Terug naar Oud Krispijn, Bloemenbuurt en Meezenbroek Daar kun je zien hoe de bewoners zich de buurt eigen maken pp, 17 juli 2008
[Klik hier en typ titel
1
Omtoveren Ella Vogelaar, minister voor Wonen, Wijken en Integratie, wil in de komende jaren veertig wijken in Nederland omtoveren van probleemwijken naar krachtwijken. Een streven dat de laatste tijd met scepsis wordt ontvangen. Maar dit is niet de eerste keer dat er speciale aandacht is voor wijken die kampen met grote problemen op het gebied van sociale samenhang en samenleven. Wat kunnen we nu al leren van de sociaalfysieke wijkaanpak van enkele jaren geleden? Hiertoe zijn we1 teruggegaan naar vier buurten en wijken en de betrokkenen en bewoners gevraagd waar volgens hen de sleutel tot succes ligt om hun eigen wijk weer leefbaar en gezellig te maken en te houden. In dit artikel wordt aan de hand van een korte terugblik nagegaan of bewoners met behulp van de sociaalfysieke aanpak inderdaad beter in staat zijn om heft in eigen handen te nemen. Met andere woorden, voelen de bewoners zich al meer thuis in de buurt en hoe hebben ze dat voor elkaar gekregen. Het blijkt dat de weg naar een gezellige buurt waarin een ieder weer zichzelf kan zijn verschillend wordt ingevuld. Iedere wijk is ten slotte uniek. Het gaat om de Bloemenbuurt en Philipsdorp in Eindhoven, Oud Krispijn in Dordrecht en Meezenbroek, Schaesbergerveld en Molenberg in Heerlen.
Een goed verzorgd huis of een gezellig thuis Buurten en wijken zijn op de eerste plaats woon- en leefgebieden waar mensen zich op hun gemak en veilig willen voelen. Helaas staat dit beeld, als het al ooit bestaan heeft, al geruime tijd op de tocht. Samenschoolverboden, rondhangende jeugd, ouderen die hun huis niet meer uit durven zijn fenomenen in buurten waar huizen strak in een rij staan, waar je niet jezelf kan of mag zijn en met een openbare ruimte waar je zo kort mogelijk wil vertoeven. Het zijn stuk voor stuk zekerheden waarmee vele Nederlandse woonwijken te maken hebben. Uit het recente verleden blijkt dat de aanpak in de stadsvernieuwing alleen gericht op fysieke kwaliteitsverbetering onvoldoende heeft gewerkt. Ook de meer recente nadruk op schoon, heel en veilig is maar deels succesvol en leidt vaak niet tot permanente verbeteringen. Blijkbaar zijn beide strategieën onvoldoende om de bewoners zodanig op hun gemak te stellen dat de gezelligheid weerkeert of zijn intrede doet. We (adviseurs, onderzoekers) zijn teruggekeerd naar Oud Krispijn, Philipsdorp, Bloemenbuurt, Meezenbroek, Schaesbergerveld en Molenberg om na te gaan of de sociaalfysieke aanpak wel tot meer saamhorigheid leidt. Is/wordt het er weer gezellig? Of is het slechts een goed verzorgde façade die niet is afgestemd op de behoefte en mogelijkheden van haar bewoners. De drie wijken in Dordrecht, Eindhoven en Heerlen zijn stedelijke uitbreidingswijken van voor de tweede wereldoorlog en aangevuld of gemengd met woonbuurten en voorzieningen uit de wederopbouwperiode. Oorspronkelijk zijn ze opgezet om de bewoners een goed verzorgd thuis 1
Al vanaf 2004 heeft NovioConsult, een Nijmeegs adviesbureau voor omgevingsbeleid, in verschillende
Nederlandse steden een bijdrage geleverd aan de zogenoemde 'sociaalfysieke wijkaanpak'.
[Klik hier en typ titel
2
te geven met voorzieningen en een omgeving waar ze zelf weinig meer aan bij hoeven te dragen. Een in alle opzichte verzorgde wijk. Toch is het mis gegaan, waar ligt dat aan en wat kun je doen om het tij te keren? We stellen de wijken en hun aanpak eerst kort voor. Bloemenbuurt (Eindhoven)
De Bloemenbuurt in Eindhoven is een typische jaren 20 – 30 wijk en was niet alleen fysiek, maar ook sociaal toe aan een opknapbeurt. De woningstichting Domein (in bezit van nagenoeg alle woningen) is met de bewoners in gesprek getreden om de beleving en wensen van de bewoners beter in kaart te brengen. Sloop en vervanging van woningen werden uitdrukkelijk gekoppeld aan verbetering van de sociale verbanden in de buurt. Het wonen en de mogelijkheid voor de bewoners om zelf een woning te verwerven, levert een bijdrage aan het behalen en behouden van een sociale positie van de buurtbewoners in de buurt en daarbuiten. Philipsdorp (Eindhoven)
Philipsdorp is een wijk waar bewoners een sterke binding mee voelen. Het is een historisch deel van Eindhoven en juist deze historie bindt de inwoners. Onderzoek met en door bewoners
3
heeft aangetoond dat er een sterk gevoel is van historiciteit verbonden met collectiviteit en sociale herkenbaarheid, dit biedt vitaliteit en veerkracht. Vitaliteit doordat men in een continue betrokkenheid met elkaar en met de wijk voelt. Veerkracht bestaat eruit dat men veranderingen weet op te vangen en een plek geeft in de buurt. Na een impasse van enkele jaren is door de gemeente Eindhoven en de woningcorporatie Domein aansluiting gezocht bij de uitkomsten van het bewonersonderzoek en is er geïnvesteerd in het behoud van de historische buurt en haar bewoners. Oud Krispijn(Dordrecht)
Oud Krispijn kenmerkte zich door versnipperd woningbezit, parkeerproblemen, oudere woningvoorraad en kleine woningen met lage huren. Veranderingen in bewonersamenstelling van de wijk en een hoge mutatiegraad haalden de traditionele samenhang in wijk onderuit. Bewoners vroegen zelf om een meer sociale aanpak van de wijk om de achteruitgang te stoppen. Hierop is in Dordrecht als een van de eerste steden begonnen met een sociaalfysieke benadering. Het heeft geleid tot een verbond tussen de belangrijkste spelers: corporaties, welzijnsorganisatie, gemeente en bewoners (Oud Krispijn Bewoners Zelforganisatie), samen vormen zij Oud Krispijn vernieuwt, de organisatie die de kar trekt tot 2013. Bewoners hebben rechtstreeks invloed op de investeringen in de wijk. De opdeling van de wijk in buurten en deelgebieden met elk een eigen identiteit sluit aan op de beleving van de bewoners. Aan de keuze voor verschillende identiteiten en het gemengd woonmilieu wordt koste wat kost vast gehouden en door de samenwerkende partners concreet ingevuld.
[Klik hier en typ titel
4
Meezenbroek, Schaesbergerveld en Molenberg (Heerlen)
Doel van de sociaal fysieke aanpak is de bewoners van de buurten in Heerlen-Stad Oost weer vertrouwen te geven in een nieuwe toekomst zodat men er voor kiest in buurt te blijven wonen en leven. Het is zaak de negatieve spiraal te stoppen en opnieuw te investeren in voorzieningen voor de bewoners. Niet zo zeer door het aantrekken van jongere mensen om de vergrijzing en bevolkingskrimp te stoppen, maar door de buurten beter af te stemmen op de behoeften van de aanwezige bewoners, waaronder veel ouderen en gezinnen met een laag inkomen. Een nieuw hart voor de woonbuurten met winkels, zorg, onderwijs, cultuur en bedrijvigheid moet er voor zorgen dat de mensen elkaar weer kunnen ontmoeten en nieuwe sociale verbanden aangaan.
Vele wegen te bewandelen In de buurten en wijken zijn bewoners, gemeenten, corporaties en diverse instellingen nu een aantal jaren aan de slag. De eerste resultaten en ervaringen tekenen zich af. We zien dat de aanpak sterk verschilt maar dat de doelen en de gewenste resultaten veel overeenkomsten hebben. In elk van de wijken zien we een andere benadering ingegeven door de aanleiding voor een sociaal fysieke aanpak, de omstandigheden in de wijk en de positie van de bewoners. In de Bloemenbuurt en Philipsdorp zien we dat de woningcorporatie Domein het voortouw neemt, zij heeft immers de meeste woningen in bezit. Ook was naar zeggen van de corporatie was de gemeente te passief in haar regierol. Oud Krispijn met haar versnipperd woningbezit heeft gekozen voor een Wijkontwikkelingsmaatschappij (WOM) waarin de betrokken woningcorporaties gezamenlijk hun inspanningen bundelen. Aanpak, investeringen en uitvoering lopen grotendeels via de WOM waarin de bewoners een belangrijke inbreng hebben. De totaalaanpak en samenwerking met bewoners en gemeente verloopt via projectorganisatie Krispijn vernieuwt.
5
In de buurten van Heerlen Stad Oost zien we juist een netwerkorganisatie ontstaan. Gemeenten instellingen, corporaties en bewoners stemmen vanuit een eigen benadering de maatregelen en projecten met elkaar af. Bloemenbuurt en Philipsdorp De ambitie van de woningstichting Domijn is het belang van de bewoners duidelijk in te beeld brengen. Aan de hand van reële alternatieven wordt de betrokkenheid getriggerd door zaken duidelijk te stellen wat betreft consequentie voor de bewoners en de buurt. Er wordt geen beleidsblad voor de mond genomen. Doordat de verwachtingen in de buurt door medewerkers van de corporatie zelf zijn gepeild, levert dat onderling contact op en meer inzicht in elkaars drijfveren en wensen. Deze tactiek draagt sterk bij aan een bewonergerichte houding van de medewerkers en geeft richting aan een andere manier van werken en organisatie. Gekozen is voor particulier opdrachtgeverschap om bewoners zelf de nieuwe woningen, buurtinrichting en voorzieningen te laten meebepalen, bewoners krijgen op deze manier een startpunt op de woningmarkt en de mogelijkheid een wooncarrière te doorlopen. Door Domein worden aan bewoners woningen aangeboden met korting op de marktwaarde. Hiermee wordt een belangrijke bijdrage geleverd aan de sociale positie en stijgingsmogelijkheden van de bewoners. Door de bewoners aan de buurt te binden kan de bestaande sociale samenhang in de buurt worden behouden. Oud Krispijn “Oud Krispijn vernieuwt” is bij haar start begonnen met het werken aan vertrouwen door daden te stellen: alert reageren op leefbaarheidproblemen zoals aanpak van burenoverlast en van vervuiling op straat. Ook is de politiepost is vernieuwd en verplaatst naar een onrustige plaats in de wijk,. Daarnaast wordt samen met Krispijn Wonen, politie, bewoners en welzijn en zorginstanties gewerkt aan het herstellen van de sociale samenhang in wijk, bewoners een wooncarrière te geven en de uitstroom verminderen. Volgens “Krispijn vernieuwt” komt bewonerbetrokkenheid tot stand door stapsgewijs en ambachtelijk te werk gaan en niet te denken in grote plannen en abstracte processen. Bewoners worden betrokken op grond van hun eigen kennis en kunde. De mogelijkheden om actief te worden bestaan uit een groot aantal verschillende activiteiten en intensiteiten, zodat ieder met zijn of haar eigen tempo en vaardigheden een bijdrage kan leveren. Doeners en denkers zijn beide even belangrijk en krijgen evenveel waardering. In plaats van grote bewoneravonden zijn bewoners thuis opgezocht of er worden trapportaal en straatgesprekken gehouden. Successen worden gevierd en persoonlijke contacten staan voorop. Hiermee voelen mensen zich meer gewaardeerd en zijn ze eerder bereid om bij te dragen aan activiteiten in de buurt. Iedereen komt dan aan bod. Het imago van de wijk verbetert zienderogen onder andere door mensen uit de rest van de stad naar de wijk te halen met manifestaties en aantrekkelijke woon- en werklocaties te creëren. In samenhang met het laten terugkeren van het “Krispijn-gevoel” wordt er voortvarend gewerkt aan de fysieke opwaardering van de wijk. Belangrijk is dat wordt vastgehouden aan de
[Klik hier en typ titel
6
oorspronkelijke strategie en afgesproken aanpak en tussentijdse aanpassingen en bijstellingen binnen de fysieke herstructurering van de wijk tot zo min mogelijk te beperken. Door een duidelijke lijn voor de buurt en wijk voor ogen te hebben en hier consequent naar toe te leven worden plannen ook duidelijker voor bewoners. Meezenbroek, Schaesbergerveld en Molenberg In de buurten van Heerlen Stad-Oost is een gezamenlijke en samenhangende aanpak van groot belang. Lange tijd hebben gemeente, corporatie, politie en welzijnsinstanties eigen doelen gesteld en activiteiten ontplooit. Afstemming op de behoeften en mogelijkheden van de bewoners was beperkt. De sociaal fysieke analyse en programmering biedt nu de mogelijkheid voor alle partijen zich te richten op gezamenlijke doelen waaraan iedereen een bijdrage levert. Rondom deze gezamenlijke doelen zijn sociale coalities ontstaan tussen betrokken corporaties, gemeenten, politie, bewonersorganisaties en instanties in de zorg en welzijn. Belangrijke doelen zijn onder andere de totstandkoming van een kloppend hart voor de wijk, aandacht voor de (woon)positie van de huidige bewoners, het behouden van zorg en onderwijsvoorzieningen en het terugdringen van de (drugs)overlast. Gewerkt wordt aan de hand van een meerjarenprogramma en een gemeenschappelijke visie op de buurt, haar voorzieningen, woonkwaliteiten en de sociale perspectieven van de bewoners. De sociale coalitie komt tot stand omdat er relatief veel partijen betrokken zijn bij de revitalisering van de buurten en ook omdat er in de buurten nog sprake is van redelijk in tact zijnde sociale verbanden. Bewoners hebben de mogelijkheid gezamenlijk op te treden en volwaardig deel te nemen aan de coalitie. Om het vertrouwen van meerdere groepen in de wijk te winnen en om op korte termijn te laten zien dat het menens is, is gestart met het project sociale herovering. Belangrijke doelgroep zijn de jongeren, om de overlast te beperken moeten ook zij een plek krijgen in de wijk. Tegelijkertijd wordt de uitwaaiering van drugsoverlast vanuit het centrum aangepakt en vinden er regelmatig feestelijke bijeenkomsten plaats om successen en mijlpalen gezamenlijk te markeren: opknap en verbeteringen van de speeltuinen, klussendienst voor de buurt vanuit scholengemeenschap (Arcus), inrichten van jongerenvoorziening bij sportvelden, schoonmaakprojecten met (ex)verslaafden etc. Het gezamenlijk naar buiten dragen van successen, investeringen en feesten draagt sterk bij aan de verbetering van het zelfbeeld van de bewoners en het imago van de buurten in de stad. Op Molenberg is al een kentering merkbaar, investeringen in de karakteristieke (mijnwerkers)woningen trekken steeds meer mensen uit andere delen van de stad aan en dragen bij aan de verlevendiging en aantrekkelijkheid van de buurt.
Ruimte voor een eigen identiteit In de gesprekken welke zijn gevoerd met de betrokken corporaties, gemeenten en bewoners in de vier wijken komt een positief beeld naar voren. Er zijn merkbare verbeteringen, de bewoners zien weer perspectieven voor de buurt en voor zichzelf. Het vertrouwen in de toekomst van de buurt en de eigen rol en positie daarbinnen stijgt. Centraal staat daarin het besef dat men het heft weer in eigen handen heeft en mee vorm kan geven aan de toekomst van de wijk.
7
Belangrijk is dat niet alles wordt geregeld en dichtgetimmerd door de betrokken instanties, corporaties en gemeenten. Er is ruimte nodig voor de bewoners om hun eigen stempel te drukken op de wijk. De wijk of buurt gaat zo deel uitmaken van de persoonlijke en groepsidentiteit van de bewoners en visa versa. Er zijn verschillen tussen de wijken, de ingeslagen wegen en de tot nu toe bereikte resultaten. De rode draad is de betrokkenheid van de bewoners en het feit dat zij de mogelijkheid hebben benut om invulling te geven aan de verbeteringen in de buurt. In de klassieke benadering Fysieke herstructurering van buurten en wijken gaat uit van een planmatige aanpak die vaak gebaseerd is op de belangen van de betrokken overheden, corporaties etc. Woonbuurten worden ingericht als een goed verzorgt huis waar de bewoners weinig meer aan toe voegen hebben. Een sociaalfysieke aanpak of benadering daarentegen gaat uit van een transformatie (of omtoveren) van de buurt of wijk aan de hand van de behoeften en mogelijkheden van de bewoners. Niet alles van te voren vastleggen in strategische plannen. Het gaat er om dat vanuit mogelijkheden die een wijk biedt en de behoeften van de bewoners er een gezamenlijke en flexibele tactiek komt waarbinnen er ruimte is voor de eigen identiteit van de buurt. We zien dan ook dat per wijk die tactiek wezenlijk kan en moet verschillen, maar de rode draad in essentie overeind blijft. Daar waar een overlap is tussen de sociaalfysieke ontwikkeling van de wijk en de verbondenheid van groepen en individuen liggen er kansen om in de toekomst de identiteit te versterken en te behouden. Belangrijk is de vraag of de gemeente en de corporaties voldoende open staan voor de inbreng uit de buurt en hoeveel ruimte wordt gegeven aan de bewoners en gebruikers van de buurt om zelf vorm te geven aan hun huis, de straat, de voorzieningen en ontmoetingsplaatsen. De sociaalfysieke wijkanalyse heeft hiertoe in Eindhoven, Dordrecht en Heerlen de aanstoot gegeven. Het ziet er naar uit dat Oud Krispijn, Philipsdorp, Bloemenbuurt, Schaesbergerveld., Meezenbroek en Molenberg doorgroeien naar een nieuw evenwicht met gezamenlijke symbolen, mythen en toekomstbeelden.
[Klik hier en typ titel
8