BESTUURSVERLAG ZWN 2013 1. Algemene informatie 1.1.1 Statutaire naam, vestigingsplaats en rechtsvorm Statutaire naam: Vestigingsplaats: Rechtsvorm: Brinnummer:
Stichting Vrijescholen Zuidwest Nederland (nummer 27187376 bij de Kamer van Koophandel) Den Haag Stichting 16TV
In 2013 bestaat de raad van toezicht uit 6 personen, te weten: o o o o o o
Dhr. Dhr. Dhr. Dhr. Dhr. Dhr.
P.M. Wormer, arts MBA (voorzitter) R.J. de Wolf R. Bakker C. Vogel drs. H. Galenkamp drs. J. van Montfort
Sinds 1 juli 2010 vormt de Raad van Toezicht van de Stichting ZWN een personele unie met de Stichting Vrije School Den Haag (VSDH): dit is statutair vastgelegd voor de beide stichtingen. Hiermee is de doorlopende leerlijn voor van het primair onderwijs naar het voortgezet onderwijs van de Vrije School Den Haag bestuurlijk ingebed. De bestuurder is de heer mr. J.H.B. Jansen. De heer Jansen is tevens bestuurder van VSDH. Het bestuur/de bestuurder is ultimo 2013 bevoegd gezag voor de volgende scholen: - een vestiging voor Vrije School Voortgezet Onderwijs in Leiden (Marecollege aan de Sumatrastraat 120 (met ingang van 1 augustus 2013) in Leiden); - een vestiging voor Vrije School Voortgezet Onderwijs in Rotterdam (Rudolf Steiner College aan de Vondelweg 87 te Rotterdam; - een vestiging voor Vrije School Voortgezet Onderwijs in Den Haag (De Vrije School Den Haag aan de Waalsdorpwerweg 10 te Den Haag, tevens hoofdvestiging) Nieuw locatie Marecollege miv augustus 2013 (voorzijde en achterzijde)
Bestuurlijk jaarverslag 2013 – Stichting Vrijescholen Zuidwest Nederland (ZWN)
1
Het Rudolf Steiner College organiseert eens per twee jaar een concert waarbij de Doelen volledig is uitverkocht en alle ALLE leerlingen meezingen
De Vrije School Den Haag is sinds 1923 gevestigd in dit karakteristieke pand. In 2013 is gestart met de aanbouw.
Bestuurlijk jaarverslag 2013 – Stichting Vrijescholen Zuidwest Nederland (ZWN)
2
1.1.2 Doelstelling De Stichting heeft zonder winstoogmerk ten doel de bevordering van het vrijeschoolonderwijs volgens de pedagogische beginselen van Rudolf Steiner zoals deze zijn neergelegd in diens antroposofische en pedagogische geschriften. De Stichting tracht haar doel te bereiken door: a. het stichten en beheren van een school voor vrijeschoolonderwijs; b. het in stand houden van tenminste: o een vestiging voor Vrije School Voortgezet Onderwijs in Leiden; o een vestiging voor Vrije School Voortgezet Onderwijs in Rotterdam; o een vestiging voor Vrije School Voortgezet Onderwijs in Den Haag; c. het ontwikkelen, organiseren en begeleiden van cursussen in het kader van her-, na- en bijscholing, ook in het kader van contractonderwijs; d. het geven van voorlichting betreffende het onderwijs en het in studie nemen van vraagstukken, die samenhangen met de verwezenlijking van het doel van de stichting; e. het samenwerken en onderhouden van contacten met de overheid, bedrijven en instellingen en personen, die eenzelfde dan wel een verwant doel nastreven; f. het bevorderen van een school- en organisatiecultuur geïnspireerd door de beginselen van Rudolf Steiner, zoals die zijn neergelegd in diens antroposofische en pedagogische geschriften; g. alle overige wettige middelen die het doel bevorderen. Afnemers over de geografische gebieden: School
Voedingsgebied
Vrije School Den Haag
Den Haag Delft Zoetermeer Gouda Rotterdam Dordrecht Capelle/Krimpen Gouda Leiden Leiderdorp Waag Brassem Oegstgeest Zoetermeer
Rudolf Steiner College (Rotterdam)
Marecollege (Leiden)
08-09
09/10)
10/11
66,7% 8,6% 4,7% 4,7% 58,9% 9,9% 7,6% 2,6% 44,2% 11,1%
65,3% 7,9% 4,7% 6,1% 58,9% 9,0% 8,9% 2,1% 43,5% 13,5%
65,8% 8,5% 5,1% 4,7% 60,2% 9,2% 9,1% 2,0% 41,9% 15,3%
6,9% 9,4%
8,1% 7,0%
7,9% 4,1%
11/12 66,7% 9% 5,3% 3,7% 60,6% 7,8 % 9,4% 2,7% 40 % 16,6% 5,4% 9% 3,4%
12/13 68,4% 7,6% 5% 4,2% 62,6% 7% 8,6 % 2,3% 39,1% 15% 8,5% 9,1% 3%
13/14 70,2 % 8,7 % 4,9 % 3,1 % 62,0 % 6,25 % 7,7 % 3,3% 39,1% 14,2% 9,9 % 6,6 % 1,7 %
Markt aandeel 1,9 % 1,4 % 0,5 % 0,5 % 1,5% 0,7% 1,1% 0,5% 3,7 % 4,7 % 3,2% 2,0 % 0,2%
Op grond van de bovenstaande gegevens kan geconcludeerd worden dat Den Haag (70,2%) relatief het meeste leerlingen uit de eigen stad heeft, de afgelopen vijf jaar is dit percentage steeds verder toegenomen. In Rotterdam (62,0 %) ligt dit percentage iets lager en is het afgelopen jaar iets afgenomen. In Leiden worden juist meer leerlingen uit de omliggende gemeenten aangetrokken, waarbij het aandeel van leerlingen uit omliggende gemeenten met de jaren toeneemt, cq het aantal leerlingen uit Leiden afneemt (van 44,2% naar 39,1%). Opvallend is dat het Marecollege een relatief hoog marktaandeel heeft: 3,7% van de leerlingen uit Leiden en 4,7% van de leerlingen uit Leiderdorp gaat naar het Marecollege. In Den Haag ligt dit aanzienlijk lager: 1,9% van de Haagse leerlingen en 1,4% van de leerlingen uit Delft gaat naar de VSDH. In Rotterdam ligt dit het laagste: 1,5% van de Rotterdamse leerlingen en 1,1% van de leerlingen uit Capelle/Krimpen gaan naar het RSC. 1.2 Schoolontwikkeling algemeen 1.2.1 Bestuurlijke inrichting en managementstructuur • Vanaf 2009 zijn de beginselen van good governance vertaald in de bestuurlijke structuur. Hierbij is sprake van één bestuurder en een Raad van Toezicht, waarmee (bestuurs)uitvoering en toezicht functioneel gescheiden zijn. Dit is nader uitgewerkt
Bestuurlijk jaarverslag 2013 – Stichting Vrijescholen Zuidwest Nederland (ZWN)
3
•
•
•
•
•
• •
in de staturen en in een intern reglement waarin bevoegdheden van de RvT-leden, de bestuurder en de schoolleiders zijn vastgelegd. In 2010 is besloten om deze structuur ook te hanteren voor de stichting De Vrije School Den Haag voor het primair onderwijs. Het betreft hier een personele unie, waarbij bestuurder en toezichthouders voor de beide stichtingen uit dezelfde personen bestaan. Hiermee is recht gedaan aan de historisch gegroeide feitelijke situatie. Tevens wordt het belang van de doorlopende leerlijn hiermee vertaald in een bestuurlijke vormgeving. Bestuur en Raad van Toezicht hebben de wens om de beide stichtingen te fuseren, hetgeen in de praktijk weinig veranderingen met zich mee zal brengen. Bij het voorleggen van een verzoek tot instemming bij de MR-ZWN bleek dat dit voornemen tot fusie veel vragen opriep, met name met betrekking tot de meer principiële vraag of een fusie PO-VO wenselijk is. Besloten is om een gezamenlijke klankborggroep met de MR in te richten om te komen tot een meer gezamenlijk gedragen traject. In het voorjaar van 2014 is gepland dat deze klankbordgroep met een eindproduct komt. In 2011 is verkend of een fusie met drie besturen van vrijescholen PO in Zuid Holland, te weten Widar (Delft), Wonnebald (Den Haag), Rotterdam e.o. (Gouda) tot wederzijdse voordelen zou kunnen leiden. Op termijn lijkt dit een aantrekkelijke mogelijkheid die recht doet aan de doorlopende leerlijn voor leerlingen tussen de 4 en 18 jaar. Wegens bestuurlijke ongelijkwaardigheid (de drie scholen hadden nog geen RvT-structuur) is voorlopig afgezien van fusie. In een later stadium is daarbij nog overwogen dat een fusie mogelijk zou leiden tot een uitbreiding van de bestuurlijke formatie. Met de beoogde omvang wordt dit als onwenselijk geacht. In 2012 heeft het bestuur van de Stichting Rijnstreek (PO vrijescholen uit Leiden, Alphen aan den Rijn en Zoetermeer) het verzoek gedaan of er bereidheid was tot bestuurlijke overname. In 2012 is gestart met een eerste verkenning. Dit heeft geleid tot het ondertekenen van een intentieverklaring in 2013. Medio 2013 is gebleken dat Rijnstreek belangrijke en noodzakelijke verbeteringen heeft doorgevoerd op financieel en onderwijskundig gebied. Ook in dit traject heeft de MR-ZWN haar twijfels naar voren gebracht met betrekking tot een fusie tussen VO-PO: in het bovengenoemde traject met de klankbordgroep wordt dit aspect meegenomen Binnen elk van de scholen is sprake van een meerhoofdige schoolleiding, waarbij de portefeuilles onderwijs, personeel en bedrijfsvoering onderling verdeeld zijn. Ter borging van een toenemende uniformiteit binnen ZWN functioneren permanente ZWN-brede werkgroepen onder leiding van de schoolleiders rond diezelfde thema’s: onderwijs, personeel en bedrijfsvoering. Relevante ontwikkelingen zoals het verdwijnen van de IVO-examinering (onderwijs), de invoering van de functiemix (personeel) en het optimaliseren van het magistergebruik (bedrijfsvoering) worden in deze werkgroepen voorbereid. In samenspraak met de MR is besloten om vanaf september 2011 te werken met zogenaamde Vestiging MR’en (VMR), waarbij op basis van de reguliere MRbevoegdheden medezeggenschap op de eigen vestiging inhoud kan krijgen. Hiermee kunnen betrokken MR-leden beter inzoomen op die aspecten die hen écht aan het hart gaan. In 2012 zijn er drie VMR-vergaderingen en drie MR (ZWN-brede) vergaderingen per schooljaar gepland. Sinds 2013 is de rol van de VMR verder versterkt (vier vergaderingen per jaar) en zijn de MR-vergaderingen gereduceerd tot twee keer per jaar. Met deze herinrichting is de betrokkenheid van de MR-leden toegenomen en het gevoel dat daadwerkelijk invulling gegeven kan worden aan de medezeggenschap. Tweewekelijks vindt een bestuursvergadering plaats, waarin de bestuurder in gezamenlijkheid met de rectoren de ontwikkelingen bespreken en (beleids)beslissingen nemen. ZWN is lid van de Vereniging voor vrijescholen, de VO-Raad en de VBS. Met deze instellingen vindt intensieve uitwisseling plaats, waarbij enerzijds sprake is van belangenvertegenwoordiging, anderzijds van deskundigheidsbevordering. Daarnaast is De vrije School Den Haag lid van het LOBO. Verder is ZWN lid van de VO-Raad en De Coöperatie, de verenging van bijzondere scholen die de werknemersbelangen
Bestuurlijk jaarverslag 2013 – Stichting Vrijescholen Zuidwest Nederland (ZWN)
4
•
•
binnen de VO-Raad behartigt. De bestuurder is daarnaast toegetreden tot het bestuur van de Vereniging voor Vrijescholen en het zogenaamde Regio 2 bestuur van de VORaad. Beiden zijn waardevol voor het functioneren van de bestuurder en daarmee de scholen. De drie scholen hebben via schoolleider en/of bestuurder contacten binnen de gemeente van vestiging. De contacten zijn onder meer op het gemeentelijk vlak, op het gebied van zorg, orde/handhaving, huisvesting en op het intercollegiale vlak met andere scholen. Waar nodig en zinvol wordt de bestuurder ingeschakeld bij de lokale contacten, met name bij bouwplannen. In toenemende mate vindt afstemming plaats met bestuurders van de andere drie clusters voor vrijescholen. Dit heeft onder meer geleid tot: o een gezamenlijk onderzoek naar de kwaliteit van de praktische stroom. Aan de hand van de uitkomsten van dit onderzoek vond een gesprek plaats met de inspectie over de toekomst van de praktische stroom en is duidelijkheid ontstaan rond dit onderwerp. o afstemming met betrekking tot de invoering van de functiemix en het entreerecht o Vormgeven van een gezamenlijk traject voor zelfevaluatie/visitatie o Afstemming m.b.t. de consequenties van bezuinigingen en de invoering van de Regeling Prestatiebox. o Inbreng in de Vereniging voor vrijescholen o Bezwaar maken tegen het beoogde verbod op “scheefbevoegdheid” in het kader van de NOA
1.2.2 Schoolplan 2011-2015 In 2011 is het schoolplan 2011-2015 vastgesteld. Hierin is met ambitie vooruitgekeken. De ambities zijn voortgekomen uit een gezamenlijke analyse die binnen het MT heeft plaatsgevonden. Sindsdien zijn de voornemens jaarlijks vertaald in de jaarplannen van de vestigingen. Deze jaarplannen worden periodiek bewaakt in het werkoverleg tussen schoolleider en bestuurder en meer collectief in het bestuurlijk overleg. Op hoofdlijnen zijn de onderstaande punten opgenomen in het schoolplan: Onderwijs • De opbrengsten voldoende: waar zitten de zwakke punten, waar is extra zorg nodig? • Benoemen van vitale processen/protocollen opdat de opbrengsten ook structureel op orde zijn. • Benoemen van vrijeschool-aspecten waarop we excellent willen worden Personeel • Vergroten van eigenaarschap van de leraar: leraar is zelf in staat verbeteringen te zien en hier actie op te ondernemen. • Stappen om te komen tot een gelijke gesprekscyclus binnen de 3 vestigingen van ZWN. • Verkennen van (on)mogelijkheden m.b.t. de taakbelasting. Bedrijfsvoering • Verbetering communicatie (naar leraren en naar ouders/leerlingen) • Verbetermogelijkheden facilitair (efficiency en effectiviteit) Inmiddels zijn nieuwe thema’s actueel geworden en moeten ingepast worden in het lopende schoolplan. Vooralsnog heeft dit niet geleid tot het bijstellen van het oorspronkelijke schoolplan en konden de nieuwe punten geïntegreerd worden in het lopende beleid. Nieuwe punten zijn onder meer: - Invoering entreerecht (met name het bereiken van een akkoord met de MR om te onderzoeken of dit (deels) voorkomen kan worden) - Realiseren van de punten uit de Prestatiebox
Bestuurlijk jaarverslag 2013 – Stichting Vrijescholen Zuidwest Nederland (ZWN)
5
-
Voorbereiden op de komende bezuinigingen Realiseren van (ver)bouwplannen op de drie vestigingen
2. Beleidsgebied personele zaken 2.1 Algemeen • In 2013 zijn - samen met de MR - gesprekken geweest met de vakbonden om te komen tot een aangepast arrangement met betrekking tot het entreerecht. Samen met de MR is vastgesteld dat het onverkort invoeren hiervan verstrekkende en onwenselijke gevolgen zou hebben voor ZWN. De gesprekken met de vakbonden hebben niet het gewenste resultaat gehad, omdat de vakbonden rond dezelfde thematiek op landelijk niveau onderhandelden en bang waren voor precedentwerking. Inmiddels is uit dit landelijk overleg naar voren gekomen dat met name de functiemix voor sommige scholen tot bovenmatige kosten zouden leiden die niet in verhouding staat tot de inkomsten die scholen hiervoor hebben ontvangen. Om dit beeld te objectiveren is een rekentool ontwikkeld door OCW in samenspraak met de vakbonden en de VO-Raad. ZWN heeft meegedaan aan de pilot, waarbij de tool getest is. Uit deze pilot bleek dat op basis van het toegekende budget ZWN slechts 61% van de taakstelling zou kunnen realiseren. De verwachting is dat in 2014 een nieuwe cao wordt afgesloten waarin nadere afspraken worden opgenomen mbt de rekentool: de verwachting is dat de uitkomsten van de rekentool leidend zijn voor het bijstellen van de taakstelling in het kader van de functiemix. Als de 61% wordt aangehouden, blijkt dat ZWN nog slechts een (zeer) beperkte groei van het aantal LC en LD-functies moet realiseren. • De ZWN-brede personeelswerkgroep heeft een gezamenlijke gesprekscyclus opgesteld, waarin functioneringsgesprekken en beoordelingsgesprekken elkaar periodiek afwisselen. Verder is besloten dat teamleiders een meer nadrukkelijke rol krijgen in dit proces. Nadat teamleiders training gevolgd hebben op dit punt is gestart met de daadwerkelijke beoordelingsgesprekken door teamleiders. • Geïnventariseerd is in welke mate sprake is van onbevoegde leraren conform de nieuwe cao-afspraken. Leraren die dit betreft hebben een scholingsaanbod gekregen om hun bevoegdheid te behalen. Samen met de pMR is hier beleid op gemaakt en in gang gezet. Met het NOA-akkoord is hier een probleem bijgekomen: het voornemen is om scheefbevoegdheid (een leraar die bevoegd is in vak x geeft les in vak y) in de toekomst te verbieden. Hiermee komt de middenbouw (klas 7 en 8), waarbij de klassenleraar een beschut klimaat schept voor zijn leerlingen door een groot deel van de lessen te verzorgen (met name in het periode onderwijs) ernstig onder druk. Dit knelpunt speelt ook bij andere vmbo-scholen en in het praktijkonderwijs. Gezamenlijk is landelijk aandacht gevraagd voor deze problematiek bij de VO-Raad. • Tot op heden lukt het om gemotiveerde leraren te vinden die voor het vrijeschool onderwijs kiezen: enerzijds door een aanzienlijk aantal goed gemotiveerde oudleerlingen, anderzijds doordat de arbeidsmarkt weer wat gunstiger is om onderwijzend personeel te vinden t.g.v. de economische crisis. Een belangrijke toestroom ten opzichte van reguliere scholen vindt plaats via de zogenaamde ‘onderbouwen’ (vrije scholen voor primair onderwijs) en door oud-leerlingen die het onderwijs in willen. • In 2013 is een nieuwe rector gestart in de vestiging Rotterdam, nadat de oude rector met pensioen is gegaan. De nieuwe rector heeft geen ervaring met vrijescholen of met het voortgezet onderwijs: beide aspecten leveren een uitdaging voor de rector en de school. • Met de invoering van teamleiders was het noodzakelijk om naar het functiebouwwerk te kijken. In 2008 zijn alle bestaande functies volgens de FUWA-SYS gewaardeerd. In 2013 is gestart met een herijking, waarbij met name de nieuwe functie van teamleider is toegevoegd. Tevens is nagegaan wat de impact wordt van de functiemix op de waardering van het management. Aanleiding is de constatering dat het verschil in inkomsten van de conrector en een leraar in LD met de invoering van de functiemix nihil is.
Bestuurlijk jaarverslag 2013 – Stichting Vrijescholen Zuidwest Nederland (ZWN)
6
2.2 Ziekteverzuim • Aan het begin van 2013 zijn de scholen overgestapt naar een nieuwe arbodienst (Perspectief), die meer pro-actief en beter in samenspraak met de schoolleiding optreedt. Daarnaast levert deze arbodienst beter vergelijkbare cijfers op. De tendens die zich aan het begin van 2013 heeft ingezet, heeft zich verder ontwikkeld. De aanvankelijke (tijdelijk) hoge verzuimcijfers in Rotterdam zijn aanzienlijk gedaald en de daling in Den Haag is ook verder ingezet. Leiden heeft te maken met een beperkte stijging, maar dit is voor een belangrijk deel toe te schrijven aan enkele langdurig zieke collega’s. • De inzichtelijkheid van de cijfers van de nieuwe arbodienst heeft geleid meer inzicht in de ontwikkelingen, ook op de middellange termijn. Voor ZWN geldt nu dat zowel het verzuim als de frequentie gemiddeld onder het landelijk gemiddelde ligt.
April 2013 September 2013 Aug 13- Jan 14
Rotterdam Perc. 7,07% 5,54% 4,22
Freq. 2,4 1,6 1,4
Den Haag Perc. 5,12% 4,15% 3,25%
Leiden Perc. 4,00% 3,16% 4,57
Freq. 2,7 2,0 2,0
Landelijk VO Perc. Freq. 5,20% 1,6
Freq. 0,6 0,7 2,9
2.3 Verhouding leerlingenaantal/personeel In het onderstaande overzicht wordt duidelijk hoe de verhouding leerling/personeel is. Opvallend is dat de ratio onderwijzend personeel gunstig afsteekt ten opzichte van het landelijk beeld: één leraar op 14,1 leerling bij ZWN tegenover 16,8 leerling landelijk. Op zich sluit dit goed aan bij de wens om veel van de beschikbare middelen ter beschikking te stellen van het onderwijs. Voor ondersteunend personeel is dit verschil nog veel groter: 56,2 leerlingen per fte bij ZWN tov 135,9 leerlingen per fte landelijk. Dit gegeven vraagt om nader onderzoek naar de noodzaak en de wenselijkheid hiervan. Bij het management is sprake van een hoger aantal leerlingen (369,8) ten opzichte van het landelijke beeld (355,6): relatief betekent dit ZWN het management efficiënt heeft ingericht, zeker als de ontwikkeling vanaf 2010/2011 hier in meegenomen wordt: toen zat ZWN nog op een ratio van 288,3. Leerlingaantal / personeel per functiecategorie voor ZWN 2010-2011
2011-2012
2012-2013
Instelling Landelijk Instelling Landelijk Instelling Landelijk Direct personeel Per fte onderwijzend personeel
13,0
15,9
13,7
16,5
14,1
16,8
Per fte direct ondersteunend personeel
314,5
385,0
396,0
334,1
355,6
272,0
Per fte indirect ondersteunend personeel
51,5
140,4
50,3
113,1
56,2
135,9
Per fte management
288,3
346,0
356,4
344,1
369,8
355,6
Indirect personeel
Bestuurlijk jaarverslag 2013 – Stichting Vrijescholen Zuidwest Nederland (ZWN)
7
3. Beleidsgebied onderwijs 3.1 •
•
•
•
•
•
Algemeen De opbrengsten waren in 2012 op orde, deze lijn is doorgezet in 2013, al wordt voorzien dat in 2014 de vwo-afdeling van het Marecollege in Leiden onvoldoende zal scoren. Hierop vooruitlopend is reeds een plan van aanpak opgesteld. In 2013 is gestart met de uitvoering hiervan (zie 3.3). Naast interne studiedagen zijn ook landelijke studiedagen voor vrijeschoolleraren georganiseerd door de rectoren uit Leiden en Den Haag: naast vakmatige uitwisseling is deze bijeenkomst ook door velen als inspirerend ervaren. In 2013 hebben deze landelijke bijeenkomst een vervolg gekregen. In Den Haag is het onderwijsmodel geëvalueerd en herzien. In het oude model was veel ruimte voor leerlingen om in een laat stadium te differentiëren in studiekeuze. De invoering van het vmbo-t examen (tgv het verdwijnen van de IVO-mogelijkheid) in combinatie met de aangescherpte eisen van de inspectie vormden hiervoor een belangrijke noodzaak. In Den Haag is een visitatie geweest, waarbij onderwijskwaliteit een belangrijke indicator was. De visitatie is begeleid door experts die ook Montessori-scholen in de afgelopen jaren hebben ondersteund, te weten de heer Rubinstein en oud-inspecteur de heer Elsen. Naast veel positieve uitkomsten zijn ook aanbevelingen gedaan. Met name een focus op het meer activeren van de leerling is daarbij een belangrijk thema. Uitkomsten worden in 2014 als verbeterpunten meegenomen in het jaarplan. Het toelatingsbeleid is als volgt: alle leerlingen, die voldoen aan de niveau-eisen kunnen worden toegelaten tot de vrijeschool. Bij de aanmeldingsprocedure geldt voorrangsprocedure voor leerlingen die van een vrije basisschool komen, omdat het onderwijs uitgaat van een doorlopende leerlijn en hiervoor optimale randvoorwaarden gecreëerd zijn om dit te realiseren. In 2013 is één klacht ingediend: in Leiden waren ouders het niet eens met het besluit van de school om de leerling niet te bevorderen naar de examenklas. Uit nader onderzoek bleek dat de school conform het eigen protocol had gehandeld. De ouders zijn gewezen op de mogelijkheid om de externe klachtencommissie in te schakelen, maar hebben hier verder van afgezien.
3.2 Prestatiebox In 2012 is gestart met het invulling geven aan de afspraken die voort zijn gekomen uit het bestuurlijk akkoord tussen de VO-Raad en de Minister van Onderwijs. Gestart is met het houden van een nulmeting, waarbij de sluitingsdatum van 1 juli is gerealiseerd. Vervolgens zijn de scholen aangemeld bij het “Scholen aan Zet”-initiatief en is de nulmeting in gezamenlijkheid geanalyseerd. Begin 2013 is dit uitgemond in een plan van aanpak met bijbehorende taakstellingen. Als hoofdthema is gekozen voor het verbeteren op het terrein van differentiatie. In 2013 is verder overleg geweest met vertegenwoordigers van Scholen aan Zet om de voortgang te bespreken en te bewaken. Daarbij is onder meer vastgesteld dat het de voorkeur heeft om een meer specifiek thema te kiezen, dat aansluit bij de wensen van de scholen. Vanuit de visitatie in Den Haag is het thema “de actieve leerling” naar voren gekomen. Besloten is om dit in 2014 een centrale plek te geven, onder andere tijdens de gezamenlijke ZWN-studiedag. In Vensters voor Verantwoording is de voortgang bijgehouden, voor de verschillende thema’s levert dit het volgende overzicht op: Prestatiemonitor Gemiddelde CE cijfer voor kernvakken Verschillen tussen leerlingen signaleren (en zo nodig actie ondernemen) Ambitieuse leercultuur dmv profiel voor talentontwikkeling Goed HRM-beleid dmv
Meting uitgevoerd X X X
Bestuurlijk jaarverslag 2013 – Stichting Vrijescholen Zuidwest Nederland (ZWN)
Plan van Aanpak X X X
8
-
X X X X
Bijhouden bekwaamheidsdossier Functioneringsgesprekken Leraren werken aan bekwaamheidsdossier Tevredenheid beginnende leraren
3.3
X OK X X
Resultaten
3.3.1 Algemeen Scholen dienen zich te verantwoorden over hun toegevoegde waarde. Daarbij is van belang dat scholen duidelijk maken op welke zij toegevoegde waarden bieden. ZWN hanteert daarbij een opvatting over de kwaliteit van onderwijs die aansluit bij haar pedagogiek. Gert Biesta1 (hoogleraar van de University of Stirling) onderscheidt drie functies ten aanzien van de kwaliteit van onderwijs: • Kwalificatie (bijbrengen van kennis en vaardigheden) • Socialisatie (deel (leren) worden van groepen) en vaardigheden • Persoonsvorming (iemand worden, in de wereld staan) Verantwoording over de kwalificatie vind bij punt 3.3.2 plaats. Vrijescholen onderscheiden zich echter van andere scholen doordat persoonsvorming de hoogste prioriteit heeft. Centraal staat de vraag welke unieke mogelijkheden tot persoonsvorming in de verschillende kennis- en vaardigheidsdomeinen en socialisatiedomeinen aanwezig zijn. De opgroeiende leerling vormt het uitgangspunt voor de leraar en het vrijeschool onderwijs en het onderwijs dient hierbij dienstbaar te zijn, zonder de balans tussen de drie functies uit het oog te verliezen. De resultaten op het gebied van persoonsvorming blijken uit gesprekken met leerlingen en ouders en blijken op de vele producten die leerlingen op de vrije school maken (periodeschriften, presentaties, werkstukken, maar ook toneel- en euritmievoorstellingen). Het objectief (aan)tonen van deze resultaten is een complexe aangelegenheid. In 2011 is gekozen om hiervoor het instrument van de visitatie (mede) te gebruiken. In 2013 is hiermee gestart. Drie vrijescholen, waaronder de school in Den Haag, hebben aan de pilot meegedaan. Allereerst is gezamenlijk – onder begeleiding van de eerder genoemde externe deskundigen – een kader opgesteld, vervolgens hebben scholen een uitgebreide en gedegen zelfanalyse uitgevoerd. Deze vormde tenslotte een belangrijke basis voor een tweedaagse audit door de visitatiecommissie. Met name onderdelen als periode onderwijs en onderwijs op basis van denken, voelen en willen (relevant voor alle drie de genoemde aspecten van Biesta) zijn hierbij kritisch tegen het licht gehouden. In 2014 zal Den Haag de grotendeels positieve uitkomsten en aanbevelingen vertalen naar verbeterpunten. 3.3.2 Resultaten mbt kwalificatie In de onderstaande tabellen zijn de opbrengsten die betrekking hebben op kwalificatie per locatie aangegeven. Slagingspercentages schooljaren 2009-2010, 2010-2011, 2011-2012 en 2012-2013 VWO
HAVO
VMBO-t
G
%
A
#
G
%
A
#
G
%
A
#
Rotterdam 2010
26
87
4
30
51
77
15
66
74
97
2
76
Rotterdam 2011
24
92
2
26
58
81
13
71
56
87
8
64
1
Biesta, Gert (2009). Goed onderwijs en de cultuur van het meten
Bestuurlijk jaarverslag 2013 – Stichting Vrijescholen Zuidwest Nederland (ZWN)
9
Rotterdam 2012
18
86
3
21
67
87
10
77
50
88
7
57
Rotterdam 2013
19
91
3
21
54
98
1
55
58
94
4
62
VWO
HAVO
VMBO-t
G
%
A
#
G
%
A
#
G
%
A
#
Leiden 2010
9
90
1
10
24
92
2
26
21
100
0
21
Leiden 2011
10
83
2
12
23
92
2
25
24
96
1
25
Leiden 2011
6
67
3
9
30
79
8
38
21
78
6
27
Leiden 2013
19
83
4
23
27
84
5
32
37
90
4
41
Den Haag 2010
26
96
1
27
33
80
8
41
62
100
0
62
Den Haag 2011
23
100
1
23
31
76
10
41
80
99
1
81
Den Haag 2012
26
100
0
26
27
93
2
29
83
93
6
89
Den Haag 2013
27
93
2
29
37
90
4
41
91
92
8
99
Landelijk 2013
91,39%
87,98%
91,91%
G= geslaagd, % = aantal geslaagden tov de deelnemers, A = afgewezen, # = aantal kandidaten Op basis van de vergelijking tussen de scholen en de landelijke resultaten blijkt dat: - Het Marecollege voor vmbo-t nét onder het landelijk gemiddelde scoort (-1,9%), voor het havo iets sterker (-4%) en voor het vwo het meest (-8,4%). - De VSDH voor alle richtingen boven het landelijke gemiddelde zit: voor het havo het meeste (+2%), dan met de vmbo-t (+1,9%) , voor het havo iets sterker (+2%) en voor het vwo het meest (1,6%) - Het RSC eveneens voor alle richtingen boven het landelijke gemiddelde zit: voor het havo het meeste (+10%), dan voor het vmbo-t (+2%) en voor het vwo nét boven het landelijke gemiddelde (+0,4%) Voor Leiden is in de afgelopen periode een intensief verbetertraject gestart, met het doel om aanzienlijke verbeteringen te realiseren bij de examens in 2014. Afwijking SE-CE De Inspectie hanteert de afwijking tussen schoolexamen (SE) en centraal schriftelijk (CE) als belangrijk criterium ter beoordeling van de kwaliteit van de school. Hierbij geldt als beoordelingsnorm: kleiner dan 0,5. In de afgelopen twee jaar is hard gewerkt door de scholen om dit onderdeel op orde te krijgen. In het najaar van 2011 hebben alle drie de scholen een basisarrangement ontvangen, omdat uit de opbrengsten bleek dat er een voldoende stijgende lijn was op basis waarvan de Inspectie vertrouwen had in de kwaliteit van het onderwijs. Het gaat hierbij om de gemiddelde opbrengsten over de afgelopen drie jaren. De trend in de onderstaande cijfers toont aan dat bij de meeste afdelingen sprake is van een stijgende lijn: dat wil zeggen, het verschil tussen het centraal examen (ce) en het schoolexamen (se) wordt steeds kleiner. Voor het examenjaar 2013 geldt dat alle afdelingen van alle scholen een afwijking van minder dan 0,5 gerealiseerd is. Op zich is dit goed nieuws, maar het gaat om het gemiddelde over de afgelopen drie jaar. Uit de eigen analyses blijkt dat Leiden zich op dit punt in de risicozone bevindt. De verwachting is dat ingrepen, die gedaan zijn om het onderwijsproces te verbeteren, hun effect zullen hebben. De vraag is echter of de systematiek van de Inspectie hier voldoende rekening mee houdt.
Bestuurlijk jaarverslag 2013 – Stichting Vrijescholen Zuidwest Nederland (ZWN)
10
DEN HAAG L 6,3 6,3 6,1 6,3 6,3
Vmbo-t SE S L 6,9 6,3 7,1 6,6 7,3 6,6 7,1 6,5 7,1 6,5
SE-CE S L 0,6 0,3 0,2 0,3 0,4 0,5 0,2 0,2 0,2 0,2
L 6,3 6,3 6,1 6,3 6,6
Vmbo-t SE S L 6,7 6,6 6,9 6,6 6,4 6,6 6,3 6,5 6,3 6,8
SE-CE S L 0,2 0,3 0,5 0,3 0 0,5 0,2 0,2 0,1 0,2
L 6,3 6,3 6,1 6,3 6,3
Vmbo-t SE S L 6,7 6,6 6,9 6,6 6,7 6,6 6,5 6,5 6,6 6,5
SE-CE S L 0,3 0,3 0,1 0,3 0 0,5 0,1 0,2 0,2 0,2
CE Schooljaar 2008-2009 2009-2010 2010-2011 2011-2012 2012-2013
S 6,7 6,9 6,9 6,9 6,9
L 6,2 6,2 6,2 6,3 6,3
havo SE S L 6,2 6,4 6,5 6,4 6,5 6,4 6,6 6,4 6,6 6,4
SE-CE S L 0 0,2 0,4 0,2 0,3 0,2 0,1 0,1 0,1 0,1
L 6,2 6,2 6,2 6,3 6,5
Havo SE S L 6,7 6,4 6,5 6,4 6,4 6,4 6,5 6,4 6,4 6,4
SE-CE S L 0 0,2 0,1 0,2 0,3 0,2 0,4 0,1 0,1 0,1
L 6,2 6,2 6,2 6,3 6,5
Havo SE S L 6,7 6,4 6,5 6,4 6,3 6,4 6,3 6,4 6,4 6,4
SE-CE S L 0,5 0,2 0,7 0,2 0,3 0,2 0,1 0,1 0,1 0,1
CE S 6,2 6,1 6,2 6,5 6,5
L 6,4 6,3 6,3 6,4 6,4
vwo SE S L 7,1 6,9 6,9 6,8 6,8 6,8 7,1 6,8 7,1 6,8
SE-CE S L 0,7 0,5 0,6 0,5 0,7 0,5 0,3 0,4 0,3 0,4
L 6,4 6,3 6,3 6,4 6,3
Vwo SE S L 7,3 6,9 6,8 6,8 6,9 6,8 6,8 6,8 6,8 6,5
SE-CE S L 0,4 0,5 0,4 0,5 0,5 0,8 0,8 0,8 0,2 0,6
L 6,4 6,3 6,3 6,4 6,6
Vwo SE S L 7,1 6,9 7,0 6,8 6,8 6,8 6,8 6,8 6,5 6,8
SE-CE S L 0,9 0,5 0,8 0,5 0,5 0,8 0,1 0,4 0,1 0,2
CE S 6,4 6,3 6,3 6,8 6,8
LEIDEN CE Schooljaar 2008-2009 2009-2010 2010-2011 2011-2012 2012-2013
S 6,5 6,4 6,4 6,1 6,2
CE S 6,7 6,6 6,1 6,1 6,3
CE S 6,9 6,4 6,1 6,0 6,2
Rotterdam CE Schooljaar 2008-2009 2009-2010 2010-2011 2011-2012 2012-2013
S
S 6,4 6,8 6,6 6,4 6,8
Toelichting op de afkortingen = School L = Landelijk gemiddelde
CE S 6,2 5,8 6,0 6,4 6,6
CE S 6,2 6,2 6,3 6,7 6,6
Ces = Centraal examen school Cel = Centraal examen landelijk
Conclusie De verschillen tussen SE en CE ontwikkelen zich bij de meeste afdelingen positief en/of onder de norm van 0,5 in de afgelopen drie jaar: - Rotterdam-VWO: van 0,8 naar 0,2 - Rotterdam-|Havo: van 0,2 naar 0,1 - Rotterdam-vmbo-t: gemiddeld 0,1 - Den Haag-vwo: van 0,5 naar 0,4 - Den Haag-havo: van 0,2 naar 0,1 - Den Haag-vmbo-t: vna 0,5 naar 0,2 - Leiden-vmbo-t: van 0,5 naar 0,2 - Leiden havo: van 0,2 naar 0,1 - Leiden-vwo: van 0,8 naar 0,6 (volgens Vensters, volgens OCW:2010/2011 0,69, 2011/2012: 0,71 en 2012/2013: 0,49, gemiddelde over drie jaar: 0,59 Van dit overzicht is alleen Leiden-VWO nog zorgelijk omdat dit gemiddeld boven de 0,5 uit komt. In het afgelopen jaar zijn maatregelen genomen om dit te verbeteren, waarvan een eerste verbetering zichtbaar werd in 2013. In 2014 zou een SE-CE van 0,3 gehaald moeten worden om gemiddeld onder 0,5 uit te komen: op dit getal wordt aangestuurd. Het tweede punt waarop de school onvoldoende scoort is het “gemiddelde cijfer voor het centraal schriftelijk minus het landelijk gemiddelde”. Het gemiddelde CE-cijfer is redelijk (6,1, 6,0 en 6,2 (gemiddeld 6,15 hetgeen boven de norm is), maar de relatieve score daalt drie jaar op rij. De cijfers ten opzichte van de andere scholen zijn relatief laag: hiervoor krijgt de school een onvoldoende. Dit is lastiger om aan te sturen, afgezien van een algehele verbetering van de cijfers. Nadeel is dat pas achteraf duidelijk is of de stijging voldoende is, ten opzichte van het landelijk gemiddelde. Om die reden ligt de focus met name op het verkleinen van het SE-CE verschil.
Bestuurlijk jaarverslag 2013 – Stichting Vrijescholen Zuidwest Nederland (ZWN)
11
3.3.3 Overige resultaten Tevredenheid In het kader van Vensters voor Verantwoording wordt jaarlijks een tevredenheidonderzoek gedaan onder ouders en leerlingen in het derde leerjaar (de negende klas). In de onderstaande tabel zijn de uitkomsten van de eerste enquête opgenomen, gehouden in maart 2010, 2011, 2012 en 2013. Deze cijfers zijn vooral interessant in relatie tot landelijke gegevens of voorgaande jaren. In 2012 zijn voor het eerst de landelijke cijfers bekend: uit de vergelijking blijkt dat de tevredenheidscijfers voor leerlingen in Den Haag en Leiden hoger liggen dan het landelijk gemiddelde. In Rotterdam ligt de tevredenheid van de ouders boven het landelijk gemiddelde, Den Haag ligt op het landelijk gemiddelde en Leiden ligt er net iets onder. Wat verder opvalt is dat de tevredenheid van de leerlingen in Den Haag gestegen is ten opzichte van het vorig jaar. De andere percentages zijn gedaald. Nieuw is de indicator veiligheid: met name Den Haag en Leiden scoren goed op deze indicator. Rotterdam
Ouders Leerlingen Veiligheid
‘10 7,0 6,2 -
‘11 8,0 6,6 -
‘12 7,5 6,2 7,2
Den Haag ‘13 7,1 6,7 7,2
‘10 7,3 7,1 7,7
‘11 7,3 7,1 -
‘12 7,2 7,3 8,8
Leiden ‘13 7,3 6,8 8,7
‘10 7,1 6,9 -
‘11 7,7 7,8 -
‘12 7,1 7,0 8,5
Landelijk ‘13 7,3 6,8 7,9
‘10 ---
‘11 7,1 6,7
‘12 7,2 6,7
Trends • Na een forse stijging in 2011 lijkt de tevredenheid van ouders in Rotterdam te dalen. De tevredenheid van leerlingen fluctueert, waarbij in 2013 weer een stijging plaatsvond. • De tevredenheid van ouders in Den Haag is constant en ligt net iets boven het landelijk gemiddelde. De tevredenheid van leerlingen is na een stijging in 2012 gedaald in 2013 en ligt daarmee nét boven het landelijk gemiddelde. • De tevredenheid van ouders in Leiden fluctueert wat en is in 2013 gestegen naar net boven het landelijk gemiddelde. Ook de tevredenheid van leerlingen fluctueert en is licht gedaald in 2013, maar ligt nog steeds boven het landelijk gemiddelde. • De veiligheid wordt in Den Haag het sterkst ervaren, dan in Leiden en tot slot in Rotterdam. Onderwijstijd Alle drie de scholen zitten op of boven de voorgeschreven minimum lesuren. Bij bezuinigingen staat behoud van het curriculum steeds hoog in het vaandel: de wens leeft breed bij leraren, ouders en directie om waar mogelijk een zo breed mogelijk aanbod te bieden, hetgeen impliceert dat de scholen veelal boven de verplichte minimale onderwijstijd uitkomen. 3.4 Ontwikkelingen Het ministerie heeft besloten dat de systematiek van Individueel Voortgezet Onderwijs (IVO) en de bijbehorende diplomering, waarin alleen in Nederlands en Engels wordt gediplomeerd, gefaseerd gelijkgetrokken moet worden met de reguliere vmbo-t diplomering. Dit betekent dat vanaf 2014 de scholen het curriculum moeten aanpassen, opdat de leerlingen succesvol het volledige examenprogramma kunnen afronden. In 2011 is op alle scholen vastgesteld op welke wijze het curriculum wordt aangepast, om de veranderingen te kunnen implementeren. In 2012 is gestart met de voorbereidingen. De bedoeling is om, voorafgaand aan het jaar van invoering, reeds daadwerkelijk ervaring op te doen met de nieuwe examensystematiek voor deze afdeling. De Inspectie voert een stringent beleid als het gaat om het geven van onderwijs binnen de eigen licentie. In dit kader hebben de scholen zich in 2012 bezonnen op de
Bestuurlijk jaarverslag 2013 – Stichting Vrijescholen Zuidwest Nederland (ZWN)
12
‘13
mogelijkheden om de praktisch/ambachtelijke stroom en de Tobiasstroom te continueren. Leerlingen, die deelnamen aan deze stromen, werden niet altijd opgeleid voor een vmbo-t diploma. Omdat de leerlingen wel op het bij hen passende (veelal vmbo-t niveau) werden aangenomen in het MBO was dit tot voor kort geen probleem. Met de aanscherping van het beleid van de Inspectie is gekozen voor een meer stringente toeleiding aan de poort én een herinrichting van het curriculum. Hierdoor voldoen deze stromen vanaf augustus 2013, met een gewijzigde populatie, aan de eisen van de Inspectie. Ontwikkelingen leerlingenaantallen De belangstelling voor vrijescholen in Nederland neemt toe. De verklaringen hiervoor lopen uiteen. Sympathie voor de onderwijsvorm bestond al langer, maar er was een zekere schroom onder ouders wat een diploma op de het vrijeschool waard zou zijn. Met de toegenomen transparantie (onder meer met Vensters voor Verantwoording) wordt veel van deze zorg weggenomen: immers vrijescholen presteren ten minste op het landelijk gemiddelde en een aantal stijgen daar (ver) boven uit, zeker als de lijst van Dronkers daarbij als maatstaf wordt genomen. Ook binnen ZWN is deze groei merkbaar: - In augustus 2013 zijn in Den Haag circa 30 leerlingen meer gestart, dan in voorgaande jaren: in plaats van 5 klassen, is nu sprake van 6 klassen. In totaal komt de school uit op circa 700 leerlingen (was 665 in 2012). - Ook in Rotterdam is sprake van meer leerlingen, de groei is daar rond de 60 leerlingen, waarmee de school zeven eerste klassen heeft: een klas extra ten opzichte van het vorige jaar. In totaal komt Rotterdam uit op 730 leerlingen t.o.v. 673 vorig jaar - In Leiden bleef het aantal leerlingen gelijk. Dit had onder meer te maken met het feit dat de school in de afgelopen jaren al fors gegroeid was (ca 140 leerlingen meer in de afgelopen 3 jaar). De verwachting is dat de groei het komende jaar weer aantrekt, mede doordat het nieuwe schoolgebouw in gebruik is genomen en veel bewondering oogst. In het onderstaande overzicht wordt de ontwikkeling van het leerlingenaantal zichtbaar sinds de start van ZWN. In dertien jaar tijd een groei van 1161 naar 1953 leerlingen: een stijging met 792 leerlingen. Deze aantallen zijn exclusief het aantal VAVO-leerlingen: deze leerlingen ontvangen onderwijs via de ROC’s en worden hier derhalve niet meegerekend. 01/02 Den Haag
434
Groei DH %groei DH Rotterdam
438
Groei R’dam %Groei R’dam Leiden
289
Groei Leiden %groei Leiden ZWN Groei ZWN %Groei ZWN
1161
02/03 03/04
04/05 05/06
06/07 07/08
08/09 09/10
10/11
11/12 12/13 13/14
503
535
585
565
575
599
619
638
624
624
662
700
69
32
50
-20
10
24
20
19
-14
0
38
38
14 479
6 514
9 575
-4 599
2 655
4 689
3 688
3 702
-2 690
0 655
6 661
5 726
41
35
61
24
56
34
-1
14
-12
-35
6
65
9 303
7 316
11 336
4 314
9 318
5 346
0 361
2 384
-2 418
-5 501
1 527
9 527
14
13
20
-22
4
28
15
23
34
83
26
0
5
4
6
-7
1
8
4
6
8
17
5
0
1285
1365
1496
1478
1548
1634
1668
1724
1732
1780
1850
1953
124
80
131
-18
70
86
34
56
8
48
70
103
10
6
9
-1
5
5
2
3
0
3
4
5
4. Financiën • 2013 geeft een positief saldo te zien van € 848.818. Dit positieve saldo wordt veroorzaakt door een aanmerkelijk positiever saldo in Den Haag (490K) en Leiden
Bestuurlijk jaarverslag 2013 – Stichting Vrijescholen Zuidwest Nederland (ZWN)
13
•
•
•
•
•
•
(304K) en een bescheiden positief saldo in Rotterdam (55K). Voor Rotterdam geldt dat zij ondanks dit positieve saldo de begroting niet gerealiseerd heeft en deze met 50K heeft overschreden. Voor 2014 zijn maatregelen genomen om een herhaling hiervan te voorkomen. Het is onwenselijk om een zo omvangrijke overschrijding te hebben: het beleid is om zo veel als financieel verantwoord is in te zetten voor het onderwijs. Deze meevaller werd echter veroorzaakt door een eenmalige meevaller vanuit de rijksgelden die het gevolg was van de onderhandelingen tussen het kabinet en de gedoogpartijen (Herfstakkoord 2013). Pas in december werden de toezeggingen uit dit akkoord in beschikkingen aan de school bevestigd: te laat om dit geld nog op een zinvolle wijze uit te geven in 2013. Nagegaan moet worden of het zinvol is om een deel van dit overschot in 2014 te besteden. Probleem daarbij is dat sprake is van incidentele gelden, terwijl voor het op peil houden van onderwijs behoefte is aan structurele gelden. Vooruitkijkend naar kalenderjaar 2014 houden Rotterdam, Den Haag en mogelijk Leiden opnieuw rekening met een leerlingengroei van ieder 30 leerlingen. Deze worden in de periode van augustus 2013 t/m december 2014 niet bekostigd. Om die reden is besloten om een deel van het positieve rendement te bestemmen voor deze extra kostenpost. Voor beide scholen een deel van het positieve saldo (37,5K) wordt ingezet om deze groei te kunnen bekostigen. Dit bedrag is gebaseerd op de volgende berekening: 1,5fte*60.000/12 maanden * 5 maanden). De vestigingen hadden gezamenlijk de taakstelling om 2% bij te dragen aan de groei van het weerstandsvermogen: met de meevallers in Leiden en Den Haag is dit uitgekomen op 18%, een groei 5% ten opzichte van het percentage uit 2012 (13%). Deze meevallers worden ten dele veroorzaakt door een terughoudend uitgave beleid, maar vooral door meevallers in de rijkssubsidie. Het betreft hier nadrukkelijk éénmalige meevallers, waardoor de geplande bezuinigingen voor de komende jaren (tgv rjiksbezuinigingen) niet ongedaan gemaakt kunnen worden. Met deze uitkomst is het weerstandsvermogen gegroeid ten opzichte van 2011: van 13% naar 18% waarmee de beoogde groei naar het landelijk gewenste minimum van 15%, dat eerder vertraging had opgelopen, is ingelopen. Voor de komende jaren is besloten ombij het opstellen van de begroting uit te gaan van een positief rendement van 2%: op deze wijze is een buffer ingebouwd dat het nu bereikte doel (>15% weerstandsvermogen) behouden en geconsolideerd kan worden. Het is nadrukkelijk niet het beleid om nog verder uit te groeien boven het huidige weerstandsvermogen. Daar waar cao-stijging, invoering van de functiemix en het entreerecht dit toestaan, kan nagedacht worden over weer een geleidelijke uitbreiding van het curriculum. Overigens moet aangetekend worden dat de drie scholen geacht worden alle drie aan de genoemde 15% te voldoen. Het huidige gemiddelde wordt met name door Leiden en voor een belangrijk deel door Den Haag veroorzaakt: Rotterdam draagt in negatieve zin bij aan dit weerstandsvermogen. Voor de komende jaren betekent dit dat Rotterdam het genoemde rendement van 2% nog een aantal jaren zal moeten inzetten om tot een evenwichtig weerstandsvermogen per vestiging te komen. De liquiditeit is toegenomen van 0,98% naar 1,23%. Hiermee is het hoogste percentage bereikt in de afgelopen 5 jaar (met 0,47% als dieptepunt in 2009) en zit ruim boven het landelijk gemiddelde voor VO scholen (1,0%). Vanuit OCW wordt en boven 1,2% aangemerkt als goed. Ook de solvabiliteit is toegenomen van 25% naar 53%, daarmee is het herstel van 2012 bestendigd. Landelijk gezien wordt onder de 10% als slecht gezien en boven de 45% goed. Een verdere stijging is onwenselijk vanuit de wens om maximaal te kunnen bijdragen aan het primaire proces. Situatie per vestiging: a. In 2013 moest in Rotterdam bezuinigd worden. Dit is gerealiseerd, maar door tegenvallende personele kosten, onvoorziene extra uitgaven voor boeken (ca 70K) en extra energiekosten, lukte het niet om de begroting te realiseren. In het verleden heeft de daling van ca 50 leerlingen de school ca 300K gekost: deze daling is in 2013 gekeerd. Met het voorgenomen bezuinigingspakket voor
Bestuurlijk jaarverslag 2013 – Stichting Vrijescholen Zuidwest Nederland (ZWN)
14
•
•
•
2014 is de verwachting dat het weerstandsvermogen in Rotterdam geleidelijk op peil komt. b. De financiële situatie in Leiden was al positief en deze trend heeft zich verder doorgezet, ondanks het feit dat ten gevolge van de verhuizing er aanzienlijke aanvullende kosten op de school afkwamen. c. De financiële situatie in Den Haag is zeer sterk verbeterd ten opzichte van een aantal jaren geleden. De (onvoorziene) tegenvallers lijken structureel omgezet te zijn in meevallers. Dit laat onverlet dat om eventuele aanvullende rijksbezuinigingen in de komende jaren op te kunnen vangen, er rekening gehouden moet worden met eventuele aanvullende bezuinigingen. Gezien de startpositie is de verwachting dat deze beperkt kunnen blijven. Voor de jaren 2015 tot en met 2017 is een sluitende meerjarenbegroting opgesteld, waarbij de geplande groei van het aantal leerlingen in de 3 vestigingen tot een positief financieel resultaat moet leiden, in combinatie met het realiseren van een pakket aan bezuinigingen die met name betrekking zullen hebben op de personele uitgaven. In dit overzicht zijn alle aangekondigde rijks bezuinigingen verwerkt. Dit laat onverlet dat niet uitgesloten kan worden dat de komende jaren nog meer bezuinigingen plaatsvinden. Hierbij is de doorwerking van de invoering van de functiemix, het entreerecht en de cao op dit moment de meest onduidelijke factor. Met de onder 3.3 genoemde groei neemt het totale budget voor ZWN toe, zonder dat op voorhand automatisch de kosten toenemen: dit biedt een positief perspectief op de financiële toekomst, aanvullend op de meer stabiele situatie waarin ZWN zich thans bevindt (m.b.t. het weerstandsvermogen). De ontwikkelde planning & control cyclus blijkt een goede ondersteuning bij het zicht hebben en sturen op de financiële ontwikkelingen. De adviezen met betrekking tot de inrichting van de administratieve organisatie zijn verwerkt en hebben op dit punt tot een verdere verbetering en professionalisering geleid.
5. Continuïteit Jaarlijks wordt bij het opstellen van de begroting gekeken naar de vooruitzichten van de organisatie op het gebied van continuïteit. Dit aspect wordt, als daar aanleiding toe is, ook bij elk voortgangsverslag van de bestuurder aan de Raad van Toezicht belicht. Op hoofdlijnen is duidelijk dat de scholen zich bevinden in een regio waar (vooralsnog) geen sprake is van krimp van leerlingen. Daarbij blijkt er sprake te zijn van een landelijke trend, waarbij vrijescholen zich mogen verheugen op een groeiden belangstelling. Ook ZWN kent deze groei: in 2012 een groei van 4% en in 2013 een groei van 5% (zie punt 3.3). Onderwijs is in principe een stabiele sector: er zijn altijd leerlingen die onderwijs behoeven en er is politiek voldoende draagvlak voor ten minste een basisbekostiging. De diverse internationale ontwikkelingen (kredietcrises) hebben wel duidelijk hun impact op de beschikbare middelen, maar leiden, vooralsnog, niet tot een aantasting van de bestaanszekerheid. De verwachting is dat dit ook in de (nabije) toekomst niet het geval zal zijn. Ter versterking van de eigen positie is gestuurd op groei van het weerstandsvermogen, dat van 8% naar 17% is gestegen in 5 jaar. Ook de komende jaren is de begroting zo ingericht dat gestuurd wordt op 2% rendement: niet met het doel om geld aan het onderwijs te onttrekken, maar om te kunnen garanderen dat het opgebouwde weerstand in takt kan blijven. Jaarlijks wordt een beleidsrijke meerjarenbegroting opgesteld, waarbij tevens een risicoparagraaf is opgenomen. Naast het benoemen van de risico’s zijn ook eventuele maatregelen benoemd die in kunnen gaan, als de genoemde risico’s optreden. Voor de komende jaren is een positieve sluitende meerjarenbegroting afgegeven. Een grote onzekerheid werd veroorzaakt door de introductie van de functiemix, omdat hiermee een taakstelling is opgelegd die ver uitgaat boven het beschikbaar gestelde budget: uit de rekentool is gebleken dat slechts 61% financierbaar is. Begin 2014 is een
Bestuurlijk jaarverslag 2013 – Stichting Vrijescholen Zuidwest Nederland (ZWN)
15
maatregel afgesproken op basis waarvan de 61% als uitgangspunt gehanteerd kan worden, als daarover een akkoord kan worden bereikt met MR en vakbond. Als het lukt om dit te realiseren, is een belangrijke donkere wolk bedwongen.
6. Huisvesting • In 2013 is de Europese Aanbesteding gedaan voor de verbouwing van een oud pand aan de Tamboerstraat in Rotterdam. Afgesproken is dat de gemeente Rotterdam optreedt als bouwheer, waardoor de financiële risico’s ook daar liggen. Gekozen is voor een Build & Disign-constructie, om tijd te winnen in de VO-DO fase. In 2013 is een selectie gemaakt uit het aantal inzendingen. E.e.a. leidde aanvankelijk tot een dreigend kortgeding, maar dit kon afgewend worden, waarna begin 2014 met gezwinde spoed gestart is met het traject. Contractueel is bepaald dat de verbouwing voor de zomer 2015 gereed is en desgewenst op onderdelen al eerder in gebruik genomen kan worden. • In 2010 is voor het Marecollege een akkoord getekend met de gemeente, waarbij ZWN het bouwheerschap op zich heeft genomen. In juni 2013 is het gebouw opgeleverd. Met veel inzet van de architect (24H) en de aannemer is een optimaal resultaat ontstaan waar leraren, leerlingen en ouders trots op zijn en dat op indrukwekkende wijze de identiteit van de vrijschool uitstraalt. De school was risicohouder voor dit traject: het moest binnen de afgesproken tijd en binnen het beschikbare budget gerealiseerd worden. Beiden zijn ruimschoots gehaald. Eind 2013 is gestart met de afrekening, nadat alle laatste rekeningen vereffend waren. Begin 2014 is een goedkeurende verklaring van de accountant ontvangen. • In 2011 is een akkoord bereikt met de gemeente op grond waarvan is vastgesteld dat De Vrije School Den Haag recht heeft op 726 m2 meer dan feitelijk het geval is. Op basis hiervan is een subsidieverzoek ingediend om de school aan de Waaldoperweg te mogen uitbreiden. In december is subsidie toegekend ter hoogte van € 1,2 miljoen, waarna een externe bouwheer geselecteerd is uit drie aanbiedingen. De bouwheer Ed Trion heeft vervolgens de aanbesteding van de aanbouw begeleid. In september kwam de selectie rond en is gestart met de aanbouw van 7 lokalen, enkele overleg-/ kantoorruimtes en de uitbreiding van de kantine. Oplevering is gepland voor de start van het nieuwe schooljaar (september 2014). De planning en de financiële voortgang verloopt met het beslechten van de nodige hobbels, naar wens. 7. Bedrijfsvoering • Op advies van de accountant is nagegaan welke mogelijkheden er zijn om digitaal het inkoopproces (met name het vooraf vastleggen van toestemming voor inkoop) vast te leggen en te faciliteren. Best Deal leek aanvankelijk een aantrekkelijke voorziening te leveren, ondanks aanzienlijke kosten. Bij nadere analyse is gebleken dat de kosten niet opwogen tegen de voordelen. Vooralsnog is hier van afgezien op ZWN-niveau. De Rotterdamse vestiging is wel verder gegaan op dit pad. • Periodiek is afstemming tussen de scholen om van elkaar te leren en op meer gelijke wijze gebruik te maken van zaken als Magister (het leerlingvolgsysteem) en Foleta. In toenemende mate zijn de onderlinge verschillen niet meer op voorhand leidend en wordt verkend of tot meer uniformiteit gekomen kan worden, zonder dat de identiteit van de scholen hiermee in gevaar komt. Binnen Magister heeft dit tot aanzienlijke verbeteringen geleid. Ook binnen Foleta is hard gewerkt aan een uniforme invulling van onder meer taaktoedeling. De verwachting is dat hierdoor in 2014 een benchmark kan ontstaan, waarbij de scholen zich onderling beter kunnen vergelijken. • Verschillende locaties maken gebruik van verschillende roosterprogramma’s. In 2012 is besloten om op termijn naar één systeem toe te werken: de komende jaren zal dit geïmplementeerd worden, in 2014 zal dit een feit zijn. • In 2013 is gestart met een ZWN-breed ICT project, waarbij alle werknemers uiteindelijk vanuit elke plek kunnen inloggen op hun werkblad, zoals ze dat op school hebben. Begin 2014 zijn Den Haag en Rotterdam gelijkgeschakeld, in de loop van 2014 zal Leiden aanhaken.
Bestuurlijk jaarverslag 2013 – Stichting Vrijescholen Zuidwest Nederland (ZWN)
16
•
In 2015 zouden de gratis boeken afgeschaft worden. In de loop van 2013 bleek dat deze voorziening voorlopig doorgang zal vinden. Aanvankelijk was de gedacht dat 2014 als overgangsjaar zou gelden en het niet nodig was om voor één jaar een volledige Europese Aanbesteding te doen. Nu is echter besloten om voor een volgende periode wel een Europese Aanbesteding te doen. Het huidige contract voorziet in de mogelijkheid om voor einde van de contractdatum de benodigde schoolboeken voor het komende schooljaar te leveren. Het nieuwe contract zal ingaan per 1 januari 2015.
8. Administratie 8.1 Algemeen • De adviezen van de accountant met betrekking tot administratieve verbeteringen op het terrein van BIV/AO doorgevoerd. Zo vinden de betalingen steeds door twee personen plaats en kan deze niet meer door één persoon autonoom verricht worden. • Op basis van een uitgevoerde risico-analyse zijn per benoemde risico’s maatregelen geïnventariseerd en doorgevoerd. Dit proces is in 2013 afgerond. Bij de controle van 2013 door de accountant wordt vastgesteld of dit afdoende is. • Er is een presentatie van een extern administratiekantoor geweest, waarbij een presentatie is gegeven van een webbased applicatie, waarmee de scholen in real time beter zicht kunnen krijgen op hun uitgaven. In 2014 wordt nagegaan of deze voorziening modulair beschikkaar is voor de scholen. Tevens wordt aan dit kantoor gevraagd om een quick scan uit te voeren naar de efficiency/kwaliteitverhouding van de huidige werkwijze. • In het afgelopen jaar zijn de scholen overgestapt op AFAS, een meer eigentijdse salarisadministratie. De invoering heeft veel extra werkzaamheden met zich meegebracht. • Het afgelopen jaar heeft de school voorbereidingen getroffen om SEPA-proof te worden, begin 2014 is dit binnen de oorspronkelijke gestelde deadline van 1 februari gelukt. 8.2 Administratieve Organisatie en Interne Beheersing Bij de controle van 2012 heeft de accountant een aantal aandachtspunten geformuleerd die betrekking hebben op de administratieve organisatie en interne beheersing. a. Documentatie achterliggende stukken Aandachtpunt Offertes, opdrachtverstrekkingen, bestel- en ontvangstbewijzen worden stukken informatie niet consequent gedocumenteerd. Dit bemoeilijkt de interne en externe controle. Maatregel De financiële afdeling documenteert de genoemde documenten nu consequent en verzoekt de afzonderlijke scholen bijbehorende documenten mee te sturen bij een betaalverzoek. b. Procuratieregeling Aandachtpunt In de procuratieregeling is geregeld dat bij verplichtingen boven de € 10.000 minimaal 3 offertes worden opgevraagd. De accountant heeft geen voorbeeld gevonden waarin dit niet gehanteerd is, maar onduidelijk is of dit altijd wordt nageleefd. Maatregel
Bestuurlijk jaarverslag 2013 – Stichting Vrijescholen Zuidwest Nederland (ZWN)
17
De procuratieregeling is opnieuw onder de aandacht van de schoolleiding gebracht en wordt nageleefd. Controller en bestuurder houden hier toezicht op. c. Betaalprocedure Aandachtpunt Uw organisatie is in de loop van 2012 overgestapt naar een nieuw betalingssysteem, genaamd ING Inside Business Banking. Betalingen worden verwerkt door middel van een kaartlezer. De kaartlezer is in bezit bij de controller. De controller is daarbij echter nog steeds in staat om zelfstandig betalingen klaar te zetten en uit te voeren voor betalingen <€ 25.000. Dit leidt tot een (verhoogd risico) van onrechtmatige betalingen. Voor wat betreft betalingen boven de € 25.000 worden deze nog steeds verwerkt door middel van het invoeren van zogenoemde tancodes. De medewerkers van de financiële administratie en de controller beschikken over de inlogcodes voor het oude betaalprogramma (Mijn ING). Alleen de bestuurder beschikt over de tancodes. Maatregel Inmiddels is de stichting overgestapt op de RABO-bank. Betalingen boven de € 25.000 kunnen alleen gedaan worden als de controller en bestuurder separaat inloggen via een random-reader. Aandachtpunt Alle medewerkers van de afdeling financiën hebben mutatiebevoegdheden in het stambestand crediteuren. Dit leidt tot een verhoogd risico op onjuiste c.q. onrechtmatige betalingen. Wij adviseren u het aantal medewerkers dat bevoegd is te muteren en het stambestand crediteuren te beperken tot 1 a 2 medewerkers. Indien dit in de praktijk niet haalbaar is, zal de medewerker die de finale (digitale) handtekening zet expliciet en zichtbaar moeten controleren op de juistheid van de bankrekeningnummers.
Maatregel De bevoegdheden om te muteren in de stamgegevens zijn beperkt tot 1 a 2 medewerkers. d. Personeel Aandachtpunt Er vindt geen maandelijkse (interne) controle plaats door een Functionaris, die onafhankelijk is van de salarisadministratie, die de juistheid en volledigheid van de verwerkte salarismutaties vaststelt. De schoolleiders controleren ongeveer per kwartaal met terugwerkende kracht de juistheid en volledigheid van de verwerkte salarismutaties, hierbij zijn intern geen bijzonderheden geconstateerd. Wij adviseren u te monitoren dat de controles door de schoolleiders tijdig en consequent worden uitgevoerd. Maatregel Schoolleiders controleren periodiek de mutaties in het salarissysteem. Onderzocht wordt of de invoer op de vestigingen kan plaatsvinden en de controle centraal. Aandachtpunt Wij hebben geconstateerd dat akten van benoemingen en akten van ontslag in de personeelsdossier vaak niet (tijdig) getekend zijn door de medewerkers, schoolleiders en bestuurder en in sommige gevallen zelfs ontbreken. Inmiddels zijn de ontbrekende stukken alsnog
Bestuurlijk jaarverslag 2013 – Stichting Vrijescholen Zuidwest Nederland (ZWN)
18
opgenomen in de personeelsdossiers. Maatregel Door de salarisadministrateur te laten ondersteunen zijn meer uren beschikbaar om de akten tijdig uit te laten gaan. Afspraak is dat dit nu binnen 6 weken gebeurt. Aandachtpunt Uw organisatie voert geen bruto-netto controles uit op salarisstroken. Hiermee stelt u niet vast of de juiste percentages voor sociale lasten, loonheffing etc. goed zijn toegepast en berekend. Maatregel Periodiek worden deze controles inmiddels uitgevoerd door de salarisadministrateur. 9. Public Relations: • De drie scholen hebben de afgelopen periode geïnvesteerd in de mogelijkheid om te groeien. Dit is in samenspraak gegaan met de Vereniging voor Vrijescholen, onder andere uitmondend in een gezamenlijke publicatie in de VO Gids, een blad dat naar alle basisscholen gaat en waarin de eigenheid van de vrijscholen toegankelijk verwoord wordt. In de afgelopen 2 jaar is de groei landelijk en ook binnen ZWN aanzienlijk en het beleid begint zijn vruchten af te werpen. • De relatie met de gemeente wordt voor elke vestiging door de rector onderhouden. Dit geldt ook voor de overige contacten binnen het locale netwerk, zoals rectorenkringen e.d. In toenemende mate gebeurt dit in overleg en in aanwezigheid van de bestuurder, waar dit zinvol is. Hierbij kan vooral gedacht worden activiteiten rond Passend Onderwijs. Als sprake is van zwaarwichtiger zaken die de bevoegdheden van de rectoren overtreffen, wordt de bestuurder ingeschakeld. Dit gebeurt steeds in onderlinge afstemming. • De drie scholen hebben sinds 2010 gewerkt aan de invulling van de zogenaamde Vensters voor Verantwoording. Sindsdien kunnen stakeholders, waaronder ouders en gemeente, via de onderstaande sites inzicht krijgen in de achtergrondinformatie en prestaties van de scholen: http://www.schoolvo.nl/?p_schoolcode=41220-16TV-000# http://www.schoolvo.nl/?p_schoolcode=41220-16TV-001# http://www.schoolvo.nl/?p_schoolcode=41220-16TV-002# 10. Medezeggenschap: deeljaarverslag 2011 MR Stichting ZWN Jaarverslag 2013 MR ZWN Inleiding In 2013 heeft de MR van de Stichting Vrijescholen Zuidwest Nederland drie maal vergaderd. De themagroep van de pMR-vertegenwoordigers van de drie scholen heeft twee maal vergaderd met de drie personeelsverantwoordelijken. De pMR heeft intensief meegedaan met het decentraal overleg tussen de school en de vakbonden over het entreerecht. De voortgang daarvan is gestokt door het vastlopen van de landelijke caoonderhandelingen. Er is een experiment begonnen met een financiële themaraad. Daarmee wordt de gekozen richting naar minder MR-vergaderingen gefaciliteerd en kan gerichte expertise ontwikkeld worden. De voorgenomen bestuurlijke fusies met Den Haag PO resp. PO Rijnstreek hebben vanaf de middelste vergadering veel aandacht gevraagd. Een drietal vertegenwoordigers van de MR heeft met de Raad van Toezicht vergaderd, met name daarover. Afgesproken is om de frequentie van dit overleg te vergroten. In dit jaarverslag wordt beknopt omschreven wat de ontwikkelingen waren van de bezetting, waarover is vergaderd en wat is besloten. Personele ontwikkelingen binnen de MR In het begin van 2013 waren er in het geheel geen vacatures. Aan het eind van het schooljaar zijn twee ouderleden uit Den Haag en een ouderlid uit Rotterdam vertrokken
Bestuurlijk jaarverslag 2013 – Stichting Vrijescholen Zuidwest Nederland (ZWN)
19
en vervangen; hetzelfde is het geval voor Leiden. De leerlinggeleding van alle scholen is deels vernieuwd. In de lerarengeleding van Den Haag heeft een nieuw lid zitting genomen, evenals in die van Rotterdam en Leiden, in de plaats van vertrokken leden. De taakuren voor de leraren wijken nog steeds af van de cao (350 uur ipv 400 uur). Al met al is er een grote verschuiving geweest, met verlies van expertise en ervaring en nieuwe accenten door de komst van de nieuwe leden. Behandelde onderwerpen Per vergadering is de stand van zaken besproken met de schoolleiding van de school waar de vergadering werd gehouden. Verder zijn de volgende onderwerpen aan de orde geweest: De schoolboeken regeling; de schoolgidsen; de ontwikkelingen van de ouderbijdragen; de nieuwbouwplannen; de inspectierapporten van de Onderwijsinspectie en de acties die naar aanleiding van die rapporten zijn ingezet; het entreerecht; Prestatiebox Onderwijs en Personeel; de jaarrekening 2012; de begrotingssystematiek in samenhang met de formatie; de begroting 2013; de ontwikkeling van het budget versus realisatie 2012; de ontwikkelingen in ouderbijdragende vestigingsjaarplannen 2013; de voortgangsverslaglegging van de bestuurder voor de Raad van Toezicht van het lopende jaar; de werktijdenregeling OOP; het tevredenheidsonderzoek onder leerlingen, ouders en leraren; het rook(ontmoedigings)beleid; het zorgbeleid en Passend onderwijs; PR- en aannamebeleid. Een veelheid aan onderwerpen, waarover meestal maar 5 tot 10 minuten gesproken kon worden. Daarom was er geen ruimte voor het voornemen om inhoudelijke speerpunten met méér tijd in de MR-vergaderingen te bedelen. Wat wel grotendeels lukt is om de agenda’s van de vMR-en op de MR af te stemmen en daarover tussentijds met elkaar te communiceren. In de pMR-themagroep kwamen de functionerings- en beoordelingsgesprekken, de bevoegdheden, het bestuursformatieplan en het entreerecht aan de orde. Belangrijkste besluiten, instemmingen en adviezen. pm Instemming schoolgids in de vMR-en pm Instemming onderwijstijd en vakantieregeling in de vMR-en pm Instemming regeling ouderbijdragen in de vMR-en pm Instemming onderwijsbeleidszaken in de vMR-en pm Instemming School Ontwikkelings Plannen (in het kader van Passend Onderwijs) in de vMR-en pm Instemming vestigingsbegrotingen in de vMR-en 13 feb 13 Herhaalde instemming meerjarenbegroting 19 juni 13 Bestuurlijk Jaarverslag 2012: akkoord 19 juni 13 Instemming schoolboekenregeling 2012-2013 11. Jaarverslag Raad van Toezicht 2013 Het jaar 2013 was het vijfde jaar dat de Stichting Vrijescholen Zuidwest Nederland (ZWN) bestuurd werd via het Raad van Bestuur – Raad van Toezicht model. Het was het derde jaar dat vanuit één bestuurder en één raad zowel ZWN als de Stichting Vrije School Den Haag bestuurd werd. De Raad van Toezicht kwam in 2013 zeven keer bij elkaar, vijf maal in een reguliere vergadering, een keer in verband met de beoogde fusie met Stichting Rijnstreek en één keer in een studiebijeenkomst samen met de bestuurder, rectoren en conrectoren aan de hand van het rapport van de commissie Halsema. De samenstelling van de Raad is in 2013 ongewijzigd. Onderstaand zijn de toezichthouders en hun (neven)functies genoemd. Binnen de raad waren de volgende commissies actief: • Remuneratiecommissie: P.M. Wormer en H. Galenkamp
Bestuurlijk jaarverslag 2013 – Stichting Vrijescholen Zuidwest Nederland (ZWN)
20
• •
Financiële (audit)commissie: P.M. Wormer en R.J. de Wolf (vanaf oktober heeft de heer Bakker de zetel van de heer Wormer overgenomen) Belast met bouwzaken vanuit de RvT: R.J. de Wolf
De volgende thema’s kregen aandacht: • De jaarrekening over 2012 werd vastgesteld. Vastgesteld is dat de meeste van de aanbevelingen van de accountant zijn ingevoerd. Deze hadden betrekking op het verbeteren van de administratieve organisatie en waren gebaseerd op de uitgevoerde risico-analyse. Nagenoeg alle aanbevelingen zijn opgevolgd. Onder punt 7.2 is uitgebreid aangegeven welke maatregelen zijn genomen naar aanleiding van de genoemde aanbevelingen. • De begroting voor 2014 werd goedgekeurd en de meerjarenbegroting 2015-2018 is besproken. • Aan het begin van het jaar hield de remuneratiecommissie een plan- en ontwikkelingsgesprek met de bestuurder, resulterend in doelen en afspraken voor het kalenderjaar. Aan het eind van het jaar werd in een beoordelingsgesprek vastgesteld in hoeverre de doelen gehaald waren. De Raad heeft kunnen vaststellen dat ze op basis van de gerealiseerde doelen goed heeft gefunctioneerd. Dit heeft verder niet geleid tot een loonontwikkeling om gelijk te blijven met gehanteerde de nullijn in de onderwijssector. • De Auditcommissie heeft twee keer met de bestuurder overleg gevoerd: met betrekking tot de begroting 2013 en met betrekking tot de jaarrekening 2012. Bij het laatste overleg was ook de accountant en de controller aanwezig. Daarnaast heeft tussentijds afstemming plaatsgevonden. • Er is een evaluatie van het functioneren van de Raad gehouden, welke extern is ondersteund. • In 2013 vond het gesprek met vertegenwoordigers van de MR plaats met de Raad, waarin met name gesproken is over de voorgenomen fusieplannen. Dit gesprek vindt jaarlijks structureel plaats. • De kwaliteit van het onderwijs werd aan de hand van verschillende invalshoeken steeds weer besproken en intensief gevolgd. • De bevindingen van de inspectie werden telkens besproken. • De jaarplannen en het strategisch beleidsplan voor 2014, werden besproken. • De nieuwbouwplannen in Leiden, Rotterdam en Den Haag kregen structureel aandacht. De nieuwbouw in Leiden is in 2013 succesvol afgerond en binnen budget en tijdsplanning gebleven. • Individuele leden van de Raad hebben diverse werkbezoeken binnen de scholen afgelegd en waren aanwezig bij afscheidsbijeenkomsten en openingsbijeenkomsten om zo ook aan den lijve de geur, kleur en kwaliteit van de scholen te kunnen ervaren. • De raad volgde het selectieproces om te komen tot een nieuwe rector in Rotterdam en een nieuwe schoolleider voor VSZH en de daarop volgende inwerkperiode. • Regelmatig was het thema van gesprek de plannen van de verschillende vrijescholen (primair onderwijs). T.a.v. de samenwerking met de PO Stichting Rijnstreek is een intentieverklaring afgesloten. Medio juli heeft een overleg met dit bestuur plaatsgevonden over de voortgang. Ondanks de positieve houding van de Raad bleken de voornemens veel vragen op te roepen bij de MR. Om die reden is een gezamenlijke werkgroep gestart om tot een meer gezamenlijke koers te komen. • Na een evaluatie door een externe deskundige in 2012 heeft de Raad wederom een zelfevaluatie uitgevoerd in 2013. • De Raad benoemde de heer J. Van Monfort tot vice-voorzitter. De leden van de Raad van Toezicht ontvingen in 2013 de volgende vrijwilligersvergoeding (voor de beide stichtingen ZWN en VSDH tezamen): P.M. Wormer (voorzitter): € 1.500 Overige leden: € 900 Functies en nevenfuncties leden Raad van Toezicht:
Bestuurlijk jaarverslag 2013 – Stichting Vrijescholen Zuidwest Nederland (ZWN)
21
Lid (met hoofdfunctie buiten ZWN)
(on)betaalde nevenfuncties
P.M. Wormer - (Zelfstandig consultant, trainer, interim manager; Paul Wormer Consultancy) - voorzitter H. Galenkamp - (Consultant, trainer en coach in eigen bedrijf 'Bureau Galenkamp & Schut') F.J.M. van Montfort - (Onderwijsmanager ROC ID College, domein Educatie/VAVO (januariaugustus), leraar Scholengroep Den Haag Zuid-West – vice voorzitter C. Vogel - (Zelfstandig Adviseur en interimmanager podiumkunsten)
Lid Raad van Toezicht Lange Land Ziekenhuis Zoetermeer Lid Raad van Toezicht Rijnlands Revalidatie Centrum Leiden Voorzitter Raad van Toezicht Stichting de Binnenvest, Leiden lid externe klachtencommissie van de opleidingsinstituten ‘Land van Rouw’ en ‘Interakt’ Lid Jeugdcommissie HBS-Creayenhout Den Haag
R. Bakker (Lid Raad van bestuur Rafaelstichting)
Lid bestuur Operadagen Rotterdam, Lid bestuur Kunstenfestival Grenswerk lid Adviescommissie Kunsten Amsterdam Stadsdeel Zuid. - voorzitter bestuur Edith Maryon College - lid Raad van Toezicht Prezzent (tot 31-12-2012) - lidf bestuur stichting Grondslag - voorzitter bestuurscommissie arbeidsmarktzaken CONO - lid curatorium Lievegoed Leerstoel (UVA)
R.J. de Wolf (Voorzitter Raad van Bestuur Stichting Saffier de Residentie Groep)
Vice-voorzitter Raad van Toezicht Kessler Stichting Voorzitter Stichting Vrienden van de Waalse School Voorzitter Algemeen Tuinvereniging Loolaan
Tot slot wil de Raad van Toezicht de bestuurder en alle medewerkers van beide stichtingen danken voor hun inzet voor goed onderwijs in 2013! Namens de RvT Paul Wormer, voorzitter
A4 Voortzetting beleidsontwikkeling 2013 Algemeen • Voor 2014 zal de impact van het wel/niet invoeren van de functiemix, het entreerecht en de cao in combinatie met bezuinigingen (vooral in Rotterdam) de agenda deels bepalen. De bezuinigingen kunnen vooral gerealiseerd worden door minder onderwijstijd aan te bieden, terwijl de scholen de ambitie hebben om de kwaliteit (zo veel mogelijk) gelijk te houden. Dit vergt creatieve vondsten en innovatie. • In 2014 moeten de ontwikkelde plannen ingevoerd worden die voortvloeien uit de Prestatiebox: dit vormt een belangrijk onderdeel van de beleidsagenda. • Verder zullen de lopende thema’s, die benoemd zijn in het schoolplan, volgens de vierjarige planning uitgevoerd en geëvalueerd moeten worden. • Ten gevolge van de huidige structuur en de bijbehorende aansturing zal de komende jaren gestreefd worden naar meer gezamenlijk beleid: nieuw beleid zal zo veel mogelijk gezamenlijk ontwikkeld worden, maar ook bestaand beleid zal in dit kader tegen het licht gehouden worden. • In 2014 zal mogelijke bestuurlijke fusie met VSDH voorbereid moeten worden. In het verlengde daarvan zal verkend worden of andere fusies met vrijescholen in Zuid Holland in de rede liggen. Personeel en organisatie • Verdergaande professionalisering ten gevolge van de prestatiebox zal hoog op de agenda staan in 2014. Besloten is om een professionele cultuur te stimuleren: hiervoor zullen bijbehorende ontwikkelstappen gezet moeten worden. • In 2014 worden de onderhandelingen met de vakbonden gestart om te komen tot een betaalbare invoering van de functiemix, waarbij de rekentool centraal staat. • Verder zal verdergaande uniformering van de arbeidsvoorwaarden binnen ZWN gerealiseerd moeten worden.
Bestuurlijk jaarverslag 2013 – Stichting Vrijescholen Zuidwest Nederland (ZWN)
22
• •
Invoeren van uniform gebruik van de formatiesystematiek tussen de drie scholen door invoering van één gezamenlijk formatieprogramma, FOLETA. Gewerkt wordt aan de eisen die voortvloeien uit de Prestatiebox m.b.t. het personeelsbeleid ten aanzien van het begeleiden van nieuwe leraren, het bijhouden van het vaardighedendossier en het digitaliseren van het personeelsdossier.
Onderwijs • De scholen moeten zich (nader) voorbereiden op de uitstroom van oudere leraren die veel vrijeschoolkennis meenemen. Berekend is dat in de komende vijf jaar landelijk een vraag aan vrijeschoolleraren van ca. 50 fte ontstaan, het gaat daarbij om 75 tot 100 leraren. Nagegaan moet worden hoe dit gat er voor ZWN uit ziet en op welke wijze in deze leemte kan worden voorzien. • In het kader van scholen aan zet zal “omgaan met verschillen” opnieuw (in een andere vorm) hoog op de ZWN-brede agenda staan. • Met name in Leiden zijn de opbrengsten voor VWO onvoldoende. Het vorig jaar ingezette plan van aanpak moet verder ingevoerd en gemonitord worden. • Het komende jaar zal ook in het teken staan van de verdere voorbereiding vmbo-t examinering (afschaffing van de IVO-diplomering). De aanpassing van instroom en curriculum van de praktische stroom/ambachtelijke stroom zal gemonitord worden. • De overige aspecten van het schoolplan 2011-2015 worden uitgevoerd. Overig • Het realiseren van de noodzakelijke voortgang rond de bouwtrajecten in Den Haag (afronding) en Rotterdam (start bouw). • Verdere verbetering van het gebruik van Magister en Foleta. • Ervaring opdoen in de samenwerking met vrijescholen PO in de regio: er zal een gezamenlijke beleidsagenda geformuleerd worden en in 2014 zal gestart worden met de gezamenlijke uitvoering hiervan.
Bestuurlijk jaarverslag 2013 – Stichting Vrijescholen Zuidwest Nederland (ZWN)
23