SPE C IA L E E DI TI E 4 0 j a ar D e R e ge nb o o g Gro e p 2 5 ma ar t 2 0 1 5 Me el e ve n is e e n uit g ave vo or d onate urs e n v r ij w i l l i ge rs v an D e R e ge nb o og Gro e p. Volg ons op Facebook en Twitter en blijf op de hoogte van het laatste nieuws over De Regenboog Groep De Regenboog Groep Amsterdam @Regenboog020
meeleven
nt a r k m u e l i b Ju
HO OFDREDACTI E CLAARTJE CHAJES • T EKST NICOLLINE VAN DER SPEK • EI N DR EDAC TI E CHULAH BERKOWITZ • C ORRE C TI E S DAVID DE GRAEF • ONT W E RP BOURNE DESIGN • DRU K DE PERSGROEP
Tijd geven maakt gelukkig Volgens cijfers van het CBS zet ongeveer vijftig procent van de Nederlanders zich belangeloos in voor een ander. Zijn we met zijn allen zo empathisch of speelt er iets anders? ‘Ik kom er altijd weer rijker vandaan.’ Sabine van Rompu is een vrouw die je eerder verwacht tegen te komen in het Gooi, dan in een inloophuis voor daklozen in het hart van Amsterdam. Toch staat ze er: in de gang van daklozenopvang De Kloof. De ochtend is nog piepjong, maar Sabine is opgewekt. ‘Dit is zo geweldig om te doen’, zegt ze vol overtuiging. Het is rokerig en druk in het inloophuis. Alle tafels en stoelen zijn bezet. ‘Gezellig toch...’ Sabine is bij De Kloof terechtgekomen via haar dochter die ook vrijwilligerswerk doet voor De Regenboog Groep. ‘Zo’n leuke doelgroep. Vroeger werkte ik met targets in de marketing. Dit is zoveel leuker. Ik had dit werk veel eerder moeten doen.’ Dan Aart Kraak. Hij doet nu vijf jaar buddywerk voor De Regenboog Groep. Eens per week gaat hij op stap met zijn cliënt. Toen ze op een middag samen gingen biljarten, werden ze beiden vriendelijk begroet door de barman. De week erop gingen ze opnieuw biljarten en werden ze beiden opnieuw begroet. Dit keer bij naam! Dat was Aarts maatje, een zestiger die al harddrugs gebruikt vanaf zijn 14de, helemaal niet gewend. Hij was diep geraakt en zei dat hij zich niet kon herinneren dat iemand buiten de scene hem ooit bij zijn naam had genoemd. ‘Daar doe ik het voor’, zegt Aart. ‘Voor dit soort momenten. Daar krijg ik energie van.’
Wie zijn aandacht buiten zichzelf legt, is aantoonbaar gezonder. Gelukkig
Psycholoog Huub Buijssen verbaast het niets. ‘Geven maakt gelukkig’, stelt hij
Geluk zit in een klein bezoekje VRIJWILLIGER GEZOCHT Peet is een vriendelijke in zichzelf gekeerde man. Sinds zijn partner overleed en hij zijn baan verloor is zijn levenslust jaar na jaar achteruit gegaan. Nu ontwijkt hij bergen post, maar zijn schulden zorgen ervoor dat hij nú iets moet ondernemen. Wil jij Peet weer hoop geven door overzicht en structuur te bieden? Geef je nu op als vrijwilliger, mail naar
[email protected] o.v.v jubelkrant vonk
Ten strijde tegen sociale armoede AMSTERDAM – Op 25 maart 2015 bestaat De Regenboog Groep 40 jaar. Het jubileumjaar staat in het teken van armoedebestrijding. Verborgen armoede is een toenemend probleem.
Toen De Regenboog veertig jaar geleden werd opgericht, waren de problemen voor alle Amsterdammers zichtbaar. De stad was in de ban van een heroïnegolf die vele slachtoffers eiste. Geboren uit naastenliefde werd op 25 maart 1975 De Regenboog opgericht. Het adagium in die tijd was Helpen wie geen Helper heeft. Veertig jaar later is De Regenboog Groep nog net ze sterk, zo niet nog veel sterker aanwezig in de hele stad. Wel is de focus gewijzigd, van druggebruik naar bestrijding van sociale armoede.
Verloedering achter de voordeur Het grote verschil: de problemen voltrekken zich niet meer in parken en portieken maar achter de voordeur: verloedering, depressie, eenzaamheid. Alle mensen die De Regenboog helpt, staan er op sociaal vlak slecht voor. Ze dreigen te vereenzamen en af te glijden in een schrijnend isolement. ‘Ons werk is erop gericht dat mensen zelfstandig kunnen blijven wonen’, aldus Regenboog-directeur Hans Wijnands. ‘Dat ze sociale contacten hebben,
en hij illustreert dit aan de hand van een simpel voorbeeld: Je loopt over straat, iemand houdt je aan en vraagt de weg. Ondanks je haast, maak je de ander wegwijs. Je loopt door en voelt je dan een stuk beter. Buijssen: ‘Op het moment dat je iets doet voor een ander, zonder hier meteen iets voor terug te verwachten, produceren je hersenen stofjes die zorgen voor een geluksgevoel. Van goed doen worden we niet alleen gelukkiger, het maakt ook gezonder.’ Buijssen: ‘Ik herinner me een studie waarin studenten een film getoond werd van Moeder Theresa die liet zien hoe ze zieke en stervende mensen van Calcutta bijstond. De uitkomst van de studie was dat het functioneren van het immuunsysteem van de studenten tijdens het kijken toenam. Alleen al het kijken naar iemand die goed doet, heeft direct invloed op onze gezondheid. Ik ben van mening dat vrouwen deels om die reden
Wilma kan mede dankzij haar buddy zelfstandig blijven wonen. (foto: Martijn van de Griendt)
toegang hebben tot hulp en werk vinden. De Regenboog Groep heeft de ambitie om alle Amsterdammers in sociale armoede actief te laten deelnemen in de maatschappij. Dat doen we, zoals we al
ouder worden dan mannen: ze hebben zich meer bekommerd om anderen. Wie zijn aandacht buiten zichzelf legt, is aantoonbaar gezonder.’
Hoezo belangeloos?
Goed doen kan op verschillende manieren. De een geeft geld aan een collectant, adopteert een gorilla of richt een stichting op. Weer een ander fietst voor een ziek nichtje een paar keer de Alpe d’Huez op of beklimt de Mount Everest. Dan zijn er nog meer dan vijf miljoen Nederlanders die hun meest kostbare bezit geven, namelijk zichzelf. Als mantelzorger of vrijwilliger. Bij De Regenboog Groep werken 950 vrijwilligers. Wekelijks gaan ze belangeloos de deur uit voor Amsterdammers die het minder goed hebben getroffen. Nou ja, belangeloos... Aart: ‘Als ik bij mijn maatje ben geweest, kom ik er altijd weer rijker vandaan.’
veertig jaar lang doen: met de inzet van vrijwilligers. Als wij er niet zouden zijn om die duizenden mensen te ondersteunen, slaat de verloedering toe. Niet zozeer zichtbaar op straat, maar
Niki is na dertig jaar gebruiken afgekickt en werkt nu bij inloophuis De Kloof (foto: Merlijn Michon)
Zie ook het interview met Rutger Bregman over armoedebestrijding, pagina 7
‘Mijn leven ging niet over rozen: drugs, dakloos, been there, done that. Muziek is mijn nieuwe drug. Zo te gek om met de jongens van Makom-Mokum muziek te maken. Het is zo’n harmonieuze band.’ Kim speelt trompet in de daklozenband MakomMokum (foto: dp51)
‘Ik had flinke schulden en zit sinds kort in de schuldsanering. Via Vonk, ben ik bij Rederij Kees terecht gekomen, waar ik vaar als schipper: mijn oude beroep. Ik ben altijd binnenvaartschipper geweest. Zo mooi dit werk. Op het water kom ik helemaal tot rust.’ Bert van Onzen vaart mee als schipper op het schip van Rederij Kees (foto: Merlijn Michon)
KORT NIEUWS ‘Het blijft oppassen. Verslaafd blijf je de rest van je leven, ook als je clean bent.’
achter de voordeur. Helpen die geen helper heeft was ons adagium van 1975. Eigenlijk geldt dat nog steeds.’
Gratis geld
Wel eens in een ziekenhuis gelopen..? Daar zie je naast veel ouderen, ook veel arme mensen. Arme mensen leven ongezonder. Ze roken meer, drinken meer, sporten minder, gaan vaker naar McDonald’s en kampen vaker met
overgewicht.’ ‘Armoede maakt dom’, aldus historicus Rutger Bregman, schrijver van het boek ‘Gratis Geld voor iedereen’. En mensen die domme dingen doen, kosten de samenleving veel geld. Geld geven is een veel betere oplossing. Meer hierover in het interview met Bregman op pagina 7.
HOOFDREDACTIONEEL COMMENTAAR Het leek zo mooi, midden jaren zeventig. Hippies knuffelden elkaar en de rest van de wereld in ‘het matras van Europa’, het Vondelpark. Het lijkt zo succesvol, midden jaren tien. Een flatscreen in de woonkamer, met één duim op de smartphone op ‘de bank die eindeloos leningen verstrekt’.
Het kan wél De hippies zaten helaas chronisch aan de drugs en een flatscreen helpt niet als je eenzaam bent. U leest dit stukje waarschijnlijk omdat u compassie voelt voor mensen die om welke reden ook onhandige keuzes maken in het leven. U gunt deze mensen een nieuwe start. Maar wie heeft dat nodig? En wat helpt iemand echt? Hoe herkennen we een probleem? Uiterlijke schijn doorprikken, daar is De Regenboog Groep al veertig jaar goed in. We zagen dat het in het Vondelpark ernstig mis dreigde te gaan en grepen in. We kwamen erachter dat ‘onze’ verslaafden zich minder ver in de nesten werkten als ze in onze ‘gebruikersruimten’ konden roken en spuiten. En dat ziekten als aids zich niet als een olievlek verspreidden doordat vieze spuiten geruild konden worden voor schone. Dat noemen we ‘Harm Reduction’. Vroeger was het onze ambitie om te helpen de chaos op Amsterdamse straten in banen te leiden. Een geslaagde missie, zou je kunnen stellen. Je struikelt niet meer over spuitende daklozen, de meesten hebben permanent onderdak. Ons werk zit erop! In sommige gevallen wel, zoals de vrouwennachtopvang van de Princehof, die in november 2014 dicht mocht. En dat terwijl iedereen ooit riep dat deze groep verslaafde prostituees zich niet laat helpen. We werken met mensen die anderen al hebben opgegeven, omdat we hardnekkig geloven dat het wél kan. Ieder mens heeft potentieel om zich te ontwikkelen. Lukt het vandaag niet, dan proberen we het morgen nog een keer. In de loop der jaren is ons aandachtsgebied enorm gegroeid, maar ook verschoven. Verloedering en schrijnende situaties verstoppen zich tegenwoordig niet op straat, maar achter de voordeur. Schulden, psychiatrie en verslaving; mensen zijn er niet trots op. Je raakt ervan in een isolement. We mogen als Nederlanders onze gordijnen graag geopend houden, het is niet onze kracht om écht bij elkaar naar binnen te kijken. Daar neemt het gros van de mensen de tijd niet voor. Dat doen we bij De Regenboog wel. Onze vrijwilligers en medewerkers laten zich niet tegenhouden door iemands straatvrees, lege portemonnee of chronische verslaving. We prikken zo snel mogelijk alle uiterlijke schijn door, zodat we mensen écht ontmoeten. Omdat we hen een duwtje willen geven naar een menswaardiger bestaan. De Regenboog Groep viert in 2015 feest. Toch gaan we pas keihard en gierend juichen als we zo veel mogelijk sociaal armlastige stadgenoten kunnen verleiden tot een meer solide en minder eenzaam bestaan. Met uw steun vertrouwen we erop dat ons dat lukt.
2
24 uur Regenboog in Amsterdam
Dakloos, in financiële nood of sociaal ontredderd? Kwetsbaarheid is niet gebonden aan kantooruren. Daarom kom je de mensen van De Regenboog Groep de hele dag tegen. Verslaggever Nicolline van der Spek maakte De Regenboog Groep 24 uur mee. flinke schulden, moest noodgedwongen zijn schip verkopen en zit sinds kort in de schuldsanering. Via het Regenboog-project Vonk is hij in aanraking gekomen met Jan Morren, directeur van Rederij Kees, een sociale firma, die wel een schipper kon gebruiken. ‘Op het water kom ik helemaal tot rust’, zegt Bert als we zijn aangemeerd bij Brouwerij De Prael. Ik zit naast hem en kan het niet ontkennen: dit is net vakantie.
11.30
een krappe portemonnee en een klein sociaal netwerk. Je bent lekker onder de mensen en bewegen is altijd goed. ‘In het zwembad hoef je even niet aan je sores te denken’, zegt begeleidster Yvonne. Ze is erg betrokken. ‘Als mensen een paar keer verstek laten gaan, bel ik ze op. Je wil toch weten wat er aan schort.’
15.00
Naaiclubje op de wallen Locatie: Princehof, Oudezijds Voorburgwal 165
‘Vroeger zat iedereen hier de hele dag koffie te drinken en zich dood te vervelen’, zegt locatiehoofd Anita Suuroverste van inloophuis de Princehof. ‘Vanaf 2005 zijn we begonnen met het aanbieden van activiteiten. Er zijn nu klanten die meewerken als portier. Er is een kookteam en een klussenteam, waarbij de klanten verantwoordelijk zijn voor het onderhoud van het pand. Ook wordt er door klanten gekookt. Het werkt! Mensen hebben het idee ergens bij te horen.’ Op zolder van het immense pand op de wallen is voldoening tijdelijk ver te zoeken. Elke maandag- en donderdagmiddag komt hier een naaiclubje bij elkaar. De naaimachine van een van de deelnemers is helemaal vastgelopen. ‘Hoe krijg je dat nou voor elkaar?’ lacht vrijwilligster Marijke en buigt zich over de machine. Ernaast ligt een crackpijp. Een prachtig stilleven.
Schulden
Locatie: Honingraat, Plein 40-45 Reporter Nicolline (midden) tussen René (links) en Hizir van de veegploeg.
08.30
Nummertjes trekken
Locatie: Inloophuis De Kloof, Kloveniersburgwal 95, Centrum. ‘Koude voeten..? Daar heb ik nooit last van.’ Piet kijkt naar de grond. Zijn schoenen staan in een dun laagje sneeuw. Mijn schoenen staan er naast. Nog een half uur. Dan gaat de deur van De Kloof open, de oudste Amsterdamse opvang van dak- en thuislozen, gevestigd in het souterrain van een monumentaal grachtenpand aan de Kloveniersburgwal. Piet is er vandaag vroeg bij. Verstandig. Bij De Kloof geldt: wie het eerst komt, wie het eerst maalt. Na inschrijving krijgen we allemaal een nummertje. Ik heb nummer 15 en begin te klappertanden. Als enige. Zelfs Rick klaagt niet. Hij heeft vannacht buiten geslapen. Wat hem warm houdt is plastic verpakkingsmateriaal, zegt hij en wijst naar zijn rugzak. ‘Dat heb ik altijd bij me.’ Er is winteropvang. Toch zijn er verschillende buitenslapers om me heen. Sommigen zeggen de geluiden van de vogels te missen als ze binnen moeten slapen. Rick vindt het binnen te rokerig. Buiten is het prettiger voor zijn luchtwegen. Ook als het vriest. Om vijf over negen is De Kloof bomvol. ‘Dagelijkse kost’, aldus medewerker Mirjam. Ze kent iedereen bij naam. ‘Soms zien we iemand een poos niet meer en maken we ons zorgen.’ Dan bellen ze met de andere inloophuizen in de stad of hij daar misschien zit. ‘Het stomme is dat we juist blij moeten zijn als iemand niet meer komt. Dan gaat het goed met hem.’
09.30
De straat op
Locatie: Vondelpark, Oud Zuid Bij inloophuis Makom in de Van Ostadestraat wacht dagcoördinator Ed met tosti’s en bier op de jongens van de veegploeg van het Vondelpark. Hizir is de eerste. Even later komt Rafael binnen, een goedlachse stagiair in bomberjack. ‘Ik heb de leukste stageplek van mijn klas’, lacht hij. ‘Hé Obama!’ roept hij niet veel later als een lange man binnenkomt, die inderdaad wel iets van de Amerikaanse president wegheeft. Obama heeft een
lastige jeugd gehad, vertrouwt hij me toe. Zijn ouders waren Jehova’s, hij liep van huis weg. Enfin, been there, done that. De laatste prikker meldt zich vlak voordat we de straat op gaan, René uit Amerika. Dik ingepakt, want nee: Amsterdam in de winter is geen Californië. Net als de mannen trek ik een oranje hesje aan. Gewapend met prikstok en vuilniszak loop ik naar buiten. Het is koud, maar de zon schijnt. De stemming zit er goed in. ‘Dat is wel eens anders’, lacht Ed, die zelf ook mee prikt. ‘Als het regent is de motivatie een stuk minder, kan ik je verzekeren. Aan de andere kant weten ze wel waar ze het voor doen. Voor een beetje structuur in hun leven en dat ene biertje natuurlijk: voor- en ná het prikken.’ Soep staat ons ook te wachten na afloop. Even opwarmen en ieder gaat weer zijns weegs.
10.00
‘Wat zeg je dan tegen je buddy?’ Locatie: Droogbak 1D, Centrum
Ik woon een intervisie bij van tweedejaars studenten Maatschappelijk Werk en Dienstverlening op de Droogbak. Ze zijn allemaal als stage buddy bij De Regenboog Groep. Sapho vertelt over haar deelnemer met hiv die last heeft van mood swings. Ze vertelt de groep hoe ze daar mee omgaat. Ben je niet bang om zelf geïnfecteerd te raken? Wil ik weten. ‘In het begin heel erg’, zegt Sapho, ‘Op een gegeven moment vroeg mijn deelnemer of ik hem wilde helpen met het indoen van zijn oorbel. Toen heb ik eerst heel goed mijn handen gecontroleerd of ik geen wondjes had. Nu let ik nog steeds op, maar ben niet meer zo bang.’ Coördinator Jeannot Schmidt stelt vragen: ‘Gebruikt je deelnemer wel eens drugs in jouw bijzijn? En wat zeg je dan tegen de deelnemer?’ Hij geeft enkele tips hoe je je grenzen kunt aangeven. Uiterst leerzaam deze bijeenkomst.
11.00
Onder de brug
Locatie: Rederij Kees, Food Center West Bert van Onzen (56) kan zijn geluk niet op. Hij komt uit een binnenvaartgezin en heeft zelf een schip gehad. Tijdens zijn leven raakte hij uit koers. Hij kreeg
Aan een lange tafel zit een aantal mensen tegenover elkaar. Professionals en vrijwilligers aan de ene kant en mensen met vragen op het gebied van administratie en schulden aan de andere kant. ‘De vragen waar mensen mee komen zijn heel verschillend’, vertelt Monique Sukdeo, één van de vrijwilligsters van de financiële inloop Grip op je Geld, waar ook De Regenboog Groep bij betrokken is. ‘Soms zijn dat vragen over belasting of boetes. Mensen hebben een huurachterstand of stellen vragen over hun uitkering. Vaak is er een taalprobleem. Omdat je vanuit een instantie belt, krijg je vaak sneller dingen voor elkaar.’
12.30 Lunchen onder de boom Locatie: inloophuis Ondro Bong, Zeeburgerdijk Mijn bezoek aan Ondro Bong valt onmiddellijk op. Want A. ik ben wit en B. vrouw. Dagelijks komen er zo’n 50 bezoekers (voornamelijk mannen) van vooral Surinaamse afkomst. De meesten kennen elkaar nog van de boom op het Makassarplein, de vaste ontmoetingsplek in de jaren negentig. Vandaar de naam van het inloophuis: ‘onder de boom’ in het Sranantongo. ‘Het is hier net klein Paramaribo’, zegt een bezoeker, terwijl hij een kop koffie voor zichzelf inschenkt. In de keuken staat een grote pan dampende erwtensoep. De Surinaamse erwtensoep smaakt heel anders dan de oer-Hollandse variant. Er gaan kleine gele pepers in, knoflook en kip natuurlijk. Geen Surinaams gerecht zonder kip. Personele kosten zijn er niet; hier wordt gekookt door de bezoekers zelf. Ik steek mijn duim op. Richting keuken uiteraard.
13.00
Onder de mensen
Locatie: Marnixbad, Marnixplein 1, Centrum. Iedere donderdag wordt er tussen 12 en 13 uur gezwommen in het Marnixbad. Na afloop wordt er met elkaar gebabbeld, met gratis koffie en thee. Kosten: € 2,75. ‘Maar ik heb een stadspas’, zegt zwemmer Eric, ‘en betaal € 2,15.’ Soms zijn er thema-gesprekken, bijvoorbeeld over slapeloosheid, maar vaker gaat het over geld. ‘We geven elkaar veel budget-tips’, zegt Helmina, die naast me zit. Het zwemclubje is bedoeld voor mensen met
Naaien op zolder bij inloophuis De Princehof.
16.00
even de keuken in. Even later geniet hij zichtbaar van zijn couscous met kiprolletjes. Jelle zit al aan het toetje: vanillecrème met frambozensaus. ‘Waar blijft de wijn?’ roept Roderik voor de grap. De Marokkanen in de hoek halen hun schouders op. Niet veel later zitten ze aan de couscous. Toch maar wel...
23.00
Welterusten!
Locatie: AMOC, Stadhouderskade 159 ‘Hier, moet je horen.’ Ik krijg een koptelefoon aangereikt door een jongen uit Polen met blonde dreads. ‘Lekker’, zeg ik. De jongen is zichtbaar verrast. Ik luister naar Ministry. Punk Industrial. Er verschijnt een lach op zijn gezicht. ‘Ze zingen over LSD en maken muziek voor crazy people. People like me.’ Ik ben in AMOC, de inloop van De Regenboog Groep waar buitenlandse gebruikers tot rust kunnen komen en zelfs kunnen slapen. De medewerkers spreken bij elkaar opgeteld 16 talen. Een Poolse bezoeker deelt chocola uit. ‘Het is vandaag Vette Donderdag’, zegt Muca, die zelf ook uit Polen komt. ‘Dan eten we in Polen zoveel zoetigheid als we maar op kunnen.’ Ook ik krijg een stukje. Delen is hier het adagium. Overdag heeft AMOC gemiddeld tachtig man over de vloer. Iedereen vraagt of
er een slaapplek is, maar er zijn maar twaalf bedden. De mensen die het echt niet redden, krijgen een slaapplek. Bij AMOC wordt iedereen zoveel mogelijk op weg geholpen. Er wordt gezocht naar oplossingen in Nederland, vaak is toch de beste weg: de weg terug naar huis. ‘Met repatriëring helpt AMOC ook’, aldus Macu. Het is bedtijd. Een aantal mannen gaat douchen. Tijd voor mij om op huis te gaan. Bij het aantrekken van mijn jas word ik geholpen door de man die me net een stuk chocola had aangeboden. Een kwetsbare doelgroep? Zeker. Maar ook: overlevers. Gasten die opvallend vrolijk zijn ondanks hun omstandigheden. Dat heb ik na een dag ‘straat’ echt gemerkt: er is weinig chagrijn.
REGENBOOGJARGON Cliënt, bezoeker, deelnemer of klant? Intern gebruikt De Regenboog verschillende namen voor hetzelfde: de mensen die hulp krijgen. Bezoekers komen in de inloophuizen, deelnemers doen mee aan buddyen maatjesprojecten. Cliënten staan ingeschreven bij maatschappelijk werk en klanten worden geholpen bij Vonk, het coachingsproject voor mensen met forse financiële problemen.
In Amsterdam hoeft niemand honger te lijden.
Boekbinden
Locatie: Stichting De Derde Schinkel, Derde Schinkelstraat 9 Werken met je handen is goed voor je hoofd. Dat weten ze als geen ander bij leerwerkbedrijf De Derde Schinkel, waar mensen met een zekere afstand tot de arbeidsmarkt weer aan de slag kunnen. De sfeer is goed, merk ik, als ik een blik werp in de boekbinderij. Er wordt in stilte gewerkt. Toch is iedereen blij even van huis te zijn. Even onder de mensen.
18.00
Waar blijft de wijn?
Locatie: Buurthuis Mansveltschool, Karel Doormanstraat 125, West Voor me staat een bordje veldsla met rode bieten, peertjes en geitenkaas. Ik ben impressed. En dit is nog maar het voorgerecht! Van Jelle (44), die tegenover me zit, krijgt de keuken van de Mansveltschool een dikke acht! Hij gaat elke week een paar buurthuizen af in de stad. Maar dit is wel heel erg lekker, zegt hij. Tussen het voor- en hoofdgerecht loopt hij van tafel. ‘Even roken’, verontschuldigt hij zich. Achter in het buurthuis zit een clubje mannen van Marokkaanse afkomst. Ze eten niet mee. Jammer, want er is genoeg. Bovendien is het de bedoeling van het Open Huis om de buurt bij elkaar te brengen. Elke twee weken kun je op dinsdagavond een driegangen-menu eten bij de Mansveltschool in Bos en Lommer. Prijs: 5 euro! Dan komt Roderik binnen, categorie kakker. ‘Ben ik te laat?’ (Nogal). Toch gaan de koks Eva en Marly voor hem nog
De koks van buurtrestaurant Open Huis in de Mansveltschool.
Burgemeester Van der Laan neemt verhalen van daklozen serieus.
Ter ere van het 40-jarige jubileum reageert Burgemeester Eberhard van der Laan op bovenstaande stelling. ‘In Nederland en dus ook in Amsterdam hebben we voor mensen die dit nodig hebben een voedselbank. Maar armoede gaat over meer dan alleen geen eten kunnen kopen of geen huis hebben. Het is vaak een bron van schaamte. Als mensen geen hulp durven te vragen, blijft veel leed verborgen en kan een sociaal isolement ontstaan. Dit gaat al gauw gepaard met psychische en fysieke klachten; een neerwaartse spiraal die moeilijk te doorbreken is. Ik herinner me dat een vrijwilliger me tijdens een werkbezoek vertelde dat veel ouderen niet om hulp durven vragen en liever ’s avonds over de markt struinen, op zoek naar restjes eten. En dat terwijl het bieden van hulp verder reikt dan alleen het stillen van honger. Als iemand iets cadeau krijgt, gaat dat ook gepaard
met een gevoel het waard te zijn om een geschenk te ontvangen. Dan veert het zelfvertrouwen vaak weer op. Als beschermheer van de Daklozenvakbond ontmoet ik veel mensen die het moeilijk hebben. Ik wil nadrukkelijk ook hun burgemeester zijn en voel me betrokken. Mooi vind ik dan ook dat de winterkoudeopvang voor daklozen sinds dit jaar ook echt de hele winter is opengesteld, en niet alleen als de temperatuur onder het vriespunt komt. Ook als advocaat heb ik veel voor daklozen gewerkt, waardoor ik hun problematiek goed heb leren kennen. Het zijn vaak mensen die pech hebben gehad en op een zijspoor zijn geraakt. Voor deze mensen moeten wij er als Amsterdammers zijn en we moeten ze steunen waar nodig. De fantastische vrijwilligers van De Regenboog Groep die onze daklozen het hele jaar door helpen, tonen elke dag weer aan dat Amsterdam er is voor mensen die hulp nodig hebben.’
3
KORT NIEUWS
65.000 bakkies troost Eén van de basisbehoeften van bezoekers van inloophuizen is koffie. Dat snapt het Amsterdams bedrijf Coffee Company: in 2015 doneert het 65.000 bakkies troost aan De Regenboog Groep. Dat staat gelijk aan 500 kilo koffie en is één vijfde van de totale hoeveelheid koffie die de bezoekers in een jaar drinken. Dagelijks bezoeken 4.500 mensen de negen verschillende inloophuizen.
KORT NIEUWS
Open dankzij bezoekers Inloophuis De Spreekbuis in Amsterdam Oost kan open blijven dankzij drie mannelijke dakloze bezoekers. Zij openen dagelijks de deuren van 08.00 uur ‘s ochtends tot 13.00 uur ‘s middags. Buitenslapers kunnen daarom vroeg terecht voor een kopje koffie, een warme douche en een maaltijd. De drie bezoekers hebben zich nog nooit ziek gemeld.
KORT NIEUWS
Ruzie loopt niet uit de hand Ondanks de problemen en conflicten die bezoekers van inloophuis Ondro Bong dagelijks mee naar binnen nemen, lopen ruzies nooit uit de hand. Bep Brunt, locatiehoofd van Ondro Bong: ‘Ze houden elkaar in toom, dat vind ik dagelijks prachtig om te zien.’ Zo’n vijftig mannen, voornamelijk van Surinaamse afkomst, weten het inloophuis op de Zeeburgerdijk te vinden.
KORT NIEUWS
Eerste keer strand Voor het eerst in haar leven bezocht een van oorsprong Ghanese Vonk-klant in de zomer van 2014 het Nederlandse strand. Dit gebeurde ter gelegenheid van het afscheid van haar Vonk-vrijwilliger, na een jaar financiële ondersteuning. De 55-jarige vrouw uit Amsterdam Zuidoost woont al 23 jaar in Nederland, zonder dat ze de kust van dichtbij zag. De eerste kennismaking was een groot succes, de vrouw heeft het strand inmiddels diverse keren bezocht. Ook haar 18-jarige dochter was bij het strandbezoek aanwezig. Het project Vonk is een coachingsproject voor mensen met financiële problemen.
Wat mag de nieuwe vrijwilliger doen? Meer dan ooit doet Amsterdam een beroep op vrijwilligers. Ze worden gezien als het cement van de stad. De gemeente een stap terug, de burger aan zet. Gaat de maatschappelijke verantwoordelijkheid van vrijwilligers niet te ver? De overheid boft maar. Nederland is een land van vrijwilligers. Alleen al bij De Regenboog Groep gaan er jaarlijks een kleine duizend de straat op. Volgens het CBS doet zo’n vijftig procent van de Nederlanders vrijwilligerswerk. Prachtige aantallen, maar tot hoe ver gaat de hulp van de vrijwilliger? Oud-Regenboog-directeur Jelle van Veen zegt in deze krant dat vrijwilligers te zwaar worden belast. ‘Ze worden gezien als de ogen en oren van de samenleving. Mijns inziens een veel te grote verantwoordelijkheid.’ Huidig directeur Hans Wijnands deelt die mening niet helemaal. Vrijwilligers zijn juist heel goed in staat om problemen te signaleren, stelt hij. Wel snapt hij de zorg van Jelle van Veen, die vreest dat er niets met de signalen van vrijwilligers wordt gedaan. ‘Ik zal niet zeggen dat hij helemaal ongelijk heeft, er verandert momenteel heel veel in de zorg. Maar een organisatie als de onze heeft juist als belangrijkste taak om alarmsignalen op te pakken. We signaleren, werken samen met hulpverleners, dragen bij aan verminderen van isolement, aan financiële zelfredzaamheid. Kunnen we dat niet zelf, dan verwijzen we door. De verantwoordelijkheid van vrijwilligers stopt na het signaleren.’
Goede begeleiding
‘Waar het vaak mis gaat’, vindt hoogleraar Actief Burgerschap Evelien Tonkens, ‘is het ontbreken van begeleiding. Als vrijwilliger voel je je soms overvraagd. Je kunt geen grenzen stellen aan je cliënt én jezelf. Dan zit je in wat ik in de ‘vrijwilligersklem’ noem. Je wilt eigenlijk niet meer doorgaan op de weg die je bent ingeslagen, maar kunt ook niet met het contact stoppen, want dat is zielig.’ Begeleiding is cruciaal, beaamt Wijnands. ‘De discussie van nu is erg gericht op de buurt. De buurtbewoners moeten het allemaal maar oppakken en regelen. Natuurlijk is het heel normaal dat je omkijkt naar je buurman van 55 die aan het vereenzamen is, maar heeft die buurman ook nog last van schizofrenie of kampt hij met een alcoholverslaving, dan mag je niet van buurtbewoners verlangen dat ze hem onder hun hoede nemen. Zo’n man kun je alleen helpen met goed opgeleide vrijwilligers die een organisatie achter zich hebben staan. Zij kennen de alarmsignalen en weten aan welke bel ze moeten trekken.’
Gelijkwaardigheid als meerwaarde
‘Soms is het wenselijker om voor vrijwillige zorg te kiezen in plaats van formele zorg’, voegt hoogleraar vrijwilligerswerk Lucas Meijs toe. ‘In het algemeen blijken vrijwilligers beter in
staat betekenisvolle en gelijkwaardige relaties aan te gaan met cliënten dan beroepskrachten. Vrijwilligers komen uit eigen beweging, waardoor zij worden gezien als minder vooringenomen. Klanten waarderen de feedback van vrijwilligers als meer oprecht en onafhankelijk. Vrijwilligers zijn vaak ook creatiever in hun oplossingen, omdat zij minder in voorbedachte lijnen denken.’
De nieuwe vrijwilliger
Oplossingen aandragen. Dat ging toch juist te ver? ‘Waarom?’ lacht een tweedejaars student Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, die al een paar maanden buddy is bij De Regenboog Groep. ‘Zolang ik niet op de stoel van de psychiater ga zitten, mag ik toch wel met een oplossing komen? Tijdens de intervisie, waarbij een aantal vrijwilligers bij elkaar komt, is het juist de bedoeling dat iedereen zijn zegje doet. De een heeft een vraag, de ander suggereert een oplossing. Aan De Regenboog Groep de taak wel of niet iets met die oplossing te doen.’ Zie hier het profiel van de nieuwe vrijwilliger: meedenkend en initiërend. Een vrijwilliger van wie je wat mag vragen, mits hij goed wordt begeleid door een professionele organisatie.
Een vrijwilliger is vaak gelijkwaardiger aan een cliënt dan een professional. (foto: Martijn van de Griendt)
‘De kerstdagen zijn extra zwaar als dakloze. Dan zie je iedereen rond de kerstboom zitten, terwijl jij zeiknat geregend bent. Toch moet je gewoon doorgaan. En positief blijven. Ga je negatief lopen doen, dan ben je de bok.’
‘Mijn oude bril is al jaren stuk. Via mijn coach van Vonk kreeg ik een nieuwe: een multifocale bril. Met zonnebril op sterkte. Gratis. Ik zie nu alles weer scherp.’
Nico is een bezoeker van inloophuis De Kloof (foto: Merlijn Michon)
Dirk Groot kreeg een nieuwe bril via Vonk
De Regenboog op het randje van de afgrond
KORT NIEUWS
Filmsterren blijven prikken De New York Times kwam op de koffie, Al Jazeera ging filmen en ook de Zuid-Koreaanse televisie deed verslag. Maar de prikkers van het ‘bierproject’ zijn ondanks alle aandacht in 2013 niet naast hun schoenen gaan lopen en prikken nog steeds dagelijks de omgeving van de Valentijnkade in Amsterdam Oost schoon. De resultaten zijn positief: dankzij de structuur is de totale alcoholconsumptie afgenomen. Twee groepen van tien chronische alcoholisten werken mee aan dit revolutionaire bierproject van De Regenboog. Ze ontvangen als salaris vijf blikken bier en 8 euro per dag. Ook eten ze een maaltijd en krijgen indien gewenst een pakje shag.
‘Slechte werkomstandigheden en verloederde voorzieningen’ zorgden er in 2003 bijna voor dat De Regenboog ophield te bestaan. Medewerkers zegden hun vertrouwen in de raad van bestuur op, deze vertrok. Clemens Blaas kwam als nieuwe directeur schoon schip maken.
Uw geld is goud waard voor mensen zonder netwerk Geef nú aan De Regenboog Groep Illustratie: Yvonne Kroese
‘Er leefde indertijd veel twijfel. Wat was de richting die De Regenboog in moest slaan? Deden we er nog wel echt toe?’ vertelt Blaas (55), die op dit moment aan het roer staat bij hulporganisatie HVO Querido. ‘Er waren geen afzuigkappen in gebruikersruimtes en inloophuizen waren te weinig open. Dat moest anders.’ schetst hij. Ook de reputatie in de stad was veel minder goed dan nu. ‘Men
maakte zich vaak zorgen, de politie vond inloophuizen maar lastig. Was dat niet een broeinest voor dealers?’ Het lukte hem om de route voor de toekomst uit te stippelen en politie, GG&GD en klinieken duidelijk te maken dat De Regenboog een bemiddelaarsrol tussen hen en cliënten inneemt. En hij besloot de organisatie uit te breiden. ‘Onze troeven waren de ondersteunende diensten. Een afdeling fondsenwerving, goede administratie, een communicatiemedewerker. Dat hadden andere initiatieven niet.’ Blaas zette de troeven in door andere organisaties aan De Regenboog te verbinden. Inloophuis AMOC en Stichting Inloophuizen Amsterdam (SIA) haakten aan. Een paar jaar
later kwamen ook de Amsterdamse Vriendendiensten erbij, het maatjesproject voor mensen met psychiatrische problemen. Zo vormde zich ‘De Regenboog Groep’. Blaas heeft nog steeds veel waardering voor de organisatie, vanwege de ‘bezieling’: ‘Die is er bij mijn huidige werk ook, maar anders. Bij De Regenboog werken veel meer vrijwilligers; die voegen iets heel wezenlijks toe aan de organisatie. Ze komen uit alle lagen van de samenleving en hebben een enorm netwerk. Hun verhaal en betrokkenheid is heel sterk. Er wordt wel eens iets anders gezegd, maar er zijn eigenlijk heel veel Amsterdammers die zich voor hun naaste omgeving in willen zetten. Als een inloophuis in de problemen raakt, komt de hele buurt in opstand.’
TE RU G BLI K: DE BEG I N JAR EN
4
In de jaren zeventig wordt De Regenboog Groep (toen simpel ‘De Regenboog’) vanuit kerkelijke motieven door een christelijke groep op aanjagen van jongerenwerker Tabe Rienks opgericht. Eén van hen was dominee Wouters. De leus is: helpen wie geen helper heeft.
HET VONDELPARK ALARMEERT AANVANKELIJK WEINIGEN OPR IC H TE R D OM I N EE D OUW E WOUTER S OVER DE JAR EN Z EVEN T IG Drugscene in wording De Vondelpark-medaille heeft echter ook een achterkant, en die is minder rooskleurig. Parasieten zijn in diverse soorten en maten in het park aanwezig. In druilzomers, waarin de regen van bovenaf op de slapers neer gutst en de gecondenseerde transpiratie aan de onderkant van de plastic zeilen druppels vormt, maken griepvirussen en andere beestjes dankbaar gebruik van de primitieve leefstijl in het park. Naast deze mini-agressors zijn er andere, zoals gelegenheidsdieven en paspoortrovers. De grootste dreiging echter komt van de kant van drugsdealers die handig inspelen op de nieuwsgierigheid en de argeloosheid van veel flowerpower tieners. De drugs die rondgaan hebben de geur en de smaak van de hippiecultuur. LSD en aanverwante trippers tillen je uit boven de werkelijkheid, hasj en dope maken dat je je lekker relaxed voelt. Heroïne, topscorer onder de drugs, pakt je in voor je het in de gaten hebt. Zie naderhand maar dat je er vanaf komt. Wat er in het Vondelpark gebeurt, alarmeert aanvankelijk weinig mensen. Ook vanuit de kerken is er nauwelijks aandacht. Vergeleken met hongerexcessen en geweldsexplosies elders in de wereld, lijkt de multi-happening in het park niet meer dan een curiositeit. Vietnam is wereldnieuws. De militaire aanwezigheid van de Verenigde Staten daar, de uitgerookte dorpen en ontbladerde stroken regenwoud zijn aanleiding om de straat op te gaan voor een massaprotest, opgeluisterd met spandoeken en leuzen die er niet om liegen. Daarbij valt het Vondelpark met zijn stickies, joints en overdoses dope in het niet.
‘De grootste slaapmat van Europa. Dat is het Vondelpark in de eerste helft van de jaren zeventig. De politie schat tijdens piekzomers het gemiddeld aantal parkslapers op tienduizend per nacht. Ze komen van heinde en ver. West-Europa is misschien oververtegenwoordigd, maar het aantal jongeren uit Middellandse Zeelanden is ook aanzienlijk. Tieners uit de Verenigde Staten vind je er, dankzij het cadeautje dat ze na hun eindexamen krijgen: een vliegticket naar het Oude Europa. De uithoeken van Azië en de Pacific ontbreken niet. Het is een geweldige ‘happening’. Flower Power is het logo van deze generatie.
‘10.000 parkslapers per nacht’
De kracht van zwakke bloemen is hun alternatief op wapentuig, high-tech prestaties, statussymbolen. Het park ademt een sfeer van rust die weldadig aanvoelt. Geen knetterende brommers en de daarbij horende nozems. In plaats daarvan overal op de slaapmat kleine groepjes mensen in gesprek met elkaar, mediterend, relaxend met hier en daar een gitaar of een fluit op de achtergrond. Dat is het, en iedereen vindt het goed zo.
foto: dp51
Pioniers Het duurt tot 1974 tot er vanuit kerken wat gebeurt. Jongerenwerker Tabe Rienks is in het park, uiteraard. Een man met geloof en visie, een woudloper in de jongerencultuur. Volstrekt loyaal met mensen die tussen de wielen raken. Hij is de eerste die ons attendeert op wat er werkelijk in het park gebeurt. Om zijn opmerkzame ogen is het Regenboog-
Kwetsbaar? Sterk . Dankzij u! Bedankt! huis aan de Wallen naar hem genoemd. Korte tijd later verschijnen er enkele predikanten in het park. Met hen een vijftigtal jongeren van Youth for Christ. Ze beginnen met een Zomer Jongeren Project (ZJP).
Tabe Rienks was dé man met geloof en visie’
‘s Morgens toerusting van de medewerkers, ‘s middags twee aan twee het park in, ‘s avonds open huis in het souterrain van een HBO-instituut aan de rand van het park. De initiatiefnemers kijken aanvankelijk niet verder dan de zomer van 1974. Als het park er in de herfst weer verlaten bij ligt, wordt het hen duidelijk dat het niet bij een eenmalig experiment kan blijven. Opnieuw zijn er in de stad honderden jongeren achtergebleven, verslaafd, gedemotiveerd om hun oude stek weer op te zoeken, gedwongen om te scoren tenzij ze in staat zijn hun drug op te geven. Dat is het ‘jaarlijkse residu’ zoals Dr. W.G. Mulder, destijds hoofd van de Geestelijke Hygiëne van de GG&GD, de achterblijvers noemt. Een drugsscene in wording. Een half jaar na de sluiting van het eerste Zomer Jongeren Project wordt De Regenboog opgericht als interkerkelijke stichting voor hulpverlening aan druggebruikers.’ Door Douwe N. Wouters. Dit stuk is overgenomen uit de Meeleven van 1995. Douwe N. Wouters is de oprichter van De Regenboog.
Nu! Donateurs gezocht! Hoofdprijs: eenzaamheid opgelost
N I E U W E P RO B L E M E N , N I E U W E A N T WO O R D E N
DE JAREN ZEVENTIG
1974
Eerste interkerkelijke zomerproject georganiseerd door jongerenwerker Tabe Rienks, gehouden in het Vondelpark. Christelijke jongeren werken 'getuigend en dienend' te midden van drugsverslaafden in Amsterdam. Uit het project komt De Regenboog voort.
1975
Oprichting De Regenboog door dominee Douwe Wouters op 25 maart. De leus is het adagium van Psalm 72: Helpen wie geen helper heeft. In juni vestigt De Regenboog zich in de kelder van het Vincentiushuis aan de Kloveniersburgwal, nu inloophuis De Kloof.
1977
Start nieuwsbrief Meeleven. Opzet: geïnteresseerden informeren en goodwill kweken voor het werk van de Regenboog.
1978
Oprichting AMOC (Amsterdams Oecumenisch Centrum), hulpverleningsinstantie voor Duitse druggebruikers. Sinds 2007 maakt AMOC deel uit van de Regenboog.
1979
1979
Opening van het Tabe Rienkshuis aan de Oude Zijds Achterburgwal, het eerste opvanghuis voor drugverslaafden, vernoemd naar een de illustere jongerenwerker van de jaren zestig: Tabe Rienks (*).
1979
De Regenboog kraakt in de koude strenge winter van '79 gebouw De Doelen, dat tot de zomer fungeert als thuisbasis van de Surinaamse zwerfgroep in Amsterdam.
Eerste methadonbus gaat rijden voor een zwerfgroep Surinaamse verslaafden.
(*) ‘Toen tijdens een kraakactie een groep nerveuze vrijwilligers een deur probeerde te forceren, kwam Tabe aanrijden op zijn oude brommer. Hij aarzelde geen seconde en reed met zijn bromfiets dwars door het sluitwerk het pand
binnen onder het uitroepen van: ‘Deze ruimte is namens de Heer gevorderd voor de jongerenhuisvesting’. Beeldend kunstenaar Daan Vosskühler over de illustere jongerenwerker Tabe Rienks (1925-1976).
DE JAREN TACHTIG
1981 De wereld wordt opgeschrikt door een mysterieuze, dodelijke ziekte: 1984 AIDS. Ook in Nederland worden in 1981 de eerste aidspatiënten in een ziekenhuis opgenomen. Het virus dat AIDS veroorzaakt blijkt in 1984 hiv.
Nederland past als één van de eerste landen ter wereld spuitomruil toe. De Regenboog start een spuitomruilvoorziening in het Tabe Rienkshuis op de Wallen. Dagelijks komen er tussen de dertig en zestig gebruikers spuiten ruilen. Aan het einde van het jaar staat het totaal aantal verstrekte spuiten in Amsterdam op 25.000.
(**) In 1988 start De Regenboog met Buddyzorg voor gebruikers met hiv. Het buyddyproject bestaat tot op de dag van vandaag. 'Hiv is geen dodelijke ziekte meer, dus de Buddyzorg is tegenwoordig niet meer hiv-gerelateerd', aldus Daphine Schat van Buddyzorg. 'Onze doelgroep heeft genoeg andere problemen waardoor ze in een sociaal
1988 Een recordaantal van 820.000 spuiten wordt verstrekt in Amsterdam.
1988
Start Buddyzorg voor gebruikers met hiv (**)
isolement verkeren. Problemen met de gezondheid, zoals longklachten of Hepatitis C. En vaak psychische klachten. Het gaat om mensen die niet direct knuffelbaar zijn, maar wel bij je stad horen.'
TE RU G BLI K: DE BEG I N JAR EN
5
DE STAD VERKEERDE IN ZWAAR WEER Vergeten te doneren? Het kan nog!
J E LLE VA N V E E N K I J K T TERUG OP DE JAR EN TACH TIG .
Woningnood en werkloosheid zorgen voor veel onrust in de jaren tachtig. Ook krijgt de stad te maken met een nieuwe ziekte: aids, die deels door intraveneus druggebruik (spuiten) wordt overgebracht. De Regenboog Groep komt met gratis spuitomruil (aanvankelijk opgezet voor geelzucht) en buddyzorg voor verslaafden met aids. De Regenboog staat aan de wieg van Harm Reduction: een internationaal omarmde aanpak gericht op de gezondheid van druggebruikers. en geruild. ‘Kijk, lees maar.’ Van Veen wijst op een oud document. ‘Daarnaast werden er die maand nog eens 439 spuiten verkocht’, staat er zwart op wit. ‘We hanteerden geen maximum’, aldus Van Veen. ‘Wie 100 gebruikte spuiten inbracht, kreeg honderd schone mee.’
‘Ik zie hem nog lopen: Ron, een broodmagere jongen van zestien: zwaar verslaafd. Hij woonde bij zijn moeder in Noord en ging dagelijks naar de stad om dope te halen. Ron kwam aan geld door te stelen, auto-inbraken enzo. Ik sprak hem aan op straat en probeerde een band met hem op te bouwen om vandaar uit te kijken wat voor Ron het beste zou zijn. Eerst wil je nog dat hij afkickt. Je gaat praten met zijn moeder, maar de trek is te groot. Vervolgens probeer je de scherpe kantjes ervan af te halen. Bij Ron was het vooral zaak dat ik contact met hem bleef houden. Ik ging mee naar het ziekenhuis, naar de rechtbank, naar zijn ouders en naar de inloop. Het waren de jaren tachtig. Er liepen honderden van dit soort jongens in de stad. De een redde het, de ander niet.’ Meneer Regenboog Het interview is in een café op de Nieuwmarkt, waar er in de jaren tachtig veel loos was. Jelle van Veen liep er ook rond. Met een grote bril en een flinke bos haar. Op straat kenden ze hem als ‘Meneer Regenboog.’ Een man van het eerste uur. In 1975 werd hij lid van het bestuur van De Regenboog Groep. Van 1990 tot 1996 was hij directeur. Van Veen heeft het veldwerk binnen De Regenboog Groep opgezet en speelde een belangrijke rol bij de totstandkoming van spuitomruilvoorzieningen in de stad. In 1998 maakte hij de overstap van wit naar blauw. Door zijn jarenlange contacten met druggebruikers wist hij als geen ander hoe de zorg en het politiewerk met elkaar verweven waren. Van Veen opent een grote leren tas vol archiefmateriaal. ‘Als jonge jongen wilde ik journalist worden’, zegt hij en laat een oude editie zien van de Meeleven. Uiteindelijk verhuisde hij eind 1969 naar Amsterdam en begon hij aan een opleiding voor maatschappelijk werk. In 1974 werkte hij tussen de hippies in het Vondelpark. Zo kwam hij bij De Regenboog terecht. Het was een periode waarin het aantal heroïneverslaafden in Amsterdam binnen een paar jaar van enkele honderden groeide naar meer dan
Jaren vol emotie Van Veen kijkt naar buiten vanuit het café op de Nieuwmarkt. Niemand te zien op straat, uitgezonderd een paar duiven. Het is half 11. ‘Het is bijna niet meer voor te stellen’ zegt hij, terwijl hij nog wat archiefmateriaal overhandigt, ‘maar de jaren tachtig waren woelige jaren. De problemen waren niet misselijk. Tegenwoordig schrikken
‘Wekelijks doden door druggebruik’
foto: dp51
‘In alle wijken liggen herinneringen’
tienduizend. Van Veen kende alle plekken in de stad. ‘Ik vond het altijd heerlijk om door Amsterdam te zwerven. Nog steeds. In alle wijken liggen herinneringen. Veel dingen die ik op straat tegenkwam als veldwerker, kregen mijn aandacht. Programma’s voor methadon- en heroïneverstrekking, een tippelzone, de Zeedijk als drugsconcentratiegebied, emotionele buurtvergaderingen in de stad, de op-
komst van aids, de psychiatrische zorg en de spuitenomruil niet te vergeten. Spuitomruil Hij staat stil bij de spuitomruil. Pretogen verraden heimwee naar een tijd waarin er op het randje werd gepionierd. ‘We konden niet anders’, begint Van Veen zijn verhaal dat klinkt als een jongensboek. ‘Apothekers in het centrum van de stad stopten met het verstrekken van spuiten. Ze hadden genoeg van de massale toeloop van verslaafden. In 1984 begonnen we samen met de junkiebond en de Stichting Drugshulpverlening Amsterdam met de omruil van spuiten.
We kregen de spuiten van de GG&GD. In die periode was het ruilidee trouwens vooral gericht op het voorkomen van geelzucht en het verminderen van rondslingerende spuiten op straat. Pas in 1985 werd de spuitenomruil gekoppeld aan aids. Vanaf dat moment begon de GG&GD ook zelf de omruil uit te voeren.’ Bij De Regenboog gebeurde het ruilen ‘s middags, in de kelderruimte van het Tabe Rienkshuis op de Oudezijds Achterburgwal. ‘Via een deur in de Barndesteeg klopten dagelijks 30 tot 60 gebruikers aan bij de balie. Er deden zich opvallend weinig problemen voor.’ In de maand maart van 1988 werden alleen al bij De Regenboog 17.658 spuit-
we al van één drugsdode, in de jaren tachtig gingen er wekelijks mensen dood door druggebruik. Dat moest veranderen. De vraag was hoe? Van Veen: ‘Jagen op verslaafden was niet de manier. Daar kwamen we snel achter. Evangeliseren werkte ook niet. Zelfs hameren op afkicken leerden we snel af. Dat frustreerde alleen maar. Onbegonnen werk. De trek naar de straat was te groot. Gebruik helpen controleren bleek veel efficiënter dan gebruik stoppen. Harm Reduction. Dat was het. Er moest opvang komen, methadonverstrekking, spuitomruil, een tippelzone, bij voorkeur ook een zinvolle dagbesteding.’ Samenwerken Dit alles komt er. In 1989 ontstaat ook de eerste – voorzichtige – samenwerking tussen de hulpverlening, politie en justitie. Van Veen: ‘Werelden die vóór 1980 nog mijlenver uit elkaar lagen, groeiden in de loop der jaren naar elkaar toe. Deze samenwerking was en is heel belangrijk.’ Nog altijd voelt de ex-directeur zich betrokken. Als het over de toekomst gaat van de hulpverlening in Amsterdam,
wordt de toon serieuzer. Somberder, zo je wil. ‘Het is zaak dat we elkaar blijven inspireren. Ik hoop dat de hulpverlening door de enorme bezuinigingen van nu niet strandt in een situatie die we nog zo goed kennen van de jaren tachtig. De hulp was toen incident-gericht; iedereen zat op zijn eigen eiland. Goede zorg gaat dwars door alle lagen van de samenleving heen. Zorg dat er met de signalen uit die samenleving daadwerkelijk iets wordt gedaan. Vrijwilligers worden tegenwoordig gezien als de ‘ogen en oren’ van de stad. Een grote – en mijns inziens té grote – verantwoordelijkheid om vrijwilligers op te leggen – maar vooruit: laat er dan ook echt iets gebeuren met de signalen die vrijwilligers opvangen. Daar zijn drie hooguit vier mensen voor nodig met een mandaat naar de politiek. Tijdens mijn loopbaan was ik zelf zo’n sleutelfiguur. Voor mij was het altijd belangrijk om verschillende werelden met elkaar te verbinden. Ik hoop dat De Regenboog Groep dit ook in de toekomst zal blijven doen.’ Goed afgelopen Na twee uur praten gaat een deel van het archiefmateriaal weer terug in de tas. Het andere geeft hij mee. Hoe is het eigenlijk met Ron afgelopen? ‘Goed!’, begint Van Veen, zichtbaar blij met de vraag. ‘Iedereen had hem destijds eigenlijk opgegeven, Ron was echt zwaar verslaafd. Na een mislukte zelfmoordpoging, waarbij hij onder het bloed zat, ben ik met hem mee geweest naar het ziekenhuis. Een poosje daarna kreeg ik hem als dagbesteding aan het werk op een kaasboerderij in Heemskerk. Hij ontmoette uiteindelijk op een feestje zijn vrouw. Ik ben op de bruiloft geweest in de Achterhoek, waar hij nog altijd woont en werkt. Ron is dakdekker geworden.’ Door Nicolline van der Spek
50 karmapunten voor de prijs van 40 Doneer een bedrag naar keuze op NL21 INGB 0000 0080 81
N I E U W E P RO B L E M E N , N I E U W E A N T WO O R D E N
DE JAREN NEGENTIG
1991 De Regenboog Groep verhuist naar de Droogbak. Onder de 1995 kantoren gaat inloophuis Blaka Watra (Sranantongo voor 'zwart water') open.
Oprichting Makom, een opvanghuis voor daklozen in het wijkgebouw van de Oranjekerk in de Pijp. Makom wordt in 2005 door de Regenboog Groep overgenomen.
1998
Opening eerste gebruikersruimte Princehof op de Wallen. Blaka Watra volgt datzelfde jaar.
DE JAREN NUL
2005
De Regenboog fuseert met inloophuizen Makom, Oud-West en De Kloof. Een fusie met AMOC volgt in 2007.
2007 Oprichting
Vrijwilligersacademie, waar vrijwilligers worden getraind in het omgaan met de complexe doelgroep van De Regenboog Groep, het stellen van grenzen etc.
2008
De Regenboog fuseert met de Amsterdamse Vriendendiensten. De inloophuizen Ondro Bong (Sranantongo voor 'onder de boom') en de Spreekbuis sluiten zich hierbij aan. De Regenboog heet voortaan De Regenboog Groep.
2010 De Regenboog Groep start als beheerder van de Buurtboerderij in het Westerpark. Meer sociale firma's volgen.
2007 Start maatjesproject VONK in samenwerking met de Voedselbank.
2012 De Regenboog Groep telt een recordaantal van 800 vrijwilligers na
de succesvolle wervingscampagne Aardige Amsterdammer. Anno 2015 staat de teller op 950.
2013
Sociale werkplaats SNWA maakt onder de naam De Derde Schinkel een doorstart bij De Regenboog, ook het Cliënten Informatie Punt (CLIP) gaat een alliantie aan.
2014
De Regenboog Groep huisvest 'nieuwe' dakloze (hoog opgeleid, niet verslaafd) bij eenzame Amsterdammers met het project Onder de Pannen.
6
zijn veegploegen in het Ooster- Noorderen Vondelpark. Tijdens het vegen mag er niet worden gedronken. De regel is een biertje voor en na het prikken. De Veegploeg in het Oosterpark was wereldnieuws. Doel van de veegploegen is structuur bieden en het drankgebruik controleren. De eerste resultaten zijn goed. Er is minder overlast. Ook wordt er minder gedronken.
Jaren negentig Toen: Iedereen van de straat
Extreme groei Amsterdam Underground
In de jaren negentig werkt iedereen hard aan de leefbaarheid van Amsterdam. Buurtbewoners zijn de overlast en verloedering door daklozen zat. Iedereen van de straat. Dat is de missie van burgemeester Patijn. Dak- en thuislozen die in portieken en parken slapen, kunnen terecht in opvanghuizen als Makom, AMOC en de Princehof. Hier vinden dak- en thuislozen rust, een warme douche, schone kleding en een bed. Harm Reduction krijgt meer ruimte, nadat het rendabel blijkt.
Nu: Iedereen aan het werk
Nog altijd staat rust voorop in de negen inloophuizen van De Regenboog Groep. Even weg van de hectiek van de straat. De laatste paar jaar is er binnen de inloophuizen ook veel aandacht voor dagbesteding en activering. Bezoekers zijn meer en meer zelf verantwoordelijk voor het reilen en zeilen binnen de inloop. Ze helpen als ‘medewerkend bezoeker’ mee als portier, in de keuken of met het onderhouden van het pand. Iets bijdragen, dat geeft voldoening en met een beetje mazzel toegang tot werk. Uit de jaren zeventig: de eerste poster van De Regenboog om vrijwilligers te werven.
Hoe de focus verschuift
40 jaar in vogelvlucht Jaren zeventig
Toen: Clean worden
Stoppen met drugs is bij De Regenboog nooit een voorwaarde geweest om in aanmerking te komen voor hulp. Wel is de organisatie nauw betrokken geweest bij de oprichting van twee afkickcentra in het land. Op 1 april 1975 (precies een week na de oprichting) stelde de diaconie van de Gereformeerde Kerk in Bussum een groot pand ter beschikking waar druggebruikers konden afkicken, het latere Vensterhuis. Er was plek voor 8 mensen. Later volgt de Herberg in Rolde. De verslavingszorg stond nog in de kinderschoenen. ‘Met vallen en opstaan moesten we leren hoe we het aan moesten pakken’, aldus Douwe Wouters.
ander verhaal. Back on Track, een recent project van De Regenboog Groep, begeleidt mensen die zijn afgekickt om clean te blijven. De coaches van Back on Track hebben zelf ook te maken gehad met verslaving. Dat maakt het project mede zo succesvol. De coaches begrijpen wat mensen doormaken die net uit een kliniek komen en hun leven weer moeten oppakken. Terugval ligt op de loer. De coaches komen 2 à 3 keer per week bij de cliënt thuis. Bij trek mogen ze bellen. Door er even met iemand over te kunnen praten, wordt het allemaal wat lichter.
Jaren tachtig
samen met de GG&GD door ouddirecteur Jelle van Veen het plan gesmeed voor een methadonbus. Methadon is een vervangend middel voor heroïne. Destijds was de verstrekking bedoeld voor een zwervende groep Surinaamse verslaafden. Een jaar later reed er een tweede methadonbus door de stad. Ook kwamen er in 1980 diverse wijkposten in de stad waar methadon wordt verstrekt. Methadon werd vanaf toen verstrekt aan alle gebruikers die kampten met chronische problemen rond hun heroïneverslaving. Doel was en is om het gebruik te stabiliseren.
Nu: Gratis bier
Nu: Clean blijven
Toen: Gratis methadon
Clean worden is één, clean blijven een
In De Doelen, waar in 1979 duizend druggebruikers per dag kwamen, is
Sinds een paar jaar is De Regenboog Groep begonnen met een aantal veegploegen voor chronisch alcoholisten. Het idee is simpel: gratis bier in ruil voor papier prikken in de buurt. Er
KORT NIEUWS
KORT NIEUWS
KORT NIEUWS
Klimmen om te overwinnen
Zwitserleven vaste feestpartner
De Kloof nog steeds open
Gezekerd en met een maatje op de grond, klom een grote groep kinderen in januari naar meer zelfvertrouwen. De Piet Beek Stichting schonk 1.500 euro aan het project Bijdehand, voor kinderen tussen de negen en dertien jaar. Het bedrag werd besteed aan een klimworkshop, er is een dramaworkshop in de pijplijn. De insteek: kinderen winnen zelfvertrouwen door zich met steun op onbekend terrein te begeven. Bijdehand is een maatjesproject, 45 koppels gingen mee klimmen.
Al ruim tien jaar is inloophuis Makom verzekerd van een vrolijk kerstfeest en een spetterend zomerfestijn. Tijdens de ‘zorgen met gevoel’-weken van verzekeraar Zwitserleven, komt in de zomer een delegatie medewerkers van het bedrijf naar het inloophuis in de Pijp om met de bezoekers feest te vieren en geld te verzamelen voor het kerstfeest. ‘We zijn hun favoriete project’, glundert locatiehoofd van Makom, Kathleen Denkers. ‘De directeur komt altijd even langs en ze vragen van tevoren aan bezoekers hun wensen. Daar hoort standaard een berg shag bij.’
Zwaar weer voor één van Amsterdams oudste inloophuizen – althans in 2011. De gemeente wilde De Kloof sluiten. Actieve vrijwilligers kwamen echter in opstand bij de gemeentelijke Commissie Zorg, de buurtbakker bakte koekjes met het De Regenboog-logo. Het hielp: nog steeds opent De Kloof vijf dagen per week haar deuren voor 86 bezoekers per dag. De Dominicuskerk doneerde eind 2014 de opbrengst van haar kerstcollecte aan De Kloof: 3.500 euro. Het inloophuis is opgericht in de jaren 50, bezoekers kunnen er terecht voor een douche, tweedehands kleding en een boterham.
Jaren Nul Toen: Uit de schulden
In 2007 start het maatjesproject Vonk. Dit project, dat is voortgekomen uit de Voedselbank, koppelt vrijwilligers aan mensen die financiële problemen hebben. Doel is het leven van de klant weer op de rit krijgen. Tijdens dat contact gaat het om veel praktische zaken: het ordenen van papieren, het aanvragen van huursubsidie of een uitkering. Af en toe wordt er ook iets leuks gedaan, een museum bezocht of iets dergelijks. Vonk bestaat nog altijd en is één van de speerpunten binnen De Regenboog Groep als het gaat om armoedebestrijding.
Nu: Uit je isolement
De laatste paar jaar wordt er door De Regenboog Groep veel geïnitieerd voor mensen met een krappe portemonnee. De activiteiten bieden voor elk wat wils, binnen of buiten, creatief of culinair, cultureel of sportief. Gezellig in groepsverband een activiteit ondernemen, dat is het idee. Bijzonder in trek zijn de etentjes, die in een aantal Amsterdamse buurthuizen wekelijks worden georganiseerd. Doel is om buurtbewoners met elkaar in contact te brengen. Vrijwilligers begeleiden deelnemers naar de activiteiten toe.
Amsterdam Underground is een mooi voorbeeld van hoe De Regenboog op creatieve wijze passend werk verschaft voor mensen met grote afstand tot de arbeidsmarkt. Vaak lijkt deze afstand niet te overbruggen, de gidsen vinden weer toekomstperspectief. ‘Je mag alles aan me vragen.’ Met die woorden breekt een gids van Amsterdam Underground graag het ijs. Door twee à drie rondleidingen per dag is de tour van ex-daklozen in het Wallengebied vier jaar na introductie een groot succes. En: geen wandeling is hetzelfde. Met een kleine 2.500 klanten in 2014 is Amsterdam Underground 733 procent gegroeid ten opzichte van 2011, toen er ruim 300 mensen mee wandelden. Zes verschillende ex-daklozen zijn gids, voor allemaal is het project georganiseerde dagbesteding. ‘Waarom ze het zo leuk vinden om te doen?’, programmacoördinator Freek Jalhay hoeft niet lang na te denken. ‘Het is steeds weer een uitdaging, een verrassing ook. Dat hoor ik telkens opnieuw. Ze krijgen te maken met vragen als: ‘Wie leid ik vandaag rond? Wat zijn de gedachten en eventueel de vooroordelen waarmee onze klanten aan de tour beginnen? Hoe zullen ze reageren op de soms best heftige verhalen die ik ze vertel?’ Volgens Jalhay zit onder die vragen en motivatie een diepere drive. ‘Namelijk: ‘Ik wil graag dat mensen daklozen en gebruikers zien als mensen!’ En daar zijn wij het als organisatie natuurlijk helemaal mee eens. We zijn hartstikke trots op onze gidsen. Zonder hun ervaringen en verhalen, kwaliteiten en talenten geen wandelingen.’ Het aantal boekingen steeg vanzelfsprekend ook; van 20 in 2011 naar 215 het afgelopen jaar. De grote groei is met name te danken aan artikelen in Metro en het Noordhollands Dagblad. Maar de stijging van de cijfers was de jaren ervoor ook al gaande, in 2013 wisten 1.830 klanten via www.amsterdamunderground.org het project te vinden.
Esther: ‘Door het wegvallen van mijn baan belandde ik in een depressie. Ik kwam mijn bed niet meer uit. Totdat ik kennismaakte met Liesbeth. Ze werd mijn maatje. Zonder haar was ik nu misschien wel nog steeds depressief.’ Esther heeft een maatje via de Amsterdamse Vriendendiensten
Geluk zit in een klein bezoekje VRIJWILLIGER GEZOCHT Andrea leidde een intens drugsleven. De ongezonde leefstijl eist nu zijn tol. Haar lijf is op en ze is net zo vaak thuis als in het ziekenhuis. Hoewel haar geest nog regelmatig tussen de lichtjes van de Zeedijk dwaalt, leeft Andrea alleen en binnen. Heb jij zin om het bezoekuur op te fleuren? Geef je nu op als vrijwilliger, mail naar
[email protected] o.v.v. jubelkrant buddyzorg.
KORT NIEUWS ‘Stap één is betaald werk, stap twee een rijbewijs en stap drie een huis. One step at the time, zeg ik altijd.’
Benito Sital ging aan de slag via Pantar in Diemen (foto: Femke Wessel)
Vrijwilliger ingezet als stylist Wat begon met administratieve ondersteuning, mondde uit in een verhuizing met nieuwe inrichting. Allemaal binnen één jaar tijd, in 2014. Een 40-jarige klant van het project Vonk maakte dit het afgelopen jaar mee. De inwoner van Amsterdam-Oost woonde bij zijn vader. Nadat hij zijn papierwerk in orde had gebracht, kwam de woonsituatie aan de orde. Met hulp van de vrijwilliger, vond de Vonk-klant een huis en samen zochten ze naar de juiste besteding van het budget voor huisraad.
7
400 jaar barmhartigheid De Regenboog Groep bestaat deels dankzij geld van fondsen. Eén daarvan is het Roomsch Catholijk Oude Armen Kantoor, gevestigd in het hofje ‘Liefde is het Fondament’ op de Keizersgracht. Eén van de oudste charitatieve vermogensfondsen van Nederland. Voor de oprichting van het RCOAK moeten we terug naar de tijd van de Reformatie; in Amsterdam Alteratie genoemd: 1578. De stad sloot zich aan bij de protestantse opstandelingen onder leiding van Willem van Oranje. Openbare katholieke misvieringen werden verboden, waarna de katholieken noodgedwongen ondergronds gingen. Armenzorg was destijds een zaak van de kerk in plaats van de staat. Om ervoor te waken dat niet alle armen van katholieke huize voor brood, boter en turf zouden aankloppen bij de protestantse kerk, sloegen rijke katholieken de armen ineen. Het RCOAK werd opgericht: één van de oudste charitatieve vermogensfondsen van Nederland.
Achterom
‘Laat er trouwens geen misverstand over bestaan’, schrijft Jurjen Vis in zijn boek over de geschiedenis van het RCOAK: ‘die armen gingen echt niet op de Keizersgracht bij het RCOAK naar binnen. De Keizersgracht was een chique gracht en de ingang was uitsluitend bestemd voor de regenten en hun gasten. Ouderen en armen kwamen via de Prinsengracht binnen. Aanvankelijk door een hek en na 1786 door een steeg.[...] In de bedeelkamers kregen ze vervolgens geld of ondersteuning in natura. Wekelijks kwamen er een paar duizend mensen, mannen en vrouwen. Vanaf de Keizersgracht was van dit alles niets te merken. Niemand hoefde er aanstoot aan te nemen.’
Rembrandt van Rijn (1606-1669) – ‘Bedelaars aan de deur’ (1648)
Wederkerigheid
Na vierhonderd jaar is het vermogen van het RCOAK zodanig gegroeid dat jaarlijks een bedrag van circa 2,5 miljoen euro aan donaties kan worden verdeeld. Eén van de organisaties die het RCOAK vanaf het begin van haar bestaan een warm hart toedraagt is De Regenboog Groep. ‘De doelgroep van De Regenboog raakt het hart van onze stichting’, aldus RCOAK-directeur Frieda de Pater. Het RCOAK steunt verschillende projecten van De Regenboog Groep, waaronder Vonk (coachingsproject voor mensen met financiële problemen), de maaltijdvoorzieningen in de inloophuizen en 2forTrust (maatjesproject voor slachtoffers van mensenhandel). ‘Dit soort initiatieven vinden we belangrijk, omdat ze niet binnen de regelgeving vallen.’ Dus de gemeente laat steken vallen? De Pater: ‘Ik heb juist grote bewondering voor onze burgemeester. Ik vind hem duidelijk en bindend. Ik vind Amsterdam sowieso bijzonder barmhartig. Als je de pech hebt arm te zijn in Nederland, dan ben je relatief het beste af in Amsterdam. Wel zou ik willen benadrukken dat zingeving belangrijk is. Ieder mens is het gelukkigst als hij iets voor anderen kan betekenen. Dit moet je faciliteren. Ook als Regenboog. Je moet mensen in staat stellen iets te kunnen bijdragen.’
Historicus Rutger Bregman wil ‘gratis geld voor iedereen’
‘Van armoede kun je geen vrij nemen’ Geen dak boven je hoofd, wel een biertje. Geen geld voor schoolboeken, wel voor hamburgers. Armoede maakt dom, aldus Rutger Bregman. En mensen die domme dingen doen, kosten de samenleving veel geld. Beter idee: geld geven. Door Nicolline van der Spek
Een snelle prater en gedurfd denker. De 26-jarige historicus Rutger Bregman is trending topic. Hij is te zien geweest bij VPRO Tegenlicht en schrijft voor het onlineplatform De Correspondent. In september 2014 verscheen zijn derde boek: Gratis geld voor iedereen. In dit boek speelt hij met een naar eigen zeggen hoopvolle denkrichting; die van het basisinkomen: de meest efficiënte manier om armoede te bestrijden.
‘Samen leuke dingen doen zonder verplichtingen, dat spreekt me erg aan. Dat je normale dingen doet, wandelen, uit eten, naar Artis. Zo’n uitje geeft me energie!’ Nelly Bos gaat erop uit met Buurtmaatjes
‘Symptoombestrijding alleen niet is genoeg’ ‘Gratis geld voor iedereen is uiteraard een utopie’, geeft hij onmiddellijk toe. ‘Het basisinkomen is een vergezicht dat vele varianten kent en je stapje voor stapje moet doorvoeren. Ik zou zeggen: laten we beginnen bij de mensen die onder de armoedegrens leven. Dat zijn er in Nederland zo’n 1,2 miljoen. Duur? Het gaat juist om een triviaal laag bedrag. Om alle mensen uit de armoede te tillen, zou je 2,1 miljard euro moeten uitgeven. Ter vergelijking: de zorgkosten bedragen 94 miljard per jaar. Wel eens in een ziekenhuis gelopen..? Daar zie je naast veel ouderen, ook veel arme mensen. Arme mensen leven ongezonder. Ze roken meer, drinken meer, sporten minder, gaan vaker naar McDonald’s en kampen vaker met overgewicht.’ Waarom leven arme mensen ongezonder? ‘Margareth Thatcher omschreef armoede als een fundamenteel karaktergebrek, maar dat is het niet. Het gaat om de context van armoede. Een context waarin iedereen domme dingen zou doen. Met ‘dom’ bedoel ik schulden aangaan die je niet kunt aflossen, je kinderen slecht opvoeden, ongezond eten et cetera. De vraag is: wiens schuld is het? Ligt het aan de context of aan het individu? Met de ‘context’ bedoel ik puur dat je in armoede leeft. Om Thatcher van repliek te dienen: jij en ik zouden precies dezelfde dingen doen als we onder de armoedegrens zouden leven.’ Dus armoede maakt dom? ‘Leven in armoede kost je volgens onderzoekers van de universiteiten van Harvard en Princeton dertien punten aan IQ. Dat is vergelijkbaar met aangeschoten zijn of een nacht niet slapen. George Orwell heeft een tijd in armoede geleefd en omschreef de essentie ervan:
KORT NIEUWS
Klant leert internetbankieren
Rutger Bregman: ‘Wie arm is doet nu eenmaal domme dingen.’ (foto: Merlijn Michon)
armoede vernietigt de toekomst. Zo is het. Armoede slokt je op. Je kunt aan niets anders meer denken. Door die voortdurende stress ga je fouten maken. Het is goed vergelijkbaar met tijdgebrek. Mensen die weinig tijd hebben, gaan ook fouten maken. Het grote verschil is dat je van armoede geen vrij kan nemen.’
kinderen zijn op termijn heel hoog. Ze worden slechter opgevoed. Door lagere scholing is over tien á twintig jaar de productiviteit lager, waardoor er minder belasting binnenkomt. De kosten voor de zorg worden hoger, doordat de kinderen slechter eten en vaker kampen met overgewicht.
Toch snap ik het niet. Geen eten voor de baby, wel een joekel van een flatscreen in de kamer. Welke ratio zit daar achter? ‘Mensen die onder de armoedegrens leven en dus een inkomen hebben lager dan 960 euro per maand, zijn kampioen in het aan elkaar knopen van de eindjes. Lastiger is het om beslissingen te nemen voor de lange termijn. Er is namelijk geen lange termijn. Je bent al blij als je de week doorkomt. Dan ineens heb je een extraatje van 200 euro. Sparen heeft geen zin, want na een week is die 200 euro verdampt. Het is opgegaan aan eten, schoolgeld of aan een familielid dat ineens op de stoep staat en nog geld van je krijgt. Als je arm bent, is het dus verstandiger om geld gelijk uit te geven. ‘The best way to save it is to spend it.’ Op micro-niveau werkt het. Op macroniveau is het funest.’
‘Het is goed dat De Regenboog maling heeft aan conventies’
Waar moet je beginnen als het gaat om het bestrijden van armoede? ‘Ik zou zeggen bij het aanpakken van de armoede onder kinderen. Die is enorm gegroeid. Sinds 2007 zijn er 128.000 kinderen bijgekomen, die onder de armoedegrens leven. De totale teller staat op 400.000. Dat is een ramp. En niet alleen voor die kinderen. De kosten van deze maatschappelijke armoede onder
Simpelweg door het geven van geld til je deze kinderen uit de armoede. Wat is nou 2,1 miljard? We geven in Nederland 6 miljard euro uit aan werkloosheidscursussen, waarvan menig keer is aangetoond dat het niet werkt. De professor die ik hierover sprak, Eldar Shafir (psycholoog aan de universiteit van Princeton, USA) zei over die trainingen: ‘Het is ongeveer hetzelfde als wanneer je mensen leert zwemmen en ze vervolgens in de oceaan gooit’. Je leert wel iets van die cursussen, maar het is niet genoeg. Wat we aan het doen zijn is symptoombestrijding, maar de context van armoede is zo overweldigend dat symptoombestrijding alleen niet genoeg is.’ Is de tijd wel rijp voor een basisinkomen? ‘Het leeft heel erg en het is ook zeker geen nieuw idee, maar er lijkt wel steeds meer momentum te zijn. In ieder geval
hebben we nu te maken met een verzorgingsstaat die op peperdure en inefficiënte wijze de problemen niet oplost maar bestrijdt. Probeer het eens op een andere manier. Experimenteer met het basisinkomen. Natuurlijk gaan er dan gelijk weer allerlei mensen steigeren. Die gaan dan roepen: ‘Moet het niet eerst door het CPB doorberekend worden?’ Alsof het kiesrecht er in één keer was. De verzorgingsstaat is zo ook niet tot stand gekomen, de democratie evenmin. Ik zie het basisinkomen als een hoopvolle gedachte die stapje voor stapje kan worden doorgevoerd. Het is een utopie, een vergezicht. Maar we kunnen morgen beginnen met experimenteren.’
Een anonieme klant van de financiële inloop in Amsterdam Zuidoost, kan dankzij vrijwilligers van het project Vonk internetbankieren. De 47-jarige klant maakte tot voor kort zijn geld handmatig over, een handeling waar kosten aan verbonden zijn. Met behulp van Vonk-vrijwilligers overwon hij zijn schroom en doet voortaan zijn bankzaken digitaal. De financiële inloop is een project van De Regenboog in Amsterdam West, Nieuw West, Noord en Zuidoost. Er zijn tien vrijwilligers aan verbonden.
De Regenboog Groep geeft chronisch alcoholisten gratis bier in ruil voor papier prikken op straat. In je boek omschrijf je het werk dat mensen in de bijstand moeten doen als ‘vernederend’. Hoe kijk je aan tegen dit papier prikken? ‘Het is heel goed dat De Regenboog maling heeft aan conventies over wat wel en niet mag, en zich niets aantrekt van verontwaardigde reacties in de (buitenlandse) pers. Veel belangrijker is de vraag wat werkt - hoe beperk je de overlast en help je mensen van hun verslaving af? In veel gevallen werken de tegendraadse oplossingen – gratis geld, gratis huis, gratis bier – veel beter dan betuttelende en repressieve maatregelen.’
Stijl of krul, gewassen of rechtstreeks van de straat, het maakt haar niets uit. Al vijfentwintig jaar komt kapster Marianne Könst iedere week naar de inloophuizen De Kloof in de binnenstad en Makom in Zuid om dak- en thuislozen te knippen. Tijdens een sessie creëert ze zo’n zestien nieuwe kapsels. Ze voert haar werkzaamheden geheel op vrijwillige basis uit. Könst is ook fotograaf voor de Z-krant.
KORT NIEUWS
Gratis naar de kapper
Geluk zit in een klein bezoekje VRIJWILLIGER GEZOCHT Manon is een angstige vrouw met veel last van paranoia, ze zoekt aansluiting en gezelligheid. Manon houdt van natuur, tegenwind en de geur van geurkaarsjes. Zin om een dame in het donker verlichting te brengen? Geef je nu op als vrijwilliger, mail naar
[email protected] o.v.v. jubelkrant vriendendiensten.
Ik had een Franck geweest kunnen zijn Winnaar verhalenwedstrijd De Regenboog Groep door: Ellen Jansen
Het gouden duifje hangt al bijna twintig jaar aan het gouden kettinkje om de bronzen kandelaar. De kandelaar staat in de kast. Boven in mijn slaapkamer. Zo nu en dan kijk ik er naar. Maar ook als ik er niet naar kijk, denk ik nog regelmatig aan Franck. Als mijn leven anders was verlopen, had ik een Franck geweest kunnen zijn. Een Franck: zwervend over straat, verslaafd aan verdovende middelen, moeilijk in de omgang en besmet met het hiv-virus. Een Franck: jong, slim, aardig, grappig, overgevoelig en met een rijke fantasie.
Maar mijn leven verliep zoals het verliep. Ik was wel jong, maar ik was geen Franck. Ik was zijn buddy. Hij liet mij de kroegen in de Amsterdamse binnenstad zien, de wallen en de diverse plekken waar hij de nachten doorbracht. Ik nam hem mee naar de bioscoop en naar het museum. We bezochten zijn familie, het ziekenhuis en we gingen naar het strand om urenlang te praten en om lekker uit te waaien. We vulden elkaar aan, Franck en ik. Maar waar ik de zogenaamde maatschappelijke ladder beklom, daalde hij langs diezelfde ladder steeds verder af. Hij werd zieker, wantrouwiger en raakte steeds dieper in de problemen… Ik kon hem niet helpen. Ik kon alleen maar bij hem zijn.
Meer pech dan geluk
Toen het echt niet meer ging, werd hij opgenomen in het ziekenhuis. We wisten allebei dat hij daar zou sterven. Avondenlang zat ik aan zijn bed. We praten, zwegen, keken televisie en ik rolde zo nu en dan een sigaretje voor hem. Op een nacht, zo net na tweeën, fluisterde hij dat het schip hem kwam halen. Ik zei hem dat het goed was. Toen ik die nacht naar huis reed, stroomden de tranen over mijn wangen. Ik wist dat ik Franck niet meer in leven zou zien. Franck: de jongen die ik geweest had kunnen zijn als het allemaal net even anders was gelopen, als ik andere beslissingen had genomen, als ik meer pech dan geluk in mijn leven zou hebben
gehad. Een half jaar na de begrafenis, ging mijn telefoon. Het was de vader van Franck. Hij en zijn vrouw hadden iets voor mij: een gouden duifje aan een gouden kettinkje. Hun zoon, hun allerliefste vrije vogel, mocht dan uitgevlogen zijn, de familie wilde me bedanken voor alles wat ik voor hen had betekend… Ik was diep geraakt.
Bijzondere tijd
In de loop der jaren verwaterde het contact met de familie van Franck. Ik trouwde, kreeg vier kinderen en werd buddy van Steff. Ook met hem had ik een bijzondere tijd. Nadat hij overleed, bleef ik contact houden met zijn vriendin Hellen, die net als Steff verslaafd is en aids heeft.
Soms willen mijn kinderen weten hoe het ook al weer zit met dat gouden duifje aan dat gouden kettinkje om de bronzen kandelaar in mijn kast. Ik vertel ze dan over Franck en over de andere bijzondere ontmoetingen die dankzij De Regenboog Groep tot stand kwamen. Ik vertel ze ook hoe fijn het is om iets voor een ander te kunnen betekenen. Want als je iets van jezelf geeft… krijg je er de wereld voor terug.
De opdracht van de verhalenwedstrijd: beschrijf jouw ervaringen als vrijwilliger of cliënt in 500 woorden. Ellen Jansen, gefeliciteerd!
8
Eindelijk alleen: tijd voor een hobby Alleen betekent niet altijd eenzaam, weten deze vier deelnemers van De Regenboog Groep. Breien, hardlopen, dj’en, gedichten schrijven, piano spelen. Een kleine greep uit de bezigheden die je het beste in je eentje kan doen. Vier Regenbogers met hun favoriete hobby: Carla van Daelen borduurt hondjes, Henny Elenblaas vermaakt zich met zijn computer, Refke Markenstein maakt sieraden en wil die in een bedrijfje gaan verkopen en Soerti Kanhaising trekt zich graag terug met een boek (fotografie: Femke Wessel).
a=3
3
a=1
2
a=3
1
b=1 b=2 b=1
Puntentelling Quiz:
c=2 c=3 c=2
Adrienne Garber heeft een maatje via de Amsterdamse Vriendendiensten (foto: dp51)
c=2
‘Om gelukkig te kunnen zijn, moet ik dicht bij mezelf blijven. Wat ook helpt, is relativeren. Ik neem niet alle opmerkingen van anderen persoonlijk. Gooi een beetje humor in je leven. Dat is ook een vorm van geluk.’
c=2
Eva Hoeke is columniste bij Volkskrant Magazine
Deze tekst is eerder gepubliceerd in Zoolmaat (2011-2013) het voormalige blad voor bezoekers, cliënten en vrijwilligers van De Regenboog Groep.
b=1
opmerking over het weer, een groet naar een aap, meer kwam er niet. En toch was het gezellig – met een kop thee, een dapper zonnetje en een flamingo op de achtergrond heb je verder kennelijk weinig nodig. Van meneer Versteeg nam ik na een jaar afscheid, van Mevrouw Fik pas na twee jaar (ja, daar mag u best even voor applaudisseren). Te druk, te veel, u kent de argumenten. Toch denk ik nog geregeld aan hen, en aan al die andere Fiks & Versteegen in Amsterdam, want zoals Erasmus zei, een grote stad betekent grote eenzaamheid. Het is te danken aan organisaties als De Regenboog dat zij er niet ín, maar bíj blijven. Zelfs mevrouw Fik – zo romantisch ben ik dan ook wel weer.
a=3
ze Fidel Castro-achtige monologen af waarin ze werkelijk over álles klaagde – haar ex-man, de bewoners, het eten, het personeel, het weer, de wereld en hoe die draaide en alles er tussen in. Daarnaast ergerde zich ook nadrukkelijk aan mij. Mijn leeftijd was in mijn nadeel ‘Jij weet van niks’, mijn optimisme ook ‘Wacht maar tot je zo oud ben als ik’ en de taartjes die ik had meegebracht zaten weliswaar binnen drie minuten achter de kiezen, maar vond ze niettemin vies – ‘Veel te machtig’. Kennelijk waren sommige eenzame ouderen niet zómaar eenzaam. De tweede eenzame oudere die ik bezocht was Meneer Versteeg, een heer uit het Sint Jacobshuis aan de Plantage Middenlaan die qua hart en moordkuil het tegenovergestelde was van mevrouw Fik. Wanneer we met een rolstoel door Artis reden, hij erin en ik erachter, sprak hij soms niet meer tien woorden. Een
Het Oranje Fonds bekroont jaarlijks drie sociale initiatieven met een Appeltje van Oranje. De prijs? 15.000 euro! Het project Papermates hoort bij de elf genomineerden die in mei uitgenodigd zijn voor een lunch met Koning Willem-Alexander en Koningin Máxima. Er waren meer dan 200 aanmeldingen voor de Appeltjes. Papermates is een maatjesproject voor mensen met niet aangeboren hersenletsel (NAH) of licht verstandelijke beperking (LVB). Zij worden door een vrijwilliger ondersteund bij hun financiële administratie.
4
Op mijn twintigste nam ik een besluit: ik ging voortaan elke week op bezoek bij eenzame ouderen. Ik had toen nog allerlei romantische ideeën over eenzame mensen. Lieve oude dametjes waren het, lieve oude dametjes of schattige oude opaatjes die weliswaar alleen waren komen te staan, maar daar zelf verder geen schuld aan hadden. Hun oude dag sleten ze in bewonderenswaardige flexibiliteit, en zij zouden mij, een nog altijd zoekende post puber, volgaarne aan het handje nemen inzake lief, leed en al die andere dingen waarin een wijs mens soelaas biedt. Maar dat was buiten Mevrouw Fik gerekend, een eenzame oudere die in het inmiddels gesloopte St. Bernardus verzorgingstehuis aan de Marnixstraat woonde. Waarom ze zichzelf had opgegeven voor huisbezoek was een volslagen raadsel, want de zaterdagochtenden dat ik haar bezocht stak
Koninklijk paar valt voor Papermate
c=3
door Eva Hoeke
KORT NIEUWS
b=3
Jij weet van niks
En vergeet nooit ‘Actions feel better than words’. Niet alleen talloze plannen maken maar het ook echt doen door bijvoorbeeld een dagje aan het strand te wandelen met je hond en een oude vriend of naar de Expo Picasso in Parijs in het Van Gogh Museum te gaan. Als je iets leuks onderneemt verandert de werkelijkheid van en voor jezelf. Het leven is keuzes maken, het begint bij jezelf. Als je je goed voelt worden kleuren en mensen ook veel mooier.
b=1
COLUMN
Afgelopen weekend zat ik in het publiek bij de TV-uitzending van Zwart/Wit in het Werktheater in een quasi-debat tussen rechts en links en wat voerde de boventoon? De uitspraak van PVV’er Hero Brinkman over hoofddoekjesverbod in het Provinciale Statenhuis en in de bus. Te dom voor woorden. Reactie van Diederik Samsom van de PvdA: “U sluit mensen uit!” “U liegt”, zei Hero terug! Wat een muggenzifterij. Bij de naborrel zag ik Hero nagenieten met zijn lege geestverwanten en van de redactie kreeg hij ook nog eens een fles rode wijn voor zijn kleurloze aanwezigheid. Brutaal vroeg ik hem: “Mag ik een foto van je maken met hoofddoek op?” Hij antwoordde: “Dat moesten we maar niet doen”.
a=1
Mijn allerbeste vriend? Dat ben ik zelf. ja nee soms
a=2
Ik heb om de vier jaar andere vrienden. ja nee soms
5
10
Zonder vriendschap zou jij niet kunnen leven. Jij en je vrienden zijn twee handen op één buik, jullie zijn echte zoolmaten. Je weet wat de ander nodig heeft en maalt er niet om als er tijden zijn dat hij of zij meer neemt dan geeft. Dat evenwicht komt wel weer terug. Je vrienden zijn vast heel blij met jou!
6
5
22 punten of meer
Wat zit er voor jou in de knop aan de levensboom? Welke dromen ga je stap voor stap waarmaken? Het leven is eindeloos of je nu alleen bent en relatieloos. Nieuw leven maakt het leven iets minder zinloos! Deze regels schreef ik een paar jaar geleden in een gedicht.
c=3
Ik heb niet meer dan drie goede vrienden. ja nee soms
c=2
Ik ben zelf echt blij als mijn partner gelukkig is. ja nee soms
Ze schaamde zich: de 44-jarige Patricia voelde zich in 2011 zo eenzaam dat ze niet meer onder de mensen kwam. Via De Regenboog ontmoette ze een maatje, die haar iedere twee weken op sleeptouw nam. Dankzij haar besloot ze naar een afkickkliniek te gaan. De tranquillizers tegen straatvrees waren in een verslaving uitgemond. Inmiddels is ze na zes maanden in een Schotse kliniek clean en staat op het punt om in 2015 haar straatvrees aan te pakken.
b=1
9
Maar wat ben ik blij dat die lange grijze en grauwe dagen straks voorbij zijn in het ontluikende voorjaar. Dat alles en iedereen ontwaakt in een oogverblindend helder kleurenpalet, het zwart en wit gebruik ik alleen om deze regels op te schrijven!
b=3
4
Er zijn weken dat je vrienden en jij elkaar niet spreken, dat betekent niet dat jullie elkaar niet trouw zijn. Je bent altijd benieuwd hoe het met ze gaat en ze kunnen bij je terecht als het niet mee zit. Er is wel eens ruzie, dat vind je niet leuk. Gelukkig kun je dan wel bij een andere vriend terecht.
Vrouw kickt af door vrijwilliger
a=2
Echte vriendschap, daar geloof ik niet in. ja nee soms
KORT NIEUWS
a=1
16 tot 21 punten
Mijn beste vriend kan me midden in de nacht bellen voor hulp. ja nee soms
Ken je dat gevoel? Alsof je leven in een dipje zit en dat al voor een heel lange tijd! Het Midden-Oosten staat in brand, de één na de andere dictator moet het veld ruimen, en terecht. Nu is Khadaffi in Libië aan de beurt, wie is de volgende? Maar hier in het vrije Westen kun je rechtse kliek met een rood kleurpotlood wegstemmen zonder bloedvergieten. Chronisch zieken, uitkeringsgerechtigden en het leger van minimalisten voelen zich met de dag meer en meer uitgeknepen als een uitgeperste sinaasappel! De tegenstelling van superrijken en straatarmen is nog meer vergroot dankzij kleurloze Rutte. Kan het nog erger? We kunnen toch niet van de wind leven, alhoewel met een zeilboot en een giga windmolen zou ik minder last hebben van die rechtse tegenwind.
“Oh”, zei ik, “dan ben je vast niet dronken genoeg. Maar ik wil ook wat geld verdienen!” Ach, die man leeft zijn hele leven al met een hoofddoek voor zijn ogen, net als de rest van die Islambashers waarvan de ogen nooit meer echt open gaan.
7
8
door Harr Wetterhahn, 2011
8
3
Mijn goede vrienden ken ik al jaren. ja nee soms
7
Kleurrijk
c=3
Ik bel mijn beste vriendin elke dag. ja nee soms
Je vindt vriendschap een lastig onderwerp. Er zijn dagen dat je je goed vermaakt in je eentje, maar meestal is voor jou de grote vraag: waar zijn toch de mensen die zich in mij interesseren? Niet dat je altijd open staat voor anderen, je hebt er vaak geen puf voor om gezellig te doen. Je weet wel dat je ervan opknapt om mensen te zien, dus je blijft het proberen.
c=2
2
10 tot 15 punten
b=1
Mijn beste vriend zie ik minimaal één keer per week. ja nee soms
COLUMN
Wekelijks één bolletje cocaïne minder roken en na negen weken een prachtige accordeon rijker. Dat heeft Leni Janssen uit Amsterdam Zuid zichzelf ten doel gesteld voor 2015. Janssen werd verliefd op de accordeon, die stond te pronken in de etalage van een tweedehands winkel. Ze besloot dat ze sterker is dan haar verslaving. Ze brengt tien euro – kosten van één bolletje – naar de winkel, die voor haar spaart. Haar maatje bij de Buddyzorg, het maatjesproject voor verslaafden, stimuleert haar daarbij.
b=1
Ik ben een gever en geen nemer. ja nee soms
Voor de puntentelling: zie rechterbenedenhoek van deze pagina.
Fred Schiphorst maakt deel uit van de veegploeg in Amsterdam Oost
a=2
6
Minder bolletjes meer muziek
9
1
‘We mogen niet drinken tijdens het vegen. De regel is twee biertjes voor het prikken, twee tijdens de lunch en één na het werk. Zonder biertje kan ik niet functioneren.’
10 a=3
Quiz: wat voor soort vriend ben jij ?
KORT NIEUWS