NIEUWSBRIEF Nieuwsbrief 3, 2014
Dankzij de sponsorbijdrage van onderstaande bedrijven kan de NVSHV een aantal van haar activiteiten realiseren.
Ruim 5.000 behandelingen voor alcoholvergiftigingen op de SEH In 2012 werden 5.300 mensen op een SEH van een ziekenhuis behandeld voor een alcoholvergiftiging. In meer dan de helft van de gevallen ging het om jongeren in de leeftijd 10-24 jaar. Daarmee zijn de recordaantallen van 2011 geëvenaard. De toekomst zal moeten uitwijzen of met deze pas op de plaats een daling van deze problematiek is ingezet. Bij jongeren in 10 jaar tijd vervijfvoudigd In 2003 waren er nog 1.500 SEH-behandelingen voor alcoholvergiftigingen, tien jaar later ligt dit aantal dus 3,5 keer hoger. Die stijging komt vooral voor rekening van de leeftijdsgroepen 15, 19 en 20-24 jaar, waarvoor het aantal behandelingen vervijfvoudigde. De meeste SEH-behandelingen voor alcoholvergiftiging betreft 15-19 jarigen: 1.700 in 2012. Opvallend is dat in de leeftijd 20-24 jaar de alcoholvergiftiging in vier op de tien gevallen gepaard gaat met drugsgebruik. Vooral mannen en veel opnamen in het ziekenhuis Het merendeel van de mensen die op een SEH binnenkomen met een alcoholvergiftiging is man (63%). Alleen bij 10-14 jarigen zijn de meiden net in de meerderheid. Bijna de helft (44%) van de patiënten die met een alcoholvergiftiging op de SEH komen wordt opgenomen in het ziekenhuis. Aantal alcoholgerelateerde ongevallen lijkt te stijgen Vaker nog dan alcoholvergiftigingen leidt overmatig alcoholgebruik tot ongevallen of geweld. In 2012 was voor 15.000 behandelingen van verwondingen op de SEH bekend dat alcohol (mede) oorzaak was van het ongeval of geweldsincident. Dit aantal is hiermee in tien jaar tijd met 74% gestegen. Omdat in een minderheid van de gevallen op de SEH wordt geregistreerd of alcohol een rol heeft gespeeld bij het ongeval of geweldsincident, is niet met zekerheid te zeggen of deze stijging de werkelijke aantal alcoholgerelateerde verwondingen goed weerspiegelt. Cruciale rol weggelegd voor Spoedeisende Hulpafdelingen Bovenstaande gegevens werden door VeiligheidNL gepresenteerd op het symposium “De nuchtere Hollander…” van de SEH van het MCH Westeinde ziekenhuis in Den Haag. Op het symposium stond centraal
hoe SEH-afdelingen een rol kunnen spelen bij het terugdringen van overmatig alcoholgebruik. VeiligheidNL is van mening dat die rol verder versterkt zou moeten worden, omdat dit veel gezondheidswinst oplevert. Daarvoor is het nodig dat deze preventieve taken op de SEH structureel worden ingebed in de werkzaamheden en financiering van de ziekenhuizen.
Jongeren drinken minder alcohol, na negatieve informatie over drinkers Hanneke Teunissen ontdekte dat, wanneer leeftijdsgenoten aangeven te drinken, jongeren ook meer bereid zijn te drinken, ongeacht de populariteit van de leeftijdsgenoten. Als leeftijdsgenoten echter aangeven niet te drinken, zijn jongeren alleen bereid minder te drinken als deze leeftijdsgenoten populair zijn. Uit eerdere studies is bekend dat drinkerprototypes (het stereotype beeld dat jongeren hebben van leeftijdsgenoten die drinken of niet drinken) invloed hebben op het drinkgedrag van jongeren. Onbekend was nog of deze prototypes te veranderen zijn en of dat invloed heeft op het drinkgedrag van jongeren. Teunissen toont aan dat dat inderdaad het geval is. Jongeren werden in het barlab verdeeld in twee groepen. De ene groep kreeg positieve informatie te zien over drinken, zoals: ‘alcohol drinken is sociaal’, of ‘drinken maakt je aantrekkelijk’’, terwijl de andere groep negatieve informatie over drinken voorgelegd kreeg. De jongeren die positieve berichten lazen over drinken, dronken daarna ook meer dan de jongeren die de negatieve boodschappen zagen. Negatieve informatie over alcohol drinken blijkt effect te hebben op het daadwerkelijke drinkgedrag van jongeren, en biedt daarom mogelijke aanknopingspunten voor preventie- en interventieprogramma’s,aldus de promovenda. De promotie is mede gefinancierd door NWO. Vrijdag 11 april promoveert mevrouw H.A. Teunissen op het proefschrift “Wishful drinking: The Impact of Peer Norms and Drinker Prototypes on Adolescent Alcohol Use”
NVSHA wil snelle oplossing declaratieproblematiek SEH Naar aanleiding van een onlangs door de Nederlandse Zorg Autoriteit (NZa) aan het St. Antonius ziekenhuis opgelegde boete is aan het licht gekomen dat SEH-artsen DBC’s openen voor patiëntenzorg op de SEH, terwijl volgens bestaande regelgeving alleen poortspecialisten of arts-assistenten dit mogen doen. SEH-artsenknmg worden binnen de bestaande regelgeving niet aangemerkt als poortspecialisten. Met deze regelgeving wordt afbreuk gedaan aan de kwaliteitsverbetering en taakherschikking op de SEH die door het in dienst nemen van SEHartsenknmg beoogd wordt. SEH-bezoeken mogen niet gedeclareerd worden als patiënten worden behandeld door het zelfstandige profielspecialisme spoedeisende geneeskunde. Indien een net afgestudeerde basisarts dezelfde patiënt ziet mag het SEH-bezoek daarentegen wel gedeclareerd worden. Op deze manier wordt investeren in kwaliteitsverbetering en taakherschikking ontmoedigd.
De huidige declaratieregels leiden ook tot ongewenste prikkels, zoals het laten terugkomen van patiënten op de polikliniek, om alsnog het SEH bezoek te kunnen declareren bij de zorgverzekeraar. Van voorlopige naar definitieve oplossing Samen met andere betrokkenen, zoals Zorgverzekeraars Nederland (ZN), de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) en de Nederlandse Federatie van Universitaire Medische Centra (NFU), ziet ook de NZa in dat de huidige regelgeving niet aansluit bij de praktijk en dat dit een onwenselijke situatie is. De betrokken partijen zijn met elkaar in overleg om het per 2015 alsnog mogelijk te maken dat SEH-artsenknmg legaal DBC’s kunnen openen voor patiëntenzorg op de SEH. Voor de situatie tot 2015 heeft de Nederlandse Vereniging van Spoedeisende Hulp Artsen (NVSHA) bij de NZa aangedrongen om niet specifiek te handhaven op het openen van DBC’s door SEH-artsenknmg. Een formele beleidsregel waarin het openen van DBC’s door SEH-artsenknmg ook in 2014 niet beboet wordt bestaat echter op dit moment niet. De NVSHA is blij met de constructieve dialoog over een definitieve oplossing vanaf volgend jaar. Maar ook voor het lopende jaar bepleit de NVSHA een oplossing die recht doet aan de praktijk en ziekenhuizen en SEH-artsenknmg niet onnodig in problemen brengt.
Minister Schippers lanceert campagne
‘De mensen van de ambulance’ Op dinsdag 11 maart 2014 lanceerde minister Schippers met twee ludieke acties de driejarige landelijke voorlichtingscampagne ‘De mensen van de ambulance’. Dit deed zij te midden van een groep ambulancehulpverleners. Met de campagne wil de ambulancesector het grote publiek beter informeren over ambulancezorg, zodat mensen meer begrip krijgen voor de werkwijze van ambulancehulpverleners
Meer kennis over ambulancezorg, minder onbegrip Uit een grootschalig imago-onderzoek ambulancezorg blijkt dat het grote publiek zeer tevreden is over ambulancezorg. De resultaten laten echter ook zien dat mensen vaak niet weten hoe ambulancezorg precies werkt en wat ze wel of niet van ambulancehulpverleners kunnen verwachten. Veel ondervraagden veronderstelden bijvoorbeeld dat een
ambulance altijd komt als je 112 belt, of dat ambulancehulpverleners een patiënt altijd naar het ziekenhuis brengen. Beide aannames zijn onjuist. Irritaties, onbegrip, oplopende emoties of ongewenst gedrag richting ambulancehulpverleners zijn soms het gevolg. Ambulanceprofessionals onderschrijven dit. Zij ervaren in de praktijk dat patiënten, omstanders of het grote publiek vaak niet weten waarom zij de dingen doen die ze doen. “Automobilisten reageren soms geïrriteerd als ik langzaam op de linkerbaan rijd. Ze vragen zich af waarom ik niet naar rechts ga. Maar in die gevallen ligt vaak een heel zieke patiënt in de ambulance die last heeft van spoorvorming op de rechterbaan”, aldus een ambulancechauffeur. De voorlichtingscampagne brengt duidelijkheid via drie hoofdthema’s, namelijk: ‘als je 112 belt’, ‘in het verkeer’ en ‘bij zorgverlening’. Ambulanceprofessionals boegbeeld campagne Ambulanceprofessionals hebben zich heel betrokken getoond bij de ontwikkeling van de campagne. Via een brainstormsessie en besloten social media kanalen hebben zij veel campagnecontent aangeleverd. Voor het grote publiek zijn ambulanceprofessionals dé stem (meldkamer ambulancezorg) en hét gezicht (straatbeeld) van ambulancezorg. Logisch dus dat ambulancehulpverleners zelf het boegbeeld zijn van de campagne. Dit blijkt uit de campagnenaam en –huisstijl, maar ook uit een aantal communicatiemiddelen, zoals een serie korte filmpjes waarin zij zelf tips en adviezen geven en vertellen hoe ze te werk gaan. En ook op het weblog ´Het echte werk´op www.demensenvandeambulance.nl vertellen zij zelf over bijzondere momenten in hun werk. Alles met het doel mensen meer te leren over ambulancezorg, zodat er meer begrip komt en verwachtingen realistisch blijven. Initiatief campagne De voorlichtingscampagne ‘De mensen van de ambulance’ is een initiatief van sectororganisatie Ambulancezorg Nederland, in samenwerking met beroepsvereniging V&VN ambulancezorg en de Regionale Ambulance Voorzieningen. De campagne wordt mede mogelijk gemaakt door het ministerie VWS.
Aantal valongevallen bij 0-4 jarigen in 10 jaar tijd gedaald met 21% Auteurs: Karin Klein Wolt en Christine Stam, VeiligheidNL
In 2012 werden 39.000 kinderen van 0 tot en met 4 jaar oud behandeld op een SEH-afdeling van een ziekenhuis. Het gaat bij deze groep jonge kinderen met name om valongevallen, bijvoorbeeld een val van de trap, speeltoestel of zitmeubel. Dit blijkt uit cijfers van het Letsel Informatie Systeem van VeiligheidNL, een organisatie die zich bezig houdt met het voorkomen van ongevallen. Mede door goede voorlichting, interventies en campagnes is het aantal valongevallen in de afgelopen tien jaar met 21% gedaald. 110 kinderen per dag naar de SEH In 2012 werden 39.000 kinderen van 0 tot en met 4 jaar na een privéongeval behandeld op de SEH- afdeling van een ziekenhuis. Dat zijn 110 jonge kinderen per dag die in 2012 op een SEH-afdeling behandeld moesten worden. Onder alle behandelde slachtoffers van privéongevallen was het aandeel kinderen van 0 tot en met 4 jaar oud met 9% relatief groot (figuur 1).
Figuur 1 Privé-ongevallen in 2012: Aantal SEH-behandelingen, naar leeftijd 40.000 30.000 20.000
90 j en ouder
85-89 jaar
80-84 jaar
75-79 jaar
70-74 jaar
65-69 jaar
60-64 jaar
55-59 jaar
50-54 jaar
45-49 jaar
40-44 jaar
35-39 jaar
30-34 jaar
25-29 jaar
20-24 jaar
15-19 jaar
5-9 jaar
10-14 jaar
0
0-4 jaar
10.000
Bron: Letsel Informatie Systeem 2012, VeiligheidNL
Figuur 2 Privé-ongevallen in 2012: SEH-behandelingen bij jonge kinderen (0-4 jaar) naar leeftijd en geslacht Aantal SEH-behandelingen
25.000 20.000
5.000
15.000
4.000 3.000
10.000
2.000
5.000
4 jaar
3 jaar
2 jaar
1 jaar
0 jaar
Meisje
4 jaar
3 jaar
2 jaar
1 jaar
0 jaar
Meisje
0
Jongen
1.000 Jongen
0
Aantal SEH-behandelingen per 100.000 kinderen
6.000
Bron: Letsel Informatie Systeem 2012, VeiligheidNL; Bevolkingsstatistiek 20122013, Centraal Bureau voor de Statistiek
Vooral tweejarigen lopen het groot risico Onder de slachtoffers waren meer jongens (21.000, 55%) dan meisjes (18.000, 45%). Kinderen van twee jaar waren in de meerderheid (26%, 10.000) en zij liepen ook het grootste risico met 5.500 SEH-behandelingen in verband met letsel door een privé-ongeval in 2012 per 100.000 tweejarigen (figuur 2). Valongeval meest voorkomende ongeval Meer dan de helft van de slachtoffers (61%, 24.000) heeft letsel door een val, met name door een val van een vaste trap (9%) of val van speeltoestel (5%) of zitmeubel (5%) (tabel 1). Andere veel voorkomende ongevalsscenario’s waren beknelling (6%, 2.400), met name een beknelling tussen de deur (5%) en lichamelijk contact (6%, 2.400) waaronder veel zondagselleboogjes (luxatie van de elleboog, 3%). Tabel 1 geeft een overzicht van de meest voorkomende scenario’s. Het zal duidelijk zijn dat de verdeling per leeftijdsjaar enigszins verschilt. Zo was bijvoorbeeld bij de nuljarigen het aantal SEH-behandelingen in verband met een val van hoogte (34% versus 23% voor het totaal) en verbranding (7% versus 3%) relatief groot. Van ongeveer de helft van de privé-ongevallen met letsel waarbij de jonge kinderen behandeld werden op een SEH-afdeling is bekend dat ze tijdens spelen plaatsvonden (49%, 19.000). Van meer dan de helft van de ongevallen is bekend dat ze in (49%, 19.000) of om het huis (10%, 4.000) plaatsvonden. Daarna volgen scholen en dagverblijven (7%, 2.700) en speelgelegenheden (6%, 2.300). Ook wat betreft activiteit en locatie zijn er logischerwijze verschillen tussen de verschillende leeftijdsjaren. Zo neemt bijvoorbeeld het aandeel ongevallen in huis af en het aantal ongevallen om het huis, op speelgelegenheden en op scholen en dagverblijven toe met het toenemen van de leeftijd. Relatief veel hoofdletsels Van de slachtoffers had 37% (14.000) letsel aan hoofd, hals of nek. Het betreft hier vaak open wonden aan het hoofd (15%), oppervlakkig letsel aan het hoofd (7%) of licht hersenletsel (6%). In 2012 werden 650
Tabel 1
Privé-ongevallen in 2012: SEH-behandelingen bij jonge kinderen (0-4 jaar) naar meest voorkomende ongevalsscenario, activiteit en locatie
Ongevalsscenario Aantal % Activiteit Aantal % Locatie Aantal % Val 24.000 61 Vrijetijdsbesteding 21.000 54 In woonhuis 19.000 49 Val van hoogte, val uit, van 9.000 23 Spelen 19.000 49 Woonkamer 5.900 15 Van zitmeubel 2.000 5 Noodzakelijke 6.900 18 Vaste trap 3.200 8 activiteiten Slaapkamer 2.700 7 Van speeltoestel 2.000 5 Lopen in en om huis 3.700 9 Val van trap of ladder 3.700 9 Onderwijs en 2.400 6 Om woonhuis 4.000 10 educatie Van vaste trap 3.700 9 Schoolreis, spelen 2.000 5 Tuin 2.900 7 in schooltijd Val door sprong 1.400 4 Overig 1.200 3 Speelgelegen- 3.100 8 heden* Contact met object 6.500 17 Onbekend 7.700 20 Speelgelegen- 2.300 6 heid Beknelling 2.400 6 Scholen en 2.700 7 Tussen deur 1.400 4 dagverblijven Straat, rijweg, 1.400 4 Geraakt door bewegend 2.100 5 trottoir object Overig 2.000 5 Overig scenario 8.700 22 Onbekend 6.800 17 Lichamelijk contact 2.400 6 Zondagselleboog 1.400 3 Totaal
39.000 100
Totaal
39.000 100
Totaal
39.000 100
* Speelgelegenheden, attractie-, bungalowparken
Bron: Letsel Informatie Systeem 2012, VeiligheidNL
kinderen in de leeftijd van 0 tot en met 4 jaar na een privé-ongeval op de SEH-afdeling behandeld in verband met ernstig schedel/hersenletsel (2%). Circa twee vijfde van de kinderen (38%, 15.000) had letsel aan schouder, arm of hand. Hierbij is bijvoorbeeld sprake van een luxatie van de elleboog ( 5%), oppervlakkig letsel aan arm (4%) of een polsfractuur (4%). Het aandeel SEH-behandelingen in verband met letsel in de hoofd-hals-nek-regio nam af bij het ouder worden van de kinderen, het aantal letsels aan de bovenste extremiteiten nam juist toe. Registratie en preventie Het Letsel Informatie Systeem Met het Letsel Informatie Systeem (LIS) heeft VeiligheidNL goed inzicht in welke ongevallen er precies gebeuren in Nederland. Het LIS is een registratiesysteem op 14 Spoedeisende Hulpafdelingen in Nederland waarbij 24 uur per dag alle informatie over SEH-behandelingen worden bijgehouden. LIS speelt een belangrijke en unieke rol bij het verzamelen van epidemiologische ongevalsinformatie (omvang, ernst, kosten en toedracht van ongevallen). Het vormt daarmee de kennisbasis voor het letselpreventiebeleid in Nederland. Door middel van LIS wordt in een selectie van ziekenhuizen gegevens vastgelegd over privé-ongevallen, maar ook over sportblessures, verkeersongevallen, arbeidsongevallen, geweld en zelfbeschadiging. De deelnemende ziekenhuizen vormen een representatieve steekproef van ziekenhuizen in Nederland met een continu bezette SEH-afdeling. Dit maakt een schatting van cijfers op nationaal niveau mogelijk. Preventie Naast het registreren van ongevallen op de SEH-afdeling houdt VeiligheidNL zich ook bezig met preventie door middel van het ontwikkelen van campagnes, interventies, voorlichtingsmaterialen en bijvoorbeeld trainingen. Op het gebied van kinderveiligheid werkt VeiligheidNL nauw samen met consultatiebureaus, en zijn er diverse voorlichtingsmaterialen ontwikkeld die via consultatiebureaus aan ouders van jonge kinderen worden uitgedeeld (bijvoorbeeld over vallen, veilig slapen, vervoer van kinderen en verdrinkingen). Daarnaast heeft VeiligheidNL een lespakket ontwikkeld om letsels na valongevallen zoveel moge-
lijk te beperken. Dat kinderen vallen, is niet te voorkomen, wel is het van belang dat kinderen goed leren vallen. Met het lespakket Vallen is ook een Sport leren kinderen tijdens het bewegingsonderwijs via een betrouwbare methode veilig te vallen; stap voor stap en op een leuke manier. Onderzoek van het VUmc-EMGO heeft laten zien dat het werken met het lespakket zorgt voor een halvering van het aantal valletsels bij kinderen. Daarnaast hebben kinderen meer kennis gekregen over hoe ze moeten vallen, zijn hun valvaardigheden verbeterd en hebben ze minder angst om te vallen. Effecten van preventie: daling van letsels en medische kosten Al dit soort materialen en interventies leveren een bijdrage aan het voorkomen van ernstige letsels. Dit wordt onder andere via het LIS gemonitord. Zo is duidelijk geworden dat het aantal SEH-behandelingen na een privé-ongeval bij jonge kinderen vanaf midden jaren negentig een gunstige ontwikkeling laat zien (figuur 3). Figuur 3 Privé-ongevallen: Jaarlijks aantal SEH-behandelingen bij jonge kinderen (0-4 jaar) en trend 2003-2012 75.000
50.000
25.000
2011
2012
2010
2009
2008
2007
2006
2004
2005
2003
2002
2001
2000
1999
1998
1997
Aantal SEH-behandelingen 1996
1994
1995
1993
1992
1991
1990
1989
1988
Lineaire trend 2003-2012 0
Bron: Letsel Informatie Systeem 1988-2012, VeiligheidNL
Het aantal ernstige privé-ongevallen met baby’s en kinderen die leidden tot een behandeling op een SEH-afdeling van een ziekenhuis daalde in de laatste tien jaar met 24%(2003-2012). Op diverse speerpunten in preventie is resultaat geboekt.: Bij het aantal valongevallen (-21%), verbrandingen (-34%) en vergiftigingen (-24% ) zien we een duidelijke afname. Deze ontwikkelingen hebben er toe bijgedragen dat de directe medische kosten voor letsels bij jonge kinderen die behandeld zijn op een SEH-afdeling zijn opgenomen in het ziekenhuis in 2012 naar schatting 9 miljoen euro lager waren dan in 2003. Voor meer informatie: Karin Klein Wolt,
[email protected], 020-511 4579; en www.veiligheid.nl.
Project leert kinderen veilig vallen met technieken uit vechtsporten Vallen is een bekende problematiek bij senioren, maar ook fietsers, en vooral fietsende kinderen, zijn een risicogroep voor vallen met letsels. Voor hen lanceren de KU Leuven, het VSKO en de Bond voor Lichamelijke Opvoeding het project ‘Vallen en opstaan’. Ze doen dat met steun van KBC Verzekeringen. Fietsen wint in Vlaanderen gestaag aan populariteit. Niet alleen heeft meer dan vier op de vijf Vlamingen een fiets, bijna de helft van hen zegt die fiets minstens twee keer per week te gebruiken. Fietsen is populair als vrijetijdsbesteding en voor woon-werkverkeer. 30,5% van
Enkele beelden uit de demonstratievideo’s. De valoefeningen zijn geïnspireerd op judo en andere oosterse vechtsporten. de leerlingen fietst naar school en veel werkgevers promoten verplaatsingen met de fiets. De keerzijde van die medaille zijn de vele fietsongevallen. Tussen 2008 en 2011 waren er 64.817 geregistreerde fietsongevallen, met 28.868 lichtgewonden, 3.174 zwaargewonden en 312 doden. Van de 7.700 vastgestelde fietsongevallen in 2011 was het aantal slachtoffers het hoogst in de leeftijdsgroep 10- tot 19-jarigen. Bij het overgrote deel van de ongevallen waren geen andere weggebruikers betrokken. Die zogenaamde ‘enkelvoudige fietsongevallen’ houden verband met onoplettendheid of met een gebrekkige weginfrastructuur. De helft van de valpartijen is het gevolg van een onhandige beweging van de fietser zelf. Ook een gladde rijbaan en oneffenheden in het wegdek zorgen voor evenwichtsverlies. Altijd vallen met een rol Jonge weggebruikers lopen een hoger risico om in de spoedgevallendienst te belanden als gevolg van een valpartij. Jongeren fietsen meer in groep, waardoor ze sneller afgeleid zijn. Kinderen tot 12 jaar zijn ook nog niet zo stuurvaardig. Uit onderzoek is gebleken dat bij kinderen die juist leren vallen, de kans op ernstige verwondingen met de helft verminde rt. Bij valtraining leren kinderen hoe ze de energie die bij een val vrijkomt kunnen kanaliseren, om het risico op letsels te minimaliseren. Valoefeningen om de bewegingsvaardigheid aan te scherpen zijn geïnspireerd op judo en andere oosterse vechtsporten. De oefeningen gaan gepaard met concrete tips, zoals ‘altijd vallen met een rol’.
Het project ‘Vallen en opstaan’ begeleidt leerkrachten lichamelijke opvoeding van het kleuter- en basisonderwijs bij het uitwerken van valtraining in hun lessen. De website www.vallenenopstaan.be is ook voor ouders en andere geïnteresseerden toegankelijk en bevat zowel didactisch materiaal als achtergrondinformatie over veilig vallen. 36 demonstratievideo’s geven toelichting bij de oefenreeksen en een aantal interviews met experts zorgen voor duiding. Bron KU Leuven, nieuws