the valley of astonishment
peter brook, marie-hél�ne estienne, Théâtre des Bouffes du Nord
holland festival
inhoud / content
Info
CREDITS
Info 2 Credits 3
data / dates do 5, vr 6, za 7 juni 2014 Thu 5, Fri 6, Sat 7 June 2014 locatie / venue Muziekgebouw aan ‘t IJ aanvang / starting time 20.30 uur 8.30 pm duur / running time 1 uur en 10 minuten, zonder pauze 1 hour 10 minutes, no interval taal / language Engels met Nederlandse boventiteling English with Dutch surtitles meet the artist met with Marcello Magni, Kathryn Hunter, Jared McNeill vr 6.6, na de voorstelling Fri 6.6, after the performance moderator Nathalie Wevers meer / more do 5.6, Poetry Pub Crawl Thu 5.6, Poetry Pub Crawl websites www.newspeterbrook.com www.bouffesdunord.com
een theatraal onderzoek door / a theatrical research by Peter Brook en Marie-Hélène Estienne regie / direction Peter Brook, Marie-Hélène Estienne licht / light Philipe Vialatte met / with Kathryn Hunter, Marcello Magni, Jared McNeill musici / musicians Raphael Chambouvet, Toshi Tsuchitori stage manager Arthur Franc boventiteling / surtitles Pierre Monot productie / production C.I.C.T / Théâtre des Bouffes du Nord coproductie / coproduction Theater for a New Audience, New York, Les Théâtres de la Ville de Luxembourg associate producers Théâtre d’Arras / Tandem Arras Douai, Théâtre du Gymnase, Marseille, Warwick Arts Centre, Holland Festival, Attiki Cultural Society, Athene, Musikfest Bremen, Théâtre Forum Meyrin, Genève, C.I.R.T., Young Vic Theatre, Londen wereldpremière / world premiere Parijs, 29.4.2014
nederlands Voorwoord Peter Brook, Marie-Hélène Estienne 4 Interview met Marie-Hélène Estienne Daniël Bertina 5 Biografieën 7 english Preface Peter Brook, Marie-Hélène Estienne 12 Interview met Marie-Hélène Estienne Daniël Bertina 13 Biographies 15
2
3
Interview met Marie-Hél�ne Estienne
The Valley of Astonishment Als we naar het theater gaan, dan is het omdat we verrast willen worden. Of zelfs verbijsterd. Maar we kunnen alleen door iets geraakt worden, wanneer we ons sterk verbonden voelen met het getoonde. Dus moeten er twee tegengestelde elementen samenkomen – het bekende en het buitengewone. In de voorstelling The Man Who, ons eerste avontuur door het labyrint van de hersenen, ontdekten we gevallen van neurologische stoornissen die vroeger gemakzuchtig als ‘gekte’ zouden zijn afgeschreven. Onze eerste verrassing was dat we daarbij wezens ontmoetten die net als wij bepaalde neurologische aandoeningen hadden waardoor hun gedrag volstrekt onvoorspelbaar was. Pijnlijk om te zien, vaak ook zeer komisch, en altijd ontroerend – diep menselijk. Nu gaan we wederom op ontdekkingsreis door het menselijke brein. We leiden de toeschouwer door nieuwe en onbekende terreinen. Aan de hand van mensen met geheime levens die zó intens zijn, zó verzadigd met muziek, kleur, smaak, beelden en herinneringen, dat ze op ieder ogenblik van het paradijs naar de hel en terug kunnen gaan.
In The Valley of Astonishment duiken Peter Brook en Marie-Hélène Estienne in het mysterie van de menselijke geest. Aan de hand van gewone mensen, met buitengewone gaven. Het zijn nadrukkelijk géén patiënten, zegt Marie-Hélène Estienne over de personages die ronddolen in The Valley of Astonishment. Het zijn normale mensen, die gewoon kunnen functioneren in alledaagse beroepen als schilder, journalist, leraar, jurist of schrijver. Estienne: “Maar ze hebben allemaal synesthesie. Dat is een sterke vermenging van de zintuigen. Mensen met synesthesie kunnen soms geluiden als beelden voor zich zien, kleuren proeven, of getallenreeksen als hele landschappen ervaren. Dat heeft fascinerende gevolgen voor hun geheugen en bewustzijn.” De werking van ons lichaam en onze geest gaat meestal ongemerkt aan ons voorbij, zegt Estienne. “Maar niet alleen op neurologisch gebied zijn we ons vaak totaal niet bewust van ons mens-zijn. Ook de aard van ons bewustzijn is een groot enigma, net als onze relatie met ons lichaam en onze plaats in het universum. Met The Valley of Astonishment proberen we daar vragen over te stellen. Aan de hand van gewone mensen, met buitengewone gaven.” Peter Brook en Estienne zijn al jaren gefascineerd door de menselijke geest. Op basis van inzichten uit de neurologische wetenschap maakten ze al eerder twee voorstellingen over dit thema. I Am a Phenomenon (1988), gebaseerd op het werk van de Russische neuroloog Alexander Luria, over een persoon met een extreem goed geheugen. En The Man Who (Holland Festival, 1995), een
Peter Brook & Marie-Hélène Estienne
4
5
voorstelling geïnspireerd op de observaties van de wetenschapper Oliver Sacks, bekend van zijn bestseller The man who mistook his wife for a hat (1988). Tijdens het werken aan I Am a Phenomenon stuitten Brook en Estienne op het fenomeen synesthesie. Dat onderwerp bleef hen boeien en heeft nu, jaren later, vorm gekregen in The Valley of Astonishment. In deze voorstelling – gespeeld door drie acteurs en twee muzikanten – komen mensen met diverse vormen van synesthesie voorbij, én de artsen die hen behandelen. Van een schilder die bij het horen van muziek de drang heeft om geluid in beelden te vangen, via een journaliste die gebukt gaat onder haar immense geheugencapaciteit, tot een persoon die het zintuigelijke besef van zijn lichaam volledig kwijt is. Estienne: “Iedere baby wordt met synesthesie geboren. Bij een heel jong kind lopen alle zintuigen in elkaar over. Tijdens het opgroeien wordt dat in kanalen geleid en leer je onderscheid maken, maar bij sommige mensen blijven dwarsverbanden bestaan. Synesthesie is in principe geen handicap. Maar bij heftige ervaringen kunnen die mensen van het paradijs naar de hel worden geslingerd, en weer terug.” Om deze bijzondere belevingswereld goed in kaart te brengen werden Brook en Estienne geholpen door diverse medisch specialisten. Ze baseerden zich op de laatste wetenschappelijke inzichten, de vakliteratuur, passages uit dagboeken, het werk van Daniel Tammet (een Britse schrijver en autist met synesthesie, die beschikt over zeer uitzonderlijke cognitieve vermogens) en ze kregen adviezen van bevriende onderzoekers zoals Sacks. Maar er werd ook uitvoerig gesproken met mensen die dagelijks met deze vorm van waarneming moeten leven. Estienne: “Dat waren allemaal opvallend leuke, intelligente types. Veel muzikanten en kunstenaars – dat
was misschien wel te verwachten. Sommige wisten eerst ook niet dat ze synesthesie hadden; voor hen was het volkomen vanzelfsprekend om kleuren te zien bij het luisteren naar muziek. Anderen hadden hun synesthesie jarenlang van kinds af aan geheim gehouden, uit schaamte, omdat ze niet voor gek wilden worden versleten. Het was voor hen echt een opluchting om er eindelijk over te kunnen praten.” The Valley of Astonishment wordt gespeeld in een minimalistische setting, met een uitbundig lichtontwerp met veel kleur en een gelaagde muzikale compositie, zegt Estienne. “We hopen zo de theaterruimte helemaal te transformeren met kleur, licht en geluid. Daarnaast hebben we het geluk om te mogen samenwerken met twee fantastische muzikanten: Raphael Chambouvet en Toshi Tsuchitori. Die laatste is een absolute meester in de traditionele Japanse muziek. Tsuchitori heeft heel lang en aandachtig naar de acteurs zitten luisteren, totdat het moment rijp was om iets toe te voegen. Hij was maandenlang bij het proces betrokken, want dat is onze werkmethode. Net als in eerdere producties, zoals The Suit (1999), gebruiken we zowel klassieke als traditionele Aziatische muziek. Dat zijn twee totaal verschillende genres die op het eerste gehoor ver uit elkaar liggen. Maar in de voorstelling ontstaat dat contact juist wel.” Naast de wetenschappelijke inzichten en persoonlijke ervaringen heeft The Valley of Astonishment ook een mystieke dimensie. In het stuk komen tekstfragmenten voorbij uit The Conference of the Birds (1979), een bewerking door Brook en Jean-Claude Carrière van het gelijknamige gedicht van de Perzische soefi-dichter Farid ud-Din Attar (1145-1221). Hierin gaat een groep vogels op zoek naar hun koning, de Simorgh, een soort feniks. Elke vogel staat in de tekst symbool
voor een menselijke (negatieve) eigenschap. De groep legt een barre tocht af door zeven valleien, als fases in de weg naar de verlichting, van hunkering tot de uiteindelijke verbijstering en verwondering. Slechts dertig vogels overleven de tocht. Aan het eind treffen ze niet hun verwachte koningsvogel Simorgh, maar zien ze zichzelf weerspiegeld in het meer van de laatste vallei (het woord voor dertig is ‘si-morgh’ in het Farsi). Estienne: “Je kunt de belevingswereld van iemand met synesthesie natuurlijk niet gelijktrekken met de introspectie van een sufi-meester. Maar er zijn wel overeenkomsten. Beide draaien om een intense beleving van het alledaagse. Als je je ervoor openstelt, zit het leven vol verwonderende, buitengewone ervaringen. The Conference of the Birds is een allegorie van onze menselijke mogelijkheden. Het toont dat ieder mens tot inkeer kan komen en zich bewust kan worden van zijn rol in het geheel, door het leven bewuster en met verwondering te ervaren. We hopen dat toeschouwers bij het zien van The Valley of Astonishment een vergelijkbare verwondering zullen voelen. En dat het stuk, als ze na afloop weer ‘geland’ zijn, voor hen nieuwe deuren opent. Dat ze iets hebben ervaren waar ze normaal niet over nadenken. Door geconfronteerd te worden met mensen die op een totaal andere manier in de werkelijkheid staan, leer je als toeschouwer ook iets over jezelf. Zo ontdek je nieuwe manieren van de wereld beleven.” Daniël Bertina
6
Biografieën In een carrière van ruim zeventig jaar heeft Peter Brook (Londen, 1925) zijn naam gevestigd als een van de meest grensverleggende film- en theater- en operaregisseurs van zijn generatie. In 1943 regisseerde hij zijn eerste toneelstuk en bouwde een monumentaal oeuvre op. Brooks werk wordt internationaal gerespec teerd, niet alleen door de enorme omvang en stilistische breedte, maar ook vanwege zijn constante drang naar innovatie. Brook was één van de eerste theatermakers van zijn generatie die de noodzaak inzag van een lege, open theaterruimte, met meer mogelijkheden voor direct contact tussen toeschouwers en spelers. Twintig jaar lang was hij huisregisseur van The Royal Shakespeare Company, en regisseerde hier vernieuwende versies van Love’s Labour’s Lost (1946), Titus Andronicus (1955), King Lear (1962), Marat/Sade (1964) enA Midsummer Night’s Dream (1970). Daarnaast verfilmde hij veel van zijn succesvolle voorstellingen. Samen met Micheline Rozan richtte hij in 1971 het onderzoekscentrum Centre International de Créations Théâtrales op (CICT), dat in 1974 een permanent gevestigd werd in het Théâtres des Bouffes du Nord in Parijs. Daar zagen producties het licht zoals de epische bewerking van The Mahabharata (1985, naast voorstellingen als Ubu aux Bouffes (1977), Conference of the Birds (1979), Le Costume (1999), The Tragedy of Hamlet (2000), Le Grand Inquisiteur (2004) en Tierno Bokar (2005). Veel van deze producties werden twee-
talig uitgebracht. Tegelijkertijd verdiende hij ook in de opera zijn sporen, met onder andere Une Flute Enchantée, die in 2011 te zien was op het Holland Festival. Brook werd bekroond met twee Tony Awards for Best Direction of a Play, de International Emmy Award, The Ibsen Award en diverse eretitels. Regisseur, dramaturg en schrijver Marie-Hélène Estienne begon haar carrière als theatercriticus en journalist voor de Franse publicaties Le Nouvel Observateur en Les Nouvelles Littéraires. Naar eigen zeggen ‘verveelde ze zich dood’ in dat vak, en ging zich toeleggen op de productie. Als assistent van Michel Guy leverde ze een bijdrage aan de programmering van het Paris Festival d’Automne en in 1974 benaderde ze Peter Brook met het verzoek om met hem te mogen werken. Brook stemde toe, en Estienne werd na de casting voor Timon of Athens ingelijfd bij Brooks Centre International de Créations Théâtrales (CICT), waar ze in 1977 werd betrokken bij Ubu aux Bouffes. Bij het CICT groeide ze uit tot Brooks assistent, huisschrijver en dramaturg. Ze werkte onder andere aan Le Tragédie de Carmen (1981), The Mahabarata (1985) en The Tempest (1990), schreef en bewerkte The Man Who (1994) en Le Grand Inquisiteur (2004) – gebaseerd op Dostojevski’s korte verhaal uit De Gebroeders Karamazov, en was verantwoordelijk voor de tekst van Tierno Bokar (2005). Samen met Brook en componist Franck Krawczyk presenteerde ze op het Holland Festival in 2011 een eigen, uitgeklede versie van Die
7
Zauberflöte (Mozart/ Schikaneder): Une flûte enchantée. Estienne: ‘In het theater is het heel prettig om verantwoordelijkheden te kunnen delen. Peter en ik begrijpen elkaar en hebben een goede werkrelatie en communicatie. Hij is een genie: altijd slim, onvoorspelbaar en open.’ Lichtontwerper Philippe Vialatte maakte zijn start bij het Théâtre des Bouffes du Nord in 1985 als een lichtman bij de voorstelling Le Mahabharata, geregisseerd door Peter Brook. Hij assisteerde Jean Kalman bij het lichtontwerp voor Woza Albert en La Tempête, ook in regie van Brook. Vanaf de creatie van The Man Who (1993) in Parijs is Vialatte verantwoordelijk voor alle lichtontwerpen voor Brooks voorstellingen in het Théâtre des Bouffes du Nord, zoals Qui est là, Je suis un phénomène, Le Costume, The Tragedy of Hamlet, Far Away, La mort de Krishna, La Tragédie d’Hamlet, Ta main dans la mienne, Tierno Bokar, Le Grand Inquisiteur, Sizwe Banzi est mort, Fragments, 11 and 12, en recentelijk Une Flûte Enchantée. Vialatte heeft tevens al deze voorstellingen op tournees begeleid, en zorgt ervoor dat het licht steeds weer wordt aangepast en herontworpen, om zo optimaal gebruik te maken van iedere nieuwe theaterruimte. Actrice Kathryn Hunter werd geboren in New York uit Griekse ouders, en groeide op als Londenaar die vloeiend modern Grieks, Frans en Italiaans spreekt. Hunter studeerde Frans en Theater aan de Bristol University en volgde daarna een
opleiding bij de Royal Academie of Dramatic Art, met als leraar Hugh Crutwell. Na kluchten van Alan Ayckbourne uit het Britse repertoiretoneel te hebben gespeeld, werd ze ingelijfd bij Common Stock Theatre Company en trainde ze de Grotowski-theatertechnieken. Haar carrière kreeg een nieuwe impuls toen ze zich bij theatergroep Complicite voegde. In deze hoedanigheid maakte ze diverse producties, zoals Anything for a quite life, Help I am alive en Out of a House walked a Man. Naast haar werk als actrice in voorstellingen zoals Kafka’s Monkey and Fragments in regie van Peter Brook, Mr Ido met Hideki Noda en Spoonface Steinberg door Lee Hall, werkt Hunter tevens als regisseur. Ze was verantwoordelijk voor My Perfect Mind bij de Young Vic, Othello bij de Royal Shakespeare Company en Glory of living door Rebecca Gilman voor het Royal Court Theatre. Recentelijk was ze te zien als Mrs Figg in de Harry Potterfilm The Order of the Phoenix. Acteur Marcello Magni werd geboren in Bergamo, Italië. Na zijn studie aan de afdeling DAMS (drama, arte, musica, spettacoli) van de Universiteit van Bologna vluchtte hij naar Parijs, waar zijn theatrale vorming pas echt begon. Hij studeerde af bij Jacques Lecoq en volgde verdere lessen bij Pierre Byland, Philippe Gaulier en Monica Pagneux. Magni is acteur, regisseur, bewegingschoreograaf en theaterdocent. Hij is mede-oprichter van de theatergroep Complicite in Londen, een gezelschap waar hij jarenlang bij betrokken was
als acteur. Hier maakte hij zijn eerste voorstellingen en was te zien in diverse producties. Uit Magni’s theatrale samenwerkingen spreekt een grote interesse voor de wereld van maskers en Commedia dell’Arte, en hij was te zien in stukken van Marivaux, Molière en Ruzzante. Daarnaast creëerde hij de solovoorstelling Arlecchino met Jos Houben en Kathryn Hunter. Magni was tevens diverse keren te zien op het podium van Shakespeare’s Globe. In 2006 speelde hij een rol in Fragments, geregisseerd door Peter Brook in het Théâtre des Bouffes du Nord. In 2010 deed hij de bewegingsregie van Brooks Une flûte enchantée. Magni speelde ook in verschillende films, zoals Nine, The Adventures of Pinocchio en de televisieserie Doctor Who. Acteur Jared McNeill studeerde aan de Fordham Universty at Lincoln Center in New York City en behaalde hier in 2008 zijn diploma in Theater and Visual Arts. In hetzelfde jaar kreeg hij zijn eerste professionele rol, in Chisa Hutchinsons She Like Girls bij het Lark Theater. McNeill vertolkte diverse rollen in Peter Brooks 11 and 12 en speelde Maphikela in The Suit. Daarna was hij onder andere te zien in August Wilson’s Fences in het Geva Theater Center, en hij speelde in verschillende hoofdstukken uit Tarell McCraney’s Brothers/Sisters Trilogy in het City Theater van Pittsburgh. McNeill was understudy voor de productie Sons of the Prophet van Stephen Karam bij The Roundabout Theater Company en speelde tevens in
8
Young Jean Lee’s The Shipment, en een New Yorkse productie van Bertolt Brechts Life of Galileo – waarin hij muzieknummers op de trombone en clavecimbel ten gehore bracht. Recentelijk ging McNeill op tournee met The Suit (2012), in regie van Brook. Componist en pianist Raphael Chambouvet studeerde aan het Conservatorium van Lyon. Hier behaalde hij in 2000 de eerste prijs in jazzpiano, naast een Mastertitel in Music Applied to the Visual Arts van de Universiteit van Lyon. Samen met Peter Brook en Marie-Hélène Estienne werkte hij aan de premières van The Suit in Groot Brittannië en de Verenigde Staten – respectievelijk bij de Young Vic en de Brooklyn Academy of Music – voorafgaand aan de internationale tournee. Voor theaterregisseur Emmanuel Meirieu componeerde hij de muziek van Mon Traitre (2013), dat vanuit het Théâtre Les Bouffes du Nord op Europese tournee ging. De voorstelling kreeg lovende kritieken en Les Echos bejubelde de ‘spectaculaire soundscape’. Eerder componeerde Chambouvet ook de muziek voor de voorstelling Les Beaux Lendemains (2011). Le Monde beschreef deze compositie als een ‘meesterwerk’ en zijn muziek werd vergeleken met de grote Ennio Morricone. Verder won Chambouvet in 2008 het Concours national de jazz de la Défense met zijn trio CHK. In de laatste tien jaar speelde Chambouvet door heel Europa met diverse jazz-, soul- en popartiesten.
Muzikant Toshi Tsuchitori werd in 1950 geboren in de Japanse Kagawa-prefectuur. Al op zeer jonge leeftijd deed hij optredens met traditionele Japanse percussie, en sinds de jaren 1970 bespeelt hij de internationale podia met specialisten in de vrije muzikale improvisatie, zoals Milford Graves, Steve Lacy, Derek Baily en anderen. In 1976 begon hij te werken voor Peter Brooks theatergezelschap en creëerde de muziek voor diverse producties, waaronder Ubu, The Conference of the Birds, The Mahabharata en Tierno Bokar. Tsuchitori speelt en doet onderzoek naar traditionele muziekstijlen afkomstig van over de hele wereld. Al tien jaar lang verdiept hij zich in de vroegste vormen van de Japanse muziek en presenteert de resultaten in muzikale performances. In 1988 bouwde hij een studio samen met de traditionele meester muzikant Harue Momoyama, en werkt hier sindsdien met zowel lokale dorpelingen als internationale artiesten. Tsuchitori heeft verscheidene opnames van prehistorische Japanse muziek uitgebracht. Recentelijk speelde hij oeroude muziek in een Franse grot met prehistorische muurschilderingen.
9
10
11
English
Interview with Marie-Hél�ne Estienne
The Valley of Astonishment If we go to the theatre, it’s because we want to be surprised, even amazed. And yet we can only be concerned if we can feel a strong link with ourselves. So, these two opposite elements have to come together – the familiar and the extraordinary.
In The Valley of Astonishment, Peter Brook and Marie-Hélène Estienne delve into the mystery of the human brain by examining ordinary people with extraordinary gifts. They most definitely are not patients, says Marie-Hélène Estienne about the characters who roam around in The Valley of Astonishment. They are normal people who can function perfectly well in all sorts of ordinary professions, such as artist, journalist, teacher, lawyer or writer. ‘But they all have synaesthesia,’ adds Estienne, ‘which is a strong commingling of the senses. People with synaesthesia can sometimes see sounds as images, taste colours, or experience series of numbers as entire landscapes. That has fantastic consequences for their memory and consciousness.’ The functioning of our body and mind mostly takes place without our being aware of it, according to Estienne. ‘But often neurology is not the only area in which we are totally unaware of our human condition. The nature of our consciousness is also a great enigma, just as is our relation to our body and our place in the universe. With The Valley of Astonishment, we try to raise questions about this by examining ordinary people with extraordinary gifts.’ Peter Brook and Estienne have been fascinated by the human brain for years. Using insights from neurological science, they made two other productions on this theme before this: I Am a Phenomenon (1988), based on the work of Russian neurologist Alexander Luria, about a person with an extremely good memory; and The Man Who (Holland Festival, 1995), a production inspired by the observations of scientist
In The Man Who , our first adventure into the labyrinths of the brain, we met neurological cases who in the past had been conveniently written off as ‘mad’. Our first surprise was to encounter beings like ourselves, whose condition made their behaviour totally unpredictable. Painful to watch, though often very comic, they were always touching – deeply human. Today, once again, we are exploring the brain. We will take the spectator into new and unknown territories through people whose secret lives are so intense, so drenched in music, colour, taste, images and memories that they can pass any instant from paradise to hell and back again. Peter Brook & Marie-Hélène Estienne
12
13
Oliver Sacks, known for his bestseller The Man Who Mistook His Wife for a Hat (1988). While working on I Am a Phenomenon, Brook and Estienne discovered the existence of synaesthesia. That subject continued to fascinate them and now, years later, has been put into form in The Valley of Astonishment. In this production – performed by three actors and two musicians – people with various types of synaesthesia pass by, along with the doctor who treats them. The characters range from an artist who has an urge to paint images of sounds when hearing music, to a journalist who is weighed down by her immense capacity for memory, to a person who has lost all sensory awareness of his body. Says Estienne, ‘Every baby is born with synaesthesia. With very young children, all of the senses run into one another. As children grow older, the senses become channelized and they learn to make distinctions; but in some people, cross connections continue to exist. Synaesthesia is not essentially a handicap, but extreme experiences can send people from paradise to hell and back again.’ In order to get a good picture of this special way of perceiving the world, Brook and Estienne turned to various medical specialists. They based their concept for the play on the latest scientific insights, professional literature, passages from diaries, the work of Daniel Tammet (a British writer and autistic person with synaesthesia who has extremely unusual cognitive capacities) and they received advice from researcher friends such as Sacks. However, they also spoke at length with people who have to live with this kind of perception on a daily basis. Says Estienne, ‘They were all remarkably nice, intelligent people. Lots of musicians and artists – that was perhaps to be expected. Some of them didn’t know that they had synaesthesia at
English
first; for them, it was completely natural to see colours while listening to music. Others had kept their synaesthesia a secret for years, ever since they were children, out of shame, because they didn’t want to be taken for fools. For them it was a real relief to finally be able to talk about it.’ The Valley of Astonishment takes place in a minimalistic setting, with a lavish lighting design comprised of lots of colours and with a layered musical composition, says Estienne. ‘We hope in this way to completely transform the theatre space with colour, light and sound. What’s more, we have the good fortune to be able to work with two fantastic musicians: Raphael Chambouvet and Toshi Tsuchitori. The latter is an absolute master in traditional Japanese music. Tsuchitori listened very long and attentively to the actors, until the time was ripe to add something. He was involved in the rehearsal process for months, because that is our method of working. Just like in earlier productions, such as The Suit (1999), we use both classical and traditional Asian music. Those are two totally different genres that seem far apart when you first hear them. But in this production they come together.’ Besides scientific insights and personal experiences, The Valley of Astonishment also has a mystical dimension. The play contains text excerpts from The Conference of the Birds (1979), an adaptation made by Brook and Jean-Claude Carrière of the eponymous poem by the Persian Sufi poet Farid ud-Din Attar (1145-1221). In this work, a group of birds search for their king, the Simorgh, a kind of phoenix. Each bird in the text symbolizes a human fault. The group undertake a rigorous journey through seven valleys, symbolizing phases on the road to enlightenment, from yearning to the final amazement and astonishment. Only 30 birds
survive the journey. At the end, instead of encountering the expected king of the birds, Simorgh, they see themselves reflected in the lake of the last valley (the word for 30 is ‘si-morgh’’ in Farsi). Says Estienne, ‘You can’t compare the perception of someone with synaesthesia with the introspection of a Sufi master, of course, but there are similarities. Both revolve around an intense experience of the commonplace. If you open yourself up to it, life is full of astounding, extraordinary experiences. The Conference of the Birds is an allegory of our human possibilities. It shows that every person can think it over and become aware of their role in the entirety, by experiencing life more consciously and with astonishment. We hope that the spectators will feel a comparable sensation on seeing The Valley of Astonishment. And that once they have “landed” again after the play ends, it will have opened new doors for them. That they will have experienced something they normally do not think about. When you are confronted with people who experience reality in a totally different manner, you also learn something about yourself.’ Daniël Bertina (translation: Jane Bemont)
14
Biographies In a career spanning over seventy years, Peter Brook (London, 1925) had established himself as one of the most groundbreaking directors of his generation, working in theatre, cinema and opera. After directing his first play in 1943 he created a monumental body of work. Internationally respected, not only for its sheer size and stylistic breadth, but also because of Brooks constant pursuit of innovation. Brook is regarded as one of the first directors to recognize the need of an empty, open theatre space, providing more possibilities of direct connection between spectators and performers. For twenty years, Brook served as the resident director for The Royal Shakespeare Company, and was responsible for innovative stagings of Love’s Labour’s Lost (1946), Titus Andronicus (1955), King Lear (1962), Marat/ Sade (1964) and A Midsummer Night’s Dream (1970). Also, he made cinematic versions of many of his successful plays. Together with Micheline Rozan he established the research facility Centre International de Créations Théâtrales (CICT) in 1971, which found its permanent home in the Parisian Théâtre des Bouffes du Nord. There, many productions of epic scale were created, such The Mahabharata (1985), together with Ubu aux Bouffes (1977), Conference of the Birds (1979), Le Costume (1999), The Tragedy of Hamlet (2000), Le Grand Inquisiteur (2004) and Tierno Bokar (2005) – many of these plays were staged
bilingually. At the same time, Brook made his mark as an opera director, staging among others Une Flute Enchantée, which was performed at the Holland Festival in 2011. Brook was awarded two Tony Awards for Best Direction of a Play, the International Emmy Award, The Ibsen Award en several honorary titles.
(Mozart / Schikaneder): Une flûte enchantée at the Holland Festival in 2011. Estienne: ‘In theatre I find it quite pleasant to share responsibilities. Peter and I understand each other, and we have a great working relationship and communication. He is a genius: always clever, unpredictable and open-minded.’
Director, dramaturge and writer Marie-Hélène Estienne started her career as a theatre critic and journalist, working for the French publications Le Nouvel Observateur and Les Nouvelles Littéraires. This profession ‘bored her to death’ – in her own words – and she became a producer. Assisting Michel Guy she took part in establishing the programme for the Paris Festival d’Automne, and in 1974 she approached Peter Brook, requesting to work with him. Brook agreed, and after contributing to the casting of Timon of Athens she became a part of Brooks Centre International de Créations Théâtrales (CICT), and in 1977 she worked with Brook for Ubu aux Bouffes. At the CICT, she became Brook’s assistant, resident writer and dramaturge. She has worked on Le Tragédie de Carmen (1981), The Mahabarata (1985) and The Tempest (1990); she has written and adapted The Man Who (1994) and Le Grand Inquisiteur (2004) – based on Dostoyevsky’s short story from The Brothers Karamazov, and she was responsible for the playtext of Tierno Bokar (2005). Together with Brook and composer Franck Krawczyk she presented a unique, strippeddown version of Die Zauberflöte
Lighting designer Philippe Vialatte got his start at the Théâtre des Bouffes du Nord in 1985 as a light operator on Le Mahabharata, directed by Peter Brook. He assisted Jean Kalman for the light design of Woza Albert and La Tempête, also directed by Brook. Ever since the creation of The Man Who in Paris in 1993, he has been responsible for all the lighting designs of the plays directed by Brook in the Theatre des Bouffes du Nord: Qui est là, Je suis un phénomène, Le Costume, The Tragedy of Hamlet, Far Away, La mort de Krishna, La Tragédie d’Hamlet, Ta main dans la mienne, Tierno Bokar, Le Grand Inquisiteur, Sizwe Banzi est mort, Fragments, 11 and 12, and recently Une Flûte Enchantée. Vialatte goes on tour with all these performances, and he redesigns and adapts the lighting of each show to fit every new theatrical space.
15
Actress Kathryn Hunter was born in New York to Greek parents and raised as a Londoner speaking Modern Greek, French and Italian. Hunter studied French and Drama at Bristol University and went to train at RADA with Hugh Crutwell. She played Alan Ayckbourne farces in the UK Rep before
English joining Common Stock Theatre Company and training in Grotowski-based techniques. Another revolution followed when she joined Complicite theatre company, devising several plays, such as Anything for a quite life, Help I am alive and Out of a House walked a Man. Alongside her work as an actress in performances such as Kafka’s Monkey and Fragments directed by Peter Brook, Mr Ido with Hideki Noda and Spoonface Steinberg by Lee Hall, Hunter has also worked as a director, staging My Perfect Mind at the Young Vic, Othello at the Royal Shakespeare Company and Glory of living by Rebecca Gilman for the Royal Court. Most recently she defended Harry Potter as Mrs Figg in The Order of the Phoenix. Actor Marcello Magni was born in Bergamo, Italy. After studying at DAMS of Bologna University he ran away to Paris, where he started his theatrical formation. A graduate of Jacques Lecoq he continued his studies with Pierre Byland, Philippe Gaulier and Monica Pagneux. He is an actor, director, movement director and theatre teacher. As a co-Founder of Complicite in London he has worked with the company for twenty-four years and created his first shows there, performing in several productions. Magni’s collaborations include a curio sity for the world of masks and Commedia dell’Arte, perfor ming in works by Marivaux, Molière and Ruzzante. He also created a solo show Arlecchino with Jos Houben and Kathryn Hunter. Furthermore, Magni
graced the stage of Shakespeare’s Globe several times. In 2006 he performed in Fragments, directed by Peter Brook at Théâtre des Bouffes du Nord. In 2010 he was the movement director of Brook’s Une Flûte Enchantée. Magni has also played in several films: Nine, The Adventures of Pinocchio and the tv-series Doctor Who. Actor Jared McNeill trained at Fordham University at Lincoln Center in New York City where, in 2008, he graduated with a degree in Theater and Visual Arts. He landed his first professional role that same year, in Chisa Hutchinson’s She Like Girls at the Lark Theatre. McNeill played various roles in Peter Brook’s 11 and 12 and performed the part of Maphikela in The Suit. Since then, he has performed in August Wilson’s Fences at the Geva Theater Center, in various chapters of Tarell McCraney’s Brothers/Sisters Trilogy at Pittsburgh’s City Theater, among other productions. Most recently, McNeill completed work as an understudy in The Roundabout Theater Company’s production of Stephen Karam’s Sons of the Prophet. He also performed in Young Jean Lee’s The Shipment and a recent New York production of Bertolt Brecht’s Life of Galileo, during which he performed musical numbers on the trombone and harpsichord. Lately he has been touring with The Suit (2012), directed by Peter Brook. Composer and pianist Raphael Chambouvet graduated from the National Music Academy of Lyon in 2000 with a first prize
16
in piano jazz, and he is the recipient of a Masters degree in Music Applied to the Visual Arts from the University of Lyon. He worked with Peter Brook and Marie-Hélène Estienne on the UK and US premiere of The Suit at the Young Vic and BAM, prior to its international tour. For theatre director Emmanuel Meirieu he composed the music for Mon Traitre (2013), and began a European tour starting at Théâtre Les Bouffes du Nord. The play received rave reviews and Les Echos praised its “spectacular soundscape”. Prior to this he composed the music for Les Beaux Lendemains (2011). Described by Le Monde as a “masterpiece”, Chambouvet’s music was compared to the great Ennio Morricone. Aside from his work for theatre, he won the 2008 National Jazz Competition of La Defense with his trio CHK. Their debut album Slow Motion was released the following year. Over the past decade Chambouvet has performed extensively across Europe with other jazz, soul and pop artists.
Tsuchitori has researched and studied traditional music from all over the world, and has been looking into the earliest strata of Japanese music and presenting the results as musical performances for over a decade. Tsuchitori has also been collaborating with traditional master musician Harue Momoyama since building a studio together in 1988, working with both local villagers and international artists. He has released several recordings of prehistoric Japanese music, and recently he performed ancient music in an age old painted cave in France.
Musician Toshi Tsuchitori was born in Kagawa prefecture of Japan in 1950 and began performing on Japanese traditional drums at an early age. Since the 1970’s he has performed internationally with specialists in free improvisation, such as Milford Graves, Steve Lacy, Derek Baily and others. He began working with Peter Brook’s theatre company in 1976, and has since created the music for several productions including Ubu, The Conference of the Birds, The Mahabharata and Tierno Bokar.
17
HOLLAND FESTIVAL 2014 directie Pierre Audi, artistiek directeur Annet Lekkerkerker, zakelijk directeur bestuur
Martijn Sanders, voorzitter Ben Noteboom, waarnemend penningmeester Mavis Carrilho Joachim Fleury Renze Hasper Marjet van Zuijlen Het programma van het Holland Festival kan alleen tot stand komen door subsidies, bijdragen van sponsors en fondsen en door de gewaardeerde steun van u, ons publiek. subsidiënten Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Gemeente Amsterdam Het Holland Festival is lid van Réseau Varèse, Europees netwerk voor de creatie en promotie van nieuwe muziek, gesubsidieerd door het Culturele Programma van de Europese Commissie. hoofdbegunstiger SNS REAAL Fonds sponsors, fondsen, instellingen VandenEnde Foundation, Stichting Ammodo, Rabobank Amsterdam, Clifford Chance LLP, DoubleTree by Hilton, Westergasfabriek / MeyerBergman, Kempen & Co, Automobielbedrijf Van Vloten, Stichting Dioraphte,
Turing Foundation, Prins Bernhard Cultuurfonds, The Brook Foundation, Fonds Podiumkunsten, Ernst von Siemens Music Foundation, Ambassade van Pakistan, Dr. Hofstee Stichting, Gemeente Amsterdam/Stadsdeel Oost, Regionale Regering van Koerdistan, Goethe-Institut, Ambassade van de Verenigde Staten van Amerika, Gravin van Bylandt Stichting, Institut Français des Pays-Bas, Ambassade van de Bondsrepubliek Duitsland/Den Haag, Pro Helvetia hf business Beam Systems, De Nederlandsche Bank, Double Effect, G&S Vastgoed, ING Groep, Ten Have Change Management, TNT express, WPG Uitgevers mediapartners NTR, VPRO board of governors De genereuze, meerjarige verbintenis van de Governors is van groot belang voor de internatio nale programmering van het Holland Festival. G.J. van den Bergh en C. van den Bergh-Raat, R.F. van den Bergh, W.L.J. Bröcker, J. van den Broek, Jeroen Fleming, J. Fleury, V. Halberstadt, H.J. ten Have en G.C. de Rooij, J. Kat en B. Johnson, Irina en Marcel van Poecke, Ton en Maya MeijerBergmans, Sijbolt Noorda en Mieke van der Weij, Robert Jan en Mélanie van OgtropQuintus, Françoise van Rappard-Wanninkhof, A. Ruys en M. Ruys-van Haaften, M. Sanders, A.N. Stoop en
18
S. Hazelhoff, Tom de Swaan, S. Tóth, Elise Wesselsvan Houdt, H. Wolfert en M. Brinkman hartsvrienden Kommer en Josien Damen, S. van Delft-Vroom, H. Doek, Tex Gunning, Wendy van Ierschot, Frans Koffrie, K. Kohlstrand, J. en M. KuiperGerlach, Monique Laenen en Titus Darley, M. Plotnitsky, P. Voorsmit, P. van Welzen en C. Lafeber beschermers Lodewijk Baljon en Ineke Hellingman, A. van de Beek en S. van Basten Batenburg, S. Brada, Frans en Dorry Cladder-van Haersolte, J. Docter en E. van Luijk, L. Dommering-van Rongen, E. Flores d’Arcais, E. Granpré Moliere, M. Grotenhuis, E.H. Horlings, J. Houwert, Luuk H. Karsten, R.Katwijk, R. Kupers en H. van Eeghen, J. Lauret, A. van der Linden-Taverne, H. en I.Lindenbergh-Sluis, F. Mulder, G. van Oenen, H. Pinkster, H.Sauerwein, R. van Schaik en W. Rutten, C.W.M. Schunck, K.Tschenett, Wolbert en Barbara Vroom, P. Wakkie, R.R. Walstra, A. van Wassenaer, O.L.O. en Tineke de Witt Wijnen-Jansen Schoonhoven begunstigers M. Beekman, E. Blankenburg, Co Bleeker, A. Boelee, K. de Bok, Jan Bouws, E. Bracht, G. Bromberger, Rachel van der Brug, D. de Bruijn, M. Daamen, J. Dekker, M. Doorman, Chr. van Eeghen, J. van der Ende, Ch. Engeler, E. Eshuis,
E.Goossens-Post, E. de GraaffVan Meeteren, F. Grimmelikhuizen, D. Grobbe, J. Haalebos, J. Hennephof, G. van Heteren, L.D.M.E. van Heteren, B. van Heugten, S. Hodes, Herma Hofmeijer, J. Hopman, A. Huijser, E. Hummelen, G. van der Hulst, Yolanda Jansen, P. Jochems, Jan de Kater, J. Keukens, A. Ladan, M. Le Poole, M. Leenaers, K. Leering, T. Liefaard, A. Ligeon, T. Lodder, A. Man, D. van der Meer, E. van der Meer-Blok, A. Mees-Lubberman, A. de Meijere, J. Melkert, E. Merkx, Jaap Mulders, H. Nagtegaal, A. Nieuwenhuizen, La Nube, Kay Bing Oen, E. Overkamp en A. Verhoog, C. van de Poppe, P. Price, F. Racké, H. Ramaker, S. van de Ree, Wessel Reinink, L.M. Remarque-Van Toorn, Thecla Renders, B. Robbers, A. Schneider, H. Schnitzler, G. Scholten, C. Schoorl, E. Schreve-Brinkman, Steven Schuit, P. Smit, G. Smits, I. Snelleman, A. Sonnen, K. Spanjer, C. Teulings, H. Tjeenk Willink, A. Tjoa, Y. Tomberg, J. van Tongeren, H.B. van der Veen, R. Verhoeff, R. Vogelenzang, F. Vollemans, F. Voorsluis-Spanhoff, P. Vos, A. Vreugdenhil, A. Wertheim, M. Willekens, M. van Wulfften Palthe, M. Yazdanbakhsh, P. van der Zant, P. van Zwieten en N. Aarnink jonge begunstigers Kai Ament, Ilonka van den Bercken, Maarten Biermans, Maarten van Boven, Rolf Coppens, Tessa Cramer, Susan Gloudemans, Jolanda de Groot, Marte Guldemond, Nynke de
Haan, Hagar Heijmans, Anna van Houwelingen, Daan de Jong, Judith Lekkerkerker, Marije Mulder, Boris van Overbeeke, Gijs Schunselaar, Farid Tabarki, David van Traa, Frank Uffen, Helena Verhagen, Merijn van der Vlies, Danny de Vries, Marian van Zijll Langhout anonieme schenkers Ook dankt het Holland Festival anonieme schenkers. liefhebbers Het Holland Festival dankt 708 Liefhebbers voor hun steun en bijdrage. Het Holland Festival heeft ook uw steun nodig: word Vriend Als Vriend draagt u actief bij aan de bloei van het Holland Festival.
liefhebber Vanaf € 45 per jaar bent u al Liefhebber. U ontvangt deze pocket dan voortaan als eerste, heeft voorrang bij de kaartverkoop en u krijgt korting op tickets.
begunstiger Vanaf € 250 per jaar (of € 21 per maand) bent u Begunstiger. Uw bijdrage komt rechtstreeks ten goede aan de internationale programmering van het Holland Festival. Als Begunstiger heeft u recht op vrijkaarten en andere aantrekkelijke privileges.
jonge begunstiger Vanaf € 250 per jaar (of € 21 per maand) ben je Jonge Begunstiger. Laat jij je inspireren door internationale podiumkunsten? Wil je
19
meer weten over de kunstenaars die je in het Holland Festival mee op avontuur nemen en in vervoering brengen? Sluit je dan nu aan!
beschermer Vanaf € 1.500 per jaar (of € 125 per maand) bent u Beschermer. Als dank voor uw aanzienlijke bijdrage aan de internationale programmering van het Holland Festival ontvangt u een uitnodiging voor de openingsvoorstelling en voor exclusieve bijeenkomsten, naast vrijkaarten en andere privileges.
hartsvriend Vanaf € 5.000 per jaar bent u Hartsvriend. Als Hartsvriend van het Holland Festival nodigen we u uit om dichter bij de makers te komen. Met gelijkgestemden en gasten van het festival verwelkomen we u graag op speciale gelegenheden en geven u een blik achter de schermen.
geefwet Sinds 1 januari 2012 is het nog aantrekkelijker om het Holland Festival te steunen vanwege de Geefwet die tot 1 januari 2018 van kracht is. De Geefwet houdt in dat giften aan culturele ANBI’s met 25% verhoogd mogen worden tot een maximum aan schenkingen van € 5.000 per jaar. Schenkt u meer dan € 5.000, dan kunt u het resterende bedrag voor het reguliere percentage (100%) aftrekken van de inkomstenbelasting. De voordelen van de Geefwet gelden voor alle belastingplichtigen (particulieren en bedrijven) en zijn van toepassing op zowel eenmalige als periodieke schenkingen.
voordeel van een periodieke schenking Een eenmalige gift is beperkt aftrekbaar voor de belasting. Het totaal van de giften op jaarbasis dient hoger te zijn dan 1% (drempel) en kan tot maximaal 10% (plafond) van het inkomen worden afgetrokken. Een periodieke gift is een gift waarbij voor een periode van ten minste vijf opeenvolgende jaren een gelijke uitkering wordt gedaan, vastgelegd in een periodieke akte. De gift is volledig aftrekbaar zonder aftrekdrempel of aftrekplafond. Wilt u ook Vriend van het Holland Festival worden? Ga voor meer informatie en een aanmeldformulier naar www.hollandfestival.nl / steun HF of neem vrijblijvend contact op met Leonie Kruizenga, hoofd development op 020 – 788 21 18.
colofon / colophon Holland Festival Piet Heinkade 5 1019 br Amsterdam tel. +31 (0)20 – 7882100
[email protected] www.hollandfestival.nl fotografie / photography Pascal Victor/ArtComArt (p. 10-11) eindredactie en opmaak / editorial and lay-out Holland Festival ontwerp omslag / design cover Maureen Mooren druk / printing Tuijtel, HardinxveldGiessendam © Holland Festival, 2014 Niets uit deze uitgave mag op welke wijze dan ook worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het Holland Festival. No part of this publication may be reproduced and/or published by any means whatsoever without the prior written permission of the Holland Festival.
20