<<< Boekweit >>> Het eerst deel van het artikel in de Zelfzwichter is geschreven op basis van gegevens in het voorjaarsnummer 2008 van "DEELgenoot", het mededelingenblad van de Historische Kring Blaricum (www.histkringblaricum.nl). Het is geschreven door Hidde van der Ploeg op basis van een lezing van Adrie Peereboom van de imkersvereniging. http://www.imkersverenigingblaricum.nl/boekweit.html Voor de doelgroep van de Zelfzwichter is met name de puntsgewijze beschrijving van de werkwijze in een grutterij interessant. De zeventiende eeuwse grutterij. Meer dan twee eeuwen veranderde er nauwelijks iets in de inrichting van de grutterijen. Daarin kwam pas verandering bij de opkomst van de stoommachine. Laten we de grutter eens volgen in zijn dagelijkse arbeid. De gravure uit "Het menselyk bedryf" van Jan Luyken (afgebeeld in de ZZ 2010/1) toont het interieur van een grutterij. Op de voorgrond schept de grutter het meel in gemerkte zakken. Een rosmolen op het middenplan plet de zaden. 1. De grutter ontvangt boekweit om grutjes van te maken en slaat dat op zolder op. 2. Als eerste stap stort hij een hoeveelheid van 100 á 200 kg op de eest – of de ‘neest’ – een drogerij met een oventje eronder. Als brandstof worden boekweitdoppen gebruikt die een heerlijke geur afgeven. Na één tot enkele uren is de boekweit voldoende gedroogd en zit tevens de pit losser in de dop. 3. De grutter schept de warme boekweit uit de eest en stort het in een kaar boven de voorzeef om af te koelen. 4. Hij spant het paard voor de molen, zet de prik aan om het dier tot een regelmatige snelheid te dwingen, geeft het dier een klap op de kont en loopt de trap op naar de gruttensteen. 5. Intussen houdt het paard het enorme spoorwiel (de kroon) met de beide molenstenen in beweging en brengt in één moeite door een aantal touwen in beweging om de waaijerijen en zeefmachines aan te drijven. 6. De voorzeef schudt heen en weer en reinigt de boekweit uit het kaar erboven en dan stroomt het in het gruttensteenkaar. 7. De gruttensteen is óf de trots óf de nachtmerrie van de grutter. Of hij doet het geweldig en breekt elk boekweitje in stukjes zonder noemenswaardig veel meel te geven. Maar wordt de steen een beetje stomp, of draait hij niet zuiver genoeg, dan brengt hij alleen maar klachten, verlies en ongenoegen voort. Omdat wat er uit de gruttensteen komt bepalend is voor het rendement richt de aandacht van de grutter zich met name op het met de gruttenzeef controleren hoeveel grutjes de steen maalt en hoe schoon dat product oogt. 8. Het meel dat van de gruttensteen komt gaat direct op de breekzeef die het uitsplitst in zes of zeven soorten. De grutjes gooit hij daarna in de groffe waaijerij, waar de doppenstukjes en vliesjes – die ongeveer net zo groot zijn als grutjes – worden afgescheiden. In principe is het voornaamste werk hiermee gedaan. 9. De tweede molensteen, de meelsteen, gebruikt hij om te fijne grutten, grutten met stukjes vliezen en half gebroken korrels verder te malen tot fijn meel. Ook dat wordt meteen na het malen gezeefd en een deel ervan gaat nog over de fijne waaijerij. Zonder waaijerij krijgt de grutter de harde doppenstukjes niet verwijderd. 10 Na zo’n twee uur heeft de grutter de hoeveelheid uit de eest verwerkt en is ook het paard toe aan rust. Er staan nu allemaal zakjes met grutten, met meel en met verschillende soorten afval voor de varkens. De doppen gebruikt hij zoals eerder aangegeven als brandstof.
1
Tot zover het productieproces. Nadat hij de eest heeft leeggeschept, gooit de grutter er meteen weer enkele zakken boekweit in zodat hij na één of twee uur weer verder kan. De tussentijd besteedt hij aan afwegen, opruimen, repareren, smeren, paarden verzorgen. Als de boekweit natuurdroog is aangeleverd, kan de grutter het eesten overslaan waardoor de mailproductie per dag zal toenemen. Is de boekweit erg vochtig, dan moet het eesten heel secuur gebeuren om broei te voorkomen, met als gevolg dat het lang duurt voordat hij weer malen kan. Er zijn uit de geschiedenis diverse stads- en dorpsbranden bekend die ontstonden in een grutterij. Tenslotte uit hetzelfde artikel nog wat meer details over het gebruik van boekweit en de gezondheidsaspecten: Boekweitproducten Het zal duidelijk zijn dat de boekweitgrutten het doel vormden van het boekweitmalen. Grutjes zijn stukjes van één tot twee millimeter doorsnee, waaraan soms nog een klein stukje van de zaadhuid, of het kiemspoor zit. Dat laatste is de oorzaak van de gemêleerde kleur. Boekweitmeel is veel fijner, bijna poederfijn en tegenwoordig afhankelijk van de gebruikte maalmethode, grauw/geel tot donkergeel/stippig van kleur. De voedingswaarde van meel en grutjes is gelijk. Het derde product zijn de boekweitdoppen zijn. Ze dragen vijfennegentig procent bij aan het volume en vormen ongeveer dertig procent van het gewicht van de boekweit. Tegenwoordig wordt het gebruikt voor kussenvullingen, maar ook nog wel voor legnesten van kippen. In de grutterij kwam nog een vierde eindproduct vrij: meelafval dat ook wel vellenmeel wordt genoemd. Het wordt beschouwd als uitstekend varkensvoer. Boekweitgrutjes werden heel vaak met karnemelk gekookt tot brij of dikke pap. Zo werd de vaak zurige smaak van de grutjes gelegitimeerd én verfijnd. Bovendien was karnemelk goedkoper dan volle melk omdat ze afgeroomd was. Boekweitmeel werd gebruikt in pannenkoeken en pap, al of niet gemengd met bijvoorbeeld tarwebloem en gegeten met stroop en spekjes. Voedingsaspecten Bij bestudering van de grutterij komt de betekenis van boekweit als voedingsmiddel heel opvallend naar voren. Vanaf de tweede helft van de zestiende tot het einde van de negentiende eeuw was boekweit het weinig gevarieerde voedsel van het arme deel van de bevolking. Het product was goedkoop en voedzaam, maar naar de hedendaagse smaak vies van smaak. Toch is dat een miskenning van de feitelijk ongeëvenaarde kwaliteiten van dit ‘pseudo graan’ Het was bepaald geen minderwaardig voedsel. Eeuwenlang hadden boekweitproducten de voorliefde van boeren, arbeiders, vissers en huismoeders. De nuttige voedingseigenschappen waren bekend hoewel men ze niet kon kwantificeren. Maar bijvoorbeeld Amerikaans onderzoek uit 2000 vermeldt: ‘Het eiwit in boekweit bevat de essentiële aminozuren voor mensen. Speciaal het gehalte aan lysine is hoog, terwijl dat in granen te laag is. Daarom is boekweit uit voedingsoogpunt gelet op de aminozuurverhoudingen superieur ten opzichte van voedingsgranen. Ook bevat boekweit veel zetmeel zodat het niet verwonderlijk is dat de talloze mensen die in het verleden zwaar lichamelijk werk moesten verrichten, ook daaruit voordeel putten.
2
Meer over en rond boekweit is ook te vinden op twee locaties in Wikipedia: http://nl.wikipedia.org/wiki/Boekweit http://nl.wikipedia.org/wiki/Grutten <<< Ander molennieuws >>> Postcode Zwakkenburger Toen de eerste berichten over het ongeluk van Janko Doornbos verschenen op het molenprikbord (http://molen.startpagina.nl/prikbord), werd daar als postadres van de molen genoemd: Hoendiep Oostzijde 65, 9801 LZ Zuidhorn. Zie bijvoorbeeld (www.molendatabase.nl) De plaatsaanduiding verschilt naargelang de geraadpleegde bron. Volgens het molenoverzicht van www.groningermolenhuis.nl staat de molen in Niezijl (gemeente Zuidhorn). - Op de kaartversie van de locatie in de molendatabase staat de molen vlak bij de spoorlijn: dat is de oude plaats! De coördinaten in de database waren toen nog die van de oude locatie. - Op de satellietfoto bij die kaart was al wel te zien dat de molen een paar honderd meter naar het zuiden is verplaatst: tegen de weg aan de noordzijde van het Van Starkenborghkanaal. Bij flink inzoomen toonde de foto duidelijk de schaduw van het gevlucht; de molen zelf zit nogal verborgen onder de ingetekende dikke witte lijn van de weg. De weg heet daar merkwaardigerwijs "Hoendiep Oostzijde". Iets meer naar het westen, vlak voorbij de molen, verandert de naam in "Hoendiep Noordzijde". - Via het huisnummer 65 bij de postcode 9801LZ stuurt GoogleMaps ons naar de westrand van Zuidhorn (vlakbij Briltil, waar de weg ook "Hoendiep Oostzijde" heet.) - Als je met de Tomtom inzoomt, staat er bij de molen Hoendiep OZ 65. Maar in Niezijl (postcode 9842 en 9841) bestaat deze straat niet, ook niet in Noordhorn. Typ je 9801 LZ dan komt er te staan: 9801 LZ - Hoendiep Oostzijde 15 t/m 77 - ZUIDHORN. Dus zou de molen in Zuidhorn staan. Maar als je de postcode 9801LZ met huisnummer 65 intypt op de Tomtom kom je inderdaad aan de zuidkant van Zuidhorn uit (Hoendiep OZ 65, Briltil). - Alle internetrouteplanners situeren Hoendiep OZ 65 op de locatie van Hoendiep OZ nr.16 (aan de westrand van Zuidhorn vlakbij de brug aan het begin van de Brilweg richting Faan). - Merkwaardig genoeg biedt de ANWB als optie: 9804 TB Noordhorn (Zuidhorn). Met die optie zet het programma de bestemmingspunt wèl op de nieuwe locatie van de Zwakkenburger (helaas biedt de ANWB geen satellietfoto). - Googlemaps kent 9804 TB niet! - Op de lokale kaart in het Molenbestand van De Hollandsche Molen staat als molenadres Hoendiep Oostzijde 65, 9801 LZ Niezijl/Noordhorn. De plaats van het molensymbool is correct op de foto en de kaart; bij inzoomen gaat het wel goed met de foto maar niet met de kaart. Notities gemaakt tijdens de zoektocht
3
Het Hoendiep OZ loopt heel vreemd. Hij begint in Enumatil meteen buiten de bebouwde kom in noordelijke richting. Omdat er maar aan een kant bebouwing is, zijn er zowel oneven als even huisnummers. Na nummer 52 kan men niet verder vanwege het Van Starkenborghkanaal. Na een ommetje via de brug van Zuidhorn en het industrieterrein aan de noordkant van het kanaal loopt de nummering op in westelijke richting - wederom onder de naam Hoendiep Oostzijde. Na een groepje huizen bij de knik in het kanaal arriveren we bij de molen. Die heeft een bordje met het nummer 65. De ree naast de molen leidt naar de oude molenlocatie en het woonadres van de molenaar R. Lode, Hoendiep NZ 1, 9843 TE Grijpskerk. Met dit adres komen de diverse navigatieapparaten ook precies bij de molen uit. Precies ter hoogte van de molen staat een dubbel straatnaambord op een paal dat de omschakeling markeert naar het westelijke vervolg: Hoendiep Noordzijde. Ik weet niet of het bordje op de molen een "officieel" huisnummer is... Dit huisnummer is nu vermeld in alle molendatabases (GMH, DMH en dé molendatabase). TNT Post geeft er de postcode 9801 LZ ZUIDHORN aan. Dank aan Karin Noot voor haar bijdrage aan het onderzoek naar deze kwestie. *** *** *** <<< Hergebruik: de oude molen van Opende >>> Op de voorpagina van het blad van de huiseigenaren Eigen Huis stond in mei 2007 een zwaar verbouwde poldermolen, een binnenkruier zo te zien.
*** *** ***
4
<<< Educatie >>> De tekening op pagina 11 is geïnspireerd op de voormalige molen van Roband.
molen van Roband
*** *** ***
Kinderen van de stamgroep Heksenkring van de Peter Petersenschool (jenaplan) te Haren maakten onder andere molentekeningen. De molenaar van de molen in Noordlaren, die ze bezochten, mag er ook wezen!
5
In een volgend nummer van de Zelfzwichter komt hun project veel uitgebreider aan de orde.
*** *** ***
6