Thalassa 3 handboek B. Bernaert D. De Queecker K. Lembrechts K. Vandendriessche
derde uitgave editie 23/08/2014
Ten geleide
Lectuur van auteurs – met Herodotus als hoogtepunt – staat centraal in dit leerboek Grieks voor het tweede leerjaar van de tweede graad. Voor de herhaling en uitbreiding van de grammatica is achteraan in het handboek een verwerking en inoefening voorzien ('Annex') met systematische verwijzing naar Thalassa Basisgrammatica. Herhaling van het vocabularium kan aan de hand van de vele mogelijkheden van Thalassa Basisvocabularium. Als in het eerste leerjaar van de tweede graad al ca.740 woorden zijn ingestudeerd, dienen nog 60 woorden aangeleerd. De auteurs houden zich graag ter beschikking van collega's voor verdere informatie. Alle suggesties die de kwaliteit van het handboek kunnen verbeteren zijn welkom. E-mail adres waarop we bereikbaar zijn:
[email protected]
De auteurs Bart Bernaert, Dominiek De Queecker, Koen Lembrechts, Koen Vandendriessche.
ALLES
MOET KUNNEN
Hoe gevaarlijk is de Griekse humaniora?
inhoud
Panorama van de Griekse wereld Griekse literatuur: een overzicht De Zeven Wijzen
1.1 - 1.6 1.7 - 1.13 2.1 - 2.4
Papyrus, papyri, papyrologen
3.1 - 3.12
Xenophon
4.1 - 4.32
Griekse Anthologie Revisited
5.1 - 5.3
De Griekse roman
6.1 - 6.7
Sprekende vazen
7.1 - 7.10
Sprekende stenen
8.1 - 8.2
Timon de mensenhater
What’s In A Word? Herodotus Tot slot Annex: verwerking en inoefening van de Basisgrammatica
9.1
10.1 11.1 - 11.64 12.1 - 12.4 13.1 - 13.30
Bij het onmiddellijke en praktische nut van het Grieks en het Latijn bij het studeren van een taal zullen criticasters meteen opwerpen: “Maar je hebt toch geen Grieks en/of Latijn nodig, talen die niet eens meer gesproken worden, om Frans, Engels of Duits te leren?” Het is echter een illusie dat je met minder talenkennis die éne taal die je wel kent, beter zou beheersen. “Alle kennis versterkt elkaar. Kennis van die ene taal maakt het gemakkelijker de andere te leren.” anoniem
Van letters naar cijfers. Tekststudie vormt wiskundig talent. Het volgens van een Latijn-Griekse humaniora werd vroeger dikwijls gepromoot met de stelling dat de studie van teksten het logisch denkvermogen kon stimuleren. Dit wordt gesteund door een recent verslag in het vakblad Developmental Psychology. Israëlisch onderzoek wees uit dat ultra-orthodoxe Joodse scholen, die hun leerlingen overladen met de studie van bijbelse teksten, mensen afleveren die beter geometrische problemen oplossen dan scholieren uit meer technisch gerichte scholen. Dit resultaat zou het gevolg zijn van de verplichting om teksten vanuit verschillende invalshoeken te analyseren, om onafhankelijk tot conclusies te komen, en om goed afgelijnde technieken te ontwikkelen waarmee problemen oplosbaar worden. Met deze methoden konden later ook problemen uit totaal andere disciplines dan de bijbelstudie worden aangepakt. In klassieke technische scholen leren de studenten hoe ze snel eenvoudige wiskundige problemen kunnen oplossen, zonder dat ze verplicht worden de diepere logica van een vraagstelling te exploreren. Twaalfjarige orthodoxe scholieren scoorden op alle vlakken beter dan hun minder religieuze leeftijdsgenoten. Zestienjarigen konden alleen geklopt worden door scholieren die extra cursussen wiskunde volgden. Japanse scholen staan ook langer stil bij de oplossing van enkele zware problemen, terwijl kinderen in het Westen een brede waaier aan eenvoudige vraagstukken voorgeschoteld krijgen. Dat verschil ligt aan de basis van de JapanDirk Draulans se superioriteit in wiskunde.
Knack
De mensen krijgen al lang méér dan ze gevraagd hebben. Hun droom is vervuld. Hun materiële droom. Links heeft voor hun welvaart gevochten, maar heeft hen niet gelukkig gemaakt, omdat men de culturele waarden uit het oog verloor. Het échte failliet van links is, dat het de schoonheid heeft vergeten. En het helen van de pijn van de menselijke eenzaamheid. Mikis Theodorakis
Panorama van de Griekse wereld Kaartoefening Zoek eens op waaraan de vermelde plaatsen hun bekendheid te danken hebben. Voeg eraan toe: - de stad Troje; - het Olympusgebergte; - de streeknamen Attica, Laconië, Arcadië, Messenië, Epirus, Thessalië, Macedonië, Lydië, Phrygië, Carië, Lycië, Ionië. Op deze kaart ontbreken Zuid-Italië en Sicilië. Wat was in ‘Magna Graecia’ de belangrijkste stad?
Dodo a
Pella
Stagira
A dera
Les os
Perga u
Teos
S yr a Sa os
. Ephese
Hierapolis
Milete
Hali ar assus Elis Kos
Delphi Oly pia
A orgos
Megalopolis Chaero ea
Sparta
Kori the
The e
Athe e
K ossos
Paros
Tijdslijn Griekenland en Rome
.
De territoriale e oluie a het oder e Hellas ordt trefzeker sa e ge at op deze postzegel uit 9 , ter gelege heid a jaar o aha kelijkheid.
Io iërs
M kee se ultuur
A haeërs
Duistere Eeu e
Ma edo ië A ipater S rië Seleu us
Griekenland
Klei -Aziais he stede aa Perzië s hatpli hig Perzis he —> Oorloge
Xer es
Arta er es
Darius II
Arta er es II
Pelopo esis he Oorloge
Arta er es III
o derli ge t iste
Ais h-Delis he )ee o d Athe e o.l. . Peri les
De osthe es
A a i e es A a i a der
Herodotus P thagoras
Thu dides Hera litus
Xe opho
Par e ides Protagoras De o ritus
2. Van wanneer tot wanneer loopt volgens het schema de Hellenistische periode? Weet je welke van de drie Hellenistische rijken het langst standgehouden heeft?
So rates Plato
Aristoteles
Darius III
8: Chaero ea Grieke la d o.l. . Philippus a Ma edo ië 6: o.l. . Ale a der
Tijdslijn Griekenland en Perzië
C rus Ca - Darius I ero ert ses Ass rië ero ert Ba lo iëL Eg pte dië
Thales
Klassiek Helle is e 6
Kolo isaie
8
Doriërs
Perzië
1. Kun je de naam Demosthenes en de naam Aristoteles zomaar van plaats verwisselen? Of de naam Herodotus en de naam Protagoras? Waarom wel of niet?
.
Hieronder tien Griekse postzegels uit 1937 met de Griekse geschiedenis als thema. Heb je enig idee wat ze voorstellen? 1
2
1.
3
5
4
6
7
8
1. 9
10
Griekse literatuur: een overzicht. Traditioneel start een overzicht van de Griekse literatuur met de dichter Homerus (8e eeuw voor Christus). Natuurlijk waren zijn werken geen ‘creatio ex nihilo’: tegenwoordig wordt algemeen aanvaard dat hij een hoogtepunt vormde van een lange orale traditie. In feite zou een literair overzicht dus lang vóór Homerus moeten beginnen. Maar omdat over die orale traditie weinig geweten is, houden we het in dit overzicht toch bij de traditionele start, bij Homerus dus. Anderzijds is er het probleem van het eindpunt van onze tijdslijn. Net zo min als de Griekse taal ophield te bestaan na de Oudheid, stopte de Griekse literatuur. Het zou een hoofdstuk op zich vragen om een overzicht te geven van de Griekse auteurs uit de 6e tot de 15e eeuw. En natuurlijk wordt tot op heden nog in het Grieks literatuur geschreven. Maar om niet nodeloos uit te breiden, zullen we in dit handboek slechts zijdelings verwijzen naar niet-antieke teksten. Samengevat: dit overzicht loopt van 800 voor tot 500 na Christus. Geografische namen met een * verwijzen naar de kaart op bladzijde 1.1.
.
DE EPISCHE TIJD (8e-7e eeuw) Tijdsbeeld: in deze periode leeft Griekenland weer op na de zogenaamde ‘dark ages’. De kolonisatie is in volle gang en de economie bloeit weer op. Het is de tijd van de rapsoden, de rondtrekkende zangers, die hun ellenlange epen (= gedichten over helden en goden) reciteerden in paleizen en bij rijke mensen. Over de auteurs in deze tijd is weinig persoonlijks geweten. Namen:
- Homerus: Ionische auteur van Ilias (gedicht over Ilion of Troje) en Odyssee (gedicht over de held Odysseus). Er is geen volledige zekerheid over zijn auteurschap (en zelfs over zijn leven). - Hesiodus: Boeotische landeigenaar. Auteur van Werken en dagen (raad aan boeren) en Theogonie (stamboom der goden).
DE LYRISCHE TIJD (650-450) Tijdsbeeld: Vanaf 700 veranderde het politieke beeld in Hellas: het koningschap moest plaats maken voor de democratie. Het individu komt meer op de voorgrond, wat ook in de literatuur merkbaar is: epische poëzie wordt ingeruild voor ‘lyrische’ poëzie, waarin een ‘ik’ aan het woord is. Dit is tevens de tijd van de eerste ‘filosofen’. Namen: - elegische dichters Tyrtaeus van Sparta*: strijdliederen Mimnermus van Smyrna*: weemoedige bespiegelingen Solon van Athene*: politieke propaganda en wijsheidsliteratuur - iambische dichters: zij droegen persoonlijke gedichten voor over alledaagse zaken Archilochus van Paros* Semonides van Amorgus* Hipponax van Ephese* - lierdichters: zij zongen solo of in koor gelegenheidsliederen Alcaeus van Lesbos* Sappho van Lesbos* Anacreon van Teos* Pindarus van Thebe* - de fabeldichter Aesopus (zie Thalassa 2) - natuurfilosofen: zij zochten naar de oorsprong van de natuur Thales, Anaximander en Anaximenes van Milete*
.
DE KLASSIEKE TIJD (500 tot 330) Tijdsbeeld: Dit is de bekendste periode van de Griekse geschiedenis en van de Griekse literatuur, zelfs in die mate dat velen geneigd zijn andere periodes te verwaarlozen. Het is de tijd van de πo ε ς, met alle voor- en nadelen die daarbij hoorden: de (relatieve) democratie en vrijheid van meningsuiting, maar ook de verdeeldheid binnen Hellas. Na een bloeiperiode ten gevolge van de succesvolle Perzische Oorlogen volgt een steeds grotere crisis, met als dieptepunt de Peloponnesische Oorlogen. De teksten van de diverse auteurs weerspiegelen vaak het enthousiasme of het scepticisme van de respectieve periodes. Athene wordt hét centrum van het culturele leven. Namen:
.
- tragedieschrijvers (zie Thalassa 2): Aeschylus, Sophocles en Euripides van Athene* - komedieschrijvers (zie Thalassa 2): Aristophanes van Athene* Menander van Athene* - geschiedschrijvers: Herodotus van Halicarnassus* (zie verderop in deze Thalassa 3) Thucydides van Athene* (455-396): adellijke strateeg. Op basis van directe getuigenissen beschrijft hij de Peloponnesische Oorlogen. Hij schrijft opvallend objectief en accuraat. Xenophon van Athene* (zie verderop in Thalassa 3) - filosofen: Zeno en Parmenides van Elea* (zie Thalassa 1) Democritus van Abdera* (460-370): vader van de atomenleer Pythagoras van Croton* (zie Thalassa 1) sofisten, o.a. Protagoras van Abdera* en Gorgias van Leontini: zij relativeerden elke opinie door debat Plato van Athene* (429-347): bekendste leerling van Socrates en auteur van vele dialogen, waarin hij eigen inzichten met die van zijn leraar vermengt. Rabiaat anti-sofist en verdediger van absolute waarden. Aristoteles van Stagira* (384-322): leerling van Plato, maar ook zelfstandig denker. Schreef over kennisleer, ethiek, kunst en logica. - wetenschap: de geneesheer Hippocrates van Kos* (zie Thalassa 2) - de retoren: deze sprekers bepaalden mee de politieke ontwikkelingen van hun tijd, vooral in Athene Lysias van Syracuse* (445-380): vooral juridisch actief Isocrates van Athene* (436-338): vooral lofredenaar Demosthenes van Athene* (384-322): politiek spreker, wellicht de grootste in zijn genre
DE HELLENISTISCHE TIJD (320-50 voor Christus) Tijdsbeeld: Alexander de Grote, zoon van Philippus van Macedonië, legt de grondvesten voor een Grieks wereldrijk, dat na zijn dood in drie Helleense staten wordt opgesplitst. De grootste culturele centra van die tijd waren steden als Alexandrië en Pergamum. Typisch voor het literaire leven van deze tijd is de gekunsteldheid, de effectjagerij en het geleerde. Steeds nadrukkelijker worden korte werken geschreven (onder het motto ε α ov, ε α α ov) en steeds duidelijker raken de diverse literaire genres gedefinieerd. Van de massa werken uit deze tijd is procentueel bijzonder weinig bewaard. Namen: - poëzie:
Theocritus van Syracuse (?)* (305-250): auteur van bucolische gedichten en epyllia (=kleine epen) Callimachus van Cyrene* (305-240): auteur van epyllia en hymnen Apollonius van Rhodos* (295-235): auteur van het Argonautica-epos - wetenschappers (zie Thalassa 1): Eratosthenes van Cyrene (in Noord-Afrika) Euclides van Alexandrië Hero van Alexandrië - filosofen: de cynici (zie Thalassa 2) de epicuristen: Epicurus van Samos* (341-271) hechtte veel belang aan het zintuiglijke en noemde genot het hoogste goed. de stoïcijnen: Zeno van Citium (op Cyprus) (335-263) doceerde in de ‘Bonte Stoa’ in Athene en leerde dat deugd, op basis van kennis, tot onverstoorbaar en dus gelukkig leven leidt. - geschiedschrijving: Polybius van Megalopolis* (201-120) beschreef de geschiedenis van Rome in 3e en 2e eeuw
.
DE ROMEINSE TIJD (50 voor - 400 na Christus) Tijdsbeeld: In deze periode komen steeds meer invloeden de Griekse literatuur bepalen. Door de centrale positie van Griekenland in het Romeinse rijk wordt het een draaischijf van culturele prestaties. Dat blijkt o.a. uit de invoer van mystieke visies en oververfijnde kunstvormen uit het Oosten, maar ook uit de uitvoer van Griekse opinies en teksten naar Rome zelf. In de 2e eeuw komt als reactie op de vreemde invloeden een Attisch purisme op. Daarna wint het o vη-Grieks definitief veld in de dan overwegend christelijke literatuur. Namen:
.
- geschiedschrijving: Flavius Josephus (37-100): joods auteur, die tijdens zijn verblijf in Rome in het Grieks over de joodse oorlogen schreef. Plutarchus van Chaeronea*(46 -120): schreef heel wat moraliserende werken maar vooral zijn Parallele levens (telkens over één Romein en één Griek) zijn bekend. Arrianus van Nicomedia* (95 -175): auteur van de Anabasis, een verslag over de tochten van Alexander Pausanias (120-?): schreef een ‘reisgids’ over Griekenland. - filosofie: Epictetus van Hiërapolis (50 -130): stoïcijns auteur van diatriben (‘aansporingen’) Marcus Aurelius (121-180): stoïcijnse keizer-filosoof neo-platonici: Plotinus en Porphyrius Lucianus van Samosata (aan de Eufraat) (120-180): sofistisch redenaar. Auteur van humoristische, sceptische dialogen. - romans: Longus van Lesbos* (3e eeuw): auteur van de romantische herdersroman Daphnis en Chloë (zie verderop!) - wetenschap: Galenus van Pergamum* (130-200): medisch auteur Claudius Ptolemaeus (100-178): geograaf en wiskundige - christelijke literatuur: deze omvat onder andere de geschriften van het Nieuwe Testament (naast vele apocriefe teksten), apostolische en apologetische teksten, maar ook talrijke monniksliteratuur en hagiografieën. We vermelden enkel de belangrijkste Grieks-schrijvende auteurs: Clemens van Alexandrië (150-215): bekeerder van heidenen Origenes van Alexandrië (185-255): veelschrijver Eusebius van Caesarea1 (263-339): apologeet en theoloog Gregorius van Nazianze1 (330-390): redevoeringen Johannes Chrysostomus uit Antiochië (347-407): preken (1= uit Cappadocië in Turkije)
Duizend jaar geen Grieks ... Eerst Laijn, dan Grieks Hoe zou het ko e dat je pas Grieks egi t te lere als je al ee of eer jare Laij gehad he t? Dat is o eral ter ereld zo, ehal e i Grieke la d. Waaro zou het eige lijk iet o gekeerd ku e : eerst Grieks e da Laij ? E aaro zoude de Griekse aa alle e erkoordsijde alijd orde aa geduid et Laij se ter e ? Het a t oord op deze rage heet te ake et de ges hiede is a de studie a het Grieks i de esterse ereld. Die is a ders erlope da de ges hiede is a de studie a het Laij . Laij leer je a ee leraar of lerares die Laij geleerd heet a iea d die Laij geleerd heet a ie a d die Laij geleerd heet a … e zo oort, e zo oort – de lij loopt zo der o derreki g door tot i de Oudheid. Bij het Grieks is dit iet zo. Daar ka het spoor orde terugge olgd tot i de ijtie de eeu , aar da loopt het dood. Daar óór ligt ee periode a ru eg duize d jaar aari de ke is a het Grieks i WestEuropa geheel of rij el geheel erd ee is ge eest.
Duizend jaar geen Grieks I de ierde eeu raakte het reusa hige Ro ei se rijk i er al. I erd het i t ee dele gesplitst: ee estelijk deel et Milaa als e tru , e ee oostelijk deel et als hoofdstad Co sta i opel. Deze t eedeli g heet ijgedrage tot ee s heidi g tusse de Laij se e de Griekse ultuur. I het ooste erd het
Grieks steeds eer de e ige oertaal, i het este het Laij . Toe i de laatste West-Ro ei se keizer erd afgezet, erd de kloof tusse de t ee ulture og groter. De ke is a het Grieks erd ij t i West-Europa rij el geheel. Als kopiiste ij het o ers hrij e a Laij se ha ds hrite Griekse itate tege koe , slaa ze die ee oudig o er. )e ero ts huldige zi h daar oor so s et de op erki g Grae u est, o legitur Dit is Grieks, o lees aar . I het OostRo ei se Rijk leef de Griekse ultuur oort estaa . Vele ete s happelijke e godsdie sige erke zij i die ijd uit het Grieks i het Laij ertaald, e later ook i het S ris h, He reeu s e Kopis h de taal a Eg pte . I de ze e de e a htste eeu esigde de Ara iere ee isla iis h ereldrijk dat zi h a I dia tot Spa je uitstrekte. )ij zij het ge eest die de erfe is a de Grieke oor de o derga g he e ehoed. Voor literaire erke hadde zij ei ig i teresse; hu ela gstelli g gi g ooral uit aar ilosois he, edis he, isku dige, astro o is he e iologis he ke is. )o erd ij oor eeld het edis he erk a Galeus ertaald door I Si a , ee Perzis he arts ie s aa i het Weste eke d erd als A i e a. De i Cordo a ge ore ilosoof I Ros hd estudeerde de ges hrite a Aristoteles. )ij o e tare aakte ook i de hristelijke ereld opga g, aar e zij Ara is he aa er asterde tot A erroës. .
.
Michael Scotus vertaalt Aristoteles. O der de iologis he erke a Aristoteles .C. is ee oek aar a de itel eestal i het Laij ordt ge iteerd: De pari us a i aliu , O er de li haa sdele a diere . Hij o derzoekt daari elk er a d er estaat tusse de karakterisieke eige s happe a elk dier e de ou a zij li haa . Het ges hrit ligt aa de oorspro g a oder e ete s happe als erfelijkheidsleer e ethologie de studie a diergedrag . O der de duize de aar e i ge die Aristoteles i dit oek heet es hre e , is er ook ee o er de relaie e groote a het hart a so ige diere . Hij ee de dat diere die als a g of laf of ge iepig gelde dik ijls op alle d grote harte he e . Volge s de huidige Aristotelesspe ialiste heet hij dit als olgt gefor uleerd:
.
α α α ἔχου α ώ , ἔ αφο , ῦ , ὕα α, ο , π α , α ῆ, α ἆ α χ π ΄ α φα ῶ ἤ φ ο α οῦ α. I ertali g: Grote harte he e de haas, het hert, de uis, de h e a, de ezel, de luipaard, de arter, e ij a alle diere die of el duidelijk laf zij of k aadaardig door rees. Vijtie ho derd jaar a Aristoteles, o streeks , erkte er op Si ilië ee geleerde, Mi hael S otus, die zi h tot taak had gesteld, het iologis he erk a Aristoteles toega kelijk te ake oor de esterse ete s hap. Er as raag aar, a t zij opdra htge er, keizer Frederik II, die zelf ee oek had ges hre e o er de alke ja ht, as he ig geï teresseerd i iologis he raagstukke . Maar Griekse ha ds hrite a Aristoteles had e iet, e Mi hael S otus ke de o e die gee Grieks. Wat hij l ke de, as Ara-
is h. Si ilië as i deze periode a elijk ee ge ied aar, et zoals i Spa je e i de Kruis aardersstate i het Heilige La d het ge al as, de hristelijke e de isla iis he es ha i g et elkaar i o ta t k a e . De Ara iere ezate al si ds de ege de eeu ee ertali g a het iologis he erk a Aristoteles. Mi hael S otus ist ee ha ds hrit a deze ertali g te e a hige , e ego deze i het Laij o er te re ge . toe hij tot de zojuist ge iteerde passage as geko e , las hij het olge de:
Volge s oder e Ara iste staat hier: Grote harte e i de zi h i haze , herte , uize , h e a s, ezels, ezels, e a dere diere die duidelijk a g zij e die tot vrees i staat zij . De eteke is a de ursief gedrukte oorde is o duidelijk; Mi hael S otus heet ze daaro , zoals hij el aker deed, i zij Laij se ertali g eggelate . Pro le e had hij ook et het oord a ezels . I het Ara is h sto d hier i ’irs, ezel , ee oord dat hij lijk aar iet ke de. Het egi ee de hij te egrijpe : i eteke t zoo . )ou de zoo a irs edoeld zij , ie of at irs da ook o ht eze ? Iets eters ist hij iet te ede ke , e daaro s hreef hij: corda autem magna sunt in leporibus et cervis et asinis et muribus et filio hirz, et in animalibus in quibus manifestat timor grote harte zij i haze , herte , ezels, uize e de zoo a hirz, e i diere aari rees aa de dag treedt … Ee latere afs hrij er heet ge ee d dat
er et ilio hirz ee ij uitstek a g eze edoeld oest zij , e dat hij daaro deze oorde eilig ko er a ge door… fe i a rou . Dit klei e oor eeld illustreert fa et a het oeiza e egi a ee o t ikkeli g die oor de esterse es ha i g a au elijks te o ers hate eteke is is ge eest: de hero tdekki g a de Griekse ete s hap, de Griekse ilosoie, e te slote ook de Griekse literatuur, i de eeu e tusse e . De herontdekking van het Grieks De hero tdekte Griekse s hrij ers re ge ee i grijpe de er ieu i g a de iddeleeu se theologie e atuur ete s happe te eeg. Aa de u i ersiteite i de felle de ate plaats tusse erdedigers e estrijders a de ieu e i zi hte . Ee eeu a Mi hael S otus ee t de Italiaa se di hter Petrar a , ee a de grootste lai iste a zij ijd, lesse i het Grieks ij ee Griekse o ik, Barlaä , die hij had o t oet aa het pauselijk hof te A ig o . )o der eel su es o erige s: tot zij erdriet is Petrar a er ooit i geslaagd het Ho erus-ha ds hrit te leze dat ee B za ij s diplo aat he had ges ho ke . Nog eer ee eeu later is het ei delijk afgelope et het trotse Oost-Ro ei se Rijk. I alt B za iu i ha de a de Turke . Tie talle Griekse geleerde e e de ijk aar Italië, et ede ei g a hu kost aarse ezit: ha ds hrite a Griekse s hrij ers. E hu er, de latere kardi aal Bessario , s he kt zij i liotheek a dele aa de stad Ve eië. Vol geestdrit egi e de Italiaa se hu a iste Grieks te lere . Lerare are er u ge oeg. Er ers hije gra ai a s, aari het Grieks aar het odel a het Laij ordt es hree . Va e oorde de Alpe reize talrijke hu a iste aar Italië. Eras us is
a he . Aldus Ma uius, ee Ve eiaa se drukker, ko t op het rilja te idee klassieke tekste als po kets uit te ge e . Va tot ers hij t er elke aa d ee ieu deel, i ee oplage a e e plare . Aldus uitga e zij edoeld oor de o os e i e dileta i, de ij proeers e de liehe ers, die zi h oeite ille getrooste o de oude s hrij ers i de oorspro kelijke taal te ku e leze . Wie i o ze ijd op s hool zit e Grieks i zij ei de a e pakket kiest, ag zi h et gepaste es heide heid es hou e als ee erre azaat a deze zesie de-eeu se liehe ers.
. © uitge erij Bulk oek, A sterda
DE ZEVEN WIJZEN De Zeven Wijzen (οἱ ἑπτά σοφοί) is de naam van een losse groep historische Grieken, die om hun uitnemende wijsheid bekend stonden. Het waren mannen die, op één uitzondering (Thales) na, nog wel geen echte wetenschappers of filosofen waren, maar die om hun goede raad en praktische levenswijsheid in aanzien stonden onder hun medeburgers. Hun bondige uitspraken, vergelijkbaar met die van het oudtestamentische boek Spreuken, werden gebruikt om burgers, en in het bijzonder kinderen, op te voeden. Hun morele adviezen gaven hen een status als orakels. In latere tijden ontstond zelfs het verhaal dat de Zeven Wijzen, in een competitie om een drievoet, hun grootste wijsheid moesten graveren op de tempel van Apollo in Delphi. Hun moreel gezag was vanaf toen onaantastbaar, tot in de middeleeuwen toe. Dat ze precies met zeven zijn, heeft veel te maken met de symbolische betekenis van dat getal. Denk maar aan de Zeven Heuvels van Rome, de Zeven Wereldwonderen, de Zeven tegen Thebe of de Zeven Zonen van de god Helios. Plato is de eerste die een lijstje van de zeven wijste mannen van Hellas opstelde. In zijn dialoog Protagoras (over de vraag of men de deugdzaamheid kan aanleren) noemt hij als Zeven Wijzen: Cleobulus, Solon, Chilo, Thales, Pittacus, Bias en Periandrus. Maar 50 jaar na Plato is er al een vervanging op de lijst: Periandrus, een tiran uit Korinthe, is door de radicaal democratische beweging in zijn stad uit het zevental gezet en vervangen door Myso. Die zevende naam vinden we dan ook in de reeks van Demetrius van Phalerum. Vanaf dat moment is het hek helemaal van de dam. Auteurs als Hermippus en Sotio gaan steeds meer vervangingen doorvoeren in de lijst, vaak uit politieke motieven of uit persoonlijke voorkeur. Vandaar dat Diogenes Laërtius (einde 3e eeuw na Christus) het nodig vindt een overzicht te geven van alle genoemde namen, waarbij hij in totaal...tweeëntwintig wijzen vermeldt! Daarvan zijn Thales, Pittacus, Bias en Solon, met de woorden van de auteur Luciano de Crescenzo, de ‘vaste kernspelers’, terwijl voor de drie andere plekken geput wordt uit een ‘reservebank’ met 18 namen. Hieronder volgen de zeven voornaamste, met daaronder telkens een paar aforismen.
2.1
1. Thales (Θάλης) Dit was de eerste natuurfilosoof uit Milete (640-550). Hij was een bereisd man, een wiskundige (denk aan zijn stelling!) en astronoom. Hij was de eerste geocentrist en dacht dat water de oerstof van alles was. Hij zou zijn reputatie van
wijze gevestigd hebben door een zonsverduistering te voorspellen en door de hoogte van de piramiden precies te berekenen. Bekend is de anekdote hoe hij een ezel van ‘vallende ziekte’ genas. Advies: ‘Denk aan je vrienden’. - Κακὰ ἐν οἴκῳ κρύπτε. - Γνῶθι σαυτόν. - Φθονοῦ μᾶλλον ἢ οἰκτίρου. φθονεῖν = benijden
2.2
οἰκτίρειν = beklagen, medelijden hebben
In beide gevallen een passieve imperatief!
- Μέτρῳ χρῶ. τὸ μέτρον, ου = de maat
2. Solon (Σόλων) De bekende Atheense politicus (7e en 6e eeuw). Hij deelde de burgers van zijn stad in op basis van hun eigendom en organiseerde de Βουλή en de ̓Εκκκλσσία. Hij was ook dichter. Advies: ‘Als je weet, zwijg je’. - Μσδὲν ἄγαν. ἄγαν (bijwoord) = te (veel)
- Μὴ ψεύδου. - Φίλους μὴ ταχὺ κτῶ, οὓς δʹ ἂν κτήσῂ μὴ ἀποδοκίμαζε. ἀποδοκιμάζειν = afdanken, verstoten
- Ἄρχε πρῶτον μαθὼν ἄρχεσθαι.
3. Periandrus (Περίανδρος) Korintische tiran (6e eeuw). Machtig politicus, organisator van de Istmische Spelen en vaak bemiddelaar in conflicten tussen steden. Advies: ‘De lusten zijn sterfelijk, de deugden onsterfelijk’. - Λόγων ἀπορρήτων ἐκφορὰν μὴ ποιοῦ. ἀπόρρστος, ος, ον = verboden, geheim ἡ ἐκφορά, ας = de publicatie, het verklikken
- Μὴ μόνον τοὺς ἁμαρτάνοντας, ἀλλὰ καὶ τοὺς μέλλοντας κόλαζε. (DL 1.98) κολάζειν = bestraffen
4. Cleobulus (Κλεόβουλος) Tiran van Lindus op Rhodos. Advies: ‘Doe niets met geweld’. - Μέτρον ἄριστον. - Φιλήκοον εἶναι μᾶλλον ἢ φιλόλαλον. φιλ-σκοος, ος, ον: leid zelf de betekenis af op grond van de samenstelling. φιλο=λαλος, ος, ον: leid zelf af.
- Γυναικὶ μὴ φιλοφρονεῖσθαι, μσδὲ μάχεσθαι, ἀλλοτρίων παρόντων. φιλοφρονεῖσθαι = vriendelijk behandelen, liefkozen ἀλλότριος, α, ον = ander, vreemd
- Γαμεῖν ἐκ τῶν ὁμοίων· ἐὰν γὰρ ἐκ τῶν κρειττόνων λάβῃς, δεσπότας κτήσῃ τοὺς συγγενεῖς.
συγγενεῖς = de verwanten, de aangetrouwden
- Εκὐτυχῶν μὴ ἴσθι ὑπερήφανος· ἀπορήσας μὴ ταπεινοῦ. ὑπερήφανος, σ, ον = hoogmoedig
ταπεινοῦσθαι = neerslachtig worden
- Τὰς μεταβολὰς τῆς τύχσς γενναίως ἐπίστασο φέρειν. ἡ μεταβολή, σς = de verandering γενναῖος, α, ον = flink
5. Chilo (Χείλων) Spartaanse efoor (6e eeuw), een belangrijk man in zijn stad.
Advies: ‘Met een steen toetst men goud, met goud toetst men mensen’. - Μὴ ἀπειλεῖν μσδενί· γυναικῶδες γάρ. ἀπειλεῖν + dat. = bedreigen
γυναικώδσς, σς, ες = vrouwelijk; onmannelijk
μὴ ... μσδενί: die dubbele negatie is voor ons taalgevoel overbodig.
- Ταχύτερον ἐπὶ τὰς ἀτυχίας τῶν φίλων ἢ ἐπὶ τὰς εὐτυχίας πορεύεσθαι. ἀ-τυχία, εὐ-τυχία: leid zelf de betekenis af.
2.3
- Τὴν γλῶτταν μὴ προτρέχειν τοῦ νοῦ. ἡ γλῶττα, σς: leid zelf de betekenis af als je het Nederlandse woord ‘polyglot’ kent. προ-τρέχειν: leid zelf de betekenis af.
- Θυμοῦ κρατεῖν. ὁ θυμός = (hier) de woede
- Λέγοντα μὴ κινεῖν τὴν χεῖρα· μανικὸν γάρ. κινεῖν: leid zelf de betekenis af als je het Nederlandse woord ‘kinesist’ kent. μανικός, σ, ον: krankzinnig; onzinnig
6. Bias (Βίας) Rechter en politicus uit Priëne (7e eeuw). Verwierf zich in zijn stad legendarische roem doordat hij met sluwe voorstellen vrede bewerkte in een oud conflict met Samos en door zijn listen tijdens een Lydisch beleg. Advies: ‘Zeg wat passend is’. - Πείσας λαβὲ, μὴ βιασάμενος. - Βραδέως ἐγχείρει· ὃ δʹ ἂν ἄρξῃ διαβεβαιοῦ. ἐγχείρειν: aanpakken, ondernemen διαβεβαιοῦσθαι: krachtdadig afhandelen
2.4 7. Pittacus (Πίττακος) Politiek rechter uit Mytilene (7e eeuw). Na zijn tussenkomst in een burgeroorlog kon zijn reputatie van wijze niet meer stuk. Advies: ‘Zeg geen kwaad van uw vrienden en geen goed van uw vijanden’. - Καιρὸν γνῶθι. - Ὃ μέλλεις πράττειν, μὴ πρόλεγε· ἀποτυχῶν γὰρ γελασθήσῃ. προ-λέγειν, ἀπο-τυχεῖν: leid zelf de betekenis af.
- ̓Αννέχου ὑπὸ τῶν πλσσίων μικρὰ ἐλαττούμενος. ὁ πλσσίος = de medemens, de naaste ἐλαττοῦν: leid zelf de betekenis af.
μικρά (bijwoord) = een beetje
papyrus, papyri, papyrologen
3.1
Boven-Egypte in de Hellenistische en Romeinse tijd. Markeer op deze kaart: Alexandrië, de Fayoem, Oxyrhynchus, Philadelphia. Deze plaatsnamen zul je op de volgende bladzijden nog ontmoeten!
Uit BOWMAN, A. (1996²). Egypt After the Pharaohs. London: British Museum Press.
Wie in de Oudheid een geschreven boodschap wilde nalaten, had een ruime keuze aan materiaal dat hij daarvoor kon gebruiken. Men kon letters kerven op een wastafeltje of op een kleitablet. Soms kraste men op een potscherf een korte mededeling. In steen kon men letters beitelen, op houten plankjes werd geschilderd en in loden plaatjes gekrast. Elk van deze schriftdragers had zijn nadeel: sommige waren erg duur, zoals steen, andere erg klein, zoals potscherven en loden plaatjes. Toch bestond er ook een materiaal dat én goedkoop én duurzaam én op de gewenste maat kon worden gemaakt: iets als ons papier dus. Ons woordje papier is er trouwens van afgeleid, hoewel het er verder als product slechts weinig overeenkomst mee heeft. We hebben het over de papyri, gemaakt uit de papyrusplant. Tot de derde eeuw na Christus was papyrus het schrijfmateriaal bij uitstek.
Papyrus
3.2
De papyrusplant komt bijna uitsluitend voor in Egypte langs de oevers van de Nijl. Het gaat om een rietplant, te vergelijken met de bamboe uit het Verre Oosten. Het merg kon men eten. Uit het riet vlocht men touwen of maakte men schoeisel, manden en tassen. Verder gebruikte men de plant om daken of boten te maken. De wortels dienden als brandstof, de pluimen voor de versiering. Maar bovenal leverde de Cyperus papyrus de grondstof voor de fabricage van schrijfmateriaal.
Van papyrusplant tot papyrusblad Wanneer men precies de papyrusplant begon te gebruiken voor de productie van schrijfmateriaal, is niet bekend. De oudste ons bekende rol is afkomstig uit een graf van ca. 3000 voor Christus. Deze onbeschreven papyrusrol werd aan de dode meegegeven om in het hiernamaals te gebruiken. Wellicht was het maken van papyrusrollen, net zoals het schrijven zelf, een privilege van de priesterkaste uit Egypte. Met de tijd werd het een echte industrie. In talrijke ateliers werkten vaklui om te voldoen aan de vraag van het hele Middellandse-Zeegebied. Papyrus werd een belangrijk exportproduct van Egypte. Het vervaardigen van een papyrusblad was vrij eenvoudig. Men ontdeed de stengel van de bast en sneed het merg in repen, die horizontaal en verticaal over elkaar werden gelegd. Het merg bevatte voldoende sap om de repen aan elkaar te kleven als men ze bewerkte met een platte hamer.
De zo verkregen bladen hechtte men aaneen tot een lange rol; pas later voegde men ze wel eens samen tot een codex. Op de voorzijde of rectozijde liepen de nerven horizontaal. Op de achterzijde of versozijde liepen ze verticaal. De kwaliteit van het schrijfmateriaal werd verder bepaald door de wijze waarop het oppervlak gepolijst was. Hoe gladder, hoe comfortabeler om te beschrijven, maar ook hoe duurder, want gladstrijken vroeg tijd en arbeid.
Papyrologie en papyrologen De papyri vormen een belangrijke historische bron voor onze kennis van de Oudheid. Ze geven inlichtingen over allerlei domeinen van het leven waar de literaire bronnen over zwijgen: boodschappenlijstjes, contracten, rekeningen, schoolschriftjes, particuliere en ambtelijke brieven, kwitanties, geboorteaangiften, archiefstukken, attesten, fragmenten van literaire en godsdienstige geschriften. Heel dikwijls waren ze geschreven door gewone mensen die niet zoveel onderricht hadden genoten. Zo komen er nogal wat grammaticale fouten in voor die de lectuur bemoeilijken. Bovendien zijn ze wegens de broosheid van het materiaal dikwijls heel gehavend tot ons gekomen. Daarom is het bestuderen van papyri echt een specialistenwerk. De papyroloog houdt zich bezig met die studie, en zijn discipline noemen we de papyrologie.
Divers van inhoud, geografisch beperkt Zo verschillend en rijk als de onderwerpen zijn waarover de papyri spreken, zo beperkt is het gebied waar we ze terugvinden. Papyrus is immers een organisch materiaal en dus sterk onderhevig aan vochtigheid en lucht. Hoewel het om het meest gebruikte en verspreide materiaal van de schrijfcultuur van de Oudheid gaat, is de enige vindplaats, ironisch genoeg, ook de plaats van herkomst. Alleen in het droge woestijnzand, zonder contact met de lucht konden papyri bewaard blijven. Graven en vuilnisbelten aan de rand van vroegere steden en dorpen zijn de plaatsen bij uitstek waar papyri aan het licht komen. Eén van de merkwaardigste vondsten werd gedaan door Engelse geleerden. Zij onderzochten een begraafplaats van krokodillen. Niets bijzonders als je weet dat de krokodil in Egypte, net zoals de kat en de ibis, een heilig dier was en daarom met passende eerbied begraven werd. Een van de arbeiders die erg teleurgesteld was dat zijn zwoegen in het woestijnzand slechts enkele krokodillenkadavers opleverde, slingerde een beest uit het graf. Het beest barstte en bleek volgepropt te zitten met beschreven papyrusrollen. Men had de ingewanden verwijderd en de buik opgevuld met administratieve paperassen. Het krokodillenkerkhof bleek een schat aan informatie te bevatten over het bestuur in hellenistisch Egypte.
3.3
De taal van de papyri Sinds de verovering van Egypte door Alexander was het Grieks er de administratieve taal. De taal van de meeste papyri is dan ook het koinè-Grieks. Je zou het een algemeen beschaafd Grieks kunnen noemen. Die taal leunde sterk aan bij het Atheense dialect. In deze taal werden de evangelies geschreven. Later ontstond het Nieuwgrieks eruit. Dank zij de papyri kunnen we de taalevolutie van het Grieks op de voet volgen. Ook toen Egypte een Romeinse provincie werd, hield het Grieks er stand als officiële taal. Vandaar dat er nauwelijks papyri bestaan in het Latijn.
Papyrus uit Oxyrhynchus met daarop een fragment uit het Bijbelse boek Job. (P.Oxy L 3522, bewaard in Oxford, Ashmolean Library— Gevonden via Oxyrhynchus online—http://www.csad.ox.ac.uk/POxy/papyri/tocframe.htm)
3.4
Een papyroloog aan het werk Papyrologen hebben het niet onder de markt: op de broze papyrusresten zijn alle woorden zonder spaties of leestekens aan elkaar geschreven, dikwijls in een moeilijk leesbaar handschrift vol afkortingen. De meeste papyri zijn bovendien beschadigd; niet zelden zijn ze door ‘gelukkige vinders’ uiteengescheurd — omdat je één fragment dan meerdere keren kunt verkopen — en zo in snippers op verschillende onderzoeksplaatsen terechtgekomen. Puzzelen en creatief gissen hoort dus bij de job. Computers leveren daarbij een belangrijke hulp. Via nauwkeurige beschrijving van de kenmerken van elk afzonderlijk fragmentje kan de computer overeenkomstige fragmenten aan elkaar linken. Bovendien is via internet een snellere uitwisseling van gegevens en afbeeldingen mogelijk. Een op die manier herstelde en ontcijferde tekst komt in een verzamelwerk, een corpus, terecht. Daarin maakt de papyroloog ook duidelijk waar hij zelf heeft ingegrepen om de tekst te herstellen. Daartoe is in september 1931 op het achttiende Internationaal Oriëntalistencongres te Leiden een systeem van codes voorgesteld dat sindsdien als het ‘Leidse systeem‘ bekend staat. Bij voorbeeld: (αβγ) [ ] [αβγ] of <αβγ> ạḅ .... [[αβγ]] {αβγ}
door de uitgever voluit geschreven afkorting verloren tekstgedeelte aanvulling van verloren tekstgedeelte onzeker gelezen letters onleesbare letters letters door de antieke schrijver geschrapt letters door de uitgever geschrapt tekstwijziging of –toevoeging door de uitgever
Op de bladzijde hierna vind je een indrukwekkend staaltje van wat papyrologie kan. Dit briefje is gedateerd op 4 november 255 v.C. Het is geschreven door een zekere Nikeratos en gericht aan Zenon, een zakenman uit het Egyptische Oxyrhynchus. Door een speling van het lot is het in stukjes uiteengevallen. Vier van die stukken zijn bewaard, maar dan wel verspreid over Firenze, Caïro en Londen. Papyrologen van de Leuvense universiteit zijn erin geslaagd deze stukjes op het spoor te komen en samen te voegen. Een vijfde snipper is nog steeds verloren. Misschien ligt hij ergens in een of ander archief, en heeft niemand hem belangrijk genoeg gevonden om te publiceren in een corpus. De puzzel ziet er als volgt uit:
3.5
Wanneer men deze vier fragmenten ontcijfert is deze Griekse tekst het resultaat. Let op het gebruik van de ‘Leidse’ symbolen:
3.6
Het ontbrekende fragmentje van 3cm breed maakt het zelfs voor specialisten zeer moeilijk om te interpreteren wat Nikeratos precies aan Zenon vraagt. Een wetenschappelijk verantwoorde vertaling is dus voorlopig onmogelijk. Interessant is ook dat dit fragmentje geschreven is met een penseel, niet met een ‘Griekse’ κάλαμος of rietpen. De schrijver is dus een Egyptische secretaris die gewoon is om Demotisch, het toentertijdse Egyptisch, te schrijven. Vandaar dat de schrijver ook heel wat fouten tegen het Grieks maakt. Zo verwart hij voortdurend de -ε- en de -η-. Kun je daar voorbeelden van terugvinden?
Voor wie er nog meer wil over weten verwijzen we naar: CLARYSSE, W. & VANDORPE, K. (1990). Zenon, een Grieks manager in de schaduw van de piramiden. Leuven: KUL.. HERMENEUS, tijdschrift voor antieke cultuur, jg.52 (1980), nr.4. SIZOO, A. (1985²), Herleefd verleden: schetsen uit het dagelijkse leven van 2000 jaar geleden. Kampen: uitg. Kok.
Brief van Hilarion aan Alis
P. Oxy. IV 744 Datum: 17 juni 1 v.C.
In Oxyrhynchus woonde het gezin van Hilarion: zijn vrouw Alis, zijn dochter Apollinarion, zijn moeder Berous. Hilarion zelf ging blijkbaar, samen met andere dorpsgenoten, werk zoeken in Alexandrië. Thuis ziet Alis, die opnieuw zwanger
is, uit naar bericht. Als een vrouw uit Oxyrhynchos, namelijk Aphrodisias, ook naar Alexandrië reist, geeft Alis haar een boodschap mee voor Hilarion: μή με ἐπιλάθῃς! Om zijn vrouw gerust te stellen schrijft Hilarion daarop de volgende brief:
̓Ιλαρίων Ἄλιτι τῆι ἀδελφῆι πλεῖστα χαίρειν καὶ Βεροῦτι τῇ κυρίᾳ μου καὶ ̓Απολλωναριν. Γίνωσκε ὡς ἔτι καὶ νῦν ἐν ̓Αλεξαν-
γίνωσκε = γίγνωσκε
δρε<ί>ᾳ <ἔ>σμεν· μὴ ἀγωνιᾷς ἐὰν ὅλως εἰσ-
ἀγωνιᾶν = zich angstig maken
πορεύονται, ἐγὼ ἐν ̓Αλεξανδρε<ί>ᾳ μένω. ̓Ερωτῶ σε καὶ παρακαλῶ σε· ἐπιμελή-
παρακαλεῖν = verzoeken
θ<ητ>ι τῷ παιδίῳ καὶ ἐὰν εὐθὺς ὀψώνι-
τὸ ὀψώνιον = loon
ον λάβωμεν ἀποστελῶ σε ἄνω. ̓Εὰν πολλαπολλῶν τέκῃς ἐὰν ἦν ἄρσε-
τίκτειν = baren
νον ἄφες, ἐὰν ἦν θήλεα ἔκβαλε.
ἄρσενος, η, ον = mannelijk
Εἴρηκας δὲ ̓Αφροδισιᾶτι ὅτι· μή με
θήλυς, εια, υ = vrouwelijk
ἐπιλάθῃς· πῶς δύναμαι σε ἐπι-
ἐπιλανθάνειν = vergeten
λάθειν; ̓Ερωτῶ σε οὖν ἵνα μὴ ἀγω-
νιάσῃς. (ἔτους) κθ´ Καίσαρος Παῦνι κγ´
Uit SIZOO, A. (1985²), Herleefd verleden: schetsen uit het dagelijkse leven van 2000 jaar geleden. Kampen: uitg. Kok.
3.7
Brief van Apion aan zijn vader Epimachos
Wilcken, Chrest. 480 (= B.G.U. II 423) e Datum: 2 eeuw n.C.
Apion, uit een dorpje in de Fayoem, heeft dienst genomen op de Romeinse vloot. Vanuit de Romeinse vlootbasis te Misenum (golf van Napels!) schrijft hij zijn vader een vriendelijk briefje.
3.8
̓Απίων ̓Επιμάχῳ τῶι πατρὶ καὶ κυρίῳ πλεῖστα χαίρειν. Πρὸ μὲν πάντων εὔχομαί σε ὑγιαίνειν καὶ διὰ παντὸς ὑγιαίνειν = gezond zijn διὰ παντός = voortdurend ἐρωμένον εὐτυχεῖν μετὰ τῆς ἀδελφῆς ἐρ(ρ)ωμένος,η,ον = gezond εὐτυχεῖν = geluk hebben μου καὶ τῆς θυγατρὸς αὐτῆς καὶ τοῦ ἀδελφοῦ μου. Εὐχαριστῶ τῷ κυρίῳ Σεράπιδι, εὐχαριστεῖν = dankbaar zijn ὅτι μου κινδυνεύσαντος εἰς θάλασσαν εἰς + acc. = (i.c.) ἐν + dat. ἔσωσε εὐθέως. Ὅτε εἰσῆλθον εἰς Μηεὐθέως = εὐθύς σηνους, ἔλαβα βιάτικον παρὰ Καίσαρος ἔλαβα = ἔλαβον βιάτικον = reisgeld χρυσοῦς τρεῖς καὶ καλῶς μοί ἐστιν. χρυσοῦς = aureus (175 drachmen) ̓Ερωτώ σε οὖν, κύριέ μου πατήρ· γράψον μοι ἐπιστόλιον πρῶτον τὸ ἐπιστόλιον, ου = briefje μὲν περὶ τῆς σωτηρίας σου, δεύἡ σωτηρία, ας = welzijn τερον περὶ τῆς τῶν ἀδελφῶν μου, τρ[ί]τον, ἵνα σου προσκυνήσω τὴν προσκυνεῖν = vereren χέραν, ὅτι με ἐπαίδευσας καλῶς, χέραν = χείρα: acc. enk. van χείρ (i.c. handschrift) καὶ ἐκ τούτου ἐλπίζω ταχὺ προκόπροκόσαι = προκόψαι van προκόπτειν: vooruitkomen σαι τῶν θε[ῶ]ν θελόντων. Ἄσπασαι ἀσπάζεσθαι = groeten Καπίτων[α πο]λλὰ καὶ το[ὺς] ἀδελφούς [μ]ου καὶ Σε[ρηνί]λλαν καὶ το[ὺς] φίλους μο[υ]. Ἔπεμψά σο[ι εἰ]κόνιν μ[ου] διὰ Εὐκτήεἰκόνιν = εἰκόνιον: portret μονος. ̓Εσ[τ]ι [δὲ] μου ὄνομα ̓Αντῶνις Μάξιμος. Ε ̓ ρρῶσθαί σε εὔχομαι. ῥώννυναι = sterk / gezond worden Κεντυρί(α) Α ̓ θηνονίκη. In de linkermarge is dwars geschreven: ̓Ασπάζεταί σε Σερῆνος ὁ τοῦ Α ̓ γαθοῦ [Δα]ίμονος [καὶ . . . .]ς ὁ τοῦ [. . .] ρος καὶ Τούρβων ὁ τοῦ Γαλλωνίου καὶ Δ[. . .]́νᾶς ὁ τ[οῦ . . .]σεν[. . .] [. . . .]. [. . .].[ ] ἀσπάζεσθαι = groeten
Brief van Theontje aan Theon
P. Oxy. I 119 Datum: 2e-3e eeuw
n.C.
Theon is een typisch voorbeeld van een verwend kereltje. De familie woont blijkbaar in de buurt van Oxyrhynchus (“ἡ πόλις”).
Θέων Θέωνι τῷ πατρὶ χαίρειν. Καλῶς ἐποίησες· οὐκ ἀπένηχές με μετʹ
ἐποίησες = ἐποίησας
ἐσοῦ εἰς πόλιν. Ἤ οὐ θέλις ἀπενέκκειν
ἤ = ει
μετʹ ἐσοῦ εἰς Α ̓ λεξανδρίαν, οὐ μὴ
οὐ μή + conj. in Koinè = ind. fut.
γράψω σε ἐπιστολήν, οὔτε λαλῶ σε,
σε = σοι
οὔτε υἱγένω σε εἶτα. Ἄν δὲ ἔλθῃς
υἱγένω = ὑγιαινω: “ik zal je niet meer groeten”
εἰς Α ̓ λεξανδρίαν, οὐ μὴ λάβω χεῖραν
χεῖραν = χεῖρα
παρά σου, οὔτε πάλι χαίρω σε λυπόν.
πάλι = πάλιν χαίρειν = groeten λύπον = λοιπόν: verder
Ἄμ μὴ θέλῃς ἀπενέκαι με, ταῦτα
ἄμ = ἄν = ἔαν ἀπενέκαι = ἀπενεγκεῖν
γείνετε. Καὶ ἡ μήτηρ μου εἶπε ̓Αρχελάῳ,
γείνετε = γίγνεται
ὅτι rἀναστατοῖ με· ἆρρον αὐτόνr.
ἀναστατοῦν = dol maken ἆρρον = ἆρον: “neem hem mee”
Καλῶς δὲ ἐποίησες· δῶρά μοι ἔπεμψες
ἐποίησες = ἐποίησας ἔπεμψες = ἔπεμψας
μεγάλα, ἀράκια. Πεπλάνηκαν ἡμῶς
ἀράκια = peultjes ἡμῶς = ἡμᾶς
ἀπένηχες = ἀπήνεγκας
θέλις = θέλεις ἀπενέκκειν = ἀπενεγκεῖν
λαλεῖν = spreken
πεπλάνηκαν: ze hebben me voor de gek gehouden
ἐκείνῃ τῇ ἡμέρᾳ ιβ´ ὅτι ἔπλευσες.
ὅτι = ὅτε ἔπλευσες = ἔπλευσας
Λυπὸν πέμψον εἴς με, παρακαλῶ σε·
λύπον = λοιπόν: (i.c.) dus παρακαλεῖν = verzoeken
ἂμ μὴ πέμψῃς, οὐ μὴ φάγω, οὐ μὴ
ἄμ = ἄν = ἔαν
πείνω. Ταῦτα. Ε ̓ ρρῶσθέ σε εὔχομαι.
πείνω = πίνω ἐρρῶσθε = ἐρρῶσθαι, inf. perf. van ῥωννύναι, sterk / gezond worden
Τῦβι ιή.
Op de andere zijde van de papyrus: ̓Απόδος Θέωνι ἀπὸ Θεωνᾶτος υἱῶ.
Θεωνᾶς, Θεωνᾶτος = Theontje υἱῶ = υἱοῦ
3.9
Verzoek van een cafébazin
P. Londen VII 1976 Datum: 253 v.C.
De Egyptische cafébazin Haüchis richt zich tot Zenon, een notabele uit het stadje Philadelphia, waar Haünchis haar cafeetje uitbaatte.
̔Αῦγχις Ζήνωνι χαίρειν.
3.10
Λαμβάνουσα ζῦτον ἐκ
ὁ ζῦτος, ου = gerstebier
τοῦ μεγάλου ζυτοπω-
τὸ ζυτοπώλιον, ου = biercentrale
λίου δι'ατ'ίθημι τὴν
διατιθέναι = uiteenzetten, verhandelen
ἡμέραν (δραχμὰς) δ, καὶ
τὴν ἡμέραν: per dag
εὐτακτῶ.
εὐτακτεῖν = goed gedisciplineerd zijn (i.c. stipt betalen)
Δημήτρ[ι]ος δέ μου ὁ ἀμ-
ὁ ἀμπελουργός, ου = wijngaardenier
πελουργὸς ἀπατήσας
ἀπατᾶν = misleiden, bedriegen, verleiden
τὴν θυγατέρα ἐξαγα-
ἐξ-άγειν = wegleiden
γὼν κρύπτει, φάμενος συνοικήσ[ε]ιν αὐτῆι ἄνευ
συν-οικεῖν = samenwonen
ἐμοῦ. Αὕτη δὲ συνένεμε
συν-νέμειν = (i.c.) mee uitbaten
τὸ ἐργαστήριον καὶ ἐμὲ
τὸ ἐργαστήριον, ου = werkplaats, winkel
ἔτρεφεν πρεσβυτέραν οὖσαν. Νῦν οὖν ζημίαν ποι-
ἡ ζημία, ας = schade, nadeel, verlies
ῶ ταύτης ἐξελθούσης, καὶ αὐτὴ δὲ τὰ δέοντα οὐκ ἔχω. Ἔχει δὲ καὶ γυναῖκα ἑτέραν καὶ παιδία ὧδε ὥστε οὐ δύ'ναται συνοικεῖν ἧι ἠπάτησεν. ̓Αξιῶ οὖν βοηθῆσαι μοι διὰ τὸ γῆρας
τὸ γῆρας, γήρως = ouderdom
καὶ παραδοῦναι μοι αὐτὴν.
παρα-διδόναι = uitleveren, toevertrouwen, overhandigen
Ἔρρωσο.
Sollicitatiebrief van wevers Wij zijn naar hier gekomen om te werken. En we stellen de volgende eerlijke regeling voor: geef ons één drachme per talent [= 18 kg] voor het wassen en het kammen; en voor het weven drie drachmen per geweven stuk. Dat is zeker niet teveel, want voor elk stuk zijn er drie mannen nodig en één vrouw, en het duurt zes dagen voor we het stuk van het getouw kunnen afsnijden. Als dit voorstel u niet bevalt, geef ons dan per persoon anderhalve obool, voor de vrouw een halve obool en geef ons een helper die dit soort werk aankan voor vijf drachmen en twee obolen, die u dan van ons loon kunt aftrekken. Hoogachtend
Vlucht naar de vrijheid Memorandum aan Zenon, vanwege Sosikrates, over slaven die vroeger behoorden tot het personeel van de gewezen dioiketes, en nu bezit zijn van Paideas. Als iemand er één brengt, hou hem dan vast en stuur ons bericht. Pindaros, een Lykiër, huisdienaar, ongeveer 29 jaar oud, middelgroot, met honingkleurige huid, aaneengegroeide wenkbrauwen en haakneus, met een litteken onder zijn linkerknie. Philonides, die ook Beltenouris wordt genoemd, ongeveer 24 jaar oud, middelgroot, met honingkleurige huid, met een litteken op zijn linkerwenkbrauw en rechts onder zijn lip.
Zijn dromen bedrog? Aan Apollonios, Zoilos van Aspendos, behorend tot - - (en) die aan u werd voorgesteld door de Vrienden van de koning, groet (u). (Ziehier wat) mij overkwam, toen ik de god Sarapis vereerde met het oog op uw gezondDe heid en uw aanzien bij de koning Ptolepapaverblomme maios. Sarapis droeg mij meermaals tijHoros aan Zenon, dens mijn slaap op, de zee over te steken gegroet. Ze zullen tot bij u en u het volgende orakel te openvol papaver staan, baren: u moet voor hem een Sa130 arouren (en dat) rapistempel en een temenos oprichten in vóór de 12e van (de de Griekse wijk nabij de haven, en een maand) Chojak. Als priester moet het toezicht houden en op Sport en studie je zin hebt, kom dan het altaar offers voor jullie [d.i. Apollonios Hiërokles groet Zenon. tot bij mij, je zal je en de koning] brengen. Toen ik (de god) Ik hoop dat je het goed stelt en ogen niet geloven. smeekte dat hij mij van de taak ginds zou dat je het ook anders naar je zin ontslaan, trof hij mij met een ernstige ziekhebt; ikzelf ben ook gezond. te, zodat ik in levensgevaar verkeerde. Ik deed Je hebt ons geschreven betreffende Pyrrhos dan een gelofte aan hem dat, als hij mij genas, ik dat we hem mochten trainen als we zeker de gewijde taak op mij zou nemen en zou doen waren dat hij zou winnen; zoniet, dan moeswat hij opdroeg. Nauwelijks was ik genezen, toen ten we vermijden hem van zijn lessen af te er een man uit Knidos aankwam die een Sarapishouden en nutteloze kosten te maken. tempel op deze plaats begon te bouwen en (al) Wat nu zijn lessen betreft, die verwaarloost stenen had aangevoerd. Maar later verbood de hij geenszins, maar hij maakt goede vordegod hem (de tempel) te bouwen en de man verringen, en zo ook voor de rest van zijn stutrok. Toen ik naar Alexandrië kwam en treuzelde dies. Wat betreft het 'zeker weten', dat zouom met u hierover te spreken, maar het wel over den alleen de goden kunnen, maar Ptoleeen (andere) aangelegenheid met u had waarmaios zegt dat hij met kop en schouders zal over u met mij tot een akkoord gekomen was, uitsteken boven zijn mededingers, voor zoherviel ik voor vier maanden. Daarom kon ik niet ver die nu al bekend zijn, hoewel hij op dit dadelijk tot bij u komen. ogenblik nog een achterstand heeft omdat U doet er dus goed aan, Apollonios, u te schikken de anderen al geruime tijd aan het trainen naar de bevelen van de god, opdat Sarapis u zijn, terwijl wij pas met de trainingen begingunstig gezind zou zijn, u veel groter in de ogen nen. En weet wel dat Ptolemaios geen loon van de koning zou maken en u meer faam zou vraagt zoals de overige trainers: hij hoopt bezorgen, zonder uw lichamelijke gezondheid te alleen maar een krans voor je te winnen als vergeten. Laat u dus niet afschrikken door de uitdank voor de dienst die jij hem hebt willen gaven, omdat het u veel geld zal kosten. Inbewijzen vóór je hem kende en omdat je nu tegendeel, het zal erg in uw voordeel spelen. Ik steeds klaar staat voor het gymnasion. zal trouwens al die zaken samen met u regelen.
3.11
3.12
Memorandum voor een ontsnapte slaaf. (P.Oxy. LI 3617, Oxford, Ashmolean library Gevonden via Oxyrhynchus online—http://www.csad.ox.ac.uk/POxy/papyri/tocframe.htm)