THE COMPREHENSIVE ASSESSMENT OF AT-RISK MENTAL STATE
CAARMS - TRAINING
drs. Helga Ising PARNASSIA, DEN HAAG
dr. Judith Rietdijk DIJK EN DUIN, ZAANDAM
No financial disclosure.
RELEVANTIE VROEGHERKENNING: AT RISK MENTAL STATE (ARMS) • Ondanks verbeterde behandeling is de prognose voor schizofrenie nog altijd slecht. Voorkomen is beter dan (niet) genezen • Zelfs een klein aantal eerste episodes voorkomen is een grote gezondheidswinst (kosten per schizofreniepatiënt voor GGZ € 12.128 in 2009)
2
CLINICAL STAGING (McGorry et al., 2008) • Een delicate vorm van diagnose stellen • Behandelingen passend bij de verschillende stadia van de ziekte • Vroegtijdige succesvolle behandeling verbetert de prognose • Vroegtijdige herkenning verkleint de duur van de onbehandelde psychose (DOP). Met als gevolg een betere prognose! 3
WAAROM ZIJN DE HUIDIGE EERSTE PSYCHOSE PROJECTEN NIET VOLDOENDE? Zelfs bij eerste episode projecten… • Lange DOP, patiënten zijn vaak al 1-2 jaar ziek bij het eerste contact • Het sociale leven, beroep en school zijn vaak al verloren gegaan • Patiënten zijn moeilijk in zorg te houden en tonen gebrek aan ziektebesef • Patiënten hebben soms opname in ziekenhuis nodig (traumatisering) • Ernstige symptomen (traumatisering) • Cognitieve beperkingen 4
VROEGE INTERVENTIE EN PREVENTIE
Vroege detectie en primaire preventieve interventie
Premorbide fase
Prodromale fase
Vroege interventie, gericht op secundaire preventie
Psychotische fase DOP
(Eerste) behandeling Herstel fase
5
OVERGANG NAAR PSYCHOSE BIJ ULTRAHOOG RISICOGROEP • 18 % na 6 maanden follow-up • 22 % na 12 maanden follow-up • 29 % na 2 jaar follow-up • 36 % na 3 jaar follow-up
Fusar-Poli et al (2012) 6
Yung, 2006
SZ
Psychose
2e lijn
EPB
Level 3: PLE met distress, hulpvraag, co-morbiditeit Level 2: andere psychiatrische Syndromen, incidentele PLE Level 1: PLE, geen distress, geen hulpvraag, geen verminderd functioneren Level 0: geen psychotische symptomen 83%
7
WELKE PATIËNTEN? DE ARMS-GROEP
At Risk Mental State
Genetisch: psychotisch familielid of schizotypisch plus slecht functioneren
Subklinisch: Milde psychotische symptomen/ magisch denken
BLIPS Psychose korter dan een week, spontane remissie
Yung, 2004
Positieve symptomen
SYMPTOMATOLOGIE
blips
psychose
Aspecifieke +negatieve symptomen
Subklinische psychotische symptomen
tijd
9
Hulpzoekende geschiedenis • Casus register Parnassia Den Haag • Eerste psychose tussen 2005-2009 • Waren patiënten in zorg vóór het ontstaan van de psychose? • 56,2% (N= 985)van de patiënten heeft hulp gehad bij Parnassia vóór hun eerste psychose • Geen specifieke hulpzoekende wegen naar psychose: alle stoornissen aanwezig in voorfase
10
Eerste diagnose Angst en stemmingsstoornissen
450 400
385
Verslaving
409
350 300 250 200 150 100 50
Overige stoornissen
Aanpassingsstoornissen
211
Persoonlijkheidsstoornissen
222
155 112
Geen diagnose
64 58
0
137 Psychose NAO
Schizofrenie
eerste diagnose Affectieve psychose
11
CONCLUSIE VOORGESCHIEDENIS - Meer dan de helft van de patiënten zoekt hulp voor de onset van de eerste psychose
- Tweede lijn is mogelijk een goede screeningsvijver
12
SCREENEN VS VERWIJZEN
• Screening • Den Haag: 608.000 inw. • UHR N= 147
•
• (Prevalentie = 0,024)
• • • •
EDIE Mannen Leeftijd Psychose na 1 jaar
• Verwijzing • Amsterdam: 770.000 inw. • UHR N= 66
N=93 35% 25,5j 25%
• • • •
(Prevalentie =0,008)
EDIE Mannen Leeftijd Psychose na 1 jaar
N=40 85% 20,6 7%
13
PROFILING: VOORSPELLERS VAN PSYCHOSE Risicoklasse
N
Aantal dagen tot transitie
% transities
I
56
540
3.5%
II
106
507
13%
III
23
292
70%
14
4-JAARSE FOLLOW-UP: EFFECT VAN THERAPIE
CBT
TAU
p
Transities
12/95
25/101
0.03
Remissie
45/59
37/63
0.04
15
4-JAARSE FOLLOW-UP: EFFECT VAN TRANSITIE Mean (SD) [N]
Mean (SD) [N]
p
5.9 (3.8) [24] 5.9 (3.8) [24] 3.4 (1.8) [24] 3.1 (2.6) [24]
3.4 (3.4) [85] 3.4 (3.4) [85] 1.8 (1.3) [85] 1.25 (2.1) [84]
<0.001
Gedragsveranderingen
7.3 (4.3) [24]
4.6 (4.1) [85]
0.08
CAARMS motorische veranderingen
2.1 (1.9) [24]
1.4 (1.6) [84]
0.09
Algemene psychopathologie
10.4 (5.6) [24]
7.6 (5.7) [85]
0.15
123.0 (97.4) [24] 51.0 (11.9) [25]
65.9 (76.5) [84]
0.01
59.6 (12.9) [88]
0.01
15.9 (10.2) [21] 27.7 (16.1) [25]
11.3 (10.2) [77] 19.6 (15.4) [85]
0.52
Positieve symptomen Negatieve symptomen Cognitieve symptomen Subjectieve emotionele verstoring
Lijdensdruk SOFAS BDI-II depressie SIAS angst
0.03 <0.001 0.02
0.20 16
ECONOMISCHE KOSTEN
17
Hoe kunnen we mensen met een At Risk Mental State (ARMS) herkennen?
18
METEN VAN ARMS: CAARMS - Ontwikkeld door Alison Yung in de Pace clinic in Melbourne - Instrument dat nauwkeurig onderscheid maakt tussen geen symptomen, ARMS en psychotisch - Gedetailleerde assessment van duur, frequentie en ernst van symptomen - Ook negatieve symptomen, cognitieve functies en basissymptomen - Verschillende metingen, waardoor ontwikkelingen over tijd kunnen worden vastgelegd 19
GROEP 1: GENETISCHE GROEP 1A. eerstegraads familielid met psychose OF B. patiënt met schizotypische persoonlijkheidsstoornis • PLUS: • A. gedurende een maand een afname van de SOFAS score met 30% OF • B. gedurende afgelopen jaar een SOFAS score van 50 of lager. 20
GROEP 2: SUBKLINISCHE SYMPTOMEN • Bij frequentie langer dan een week. Indien korter dan een week, zie groep 3.
• Groep 2a: Subdrempel intensiteit • Groep 2b: Subdrempel frequentie • PLUS: • A. gedurende een maand een afname van de SOFAS score met 30% OF • B. gedurende afgelopen jaar een SOFAS score van 50 of lager 21
ARMS: 2A SUBDREMPEL INTENSITEIT Intensiteit
Frequentie
Ongewone Gedachteninhoud (OGI)
3-5
3-6
Niet Bizarre Ideeën (NBI)
3-5
3-6
Waarnemingsstoornissen (WS)
3-4
3-6
Gedesorganiseerde Spraak (GS)
4-5
3-6
22
ARMS: 2B SUBDREMPEL FREQUENTIE Intensiteit
Frequentie
Ongewone Gedachteninhoud (OGI)
6
3
Niet Bizarre Ideeën (NBI)
6
3
5-6
3
6
3
Waarnemingsstoornissen (WS) Gedesorganiseerde Spraak (GS)
23
GROEP 3: BLIPS • Periode met psychotische symptomen is ≤ 1 week met spontane remissie • In het afgelopen jaar aanwezig • PLUS • A. gedurende een maand een afname van de SOFAS score met 30% OF • B. gedurende afgelopen jaar een SOFAS score van 50 of lager.
24
ARMS: 3 BLIPS Intensiteit
Frequentie
Ongewone Gedachteninhoud (OGI)
6
4-6
Niet Bizarre Ideeën (NBI)
6
4-6
5-6
4-6
6
4-6
Waarnemingsstoornissen (WS) Gedesorganiseerde Spraak (GS)
25
1.1 ONGEWONE GEDACHTE-INHOUD
26
1.2 NIET-BIZARRE IDEEËN
27
1.3 WAARNEMINGSSTOORNISSEN
28
1.4 GEDESORGANISEERDE SPRAAK
29
CAARMS: 7 DOMEINEN 1. Positieve symptomen 2. Cognitieve veranderingen
2.1 Subjectieve ervaringen 2.2 Geobserveerde cognitieve veranderingen
3. Emotionele verstoring
3.1 Subjectieve emotionele verstoring 3.2 Geobserveerd vervlakt affect 3.3 Geobserveerd ongepast affect
4. Negatieve symptomen 4.1 Alogia 4.2 Avolitie / Apathie 4.3 Anhedonie
30
CAARMS: 7 DOMEINEN 5. Gedragsveranderingen 5.1 Sociale isolatie 5.2 Verminderd rolfunctioneren 5.3 Gedesorganiseerd / vreemd / stigmatiserend gedrag 5.4 Agressief of gevaarlijk gedrag 6. Motorische/lichamelijke klachten 6.1 Verminderd motorisch functioneren 6.2 Geobserveerde verandering in motorisch functioneren 6.3 Verminderde lichamelijke sensaties 6.4 Verminderd autonoom functioneren 7. Algemene psychopathologie 7.1 Manie 7.2 Depressie 7.3 Suïcidaliteit en zelfbeschadiging 7.4 Stemmingsschommelingen en labiliteit 7.5 Angst 7.6 Symptomen van obsessief-compulsieve stoornis 7.7 Dissociatieve symptomen 7.8 Verminderde tolerantie voor normale stress 31
EDIE.NL ONDERZOEK Closing in op 4 risico factoren • Jonge leeftijd (tot 35 jaar) • Hulpzoekend gedrag co-morbide as I of as II stoornis • Subklinisch psychotische symptomen • Verminderd sociaal functioneren Bij PsyQ populatie 32
EDIE.NL: getrapte screening in DH • Ervaringenlijsten
3671 (100%)
• 639 eligible om te interviewen met de CAARMS (17.4%)
-45 weigeraars -120 geen contact mogelijk -54 tweemaal afspraak niet nagekomen • 420 daadwerkelijk geïnterviewd (11.4%) 52 psychose (1.4%) 147 ARMS (4.0%) 221 voldeden niet aan criteria (6.0%) 33
EDIE.NL CONCLUSIES • 201 mensen werden geïncludeerd • 16.3% maakten een transitie naar psychose • Transities gedurende therapie onderkenden de transitie en gingen akkoord met psychiatrische hulp • Het aantal transities kan gehalveerd worden met een aanvullende interventie zelfs vergeleken met actieve behandeling bij PsyQ • Profiling vindt groep met ultra ultra high risk en biedt mogelijkheid om behandelaanbod meer toe te spitsen • CGT is kosten-effectief: meer gezondheidswinst voor minder kosten zelfs vergeleken met actieve behandeling bij PsyQ 34
35
CONTACT
Helga Ising
[email protected] 06-53935513 Judith Rietdijk
[email protected] 06-29735002
36