ONDERWIJSVISITATIE
textiel Een onderzoek naar de kwaliteit van de één-cyclus-opleiding textiel aan de Vlaamse hogescholen
Vlaamse Hogescholenraad
september 2003
voorwoord
De visitatiecommissie van de opleiding textiel brengt met dit rapport verslag uit over haar bevindingen, conclusies en aanbevelingen die resulteren uit het onderzoek dat zij in het najaar 2002 heeft verricht naar de kwaliteit van de één-cyclus-opleiding textiel in Vlaanderen. De opleiding is een unieke opleiding in Vlaanderen
De visitatie en dit rapport passen in de werkzaamheden van de hogescholen en van de Vlaamse Hogescholenraad (VLHORA) met betrekking tot de kwaliteitszorg van het hogescholenonderwijs, zoals bepaald in artikel 58bis van het hogescholendecreet van 1994.
Met dit rapport wordt de bredere samenleving geïnformeerd over de wijze waarop de hogeschool en meer bepaald de betrokken opleiding omgaat met de kwaliteit van haar onderwijs. Toch is het rapport in de eerste plaats bedoeld voor de hogeschool die de opleiding aanbiedt. Op basis van de bevindingen van het rapport kan de hogeschool nu en in de nabije toekomst actie nemen om de kwaliteit van het onderwijs in de opleiding te handhaven en verder te verbeteren. De lezer moet er zich echter terdege bewust van zijn dat het rapport slechts een momentopname biedt van het onderwijs in de opleiding en dat de rapportering van de visitatiecommissie slechts één fase is in het proces van kwaliteitszorg.
De VLHORA dankt allen die meegewerkt hebben aan het welslagen van dit proces van zelfevaluatie en visitatie. De visitatie was niet mogelijk geweest zonder de inzet van al wie binnen de hogeschool betrokken was bij de voorbereiding en de uitvoering ervan. Tevens is de VLHORA bijzondere dank verschuldigd aan de voorzitter en de leden van de visitatiecommissie voor de betrokkenheid en deskundige inzet waarmee zij hun opdracht hebben uitgevoerd.
Luc Van de Velde secretaris -generaal
Guy Aelterman voorzitter
inhoudsopgave
voorwoord............................................................................................................................................................................. 2
de visitatie textiel................................................................................................................................................................. 4 1
inleiding............................................................................................................................................................ 4
2 2.1 2.2 2.3 2.3.1 2.3.2 2.3.3
de visitatiecommissie..................................................................................................................................... 4 samenstelling.................................................................................................................................................. 4 taakomschrijving............................................................................................................................................. 5 werkwijze ......................................................................................................................................................... 5 voorbereiding.................................................................................................................................................. 5 bezoek aan de instelling............................................................................................................................... 5 rapportering..................................................................................................................................................... 6
bevindingen en aanbevelingen......................................................................................................................................... 7 voorwoord van de voorzitter van de visitatiecommissie................................................................................................ 7 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8 1.9 1.10 1.11 1.12 1.13 1.14 1.15
beschrijving van de thema’s ......................................................................................................................... 8 inleiding............................................................................................................................................................ 8 beschrijving van het beleid en kwaliteitszorg van de opleiding .............................................................. 8 concretisering kwaliteitszorg in de opleiding............................................................................................. 8 personeel......................................................................................................................................................... 9 materiële en financiële randvoorwaarden.................................................................................................. 9 onderwijsdoelstellingen...............................................................................................................................10 opleidingsprogramma: opbouw en inhoud...............................................................................................11 afstudeerwerk en werkveldervaring..........................................................................................................11 internationale dimensie ...............................................................................................................................12 leersituatie: onderwijsvormen en leermiddelen.......................................................................................12 toetsing en evaluatie....................................................................................................................................13 studie en studentenbegeleiding.................................................................................................................14 studeerbaarheid en studierendement.......................................................................................................14 afgestudeerden.............................................................................................................................................14 maatschappelijke dienstverlening en onderzoek....................................................................................15
2
samenvatting van de sterke punten en aandachtspunten.....................................................................15
bijlagen................................................................................................................................................................................18 curriculum vitae van de visitatieleden ............................................................................................................................18 thema’s van het zelfevaluatierapport.............................................................................................................................20 bezoekschema...................................................................................................................................................................26
de visitatie textiel
1
inleiding
In dit rapport brengt de visitatiecommissie verslag uit van haar bevindingen over de onderwijskwaliteit van de opleiding textiel, die zij in najaar 2002 in opdracht van de Vlaamse Hogescholenraad (VLHORA) heeft onderzocht. De opleiding is een unieke één-cyclus-opleiding die aangeboden wordt door de Hogeschool Gent. Dit initiatief past in de werkzaamheden van de hogescholen en van de VLHORA met betrekking tot de kwaliteitszorg van het hogescholenonderwijs, zoals bepaald in artikel 58bis van het hogescholendecreet van 1994.
2
de visitatiecommissie
2.1
samenstelling
De visitatiecommissie werd samengesteld door de Raad van Beheer van de VLHORA in zijn vergadering van 9 november 2001.
De commissie is als volgt samengesteld: voorzitter -
Jacques Tiberghien, gewoon hoogleraar VUB
secretaris -
Ludwig Devrieze, kwaliteitscoördinator departement industriële wetenschappen van de Hogeschool voor Wetenschap & Kunst
leden -
Michel Annaert, algemeen coördinator Cobot-Bedienden Lieven Snauwaert, senior consultant bij Amélior
de onderwijsvisitatie van de één-cyclus-opleiding textiel
4
-
Martin Valcke, universitair docent UGent Wilfried Wuyts, Quality Assurance Manager en Preventieadviseur
Voor een kort curriculum vitae van de commissieleden, zie bijlage 1.
2.2
taakomschrijving
De visitatiecommissie heeft als taak op basis van het door de hogeschool opgestelde zelfevaluatierapport en door middel van ter plaatse te voeren gesprekken, na te gaan in hoeverre de kwaliteit van de onderwijsprocessen van de opleiding, geconcretiseerd in 15 thema’s, beheerst wordt en aanbevelingen te formuleren om te komen tot kwaliteitsverbetering binnen de betrokken opleiding. Voor de thema’s van de zelfevaluatie, zie bijlage 2.
2.3
werkwijze
2.3.1
voorbereiding
De visitatiecommissie werd geïnstalleerd op 06 juni 2002. Tijdens deze vergadering werd de handleiding van het visitatieproces toegelicht. Terzelfdertijd heeft de commissie de bezoekdagen vastgelegd, het bezoekschema opgesteld en de wijze van voorbereiding van het bezoek besproken. De commissie analyseerde het zelfevaluatierapport en de bijlagen om zich een beeld te vormen van de opleiding en van de kwaliteitszorg in de opleiding. Individuele bevindingen, commentaar en punten van verdere bevraging werden besproken op de voorbereidende vergadering van 6 november 2002.
2.3.2
bezoek aan de instelling
Tijdens het bezoek heeft de commissie gesprekken gevoerd met alle geledingen die betrokken zijn bij het onderwijs in de opleiding textiel. De gesprekken zijn een goede aanvulling geweest op het zelfevaluatierapport en werden door de commissie als open ervaren. Tijdens het bezoek werd in de mogelijkheid tot bijkomende gesprekken voorzien. Deze mogelijkheid kon worden gebruikt zowel op verzoek van personen uit de bezochte instelling als op verzoek van de visitatiecommissie. Verder heeft de commissie kennis genomen van bijkomende informatie, zoals verslagen, cursussen, voorbeelden van examenvragen, van afstudeerwerken en van stagewerken.
de onderwijsvisitatie van de één-cyclus-opleiding textiel
5
Tevens werd een bezoek gebracht aan de gebouwen en de infrastructuur. Het bezoek werd afgesloten met een mondelinge rapportering aan de beleidsverantwoordelijken, waarin de commissie haar eerste bevindingen van de visitatie weergaf. Voor het bezoekschema, zie bijlage 3.
2.3.3
rapportering
Als laatste stap in het visitatieproces legt de commissie haar bevindingen en aanbevelingen vast in een terugmeldingsrapport per bezochte instelling en in een globaal openbaar rapport voor de opleiding in Vlaanderen. Aangezien het een unieke opleiding betreft, heeft de commissie één rapport opgemaakt, dat geldt als terugmeldingsrapport en als openbaar rapport. Dit rapport werd door de voltallige commissie becommentarieerd en op punt gesteld in september 2003. De opleiding heeft de gelegenheid gekregen om op dit rapport te reageren. Voor zover de commissie zich kon terugvinden in de opmerkingen van de hogeschool, werden ze verwerkt in het rapport. De commissie heeft de opleiding op de hoogte gebracht van haar beslissing terzake.
de onderwijsvisitatie van de één-cyclus-opleiding textiel
6
bevindingen en aanbevelingen
voorwoord van de voorzitter van de visitatiecommissie
In dit rapport vindt de lezer een synthese van de bevindingen van de visitatiecommissie textiel één cyclus met een opsomming van pluspunten en van aandachtspunten. Een louter rekenkundige lezing van deze noodzakelijk ongenuanceerde opsomming zou een verkeerde indruk kunnen doen wekken en daarom wil ik, als voorzitter van deze visitatiecommissie, de drie essentiële besluiten van deze visitatie naar voren brengen: 1.
De één-cyclus -opleiding textiel beantwoordt aan de vraag van de textielnijverheid en de kwaliteit van de opleiding wordt door alle partijen geapprecieerd.
2.
Het dalend aantal studenten, dat waarschijnlijk te wijten is aan een ongunstig imago van de textielnijverheid, bedreigt de kwaliteit en zelfs het voortbestaan van de opleiding. Creatieve oplossingen die de specificiteit van de opleiding vrijwaren, zijn hier vereist.
3.
Door de verschillen in voorkennis tussen studenten afkomstig uit het TSO en het ASO blijkt het niet mogelijk een programma samen te stellen dat voor beide groepen aantrekkelijk is. Keuzemodules die hier specifiek rekening mee houden dringen zich op in het eerste jaar.
Verder zou ik de directie, het personeel en de studenten van de gevisiteerde instelling, alsook alle leden van de commissie willen danken voor de aangename constructieve sfeer waarin deze visitatie plaatsvond.
Jacques Tiberghien
de onderwijsvisitatie van de één-cyclus-opleiding textiel
7
1
beschrijving van de thema’s
1.1
inleiding
De één-cyclus -opleiding textiel maakt deel uit van het departement technologie van de Hogeschool Gent. Deze unieke opleiding biedt vanaf het tweede studiejaar de studiekeuzes textielfabricage en textielveredeling.
1.2
beschrijving van het beleid en kwaliteitszorg van de opleiding
De opleiding textiel heeft als unieke opleiding een duidelijk bestaansrecht. Het werkveld toont zijn appreciatie voor de opleiding en de kwaliteit van de huidige afgestudeerden. Het beperkt aantal studenten lijkt vooral te wijten te zijn aan een imagoprobleem bij het algemene publiek. Zowel de coördinatoren als de lesgevers hebben reeds duidelijke ideeën over mogelijke nieuwe structuren voor de opleiding. De commissie drukt haar bezorgdheid uit over het denkspoor om de opleiding textiel af te schaffen en te beschouwen als een keuzevak bij de opleiding elektromechanica en/of chemie. We herhalen hier dat het uiteindelijk gaat over een unieke opleiding in Vlaanderen. Grondig overleg dringt zich op met de afnemers van de studenten, vooraleer er een bepaalde beslissing met betrekking tot de toekomst van de opleiding wordt genomen. De positie van een nieuwe opleiding moet zorgvuldig worden aangepakt met aandacht voor de benaming. Naast een aparte opleiding kan gedacht worden aan een inschuifmogelijkheid vanuit andere opleidingen (bijvoorbeeld chemie of elektromechanica). Een vertaling van de algemene opleidingsvisie van de Hogeschool Gent voor de opleiding textiel lijkt op termijn noodzakelijk. Een aantal uitgangspunten van deze visie inzake zelfstudie, docentonafhankelijk, probleemgestuurd leren, elektronische leeromgeving, … moeten stap voor stap worden geïmplementeerd.
1.3
concretisering kwaliteitszorg in de opleiding
Er is een kwaliteitscoördinator aangesteld. De opleiding volgt een draaiboek en een scenario en er worden actieplannen gebruikt. Er is een interne en externe opleiding in het kader van kwaliteitszorg gerealiseerd. De beschikbare tijd voor de kwaliteitscoördinator is de voorbije jaren significant toegenomen. De functieomschrijving van de kwaliteitscoördinator van de één-cyclus -opleiding textiel moet verder worden uitgewerkt. Hierbij zou de functie moeten evolueren van een rapporterende naar een meer sturende functie. Als de kwaliteitscoördinator meer armslag krijgt, kan zij ervoor zorgen dat de lopende actieplannen met de betrokken lesgevers beter worden uitgewerkt.
de onderwijsvisitatie van de één-cyclus-opleiding textiel
8
Eenzelfde aandachtspunt situeert zich op het vlak van de centrale kwaliteitszorg, namelijk een uitbreiding van de functieomschrijving van de algemene kwaliteitscoördinator met meer sturende taken.
1.4
personeel
De betrokkenheid van het personeel met de opleiding is groot. Er werd een netwerk uitgebouwd met de industrie waar een beroep op wordt gedaan om materiaal en software te verkrijgen. Het personeel zet zich in bij het voeren van promotie ten aanzien van kandidaat-studenten. Er zijn reeds functioneringsgesprekken gevoerd en er is een planning opgemaakt om dit verder te veralgemenen. De docenten worden ingelicht over de resultaten van studentenenquêtes over de opleiding. Het personeelsbeleid trekt wel een muur op tussen de opleiding textiel van één cyclus en de twee-cycliopleiding. De contacten en samenwerking die er zijn, hebben een te informeel karakter. Het voeren van functioneringsgesprekken moet structureel aangepakt worden. De aanzet ertoe is reeds gegeven. Het feit echter dat het departement expertise van buiten de hogeschool moet betrekken, resulteert in het niet benutten van mogelijke synergieën binnen de hogeschool. Er is geen beleid om een team achter verbeterdoelen te krijgen. Alles steunt te veel op vrijwilligheid. Er is evenmin een professionaliseringsbeleid. Ook hier steunt de opleiding te veel op vrijwilligheid. De functie van departementshoofd is slechts tijdelijk (een mandaat van 4 jaar). Dit kan problemen scheppen inzake beleidsvoering.
1.5
materiële en financiële randvoorwaarden
De opleiding beschikt over voldoende docenten die betrokken zijn bij de textielindustrie. Het up-to-date machinepark textiel, dat representatief is voor de belangrijkste deeldomeinen binnen de sector, is geschikt om een goede één-cyclus -opleiding textiel te verzekeren. Door het benutten van het machinepark voor opleiding, onderzoek en dienstverlening ontstaat een kruisbestuiving en worden financiële middelen voor herinvestering gegenereerd. Er zijn toenemende multimediafaciliteiten in de leslokalen en er is een ‘open learning center’ opgestart. Het zeer kleine en afnemend aantal studenten brengt onvermijdelijk de financiering van deze unieke opleiding in het gedrang. De belangrijke materiële steun vanwege de textielindustrie laat toe de opleiding voorlopig behoorlijk in leven te houden, maar niets kan garanderen dat deze steun op middellange termijn verworven
de onderwijsvisitatie van de één-cyclus-opleiding textiel
9
blijft, noch dat hij niet erg conjunctuurgebonden is. Er moet in voldoende (investerings)middelen worden voorzien voor het tijdig actualiseren en het op peil houden van het machinepark. De aanwezige faciliteiten kunnen frequenter en directer worden benut in de diverse onderdelen van de textielopleiding. Samenwerking met andere opleidingscentra waar textielmachines beschikbaar zijn (bijvoorbeeld VTIWaregem, PTI-Kortrijk en VDAB-Wevelgem) is nodig om ook op langere termijn een degelijk machinepark voor de hele textielketen te waarborgen. Er moet meer zelfstudiemedia in verband met textiel (bijvoorbeeld op cd-rom) worden ontwikkeld.
1.6
onderwijsdoelstellingen
De commissie stelde een duidelijke reflectie vast over de noodzakelijke verschillende doelstellingen bij de opleiding textiel waarbij vooral fabricage versus afwerking naar voren kwam. In de gesprekken bleken coördinatoren en lesgevers zich duidelijk bewust van de noodzakelijke balans tussen algemene opleiding en beroepsopleiding en tussen theoretische kennis en praktische kennis (vaardigheden). Uit gesprekken met afgestudeerden en het werkveld kon de commissie afleiden dat de afgestudeerden de vooropgezette doelen bereiken, tot tevredenheid in de beroepssituatie. De commissie stelde verschillen vast in tempo bij het toekomstdenken over de opleiding textiel en de keuzes ten aanzien van de onderwijsdoelstellingen. Op centraal niveau, op het niveau van de coördinatie van de opleiding en bij individuele lesgevers werden verschillende denksporen gelanceerd. Onderlinge communicatie over dit punt is dringend gewenst. Tijdens de gesprekken met studenten en afgestudeerden stelde de commissie vast dat de afstemming tussen de opleiding en de ins troomkenmerken van bepaalde instromers niet optimaal is. Studenten met een technische achtergrond textiel bleken te veel op hun honger te blijven. Anderzijds blijken studenten met een ASO-achtergrond de doelstellingen bij de algemene vakken reeds grotendeels te beheersen (zie ook de rubriek ‘studeerbaarheid’). De studenten met een ASO-achtergrond merken ook op dat het feitelijke contact met het werkveld te weinig aan bod komt tijdens de eerste twee jaar van de opleiding. Een analyse van de afstudeerdoelen n i relatie tot de opleidingsdoelen zou uitsluitsel kunnen geven over de relevantie van bepaalde doelen voor specifieke instroomgroepen. Afgestudeerden merken op dat een aantal thema's te beperkt worden aangeraakt tijdens de opleiding (bijvoorbeeld bindtechnieken). Zij begrijpen dat het onmogelijk is om alle thema’s te behandelen, maar vragen wel om het curriculum regelmatig af te zetten tegenover de feitelijke beroepspraktijk. Het werkveld blijft pleiten voor een specifieke opleiding die gericht is op ‘textiel’. De instelling heeft plannen om een andere insteek te kiezen. Hierover moet een gesprek tussen instelling en werkveld op gang worden gebracht.
de onderwijsvisitatie van de één-cyclus-opleiding textiel
10
1.7
opleidingsprogramma: opbouw en inhoud
Volgens de aanwezige representatieve werkgevers uit de textielsector komt de opleiding tegemoet aan een nood van de industrie en hebben de afgestudeerden het nodige inzicht en de nodige vaardigheden verworven. Bepaalde algemene vakken leggen een duidelijke band met de beroepscontext. Uit de gesprekken met de studenten blijkt duidelijk dat de opleiding zwaar lijdt onder de heterogeniteit van de instroom. Een vorm van individueel aangepast studieprogramma lijkt wel onontbeerlijk voor het eerste jaar. Enkele textiel-gerelateerde voorbeelden en oefeningen zouden de studenten beter kunnen overtuigen van het nut van bepaalde algemeen vormende vakken zoals wiskunde en natuurkunde. De inhoud van de vakken is nog te veel op individuele basis opgesteld. Bedrijfsbezoeken worden gezien als een bedreiging, namelijk als een activiteit ten koste van een les. Zelfstudiepakketten en dergelijke zouden hier kunnen worden overwogen. Aangezien veel werkgevers initiatief en autonomie van de afgestudeerden verwachten, is het wenselijk deze kwaliteiten te stimuleren door in beperkte mate projectgestuurd onderwijs in te voeren tijdens het laatste jaar.
1.8
afstudeerwerk en werkveldervaring
Door de manier van lesgeven zijn de docenten sterk betrokken tijdens de stageperiode. Een betere analyse van thema’s en optimalisering van de evaluatie lijkt nodig. Er is een spanning tussen de verwachtingen van de studenten en de feitelijke gang van zaken bij de stage. De industrie stelt voor dat zij zelf een aantal thema’s zou aanreiken waarop studenten zouden kunnen intekenen. Er wordt meer aandacht gevraagd voor feedback op het eindwerk en de stage. De automatische samensmelting van eindwerk en stage lijkt vragen op te roepen over de specifieke meerwaarde van het eindwerk. Leidt dit tot reflectie? Hoe kunnen de grote verschillen in uitwerking van de eindwerken verklaard worden? Een evaluatie van stageplaats na afloop van de stage door de docent is nodig, zodat in de volgende jaren een betere sturing mogelijk is en de verwachtingen van de studenten beter ingelost kunnen worden. Tijdens de stage moet in een betere begeleiding van de studenten worden voorzien door een bezoek ter plaatse. De manier waarop het onthaal van de student in de onderneming is georganiseerd moet opnieuw worden bekeken.
de onderwijsvisitatie van de één-cyclus-opleiding textiel
11
1.9
internationale dimensie
Er is een centrale ondersteuning voor mobiliteit van studenten voor internationale stages. Buitenlandse docenten en studenten komen naar deze opleiding in het kader van hun internationalisering. Internationalisering wordt echter vereenzelvigd met een externe figuur en wordt te weinig gepercipieerd als een deel van de core business van de opleiding. Bij bepaalde initiatieven die van individuele studenten uitgaan wordt deze centrale figuur, bij gebrek aan beschikbaarheid, zelfs als een flessenhals ervaren. De notie van internationalisering moet zich niet beperken tot buitenlandse stages: het ontwikkelen en uitwisselen van innovatief leermateriaal past er ook in. Concrete ondersteuning van docenten bij het voorbereiden van internationaliseringsacties zou een actievere houding binnen de opleiding bevorderen.
1.10
leersituatie: onderwijsvormen en leermiddelen
Onderwijsvormen De vertegenwoordigers van de opleiding en lesgevers hebben het over de noodzaak aan verdere nascholing van lesgevers inzake onderwijsvernieuwingsthema's (ICT, toetsing, leermaterialen ontwikkelen, …). De lesgevers blijken vrij bewust een omzichtige aanpak inzake het oppikken en invoeren van vernieuwingen te volgen: eerst individuele projecten opzetten en dan eventueel opschalen op middellange termijn. De studenten drukken hun grote waardering uit over de bedrijfsbezoeken. De stage wordt als contact met het werkveld zeer sterk gewaardeerd. De studenten onderkennen het belang van de doelstellingen van de algemene vakken, maar stippen aan dat de directe relevantie van deze vakken voor de textielsector onvoldoende wordt ervaren. Er is vraag naar een meer flexibel inspelen op studentkenmerken, rekening houdend met de vooropleiding. Werk- en onderwijsorganisatievormen zouden op een meer adequate manier rekening kunnen houden met de heterogeniteit van de studentenpopulatie. ASO-studenten merken op dat de gebruikte werkvormen niet goed helpen om snel een goed zicht te krijgen op het uiteindelijke werkveld (fabricage en veredeling). Ze pleiten ervoor om meer bedrijfsbezoeken te organiseren, zeker gedurende de eerste twee jaren. De studenten pleiten voor een intenser contact met het bedrijfsleven en verkiezen daarom een korte stageperiode die vroeger in de opleiding moet worden doorlopen.
de onderwijsvisitatie van de één-cyclus-opleiding textiel
12
Leermiddelen Er is voor alle opleidingsonderdelen een leermiddel (nota's, reader, handboek) voorhanden dat de studie van de studenten ondersteunt. De docenten erkennen de noodzaak aan ondersteuning en eventuele professionalisering om leermiddelen degelijker uit te werken. De beschikbare leermiddelen die de individuele verwerking van de leerinhouden moeten ondersteunen (nota's, reader, handboek), zijn nauwelijks uitgewerkt vanuit een gemeenschappelijk concept of een bepaalde huisstijl. De TSO-studenten merken op dat de leermiddelen voor het vak chemie te beperkt zijn. De labo infrastructuur volstaat niet om voldoende proeven te kunnen uitvoeren per student/per les. De opleiding bouwt weinig verder op het actief gebruik van leermiddelen in de bibliotheek/mediatheek. De leermiddelen zijn niet congruent met de beleidsuitspraken over de onderwijsvisie (docentonafhankelijk, zelfgestuurd leren, …). Een kwaliteitscontrole hierop en een professionaliserings - en ondersteuningaanbod zou één en ander op middellange termijn kunnen bijsturen.
1.11
toetsing en evaluatie
De studenten merken op dat er naar hun gevoel een goede balans is gegarandeerd tussen continue toetsing en eindtoetsing. Door de sterke verschillen in voorkennis bij de instroom in het eerste jaar zou een voorkennistoetsing kunnen helpen om meer flexibel een ondersteunend programma op te zetten bij vakken zoals wiskunde en de textielvakken. Ook voor de overige jaren dringt zich een mogelijke differentiëring op in de opleiding. Zowel afgestudeerden als studenten signaleren ‘tijdverlies’ voor vakken waarvoor tijdens de vooropleiding reeds de meeste leerdoelen waren bereikt. De evaluatie van de stage en het werkstuk blijkt minder te zijn uitgewerkt. Analyse van de werkstukken en de beoordelingen geeft aan dat één en ander veeleer op hoofdlijnen gebeurt en dat de evaluatie eerder een formatief karakter heeft, aangezien er niet of nauwelijks in inhoudelijke feedback is voorzien. Er is weinig aandacht voor het gebruik van alternatieve toetsvormen: zelftoetsing, peer-toetsing, portfoliotoetsing, …
de onderwijsvisitatie van de één-cyclus-opleiding textiel
13
1.12
studie en studentenbegeleiding
De lesgevers (algemene vakken) zijn zich bewust van de lage wiskundevoorkennis van de studenten. Het studentensecretariaat werkt als een draaischijf voor de directe en efficiënte begeleiding en ondersteuning van de studenten. Hierdoor hechten de studenten minder belang aan het monitoraat, ombudsdienst en studentenpsycholoog. Alhoewel er vakantiecursussen wiskunde, chemie en fysica voorhanden zijn voor het volledige departement, vragen de studenten naar een specifiekere en directe wiskundebegeleiding gedurende het schooljaar.
1.13
studeerbaarheid en studierendement
De studenten melden geen directe problemen met de (over)belasting van bepaalde vakken en/of de spreiding over de drie jaren heen. Integendeel, heel wat studenten melden dat de studielast voor vakken waarvoor de voorkennis reeds zeer groot is, vrij laag ligt. Meerdere studenten uit het TSO ervaren het ritme van de wiskunde en de natuurkunde als overdreven snel. Een vorm van individualisering van het programma van het eerste jaar, zoals voorgesteld onder punt 1.7, zal wellicht hier ook een oplossing brengen. De studenten merken op dat - rekening houdend met hun vooropleiding (TSO versus ASO) - een aantal vakken in de opleiding weinig nieuws bevatten.
1.14
afgestudeerden
Er zijn degelijke en stabiele werkperspectieven, die aansluiten bij het opleidingsprofiel graduaat textiel. Veel afgestudeerden vinden vrij snel een job als bediende of kaderlid in een (meestal) leidinggevende functie. De afgestudeerden melden een grote tevredenheid over de toevertrouwde functie in hun bedrijf en ook de bedrijfsvertegenwoordigers lijken tevreden over de inhoud en het niveau van de aangeboden opleiding. Er kan worden overwogen om afgestudeerden in te zetten voor de promotie van de opleiding, die door de buitenwereld vaak verkeerd of eng gepercipieerd wordt. Met afgestudeerden moet overlegd worden hoe op een efficiënte en effectieve wijze invulling kan worden gegeven aan de toekomstige bacheloropleiding. De vraag rijst immers wat het absolute textielminimum is dat in de opleiding moet behouden blijven om gediplomeerden af te leveren die voldoende competent zijn voor de aangeboden jobs in de textielindustrie.
de onderwijsvisitatie van de één-cyclus-opleiding textiel
14
1.15
maatschappelijke dienstverlening en onderzoek
De betrokkenheid van de lectoren van de specialisatievakken zorgt voor een duidelijke wisselwerking met de industrie. De opleiding moet proberen een grotere betrokkenheid te verwezenlijken in het Centrum voor Textielonderzoek (CTO). Vanuit het verworven platform van betrokkenheid in het onderzoek moeten toepassingsgerichte onderzoeksprojecten uitgewerkt worden. Het departement moet structurele maatregelen nemen zodat de lectoren specialisatievakken meer tijd vrij krijgen om bijvoorbeeld een betere participatie in posthogeschoolvorming te realiseren.
2
samenvatting van de sterke punten en aandachtspunten sterke punten
De opleiding textiel is een unieke opleiding met een duidelijk bestaansrecht. De opleiding is goed afgestemd op een nood van de textielindustrie. Er is een appreciatie in het veld voor de opleiding en de kwaliteit van de afgestudeerden. De kwaliteitszorg wordt geconcretiseerd in de opleiding, er is een kwaliteitscoördinator. Er wordt gewerkt met een draaiboek, een scenario en actieplannen. Interne en externe opleiding in het kader van kwaliteitszorg werden gerealiseerd. De betrokkenheid van het personeel met de opleiding is groot. Er werd een netwerk uitgebouwd met de industrie waar een beroep op wordt gedaan om materiaal en software te verkrijgen. Het personeel zet zich in bij het voeren van promotie ten aanzien van kandidaat-studenten. Het up-to-date machinepark textiel, dat representatief is voor de belangrijkste deeldomeinen binnen de sector, is geschikt om een goede opleiding te verzekeren. Uit gesprekken met afgestudeerden en het werkveld blijkt dat de afgestudeerden de vooropgezette doelen bereiken. Ze hebben het nodige inzicht en de nodige vaardigheden verworven. De internationale dimensie krijgt een centrale ondersteuning. Eigen studenten kunnen hier een beroep op doen voor internationale stages. Buitenlandse docenten en studenten komen naar deze opleiding in het kader van hun internationalisering. De studenten waarderen ten zeerste de bedrijfsbezoeken en de stage als middel om met het werkveld in contact te komen. De studenten vinden dat er een goede balans is tussen continue toetsing en eindtoetsing.
de onderwijsvisitatie van de één-cyclus-opleiding textiel
15
Het studentensecretariaat werkt als een draaischijf voor de directe en efficiënte begeleiding en ondersteuning van de studenten. De studenten melden geen directe problemen met de (over)belasting van bepaalde vakken en/of de spreiding over de drie jaren heen. Er zijn degelijke en stabiele werkperspectieven die aansluiten bij het opleidingsprofiel van graduaat textiel. Veel afgestudeerden vinden vrij snel na hun studies een job als bediende of kaderlid in een (meestal) leidinggevende functie.
aandachtspunten Een vertaling van de algemene opleidingsvisie van de Hogeschool Gent in termen van de opleiding textiel lijkt op termijn noodzakelijk. Een aantal uitgangspunten van deze visie inzake zelfstudie, docentonafhankelijk en probleemgestuurd leren, elektronische leeromgeving, … moeten stap voor stap geïmplementeerd worden. De functieomschrijving van de kwaliteitscoördinator van de opleiding textiel/departement Technologie zou moeten evolueren van een rapporterende naar een meer sturende functie. Een analoge uitbreiding van de functieomschrijving van de centrale kwaliteitscoördinator is wenselijk. Het personeelsbeleid trekt een muur op tussen de textielopleiding van één cyclus en de twee-cycli-opleiding. De contacten en samenwerking die er zijn, hebben een te informeel karakter. Er is geen beleid om een team achter verbeterdoelen en professionalisering te krijgen. Alles steunt te veel op vrijwilligheid. De opleiding textiel is sterk afhankelijk van de steun van de textielindustrie. Ze moet zelf in voldoende (investerings)middelen voorzien. Het samenwerken met andere opleidingscentra is nodig om ook op langere termijn een degelijk machinepark voor de hele textielketen te waarborgen. De afstemming tussen de opleiding en de instroomkenmerken van bepaalde instromers is niet optimaal. Een vorm van differentiatie in het studieprogramma is onontbeerlijk voor het eerste jaar. Afgestudeerden merken op dat een aantal thema's te beperkt worden aangeraakt tijdens de opleiding (bijvoorbeeld bindtechnieken). Het werkveld pleit voor een specifieke opleiding die gericht is op ‘textiel’. Het is daarom essentieel dat een gesprek hierover tussen instelling en werkveld op gang wordt gebracht. Voor de stages is een betere analyse van thema’s en stageplaatsen, een optimalisering van de begeleiding en evaluatie van de studenten nodig. De automatische samensmelting van eindwerk en stage roept vragen op over de specifieke meerwaarde van het eindwerk. Leidt dit tot voldoende reflectie? De studenten pleiten voor een intenser contact met het bedrijfsleven en zijn vragende partij voor een korte stageperiode die vroeger in de opleiding valt.
de onderwijsvisitatie van de één-cyclus-opleiding textiel
16
Internationalisering wordt te weinig gepercipieerd als een deel van de core business van de opleiding. De notie van internationalisering moet zich niet beperken tot buitenlandse stages: het ontwikkelen en uitwisselen van innovatief leermateriaal past er ook in. De beschikbare leermiddelen zijn nauwelijks uitgewerkt vanuit een gemeenschappelijk concept en zijn niet congruent met de beleidsuitspraken over de onderwijsvisie. Er is weinig aandacht voor het gebruik van alternatieve toetsvormen: zelftoetsing, peer-toetsing, portfoliotoetsing, … Er kan worden overwogen om afgestudeerden in te zetten voor de promotie van de opleiding, die door de buitenwereld vaak verkeerd of eng gepercipieerd wordt. Het departement moet maatregelen nemen zodat de lectoren van de specialisatievakken meer kunnen worden betrokken in toepassingsgerichte onderzoeksprojecten en in post-hogeschoolvorming.
de onderwijsvisitatie van de één-cyclus-opleiding textiel
17
bijlagen bijlage 1 curriculum vitae van de visitatieleden
Michel Annaert (1956) werkt bij Cobot-Bedienden, het sectoraal vormingscentrum voor de bedienden van de Belgische textielnijverheid. Hij is maatschappelijk assistent van vorming en heeft zich onder meer verder bekwaamd in arbeids - en sociale wetgeving, arbeidsanalyse en methodestudie. Hij is reeds meer dan 20 jaar actief in het sectoraal vormingswerk en in paritaire projecten voor de textielnijverheid (bijv. opstellen van beroepsprofielen en herziening van de functieclassificatie). Binnen Cobot-Bedienden werkt hij voornamelijk aan het detecteren en in kaart brengen van de opleidingsbehoeften voor bedienden en het ontwikkelen, organiseren en coördineren van vormingsactiviteiten. Hij werkt mee aan diverse projecten rond de aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt.
Ludwig Devrieze (1948) is burgerlijk elektrotechnisch-werktuigkunde ingenieur en is als hoogleraar verbonden aan de Hogeschool voor Wetenschap & Kunst, Campus De Nayer. HIj heeft zich verder verdiept in de kwaliteitszorg van onderwijs. Hij is assessor voor EFQM/TRIS en volgende een postacademische vorming over de onderwijskwaliteit aan hogescholen en universiteiten. Naast zijn lesopdracht is hij sinds 1997 kwaliteitscoördinator van het departement Industriële Wetenschappen en sinds 2000 voorzitter van de werkgroep Onderwijskwaliteit van de hogeschool. Hij is tevens lid van de werkgroep kwaliteitszorg van de VLHORA.
Lieven Snauwaert (1965) studeerde voor industrieel ingenieur elektromechanica. Na zijn studies volgde hij de opleiding tot quality engineer bij het Centrum voor Kwaliteitszorg West-Vlaanderen. Hij heeft eerst een drietal jaar gewerkt bij Ford New Holland als medewerker in de stafdienst kwaliteit, en daarna een zevental jaar in de chemische sector als kwaliteitsmanager. Sinds 1999 werkt hij als senior consultant kwaliteit bij Amelior (het vroegere Centrum voor Kwaliteitszorg). Hij heeft ervaring met kwaliteitsaudits in organisaties. Hij is eveneens vertrouwd met de visitatieprocedure van de hogescholen. Hij nam deel aan de visitatie van de één-cyclus -opleiding confectie.
Jacques Tiberghien (1946) is burgerlijk ingenieur werktuigkunde-elektrotechniek en verbonden aan de VUB als hoogleraar informatica. Tot 2000 was hij decaan van de faculteit Toegepaste Wetenschappen. Hij is voorzitter van de facultaire onderwijscommissie en van de opleidingsraad Elektriciteit. Hij was institutioneel coördinator voor de visitatie van de opleiding elektrotechniek die in 2001-2002 werd uitgevoerd.
de onderwijsvisitatie van de één-cyclus-opleiding textiel
bijlagen
Martin Valcke (1957) is doctor in de pedagogische wetenschappen. Na zijn studies ging hij aan de slag als assistent aan de Universiteit Gent. Daarna werd hij docent, later hoofddocent bij de Open Universiteit Heerlen. Sinds 1999 is hij docent bij de UGent, vakgroep onderwijskunde, waarvan hij voorzitter is. Hij werkt voornamelijk rond onderwijstechnologische innovatie. De voorbije jaren gaat zijn aandacht vooral uit naar de impact van ICT en kwaliteitszorg op het onderwijsgebeuren. Hij is (co)promotor van verscheidene nationale en internationale projecten. HIj is vertrouwd met de visitatieprocedure van de hogescholen. Hij nam deel aan de visitatie van de één-cyclus -opleiding confectie.
Wilfried Wuyts (1966) studeerde scheikunde aan de UGent en volgde een aanvullende vorming in bedrijfskunde en in veiligheidskunde. Na zijn studies heeft hij ervaring opgedaan in diverse productiebedrijven. Sinds 1999 werkt hij als Quality Assurance Manager en Preventieadviseur bij een bedrijf dat industriële brandersystemen ontwerpt en vervaardigt. Hij heeft ervaring met interne audits in een productieomgeving.
de onderwijsvisitatie van de één-cyclus-opleiding textiel
bijlagen
bijlage 2 thema’s van het zelfevaluatierapport 0
beschrijving van beleid en kwaliteitszorg van de opleiding •
voorstelling van de opleiding;
•
beschrijving
van
het
beleid,
algemene
strategie
en/of
doelstellingen
inzake
onderwijs,
internationalisering, maatschappelijke dienstverlening, onderzoek, … •
1
beschrijving van het kwaliteitsbeleid en van het systeem van interne kwaliteitszorg.
thema concretisering kwaliteitszorg in de opleiding •
concrete uitwerking kwaliteitszorg in de opleiding (enquêtes, consensusvergaderingen, evaluatie, relaties met werkveld, …);
•
meetresultaten van de opleiding vanuit het interne kwaliteitsinstrument;
•
verbeterdoelen en acties vanuit de kwaliteitszorg in de opleiding;
•
opvolging van de verbeterdoelen en acties vanuit de kwaliteitszorg in de opleiding;
•
kwaliteitscoördinator in de opleiding (verantwoordelijkheid, draagvlak, functioneren); thema kwaliteitszorg in het opleidingsteam.
bijlage: overzicht scores, formulieren, (opvolgings)verslagen vanuit de kwaliteitszorg in de opleiding
2
thema personeel •
human Resources Management (o.a. aanstelling en/of aanwerving, allocatie, bevordering, functionering en evaluatie);
•
betrokkenheid van personeel (commitment en empowerment);
•
werking van het opleidingsteam (coördinatie, teamverantwoordelijkheid, draagkracht, ….);
•
professionalisering van het personeel buiten de technische deskundigheid (ook o.a. navorming);
•
technische deskundigheid van het onderwijzend personeel (vakinhoudelijk, onderwijskundig en didactisch) (ook hoe gaan wij daarmee om?, navorming, …);
•
onderzoeksdeskundigheid en/of deskundigheid in de beoefening en de ontwikkeling van de kunsten (indien van toepassing);
•
technische, administratieve en organisatorische deskundigheid (ATP, ondersteunende diensten) (ook o.a. navorming).
de onderwijsvisitatie van de één-cyclus-opleiding textiel
bijlagen
bijlage: omvang, cijfermateriaal, samenstelling personeel (diploma, categorie, functieomschrijvingen, opdrachten), overzicht navorming personeel
3
thema materiële en financiële randvoorwaarden •
onderwijsruimten (incl. laboratoria, practica- en werkgroepruimten, ateliers, ….);
•
mediatheek;
•
computerfaciliteiten;
•
beschikbare werkingsmiddelen;
•
studenten- en docentenfaciliteiten.
bijlage: cijfermateriaal
4
thema onderwijsdoelstellingen •
onderwijsvisie van de opleiding;
•
afstemming van de onderwijsdoelstellingen van de opleiding op het hoger onderwijs;
•
afstemming van de onderwijsdoelstellingen van de opleiding op het werkveld.
bijlage: beroeps - en/of opleidingsprofiel, onderwijsvisie en/of onderwijsdoelstellingen
5
thema opleidingsprogramma: opbouw en inhoud •
concretisering van de onderwijsdoelstellingen in het opleidingsprogramma;
•
de aandacht in het opleidingsprogramma voor de vaardigheden die het maatschappelijk en beroepsmatig functioneren ondersteunen;
•
actualiteitsgehalte van het opleidingsprogramma;
•
sequentiële opbouw en coherentie van het opleidingsprogramma;
•
aandacht voor de karakteristieken van de studenteninstroom;
•
aanbod en structuur van flexibele leerwegen in het opleidingsprogramma;
•
het niveau en de inhoud van de opleidingsonderdelen.
bijlage: opleidingsprogramma en studiegids van de opleiding
de onderwijsvisitatie van de één-cyclus-opleiding textiel
bijlagen
6
thema afstudeerwerk en/of werkveldervaring •
opvatting(concept), inhoud en niveau;
•
begeleiding (o.a. duidelijkheid regelingen en voorzieningen);
•
beoordeling (gehanteerde criteria en wijze van beoordeling);
•
relatief gewicht in de opleiding.
bijlage: stagecontract, stagebeoordelingfiche, lijst van stageplaatsen, gebruikte handleiding en/of afspraken bij begeleiding en beoordeling van afstudeerwerken
7
thema internationale dimensie •
integratie van de doelstellingen van het internationaliseringbeleid in de opleiding;
•
de internationale dimensie in de opleiding;
•
participatiegraad van de studenten aan internationale programma's;
•
internationale contacten van het personeel met terugkoppeling naar het onderwijs;
•
samenwerking met buitenlandse instellingen.
bijlage: cijfergegevens internationalisering (studenten, personeel, take-up rate, begroting, uitgaven, ….) internationalisering
8
thema leersituatie
8.1
onderwijsvormen •
de verschillende onderwijsvormen (hoorcollege, werkgroepen, projectwerk, practica, zelfstudie, ….) (concept, geschiktheid in relatie tot doelstellingen, didactisch niveau);
•
innovatieve onderwijsvormen;
•
proportie contacturen-zelfstudie-andere onderwijsactiviteiten.
8.2
leermiddelen •
de verschillende onderwijsmiddelen (syllabi, handleidingen, cursussen, didactische hulpmiddelen, …) (in relatie tot doelstellingen en kwaliteit);
•
inschakeling van innovatieve leermiddelen in de opleiding (o.a. ICT).
de onderwijsvisitatie van de één-cyclus-opleiding textiel
bijlagen
bijlage: proportie contacturen-zelfstudie-andere onderwijsactiviteiten, onderwijsreglement en/of -regeling en/of -procedure wijziging onderwijsvormen en leermiddelen
9
thema toetsing en evaluatie •
de verschillende evaluatievormen (concept, in relatie tot de doelstellingen van de opleidingsonderdelen en de opleiding als geheel, gerichtheid van de evaluatie op het toetsen van kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes, moeilijkheidsgraad);
•
criteria en wijze van beoordeling door de evaluatoren;
•
criteria en wijze van beoordeling van de examencommissie;
•
organisatie van toetsen en examens;
•
transparantie van de evaluatie.
bijlage: examenreglement en/of regeling
10
thema studie- en studentenbegeleiding
10.1
studenteninstroom •
instroomprofiel (ook zijdelings);
•
instroombegeleiding;
•
voorlichting aan abituriënten/aspirant-studenten;
•
activiteiten ten aanzien van de aansluiting secundair - hoger onderwijs.
10.2
studiebegeleiding en studentenbegeleiding •
studiebegeleiding tijdens het eerste jaar;
•
studiebegeleiding/advies tijdens het vervolg van de opleiding;
•
communicatie van de onderwijsdoelstellingen, onderwijs - en examenreglement/ regeling;
•
psychosociale begeleiding;
•
studentenparticipatie;
•
ombudsfunctie.
bijlage: cijfergegevens instroomprofiel en instroombegeleiding, folders en cijfergegevens studie- en studentenbegeleiding, decretaal rapport studiebegeleiding eerstejaars
de onderwijsvisitatie van de één-cyclus-opleiding textiel
bijlagen
11
thema studeerbaarheid en studierendement •
studierendement en studiebelemmerende of studiebevorderende factoren en maatregelen (per studiejaar/startmodules en voor de hele opleiding);
•
studietijd (verdeling over en binnen de opleiding, wijze en opvolging studietijdmeting, overeenstemming begrote en reële studietijd).
bijlage: slaagcijfers alle studiejaren/modules en gemiddelde studieduur, cijfergegevens begrote en reële studietijd
12
thema afgestudeerden •
voorbereiding van de afgestudeerde op de instap in het werkveld (uitstroombegeleiding inbegrepen);
•
contacten tussen de opleiding en de afgestudeerden (o.a. alumniwerking);
•
waardering voor de afgestudeerden door het werkveld;
•
tevredenheid van de afgestudeerden over de opleiding.
bijlage: materiaal uitstroombegeleiding en alumniwerking, rapport tevredenheidmeting bij afgestudeerden
13
thema maatschappelijke dienstverlening •
maatschappelijke dienstverlening verweven met de opleiding (concept, beleidsdoelstellingen, bijdrage tot beleidsdoelstellingen, verwevenheid met onderwijs, kwaliteitszorg maatschappelijke dienstverlening);
•
organisatie, middelen en ondersteuning van de opleidingsgebonden maatschappelijke dienstverlening.
bijlage: visie en/of beleidsdoelstellingen maatschappelijke dienstverlening, overzicht maatschappelijke dienstverlening, begroting projecten maatschappelijke dienstverlening, resultaten uit kwaliteitszorg 14
thema onderzoek •
onderzoek verweven met de opleiding (concept, beleidsdoelstellingen, bijdrage tot beleidsdoelstellingen, verwevenheid met onderwijs o.a. via actieve deelname studenten, kwaliteitszorg onderzoeksprojecten);
•
organisatie, middelen en ondersteuning opleidingsgebonden onderzoek.
de onderwijsvisitatie van de één-cyclus-opleiding textiel
bijlagen
bijlage: overzicht onderzoeksprojecten, begroting onderzoek (personeel/taakbelasting, uitrusting, werking), tussentijdse en/of eindverslagen, gebruikerscommissies, resultaten uit kwaliteitszorg)
15
thema beoefening en ontwikkeling van de kunsten (indien van toepassing) •
de beoefening en ontwikkeling van de kunsten in de opleiding (beleidsdoelstellingen, bijdrage tot de realisatie van de doelstellingen, verwevenheid met onderwijs, kwaliteitszorg beoefening en ontwikkeling kunsten);
•
organisatie, middelen en ondersteuning van de beoefening en ontwikkeling van de kunsten.
bijlage: overzicht beoefening en ontwikkeling kunsten in de opleiding, resultaten uit kwaliteitszorg
de onderwijsvisitatie van de één-cyclus-opleiding textiel
bijlagen
bijlage 3 bezoekschema dag 0 - 6 november 2002 17.00 uur
voorbereiding
dag 1 - 7 november 2002 09.00 - 09.45 10.00 - 10.45 11.00 - 11.30 11.30 - 12.00 12.00 - 12.30 12.30 - 14.00 14.00 - 14.30 14.45 - 15.30 15.30 - 16.15 16.15 - 17.00 17.00 - 17.45 18.00 - 18.45
19.00 - 19.45 19.45
departementshoofd, coördinator van de opleiding en van de vakgroep kwaliteitscoördinator (van de HS en van de opleiding) participerende studenten in de verschillende overlegorganen studenten uit het eerste jaar (heterogeen samengesteld om een representatief staal te hebben van de studentenpopulatie) studenten uit het tweede en derde jaar (heterogeen samengesteld om een representatief staal te hebben van de studentenpopulatie) werklunch in bes loten kring participerende docenten in de verschillende overlegorganen docenten algemene vakken docenten specialisatievakken intern werkoverleg met inzage documenten en bijlagen studiebegeleiders, ombudsfunctie, verantwoordelijke internationalisering, vertegenwoordigers van SOVO afgestudeerden (maximum 12, met verschillende werkveldervaringen en verschillende taken, inclusief mensen die zich nog verder specialiseren, in welke sector dan ook) vertegenwoordigers uit het beroepsveld, inclusief stagementors (maximum 12 uit verschillende sectoren) hapje en drankje voor de aanwezigen
dag 2 - 8 november 2002 09.00 - 11.00 11.00 - 12.00 12.00 - 12.45 13.00 - 14.30 14.30 - 17.00 17.00 - 17.30
rondleiding en bezoek aan de faciliteiten vrij spreekuur departementshoofd en opleidingscoördinator werklunch in besloten kring intern werkoverleg mondeling overleg
de onderwijsvisitatie van de één-cyclus-opleiding textiel
bijlagen