Thema 1.2: Stoornissen in het milieu interieur
Tentamen B: correctievoorschrift 24 december 2004 a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
Tentamencoördinator Dr. J. van der Steen
Tentameninformatie Het tentamen bestaat uit 63 vragen, waarvan 51 gesloten en 12 open vragen. In totaal zijn er 146 punten te behalen. Iedere gesloten vraag is 2 punten waard. De gesloten vragen bestaan uit: één 3 keuze vragen vijftig 4 keuze vragen
Naam docent: Dr. J. Van der Steen Naam tentamen: 1.2 Stoornissen in het milieu interieur Datum tentamen: 24 december 2004 Telefoonnummer: 0104632969 ruimte voor handtekening
2004 © Erasmus MC, Rotterdam \ 2004-2005 \ 1.2 Tentamen B - Correctievoorschrift - 20041224a
Thema 1.2 /Tentamen B
2/6
Thema 1.2: Stoornissen in het milieu interieur
Tentamen B: correctievoorschrift 24 december 2004
Antwoorden gesloten vragen
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
B C A D C B A C C B A D D C A A C A B D
21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40
B B A A B C A C B A C C C A B B D D A A
41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51
C B C D D C D A D C C
Toelichting bij antwoord vraag 41: Zie Berne&Levy, Hoofdstuk 37, Box 37-2 Toelichting bij antwoord vraag 44: Verlies van zoutzuur (HCl) door het braken veroorzaakt een baseoverschot in het plasma met metabole alkalose als gevolg. Deze wordt (ten dele) gecompenseerd door hypoventilatie van de longen. De vermindering van het plasma volume t.g.v. het braken stimuleert echter ook het renineangiotensine-aldosteron systeem (RAAS) dat euvolemie tracht te herstellen door de terugresorptie van Na+ en water in de nier te verhogen. Angiotensine II stimuleert daarbij de Na+/H+ uitwisselaar (NHE3) in de apicale membraan van de proximale tubulus cel, waardoor de H+ secretie toeneemt. Nog belangrijker is de verhoogde inbouw van de proton (H+)- pomp in het apicale membraan van de intercalair cellen (α-IC) in de verzamelbuis onder invloed van aldosteron uit de bijnier. Hierdoor ontstaat een surplus aan H+ in het lumen waardoor de pH van de urine extra zuur wordt. De hypovolemie t.g.v. het
2004 © Erasmus MC, Rotterdam \ 2004-2005 \ 1.2 Tentamen B - Correctievoorschrift - 20041224a
Thema 1.2 /Tentamen B
3/6
braken is dus verantwoordelijk voor de anomale secretie van extra zuur in de urine. Toelichting bij antwoord vraag 47:Zie Berne&Levy, Hoofdstuk 37, Box 37-2 Toelichting bij antwoord vraag 50: evt. berekening: RR = incidentie onder rokers = 1.30 = 18.57 incidentie onder niet-rokers 0.07 Toelichting bij antwoord vraag 51: evt. berekening: PAR = 0.4 * (22-1) / [0.4 * (22-1) + 1] = 8.4 / 9.4 = 0.893617. PAR * 6399 = 5718
2004 © Erasmus MC, Rotterdam \ 2004-2005 \ 1.2 Tentamen B - Correctievoorschrift - 20041224a
Thema 1.2 /Tentamen B
4/6
Thema 1.2: Stoornissen in het milieu interieur
Tentamen B: correctievoorschrift 24 december 2004
Antwoorden open vragen
A [4p] Helium is nodig voor de bepaling van het RV, de FRC en de TLC. [Voor elk genoemd longvolume 1p] Het RV blijft altijd achter in de long. Het RV en de longvolumes waar het RV deel van uitmaakt (FRC en TLC) zijn niet direct uit de standverandering van de spirometerklok te meten, maar deze longvolumes worden gemeten door de verdunning van het inerte gas helium. [1p] B 1 2
[4p] De ademcurve wordt breder. [2p] Als gevolg van de vernauwing moet er meer arbeid geleverd worden. [2p]
C
[4p; 2p per juist getekende lijn]
D [2p] Pijl 1: in de lamina basalis (basale membraan ook goed rekenen) [1p] Pijl 2: in de glycocalix of borstelzoom of microvilli (villi of trilharen niet goed!) [1p] E [4p] Een zwakke urinestraal is of het gevolg van een zwak contraherende blaas waardoor de druk in de blaas laag is [2p] of een verhoogde urethrale weerstand (bijvoorbeeld prostaatgroei) waardoor de urinestroom door de urethra wordt belemmerd [2p].
2004 © Erasmus MC, Rotterdam \ 2004-2005 \ 1.2 Tentamen B - Correctievoorschrift - 20041224a
Thema 1.2 /Tentamen B
5/6
F 1 2 3
G 1 2
[4p] Waterretentie (of: normalisatie osmolariteit), gevolgd door verhoogde zoutexcretie (of: normalisatie volume ECF) [2p] Snelle respons: verhoogde osmolariteit ECF-> osmoreceptors -> ADH secretie neemt toe -> water retentie -> toename volume ECF [1p] Latere respons: Toename van ECF volume-> baroreceptors -> aldosterone secretie neemt af -> Na-excretie -> normalizatie volume ECF [1p] [4p] Enzymsystemen nodig voor nieuw-bicarbonaatvorming moeten worden aangepast. [2p] Dit gebeurt in cellen in de proximale tubulus via verandering van genexpressie. [2p]
H 1 2
[2p] structuur: glomerulus aspect: nodulair (knopvormig)
I
[5p]
Aquaporine 2 aan juiste zijde [1p] aquaporine 3 en 4 aan juiste zijde [1p] pijlen H2O goede richting [1p] c-AMP [1p] VP receptor op juiste plaats [1p] J [4p] sensor effector hormoon Effect Na
baroreceptor sympaticus renine/aldosteron afname
1 pt 1 pt 1 pt 1 pt
2004 © Erasmus MC, Rotterdam \ 2004-2005 \ 1.2 Tentamen B - Correctievoorschrift - 20041224a
[1p] [1p]
Thema 1.2 /Tentamen B
6/6
K [4p] voordeel: [2p per juist voordeel] mogelijk meer organen; gemakkelijker te vragen aan nabestaanden; registratie is geen bottle-neck meer minder vrijblijvend nadeel: [2p per juist nadeel] expliciete toestemming voor uitnames ontbreekt familie blijft cruciale factor risico van averechts effect (ervaring van te veel drang) L 1 2 3
[3p] zelfbeschikking; opheffing wachtlijst / nood van patiënten; gaat illegale orgaanhandel tegen. [1p] onvrij; exploitatie van zwakkeren; het lichaam wordt ‘commodity’; het ondergraaf andere motivaties, zoals altruïsme. [1p] Hier wordt een punt voor gegeven mits er argumenten worden genoemd én dit voldoende wordt onderbouwd. [1p]
2004 © Erasmus MC, Rotterdam \ 2004-2005 \ 1.2 Tentamen B - Correctievoorschrift - 20041224a