis van aanbesteding in 2013 hebben gesloten met Attero, AVR en Suez en die lopen vanaf 1 februari 2017?
•
Wat kan er eigenlijk met de ‘outputstromen’ gedaan worden als hier al energie uit is teruggewonnen?
Met betrekking tot deze vraagstukken willen wij in ieder geval graag wat zienswijzen uit de markt en uit het rijksoverheidsbeleid met u delen zodat u een goede afweging kunt maken.
2
GFT wel of niet aan de bron scheiden DONG-CURE stelt voor om keukenafval voortaan niet langer aan de bron te scheiden, maar deze bij het restafval te doen. Past dit in het landelijk afvalbeleid? Wat zijn de alternatieven? Het Nederlandse afvalbeleid staat in het teken van Van Afval Naar Grondstof (VANG). Daarbij is het de bedoeling om van een lineaire economie naar een keteneconomie met recycling te gaan en vervolgens naar een circulaire economie te groeien. De VANG-doelstelling is om in 2020 75 procent van het huishoudelijk afval gescheiden in te zamelen en uiteindelijk 100 procent. Nederlands huishoudelijk restafval bestaat nu voor 38 procent uit GFT. Slechts de helft van het GFT in ons land wordt nu gescheiden en apart ingezameld. De andere helft belandt nog bij het restafval. Bij 100 procent bronscheiding van GFT zou het restafval dus met 38 procent reduceren. Het DONG-CURE initiatief adviseert gemeenten om deze route niet te nemen, maar op een andere manier naar meer recycling te streven. GFT-scheiding aan de bron essentieel voor behalen VANG-doelstellingen De rijksoverheid is duidelijk over GFT-scheiding: "Ombuigen van gft-afval is essentieel. In het huishoudelijk restafval is het verreweg de grootste stroom. Elke inwoner gooit nu elk jaar zo'n 80 kilo GFT-afval bij het restafval. Daarmee zitten we al bijna op het maximum van 100 kilo restafval”, stelt Guus van den Berghe, coördinator VANG bij Rijkswaterstaat. Ook de VANG Huishoudelijk programma-website ( www.vang-hha.nl )en het rapport "Meer GFT inzameling in de hoogbouw” zijn duidelijk: "Het inzamelen van brongescheiden voedselresten kan in belangrijke mate bijdragen aan het verhogen van de landelijke scheidingsdoelstelling. De voorkeursroute voor verwerking van GFT is: gescheiden inzamelen à vergisten à composteren. Er zijn meerdere interventies beschikbaar die kunnen bijdragen aan het inzamelen van voedselresten in de hoogbouw". Pilots voor GFT-scheiding in de hoogbouw Het overheidsbeleid geeft duidelijk aan dat GFT-scheiding aan de bron de norm zou moeten zijn. Het idee om met innovatie hier iets anders nuttigs mee te willen doen is op zich niet vreemd. Maar zijn er dan geen alternatieven? Daar wordt door veel partijen nu hard aan gewerkt. Het Ministerie, VNG, NVRD, Rijkswaterstaat en Vereniging Afvalbedrijven hebben de handen ineen geslagen om samen meer GFT ingezameld te krijgen, vooral uit de hoogbouw. Deelnemende gemeenten aan het project 'Verbetering afvalscheiding en inzameling hoogbouw' zijn: Leidschendam-Voorburg, Almere, Amsterdam, Den Haag, Zaandam, Rotterdam, Schiedam en Utrecht. Er zullen dit jaar verschillende pilots worden opgestart waaruit best practices zullen ontstaan. Als deze best practices werken in de grootste Nederlandse steden dan lijkt het aannemelijk dat dit ook zou moeten kunnen werken in de grotere Brabantse gemeenten als Eindhoven en Den Bosch. Dat GFT-inzameling toch ook in de hoogbouw goed kan werken, toont de miljoenenstad Milaan aan. In Milaan wordt nu bij 2,3 miljoen inwoners GFT gescheiden ingezameld (ook in hoogbouw met speciale keukenafvalbakjes met biologische afbreekbare zakken). Sinds de invoering van gescheiden inzameling van GFT is de gescheiden inzameling in 4 jaar gegroeid van 37 naar 53 procent, stelt Pierfrancesco Maran, wethouder van Milaan.
3
Alleen uit brongescheiden GFT is compost te maken Wat zijn nog andere afwegingen om toch te proberen meer GFT apart in te zamelen in plaats van met het restafval via DONG REnescience te vergisten? Dan komen we bij het belang van GFT compost. De provincie Brabant heeft grote ambities op het gebied van agrofood. Wil Brabant zijn leidende positie in de agrofood sector blijven behouden in Europa, dan is een duurzaam gezonde en productieve bodem het fundament dat de bouwstoffen voor de biobased economy moet leveren. De bodemdiversiteit in Brabant is echter laag door intensief agrarisch bodemgebruik en vanwege de verschralende zandgronden. Dit belang onderkent de Provincie Noord-Brabant. De verschralende bodem heeft ook zijn uitwerking op de voedingswaarde van de in Brabant geproduceerde groenten. "Uit onderzoek van de Consumentenbond in 2005 bleek dat het vitamine C-gehalte van een aantal groentesoorten 60 procent lager was dan voorheen. Omdat biologisch geteelde voedingsmiddelen een betere, lees gezondere natuurlijkere bodem hebben, hebben biologische groenten kwalitatief betere en hogere vitaminen- en mineralengehalte (…) Gezond voedsel komt van bodems met veel bodemorganismen die humus produceren als ze genoeg lucht krijgen en geschikt basisvoedsel. Daarvoor is wel een beter bodemgebruik nodig, waarbij langzaam werkende, organische bemesting en zuurstof een belangrijke rol spelen”, lezen we op www.gezondheidenvoeding.nl . GFT compost levert deze organische bemesting. "Compost uit bioafval kan 10-20 procent van de noodzakelijke stabiele organische stof voor de bodem leveren”, stelt Vereniging Afvalbedrijven. Ook de ZLTO ziet het belang: "Rijd eens in de drie of vijf jaar compost uit, en de bodem blijft vruchtbaar”, geeft Hans Huijbers, voorzitter van ZLTO, aan. De ZLTO vertegenwoordigt 15.000 agrarische ondernemers in Noord-Brabant, Zeeland en Zuid-Gelderland. Het is helaas niet mogelijk compost te maken uit het bio-afval dat de DONG-enzymatische afvalverwerking in gaat. Bij de huidige GFT-verwerking wordt eerst biogas met vergisting teruggewonnen, waarna het digestaat (organisch materiaal dat na vergisting overblijft) tot hoogwaardige compost wordt opgewerkt. Bij de DONG-installatie wordt alleen biogas met vergisting teruggewonnen en moet het digestaat worden verbrand of (als het niet meer brandbaar is) gestort. Dat staat lager op de Ladder van Lansink en staat haaks op de gewenste en nagestreefde circulaire economie. Als conclusie kan worden gesteld dat het rijksoverheidsbeleid voorschrijft dat GFT aan de bron wordt gescheiden, dat meer GFT-scheiding aan de bron essentieel is voor het realiseren van de VANG-doelstellingen, dat alleen uit brongescheiden GFT bodemverbeteraars zoals compost gemaakt kunnen worden en dat er veelbelovende ontwikkelingen zijn om meer GFT in hoogbouw-omgevingen gescheiden ingezameld te krijgen. Daarmee past de DONG-REnescience-ontwikkeling niet in het overheidsbeleid.
DONG-REnescience plastic recycling nader bekeken Volgens CURE-DONG wordt er met de REnescience-technologie kunststof nagescheiden die voldoet aan de zogenaamde DKR-kwaliteit. Alleen kunststoffen die de DKR-kwaliteit hebben en afgenomen zijn door een gecertificeerde recycler komen in aanmerking voor een Afvalfonds-vergoeding. Is de REnescience-technologie hiervoor geschikt? En in hoeverre zijn de aannames voor de hoeveelheid kunststof recycling realistisch? CURE heeft in de DONG pilot-installatie in Kopenhagen verschillende proeven gedaan met huishoudelijk restafval van de CURE-gemeenten. De resultaten hiervan zijn tot nog toe niet bekend gemaakt en daarmee ook voor ons niet inzichtelijk. Ook weten we niet of er kunststoffen uit
4
kwamen die aan de DKR-kwaliteitseisen voldoen en of de kunststoffen werkelijk geaccepteerd zijn door een gecertificeerde recycler. Wellicht dat deze gegevens door CURE nog openbaar gemaakt worden. Ook zijn de gegevens over de hoeveelheid geproduceerde gas uit de proeven niet bekend, terwijl dit wel belangrijk lijkt voor de business case. Om een goed beeld te kunnen vormen over de effectiviteit van de installatie is deze informatie zeer nuttig. Huidige DONG REnescience lijkt geen vereiste DKR-kwaliteit kunststoffen op te leveren Ondanks het ontbreken van de onderzoeksresultaten van de proeven kunnen we wel een inschatting maken van de resultaten. Willemien Veele heeft aan de Universiteit Groningen namelijk in samenwerking met Van Gansewinkel onderzoek gedaan naar de DONG REnescience technologie en de resultaten gepubliceerd in “Comparative study analyses of different waste treatment technologies for the treatment of integral collected municipal solid waste – a case study of the city of Rotterdam in 2015”. Hierin wordt ook uitgelegd hoe het zit met de recyclebaarheid van de kunststoffen uit de DONG REnescience installatie. Ze maakt onderscheid tussen de 2D-fractie (de folies) en de 3D-fractie (de flessen, flacons). "In de enzymatische proefinstallatie wordt de 2D fractie (folie) gewassen en geperst met schroevenpersen om de biovloeistof terug te winnen, die in deze fractie anders achterblijft. Monsters zijn in Nederland geanalyseerd. Zichtbaar was dat de plastics in elkaar gedraaid waren met textiel en ander materiaal en dat de folies kapot gescheurd waren (zie fig A). Het lijkt moeilijk te worden om de 2D kunststoffen terug te winnen met wind shifting en de NIR-technologie."
"Ook werd duidelijk dat de 2D en 3D fractie bedekt was met organische verontreiniging vanuit de biovloeistof, bestaande uit een wasachtige laag die moeilijk te verwijderen was door wassen (fig B). Een ander probleem was de geur, die van de kunststoffen kwam. Deze organische verontreiniging kan invloed hebben op de zinkdrijf scheiding en samen met de geurbelasting kan het resultaat zijn dat beide stromen minder geschikt zijn voor recycling"
Op basis van bovenstaand onderzoek lijkt het dus onwaarschijnlijk dat met de DONG-REnescience technologie kunststoffen met DKR-kwaliteit geproduceerd kunnen worden. En zonder DKR-kwaliteit tellen de kunststoffen niet mee als recycling en hebben de gemeenten geen recht op vergoeding vanuit het Afvalfonds. De opgegeven recyclingpercentages voor kunststoffen lijken te ambitieus Omdat de business case van de DONG-installatie naast biogas productie ook zal draaien op kunststof recycling lijkt het ook belangrijk om te kijken of de vooronderstelde recyclingpercentages voor kunststoffen reëel zijn. Wij kennen niet de precieze samenstelling van het restafval van de CURE-
5
gemeenten en gaan in de analyse uit van de samenstelling van gemiddeld Nederlands huishoudelijk restafval. Deze analyse zou er voor CURE-restafval dus iets anders uit kunnen zien. Het Nederlands huishoudelijk restafval (Rijkswaterstaat) bestaat voor 8 procent uit harde (=3D) kunststoffen en voor 6 procent uit folie (=2D) kunststoffen. Hiervan is een deel niet verpakkingen. Huishoudelijk restafval bevat 5,0 procent harde (3D) verpakkingskunststoffen en 3,8 procent verpakkingsfolie (2D). Alleen verpakkingskunststoffen komen in aanmerking voor een Afvalfondsvergoeding. Volgens de CURE presentatie wordt met de DONG-installatie een scheidingsrendement van 8 procent DKR-kwaliteit kunststoffen gehaald (80 op 1.000 en daarnaast nog 2 procent nietverpakkingskunststoffen. In dat geval haalt men 91 procent van de verpakkingskunststoffen uit het gemiddeld Nederlands huishoudelijk restafval met een DKR-kwaliteit (bv. PET 98 procent zuiver). De DKR-kwaliteit schrijft echter ook voor dat je alleen verpakkingskunststof mag leveren en het Afvalfonds vergoedt alleen verpakkingskunststof. Promotievideo’s van DONG geven aan dat de folies worden afgescheiden met textiel en andere 2Dmaterialen (en dus niet bij de te recyclen kunststoffen komen). Ook het onderzoek van Willemien Veele geeft aan dat de foliefractie verloren lijkt te gaan. Als je 8 procent scheidingsrendement toe rekent naar alleen de 3D/harde verpakkingskunststoffen die DONG scheidt dan zou 160 procent van de in restafval aanwezige 3D/harde verpakkingskunststoffen teruggewonnen moeten worden. Dat kan theoretisch (en praktisch) niet. In huishoudelijk restafval van de CURE-gemeenten zit wellicht meer kunststof dan in het gemiddelde van Nederland, maar ook dan lijkt het erg lastig om de veronderstelde recyclingresultaten met alleen harde kunststoffen te gaan halen. De gepresenteerde scheidingsprognoses voor kunststoffen lijken dus onrealistisch. Daarnaast is er geen openbare/onafhankelijke studie beschikbaar waaruit blijkt dat er met de DONG-technologie DKR-kwaliteit kunststoffen te maken zijn. Zonder het maken van deze DKR-kwaliteit laat de gemeente geld liggen en zijn de VANG-doelstellingen niet te realiseren. Daarnaast is het ook belangrijk het onderscheid te maken tussen ongesorteerde en uitgesorteerde kunststoffen. De DONG-installatie scheidt een mengstroom van harde kunststoffen die nog gesorteerd moet worden tot DKR-monostromen. Bij een ongelofelijk hoog sorteerrendement van 90 procent (dus 10 procent verlies) zou je met de DONG-installatie 160%/90% = 178% van de harde verpakkingskunststoffen eruit moeten halen. Dat is niet realistisch (theoretisch is maximaal 100 procent haalbaar). De gepresenteerde scheidingsprognoses voor kunststoffen lijken dus erg hoog ingeschat. Daarnaast is er geen openbare/onafhankelijke studie beschikbaar waaruit blijkt dat er met de DONGtechnologie DKR-kwaliteit kunststoffen te maken zijn. Zonder het maken van deze DKR-kwaliteit laat de gemeente geld liggen en zijn de VANG-doelstellingen niet te realiseren. Om de business case als gemeente goed te kunnen beoordelen is het wellicht verstandig de recyclingresultaten voor kunststoffen nogmaals te verifiëren.
Wat te doen met de output van de DONG-centrale? Wat is het resultaat voor maatschappij en gemeente als je huishoudelijk afval eerst door de DONGinstallatie verwerkt en daarna de reststromen aanbiedt voor eindverwerking aan een afvalenergiecentrale met scheidingsinstallatie? Sowieso een ingewikkelde situatie. Het is niet geheel duidelijk wat er met de reststromen gedaan kan worden.
6
Laten we op een rij zetten welke stromen uit de DONG-enzymatisch afvalverwerkingsinstallatie komen en waarvoor ze geschikt zijn: •
Kunststoffen: Deze stroom moet verder opgewerkt worden tot DKR-kwaliteit, maar gezien eerder onderzoek is de vraag of dit in deze fase van de technologische ontwikkeling van DONG REnescience al haalbaar is. Bij niet haalbaarheid moet deze stroom worden toegevoegd aan de RDF. Dit betekent geen opbrengsten maar hoge kosten en geen recycling passend binnen de circulaire economie.
•
Metalen: Deze stroom kan worden afgezet. Het is echter wel de vraag wat de toegevoegde waarde is om deze terug te winnen als deze al voor circa 90% worden teruggewonnen uit bodemas bij de huidige Nederlandse afvalenergiecentrales.
•
RDF: afkorting voor Refuse-Derived-Fuel (waarschijnlijk bestaande uit folies, drankenkartons, textiel, schoenen, etc.). Deze stroom kan worden ingezet voor energieterugwinning in een afvalenergiecentrale.
•
Inert: (fijne fracties kunststof, metalen, grind, glas enz.). Omdat deze stroom inert is, is deze niet brandbaar. Het is nu nog onduidelijk welke opwerkingsmethodes er zijn om deze stroom recyclebaar te maken. Als er geen opwerkingsmethodes technisch of economisch haalbaar blijken te zijn, dan moet in het ergste geval deze fractie worden gestort.
•
Digestaat: Dit is het residu uit de vergistingsinstallatie. Uit deze stroom is de energie door de DONG centrale al teruggewonnen. Daardoor past deze stroom niet binnen het acceptatiereglement van afvalenergiecentrales. Ook is het digestaat ongeschikt om er compost van te maken door fysische verontreinigingen (glas, plastic, metaal, etc.) en contaminanten (zware metalen, PCB, PAH, etc.). Ook hier is het nu nog onduidelijk welke opwerkingsmethodes er zijn om de stroom recyclebaar te maken. Ook bij deze fractie speelt er het risico dat er gestort moet worden als er geen opwerkingsmethode voor recycling gevonden is.
•
Biogas: Om biogas goed te kunnen afzetten dient dit verder te worden opgewerkt tot groen gas, BioLNG of via een WKK te worden omgezet tot elektriciteit. Door het ontbreken van een groen gas injectiepunt zal DONG-CURE waarschijnlijk het biogas omzetten in elektriciteit. Bij het omzetten zal wel rekening dienen te worden gehouden met een bijbehorend rendementsverlies (dit is namelijk de minst efficiënte manier om biogas in te zetten).
Door de DONG enzymatische afvalverwerkingsinstallatie worden stromen geproduceerd waarbij het voor een groot deel van de stromen nog onduidelijk is welke afzetmogelijkheden ervoor zijn in Nederland. Het is de vraag of er technisch haalbare oplossingen zijn en zo ja, dan leiden deze waarschijnlijk tot hogere kosten. Of dat economisch haalbaar is hangt af van de bereidheid van de gemeenten om daarvoor te betalen. Deze onzekerheid kan dus tot hogere kosten voor de gemeenten/burgers leiden. Als er geen economisch en technisch haalbare oplossingen gevonden worden, dan bestaat het risico dat maximaal 46 procent van de outputstromen gestort moeten worden. Dit past uiteraard niet binnen het Nederlands afvalbeleid, waarin storten niet past, dus lijkt het belangrijk hier in de beoordeling van de business case extra aandacht aan te schenken.
7
Is investeren in DONG REnescience verstandig? Als je als gemeente gevraagd wordt mee te investeren in een installatie die tientallen miljoenen euro's van de belastingbetaler vergt, dan zijn er zeker een aantal kritische vragen te stellen om goed te kunnen oordelen. We zetten een aantal vragen op een rij. In hoeverre is het 'proven technology'? Hoe zeker is het dat de installatie gaat presteren zoals voorgespiegeld wordt, nu en in de toekomst? Welke zekerheden kunnen hiervoor worden gegeven? Als je kijkt naar DONG-REnescience, dan is er momenteel één pilot-installatie in Kopenhagen. Er is nog nergens een grootschalige installatie in de praktijk operationeel. Dat geeft onzekerheden. De afvalenergiecentrales en nascheidingsinstallaties in Nederland werken al vele jaren op basis van proven technology en verwerken al vele jaren het Nederlands huishoudelijk afval. Wat is de installed base? Bij een grote installed base is de kans op langjarige, goede en betaalbare maintenance groter. Het is economisch haalbaar om reserve-onderdelen te blijven produceren en een service-organisatie met goede responstijden in de lucht te houden. Ook is het bij een grote installed base interessant om technologische doorontwikkelingen te maken, omdat je weet dat je dit bij een groot aantal klanten direct kunt verkopen. Bij een kleine installed base werkt dit uiteraard omgekeerd. DONG heeft momenteel een installed base van één pilot installatie. Het is dan ook belangrijk om te kijken in hoeverre langjarige, betaalbare en goede service en technologische doorontwikkelingen gegarandeerd en in de praktijk haalbaar zijn. Wereldwijd zijn er vele afvalenergiecentrales die afval omzetten in energie. Alleen in Nederland zijn er 13 installaties operationeel. Daarnaast zijn er in o.a. Groot-Britannië, Spanje, Frankrijk, Verenigde Staten en Nederland ook nascheidingsinstallaties operationeel met soortgelijke technologieën (zeven, ballistische scheiders, Near Infra Red (NIR), windshifters). In Nederland zijn Omrin en Attero bekende nascheiders met deze techniek. AVR, AEB en HVC hebben voor het ontwerp van hun geplande nascheidingsinstallaties DONG-technologie geëvalueerd, maar er niet voor gekozen. Ook grote internationale afvalconcerns als Veolia, Biffa, Shanks, Viridor en Urbaser kiezen voor nascheiding NIRs en andere bewezen en betrouwbare technieken. Het is dan ook de vraag wat de afweging is geweest van CURE om voor de DONG-technologie te kiezen en niet voor een andere meer gebruikte technologie te kiezen. Hoeveel leveranciers leveren de technologie? Als je tientallen miljoenen investeert en langjarig met een installatie wilt werken ben je idealiter niet afhankelijk van één leverancier. Bij DONG-REnscience is er maar één leverancier van de REnescience-technologie. Bovendien is het niet ondenkbaar dat beursgenoteerd staatsbedrijf DONG de REnescience-tak van het bedrijf gaat afsplitsen zodra de installed base iets verder mocht zijn uitgebreid. Daarom is het belangrijk om vooraf te bedenken hoe je als gemeente deze afhankelijkheid van één leverancier langjarig gaat beheersen. Bij afvalenergiecentrales en nascheidingsinstallaties met NIR's zijn er verschillende leveranciers waardoor deze afhankelijkheid er niet is. Al met al kent een investering in een DONG REnescience-installatie hiermee duidelijke risico's die je als gemeente in de besluitvorming zou moeten meenemen en waar op van tevoren wellicht mitigerende maatregelen genomen kunnen worden. Daarbij zou de vraag gesteld kunnen worden welke garanties er zijn dat de kostenstructuur (en daaruit volgende financiële bijdrage van de gemeente aan de DONG-CURE-bedrijfsvoering) stabiel zal zijn over de komende tien jaar.
8
Wat zijn de ontwikkelingen op het gebied van nascheiding? De infrastructuur voor verwerking van afval in Nederland behoort tot ‘best in class’ binnen Europa. Het is de vraag of DONG meer gaat brengen dan de huidige verwerking. Of in andere woorden, wat biedt de te bouwen DONG-installatie meer dan de huidige bewezen en betrouwbare verwerking? Het restafval van een aantal Brabantse gemeenten doorloopt nu de volgende verwerkingsstappen. Het betreft hierbij restafval dat overblijft na het aan de bron scheiden van papier, glas, kunststoffen en gft. Attero zeeft in zijn nascheidingsinstallatie eerst de organische fractie uit en vergist deze. Hierbij ontstaat biogas dat Attero opwerkt tot groengas. Dit groengas injecteert Attero in het landelijke gasnet als brandstof voor auto’s en bijvoorbeeld inzamelvoertuigen en waarmee huishoudens hun huis kunnen verwarmen, kunnen douchen of kunnen koken. Vervolgens scheiden zogeheten ballistische scheiders het tweedimensionale afval (folies en papier) van de rest. De droge, lichte fractie wordt met windshifters afgezogen. Met Near Infra Redtechnologie (NIR) wordt folie verder gesorteerd tot de vereiste DKR310-foliekwaliteit. De overgebleven papierfractie zetten we nu nog af als brandstof, maar onderzoeken of deze opgewerkt kan worden tot een recyclebare stroom. Het driedimensionale kunststof (flessen, kuipjes, bekers) en de drankenkartons winnen we ook terug met Near Infra Red technologie. Daarna sorteren we eveneens met NIR’s de uit het afval geblazen kunststoffen in monostromen van DKR-kwaliteit: PET, HPDE, PP, drankenkartons, MKS (mix-stroom). Daarnaast heeft Attero, samen met Wageningen-UR, Nedvang en glasrecycler GRL, proeven uitgevoerd om met nascheiding verpakkingsglas uit restafval terug te winnen in aanvulling op bronscheiding. Het lukte om 50 procent van het nog in restafval aanwezige glas terug te winnen met een zuiverheid van 98,5 procent. Attero onderzoekt momenteel de economische haalbaarheid van deze glasterugwinning via nascheiding en hoe dit bijdraagt om de landelijke doelstelling voor glasrecycling in de toekomst wel te halen. Het residu dat overblijft na nascheiding levert duurzame energie op door verbranding (2016: 54 procent) . Deze energie wordt deels als warmte en deels als stroom geleverd. Uit de (bodem)assen die overblijven na verbranding wint Attero circa 90 procent van alle metalen terug met magneten, Inashco ADR-technologie en Eddy Current-technologie. De bodemassen worden vervolgens afgezet als bouwstof, veelal in de wegenbouw. Met de ondertekening van de Green Deal Bodemas heeft Attero zich gecommitteerd om deze bodemas verder op te schonen tot een schone bouwstof die ook toepassingen in bijvoorbeeld beton kan vinden. Het is de vraag of een eventuele verwerking door DONG-REnescience enig voordeel gaat bieden in vergelijking met de bovenstaande beschreven verwerkingswijze. In ieder geval is duidelijk dat met DONG-REnescience het papier, de drankenkartons en folies niet gerecycled worden en na de DONG verwerking ook door Attero niet meer gerecycled kunnen worden. Attero verwerkt nu het restafval van Brabant. In 2013 hebben de Brabantse gemeenten een aanbesteding uitgeschreven voor de verwerking van hun restafval. Hierbij zijn 2 percelen gegund aan AVR, 2 aan Suez en 2 (waaronder CURE) aan Attero. Op 1 februari 2017 gaat het nieuwe contract in. Indien de Brabantse gemeenten graag zouden willen dat er naast energie ook meer grondstoffen worden teruggewonnen uit hun restafval (zoals nascheiding van kunststoffen) dan kan die vraag ook gesteld worden aan degenen aan wie de verwerking van het restafval gegund is. Attero zal hier graag aan meewerken.
9
Belangrijkste conclusies op een rij Deze nieuwsbrief is er op gericht om u als gemeente evenwichtiger en vollediger te informeren over de DONG REnescience afvalverwerkingtechnologie en welke gevolgen deze technologie kan hebben voor de verwerking van uw afval. Tot slot de belangrijkste conclusies op een rij. De belangrijkste conclusies uit de beoordeling van de DONG REnescience technologie zijn: •
VANG-doelstellingen worden moeilijker haalbaar als je GFT-bronscheiding stopt;
•
Alleen met bronscheiding is van GFT compost te maken welke kan worden ingezet als bodemverbeteraar (bouwsteen voor de biobased economy). Met DONG REnescience gaat deze waardevolle biogrondstof voor recycling verloren en verlaat deze de goed werkende biologische kringloop.
•
Alleen van nascheiding met NIR's is openbaar bewezen dat nagescheiden folies, harde kunststoffen en drankenkartons tot recyclebare DKR-kwaliteit leidt
•
De gepresenteerde scheidingsresultaten voor o.a. kunststoffen lijken niet realistisch;
•
Het grootste “scheidingsresultaat” komt door massaverlies door energieproductie in DONG afvalenergie-installatie (vergister), maar deze zou eigenlijk niet als scheidings/recyclingresultaat mogen worden meegeteld.
•
Voor groot deel van de residustromen is het onduidelijk of er technisch en economisch haalbare opwerkingsmogelijkheden zijn, terwijl het duidelijk is dat ze niet verbrand kunnen worden. Zonder oplossing dreigt het risico dat residustromen gestort moeten worden (max. 46% output).
•
Door de onduidelijkheid over de technische opwerkings- c.q. afzetmogelijkheden van de outputstromen is er onzekerheid over de kostenstructuur en zal het moeilijk zijn om langjarige garanties te krijgen over de financiële vergoedingen die gemeenten zullen moeten bijdragen.
•
Investeren in DONG-REnescience kent grote risico's vanwege de kleine installed base (1), beperkte ‘proven technology' (alleen pilotschaal) en het feit dat er maar één leverancier is. Dit nog los van de onzekerheid of er voldoende toevoer van afval is.
•
Met DONG-REnescience lijken de doorgroeimogelijkheden richting circulariteit zeer beperkt.
•
CURE-afval kan per direct worden nagescheiden en verwerkt door Attero met bestaande nascheidingsinfrastructuur en energieterugwinning zonder investeringen. Andere Brabantse gemeenten kunnen hun afvalverwerker ook de vraag stellen of hun restafval nagescheiden kan worden. Heeft u vragen of wenst u nadere informatie Neem dan contact op met: Richard Broekhof T: 06 21 54 80 56 E:
[email protected] Zeki Özdemir T: 06 53 38 62 46 E:
[email protected]
10