Thema 2.1: Infectie- en Immuunziekten
Tentamen B: correctievoorschrift 5 november 2004 Tentamencoördinator mw. Dr. I. Bakker
Tentameninformatie Het tentamen bestaat uit 68 vragen, waarvan 53 gesloten en 15 open vragen. In totaal zijn er 142 punten te behalen. Voor ieder juiste gesloten (= meerkeuze) vraag worden 2 punten toegekend.
2004 © Erasmus MC, Rotterdam \ 2004-2005 \ 2.1 Tentamen B - Correctievoorschrift – 20041105
Thema 2.1: Infectie- en Immuunziekten
Tentamen B: correctievoorschrift 5 november 2004 Antwoorden open vragen A [maximumscore: 2p] Voorbeelden van juiste antwoorden: - Crowding- complement deficiëntie - leeftijd - ontbreken van antistoffen - omgevingscontacten - genetische predispositie • • •
voor vier juiste antwoorden voor drie juiste antwoorden voor twee of minder juiste antwoorden
2 1 0
B [maximumscore: 2p] • •
voor een pijl op de juiste plaats voor een kruis op de juiste plaats
1 1
C [maximumscore: 3p] Voorbeeld van een juist antwoord: o Door superantigen TSST-1 of andere ‘superantigenen’ van stafylokokken (enterotoxines) of andere bacteriën (ß-hemolytische streptokokken groep A) binden rechtstreeks aan de ß-keten van het MHC II molecuul van een antigeenpresenterende cel (APC) ZONDER van tevoren te zijn verwerkt door deze APC. o Tevens binden deze superantigenen rechtstreeks aan de laterale zijde van de ß-keten van de T-cel receptor (TCR). o Zodoende worden APC en T-cel kortgesloten leidende tot een massale T-cel stimulatie (10-20% van de totale T-cel populatie) Door conventionele antigenen: o Normaliter worden antigenen eerst verwerkt door de APC, waarna het antigeen via binding aan het MHC II molecuul van de APC (in de groeve tussen de α- en ß-keten wordt gepresenteerd aan de T-cel. o Binding aan de T-cel receptor vindt plaats via de Vα en Vß ketens van de T-cel receptor (TCR) waarna T-cel stimulatie volgt (stimulatie normaliter van minder dan 1 : 10.0000 Tcellen). Nog niet bekend hoe de drie deelpunten worden toegekend.
2004 © Erasmus MC, Rotterdam \ 2004-2005 \ 2.1 Tentamen B - Correctievoorschrift – 20041105
D [maximumscore: 2p] Voorbeelden van juiste antwoorden: - reflux van urine - neurologische aandoeningen - zwangerschap - urinecatheter - stenen • • •
voor vier juiste antwoorden voor drie juiste antwoorden voor twee of minder juiste antwoorden
E
[maximumscore: 3p]
2 1 0
Voorbeeld(en) van juiste vragen die gesteld moeten worden: niet aanwezig. • • •
voor drie juiste vragen voor twee juiste vragen voor één juiste vraag
F
[maximumscore: 2p]
3 2 1
- P: geen positieve of negatieve selectie - Q: alleen positieve selectie - R: alleen negatieve selectie • • •
voor drie juiste antwoorden voor twee juiste antwoorden voor één juist antwoord
2 1 0
G [maximumscore: 2p] Voorbeeld van een juist antwoord: B-cellen zijn (indirect)verantwoordelijk voor de produktie van antistoffen. Het feit dat een jongen zonder goed functionerende B-cellen een DM type i kan ontwikkelen betekent dat Bcellen in de pathogenese een ondergeschikte cq geen rol spelen. • •
voor aspect…………… …. voor aspect ……………….
2004 © Erasmus MC, Rotterdam \ 2004-2005 \ 2.1 Tentamen B - Correctievoorschrift – 20041105
1 1
H [maximumscore: 2p] Voorbeelden van juiste antwoorden: - Verbreden van spectrum - Synergie - Mindere kans op selectie van resistentie • • •
voor drie juiste antwoorden voor twee juiste antwoorden voor één juist antwoord
I
[maximumscore: 2p]
2 1 0
Voorbeeld van een juist antwoord: niet aanwezig
• •
voor aspect…………… …. voor aspect……………….
J
[maximumscore: 4p]
1 1
Voorbeeld van een juist antwoord: Frequente infecties kunnen de kans op ontwikkelen van allergie verminderen. (1 pt) Dit geldt alleen indien deze infecties vroeg in het leven (eerste jaar/jaren) worden doorgemaakt. (1 pt) De ‘hygiëne hypothese’ veronderstelt dat een lage blootstelling aan infectie-verwekkers (en bepaalde andere omgevingsfactoren, zoals endotoxine) leidt tot minder stimulatie van ontwikkeling van Th1 lymfocyten waardoor Th2 lymfocyten, die betrokken zijn bij de pathogenese van een allergie, een belangrijke invloed houden. (1 pt) Inzichten zijn afkomstig van epidemiologisch onderzoek: kinderen uit kleine versus grote gezinnen, invloed crèche bezoek, opgroeien op boerderij. (1 pt)
K [maximumscore: 2p] Voorbeelden van juiste antwoorden: - varicella zoster virus - herpes simplex virus - cytomegalovirus - respiratoire virussen (influenza, hMPV, RSV) - pneumokokken - Mycobacterium tuberculosis - Pneumocystis carinii - Aspergillus fumigatus • • •
voor vier juiste antwoorden voor drie juiste antwoorden voor twee of minder juiste antwoorden
2004 © Erasmus MC, Rotterdam \ 2004-2005 \ 2.1 Tentamen B - Correctievoorschrift – 20041105
2 1 0
L
[maximumscore: 2p]
Voorbeelden van juiste antwoorden: - CVID is niet X gebonden - X-LA gewoonlijk sympto- matologie op jonge leeftijd - CVID sterk verhoogde kans op tumoren - X-LA geen of vrijwel geen B lymfocyten in het perifere bloed - X-LA afwijking in het Btk gen - CVID gaat vaker gepaard met autoimmuunziekten - CVID ook een T cel dysfunctie • • •
voor vier juiste antwoorden voor drie juiste antwoorden voor twee of minder juiste antwoorden
2 1 0
M [maximumscore: 3p] Micro-organisme dat de meest voor de hand liggende verwekker is: Chlamydia trachomatis. Voorbeeld van een juiste uitleg aan de patiënt: (1) Diagnostiek kan plaats vinden dmv een urine monster (of een pijnlijk “invasief” urethrauitstrijkje) en een nucleinezuur amplificatie test. (2) Van een geïnfecteerde partner en niet van de wc-bril. (3) Behandeling is oraal één dosis antibioticum, dus heel makkelijk (1 g azithromycine). (4) Er is 50% kans op besmetting bij een seksueel contact. Alle contacten dienen dus gewaarschuwd te worden met het advies zich te laten testen. Aangezien 50%-75% van de infecties asymptomatisch is, zijn symptomen geen richtlijnen voor het al dan niet laten testen. • • • •
voor het juiste micro-organisme voor vier juiste antwoorden bij 1, 2, 3 èn 4 voor drie juiste antwoorden bij 1, 2, 3 en/of 4 voor twee of minder juiste antwoorden bij 1, 2, 3 en/of 4
1 2 1 0
N [maximumscore: 2p] •
voor de uitleg dat het een transplantatie tussen twee genetisch identieke individuen betreft U
U
•
U
voor het voorbeeld ‘monozygote/eeneiige tweeling’
U
1 1
Opmerkingen: Indien alleen wordt genoemd dat de donor en de ontvanger HLA identiek zijn, dan het eerste punt niet toekennen. Indien alleen ‘tweeling’ wordt genoemd, dan het tweede punt niet toekennen.
2004 © Erasmus MC, Rotterdam \ 2004-2005 \ 2.1 Tentamen B - Correctievoorschrift – 20041105
O [maximumscore: 3p] Voorbeeld van een juist antwoord: Hiermee wordt een dalspiegel in IgG levels bedoeld. Dit wordt waargenomen bij kinderen op een leeftijd van 6-9 maanden. Dit wordt veroorzaakt door het feit dat het IgG, afkomstig van de moeder, verdwijnt ( met een halfwaardetijd van 3 weken ), en doordat de eigen IgG synthese langzaam op gang komt. • voor juiste uitleg van het fenomeen “voorbijgaande hypogammaglobulinemie van de pasgeborene” • voor juiste leeftijd • voor twee juiste oorzaken
2004 © Erasmus MC, Rotterdam \ 2004-2005 \ 2.1 Tentamen B - Correctievoorschrift – 20041105
1 1 1