Jaarverslag 2013
Naam verslagleggende rechtspersoon Bezoekadres Correspondentieadres Telefoonnummer Identificatienummer NZa Nummer Kamer van Koophandel E-mailadres Internetpagina
Stichting Bevolkingsonderzoek Noord Queridolaan 5, 9721 SZ Groningen Postbus 425, 9700 AK Groningen 050 520 88 88 n.v.t. 41012153
[email protected] www.bevolkingsonderzoeknoord.nl
Inhoud 1. Bestuursverslag
5
2. Profiel van de organisatie 2.1 Missie en visie 2.2 Kernactiviteiten 2.3 Belanghebbenden
8 8 8 9
3. Governance 3.1 Bestuur en toezicht 3.2 Bedrijfsvoering 3.3 Cliëntenraad
10 10 10 11
4. Resultaten 4.1 Cijfers bevolkingsonderzoek borstkanker 4.1.1 Gegevens natraject borstkankerscreening Bevolkingsonderzoek Noord 4.2 Cijfers bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker 4.3 Financieel resultaat
12 12 13 14 15
5. Beleidsresultaten 16 5.1 Kwaliteitsbeleid 16 5.1.1 Certificering 16 5.1.2 Kwaliteitsbewaking 16 5.1.3 Audits in het kader van het bevolkingsonderzoek naar darmkanker 17 5.1.4 Visitatie LRCB 18 5.2 Ontwikkelingen borstkankerscreening 18 5.2.1 Rapport Gezondheidsraad over de stand van borstkankerscreening 18 5.2.2 Standaard maken van twee foto’s per borst 18 5.2.3 Best practice planning 18 5.2.4 Vijf minuten planning 18 5.2.5 Rolstoelcliënten 19 5.2.6 Vaste unit 19 5.2.7 Opleiding 19 5.2.8 MammoXL 19 5.2.9 Natraject 19 5.2.10 Fotobespreking 19 5.3 Ontwikkelingen screening baarmoederhalskanker 20 5.3.1 Basisscholing Cervixscreening (BSC) praktijkassistenten 20 5.3.2 Visitatie van de pathologielaboratoria in het noorden Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 5.3.3 5.4.3 Pilot herhaaluitstrijk 21 5.3.4 Cervixteam 21 5.3.5 Cervixspecial en magazine ‘Leven & Lijf’ 21 5.3.6 Inrichten natraject 21 5.4 Ontwikkelingen invoering screening darmkanker 22 5.4.1 Verantwoordelijkheid 22 5.4.2 Voorbereiding en uitvoering 22 5.4.3 Activiteiten 22 5.5 Communicatie 23 5.5.1 Externe communicatie 23 5.5.2 Informatiepakket bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker 23 5.5.3 Arbeidsmarktcommunicatie 23 5.5.4 Interne communicatie 23 Jaarverslag 2013
Pagina 3 van 37
5.5.5 5.6 5.6.1 5.6.2 5.7 5.7.1 5.7.2 5.7.3 5.7.4 5.7.5 5.7.6 5.7.7 5.7.8
Huisstijl Reacties en klachten cliënten Overzicht reacties en klachten cliënten Klachtenregistratiesysteem ICT/facilitair Onderzoeken storage Upgrade netwerk capaciteit Onderzoeken Virtualisatie Bereik draadloos netwerk Vervangen/updaten/uitbreiden Tablets Video conference Systeembeheer
23 23 24 25 25 25 25 25 26 26 26 26 26
6. Organisatie 6.1 Personeelsformatie 6.1.1 Verloop 6.1.2 Verzuim 6.1.3 Arbo 6.1.4 Vertrouwenspersoon
27 27 27 28 28 29
7. Bijlagen 7.1 Raad van Bestuur en Raad van Toezicht (per 31 december 2013) 7.2 Resultaten bevolkingsonderzoek borstkanker per gemeente 7.3 Opkomst bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker per gemeente per geboortecohort 7.4 Overzicht afmeldredenen bevolkingsonderzoek borstkanker 7.5 Overzicht afmeldredenen bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker 7.6 Naijleffect oproepschema’s 2010, 2011 en 2012 bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker 7.7 Organogram Bevolkingsonderzoek Noord
30 30 31
Jaarverslag 2013
32 35 35 36 37
Pagina 4 van 37
1.
Bestuursverslag
Meer nog dan 2012 stond het afgelopen jaar in het teken van de landelijke invoering van de darmkankerscreening voor mannen en vrouwen van 55 tot 75 jaar. De aanvankelijk geplande invoering per 1 september 2013 is niet gehaald, met name door discussies over de gebruikte zelfafnametest. Wel startte op die datum de pilot in de regio Zuid-West, om na te gaan of ColonIS, het ICT-systeem dat processen bij de screeningsorganisaties, coloscopiecentra, klinisch chemische laboratoria en het landelijk “inpakcentrum” faciliteert, in de praktijk zou werken. Tevens werden alle werkprocessen onder de loep genomen. Op basis van de pilot is besloten dat de landelijke invoering per 1 januari 2014 doorgang kon vinden. Door het verschuiven van de startdatum zouden mensen die in 2013 75 jaar waren, buiten de boot vallen omdat ze in 2014 niet meer in de doelgroep thuishoren. Besloten is deze groep “mee te nemen” naar 2014 en als eerste cohort uit te nodigen. Volgens planning gaat het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker per 2016 veranderen. In 2013 heeft het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) de voorbereiding voor de aanpassing ter hand genomen, in samenspraak met de partijen in het veld. Belangrijkste wijzigingen zijn dat primair op hoog risico Humaan Papilloma Virus (hrHPV) gescreend gaat worden en dat bij een aantal gunstige uitslagen op rij, de cliënte niet na vijf, maar na tien jaar opnieuw uitgenodigd wordt. Deze andere werkwijze heeft vooral voor de pathologielaboratoria grote gevolgen, omdat er nog maar een fractie van de huidige cytologische bepalingen wordt uitgevoerd. Een ander nieuw element betreft het aanbieden van een thuistest. Deze kunnen cliënten aanvragen, wanneer ze niet hebben gereageerd op de eerste uitnodiging om een uitstrijkje te laten maken bij de eigen huisarts. Naar verwachting zal op termijn een verschuiving ontstaan van het maken van een uitstrijk naar het gebruik van de thuistest. Een derde belangrijke landelijke ontwikkeling die in 2013 is ingezet, betreft de voorbereiding van het ontwikkelen van nieuwe software voor de bevolkingsonderzoeken borstkanker en baarmoederhalskanker in 2014 en 2015. Om deze upgrade te kunnen bekostigen, heeft Bevolkingsonderzoek Noord in 2013 een bestemmingsreserve gevormd ten behoeve van de gezamenlijke screeningsorganisaties. De nieuwe programmatuur wordt naar verwachting op dezelfde leest geschoeid als Colonis met een generiek cliëntendeel en een specifiek deel voor elk screeningsprogramma. In 2013 heeft de Gezondheidsraad geadviseerd om bij het bevolkingsonderzoek borstkanker standaard twee foto’s per borst te maken. De minister van VWS heeft dit advies overgenomen. Voor Bevolkingsonderzoek Noord betekent dit een wijziging in de bestaande werkwijze, waarbij de MBB’er (Medisch Beeldvormings- en Bestralingsdeskundige, voorheen screeningslaborant genoemd) bepaalde of een tweede foto gemaakt moest worden. Het standaard maken van vier foto’s heeft tot gevolg dat het aantal te screenen cliënten per dag enigszins terug gebracht moet worden en dat de kosten van dataopslag van de mammogrammen zal stijgen. In 2013 is gestart met een tariefherijking voor de borstkanker- en de baarmoederhalskankerscreening. Het gaat hier om een landelijk traject, waarbij op basis van jaarrekeningen en begrotingen van de screeningsorganisaties het tarief voor 2015 en 2016 wordt vastgesteld. In financieel opzicht was 2013 een gezond jaar, dat werd afgesloten met een batig saldo van € 22.559. Het begrote resultaat was ruim twee ton. Het genormaliseerde resultaat bedraagt afgerond
Jaarverslag 2013
Pagina 5 van 37
€ 143.000. Het resultaat werd met name beïnvloed door een vervroegde aflossing op een deel van de langlopende leningen. De opkomst voor de borstkankerscreening lag op 83,7% tegenover 82,4% in 2012. Vergeleken met 2011, toen grosso modo dezelfde standplaatsen zijn aangedaan, is er sprake van een daling van 0,5%. Deze daling past in een trend die landelijk zichtbaar is. Het verwijscijfer is met 2,28% in lijn met het landelijke verwijscijfer, maar is duidelijk gestegen ten opzichte van voorgaande jaren (2012 1,55%, 2011 1,49%). De opkomst voor de baarmoederhalskankerscreening bedraagt 64,9% (2012 64,2%, 2011 63,9%). De ervaring leert dat door het “naijleffect” het opkomstpercentage in de komende jaren nog met 5% kan stijgen. Intern zijn er ook de nodige ontwikkelingen geweest bij Bevolkingsonderzoek Noord. Eind september vond de officiële opening plaats van een nieuw onderzoekscentrum in Groningen. Naast het reguliere onderzoek naar borstkanker vindt hier ook opleiding van nieuwe MBB’ers plaats. Op het gebied van kwaliteit valt te melden dat Det Norske Veritas na een audit op 25 en 26 maart het certificaat voor HKZ en ISO heeft verlengd. De radiologen-bekijkeenheid Groningen, inclusief de daarbij behorende onderzoeksunits, werd gevisiteerd door het Landelijk Referentiecentrum Bevolkingsonderzoek. Het landelijke klanttevredenheidsonderzoek dat in het voorjaar van 2013 is gehouden liet een hoge algemene tevredenheid zien over het bevolkingsonderzoek borstkanker. Het landelijke cijfer was een 9, Bevolkingsonderzoek Noord scoorde zelfs nog iets hoger met 9,1. Omdat een groot deel van de cliënten aangaf het onderzoek als pijnlijk te ervaren, is gestart met een intern project om na te gaan hoe de pijnbeleving kan worden teruggebracht. In 2013 zijn bijna alle ziekenhuizen in de regio aangesloten op MammoXL. Met dit systeem kunnen bevoegde medewerkers in de ziekenhuizen digitale beelden uit de screening inzien en gebruiken voor diagnostische doeleinden. De omvang van de personeelsformatie in fte’s is in 2013 ongewijzigd ten opzichte van 2012. Het in 2013 ingezette verzuimbeleid lijkt zijn vruchten af te werpen. Met 3,3% was er sprake van een forse daling ten opzichte van 2012, toen het verzuim 5,6% bedroeg. In 2014 moet blijken in hoeverre deze goede score kan worden vastgehouden. De externe vertrouwenspersoon heeft in het verslagjaar geen meldingen ontvangen. Bevolkingsonderzoek Noord wordt bestuurd volgens de zorgbrede governance code. Er is sprake van een eenhoofdige Raad van Bestuur en een vijfhoofdige Raad van Toezicht. Ultimo 2013 heeft de voorzitter van de Raad van Toezicht afscheid genomen in verband met het bereiken van de maximale duur van zijn zittingsperiode. Hij is opgevolgd door de vice-voorzitter en er is een nieuw lid aangetrokken. April 2014 J.H. Sangers Raad van Bestuur
Jaarverslag 2013
Pagina 6 van 37
Verslag van de Raad van Toezicht De Raad van Toezicht (RvT) van Bevolkingsonderzoek Noord is in het verslagjaar vijf keer bijeen geweest. De auditcommissie, bestaande uit twee RvT-leden, heeft de jaarrekening 2012, de begroting 2014 en het meerjarenperspectief besproken en hierover advies uitgebracht aan de RvT. De remuneratiecommissie heeft in november het jaargesprek met de Raad van Bestuur (RvB) gehouden. Twee leden van de RvT hebben samen met de RvB de jaarlijkse artikel-24-vergadering met de Ondernemingsraad gehouden. De Raad van Toezicht heeft in het najaar een bedrijfsbezoek gebracht, waarbij is gekeken naar de werkzaamheden van de financiële administratie en het gegevensbeheer. In het verslagjaar werd een profielschets voor een nieuw lid van de RvT opgesteld en werd een sollicitatiecommissie ingesteld. Dit met het oog op het aftreden in december 2013 van de heer Schuurman als voorzitter van de RvT en zijn opvolging door mevrouw Berendsen (zie bijlage 7.1 voor de samenstelling van de RvT). Per 1 januari 2014 kon de heer De Vries benoemd worden als nieuw lid van de RvT. De RvT heeft zich gebogen over de jaarrekening 2012 inclusief de bijbehorende accountantsverklaring en heeft de jaarrekening goedgekeurd. Datzelfde geldt voor het jaarverslag 2012 en voor de begroting 2014. Ook zijn de financiële en inhoudelijke kwartaalrapportages besproken met RvB en controller. De RvT besprak de kaderbrief voor 2014. Strategieontwikkeling en risicomanagement zijn terugkerende onderwerpen in de vergaderingen van de RvT. Ook is veel aandacht besteed aan de voortgang van de invoering van de darmkankerscreening. Een afvaardiging van de Raad nam deel aan de bespreking met delegaties van de Raden van Toezicht van de vier andere screeningsorganisaties. Leden van de RvT woonden in 2013 scholingsbijeenkomsten georganiseerd door de Nederlandse Vereniging van Toezichthouders in de Zorg (NVTZ) bij en deden daarvan verslag in de RvTvergaderingen. In zijn algemeenheid heeft de RvT toegezien op de vorming en implementatie van het beleid van Bevolkingsonderzoek Noord, alsmede op de ontwikkelingen op de diverse beleidsterreinen. April 2014 A.A. Berendsen Voorzitter Raad van Toezicht
Jaarverslag 2013
Pagina 7 van 37
2.
Profiel van de organisatie
Bevolkingsonderzoek Noord is op 1 januari 2010 ontstaan uit de fusie van de noordelijke screeningsorganisaties BBNN, SPGG, SBPGF en BCNN. Bevolkingsonderzoek Noord is verantwoordelijk voor de uitvoering van de bevolkingsonderzoeken borstkanker, baarmoederhalskanker en (vanaf begin januari 2014) darmkanker in de provincies Drenthe, Friesland en Groningen. 2.1 Missie en visie De organisatie stelt zich ten doel door de uitvoering van de bevolkingsonderzoeken borstkanker, baarmoederhalskanker en darmkanker een wezenlijke bijdrage te leveren aan sterftereductie, gezondheid en welbevinden van cliënten. In 2012 hebben de organisaties voor bevolkingsonderzoek als gezamenlijke missie geformuleerd: “Screeningsorganisaties dragen door middel van kwalitatief hoogwaardig bevolkingsonderzoek substantieel bij aan een vroegtijdige behandeling van ziekten waaronder kanker met als doel gezondheidswinst te realiseren en sterfte terug te dringen”. Hierbij is draagvlak, bij zowel cliënten en hun verwanten als bij zorgaanbieders en andere relevante partijen, onontbeerlijk. Goede samenwerking met de andere partners in de zorgketen is wezenlijk voor het behalen van goede resultaten voor het bevolkingsonderzoek. Bevolkingsonderzoek Noord werkt professioneel, doelgericht en kwaliteitsbewust. In de strategische communicatie draagt Bevolkingsonderzoek Noord als kernboodschappen uit: deskundig, zorgvuldig, aansluitend op de zorg en bewezen effectief. Om haar werkzaamheden uit te kunnen voeren beschikt Bevolkingsonderzoek Noord over goed opgeleid en goed gemotiveerd personeel, de juiste procedures en het juiste materieel. 2.2 Kernactiviteiten Bevolkingsonderzoek Noord is een van de vijf screeningsorganisaties die in Nederland verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de bevolkingsonderzoeken borstkanker, baarmoederhalskanker en (vanaf begin januari 2014) darmkanker. Het werkgebied van Bevolkingsonderzoek Noord omvat de provincies Drenthe, Friesland en Groningen. Alle cliënten staan ingeschreven in de Gemeentelijke Basisadministratie in een gemeente in het werkgebied van Bevolkingsonderzoek Noord. Bevolkingsonderzoek borstkanker In 2013 heeft Bevolkingsonderzoek Noord 134.444 vrouwen (in de leeftijd van 50 tot 75 jaar uitgenodigd om mee te doen aan de tweejaarlijkse screening op borstkanker. Dit is inclusief de vrouwen uit het werkgebied van Bevolkingsonderzoek Midden-West, die door Bevolkingsonderzoek Noord zijn gescreend). Het onderzoek vindt plaats in een van de acht onderzoekscentra. De gemaakte mammografieën worden in de bekijkeenheid in Groningen beoordeeld door steeds twee radiologen (onafhankelijk van elkaar), waarna de cliënt de uitslag van het onderzoek thuis ontvangt. Bij verdenking van borstkanker wordt de huisarts van de cliënt van te voren geïnformeerd, zodat de huisarts contact kan opnemen met de cliënt voordat zij de uitslag thuis ontvangt. Bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker Vrouwen in de leeftijd van 30 tot en met 60 jaar ontvangen om de vijf jaar een uitnodiging voor het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. In 2013 heeft Bevolkingsonderzoek Noord 74.732 Jaarverslag 2013
Pagina 8 van 37
vrouwen in deze leeftijdsgroep uitgenodigd om een uitstrijkje te laten maken bij de huisarts, waarna een van de laboratoria in Noord-Nederland het uitgestreken materiaal beoordeelt. De cliënten ontvangen de uitslag van het onderzoek van Bevolkingsonderzoek Noord. Bij een (matig tot ernstige) afwijkende uitslag neemt de huisarts van de cliënt contact op met de cliënt voordat zij de uitslag thuis ontvangt. 2.3 Belanghebbenden Bevolkingsonderzoek Noord wordt gefinancierd door het RIVM, in opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Het RIVM voert de landelijke regie op de uitvoering van bevolkingsonderzoeken. Voor de beoordeling van de mammografieën heeft Bevolkingsonderzoek Noord een aantal radiologen gecontracteerd, die zijn opgeleid tot screeningsradioloog. Het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) volgt het natraject van doorverwezen cliënten van de borstkankerscreening in de ziekenhuizen en levert Bevolkingsonderzoek Noord de gegevens hierover voor evaluatie. De resultaten van de borstkankerscreening worden jaarlijks doorgegeven aan het Landelijk Evaluatieteam Bevolkingsonderzoek Borstkanker (LETB). Het Landelijk Referentie Centrum voor Bevolkingsonderzoek (LRCB) biedt de theoretische opleiding voor de MBB’ers en screeningsradiologen aan en stelt richtlijnen op voor de mammografen, de kwaliteit van mammografieën, beoordelingsapparatuur en beoordelingen. Ook voert het LRCB periodiek visitaties uit waarbij de kwaliteit van de werkzaamheden van MBB’ers en radiologen wordt beoordeeld. Er wordt nauw samengewerkt met de andere screeningsorganisaties. Zo wordt deelgenomen aan landelijk (bestuurlijk) overleg, wordt geparticipeerd in de landelijke coöperatie die de geautomatiseerde cliëntenadministratie en beeldopslag faciliteert en is er een gezamenlijke landelijke klachtencommissie. Daarnaast zijn medewerkers actief in landelijke werkgroepen, bijvoorbeeld op het terrein van kwaliteit, financiën en communicatie. Ook is door management en medewerkers een actieve bijdrage geleverd aan de implementatie van de darmkankerscreening in 2014. In het verslagjaar werden ook contacten onderhouden met ketenzorgpartners zoals gemeenten, ziekenhuizen en huisartsen.
Jaarverslag 2013
Pagina 9 van 37
3.
Governance
3.1 Bestuur en toezicht De inkomsten van Bevolkingsonderzoek Noord zijn afkomstig uit publieke middelen, meer specifiek de ‘Subsidieregeling Publieke Gezondheid’. Jaarlijks publiceert Bevolkingsonderzoek Noord een jaarverslag, waarin verantwoording wordt afgelegd over het gevoerde beleid, de geleverde prestaties en de gemaakte kosten. Een externe accountant controleert de jaarrekening en bespreekt deze met de Raad van Bestuur, auditcommissie en Raad van Toezicht. Raad van Bestuur- Raad van Toezicht De Raad van Bestuur van Bevolkingsonderzoek Noord is verantwoordelijk voor de beleidsvoorbereiding, -uitvoering en –evaluatie en voor de dagelijks aansturing van de organisatie. Bevolkingsonderzoek Noord heeft een eenhoofdige Raad van Bestuur, de directeur-bestuurder. De Raad van Toezicht fungeert als toezichthouder en heeft daarnaast een adviserende taak. Ook fungeert de Raad van Toezicht als klankbord voor de Raad van Bestuur. 3.2 Bedrijfsvoering Bevolkingsonderzoek Noord werkt volgens een planning- en controlcyclus die voorziet in het jaarlijks opstellen van een kaderbrief en daaruit volgend een jaarplan inclusief bijbehorende begroting en het opstellen van een jaarverslag en jaarrekening. Parallel hieraan worden ten behoeve van de subsidieverstrekker een subsidieaanvraag en een aanvraag vaststelling subsidie opgesteld. Deze documenten dienen voor 1 oktober van het jaar voorafgaand, respectievelijk voor 1 juni van het jaar opvolgend te worden aangeleverd bij de subsidieverstrekker. Per kwartaal wordt een financiële rapportage opgesteld om de uitgaven ten opzichte van de begroting te bewaken. Daarnaast wordt per kwartaal een inhoudelijke rapportage opgesteld. Alle actiepunten worden gecoördineerd vanuit het managementteam (MT). Vanaf medio 2013 maakt de verwerking van de payroll-functie onderdeel uit van de taken van de financiële administratie (FA). Eind 2012 is een implementatietraject gestart van applicaties ten behoeve van het HRM- en payrollproces. Deze implementatie loopt nog enige tijd door, omdat van een groot aantal functionaliteiten gebruik wordt gemaakt. Dit ter ondersteuning van het operationele proces, voor zowel leidinggevenden als medewerkers. In 2013 kreeg het budgethouderschap een vervolg. In de begrotingscyclus zijn nadere stappen gezet om vanuit de kaderbrief en de jaarplannen de financiële begroting op afdelingsniveau te bepalen. Het managementteam bestaat uit de managers van de drie sectoren (sector Screening, sector Radiologie en sector Ondersteuning), de controller en de Raad van Bestuur. Ten behoeve van elke MT-vergadering wordt een overzicht gemaakt van de geplande en gerealiseerde productiedoelstellingen. Hierdoor bestaat de mogelijkheid indien nodig de productie bij te stellen. Tevens wordt in elk MT-overleg aandacht besteed aan de verzuimcijfers en periodiek aan de stand van zaken bij het realiseren van het jaarplan. Kwalitatieve normen, voortvloeiend uit de HKZnormen en ISO-normen, worden bijgehouden en besproken in MT-verband. Tevens wordt periodiek aandacht besteed aan het risicomanagement.
Jaarverslag 2013
Pagina 10 van 37
Kwaliteit Bevolkingsonderzoek Noord heeft een HKZ-certificaat voor de borstkankerscreening en een ISO certificaat voor de screening op baarmoederhalskanker. Landelijk is gekozen voor één certificeerorganisatie en wel Det Norske Veritas (DNV). De volgende stap is het streven naar één certificaat voor beide onderzoeken. Het bestuurdersoverleg van de screeningsorganisatie (BOS) heeft op advies van de landelijke werkgroep kwaliteit gekozen voor de ISO voor de Zorg. De landelijke werkgroep kwaliteit is bezig een plan van aanpak op te stellen voor deze overgang. Aangezien de overgang naar ISO voor de Zorg veel tijd kost, heeft Bevolkingsonderzoek Noord besloten deze certificering pas in 2015 te doen. 3.3 Cliëntenraad Omdat Bevolkingsonderzoek Noord geen cliënten heeft in de zin van ontvangers van zorg, die een kortere of langere zorgrelatie met de organisatie hebben, is er geen cliëntenraad ingesteld. In plaats daarvan vinden cliënttevredenheidsonderzoeken plaats. Deze grootschalige onderzoeken worden – samen met de collega-screeningsorganisaties – eens per drie jaar gehouden. In 2013 werd de tevredenheid van de cliënten van het bevolkingsonderzoek borstkanker gemeten. Bij Bevolkingsonderzoek Noord werd het borstkankeronderzoek gewaardeerd met een 9,1. In het najaar heeft Bevolkingsonderzoek Noord in samenwerking met Zorgbelang Groningen een eerste spiegelgesprek georganiseerd met cliënten van de borstkankerscreening en medewerkers. Alle binnenkomende reacties van cliënten worden geregistreerd en gerubriceerd (zie overzicht Reacties en klachten cliënten op pagina 25).
Jaarverslag 2013
Pagina 11 van 37
4.
Resultaten
4.1 Cijfers bevolkingsonderzoek borstkanker In 2013 werden 134.444 vrouwen uitgenodigd om deel te nemen aan het bevolkingsonderzoek borstkanker. Van deze vrouwen hebben 112.476 gehoor gegeven aan de uitnodiging en zijn onderzocht. Het opkomstpercentage komt hiermee op 83,7% (in 2012 82,4%). De productie in 2013 was iets lager dan de taakstelling (114.000 onderzoeken). In het verslagjaar is ten behoeve van Bevolkingsonderzoek Midden-West de locatie Wieringerwerf gescreend. Het ging hierbij om 1.597onderzoeken. Een team MBB’ers van Bevolkingsonderzoek Noord heeft deze screening uitgevoerd. Deze gegevens zijn meegenomen in de productiecijfers en de productietaakstelling van Bevolkingsonderzoek Noord. Aantal onderzoeken per unit per dag De mobiele units hebben gemiddeld 65,329 onderzoeken per dag uitgevoerd (ter vergelijking: 64,87 in 2012, 65,82 in 2011 en 66,19 in 2010). Vanaf 5 augustus 2013 beschikt Bevolkingsonderzoek Noord over een nieuw onderzoekscentrum in het kantoor in de stad Groningen. Hier zijn in het verslagjaar gemiddeld 57,83 onderzoeken per dag verricht. Dit lagere gemiddelde aantal wordt veroorzaakt doordat op deze locatie MBB’ers worden opgeleid en doordat hier regelmatig rolstoelcliënten worden gescreend, waarvoor per cliënt meer tijd uitgetrokken wordt. Non-participatie en non-respons In 2013 meldden 10.957 cliënten (8,1%) zich af (non-participanten). In 2012 ontvingen we van 12.097 cliënten (8,3%) een afmelding. Het aantal cliënten dat niet reageerde op de eerste uitnodiging en herinneringsuitnodiging (non respons) bedroeg 11.011 (8,2%). In 2012 bedroeg dit aantal 13.454 cliënten (9,3%). In bijlage 7.4 vindt u een overzicht van de afmeldredenen. Specificatie non-participatie Van de 10.958 cliënten, die aangaven niet mee te zullen doen aan het onderzoek meldden 2.225 vrouwen (20,3%) zich definitief af voor het onderzoek. Bij 8.733 cliënten (79,7%) is de afmelding van tijdelijke aard. Doorverwijzingen In het verslagjaar zijn in totaal 2.569 cliënten doorverwezen voor nader onderzoek. Het verwijscijfer bedroeg 2,28%. In 2012 werd 1,55% van de cliënten doorverwezen Het landelijk verwijscijfer bedroeg in 2011 2,14%. Landelijke verwijscijfers over 2012 en 2013 zijn nog niet bekend.
Jaarverslag 2013
Pagina 12 van 37
Kerngegevens 2009-2013
Aantal uitnodigingen Aantal onderzoeken Gemiddelde opkomst Non-participanten % non-participatie Non-responders % non-respons Aantal verwijzingen Gemiddeld verwijscijfer (per 1000 cliënten) 4.1.1
2013
2012
2011
2010
2009
134.444 112.476 83,7% 10.958 8,1% 11.011 8,2% 2.569 22,8
144.928 119.377 82,4% 12.097 8,3% 13.454 9,3% 1.852 15,5
144.691 121.830 84,2% 11.59 8,0% 11.263 7,8% 1.812 14,9
154.784 128.402 83,0% 12.215 7,9% 14.167 9,2% 1.627 12,7
158.929 135.205 85,1% 11.736 7,4% 11.988 7,5% 1.760 13
Gegevens natraject borstkankerscreening Bevolkingsonderzoek Noord
Verwijzingen In 2013 zijn er in totaal 2.575* vrouwen doorverwezen met een suspect screeningsmammogram en bij 859 (33%) vrouwen werd een mammacarcinoom gediagnosticeerd. Bij 1.714 vrouwen werd geen maligniteit gevonden, bij 2 vrouwen is de follow-up onbekend. BI-RADS Bij de vrouwen die werden doorverwezen met een uitslag BI-RADS 0 (aanvullend onderzoek noodzakelijk) werd in 14% (177/1291) een mammacarcinoom gediagnosticeerd. Er werd een mammacarcinoom gediagnosticeerd bij 45% (485/1082) van de vrouwen die werden doorverwezen met een uitslag BI-RADS 4 (verdacht voor maligniteit maar niet typisch). In de groep vrouwen die de uitslag BI-RADS 5 (zeer verdacht voor maligniteit) kregen, kreeg 98% (197/202) de diagnose mammacarcinoom. Behandeling In 2013 werd bij 859 doorverwezen cliënten inderdaad een mammacarcinoom gediagnosticeerd. De mammacarcinomen kunnen worden onderverdeeld in invasieve tumoren en in situ tumoren. Van de 859 vrouwen werd bij 670 (78%) vrouwen een invasieve tumor vastgesteld, bij 189 (22%) vrouwen een in situ tumor. De meeste van de 670 vrouwen met een invasieve tumor werden mammasparend behandeld (74%) en 89% onderging een schildwachtklierprocedure. Van deze laatste groep onderging 6% na de schildwachtklierprocedure aansluitend een okselkliertoilet. Vrouwen met een in situ tumor werden in 73% van de gevallen mammasparend behandeld. Tumorgegevens Van alle gevonden maligniteiten komt tumorstadium T1c het meeste voor (38%). Dit zijn tumoren met een grootte tussen de 1 en 2 cm; 24% van de tumoren is kleiner dan 1 cm en 13% is groter dan 2 cm. Bij 27% van de vrouwen met een invasieve tumor werden positieve klieren gevonden, 1 vrouw had afstandsmetastasen.
* in 2013 zijn in totaal 2.575 vrouwen doorverwezen (ongeacht het jaar van uitnodiging); 2.569 van deze vrouwen (zie 4.1) zijn in 2013 door Bevolkingsonderzoek Noord uitgenodigd en gescreend.
Jaarverslag 2013
Pagina 13 van 37
4.2 Cijfers bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker In 2013 werden 74.732 vrouwen uitgenodigd deel te nemen aan het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. 48.511 vrouwen ofwel 64,9% (ter vergelijking: 64,2% in 2012) gaven gehoor aan deze oproep (peildatum 20 maart 2014) en lieten een uitstrijkje maken. 7.092 cliënten (9,5%) gaven aan (op dit moment) geen gebruik te willen maken van de uitnodiging (passieve participatie). De resterende 19.129 cliënten (25,6%) hadden op de peildatum nog niet gereageerd op de uitnodiging (non-respons). Participatie en non-respons Geboortejaar
Actieve Uitgenodigd participatie
1953 1958 1963 1968 1973 1978 1983
10.133 11.464 12.421 12.331 10.486 9.154 8.743
Totaal
74.732
6.204 8.225 8.869 8.740 6.526 5.240 4.707
%
61,2% 71,7% 71,4% 70,9% 62,2% 57,2% 53,8%
48.511 64,9%
Passieve participatie
%
Nonrespons
%
878 8,7% 1.109 9,7% 1.044 8,4% 831 6,7% 624 6,0% 998 10,9% 1.608 18,4%
3.051 2.130 2.508 2.760 3.336 2.916 2.428
30,1% 18,6% 20,2% 22,4% 31,8% 31,9% 27,8%
7.092
9,5%
19.129 25,6%
Peild atum : 20 maa rt 2014
In dez e opk oms tcijf ers is
geen rekening gehouden met het zogenaamde na-ijleffect. Anders dan bij het borstkankeronderzoek, maken cliënten zelf een afspraak voor dit bevolkingsonderzoek. Hieraan is een zeer ruime termijn gebonden: iedere uitnodiging blijft vijf jaar geldig. Het kan dus zijn dat cliënten een jaar (of langer) na de uitnodigingsdatum alsnog een afspraak maken voor het onderzoek. Tijdelijk uitstel van het onderzoek wegens zwangerschap komt vooral veel bij de jongste leeftijdsgroepen voor. Ervaring leert dat de totale opkomst (van vrouwen die in 2013 een uitnodiging hebben gekregen) uiteindelijk bijna vijf procent hoger is dan het huidige opkomstcijfer (64,9%). In bijlage 7.6 wordt een overzicht gegeven van het na-ijleffect voor de oproepjaren 2010, 2011 en 2012. Specificatie non-participatie Van de 7.092 cliënten die aangaven geen gehoor te willen geven aan de uitnodiging meldden 1.837 (25,9%) zich definitief af voor het bevolkingsonderzoek. Bij 3.652 cliënten 51,5%) is de afmelding van tijdelijke aard. 1.603 cliënten (22,6%) gaven aan deze keer niet mee te doen omdat zij recent een uitstrijkje hadden laten maken.. In bijlage 7.5 wordt een overzicht gegeven van de redenen om niet deel te nemen aan het onderzoek. Beoordeling uitstrijkjes Uit onderstaand overzicht blijkt dat 3,2% van de cliënten werd geadviseerd het uitstrijkje na een periode van zes maanden te herhalen. 1,8% van de cliënten werd gevraagd na zes weken de uitstrijk te herhalen (omdat de uitstrijk niet te beoordelen was). 0,7% van de onderzochte cliënten (ter vergelijking: ook 0,7% in 2012) werd doorverwezen naar de gynaecoloog. Van deze groep cliënten is het merendeel (67,2%) in de leeftijdsgroep van 30 tot en met 40 jaar. Hieronder wordt een specificatie gegeven van de beoordeling van de uitstrijkjes (per advies en per geboortejaar). Jaarverslag 2013
Pagina 14 van 37
Beoordeling uitstrijkjes per advies en per geboortejaar 1953
1958
1963
1968
1973
1978
1983
Totaal
%
Na 6 maanden herhalen
73
168
239
317
275
223
247
1.542
3,2%
Uitstrijk over 6 weken herhalen
106
144
181
154
119
85
88
877
1,8%
Verwijzing naar gynaecoloog
14
18
41
39
60
75
94
341
0,7%
Normaal, herhalen na 5 jaar
6.011
7.895
8.408
8.230
6.072
4.857
4.278
45.751
94,3%
Totaal per cohort
6.204
8.225
8.869
8.740
6.526
5.240
4.707
48.511
100%
Peildatum: 20 maart 2014
4.3 Financieel resultaat In financiële zin is 2013, evenals de voorgaande jaren, een goed jaar geweest. Het resultaat kwam weliswaar lager uit dan begroot ( € 22.559 versus begroot € 209.209), maar kan ook dit jaar weer worden toegevoegd aan het eigen vermogen. Het genormaliseerde resultaat bedraagt € 138.000 positief. Het verschil tussen werkelijk en genormaliseerd resultaat wordt grotendeels veroorzaakt door vervroegde aflossingen van een aantal leningen van het Ministerie van Financiën. De impact bedraagt € 115.000 op het exploitatieresultaat. De reden van het vervroegd aflossen is tweeledig: door de lage kapitaalrente is de huidige marktwaarde van de leningen laag en er is sprake van een hoge ‘current ratio’-waarde. De relatief ruime liquiditeitspositie biedt de mogelijkheid om juist nu vervroegd af te lossen. In 2013 is subsidie ontvangen voor de invoering van de darmkankerscreening. Hierdoor is het budget ten opzichte van vorig jaar gestegen. Door de geleidelijke invoering van deze screening zal de omvang van het budget de komende jaren verder stijgen. Het budget voor de borstkankerscreening is in 2013 achtergebleven ten opzichte van voorgaande jaren. Dit is het gevolg van het tijdelijk buiten gebruik stellen van een mammograaf in verband met de overgang van een mobiele onderzoekskwagen naar een nieuw onderzoekscentrum aan de Queridolaan in Groningen. Tevens is er ten opzichte van voorgaande jaren minder gescreend voor andere regio’s.
Jaarverslag 2013
Pagina 15 van 37
5.
Beleidsresultaten
5.1 Kwaliteitsbeleid Bevolkingsonderzoek Noord werkt met een kwaliteitsmanagementsysteem, waarin processen en procedures zijn vastgelegd. Door systematische beoordeling hiervan (bijvoorbeeld door het meten van prestaties en het periodiek auditeren) wordt continu verbetering nagestreefd. De organisatie voldoet aan de voorwaarden zoals omschreven in het HKZ- certificatieschema versie 2006 (bevolkingsonderzoek borstkanker) en ISO 9001:2008 (bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker). De processen voor de bevolkingsonderzoeken baarmoederhalskanker en borstkanker zijn beschreven in één gezamenlijk kwaliteitshandboek. 5.1.1 Certificering In 2013 zijn de HKZ-certificering voor het bevolkingsonderzoek borstkanker en de ISO-certificering voor het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker verlengd. De hercertificatie audit door DNV vond plaats op 24 en 25 maart. Tijdens deze audit bleek dat risicomanagement voor de organisatie goed op de kaart staat en dat de organisatie concrete verbetermogelijkheden destilleert uit feedback van de cliënten. 5.1.2 Kwaliteitsbewaking Om de resultaten van Bevolkingsonderzoek Noord goed te kunnen beoordelen, worden kritische factoren afgezet tegen de landelijk ontwikkelde kwaliteitsnormen. Een selectie van kritische factoren en de score van Bevolkingsonderzoek Noord: Kritische factor
Gehanteerde kwaliteitsnorm
Resultaat Bevolkingsonderzoek Noord
Uitnodigingsinterval bevolkingsonderzoek borstkanker
Tenminste 80% van de cliënten wordt binnen 22 tot 26 maanden na het vorig onderzoek opnieuw uitgenodigd
74,2% binnen de norm. De afwijking betreft tien locaties waar eerder dan na 22 maanden cliënten opnieuw zijn uitgenodigd als gevolg van de landelijke herindeling van 2010 en de opening van het nieuwe onderzoekscentrum in 2013
Tijdige uitnodiging bevolkingsonderzoek borstkanker
Bij tenminste 95% van de cliënten zit er meer dan tien werkdagen tussen versturen uitnodiging en geplande onderzoeksdatum
98,4% van de uitnodigingen tijdig verzonden
Herinneringsuitnodiging bevolkingsonderzoek
Tenminste 90% van de herinneringsuitnodigingen
99,3% van de herinneringen zijn binnen drie maanden na
Jaarverslag 2013
Pagina 16 van 37
borstkanker
wordt binnen drie maanden na de eerste uitnodiging verzonden
eerste uitnodiging verstuurd
Herinneringsuitnodiging bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker
Tenminste 98% van de herinneringsuitnodigingen wordt binnen 9-16 weken na de eerste uitnodiging verzonden
Norm niet gehaald: 88,6% binnen de norm
Bij ten minste 80% van de cliënten wordt voldaan aan een wachttijd van minder dan 20 minuten tussen tijdstip van uitnodiging en tijdstip waarop cliënt het onderzoekscentrum kan verlaten
In zeven onderzoekscentra en op 15 meetdagen wordt (ruim) binnen de norm gescoord (82%-100%)
Uitslagbrieven screening borstkanker
Tenminste 90% van de uitslagbrieven wordt binnen tien werkdagen na het onderzoek verstuurd
Bij 97,3% van de cliënten werd de uitslagbrief op tijd verstuurd
Uitslagbrieven screening baarmoederhalskanker
Tenminste 80% van de uitslagbrieven wordt binnen vier weken verstuurd. En tenminste 95% binnen zes weken.
Bij 98% van de cliënten werd de uitslagbrief binnen vier weken verstuurd. 99,3% van de cliënten ontving een uitslag binnen zes weken
Wachttijd in ondezoekscentrum screening borstkanker
Als gerekend wordt met 9-17 weken na de eerste uitnodiging dan krijgt 99,86% van de cliënten tijdig een herinnering
Eén meting (bij één onderzoekscentrum op één dag) onder de norm (71%)
5.1.3 Audits in het kader van het bevolkingsonderzoek darmkanker Coloscopiecentra Om coloscopieën te mogen uitvoeren in het kader van het bevolkingsonderzoek darmkanker, worden coloscopiecentra en endoscopisten toegelaten nadat eerst een audit heeft plaats gevonden. Deze toetsing vloeit voort uit de verantwoordelijkheid die screeningsorganisaties hebben ten aanzien van borging van de gehele ketenkwaliteit van het bevolkingsonderzoek naar darmkanker. In 2013 hebben de eerste toelatingsaudits plaatsgevonden voor de aangemelde coloscopiecentra. In totaal zijn tien ziekenhuizen bezocht en een Zelfstandig Behandel Centrum (ZBC). Met negen ziekenhuizen en het ZBC is een samenwerkingsovereenkomst afgesloten. Jaarverslag 2013
Pagina 17 van 37
Pathologielaboratoria Ook voor pathologielaboratoria die werkzaamheden uitvoeren in het kader van het bevolkingsonderzoek darmkanker, vinden een toelatingsaudits plaats. In 2013 zijn 5 laboratoria bezocht. 5.1.4 Visitatie LRCB Eind januari heeft een visitatie door het LRCB plaatsgevonden van de beoordelingseenheid Groningen en de daarbij behorende units. Naar aanleiding van de resultaten hebben alle teams van MBB’ers bijscholing gehad. Deze scholing is zeer positief ontvangen. Ook hebben alle radiologen, zowel van de groep Groningen als de groep Meppel een bijscholing ontvangen bij het LRCB.
5.2
Ontwikkelingen borstkankerscreening
5.2.1 Rapport Gezondheidsraad over de stand van borstkankerscreening In 2012 heeft de minister van VWS aan de Gezondheidsraad gevraagd het bevolkingsonderzoek borstkanker kritisch tegen het licht te houden. De Gezondheidsraad zal op basis van wetenschappelijke onderzoeken over het nut van borstkankerscreening kijken naar de effecten van de screening alsook de invloed van verbeterde behandelingen. Tevens heeft de minister de Gezondheidsraad verzocht om te kijken naar mogelijkheden om de huidige screening te verbeteren. 5.2.2 Standaard maken van twee foto’s per borst De minister van VWS heeft na advies van de Gezondheidsraad positief geoordeeld over het standaard maken van vier foto’s bij het bevolkingsonderzoek borstkanker en de screeningsorganisaties hiervoor in juli van dit jaar een vergunning verleend. Bevolkingsonderzoek Noord heeft vervolgens bekeken hoe deze werkwijze met ingang van 2014 geïmplementeerd gaat worden binnen de organisatie. De dagproductie (de streefwaarde is nu 66 – 67 onderzoeken) zal omlaag worden gebracht, omdat de nieuwe werkwijze meer tijd per onderzoek zal kosten. Op basis van wetenschappelijk onderzoek mag met deze werkwijze worden verwacht, dat de detectie toeneemt terwijl het aantal fout-positieven daalt. 5.2.3 Best practice planning In opdracht van de bestuurders van de screeningsorganisaties heeft KPMG Plexus een onderzoek gedaan naar de best practice voor de dag-planning voor borstkanker cliënten op de units. Daarbij heeft men de werkwijze van alle vijf screeningsorganisaties bekeken. In samenwerking met een landelijke werkgroep heeft KPMG een advies opgesteld voor de best practice. Deze best practice is in 2013 geïmplementeerd in de regio’s. De werkwijze van Noord lijkt op veel punten op de best practice. 5.2.4 Vijf minuten planning Van september tot en met november 2012 heeft in de units een pilot plaatsgevonden met een vijf minuten planning. Deze planning houdt in dat niet drie of vier cliënten tegelijk om het kwartier worden uitgenodigd (‘reguliere’ werkwijze), maar dat cliënten per vijf minuten worden ingepland. Het doel van de pilot was na te gaan of deze wijze van plannen zorgt voor een betere verdeling van cliënten over de dag en een betere doorstroming in de wachtkamer. De pilot is geëvalueerd (aan de hand van ervaringen en wachttijden) en is – met inachtneming van enkele kanttekeningen en aandachtspunten - positief door betrokkenen beoordeeld. Bevolkingsonderzoek Noord heeft deze werkwijze vanaf maart 2013 ingevoerd.
Jaarverslag 2013
Pagina 18 van 37
5.2.5 Rolstoelcliënten Bevolkingsonderzoek Noord biedt cliënten die gebruik maken van een rolstoel vanaf 1 oktober de mogelijkheid om zich voor het bevolkingsonderzoek borstkanker in de onderzoekscentra te laten onderzoeken. Alle mobiele onderzoekscentra zijn hiervoor uitgerust met een lift. Cliënten die moeilijk ter been zijn en moeite hebben met het trapje bij de ingang van de onderzoekscentra, kunnen ook gebruik maken van de lift. In de planning wordt extra tijd voor een dergelijk onderzoek gereserveerd. Om zeker te weten dat het onderzoek in de mobiele onderzoekscentra of het onderzoekscentrum in Groningen plaats kan vinden, is er vooraf contact met de cliënt. Als dan blijkt dat het onderzoek wegens beperkingen toch niet door kan gaan in een onderzoekscentrum, dan vindt het onderzoek in een ziekenhuis plaats, zonder dat dit kosten met zich meebrengt voor de cliënt. 5.2.6 Nieuw onderzoekscentrum Bevolkingsonderzoek Noord heeft op basis van onderzoek naar de voor- en nadelen en de financiële haalbaarheid, besloten om onderzoekscentrum in het kantoor in Groningen te vestigen. Vanaf 5 augustus heeft Bevolkingsonderzoek Noord in Groningen Zuid dit nieuwe onderzoekscentrum in gebruik genomen. Het centrum is bedoeld voor cliënten uit Groningen, Haren en Eelde-Paterswolde. Het is goed toegankelijk voor rolstoelcliënten en er is ook meer ruimte voor begeleiders. Daarnaast is het centrum ingericht voor instructie en onderwijs, hiertoe is een tweede mammograaf opgesteld. 5.2.7 Opleiding Uitgangspunt van een nieuwe opzet van de opleiding en bijscholing van de MBB’er is dat elke screeningsorganisatie zelf een opleidingslocatie heeft. In het kader van het landelijke opleidingsplan MBB’er in de screening zijn in 2012 de voorbereidingen getroffen om dit in 2013 te kunnen gaan realiseren. De nieuwe opleiding is in de regio Noord dit jaar vorm gegeven. Er zijn twee MBB’ers uit de organisatie opgeleid tot instructielaborant. Vanaf september wordt de eerste kandidaat voor MBB’er door Bevolkingsonderzoek Noord opgeleid in Groningen. Het theoretische gedeelte van de opleiding en de toetsing worden door het LRCB verzorgd. De bijscholingen insteltechniek, gegeven door de instructielaboranten, zijn in september van start gegaan. 5.2.8 MammoXL De verdere uitrol van MammoXL in de ziekenhuizen in de regio Noord is in het verslagjaar succesvol verlopen. Alle ziekenhuizen, met uitzondering van het UMCG, zijn inmiddels aangesloten. Met behulp van MammoXL kan een ziekenhuis snel en eenvoudig de mammografieën van het bevolkingsonderzoek borstkanker opvragen. Hiermee verloopt het traject voor een verwezen cliënt nog efficiënter en behoort het branden en opsturen van cd’s tot het verleden. 5.2.9 Natraject In het informatiesysteem voor het bevolkingsonderzoek borstkanker (iBOB) worden gegevens over het natraject geregistreerd. Met deze gegevens kunnen meer rapportages over de resultaten van de screening, zoals het aantal terecht verwezen ten opzichte van het onterecht verwezen cliënten, worden gegenereerd. Er is overleg geweest met het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) over het aanleveren van de gegevens. Landelijk wordt onderzocht hoe koppelingen met de kankerregistratie (KR) en het Pathologisch anatomisch landelijk geautomatiseerd archief (Palga) vorm moeten krijgen en geïmplementeerd kunnen worden. Het beschikbaar hebben van de natrajectgegevens is een noodzakelijke voorwaarde voor de radiologen- en fotobesprekingen. 5.2.10 Fotobespreking Het doel van de fotobespreking is deskundigheidsbevordering van de MBB’ers, afstemming tussen de screeningsradiologen en MBB’ers in het kader van medische- en technische kwaliteitsbewaking en feedback van screeningsradiologen naar MBB’ers en vice versa. Jaarverslag 2013
Pagina 19 van 37
Bij de vernieuwde opzet voor fotobesprekingen staan het voorscreenen, waarbij de MBB’er een beoordeling geeft van de door haar gemaakte mammografie en goede feedback hierop centraal.
5.3 Ontwikkelingen screening baarmoederhalskanker De Gezondheidsraad heeft in mei 2011 advies uitgebracht over een nieuwe opzet van de screening op baarmoederhalskanker. In het advies is gekeken naar mogelijkheden om de huidige screening te verbeteren en de keten(zorg) te optimaliseren, zodat cliënten meer dan nu het vervolgadvies (na een afwijkende uitslag) opvolgen. De belangrijkste punten uit het advies zijn: 1. Drempels verlagen voor groepen met een lage opkomst (bijvoorbeeld door het inzetten van een zelfafnameset). 2. Primair screenen op aanwezigheid van het (hoog risico) humaan papillomavirus (hrHPV) in plaats van op celafwijkingen door middel van cytologie. 3. Als er hrHPV gevonden wordt, maar geen afwijkende cellen, dan ontvangt de cliënt na zes maanden opnieuw een uitnodiging voor een uitstrijkje. Deze herhaaluitstrijk valt ook onder het nieuwe bevolkingsonderzoek. 4. Als er geen hrHPV gevonden wordt, en de cliënt is 40 jaar of ouder, dan ontvangt zij pas na 10 jaar weer een uitnodiging. In plaats van 7 keer krijgt een cliënt 5 keer in haar leven een uitnodiging voor het bevolkingsonderzoek. De minister van VWS heeft besloten het RIVM eerst een uitvoeringstoets te laten verrichten om de kosten en effectiviteit van de verschillende onderdelen van het advies van de Gezondheidsraad te onderzoeken. Het RIVM heeft de uitvoeringstoets voor de nieuwe opzet van deze screening inmiddels afgerond en gepubliceerd. De rapportage over de bevindingen is begin mei 2013 verspreid en aangeboden aan de minister van VWS. De minister heeft daarop het besluit genomen dat het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker gaat veranderen conform de uitvoeringstoets. De nieuwe opzet zal over 2 jaar worden ingevoerd. De screeningsorganisaties participeerden in de diverse werkgroepen rond de uitvoeringstoets. Een belangrijke verandering bij de nieuwe opzet is dat landelijk 3 tot 5 laboratoria worden geselecteerd, die de uitstrijkjes primair screenen op hrHPV en, indien nodig, de primaire cytologische beoordeling uitvoeren. De cytologische productie zal hierdoor aanzienlijk verminderen. Vooruitlopend op de invoering van de nieuwe opzet zijn de pathologielaboratoria in de regio Noord geïnformeerd over de nieuwe opzet. Deze brengt immers de nodige personele consequenties met zich mee voor de huidige afdelingen cytologie. De betreffende afdelingen zijn bezig om te anticiperen op de nieuwe opzet. 5.3.1 Basisscholing Cervixscreening (BSC) praktijkassistenten In 2011 heeft het RIVM in samenwerking met de screeningsorganisaties en betrokken beroepsgroepen een Basisscholingsmodule (BSM) ontwikkeld voor praktijkassistenten. Deze module bestaat uit een theoretisch deel, dat grotendeels via e-learning wordt aangeboden, en een praktisch deel, waarbij o.m. op twee praktijkavonden het maken van een uitstrijkje wordt geoefend. Vanaf 2012 zijn de screeningsorganisaties verantwoordelijk voor het beheer van de module en voor de implementatie ervan in de praktijk. De invoering heeft dit jaar in de regio Noord plaatsgevonden en is inmiddels afgerond. De scholing is in alle drie provincies in de regio Noord gegeven en is positief ontvangen. De toevoeging van een presentatie en rondleiding in een laboratorium wordt door de cursisten goed gewaardeerd. De BSM is landelijk geëvalueerd met alle betrokken partijen. Door de screeningsorganisaties zijn hierbij verbeterpunten naar voren gebracht. Er wordt gekeken naar de invulling van een vervolgopleiding. De informatie over scholing naar de praktijkassistenten wordt vernieuwd (één stijl en uitstraling). Omdat de basisscholing uit meerdere modules zal bestaan is de naam BSM gewijzigd. Voortaan wordt gesproken over de Basisscholing Cervixscreening (BSC). Landelijk is afgesproken dat alle Jaarverslag 2013
Pagina 20 van 37
screeningsorganisaties dezelfde informatie richting huisartsenpraktijken gebruiken. De basisscholing voor het komende jaar in de regio Noord is gepland en er is accreditatie aangevraagd. 5.3.2 Pilot herhaaluitstrijk Vooruitlopend op de nieuwe opzet van het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker zijn de screeningsorganisaties begonnen een aantal zaken uit de uitvoeringstoets op te pakken. De regio Noord heeft in deze context in de tweede helft van 2013 de haalbaarheid onderzocht van (het sturen van) een herinnering aan cliënten, die op grond van een (licht) afwijkende uitslag na een half jaar voor een vervolgonderzoek (op medische indicatie) in aanmerking komen. Uit landelijk onderzoek blijkt dat een deel van deze cliënten in de praktijk geen vervolguitstrijk laat maken. Er wordt een onderzoeksvoorstel gemaakt, waarin kosten en baten tegen elkaar worden afgewogen. 5.3.3 Cervixteam Bevolkingsonderzoek Noord heeft in 2012 een Cervixteam ingericht, bestaande uit een aantal medewerkers van de afdeling Cliëntenservice en administratie (CSA). Dit team heeft, naast de reguliere taken, een aantal specifieke taken op het terrein van het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. Zo verwerkt het Cervixteam onder meer dagelijks de uitslagen in het Cervix Informatie Systeem (CIS) en maakt - na controle van de gegevens - de uitslagbrieven aan. 5.3.4 Cervixspecial en magazine ‘Leven & Lijf’ “Screen” is het informatiemagazine van Bevolkingsonderzoek Noord, waarin aandacht wordt besteed aan actuele onderwerpen en ontwikkelingen. Screen wordt verzonden aan de ketenpartners van Bevolkingsonderzoek Noord: huisartsen, ziekenhuizen, laboratoria, gemeenten en andere externe relaties. Screen verschijnt vier keer per jaar. In november is de Screen Cervixspecial, een uitgave van Screen die in het teken stond van het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker, aan alle huisartsen en pathologielaboratoria in de regio gestuurd. Naast achtergrondinformatie en actuele ontwikkelingen, werd eveneens praktische informatie verschaft, zoals de reguliere gang van zaken bij het bevolkingsonderzoek, het oproepschema en de tarieven. Leven & lijf is een informatief magazine voor dertigers, die de eerste uitnodiging voor het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker krijgen. Het magazine is ook in 2013 aan alle 30jarigen toegestuurd. 5.3.5 Inrichten natraject Jaarlijks publiceert de regionaal coördinerend patholoog een rapportage “Regiogetallen NoordNederland”, waarbij vanaf 2002 ieder jaar een overzicht wordt gegeven van het aanbod van uitstrijkjes aan de laboratoria in het kader van het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker, de doorlooptijden en de kwaliteit van de uitstrijkjes. Tevens wordt een overzicht gegeven van de afgegeven diagnoses, de histologische follow-up van cytologische diagnostiek (na een afwijkende uitslag) en het totaal aantal opgespoorde afwijkingen (het primaire doel van het bevolkingsonderzoek). Via een natraject van de regionale kankerregistratie (RKR) of via een koppeling met Palga kan worden nagegaan welke behandeling een vrouw heeft ondergaan in vervolg op haar deelname aan de screening. Hiermee kan tevens worden bekeken welk diagnostisch traject wordt doorlopen en welk tijdspad hieraan vast zit. In de regionale kankerregistratie worden op dit moment alleen invasieve tumoren geregistreerd. Er is dus geen informatie over in situ carcinomen. Door een koppeling met Palga kan hier wel informatie over worden verkregen. In het verslagjaar is gewerkt aan een onderzoeksopzet om dit natraject in kaart te brengen. Jaarverslag 2013
Pagina 21 van 37
5.4 Ontwikkelingen invoering screening darmkanker Het bevolkingsonderzoek darmkanker voor mannen en vrouwen tussen 55 en 75 jaar is niet in september 2013, maar op 13 januari 2014 landelijk van start gegaan. De minister van VWS is opdrachtgever van het bevolkingsonderzoek, het RIVM voert de regie en de vijf regionale screeningsorganisaties zijn verantwoordelijk voor de uitvoering en voor de borging van de ketenkwaliteit. 5.4.1 Verantwoordelijkheid Bevolkingsonderzoek Noord is binnen het werkgebied verantwoordelijk voor het vervullen van taken met betrekking tot selectie, uitnodiging, uitvoering, verwerking van en communicatie over de uitslag en de verwijzing. Daarnaast is de screeningsorganisatie verantwoordelijk voor monitoring en borging van de kwaliteit, conform de landelijk gestelde kwaliteitseisen, van de gehele keten: het bevolkingsonderzoek zelf, maar ook het vervolgonderzoek in coloscopiecentra en pathologie laboratoria. Tevens is Bevolkingsonderzoek Noord verantwoordelijk voor het vervullen van taken op het gebied van communicatie (met doelgroep en professionals) en voor gegevensbeheer en -levering ten behoeve van registratie, monitoring en evaluatie. Schema:
5.4.2 Voorbereiding en uitvoering Met de voorbereiding voor de invoering van het nieuwe bevolkingsonderzoek is eind 2011 gestart. Per 1 juli 2012 is een projectleider aangesteld, belast met de regionale invoering en het mede organiseren van de landelijke invoering. Het gestructureerde overleg met directie, management en de interne projectgroep darmkanker over de regionale en landelijke voortgang van de voorbereiding is in 2013 gecontinueerd. Eind 2013 is de organisatie van Bevolkingsonderzoek Noord klaar om begin 2014 te kunnen starten met het bevolkingsonderzoek. 5.4.3 Activiteiten In het kader van de voorbereiding op de invoering zijn in 2013 onder meer de volgende activiteiten uitgevoerd: a. Deelname aan landelijke werkgroepen door directie en verschillende medewerkers. b. Toelatingsaudits bij tien coloscopiecentra en vijf pathologielaboratoria. In vervolg hierop is eind 2013 met acht ziekenhuisorganisaties een formele samenwerkingsovereenkomst afgesloten en zijn de vijf pathologielaboratoria in de noordelijke regio) opgenomen in het landelijk Register van geselecteerde pathologielaboratoria voor het bevolkingsonderzoek darmkanker. c. Toelatingsaudits voor endoscopisten. d. Gericht op uitbreiding van de capaciteit zijn gesprekken gevoerd en voorbereidingen getroffen om in 2014 nog vijf coloscopiecentra te kunnen toevoegen. Daarmee kunnen medio 2014 alle ziekenhuizen en potentiële ZBC’s in de regio worden ingezet.
Jaarverslag 2013
Pagina 22 van 37
e. Voorbereiding voor de tweede regionale informatiebijeenkomst voor coloscopiecentra en pathologielaboratoria (eind januari 2014) en de (zes) regionale nascholingsbijeenkomsten (begin 2014) voor huisartsen en huisartsassistenten. 5.5 Communicatie In 2013 werd het communicatiebeleid zoals verwoord in het communicatieplan verder vormgegeven. Het communicatieplan wordt jaarlijks geëvalueerd en geactualiseerd. 5.5.1 Externe communicatie In 2013 presenteerde Bevolkingsonderzoek Noord zich op de Open Dag van de Zorg in Groningen en in Assen en werden gastcolleges gegeven bij de opleiding tot doktersassistent aan het Noorderpoort College in Groningen. Ook werden presentaties gegeven tijdens de praktijkbijeenkomsten van de Basisscholing Cervixscreening. 5.5.2 Informatiepakket bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker In het najaar werd landelijk een informatiepakket over het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker ontwikkeld. Het pakket omvat de nieuwe praktijkhandleiding van het NHG, de Cervix-special van Screen, de informatiekaart waarin het bevolkingsonderzoek in vier stappen wordt beschreven en het draaiboek voor de zelf uitnodigende huisartsen. Het pakket werd in december in een handige bewaarbox toegezonden aan alle huisartspraktijken. 5.5.3 Arbeidsmarktcommunicatie Op landelijk niveau is Bevolkingsonderzoek Noord actief betrokken bij de ontwikkeling van een arbeidsmarktcommunicatieplan. Dit plan richt zich in eerste instantie op de werving van MBB’ers, maar kan ook ingezet worden bij de werving van andere medewerkers. In 2013 is gewerkt aan de realisatie van de ‘werken-bij’-website. Onder de noemer ‘Model voor één dag’ werd medewerkers van de vijf regionale screeningsorganisaties gevraagd als gezicht van de organisatie te poseren voor deze website. De vacaturesite gaat begin 2014 live. 5.5.4 Interne communicatie Via intranet en het personeelsblad Binnenwerk worden medewerkers geïnformeerd over actuele ontwikkelingen. In het onderdeel ‘Bijpraten met het MT’ wordt binnen een week na de vergadering van het management kort verslag gedaan van het besprokene. 5.5.5 Huisstijl De in 2012 ingevoerde interne huisstijl van Bevolkingsonderzoek Noord kreeg in 2013 een landelijke vertaling en werd ingevoerd bij de collega-screeningsorganisaties. De periodieke actualisatie van formulieren werd aan het eind van 2013 weer opgepakt. 5.6 Reacties en klachten cliënten Bevolkingsonderzoek Noord nodigt cliënten nadrukkelijk uit te reageren. Dit kan via de reactieformulieren die in de units worden aangeboden en via de website. Ook op andere manieren, persoonlijk of telefonisch, kunnen reacties doorgegeven worden aan alle medewerkers van Bevolkingsonderzoek Noord. De organisatie kent een interne en een externe klachtenprocedure. Klachten worden in eerste instantie door de interne klachtenfunctionaris behandeld. Als de cliënt niet tevreden is met de afhandeling van de klacht, kan de klacht worden ingediend bij een onafhankelijke landelijke klachtencommissie. Een cliënt kan zich ook rechtstreeks tot deze onafhankelijke klachtencommissie wenden. De commissie bestaat uit personen die niet in dienst zijn en op geen enkele wijze betrokken zijn bij de screeningsorganisaties. De landelijke klachtencommissie heeft in het verslagjaar geen klachten ontvangen van cliënten uit het werkgebied van Bevolkingsonderzoek Noord. Jaarverslag 2013
Pagina 23 van 37
5.6.1 Overzicht reacties en klachten cliënten In 2013 werden 433 cliëntreacties ontvangen. (In de eerste helft 204, in de tweede helft 229). Dit is minder dan het aantal reacties dat in 2012 werd ontvangen (524), en evenveel als in 2011 (444). Sommige cliënten geven meerdere reacties (bijvoorbeeld een compliment over de bejegening, en een klacht over de locatie); deze worden apart geteld. Bijna alle ontvangen reacties hadden betrekking op het bevolkingsonderzoek borstkanker (398). Er kwamen 35 reacties (20 klachten en 15 vragen) over het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker binnen. Dit is een flinke stijging ten opzichte van 2012, toen acht reacties werden ontvangen. De verhouding tussen klachten en complimenten (voorheen 50 – 50 ) laat een verschuiving zien: over 2013 zijn 183 klachten ontvangen, tegenover 146 complimenten. Soort reacties Binnen de reacties worden complimenten, klachten, vragen en suggesties onderscheiden. Soort reactie Compliment Klacht Vraag Suggestie Aantal reacties Aantal cliënten
Totaal 146 183 83 21
% kw 1 33,7% 44 42,3% 47 19,2% 25 4,8% 3
kw 2 26 32 25 2
kw 3 32 58 14 10
kw 4 44 46 19 6
433
119
85
114
115
381
102
77
106
96
Jaarverslag 2013
Pagina 24 van 37
Categorieën De meeste complimenten betreffen de bejegening (95). De bejegening gaf ook aanleiding tot klachten (33). Ook pijn is een veelgehoorde klacht (35). De meeste vragen gaan over medische zaken en de afspraak. In de tabel worden de aantallen reacties per categorie weergegeven. Aantallen per categorie Bejegening Leeftijdsgrenzen Medisch Org. afspraak Org. kosten bij doorverwijzen Org. openingstijden Org. standplaats bereikbaarheid Org. uitnodiging Org. uitslag Org. voorlichting Org. wachttijd Pijn Pijn en negatieve bejegening Pijn en positieve bejegening Org. standplaats - faciliteiten Verwonding Overig Eindtotaal
Compliment 95
2
Klacht 33 4 11 18 8
2 3 1 1 4
16 6 19 146
17 6 1 2 35 12 3 7 10 13 183
Suggestie 3
Vraag
3
6 33 9
2 1
1
5
18 8
1
6 1 21
7 83
Eindtotaal 128 13 44 32 8 4 5 41 14 2 6 36 12 19 19 10 40 433
5.6.2 Klachtenregistratiesysteem In het verslagjaar is een landelijk uniform reactie registratiedocument gerealiseerd. De klachtenfunctionarissen hebben voorbereidingen getroffen voor een landelijke rapportage van alle ontvangen cliëntreacties. Deze rapportage wordt in het voorjaar van 2014 uitgebracht. 5.7 ICT/facilitair Naast onderstaande specifieke activiteiten in 2013, vonden ook de reguliere werkzaamheden doorgang. Zo werd bij problemen op ICT-gebied praktische ondersteuning geboden aan medewerkers en hebben programmeerwerkzaamheden plaatsgevonden ten behoeve van intranet, het “aanwezigheidsbord” en SharePoint. 5.7.1 Onderzoeken storage Er is onderzocht welke storage oplossingen het beste bij onze IT-omgeving aansluiten. Twee leveranciers is gevraagd om met een advies te komen. Op basis van deze adviezen kan in 2014 een goed besluit genomen worden over de aanschaf van een storage oplossing. 5.7.2 Upgrade netwerk capaciteit Uit het storage onderzoek is gebleken dat deze ook impact heeft op de netwerk infrastructuur. Daarom is een enkele netwerk-switch vervangen. 5.7.3 Onderzoek Virtualisatie In 2010 is Bevolkingsonderzoek Noord overgestapt naar virtualisatie. Dit is een techniek waardoor een flexibelere werkomgeving mogelijk wordt gemaakt en de gebruiker toegang heeft tot een digitale omgeving op elke locatie en tijdstip. Jaarverslag 2013
Pagina 25 van 37
In 2013 is de bestaande inrichting van het systeem(beheer) vergeleken met de laatste ontwikkelingen op dit terrein. Hieruit bleek dat een en ander voldoet aan de te stellen eisen. 5.7.4 Bereik draadloos netwerk Het draadloos netwerk is uitgebreid en is op alle kantoorplekken beschikbaar. Ook is het gastennetwerk hierop uitgebreid. De toegang tot het draadloos netwerk is verbeterd en (nog) veiliger gemaakt. 5.7.5 Vervangen/updaten/uitbreiden a. Aanschaf en vervanging van laptops voor diverse medewerkers b. Op de CSA zijn twee bulk laser printers geplaatst in verband met een noodzakelijke capaciteitsuitbreiding vanwege de invoering van het bevolkingsonderzoek darmkanker. c. De printer op het secretariaat is vervangen door een kleuren multi functional laser printer. In het nieuwe onderzoekscentrum is eenzelfde printer geplaatst. 5.7.6 Tablets Twee MT-leden maken nu gebruik van een tablet, die geheel geïntegreerd is in het kantoornetwerk. De eerste ervaringen zijn zeer positief: de eerste papierloos werkende gebruikers zijn een feit. 5.7.7 Video conference In 2013 zijn faciliteiten voor video-conferencing geïnstalleerd. Hiermee kunnen met behulp van videoverbindingen vergaderingen worden gehouden met collega’s bij andere screeningsorganisaties en het LRCB. Inmiddels wordt hiervan veelvuldig gebruik gemaakt. Deze wijze van vergaderingen is efficiënt, flexibel en brengt (aanzienlijk) minder reistijd en reiskosten met zich mee. 5.7.8 Systeembeheer Dit jaar zijn enkele server-migraties uitgevoerd en draaien (op twee servers na) alle servers op Windows 2008R2. De migratie van de laatste twee servers is vanwege de noodzakelijke storage uitbreiding uitgesteld naar 2014.
Jaarverslag 2013
Pagina 26 van 37
6. Organisatie 6.1 Personeelsformatie Op 31 december 2013 had Bevolkingsonderzoek Noord 115 medewerkers in dienst (118 in 2012). Het totaal aantal fte is gestegen van 69,44 fte in 2012 naar 69,51 fte per ultimo 2013. Bijna alle medewerkers hebben een parttime dienstverband, variërend van 22% tot 89%. Drie medewerkers werken fulltime. Overzicht personeelsformatie Per 31-12-2012
Per 31-12-2013
In dienst
118
115
Aantal vrouwen Aantal mannen
106 12
102 13
Totaal aantal fte
69,44 fte
69,51 fte
Sector Screening
41,04 fte
39,94 fte
Cliëntenservice en Administratie en Logistiek (administratief medewerkers, koeriers)
10,83 fte
10,83 fte
Sector Ondersteuning (planners, staffunctionarissen, secretariaat)
13,12 fte
13,35 fte
3,78 fte
1,89 fte
Algemeen Management*
3,50 fte
* In afwijking van voorgaande jaren zijn leden van het managementteam nu apart in dit overzicht opgenomen. Eén medewerker van de sector Ondersteuning en één medeweker van de sector Screening vallen m.i.v. 2013 onder Management. 6.1.1 Verloop In 2013 traden 7 nieuwe medewerkers in dienst. Het ging hier om MBB’ers, een kwaliteitsfunctionaris, personeelsconsulent, managementadviseur en regionaal coördinerend MDLarts. De vacatures waren ontstaan in verband met vervanging van medewerkers na vertrek en als gevolg van uitbreiding van werkzaamheden. In totaal verlieten 10 medewerkers in 2013 de organisatie. Het ging hier om vier medewerkers die de pensioengerechtigde leeftijd bereikt hadden, twee medewerkers die zelf ontslag hebben genomen vanwege een andere baan, een tijdelijk contract dat niet werd verlengd. De overige drie uitdiensttredingen waren in onderling overleg.
Jaarverslag 2013
Pagina 27 van 37
6.1.2 Verzuim Het gemiddeld verzuimpercentage in 2013 bedroeg 3,3%. Ten opzichte van 2012, met een verzuimpercentage van 5,6%, is dit een aanzienlijke daling. Dit valt deels te verklaren doordat een aantal langdurig zieken uit dienst is gegaan. De gemiddelde meldingsfrequentie lag met 1,00 lager dan in 2012 (1,05). Medewerkers verzuimden gemiddeld minder vaak en de verzuimduur was korter. Verzuimcijfers 2013 Bevolkingsonderzoek Noord Gemiddeld verzuimpercentage Gemiddelde meldingsfrequentie Gemiddelde verzuimduur
3,3% 1,00 14,9 dagen
Het verzuimpercentage van Bevolkingsonderzoek Noord ligt onder het landelijk gemiddelde in de zorgsector (4,91%; bron Vernet). Nieuw verzuimbeleid Bevolkingsonderzoek Noord is altijd actief bezig (geweest) om het verzuim zo laag mogelijk te houden. In 2013 is een nieuw verzuimbeleid geïmplementeerd. Via Immediator, een bemiddelingsbureau voor bedrijfsartsen, is in 2013 een nieuwe bedrijfsarts bij Bevolkingsonderzoek Noord gestart. 6.1.3 Arbo Arbo is ingebed in de organisatie. De Risico Inventarisatie & Evaluatie (RI&E) is een continu proces. Bij nieuwe ontwikkelingen in de organisatie worden de risico’s in kaart gebracht, worden maatregelen om de risico’s te vermijden c.q. te verkleinen uitgezet en vinden de nodige evaluaties plaats. In het eerste kwartaal van 2014 wordt de RI&E uitgevoerd bij de onderzoeksunit in Groningen. De Arbocommissie, die een adviserende en uitvoerende taak heeft, vergadert ongeveer eenmaal per kwartaal. Er is een bedrijfshulpverleningsorganisatie (BHV). Zowel voor kantoor als voor de onderzoekscentra is een hoofd BHV-er aangesteld. Er is een ontruimingsplan voor het kantoor en de onderzoekscentra opgesteld en geïntroduceerd bij de medewerkers Zoals elk jaar is er een bijeenkomst georganiseerd voor alle BHV-ers waar ervaringen worden uitgewisseld over o.a. calamiteitenplan en de rol van een BHV-er. Jaarlijks vindt er in samenwerking met de politie en Veiligheidszorg Noord, medehuurders van het kantoorpand in Groningen, een ontruimingsoefening plaats. In het najaar van 2013 heeft in alle onderzoekscentra een ontruimingsoefening plaatsgevonden. De evaluaties hiervan zijn gepresenteerd door eigen BHV-ers op een werkoverleg. Alle MBB’ers volgen vanuit hun functie een verplichte reanimatiecursus. Aan alle andere medewerkers zijn ook reanimatiecursussen aangeboden waar veelvuldig gebruik van is gemaakt. In het laatste kwartaal 2013 en in januari 2014 hebben alle medewerkers van kantoor en de regiohoofden een cursus/voorlichting “Beeldschermwerk/werkplekonderzoek” gehad. Op advies van de deskundige ergotherapeut zijn er meerdere kantoorbenodigdheden aangeschaft voor medewerkers die dit nodig hebben. De MBB’ers krijgen een vergelijkbare cursus in het eerste kwartaal 2014.
Jaarverslag 2013
Pagina 28 van 37
6.1.4 Vertrouwenspersoon Bevolkingsonderzoek Noord werkt met een externe vertrouwenspersoon, bij wie medewerkers terecht kunnen in geval van ongewenst gedrag zoals agressie, geweld, (seksuele) intimidatie, pesten, discriminatie of machtsmisbruik. De contacten van de vertrouwenspersoon met de organisatie verlopen in een open en transparante sfeer. Zij licht jaarlijks haar jaarverslag toe in het MT en heeft ook jaarlijks een ontmoeting met de ondernemingsraad. In beide overleggen wordt de stand van zaken besproken. In het verslag jaar heeft de vertrouwenspersoon geen melding ontvangen van medewerkers.
Jaarverslag 2013
Pagina 29 van 37
7. Bijlagen 7.1
Raad van Bestuur en Raad van Toezicht (per 31 december 2013)
Raad van Bestuur: Drs. J.H. Sangers MBA Raad van Toezicht: (samenstelling en nevenfuncties) Drs. K. Schuurman (voorzitter, lid remuneratiecommissie, tot 1 januari 2014) Voorzitter Raad van Toezicht Revalidatie Friesland Voorzitter Raad van Toezicht Maeykehiem Voorzitter Raad van Toezicht Tjallingahiem Auditor Nederlands Instituut voor Accreditatie in de Zorg (NIAZ) Mevrouw A.A. Berendsen MBA (vice-voorzitter, lid remuneratiecommissie) Lid College van Bestuur Onderwijsgroep Noord Lid Raad van Toezicht van De Noorderbrug Mevrouw Dr. P.P.C.W. Huijbregts (lid, lid auditcommissie) Directeur/ eigenaar adviesbureau “Patricia Huijbregts” Lid van Bestuur van de Long Fonds patiëntenvereniging Senior Adviseur bij PGO support Drs. J. Krul (lid, lid auditcommissie) Algemeen directeur/ gemeentesecretaris Súdwest Fryslân Lid Raad van Commissarissen Onderwijs Service Groep Dr. J.W.D. de Waard (lid) Chirurg-oncoloog Westfries Gasthuis Opleider Heelkunde Concilium Chirurgicum 2011- heden Plenaire visitatie commissie opleiding 2010-heden Lid DBCA (Dutch Breast Cancer Audit) 2011 – heden
De voorzitter van de Raad van Toezicht legt per 31 december 2013 zijn functie neer en wordt opgevolgd door mevrouw A.A. Berendsen. Per 1 januari 2014 treedt de heer L. de Vries toe als lid van de Raad van Toezicht.
Jaarverslag 2013
Pagina 30 van 37
7.2
Resultaten bevolkingsonderzoek borstkanker per gemeente
Gemeente
Appingedam Bedum Ten Boer Delfzijl Grootegast Hoogezand-Sappemeer Leek Loppersum Marum Stadskanaal Slochteren Winsum Boarnsterhim Zuidhorn het Bildt Franekeradeel Harlingen Leeuwarderadeel Lemsterland Terschelling Vlieland Weststellingwerf Coevorden Tytsjerksteradiel Eemsmond De Marne Aa en Hunze Borger-Odoorn Westerveld Ferwerderadiel Tynaarlo Menameradiel
Jaarverslag 2013
Aantal Aantal Opkomstuitnodigingen onderzoeken percentage 2.112 1.761 1.149 4.531 1.696 5.710
3.262 1.781 1.608 5.546 2.525 2.480 3.095 2.930 1.652 3.297 2.701 1.771 2.196 770 181 4.229 6.101 5.251 2.637 1.777 4.806 4.672 3.475 1.384 5.764 2.259
1.760 1.498 991 3.735 1.439 4.648 2.802 1.499 1.363 4.631 2.173 2.035 2.640 2.475 1.360 2.726 2.183 1.538 1.839 625 149 3.543 5.231 4.491 2.186 1.457 4.125 3.984 2.886 1.143 4.883 1.947
83,33 85,07 86,25 82,43 84,85 81,40 85,90 84,17 84,76 83,50 86,06 82,06 85,30 84,47 82,32 82,68 80,82 86,84 83,74 81,17 82,32 83,78 85,74 85,53 82,90 81,99 85,83 85,27 83,05 82,59 84,72 86,19
Verwezen
Verwijscijfer
59 34 32 102 28 137 59 44 31 93 67 39 59 54 23 52 37 36 39 19 0 89 117 109 67 41 88 83 60 28 96 32
33,5 22,7 32,3 27,3 19,6 29,5 21,1 29,4 22,7 20,1 30,8 19,2 22,4 21,8 16,9 19,1 16,9 23,4 21,2 30,4 0,0 25,1 22,4 24,3 30,9 28,2 21,3 20,8 20,8 24,5 19,7 16,4
Pagina 31 van 37
7.3
Opkomst bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker per gemeente per geboortecohort blauw = aantal uitnodigingen zwart = aantal uitslagen
Aa en Hunze Achtkarspelen Ameland Appingedam Assen Bedum Bellingwedde Borger-Odoorn Coevorden Dantumadiel De Friese Meren De Marne De Wolden Delfzijl Dongeradeel Eemsmond Emmen Ferwerderadiel Franekeradeel Groningen Grootegast Haren
Jaarverslag 2013
1953
1958
1963
1968
1973
1978
1983 Totaal
168 110 157 100 19 11 67 34 363 219 64 40 65 40 176 98 230 142 140 88 316 192 64 38 171 110 145 82 129 84 96 54 645 403 39 24 131 70 956 528 81 60 118 74
189 139 175 127 10 5 80 52 461 329 82 61 76 50 178 126 225 166 105 74 329 244 73 49 189 152 175 112 166 115 127 90 716 503 62 37 121 89 1.018 702 64 50 157 128
192 129 165 124 25 19 92 63 507 359 85 67 85 51 195 140 263 188 153 106 410 300 53 35 192 156 201 126 170 115 128 91 797 565 79 58 179 119 1.065 718 81 61 167 115
179 137 195 140 27 22 91 63 539 410 74 54 58 34 202 138 259 191 158 104 392 269 65 48 199 147 178 121 185 129 108 72 818 557 51 36 131 99 1.012 673 111 90 144 106
172 111 198 122 28 17 76 52 431 244 51 32 38 17 165 115 203 124 116 76 340 220 56 34 149 106 141 84 135 80 102 61 692 408 51 30 122 69 1.048 622 76 48 113 74
106 58 141 78 15 9 71 38 460 269 53 29 46 20 112 62 166 101 106 65 248 151 52 35 82 48 116 68 123 75 75 53 601 358 45 25 102 59 1.225 649 55 26 102 51
65 36 141 66 15 5 58 33 405 225 39 23 24 5 89 45 162 91 79 30 216 121 34 20 88 51 121 61 117 53 54 28 521 288 40 20 92 45 1.536 801 56 28 61 27
1.071 720 1.172 757 139 88 535 335 3.166 2.055 448 306 392 217 1.117 724 1.508 1.003 857 543 2.251 1.497 397 259 1.070 770 1.077 654 1.025 651 690 449 4.790 3.082 367 230 878 550 7.860 4.693 524 363 862 575
%
67,2% 64,6% 63,3% 62,6% 64,9% 68,3% 55,4% 64,8% 66,5% 63,4% 66,5% 65,2% 72,0% 60,7% 63,5% 65,1% 64,3% 62,7% 62,6% 59,7% 69,3% 66,7%
Pagina 32 van 37
Harlingen Heerenveen het Bildt Hoogeveen HoogezandSappemeer Kollumerland en Nieuwkruisland Leek Leeuwarden Leeuwarderadeel Littenseradiel Loppersum Marum Menameradiel Menterwolde Meppel Midden-Drenthe Noordenveld Oldambt Ooststellingwerf Opsterland Pekela Schiermonnikoog Slochteren Smallingerland
Jaarverslag 2013
1953
1958
1963
1968
1973
1978
1983 Totaal
97 51 280 175 51 31 305 220 236
111 78 325 241 72 58 374 286 230
105 67 349 267 79 56 357 267 262
130 79 392 276 85 60 374 288 247
100 61 355 227 77 49 343 245 196
74 45 262 141 51 22 296 208 185
66 31 247 143 48 25 345 235 182
683 412 2.210 1.470 463 301 2.394 1.749 1.538
141 88
160 89
177 95
158 107
115 73
102 61
90 71
943 584
61,3%
45 115 73 563 331 64 46 69 47 75 46 55 35 65 40 96 60 189 121 206 140 201 150 249 139 135 88 170 94 80 43 5 1 93 68 365 236
74 151 110 712 502 78 64 84 59 85 57 70 51 97 70 99 70 220 172 274 205 246 201 271 170 195 152 212 165 98 63 4 2 105 73 313 227
72 159 115 698 486 85 66 84 67 81 55 67 51 108 76 112 71 237 175 277 213 260 206 298 190 191 141 201 155 77 48 5 5 137 107 425 320
77 153 114 714 481 84 57 74 64 77 51 87 64 96 74 96 63 271 209 248 189 223 169 279 169 177 132 254 181 91 60 6 4 105 75 405 308
51 115 75 633 357 53 36 72 50 60 44 65 42 76 55 87 60 220 144 192 121 179 123 233 132 171 110 180 104 81 41 7 5 109 70 303 186
33 120 71 669 354 53 30 56 32 48 26 57 35 66 35 55 31 210 116 146 81 151 92 208 95 118 80 140 74 60 37 5 4 90 50 301 157
42 87 47 729 369 43 25 48 28 41 17 37 29 63 37 45 22 181 123 142 86 111 65 147 78 123 77 125 60 56 32 6 2 59 35 316 174
394 900 605 4.718 2.880 460 324 487 347 467 296 438 307 571 387 590 377 1.528 1.060 1.485 1.035 1.371 1.006 1.685 973 1.110 780 1.282 833 543 324 38 23 698 478 2.428 1.608
67,5%
%
60,3% 66,5% 65,0% 73,1%
67,2% 61,0% 70,4% 71,3% 63,4% 70,1% 67,8% 63,9% 69,4% 69,7% 73,4% 57,7% 70,3% 65,0% 59,7% 60,5% 68,5% 66,2%
Pagina 33 van 37
1953 Stadskanaal Súdwest Fryslân Ten Boer Terschelling Tynaarlo Tytsjerksteradiel Veendam Vlagtwedde Vlieland Westerveld Weststellingwerf Winsum Zuidhorn Rest Totaal
Jaarverslag 2013
1958
1963
1968
1973
1978
1983 Totaal
170 212 234 220 221 103 139 158 154 135 514 574 591 684 522 322 401 437 494 356 48 58 42 64 66 28 40 34 43 40 22 27 33 38 37 11 19 19 29 21 238 258 257 239 187 142 191 188 178 124 181 224 228 221 204 121 169 168 156 132 179 157 204 201 186 108 107 132 133 100 108 103 143 117 80 69 65 101 77 42 4 11 7 10 5 1 7 6 7 4 130 134 161 145 120 71 90 110 109 80 146 171 206 199 148 89 128 151 138 85 91 108 131 101 82 50 69 91 70 57 110 131 150 141 145 67 90 116 110 101 0 3 1 0 0 0 0 0 0 0 10.133 11.464 12.421 12.331 10.486 6.204 8.225 8.869 8.740 6.526
174 108 419 247 45 30 24 14 157 98 172 111 133 87 85 52 0 0 67 39 114 66 56 30 124 80 0 0 9.154 5.240
145 1.376 80 877 418 3.722 209 2.466 37 360 19 234 20 201 10 123 112 1.448 54 975 160 1.390 73 930 144 1.204 85 752 62 698 32 438 6 43 0 25 60 817 33 532 121 1.105 74 731 54 623 31 398 72 873 33 597 1 5 0 0 8.743 74.732 4.707 48.511
%
63,7% 66,3% 65,0% 61,2% 67,3% 66,9% 62,5% 62,8% 58,1% 65,1% 66,2% 63,9% 68,4% 0,0% 64,9%
Pagina 34 van 37
7.4
Overzicht afmeldredenen (bij eenmalige afmelding) bevolkingsonderzoek borstkanker Totaal 9 96 29 3.031 85 26
Afmeldredenen Amputatie Negatieve eerdere ervaring Kanker Medische redenen m.b.t. borst Niet nuttig NU (niet meer uitnodigen) aanvraag NU (niet meer uitnodigen) bevestiging Overig Pijnlijk Principe Angst voor straling Verhinderd Verhuisd Totaal
7.5
2.225 1.933 413 1.719 111 1.239 42 10.958
Overzicht afmeldredenen bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker per geboortejaar
Definitieve afmelding Recent uitgestreken Tijdelijke afmelding Totaal %
Jaarverslag 2013
1953
1958
1963
1968
1973
1978
1983
431
417
432
301
130
73
53
1.837 27,5%
157
300
300
299
216
166
165
1.603 24,8%
290
392
312
231
278
759
1.390
3.652 47,7%
878 1.109 1.044 831 12,4% 15,6% 14,7% 11,7%
624 998 1.608 8,8% 14,1% 22,7%
Totaal
7.092 100%
%
100%
Pagina 35 van 37
7.6
Naijleffect oproepschema’s 2010, 2011 en 2012 bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker
Geboortejaar Uitgenodigd 1e jaar
%
2e jaar
%
5.834 6.309 6.503 7.926 8.092 8.139 8.592 8.765 8.740 9.080 8.709 8.667 8.217 7.709 7.306 5.634 5.718 5.461 5.456 5.509 5.130
59,3% 65,0% 64,1% 71,3% 72,0% 72,2% 71,1% 72,3% 72,0% 70,8% 70,4% 71,0% 63,4% 63,7% 63,5% 59,1% 61,9% 60,7% 57,6% 59,3% 57,6%
6.717 6.727 7.102 7.968 8.122 8.173 8.667 8.840 8.810 9.304 8.861 8.864 9.260 8.740 8.275 6.651 6.425 6.237 6.109 6.125 5.718
68,3% 69,4% 70,0% 71,7% 72,3% 72,5% 71,7% 72,9% 72,6% 72,6% 71,6% 72,6% 71,5% 72,2% 71,9% 69,8% 69,6% 69,3% 64,5% 65,9% 64,2%
3e jaar
%
4e jaar
%
1950 1951 1954 1955 1956 1959 1960 1961 1964 1965 1966 1969 1970 1971 1974 1975 1976 1979 1980 1981 1982
9.830 9.700 10.149 11.112 11.235 11.269 12.084 12.122 12.134 12.824 12.375 12.204 12.959 12.110 11.510 9.532 9.234 8.995 9.478 9.288 8.911
Schema 2010 Schema 2011 Schema 2012
77.819 50.739 65,2%
54.676 70,3%
55.084 70,8% 55.267 71,0%
76.064 50.811 66,8%
53.840 70,8%
54.304 71,4%
75.172 49.946 66,4%
53.179 70,7%
Jaarverslag 2013
6.721 68,4% 6.737 69,5%
6.725 71,6%
7.977 71,8% 8.139 72,4%
7.982
8.691 71,9% 8.860 73,1%
8.700 73,5%
9.335 72,8% 8.909 72,0%
9.348 73,5%
9.351 72,2% 8.838 73,0%
9.395 74,8%
6.782 71,1% 6.563 71,1%
6.830 71,2%
6.227 65,7% 6.258 67,4%
6.287
73,1%
66,3%
Pagina 36 van 37
7.7
Organogram Bevolkingsonderzoek Noord
Jaarverslag 2013
Pagina 37 van 37