The International Award For Young People exploratie Roemenië-Raducaneni
Exploratie Roemenië 2014 Award Opmeer
Inhoudsopgave
Voorwoord Voorstellen Algemene informatie Roemenië en haar inwoners Stichting Raducaneni Kennismakingsgesprek Boekenmarkt Vervolggesprekken De reis Raducaneni De jongeren De zusters Het werk van de stichting Vragen van de stichting Conclusie Terugblik Mariëlle Aïsha Esther Sanne Kort verslag gesprek stichting bij terugkomst Financieel overzicht
2 3-4 5 6 7 8 9 10-12 13-14 15 16 17 17-21 22 23 24 25 26-28 29 29
Voorwoord
“De gouden onderdelen zijn afgerond, ze moeten alleen nog op expeditie en dat wil nog niet echt vlotten”, met die informatie nam ik de begeleiding van Sanne, Mariëlle, Esther en Aïsha over van een andere award-begeleider die vanwege studie geen tijd meer kon maken voor De Award. Tijdens een gesprek met de meiden bleek: ze willen iets anders, iets unieks, maar geen van vieren had een idee. ‘Iets op een plaats waar je anders niet zomaar komt’ en ‘iets met kinderen’, werd geopperd. ‘En we willen er eigenlijk vooral wat leren en niet alleen maar rondlopen’, voegde de dames daaraan toe. Al snel werd het idee voor een expeditie naar de achtergrond geschoven en kwam het idee voor een exploratie boven. Via mijn werk kende ik de Stichting Raducaneni. Een kleine stichting uit de gemeente Opmeer die zich inzet voor jongeren uit Raducaneni. Tien jaar bestaat de stichting inmiddels, maar wat is er in tien jaar bereikt? Dat leek mij iets voor de award-meiden om mee aan de slag te gaan. Wat kan een kleine stichting betekenen in tien jaar? Wat is er gedaan en bereikt? Wat zou beter kunnen? De stichting zou graag eens van de jongeren die zij helpen willen horen hoe zij de hulp ervaren. Of zij er echt wat aan gehad hebben. ‘Wie zouden dat beter kunnen vragen aan jongeren dan jongeren zelf’, dacht ik. Een mooie taak dus voor de award-meiden om antwoorden te gaan zoeken op vragen die er bij de Stichting Reducaneni leven en om met eigen ogen te kijken wat een kleine stichting in tien jaar kan doen. “Roemenië? Waar ligt dat precies”, was de eerste vraag die de dames voor mij hadden. Na een google-rondje waarbij ook de site van de stichting werd bekeken, groeide het enthousiasme snel. Jongeren, kinderen, zusters in een opvanghuis, een stichting die meteen enthousiast is en volledige medewerking wil geven: dit was de uitdaging waar de dames mij om gevraagd hadden.
Begeleider Diana Boerman
Voorstellen
Van 14 tot 21 juli willen wij op exploratie naar Roman in Roemenië. Voor een exploratie moeten we vier volle dagen acht uur aan de opdracht besteden. De vier award-deelnemers die deze exploratie gaan doen zijn:
Mariëlle Groot Mijn naam is Mariëlle Groot en ik ben 17 jaar oud. Ik woon in Hoogwoud samen met mijn ouders en tweeling broer Mark. Dit jaar ben ik begonnen aan de opleiding doktersassistent en die duurt 3 jaar. Ik doe sinds 2009 mee aan de International Award For Young People. We begonnen eigenlijk met z’n 9e maar dat was een te grote groep dus hadden we gesplitst. Wij hebben het groepje van vier. Het eerste jaar zijn we naar de Veluwe geweest op expeditie het tweede jaar naar Frankrijk. Daar liepen we 3 dagen en hadden 4 dagen een uitwisseling met fransen kinderen. Dit jaar willen we naar Roemenië naar de plaats Roman. We gaan daar onderzoeken wat de stichting Raducaneni in 10 jaar heeft bereikt.
Aïsha Groen Mijn naam is: Aïsha Groen en ik ben 18 jaar oud. Ik ben geboren in X’ian in China, ik ben geadopteerd toen ik 1,5 was. Mijn ouders zijn Paul en Trudie Groen. Ik heb ook een zusje zij heet Kayla en is 16 jaar oud. Wij wonen al ons hele leven in Hoogwoud op het Plantsoen. Momenteel zit ik nog op het Oscar Romero in 5 Havo mijn profiel is cultuur en maatschappij. Ik weet eerlijk gezegd niet meer precies hoe ik bij de Award ben gekomen, maar ik weet wel dat wij met teveel meiden waren en in twee groepen werden opgedeeld. Samen met Mariëlle Groot, Esther Groen en Sanne van Duin heb ik de bronzen en zilveren award volbracht. Het lijkt mij erg leuk en vooral interessant om onze gouden en tevens laatste award te volbrengen in Roman. Buiten de award om heb ik jaren meegedaan aan het Kinderdorp en ben ik een aantal jaar vrijwilligster bij het Kinderdorp geweest.
Esther Groen Ik ben Esther Groen, 18 jaar en woon in Hoogwoud. Ik woon nog gezellig thuis bij mijn ouders. Ik volg de opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening in Amsterdam. Ik werk bij ijsbaan ‘De Westfries’ en bij restaurant ‘Oostereiland’, beide in Hoorn. Ik doe al sinds mijn dertiende mee aan de Award. Samen met de andere meiden hebben we al vele activiteiten ondernomen. De leukste sport die wij beoefend hebben vond ik het skiën. Ook hebben wij ons EHBO-diploma gehaald, waar ik nog steeds heel veel aan heb. De expedities vond ik erg leuk. Soms waren ze wel zwaar en we hadden allemaal wel flink wat blaren, maar het was het waard. We zijn twee jaar terug naar Frankrijk geweest voor een uitwisseling. Dat is ook een leuke herinnering. Dit jaar willen we niet op expeditie, maar op exploratie. Hier heb ik veel zin in, omdat het weer even iets anders is en omdat het mij heel interessant lijkt.
Sanne van Duin Ik ben Sanne van Duin en 18 jaar oud. Ik woon samen met mijn ouders en 2 broers van 20 en 15 jaar in Hoogwoud. Doordeweeks bezoek ik het Oscar Romero in Hoorn, hier zit ik in mijn examenjaar van het VWO. Op zaterdag heb ik een baantje bij de boet, een groot tuincentrum in het dorp zelf. Daarnaast vind ik het leuk om sportief en creatief bezig te zijn. De award ben ik begonnen samen met nog 8 meiden, omdat de groep te groot zou worden zijn we vanaf het begin opgesplitst in twee kleinere groepjes. Onze groep bestaat nog steeds uit dezelfde vier meiden, samen hebben wij de expedities gelopen door de Veluwe en Frankrijk. Daarnaast hebben we ons samen maatschappelijk ingezet en vele acties ondernomen om geld in te zamelen voor de al uitgevoerde expedities en de nog komende gouden expeditie. Voor deze laatste expeditie zouden wij een exploratie willen uitvoeren in Roemenië. We hebben er nu al veel zin in en kijken ernaar uit.
Algemene informatie Roemenië en haar inwoners (door Esther) De taal die gesproken word is Roemeens. Roemenië telt 21.790.497 inwoners en het land is 238.319 km2 . Roemenië is ongeveer zes keer zo groot als Nederland en grenst aan Oekraïne, Bulgarije, Hongarije en Servië. Roemenië bestaat voor het grootste deel uit bergachtige gebieden, met hoge en lage vlakken. Er zijn ook druipsteengrotten en andere kraterverschijnselen. Roemenië heeft een gemiddeld land klimaat. De zomers zijn erg warm en de winters erg koud. In de zomers kan het gemakkelijk boven de 35 graden worden. Ongeveer 89% van de bevolking is etnisch Roemeens. De overige 11% bestaat uit andere nationaliteiten, zoals Duitsers en Hongaren. Er wonen ongeveer 10.000 Roemenen in andere landen buiten Roemenië, voornamelijk in Moldavië. In 2000 was de gemiddelde levensverwachting voor mannen 66,2 jaar en voor vrouwen 73 jaar. Dit geeft aan dat Roemenen over het algemeen niet zou oud worden als mensen in Nederland. Daarnaast kent Roemenië het hoogste sterftecijfer van de wereld. Doordat het geboortecijfer erg afneemt, zal Roemenië, net als andere landen in Europa, snel vergrijzen.
De munteenheid in Roemenië is de Roemeense Leu. 1 euro is ongeveer 4,5 Roemeense Leu. De gemiddelde arbeider moet rond zien te komen van ongeveer 90 euro per maand. Ongeveer een op de drie Roemenen leeft onder de armoedegrens. De textiel- en metaalproductie zorgen voor veel werkgelegenheid. Sinds een aantal jaar neemt de handel toe in Roemenië. Dat komt door de toenemende export naar vooral Westerse landen. In Roemenië wordt weinig rekening
gehouden met het milieu en luchtvervuiling. Veel huishoudens koken bijvoorbeeld nog op kolen en rijden op diesel met hoog loodgehalte, wat erg slecht is voor het milieu. Verder wordt het huishoudelijk afval niet opgehaald en dumpen mensen het overal. Het grootste deel van de bevolking, ongeveer 70%, is katholiek-orthodox. De rest van de bevolking is Rooms-Katholiek of Grieks-Katholiek. In de grondwet is een artikel die de vrijheid van godsdienst garandeert. Roemenië heeft een parlementair stelsel met aan het hoofd een president. De huidige president is Traian Băsescu. Iedereen die de leeftijd van 18 heeft bereikt kan stemmen en zich vanaf 23 jaar verkiesbaar stellen. De leden van het parlement worden gekozen via het districtenstelsel. Roemenië is verdeeld in 41 districten, die weer verder ingedeeld zijn in gemeentes. Zo regelen gemeentes het onderwijs, wat volgens de wet gratis is. Maar niet alle kinderen gaan naar school. Veel kinderen moeten hun ouders op het land helpen. Zo ongeveer 32% van de kinderen volgt privéonderwijs. Het aantal kinderen dat naar de middelbare school gaat is de laatste jaren flink gedaald, van 90% naar 70%. Maar er is wel een sterke toename van jongeren die naar de universiteit gaan. Roemenië is geen toeristisch land, dit komt vooral door de gebrekkige infrastructuur. Er komen gemiddeld 3 miljoen toeristen per jaar. Roemenië is wel erg aantrekkelijk voor allerlei verschillende soorten toeristen, zo kan ik in Roemenië geskied worden in de winter. Daarnaast zijn er vele bezienswaardigheden, zoals kastelen, kerken en natuurgebieden.
Stichting Raducaneni (door Mariëlle) Raducaneni is een plaatsje in Roemenië in de provincie Moldavië. De stichting Raducaneni is opgericht op 20 oktober 2004 door Arie Bouma en Willemien Beerepoot uit Spanbroek, nadat zij in Roemenië gezien hadden onder welke omstandigheden hun vriendin Zr.Patrizia moest werken. Ze helpen de kinderen van ouders die niet genoeg geld hebben om voor de kinderen te zorgen. De stichting biedt hulp aan voor opvoeding, spel en studie en de zorg maar ook opvang in een jeugdopvangcentrum in Raducaneni.
foto van Arie Bouma,Willemien Beerepoot en Zr.Patrizia
In Raducaneni is geen voortgezet onderwijs. Daarvoor moeten de kinderen naar bijvoorbeeld Roman, maar er is geen vervoer, dus dat is voor ouders heel duur. Daarom stoppen veel kinderen met school. Voor de kinderen die via de stichting mogen studeren
staat de stichting garant voor tenminste 5 jaar voortgezet onderwijs per kind. Daarvoor is ieder jaar veel geld nodig. In 2013 konden 30 studenten met hulp van de stichting naar school. De stichting overlegt met de zusters of daar nog een paar studenten bij kunnen.
Kennismakingsgesprek (door Sanne) Op 20 december 2013 hebben Aïsha, Diana en Sanne een gesprek gehad met twee dames van de stichting Raducaneni. Allereerst werd er verteld wat de stichting precies doet, hoe de stichting is ontstaan en wat ze betekenen voor de jongeren in Raducaneni. Daarbij vertelden ze over hun eigen bezoek aan het land een aantal jaar geleden. Ze werden vol liefde ontvangen door de zusters en kinderen. Door het bezoek zijn ze meer te weten gekomen over de omstandigheden waar de zusters en kinderen in leven, ook heeft de stichting nu met eigen ogen gezien waar het geld aan besteed word. Echter bleef er nog één grote vraag over, waar de stichting geen antwoord op wist te krijgen, namelijk: Hoe het leven van de kinderen verder gaat nadat ze de stichting verlaten, dus kortom heeft de stichting nut gehad in hun toekomstige leven? De stichting zou graag het antwoord op deze vraag willen weten en stelde voor of wij dat willen onderzoeken. Aangezien wij de leeftijd van de kinderen hebben, is het makkelijker om contact te leggen en informatie te verzamelen. De dames van de stichting deelde ons dus mede dat ze blij zijn met de exploratie die wij met betrekking tot onze gouden award willen uitvoeren en dat ze ons op alle manieren willen steunen om er te komen. Om geld op te halen organiseert de stichting ieder jaar een boekenmarkt. Afgesproken is dat wij zullen helpen bij deze boekenmarkt. Hierdoor raken we betrokken bij de stichting, komen we in aanraking met de geldgevers en kunnen we onze plannen bekend maken. Verder is een tweede gesprek afgesproken met de twee dames van de stichting. De stichting blijft bij onze voorbereidingen voor de exploratie betrokken en wil ons helpen waar mogelijk. Het was een heel fijn gesprek.
Boekenmarkt (door Mariëlle & Esther) De stichting Raducaneni houdt dit jaar voor de tiende keer een boekenmarkt. Op 3 en 4 mei worden er boeken verkocht in een grote schuur aan Kaag 19 in Spanbroek. In 2012 bracht de boekenmarkt een recordbedrag op van € 9795. Er worden niet alleen boeken verkocht, maar ook LP’s- CD’s – DVD’s – films –computerspelletjes enz. Vooraf is er afgesproken dat wij ter voorbereiding op de exploratie gaan helpen bij de boekenmarkt. Dit hebben wij gedaan tijdens de boekenmarkt. Wij zijn alle dagen aanwezig geweest. Vrijdagavond zijn we bij de opening geweest en hebben 2 van ons een woordje gedaan. Daarna hebben wij de koffie en thee verzorgd. Zaterdag en zondag werden er gratis boeken uitgedeeld, omdat de stichting tien jaar bestond. Deze boeken hebben wij uitgedeeld, dit was een leuke taak. Zo hebben wij veel mensen gesproken die al jaren de stichting steunen door boeken te kopen en te schenken. Met de boekenmarkt heeft de stichting dit jaar 9700 euro opgehaald. Dit is een heel mooi bedrag, waar wij en de stichting erg blij mee waren.
Vervolggesprekken (door Aïsha) 1. Het eerst volgende gesprek vond plaats bij Truus de Heer, in Opmeer. Dit gesprek werd bijgewoond door Anita Appel-Stam, Diana, Sanne en Aïsha. In dit gesprek vertelde wij Truus en Anita wat onze plannen waren, en hoe zij daarbij aan konden bijdragen. Truus en Anita waren erg enthousiast, en hadden al van alles bedacht. Toen vertelde Truus en Anita ook, dat ze het heel leuk zouden vinden als wij het weekend van de boekenmarkt, ook aanwezig wilde zijn. Ze vertelde dat de vrijdagavond voor alle vrijwilligers en sponsors was, en dat er die avond ook stukjes verteld worden door leden van het bestuur, en of wij die avond wilde vertellen over onze reis naar Raducaneni. En de zaterdag en zondag aanwezig wilde zijn om te helpen. Ook vertelde wij dat we nog opzoek waren naar een begeleider. 2. Het gesprek daarop vond weer bij Truus de Heer thuis plaatst, en werd dit keer bijgewoond door Jan, Piet, Anita, Truus, Diana, Esther, Mariëlle, Sanne en Aïsha. Jan en Piet, waren een paar weken daarvoor nog samen naar Raducaneni geweest, en zij vertelde ons hoe zij dat ervaren hadden, en wat we ons er ongeveer van voor konden stellen. Het eerste wat ze zeiden was dat het er daar aan toe ging, zoals het er hier in Nederland 40 à 50 jaar geleden aan toeging. Wij hadden gelijk een beeld van de middeleeuwen voor ons; geen telefoons, geen internet, geen normale douche, geen auto’s etc. Wij en onze ouders maakte ons wat zorgen over de veiligheid voor ons in Raducaneni. Jan en Piet, lieten al snel weten dat we ons daar niet druk om hoefde te maken. Ook waren wij erg bang dat we het eten in Roemenië niet lekker zouden vinden, of dat we heel weinig te eten en drinken zouden krijgen. Ook deze zorg nam de stichting snel uit ons hoofd. 3. Het volgende gesprek vond plaats in de Vergadelaar, deze werd bijgewoond door iedereen plus onze verse begeleider (Nelly)Niels Vlaar en al onze ouders. We hadden deze avond expres met alle ouders afgesproken, zodat Jan en Piet onze ouders konden vertellen dat het veilig was en dat ze ons met een gerust hart naar Raducaneni konden laten vertrekken. Ook konden de ouders nu vragen stellen en werd onze begeleider Niels alles in het kort uitgelegd. En konden onze ouders natuurlijk zien wie er met ons mee op reis zou gaan. Zo werden er wat zorgen weggenomen en waren onze ouders van alles op de hoogte. 4. Het laatste gesprek vond plaats bij Piet in Wadway, om de laatste punten door te spreken. Maar hier gingen wij met zijn drieën heen omdat Esther die avond verhinderd was. Zoals altijd was Truus heel erg enthousiast dat wij bijna naar Raducaneni zouden gaan, en wilde ze ons nog graag eventjes spreken. We hebben toen op Truus gewacht, en tot onze grote verassing kwam ze met twee bossen bloemen aan, omdat Sanne en Aïsha waren geslaagd. We hebben tijdens dit gesprek niet heel erg uitgebreid en uitvoerig met elkaar gesproken. Maar eventjes bij gekletst of we er al zin in hadden, en wat onze verwachtingen waren. 5. Het allerlaatste gesprek, heeft iedereen apart met Jan Koomen gevoerd. Hij wilde ons allemaal persoonlijk nog even een goede maar vooral leuke reis wensen, en hoopte snel weer iets van ons te horen. 6. Het gesprek na thuiskomst werd later gevoerd, omdat het vakantietijd was. Hier waren we allemaal weer bij aanwezig. Maar dit wordt uitvoerig verteld verder in het verslag.
De reis (door Mariëlle & Sanne) Maandag 14 juli. Op maandag zijn we door Diana op de trein in Obdam gezet, vanuit hier zijn we met de trein naar Brussel gereisd en gingen we verder naar Roemenië met het vliegtuig. We waren geland in Bacau, waar we al een hotel geboekt hadden. Met een taxi zijn we naar dit hotel gegaan en hebben we een heerlijk nachtje geslapen.
Dinsdag 15 juli. Op dinsdag zijn we vertrokken naar Raducaneni. In de ochtend werder we opgehaald door de priester en zuster Anna. Tussendoor hebben we een stop gemaakt bij de Zusters in Roman om een hapje te eten. In Raducaneni zijn we meteen naar het zusterhuis gegaan. Hier hadden we kennis gemaakt met de kinderen uit onze gastgezinnen en werden de gastgezinnen verloot. Niet veel later ging iedereen voor zich mee naar het gastgezin. Hier heeft iedereen indivudeel kennis gemaakt met hun eigen gastgezin, daar gegeten en in de avond activiteiten ondernomen met het gastgezin zelf, zoals het dorp bezoeken. Woensdag 16 juli. Dit was een dag gepland om bij het gastgezin door te brengen. Zelf hadden we ervoor gezorgd dat we om 4 uur ’s middags toch nog een momentje samen kregen. Doordat we deze dag allemaal indivudeel hebben doorgebracht, hebben we allemaal andere dingen ondernomen. Mariëlle had bijvoorbeeld de familie ontmoet van haar gastgezin, Sanne had de grote moestuin van hun gastgezin bekeken en Aïsha en Esther gingen met de paard en wagen een rondje door het dorp. ’S Avond hebben we met zijn allen wat gedronken in een plaatselijke cafeetje in het dorp.
Donderdag 17 juli. Deze dag hebben we doorgebracht met de hele groep. We moesten verzamelen bij het zusterhuis. Met de hele groep zijn we met paard en wagen hier heen gegeaan. In het zusterhuis kwamen niet alleen de kinderen uit onze gastgezinnen en wij, maar er waren veel meer jongeren uit het dorp aanwezig. Eerst hebben een een spel gespeeld om iedereen te leren kennen, daarna zouden we naar het bos gaan. Door het slechte weer van de nacht daarvoor ging dat helaas niet door. Als vervanging zijn we naar een veldje gegaan en hebben daar een voetbaltoernooitje gespeeld. Het leuke was dat de zusters zelf ook meededen. De avond heeft iedereen weer individueel doorgebracht bij de gastgezinnen zelf. Vrijdag 18 juli. Dit was de dag waar alle jongeren uit Roemenië naar uitkeken. We zouden namelijk naar de stad gaan. Eindelijk konden ze hun ‘modernere’ leven laten zien aan ons. Om 10 uur gingen we met 3 auto’s naar Iasi. Dat is de dichtstbijzijnde stad waar vele jongeren naar school gaan. Hier hebben we een huis bezocht waar een paar van de jongeren door de weeks wonen als ze naar school gaan. Daarna gingen we naar een groot park met alle soorten planten en bloemen. In dit park was een meertje, hier hebben we wat gegeten en vanuit daar zijn we een rondje door de stad gaan lopen. Dit rondje ging langs twee universiteiten, een paleis, drie kerken en eindige bij een groot winkelcentrum. In dit winkelcentrum hebben we ook weer wat gegeten en de rest van de middag mochten we hier winkelen.
Zaterdag 19 juli. Deze dag hebben we doorbracht in het zusterhuis zelf. Eerst kregen we les van de priester over het schilderij, de verloren zoon, van Rembrandt. Daarna hebben Esther en Sanne een interview gehouden met jongeren en zijn Mariëlle en Aïsha armbandjes gaan maken met de rest van de groep. Hierna hebben een kerkdienst bezocht. Het was een speciale kerkdienst, want er werd een kindje gedoopt. Na de kerkdienst was er een barbecue en als afsluiting werd er een disco georganiseerd. Dit was een groot feest met traditionele en moderne muziek. Zondag 20 juli. De dag dat we weer naar huis gingen, maar voordat we weg werden gebracht, moesten we eerst nog een keer naar de kerk. Daarna hebben we afscheid genomen van onze gastgezinnen en de rest van de jongeren. Vanuit Raducaneni werden we met de auto naar Iasi gebracht. Vanuit hier zijn we met een locale bus naar Roman gereisd, waar de priester ons opwachtte en ons weer naar Bacau bracht. In de avond hebben we wat gegeten met zijn allen en daarna zijn we heerlijk in het hotel in slaap gevallen. Maandag 21 juli. De dag van de terugreis. Door een meneer van het hotel zijn we naar het vliegveld gebracht. In de middag vlogen we weer terug naar Brussel en vanuit Brussel zijn we op de trein gestapt richting Hoorn. Laat in de avond kwamen we hier aan en werden we door bijna alle ouders opgewacht.
Raducaneni (door Esther) Ik zou graag willen vertellen wat voor verwachtingen wij vooraf van Raducaneni hadden, maar wij wisten totaal niet wat we moesten verwachten. Roemenië ligt vlak bij Europa, dus zoveel zal het toch niet verschillen met hier? Zal het er echt uitzien als een dorp in Nederland van 50 jaar terug? Zullen ze wel afvalt wegen hebben? Hebben ze dan wel stenen huizen? Zullen ze er toiletten hebben? Dit waren allemaal vragen over Raducaneni die wij ons afvroegen. In Raducaneni aangekomen, keken wij onze ogen uit.’ Hé, er zijn gewoon auto’s!’. ‘Kijk er lopen paarden op de weg!’ ‘Zullen dat zwerfhonden zijn?’. ‘Die huizen lijken best op onze, vinden jullie niet? Dit zijn zomaar een paar van onze opmerkingen toen we in het dorp aankwamen. Gedurende de week lieten de studenten ons het dorp zien. Onze eerste indruk bleef natuurlijk onveranderd. We hebben wel veel rondgekeken, veel gevraagd over het dorp en goed geluisterd naar de verhalen van de studenten en hun ouders. Hierdoor zijn we veel te weten gekomen over het leven in Raducaneni. Raducaneni is een redelijk groot dorp. Er wonen ongeveer 7 duizend mensen. Er is een verharde asfaltweg, dit is de hoofdweg. Aan deze weg zitten 2 barretjes, een kerk en een aantal winkeltjes. Hier ziet alles er verzorgd uit. Maar zodra je de zijstraten inloopt, merk je meteen hoe arm de mensen in Raducaneni zijn. Als je over straat loop, zie je veel afval liggen, de weg is slecht en er lopen overal dieren. De armmoedige indruk komt vooral door de weg, omdat deze niet overal verhard is zitten er veel kuilen in. Daarin tegen staan er wel een aantal knappe huizen in het dorp. Vaak hadden de mooiere huizen een kleur, zoals roze of oranje. Niet alle huizen waren mooi en ongeveer de helft van de huizen die wij gezien hebben, zagen er slecht uit. Sommige huizen waren zelfs voor de helft van hout gebouwd. Op straat lopen de hele dag veel mensen, het is er altijd druk. Vooral in de hoofdstaat, hier lopen tot s’ avonds laat zowel ouderen als kinderen rond. Naast de mensen, lopen er ook veel dieren op de weg. Dit varieert van koeien en kippen tot honden en katten. Deze dieren lopen los in het dorp, de dieren horen wel bij personen maar hebben er vaak geen hokken of stallen voor. Hierdoor lopen de dieren over straat. Bij de iets rijkere gezinnen zaten de kleine dieren wel in hokken, maar bij de armere gezinnen liepen de dieren over hun hele terrein en over straat. Raducaneni is een echt dorp. Iedereen kent elkaar en weet veel over elkaar. Op straat
staan mensen met elkaar te praten en verkopen onderling dingen aan elkaar. Daarnaast waren er op de hoofdweg een paar winkeltjes die zelfgemaakte spullen verkochten, zoals brood en kaas. De mensen in het dorp hielpen elkaar als dat nodig was en waren vriendelijk tegen elkaar. Wij hebben een weekje in Raducaneni mogen ‘wonen’ en er waren een aantal dingen die ons opvielen. De mensen in het dorp waren niet alleen vriendelijk, zoals ik al zei, maar ze zorgden ook echt voor elkaar. In Nederland is het meer ieder voor zich, tenminste die indruk kregen wij. Daarnaast wonen in de meeste gevallen de grootouders in het huis bij de ouders van de studenten, de ouders zorgen goed voor hun ouders. Ook dit is anders dan in Nederland, vaak gaan hier de grootouders naar verzorgingstehuizen of redden ze zichzelf. Wij vonden dit mooi om te zien en gaf ook aan hoe hecht de meeste gezinnen zijn. Toen wij met de jongeren over het dorp spraken, merkte we al snel op dat ze zich erg schaamde voor de situatie in het dorp. Doordat deze jongeren in Iasi studeren, zien ze met eigen ogen hoe erg hun dorp achterloopt. Ze vertelde ons dat ze het in de stad mooier vinden en het erg vervelend dat hun dorpje zo achterloopt en dat er veel armoede is. Het was moeilijk om er precies achter te komen waarom ze zich schamen voor hun dorp. Wel hebben we alle vier gemerkt dat ze ons alleen het mooie van het dorp hebben willen laten zien, zoals de kerk en het ziekenhuis.
De jongeren (door Sanne) Gelijk toen we aankwamen in raducaneni hebben we een aantal jongeren ontmoet. Dit waren de jongeren waar we zouden gaan overnachten. Bij deze jongeren hebben we de gehele week ‘gewoont’. Dit was ook de bedoeling, doordat we werkelijk in de leefomgeving zaten van de jongeren zelf, konden we goed contact met ze leggen en de indruk krijgen hoe ze werkelijk leven. Mij was al snel duidelijk dat de jongeren hetzelfde zijn als ‘ons’. Ze hebben allemaal een mobieltje, luisteren naar muziek (vaak nummers die bij ons ook in de hitlijsten staan), ze dragen moderne kleding, spelen games, zitten op facebook en gaan in het weekend uit. Toch zijn er wel verschillen. Ze willen heel modern zijn, zo komen ze ook over en dat zijn ze daadwerkelijk ook, echter merk je wel dat er voor hun meer obstakels zijn. Daarbij is de grootste obstakel het geld. De ouders verdienen meestal weinig of zijn ziek en kunnen niet werken. De jongeren moeten, in vergelijking met ons, leven met minder. Als voorbeeld het kopen van kleren, de H&M is voor de jongeren al aan de dure kant, voor sommige zelfs te duur. Bij ons is dat niet voor te stellen. De kleren die je bij de H&M kunt krijgen zijn voor ons al de goedkoopste kleren. Mijn vraag aan hun was dus wat ze dan kochten, merkloze kleding was het antwoord. H&M is voor de jongeren in raducaneni al ‘een merk’, terwijl het bij ons de onderste laag is. Dit gaf voor mijn een goed beeld hoe het nu echt zit. De jongeren zien er modern uit, maar er zitten toch echt obstakels aan. Dat het grootste obstakel om met de westerse wereld mee te doen geld is, dat zien de jongeren zelf ook. Ten minste de jongeren die wij ontmoet hebben. Dit waren namelijk de gemotiveerde jongeren uit het dorp, de jongeren die willen studeren en die hierdoor kansen zien om meer te bereiken in de wereld. Deze jongeren worden geholpen door de stichting Raducaneni. Zelf hebben ze geen geld om te studeren in de grote stad, de stichting helpt hun hiermee, zodat dit wel mogelijk wordt. Doordat de jongeren inzien hoe nuttig het is om te leren, zijn ze zeer gemotiveerd. Ze maken altijd hun huiswerk en halen goede cijfers. Dit is in vergelijking met de Nederlandse jongeren wel anders. Hier zijn veel meer jongeren die bijvoorbeeld het uitgaansleven belangrijker vinden en daardoor hun studie in vijf jaar afronden in plaats van vier jaar. De jongeren in raducaneni snappen dat het belangrijk is om te leren, hier doen ze dan ook alles voor. Ze willen later een beter leven dan ze nu hebben. Dit waren echter de gemotiveerde jongeren in het dorp. Er is ook een groep jongeren die niet gemotiveerd is en niet wil studeren of niet mag studeren van hun ouders. De zuster hebben deze jongeren proberen te motiveren door te laten inzien wat het studeren hun kan opleveren. In Nederland heb je ook altijd een groep die niet wil of het gewoon niet kan. Vreemd is het dus niet dat deze in Raducaneni ook bestaat. De jongeren die niet mogen is alleen wel een probleem. Deze kunnen niet bereiken in hun leven wat ze willen. De zuster proberen hier ook alles aan te doen, maar de ouders hebben natuurlijk altijd het laatste woord.
De zusters (door Aïsha) Wij hebben zowel het zusterhuis in Roman als dat in Raducaneni gezien. Vanwege het feit dat wij op de heenreis door Roman reden, hebben we daar even een korte stop gehad om in het zusterhuis te gaan lunchen. Bij die lunch waren zuster Anna, zuster Patricia en nog twee andere zusters aanwezig. We werden hartelijk verwelkomd, en kregen erg goed en veel te eten. Zuster Anna liet het huis in Roman even snel zien, dus heel veel hebben we daar niet van meegekregen. De zusters waren stuk voor stuk erg vriendelijk en enthousiast over onze komst. Het zusterhuis in Raducaneni bestaat eigenlijk uit twee gebouwen. In het voorste gebouw worden de kinderen en studenten opgevangen, en doen ze spelletjes, leren ze over religie ect. In dat huis zijn wij een aantal keer geweest en hebben wij ook een religie middag meegemaakt. Voor ons was dat natuurlijk erg vreemd, maar wel erg interessant. De studenten in Raducaneni doen allemaal goed mee, en bidden veel. Dit is voor ons als Nederlanders wel wat anders, wij zijn allemaal niet zo gelovig meer. Ook kon je erg goed merken dat de kinderen, studenten en ook de zusters veel meer waarderen, als dat wij zouden doen. En in dat opzicht kunnen wij als Nederlanders best veel van hun leren, wij hebben altijd maar haast en vergeten te genieten. Terwijl zij met het kleinste geschenk dolblij zijn en dat vond ik erg mooi om te ervaren. Op dezelfde dag dat wij de religie middag mee mochten maken, hadden ze ook een liedje voor ons ingestudeerd en voor ons gezongen. De zusters persoonlijk waren ontzettend vriendelijk, de belangrijkste zuster voor ons die week was zuster Anna. Een erg lieve vrouw die enorm hard haar best deed om het ons naar de zin te maken en ons van alles uit te leggen. Zuster Anna deed zelf bijna overal aan mee, zelfs een potje voetbal zag ze wel zitten in haar lange gewaad. Dit was weer een onvergetelijk moment en iets dat we niet snel weer zullen zien. We zijn zuster Anna enorm dankbaar voor de onvergetelijke ervaring die wij mochten opdoen in Raducaneni. Het tweede gebouw staat achter het eerste gebouw, in dit gebouw wonen de zusters samen. En is volgens mij ook echt alleen bedoeld voor hen om te wonen. De gebouwen zijn ongeveer hetzelfde en naar mijn mening de mooiste gebouwen die er in Raducaneni staan. De zusters hebben in principe alles wat ze nodig hebben, ook voor de kinderen en studenten er is genoeg aan pennen, potloden, speelgoed, boeken ect.
Het werk van de stichting (door Esther) Wij weten wat de stichting voor werk doet, maar het was de grote vraag of de studenten in Raducaneni dit ook weten. Al snel kwamen we erachter dat de studenten goed wisten van wie ze geld kregen om te studeren. De zusters hebben dit verteld en foto’s laten zien van de boekenmarkt. De namen ‘Jan’ en ‘Piet’ waren voor veel studenten bekende namen. Als je in Raducani liep, zag je niks van de stichting. Maar als je er met de dorpsbewoners over sprak, wisten de meeste wel van het bestaan af. Niet alle personen wisten ervan, maar de studenten en hun ouders wisten er wel veel van. Met de zusters hebben we veel gepraat over de stichting, over wat goed was en wat beter kon. De zusters beteken veel voor de dorpsbewoners en zijn een soort ‘vertrouwenspersonen’. De zusters krijgen ook geld vanuit Zwitserland, hier helpen ze de arme mensen mee. De zusters gaven aan het erg druk te hebben en zo goed mogelijk hun best te doen om het geld goed terecht te laten komen. Het probleem is alleen dat de jongeren niet terug komen. Het geld van de stichting gaat naar het onderkomen voor de studenten in de grote steden. Doordat de jongeren niet terugkeren naar Raducaneni heeft het dorp er zelf niks aan, het dorp wordt er niet beter op.
Vragen van de stichting (door Sanne) Vooraf hebben we een hele waslijst aan vragen meegekregen van de stichting. De vragen waren gebasseerd op informatie wat de stichting nog te weten wilden komen. Deze vragen hebben we in een andere context gedurdende de hele week in gesprekken met de jongeren gevraagd, wanneer het onderwerp van het gesprek al in de buurt van de vraag was. Esther en Sanne hadden op zaterdag nog een kans gekregen om de exacte vragen aan een stel studenten voor te leggen. Op zondag hebben we met de gehele groep nog vragen kunnen stellen aan zuster Anna. Met de burgemeester zijn we helaas niet in contact gekomen, dit bleek een corrupte man te zijn, waarmee het moeilijk is contact te leggen. Hieronder de vragen die we van de stichting kregen: 1. Welke studenten krijgen de kans om te studeren? Alle studenten, maar veel studenten zijn niet gemotiveerd en gaan daarom niet studeren. Daarnaast zijn er studenten die van huis uit niet mogen. Deze studenten zijn zelf echter vaak ook niet gemotiveerd, doordat ze niet beter weten. In hun opvoeding wordt gezegd dat ze aan het werk moeten. School is in hun ogen daardoor nutteloos. 2. Hoe zijn deze in contact met de zusters gekomen? Door de kerk. De mensen in het dorp zijn zeer katholiek en de jongeren moeten dus ook verplicht naar de kerk. Hier ontmoeten ze de zusters. 3. Wat gebeurt er met de armste groep kinderen? De zusters proberen alle kinderen te helpen en te steunen om naar school te gaan. Op alle mogelijke manieren worden ze gemotiveerd om te blijven studeren, ook de
armste kinderen. Echter blijven er altijd kinderen bestaan die niet gemotiveerd raken of van huis uit meekrijgen dat werken beter is. In mijn ogen gebeurt dit vaker in de armste gezinnen. De ouders van deze gezinnen hebben al het geld en hulp nodig, ook hetgene wat de kinderen binnen brengen. 4. Wat is bij benadering het aantal kinderen van ca. 4 – 14 jaar? Een schatting kon de zuster niet maken. 5. Hoe wordt deze groep benaderd of wordt deze groep niet echt benaderd? Alle kinderen worden geholpen door de zusters. Voor alle leeftijden is er iets en de zusters proberen hun te helpen. Vooral de kinderen uit arme gezinnen of uit gezinnen waar ouders in het buitenland werken. Deze krijgen thuis een slechte opvoeding. De zusters proberen daarom alsnog de kinderen een opvoeding bij te brengen. 6. Spelen de leraren van het lager onderwijs hierin een belangrijke rol? Nee, die spelen hierin geen rol. De school staat los van het zusterhuis. De kinderen hebben echter wel middagen waar ze huiswerk in het zusterhuis kunnen/moeten maken. Hierbij zijn leraren aanwezig, maar dit zijn geen leraren van hun eigen school. 7. Hoeveel kinderen starten met de kleuter / lagere school – leeftijd 4-14? De exacte aantallen zou Zuster Anna direct naar de stichting toe sturen. 8. Hoeveel maken de lagere school studie af? De lagere school wordt vaak wel afgemaakt en de hogere school ook. De universiteit en verdere studies worden echter vaak door kleine groepjes gemotiveerde studenten afgerond. De universiteit is overigens niet hetzelfde niveau als in Nederland. Het niveau daar kun je vergelijken met MBO/HBO hier in Nederland. Hieruit kun je concluderen dat het hoogste niveau daar niet in de buurt komt van het hoogste niveau hier in Nederland. 9. Oude studenten: hoeveel zijn dit er in totaal? De exacte aantallen zou Zuster Anna direct naar de stichting toe sturen. 10. Wat is het beroep van de ouders? De ouders hebben vele beroepen. Er zijn ouders die op land werken, dit zijn meestal de armere gezinnen. Ze moeten rondkomen van de oogsten. Deze zijn zeer wisselvallig, waardoor ze soms met weinig moeten leven en het seizoensgebonden is. Daarnaast heb je ouders die in het dorp een baan hebben, zoals in het ziekenhuis of de kinderopvang. In het dorp zelf zijn echter weinig banen, dit is ook de rede waarom vele studenten na hun afstuderen niet terug keren. Dit banentekort is een groot probleem in het dorp. In de communistische periode stonden er twee fabrieken aan de rand van het dorp, het gehele dorp kon hier werken. Nu het communistisch tijdperk ook in Roemenië is afgelopen zijn deze fabrieken gesloten. Vele volwassen zijn hun baan hierdoor verloren en de werkgelegenheid in het dorp is met een grote klap ingestort. Wanneer we vroegen aan de studenten wat ze echt nodig hadden in het dorp dan was het antwoord banen of een heropening van de fabriek. Toch zie je in het dorp wel wat kleine ondernemingen opbloeien zoals kappers, een kledingwinkel en een kleine supermarkt. Doordat de ouders dus vaak geen baan hebben gaan ze naar het buitenland te werk. Ze gaan werken in de landbouw of de moeders als au pair. Een voordeel is dat ze met dit geld hun huis kunnen opknappen. Ons werd ook verteld dat alle grote huizen met geld, verdient in het buitenland, was betaald. Een nadeel is echter dat de ouders zien hoe mooi het in de westerse landen is. Veel moeders die als au pair in dienst gaan, laten hun gezin en kinderen achter en vertrekken definitief naar het buitenland.
Daarnaast is de opvoeding een tweede nadeel. Wanneer de ouders of één van de ouders voor een langere periode in het buitenland zit, krijgen de kinderen een slechtere opvoeding. Dit nadeel proberen de zusters op te vangen door de kinderen een opvoeding bij te brengen. De ouders kunnen dus slecht aan een baan komen, maar dit geld ook voor de kinderen en jongeren. Deze hebben allemaal geen werk, wat hier in Nederland bijna niet in te denken valt. Wij moeten werken voor ons eigen geld en moeten werken als we iets willen. Voor hen zijn er geen banen en zijn dus geheel afhankelijk van hun ouders. Dat er geen banen zijn betekend niet dat ze niet willen werken. De jongeren die wij gesproken hebben wilden graag werken, ze waren gemotiveerd. Echter hebben wij alleen met de studerende jongeren gesproken. De kinderen van arme boeren moeten natuurlijk wel werken. Deze hebben geen baan, maar werken bij hun ouders op het land. 11. Wat zouden ze gedaan hebben als ze niet de kans hadden gehad om te studeren? Dat is een lastige vraag. Waarschijnlijk hetzelfde als de jongeren die geen motivatie hebben om te studeren. Deze hebben af en toe een klein baantje of werken op het land en bij hun ouders. 12. Wat doen de afgestudeerde studenten nu en waar zijn ze? Deze zijn over het algemeen aan het werk, maar niet in het dorp zelf. Ze zitten in de grote steden of zelfs in het buitenland. Één meisje had twee broers, allebei wonen ze nu in het buitenland en hadden daar werk. Dit bevestigd dat de werkgelegenheid rond het dorpje zeer klein is. 13. Wat leeft er onder de zusters aan problemen, ideeën en dingen die ze nu niet kunnen oplossen? Een groot probleem wat er is en waarschijnlijk de aller grootste probleem wat de zuster op het moment niet kunnen oplossen is de alcoholverslaving van vele volwassen in het dorp. De zusters hadden een programma opgezet om de volwassen te laten inzien dat alcohol niet goed is, geen voordelen heeft en niet bevorderlijk is voor de toekomst. Vooral vaders zijn verslaafd. Het programma werkte goed en de meerdere vaders begonnen de nadelen in te zien. Het programma begon echter teveel tijd en geld te kostten, waardoor de zuster er weer mee gestopt zijn. Wanneer ze echter meer hulpmiddelen hebben is dit het eerste probleem dat opgelost wordt. 14. Kunnen de zusters hulp uit de gemeenschap gebruiken bijv. afgestudeerde leraren? Dat kunnen ze zeker. Er zijn middagen dat de kinderen huiswerk maken in het zusterhuis, hierbij zijn leraren nodig om de kinderen het een en ander uit te leggen. Daarnaast kunnen de zusters altijd hulp gebruiken, ze komen om van het werk en hebben daar zelf te kort tijd voor. Alle hulp van buiten af is dus welkom. 16. Welke middelen zijn er? De jongeren beschikken over de benodigde middelen, echter zijn deze wel schaars. Ze hebben schriften om uit te werken, maar wel in een kleine hoeveelheid. Daarnaast hebben de meeste thuis allemaal een computer staan, hierop kunnen ze huiswerk en opdrachten voor school maken. Daarnaast hebben ze allemaal een mobiel. Dit is zeer opvallend. Een mobieltje is een luxegoed, helemaal in Roemenië. Ondanks het kleine inkomen lopen toch alle jongeren met een mobiel. 17. Aan welke middelen is er een behoefte? Er zijn niet bepaald middelen voor de studie die ze nodig hebben. Het meeste beschikken ze al over. In sommige gevallen is het schaars, zoals de schriften en
pennen. Echter is er wel behoefte aan kleding en dan vooral de winterkleding. Door het lage inkomen komt kleding niet op de eerste plaats. De gezinnen hebben geld om goedkope kleding te kopen. Goedkope kleding is meestal dun en van slechtere kwaliteit dan duurdere kleding. In de zomer kunnen ze zich hiermee redden, maar in de winter is deze kleding veel te koud. Voornamelijk de schoenen die ze dragen is te koud voor in de winter. Aan echte winterkleding is dus behoefte. 18. Hebben studenten ideeën voor nieuwe aanpak /verbeterpunten? De ideeën waar de studenten mee kwamen zijn meer banen creëren in het dorp zelf. Dit valt echter niet snel te bereiken en het idee om de fabriek weer te openen is ook onmogelijk. Daarnaast hebben de studenten wel ideeën, maar de burgemeester is zeer corrupt, hierdoor valt er weinig te bereiken. 19. Mr. Andrei Balint naar Nederland voor seizoenwerk? De jongeren willen maar al te graag werken. Andrei wilde wel naar Nederland komen om hier twee maanden te werken, maar daarna moest ook hij weer naar school. Op het moment is het dus lastig om de jongeren hier heen te laten komen voor werk. Wanneer ze vakantie hebben zou dit makkelijker gaan. De ouders wilden wel graag komen werken, echter waren dit er zoveel dat er geen keus valt te maken voor de zusters. De zusters hebben hier geen tijd voor. 20. Wat zou er aan directe hulp nodig zijn in Raducaneni – kleding met soort magazijn – winkel? Zoals ik net verteld heb is er behoefte aan winterkleding, voornamelijk winterschoeisel. 21. Wat is er aan jeugdwerk? De jongeren kunnen werken op het land en er zijn een paar baantjes, maar over het algemeen is er geen werk voor de jeugd, ook geen vrijwilligerswerk. 22. Zijn er organisaties, clubs en zo ja, welke? De jongeren zijn zeer katholiek, vanuit de kerk worden er dingen georganiseerd. De week voordat wij kwamen hadden ze bijvoorbeeld een kamp. Voor de rest zijn er geen organisaties of clubs naar mijn weten. De jongeren kunnen terecht bij de kerk en het zusterhuis. 23. Is er behoefte aan jeugdwerk, speelveldjes, sport- en spel gelegenheid, overdekt? Het dorp beschikt over een voetbalveld en een kleiner voetbalveldje. Aan de jongeren hebben we gevraagd of ze behoefte hebben aan meer. Uit het antwoord bleek dat ze dat niet hadden. In de steden waar ze studeren hebben ze meer gelegenheid om te sporten. Hier in het dorp hadden ze daar geen behoefte aan. 24. Is er behoefte aan spellen, materiaal, disco, etc. waar de jeugd lang plezier van kan hebben? De zuster kan altijd materiaal gebruiken. Ze konden echter niks specifieks noemen en ook ik zelf kan niks bedenken. Het huis zag er compleet uit. Er was een grote kast met spellen en knutselspullen. Ze beschikten over een computer met beamer en beneden stond een tafeltennistafel en voetbaltafel. De jongeren hebben over het algemeen thuis ook allemaal een computer, dus veel behoefte is daar ook niet aan. Tenslotte hebben ze een grote disco in het dorp. De jongeren zijn echt modern, ze gaan met hun tijd mee en gaan dus uit. De disco in het dorp is zo groot, dat meerder dorpen erop af komen. Wat betreft uitgaan, zit het dus wel goed in het dorp, daar is geen extra behoefte aan.
Conclusie (allemaal) Voor het dorp is het zeer belangrijk dat de stichting bestaat en hun helpt. Zonder de stichting zouden de jongeren namelijk niet kunnen studeren. Het geld van de stichting gaat naar de onderkomens in de stad. Hier verblijven de studenten door de weeks wanneer ze aan het studeren zijn. Deze onderkomens zijn duur, zonder het geld van de stichting kunnen de jongeren dit niet betalen. Toch hebben wij gezien dat er verschil is tussen de jongeren. De ene hebben het thuis beter dan de andere. Dit konden we al goed zien binnen de gastgezinnen waar wij mochten overnachten. De ene hadden het veel beter en hadden zelfs WIFI in het huis en de anderen hadden 2 jaar gespaard voor een computer. Naar ons weten is dit verschil niet goed bekend bij de zusters. Wij vinden dat het ene gezin meer moet krijgen dan de ander, maar dat vooral goed in de gaten gehouden moet worden wat nu daadwerkelijk de verschillen zijn. Deze verschillen veranderen namelijk snel, omdat in bepaalde gezinnen gezinsleden naar het buitenland gaan om te werken en hierdoor snel geld verdienen. De zusters moeten dus in de gaten gaan houden wie het geld echt nodig hebben. Daarnaast vertrekken veel studenten na hun afstuderen. Ze komen niet terug in het dorp zelf, maar gaan in de stad wonen. Dit is een groot probleem, omdat de investering die in hun gedaan is niks oplevert voor het dorp zelf. Er zou meer werkgelegenheid in het dorp zelf moeten komen. Dit is lastig en moet met de tijd gebeuren. Het belangrijkste wat nu nodig is en wat de jongeren ook aangaven nodig te hebben, zijn winterkleren. De gezinnen hebben kleren voor de zomer, maar echte winterkleren, vooral winterschoeisel, is te duur. De behoefte aan warme winterkleren is dus groot. Als laatste moet er in de toekomst weer gewerkt worden aan de alcoholisten. De zusters hadden een programma lopen voor alcoholisten. Dit is namelijk een groot probleem in het dorp en ook wij hebben dit ook gezien. Wanneer dit probleem verholpen wordt, krijgen veel jongeren al een betere opvoeding en is de toekomstverwachting voor het dorp positiever. De zusters hadden echter te weinig tijd voor dit programma naast hun normale bezigheden. De mogelijkheid is dus om afgestudeerde studenten, thuiszittende ouders of andere vrijwilligers op dit programma te zetten. Zodat dit probleem evengoed opgelost kan worden.
Terugblik Mariëlle Het was een geweldige ervaring. Maar ik heb het wel zwaar gehad omdat het anders was dan ik voorstelde, ik had verwacht dat ieder gezin gelijk zou zijn. Dit was echter niet zo, omdat bij mijn gastgezin ze geen wc, stromend water, douche en auto hadden. Hieronder staat een plaatje van de tuin van mijn gastgezin. Bij de andere gezinnen was het wel aanwezig. En zagen de andere huizen er niet zo armmoedig uit als het huis waar ik sliep. Ik voelde me ook wel schuldig dat ik niet al het eten lekker vond, terwijl ze zo hun best voor me deden. Het waren hele aardige mensen. De studente (Marianne) was een hele lieve meid, ze was erg behulpzaam en vriendelijk. Ze stond haar bed af aan mij, dat waardeerde ik erg. Zij moest echter wel slapen bij haar zusje in bed. Ik werd elke ochtend vroeg gewekt door de beesten. De ouders van Marianne waren beide erg ziek, die vader lag de hele dag op bed. En die moeder deed het huishouden. Ze weten niet precies wat voor ziekte of kwaal ze hebben. Wat ik erg leuk vond van de week, is dat ik na 3 dagen eindelijk mocht douchen in het opvanghuis. (had ik erg gemist). Marianne en haar moeder hebben we nog leren koeien melken, dat was super gaaf om te doen. Het was erg leuk om met paard en wagen vervoert te worden, ook vond ik het voetballen leuk met de nonnen en de andere jongeren. Grappig om te zien dat de nonnen ook mee gingen voetballen. De dag naar de stad was een lange dag, maar erg leuk, we hebben het park met bloemen en planten bekeken en de stad. Daarna gingen we nog naar een winkelcentrum dat zag er super mooi uit. Raar idee dat zo’n groot contrast is binnen een uur rijden. (plattenland en stad). Ik heb nog steeds contact met Marianne via Facebook. Ik heb een leuke week gehad, leuke mensen ontmoet en draag deze ervaring me leven lang mee!
Terugblik Aïsha Onze reis naar Raducaneni is enorm goed gegaan, al duurde de treinreis erg lang en is het vliegtuig nog steeds niet mijn favoriete vervoersmiddel. Hebben we ons geplande schema goed gevolgd, en overal op tijd aangekomen. Op de heenweg waren we allemaal vooral nog erg benieuwd naar hoe het daar nou echt aan toe zou gaan, zou het meevallen of toch juist erg tegenvallen… In ieder geval waren we wel alle vier even enthousiast over de belevenis die ons te wachten stond. Het enige waar ik vooraf onzeker over was, was over het voedsel zou ik het lekker vinden, zou ik wel genoeg eten krijgen etc. Bij aankomst in Bacau hadden we al snel onze bagage aangezien er maar een vliegtuig was en dus ook maar één hal met een band met bagage. Eenmaal buiten zochten we een taxi en werden we helaas opgelicht het ritje van één kilometer koste ons 25 euro, in plaats van 2 euro. En net toen we dachten we zijn eindelijk bij ons hotel aangekomen, bleek de vent achter de balie geen Engels te kunnen spreken en later bleken de kamers nog niet in orde te zijn. Al met al duurde het een tijd. De dag dat wij in Raducaneni aankwamen bij het zusterhuis, werden wij onder de gastgezinnen verloot. Ik werd toegewezen aan Simone, na de kennismaking werden wij met de auto van de priester naar haar huis gebracht, waar na ik te voet verder moest over een modder pad. Eenmaal bij haar huis aangekomen zag het er van buiten echt afzichtelijk uit, een rechthoekig stuk beton dat niet mooi was afgewerkt. Bij binnenkomst verbaasde me het des te meer dat het huis er eigenlijk erg leuk uit zag. Wel wat vreemd maar er hing wel een sfeer van gezelligheid. Het enige nadeel aan mij gastgezin vond ik dat de ouders geen Engels spraken en ik niet met hun kon communiceren. Ik had dat liever wel gedaan, omdat ik erg vaak niet wist wat zij bedoelde of wat ik moest zeggen als Simone niet in de buurt was. Maar evenals de studenten en de zusters waren Simone ’s ouders heel erg gastvrij, en vonden ze het leuk dat ik er was. Tijdens de week in Raducaneni ben ik met Simone alleen één dagje naar haar appartement in Iasi geweest, en heb ik andere studenten en haar vrienden ontmoet. Dit was voor mij een leuke uitdaging omdat ik nu een hele dag en nacht, alleen maar Engels kon spreken en Simone mijn enige aanknopingspunt was. Die dag heb ik leuke dingen met Simone gedaan, en we zijn daarna in haar appartement gebleven. Het mooiste aan Raducaneni vond ik het landschap erom heen, de straten en de huizen waren erg vervallen naar mijn idee. Ook vond ik de hartelijkheid en dankbaarheid van de mensen mooi. Al mijn verwachtingen waren niet uitgekomen, ik kreeg enorm veel te eten en eigenlijk vond ik alles wel lekker. Het enige vreemde vond ik toch wel de kippensoep een bordje met sterke bouillon en een hele kippenpoot erin.
Terugblik Esther De reis naar Raducaneni zal ik niet zo snel vergeten. Niet omdat ik er schokkende dingen heb gezien, maar omdat ik een in een hele andere wereld ben beland. Zo voelde het voor mij, ik was terecht gekomen in een dorpje waar ze op sommige punten 50 jaar achterlopen met Nederland. Voor ik naar Raducaneni ging, wist ik helemaal niet wat ik moest verwachten. Ik hoopte dat ik een aardig gastgezin had en dat het een beetje op thuis leek. Ik ben gelukkig in een heel vriendelijk gezin terecht gekomen, waar ze me onwijs verwend hebben. Ik was hun ‘speciale gast’, wat ik ook echt gemerkt heb. Ik mocht niet helpen met koken, tafel dekken of andere klusjes. Ze bereidde onwijs veel eten voor me, wat veel teveel was voor mij. Ik zat in een gezin, die in vergelijking met de andere dorpsbewoners, veel geld hadden. Er waren laptoppen en tv’s aanwezig in het huis. Daarnaast had ik een douche en toilet in huis, ik vond dit erg fijn. De ouders van ‘mijn’ student spraken geen Engels, waardoor ik moeilijk kon communiceren. Dit vond ik erg jammer, omdat ik graag ook met hun over het leven in Raducani had gepraat. De jongeren hebben mij veel van het dorp laten zien en erover verteld. In Raducani zijn de mensen heel gul en behulpzaam naar elkaar toe, dit vond ik heel mooi om te zien. Ik heb veel bewondering gekregen voor de bewoners van het dorp, omdat ze met weinig middelen toch een dak boven hun hoofd hebben. Daarnaast zijn de studenten heel gemotiveerd en willen graag studeren. Hier kunnen wij in Nederland zeker nog iets van leren. Ik ben dankbaar voor deze reis en heb veel geleerd. En natuurlijk waardeer ik alle luxe thuis nu nét even meer.
Terugblik Sanne Roemenië, dat moest een bijzondere reis worden en dat werd het ook zeker. Niemand begreep dat we dit land uitgekozen hadden, toch pakte ik me spullen, bereidde alles voor en ging totaal zonder verwachting heen, want wat moet je nu van zo’n land verwachten. Dat me verwachtingen niet zijn uitgekomen moet dus wel waar zijn, maar al kon ik achteraf verwachtingen maken dan waren ze dubbel zo bijzonder geworden. De eerste aanraking met dit land begon al op de mini luchthaven, met recht écht mini. In tien stappen hadden we onze bagage en stonden we buiten. Buiten, waar het echte avontuur kon beginnen. Als toerist moest je dat slim aanpakken bleek al snel, want al wil je uitgelachen worden door alle Roemenen, dan moet je een taxi pakken voor 25 euro. Geweten hebben we dat, want uitgelachen werden wij zeker of toegelachen, om het positief te houden. Aan het avontuur raakte geen einde, de volgende dag gingen we weer verder naar de plaats van bestemming, Raducaneni. Het was een hele reis over net aan verharde wegen, bedelende mensen aan je auto en zwerf hondjes aan beide kanten van de straat, maar ook mooie beelden van prachtig gebouwde kerken en grote zonnebloem velden. Deze reis was de eerste kennismaking met de zusters, een groepje vrouwen met een klein hart die alles voor de wereld over heeft. (Op de foto, de zusters uit Roman. Na nog niet eens een uur met elkaar gegeten te hebben, zwaaiden ze ons met handkusjes uit, alsof we elkaar al jaren kenden.) Na een lange reis maakte we kennis met Raducaneni, de verharde wegen werden ingeruild voor prut weggetjes en de paard en wagen kwamen weer van stal. In Nederland zou dit lijken op een toneelstuk uit de jaren ‘20, maar hier is het nog werkelijkheid. De jongeren waar we de hele week mee optrekten waren daarentegen totaal anders. Modern, dat is het beeld wat ze over willen brengen. Zo zagen ze er ook uit, totdat je in huis kwam, dat was werkelijk een stap terug in de tijd. De computer was het enige ‘moderne’ en daar werd ik ook meteen achter gezet. Niet om een spelletje te spelen, maar om te communiceren, google translate werd het nieuwe spelletje van deze week. De jongeren in mijn gastgezin beheersenden maar amper de Engelse taal. Dit heb ik wel als jammer ervaren. Als het lastig is om te communiceren, worden hele gesprekken ontweken en praat je alleen nog over de basisonderwerpen, omdat deze al te veel moeite kosten. De ouders daarentegen konden helemaal geen woord Engels, net als het zusje in mijn gezin. Communiceren ging dus viavia en met handgebaren. Toch heb ik me thuis gevoeld in mijn gastgezin, het buurmeisje kwam vaak langs en die sprak gelukkig vloeiend Engels. Daarnaast was de moeder een super lieve vrouw, ze zijn in Roemenië ontzettend gastvrij en als gast wordt je echt als ‘speciaal’ gezien.
Alle familie gerechten kwamen daarom op tafel, samen met de typisch Roemeense gerechten, wat overigens allemaal uit eigen tuin kwam. Op het kleine tafeltje leken deze maaltijden al veel, maar in mijn maag nog veel meer. Voor me gevoel was me maag deze week vier keer zo groot geworden, wat kregen we veel te eten. Als gast moet je natuurlijk alles proeven en proberen, dat heb ik ook wel geweten. Het gerecht hiernaast op de foto kreeg ik voor mijn neus. Vragend vroeg ik nog wat het was. Deze vraag had ik achteraf beter kunnen ontwijken, het antwoord was namelijk geheel nuchter: ‘rabbit’. Mijn gedachten waren meteen, konijn, de diertjes waar ik gister nog mee gespeeld had. Inderdaad, de dag ervoor mocht ik de meters lange moestuin bezoeken, waarin ik ook alles, maar dan ook echt alles te proeven kreeg. Mijn handen moest ik ophouden en alle soorten eten werden erin gegooid, handen vol en zoals valt te raden, daarna ook me maag vol, want alles moest geproeft worden. Maar om op het konijn terug te komen, na de moestuin was de dieren verzameling aan de beurt; koeien, konijnen, kippen en varkens, ze hebben er geen gebrek aan. Wel wetende dat de dieren ooit op een bord belanden, maar dat zo’n lief konijntje de volgende dag al op mijn bord zou belanden, was toch even schrikken. Het eten was in vergelijking met thuis dus één van de grote verschillen, maar ook het slapen is daar een bijzonder punt. Toen ik een rondleiding kreeg door het huis vroeg ik me al af waar ik mocht gaan slapen. In het hele huis stonden namelijk drie banken. s’Avonds bleek dat deze banken omgebouwd werden tot bedden, maar nog steeds waren het dan drie bedden, terwijl we nu in totaal met 6 personen waren. Zonder er bij na te denken moest ik dus in bed gaan liggen bij een totaal vreemd en buitenlands persoon. Dit heb ik wel als een moeilijk moment ervaren. Alles was me de eerste dag overvallen, alles was compleet nieuw, je gaat terug in de tijd, krijgt mega veel eten, kan niet communiceren met je huisgenoten en zit dus eigenlijk helemaal in jezelf, omdat de ‘bekende nederlanders’ ook niet bij je in de buurt zijn. Als je dan denkt s’avonds eindelijk even wat rust kan hebben en alleen kan slapen, lig je nog naast een onbekend persoon, in een krap bedje, wat meer een bank te noemen valt. Ik heb me eraan overgegeven, een andere mogelijkheid was er niet. Het viel me wel zwaar om altijd samen te moeten zijn met de vrij onbekende jongeren. Alleen als je naar de wc moest werd je vrij gelaten, eigenlijk nooit dus. De momenten dat ik weer samen was met de hele groep en dus bij me vriendinnen uit Nederland was, waren dan ook heerlijk. Hier kon je eindelijk weer even praten, je hart luchten en het belangrijkste je vrij voelen.
Het hele avontuur hebben we met zijn alleen veel meegemaakt, nieuwe dingen gedaan en ontdekt. Ik wist om een voorbeeld te geven namelijk echt niet dat augurken van komkommers gemaakt werden, maar nu heb ik het in levendewijze zien gebeuren. Naast de momenten in de gastgezinnen hebben we ook aan vele activiteiten deelgenomen. Hier zijn de mooiste momenten van de reis uit voort gekomen, wat heb ik gelachen. Op de foto hiernaast is zon moment vast gelegd. We kregen brood, om precies te zijn brood van de dag ervoor. Die dag dachten we nog dat het lekker was, maar daar trapten we geen tweede keer in. Met dit brood moesten we dus een kant heen en dat werd de achterkant, stiekem werd het, het water ingegooid. Wat voel ik me slecht nu, maar wat voelde ik me slim toen. Totdat iedereen ging kijken, een stel eenden kwam voorbij gezwommen en die moesten bekeken worden en gevoerd dachten wij meteen. Toepasselijk moment om de rest van ons brood weg te gooien en perfect moment om de slappe lach te krijgen, zoals te zien op de foto. Dit avontuur is snel voorbij gegaan. Ik heb het als zeer bijzonder ervaren, heb veel gelachen en me ogen uitgekeken. Ik ben blij dat ik de kans heb gekregen om te zien hoe je op een ‘andere’ manier kan leven. De echte werkelijkheid hebben we niet gezien natuurlijk, maar het kwam grotendeels in de buurt. Achteraf hoorde ik bijvoorbeeld dat de vader in mijn gezin verslaaft is aan alcohol. Dit heb ik de hele week niet door gehad, hij had zich ingehouden werd me verteld. Aan de ene kant ben ik blij dat me dit bespaart is gebleven, maar aan de andere kant geeft het wel een krom beeld. In me achterhoofd weet ik nu wel dat het leven daar nog moeilijker is dan ik de hele week te zien kreeg. Dit avontuur zal me bij blijven.
Kort verslag gesprek stichting bij terugkomst (door Mariëlle) De stichting was erg enthousiast, we hebben de hele reis besproken. We hebben de vragen door gesproken die we hebben gesteld aan de studenten. We hopen dat de stichting daar iets aan heeft. Verder hebben hun nog vragen gesteld aan ons hoe het was en hebben wij foto’s laten zien. Afgesproken is dat de stichting ons verslag krijgt, als ze meer willen weten kunnen ze ons altijd bereiken. Verder hebben we afgesproken dat wij volgend jaar bij de boekenmarkt een kort praatje houden over onze belevingen.
Financieel overzicht (door Sanne) Inkomsten Bank Stichting Totale inkomsten
Bedrag in euro’s €1560,€400,€1960,-
Uitgave Vliegtuig Trein
Totale uitgaven Tekort
Bedrag in euro’s €2018,€103,€44,40 €17,00 €83,€25,€80,85 €163,78 €2535,03 -€575,03
Eigen bijdrage Trein overig Totale eigen bijdrage Openstaand tekort
Bedrag in euro’s 4 x €25,75 4 x €103,51 €517,04 -€58
Taxi Hotel + pin