SCHOOLGIDS 2012-2013
OBS MASTER CAMMINGA SPOORSTRJITTE 7 9033 WJ DEINUM
Telefoon: 058-2542083 E-mail:
[email protected] Internet : www.obsmastercamminga.nl
Schoolgids obs Master Camminga – Deinum
1
Inhoudsopgave
1. Voorwoord
4
2. De school 2.1 De naam 2.2 Het gebouw en het terrein
5 5
3. Uitgangspunten en doelstellingen 3.1 Openbaar onderwijs 3.2 De visie van de Master Cammingaschool 3.3 Didactische uitgangspunten 3.4 Onderwijskundige uitgangspunten 3.5 Kerndoelen en schooldoelen (wettelijke uitgangspunten)
5 6 7 7 8
4. De organisatie van de school 4.1 Organisatie van de groepen 4.2 Groepsleerkrachten en vakleerkrachten 4.3 Algemeen directeur 4.4 De locatiedirecteur 4.5 Teamoverleg 4.6 Werktijden 4.7 Na- en bijscholing 4.8 Inspectie van het onderwijs
9 11 11 12 12 12 12 12
5. De leer- en ontwikkelingsgebieden 5.1 Groep 1 en 2 5.2 Schrijven 5.3 Lezen/taal 5.4 Rekenen 5.5 Expressievakken 5.6 Wereldoriëntatie 5.7 Lichamelijke oefening 5.8 ICT 5.9 Maatschappelijke en geestelijke vorming 5.10 Fries 5.11 Engels 5.12 Burgerschap en sociale integratie
13 14 14 14 14 15 16 16 16 17 17 18
6. De kinderen 6.1 Nieuwe leerlingen 6.2 Leerlingvolgsysteem en rooster Cito-toetsen 6.3 Leerlingen met specifieke behoeften 6.4 Medisch onderzoek 6.5 Kanjertraining 6.6 Tussenschoolse opvang 6.7 Naar het voortgezet onderwijs
18 19 20 26 26 28 28
Schoolgids obs Master Camminga – Deinum
2
7. De ouders 7.1 Oudercontacten 7.2 Meehelpen op school 7.3 Meepraten en meebeslissen 7.4 Algemene informatie over de school 7.5 Klachten 7.6 Ouderbijdrage 7.7 Aansprakelijkheid en verzekeringen
29 30 31 32 32 33 33
8. Praktische zaken Bewegingsonderwijs bij kleuters Bewegingsonderwijs en schoeisel in groep 1 t/m 8 Feestelijke ouderavond Verjaardag-dag Fietsen Floralia Fruit eten Hoofdluis Ingaan van de school Kinderspelen Melden van ziekte of afwezigheid Pleinregels Pleinwacht Schoolreisjes Schaatswedstrijden en –les Sportdagen Schooltijden Sporttoernooien Culturele vorming Verjaardagen Gebruik van mobiele telefoons door leerlingen Huiswerk Verlof Lijst van gebruikte termen en afkortingen
33 33 34 34 34 34 34 34 35 35 35 35 36 36 36 36 36 36 37 37 37 37 38 40
Schoolgids obs Master Camminga – Deinum
3
Voorwoord
Uw kind brengt tijdens de leerplichtige jaren heel wat uren door op school. Uren waarin aan haar of zijn toekomst gewerkt wordt. En daar komt een boel bij kijken. Een leuke sfeer, aansprekende leerstof, persoonlijke aandacht, een veilige omgeving, om maar eens wat te noemen. Uw kind heeft waarschijnlijk geen idee van leerplicht. Houden zo, denken we dan. Belangrijker is dat uw kind graag naar school gaat. Voor u als ouder geldt de leerplicht niet meer. Maar dat betekent niet dat u niet meer welkom bent op school. Integendeel zelfs. Ouders kunnen veel bijdragen aan het onderwijs. Een groepje kinderen begeleiden bij handvaardigheid bijvoorbeeld of meepraten over schoolzaken in de ouderraad. En wat dacht u van de leerkrachten. Zij hebben de school gekozen als de plek waar zij hun vak, het lesgeven aan kinderen, willen uitoefenen. Een vak dat ze zeer serieus nemen, maar dat ze vooral met veel plezier doen. Maar daar blijft het niet bij. Schoolarts, medewerkers van de schoolbegeleidingsdienst, leden van de bestuurscommissie, de inspecteur voor het basisonderwijs; allemaal maken ze deel uit van het reilen en zeilen op school. Dat reilen en zeilen; daar gaat deze schoolgids over. U vindt er een handzaam, informatief en zo volledig mogelijk overzicht van alles wat een school tot een school maakt. De doelstellingen van het onderwijs, actuele ontwikkelingen op school, de zorg voor kinderen met achterstanden, maar ook praktische zaken zoals de schooltijden, trakteren op verjaardagen en belangrijke adressen; alles staat erin. Naast de schoolgids komt er ieder jaar een kalender uit. Deze schoolgids omvat de hoofdstukken 1 tot en met 8. U vindt hier algemene informatie over bijvoorbeeld de doelstellingen van het openbaar onderwijs, de organisatie van de school, maar ook een overzicht over praktische zaken, zoals de schooltijden. Anders gezegd; in deze hoofdstukken hebben we informatie opgenomen die, uitzonderingen daargelaten, niet jaarlijks wijzigt. In de kalender hebben we actuele informatie opgenomen; gegevens die jaarlijks kunnen wijzigen. In het algemene gedeelte van de schoolgids verwijzen we regelmatig naar een van de bijlagen in de kalender. Om een voorbeeld te geven; in hoofdstuk 7.6. vertellen we iets over de ouderbijdrage. Waarom we een dergelijke bijdrage van de ouders vragen en wat de school met dat geld doet. In de kalender vindt u vervolgens de specificatie van de ouderbijdrage voor dit schooljaar. Tevens hebben we in de kalender enkele zaken opgenomen die niet zo goed passen in het algemene tekstgedeelte, zoals een plattegrond van de school. Achter in deze schoolgids zit een formulier voor op- of aanmerkingen over deze gids. Dat kunt u aan uw kind meegeven. U mag het ook zelf komen brengen. U bent van harte welkom op de Master Cammingaschool. Met vriendelijke groeten, namens team en schoolgidscommissie, Wiepkje Hagen, directeur
Schoolgids obs Master Camminga – Deinum
4
2.
De school
2.1
De naam
Onze school is genoemd naar „master‟ Andries Camminga. Hij was als hoofdonderwijzer werkzaam in Deinum van 1832 tot aan zijn dood in 1873. In die tijd was er slechts één school in het dorp. Naast zijn taken als schoolmeester was hij koster en organist. Camminga was een sociaal voelend mens. Zo was hij oprichter van een bibliotheek en van een zangkoor. Elk jaar ging de meester op vakantie naar het buitenland, meestal naar Duitsland. Vaak nam hij na een dergelijke reis voor elk kind een presentje mee. Na zijn overlijden bleek dat master Camminga een legaat van f.1000 nagelaten had. Van de rente van dit bedrag moest elk jaar een feest voor de schoolkinderen georganiseerd worden. Naast de ingang van de kerk van Deinum ligt de gerestaureerde grafsteen van deze onderwijzer die veel betekend heeft voor de Deinumer dorpsgemeenschap. 2.2
Het gebouw en het terrein
Bij het ontwerp van het gebouw moesten een aantal problemen opgelost worden. Het gebouw moest een verbinding krijgen met het bestaande gymnastieklokaal en er moesten twee, afzonderlijk te functioneren, basisscholen in kunnen worden ondergebracht. Het resultaat is een symmetrisch gebouw, met twee min of meer gelijke vleugels, een verbindingsgang naar het gymlokaal en een gezamenlijk schoolplein. Daarnaast is er, door de groei van de school, in 2003 een extra noodlokaal geplaatst aan de achterzijde van de school. Momenteel is dit noodlokaal in gebruik door de tussen en buitenschoolse opvang. De gemeenschapruimte doet dienst als lesruimte voor handenarbeid, textiel en andere groepsactiviteiten. Naast de klaslokalen zijn er in het gebouw zogenaamde tussenruimten. Deze worden gebruikt als lesruimte en zijn daarnaast ingericht als documentatiecentrum en ICTruimte. De personeelskamer heeft via een gebogen glaswand zicht op het schoolplein. In de kalender vindt u een plattegrond van de school. In 2012 is er een bovenverdieping tot stand gekomen waar o.a. een directiekamer en een ib ruimte een plek hebben gevonden. Door het plaatsen van een hekwerk rondom de speelplaats, buitenbergingen en een fietsenstalling is het plein een redelijk afgeschermde speelplaats. In verband met de verkeersveiligheid zijn er in de Spoorstraat een wegversmalling en een „keer‟-hekwerk geplaatst, zodat overstekende kinderen beter zicht hebben op het verkeer. 3.
Uitgangspunten en doelstellingen
3.1
Openbaar onderwijs
Een openbare school is een school voor iedereen. Dat betekent dat de school openstaat voor alle kinderen met welke godsdienst of levensovertuiging dan ook. De kinderen, ouders en leerkrachten van onze school hebben verschillende achtergronden wat betreft godsdienst en levensbeschouwing. Op school schenken we aandacht aan die uiteenlopende denkbeelden en meningen. Verschillen in uiterlijk en opvattingen verzwijgen we niet. Integendeel: we gebruiken deze juist in ons onderwijs. Zo leren de kinderen met en over elkaar, en leren ze respect te hebben voor een ander. Al die kinderen, ouders en leerkrachten zorgen ervoor dat onze school een levendige, kleurrijke school is die een afspiegeling van de maatschappij is.
Schoolgids obs Master Camminga – Deinum
5
3.2
De visie van obs Master Camminga
In onze school staat de ontwikkeling van gevoel en verstand centraal. Samen met ouders willen we de kinderen opvoeden tot zorgzame, complete mensen. Dit gebeurt in onze school door permanent oog te houden voor zeven kernbegrippen: uitdaging, effectiviteit, zelfstandigheid, sfeer, respect, oudercontacten en modern onderwijs. Het uitgangspunt is uitdaging. Hieronder verstaan we dat binnen onze school: het aanleren van en het omgaan met de instrumentele basisvaardigheden (lezen, spelling en rekenen) een belangrijke plaats inneemt; aansluiten bij competenties en kwaliteiten van kinderen en leerkrachten en deze ook daadwerkelijk inzetten, het laten groeien van de persoon: leerkrachten gebruik kunnen maken van interne mobiliteit, waardoor ze ook in andere groepen inzetbaar zijn. We geven hieraan vorm door een effectieve schoolorganisatie. Dit betekent dat: er een duidelijke doorgaande ontwikkelingslijn aanwezig is van groep 1 t/m 8; we d.m.v. tijdig signaleren in staat zijn kinderen actief te volgen en optimaal te begeleiden; er naast het leren ruimte is voor een totale ontwikkeling van het kind; we competenties van leerkrachten inzetten om (anders dan de eigen groepsleerkracht) een totaal aanbod te verzorgen op diverse terreinen; we in de interne organisatie werken met korte, heldere lijnen en een duidelijke taakverdeling. Het verwerven van kennis zal zoveel mogelijk moeten leiden naar zelfstandigheid. Om dit te bereiken vinden we het belangrijk dat: er door de gehele school heen een systeem van zelfstandig werken is; we kinderen leren verantwoordelijkheid te nemen voor hun werk en voor elkaar; we kinderen leren zelf hun problemen op te lossen, van hen vragen om mee te denken d.m.v. reflectie, feedback en vragen stellen; kinderen van en met elkaar leren, in tweetallen of met groepswerk. Om uitdagend, effectief en zelfstandig te kunnen werken en leren is een goede sfeer een voorwaarde. Hiervoor is het van belang dat: we regelmatig vieringen en feestelijke activiteiten organiseren; er zorg is voor een prettige, verzorgde aankleding van school en klas; er een open, eerlijke communicatie is, zowel intern als extern; er ruimte is voor humor in het team en met de kinderen; leerkrachten van en met elkaar leren. Bij alle activiteiten is respect voor elkaar een belangrijke factor. Wij streven na dat we: openstaan voor verschillende opvattingen en achtergronden; waardering naar elkaar uitspreken; rekening houden met verschillen tussen kinderen; leerkrachten gericht aandacht besteden aan de sociaal-emotionele ontwikkeling; werken met heldere, goed gecommuniceerde school- en omgangsregels; kinderen leren respect te hebben voor hun leer- en leefomgeving. Schoolgids obs Master Camminga – Deinum
6
De school wil door goede oudercontacten zorg dragen voor optimale ontwikkelingskansen voor het kind. Dit betekent voor ons dat: we ouders uitnodigen mee te denken over de ontwikkeling van hun kind; de school laagdrempelig is; er voldoende structurele oudercontacten zijn; ouders actief betrokken worden bij schoolse activiteiten. De hedendaagse maatschappij vraagt om modern onderwijs, hieronder verstaan wij: dat we gebruik maken van nieuwe methoden; dat we gebruik maken van nieuwe communicatiemiddelen (ict); dat leerkrachten op de hoogte blijven van nieuwe onderwijskundige, pedagogischdidactische en maatschappelijke ontwikkelingen; dat we onderwijsveranderingen kritisch volgen en selecteren; dat het team in staat is om nieuwe onderwijsinzichten te vertalen naar onze lespraktijk. Deze visie is in 2011 opnieuw besproken in het team en voor de schoolplanperiode 2011-2015 vastgesteld. 3.3
Didactische uitgangspunten
Onze school kent verschillende werkvormen; hierdoor leren kinderen ook veel meer vaardigheden hanteren en worden accenten gelegd op de sociale en emotionele ontwikkeling. Werkvormen die in ons onderwijs een belangrijke rol spelen zijn: opdrachtvormen, zoals het doen van experimenten, interviews, begrijpend lezen, schema‟s maken, groepswerk; zelfstandig werken. De leerlingen leren door zelfstandig werken alleen of samen met anderen, oplossingen te zoeken voor problemen die ze tegenkomen. Ook leren ze een aantal opdrachten (een “taak”) volgens een door henzelf gemaakte planning te maken. Bijkomend voordeel is dat de leerkrachten tijdens het zelfstandig werken zo meer hulp kunnen bieden aan de leerlingen die extra begeleiding nodig hebben; kinderen met een leerachterstand, maar ook kinderen die extra (moeilijkere) stof nodig hebben; gespreksvormen, onder andere het vragen stellen, het onderwijsleergesprek, het kringgesprek, het themagesprek en het houden van spreekbeurten en presentaties. individuele hulp; spelvormen; buitenschoolse activiteiten (o.a. excursies, schoolreisjes); projecten. Om het jaar wordt in het kader van de Kinderboekenweek een project gedaan. Als afsluiting is er een gezamenlijke presentatie in de vorm van een voordrachtwedstrijd voor de kinderen en hun ouders. 3.4
Onderwijskundige uitgangspunten
De toelating Op het moment dat een kind drie jaar en tien maanden oud is, mag het alvast een aantal ochtenden onze school bezoeken om te wennen aan de basisschool. Op de dag dat het kind vier jaar is, kan het tot onze school worden toegelaten. Vanaf vijf jaar geldt de leerplicht. Aan het eind van het schooljaar waarin het kind veertien wordt, moet het de school verlaten.
Schoolgids obs Master Camminga – Deinum
7
Duur van het onderwijs Het onderwijs van onze school is zodanig ingericht, dat de kinderen in beginsel binnen een tijdvak van acht aaneensluitende jaren de school kunnen doorlopen. Aansluiting voortgezet onderwijs Wij richten ons onderwijs zo in, dat het mede de grondslag legt voor het volgen van aansluitend voortgezet onderwijs. Om een goede aansluiting te realiseren hebben we contact met scholen voor het voortgezet onderwijs en gebruiken we de Plaastingswijzer als instrument voor een goede advisering. Continu ontwikkelingsproces We proberen op onze school een onderwijsleersituatie te scheppen, die het mogelijk maakt een continu ontwikkelingsproces bij de kinderen te bewerkstelligen op alle aspecten van de kinderlijke ontwikkeling. Deze aspecten betreffen de verstandelijke, sociale, emotionele, de motorische en de creatieve ontwikkeling. Op onze school proberen we samen met de ouders een bijdrage te leveren aan het kunnen functioneren van elk kind op zijn/haar niveau. Daarbij houden we rekening met de eigen geaardheid van de kinderen, hun verschillen in ontwikkeling, begaafdheid, belangstelling en motivatie. Tevens proberen we om te gaan met de verschillen in milieu waarin de kinderen opgroeien. Onze leermiddelen zijn zodanig gekozen en de organisatie is zodanig opgezet, dat deze continuïteit zo goed mogelijk gewaarborgd wordt. Doubleren Doubleren is in eerste instantie de verantwoordelijkheid van het team, maar deze beslissing wordt in goed en nauw overleg met de desbetreffende ouders genomen. Slechts dan is doubleren aan de orde als alle daarvoor in aanmerking komende „wegen‟ zijn bewandeld en het belang van het kind ermee gediend is (zie hoofdstuk Zorg voor kinderen). We proberen dan het leerproces door te laten lopen en te voorkomen dat het kind leerstof moet verwerken die al beheerst wordt. Versnellen Een klas overslaan behoort ook tot de mogelijkheden, maar dit is ook sociaal-emotioneel een heel grote stap en zal alleen plaatsvinden als alle betrokken instanties, school, ouders en zorgteam het er over eens zijn. Op school is hiervoor een protocol aanwezig. 3.5
Kerndoelen en schooldoelen (wettelijke uitgangspunten)
De eerste kerndoelen dateren van 1993. Het waren er 122. Al twee jaar na de vaststelling van de eerste kerndoelen ontstond er de behoefte ze weer te wijzigen. In 1998 werd de tweede generatie kerndoelen van kracht. Het aantal doelen was teruggebracht tot 103 doelen. De kerndoelen van 1993 gingen vooral over vakgebieden. Die van 1998 gingen over soms wat grotere leergebieden. Bovendien waren er leergebiedoverstijgende kerndoelen toegevoegd. Die laatste doelen gingen vooral over zelfstandigheidontwikkeling, de ontwikkeling van het zelfbeeld van leerlingen, het ontwikkelen van leerstrategieën en het omgaan met ICT. Vooral de leergebiedoverstijgende doelen werden door leraren erg gewaardeerd, omdat ze naar hun oordeel vooral het beeld van basisonderwijs uitstraalden. Veel sterker dan in 1993, kwam er bij de vaststelling van de kerndoelen in 1998 een maatschappelijke discussie op gang over de vraag waarover onderwijs nu precies zou moeten gaan. Sinds 2006 is de derde generatie kerndoelen van kracht. Met ingang van schooljaar 2009/2010 dienen de nieuwe kerndoelen volledig te zijn ingevoerd binnen de basisscholen. Het zijn er nog maar 58. De leergebiedoverstijgende doelen zijn er uit verdwenen. De
Schoolgids obs Master Camminga – Deinum
8
kerndoelen zijn geformuleerd voor grotere leergebieden, zoals: de talen, rekenen/wiskunde, oriëntatie op jezelf en wereld, kunstzinnige oriëntatie en bewegingsonderwijs. Elk leergebied wordt voorafgegaan door een karakteristiek van dat gebied. In die karakteristiek staat tamelijk uitgebreid beschreven waarop een dergelijk leergebied zich richt. Gelukkig blijft er ruimte om in ons aanbod tegemoet te komen aan kinderen, voor wie dit aanbod te ver gaat én voor kinderen, die juist om meer vragen. Onze onderwijsmethoden zijn afgestemd op de kerndoelen. Bovendien zijn er met betrekking tot leerstofgebieden groepsinhoudelijke afspraken – tussendoelen en leerlijnen – gemaakt en uitgezet. Het onderwijskundig beleid staat beschreven in het schoolplan. Schooldoelen We streven er naar dat, wanneer de leerlingen na acht jaar basisonderwijs onze school verlaten, ze het volgende, overeenkomend met hun ontwikkeling, bereikt hebben: -
-
De leerlingen zich de instrumentele vaardigheden hebben eigengemaakt. Ze moeten zich op hun niveau zowel mondeling als schriftelijk kunnen uitdrukken, kunnen lezen, om kunnen gaan met hoeveelheden en getallen; De leerlingen zich de noodzakelijke kennis, bij de diverse vakgebieden nader uitgewerkt, hebben eigengemaakt; De leerlingen zich op een creatieve manier kunnen uitdrukken en op een eigen manier om kunnen gaan met creatieve uitingen van anderen; De leerlingen zich als sociaal wezen ontwikkeld hebben, zodat ze optimaal deel kunnen nemen aan het menselijke verkeer; De leerlingen om kunnen gaan met eigen emoties en die van anderen; De leerlingen in staat zijn hun eigen werk zelfstandig in te delen.
Wij gaan ervan uit dat leerlingen die dit beheersen, zich staande kunnen houden in een voortdurend veranderende maatschappij. Mocht u kennis willen nemen van de inhoud van de specifieke doelstellingen van de vak- en vormingsgebieden op onze school, dan kunt u ons schoolplan op onze school inzien. Dit geldt ook voor het zorgverbredingsdocument en de klachtenprocedure. 4.
De organisatie van de school
4.1
Organisatie van de groepen
De samenstelling van de groepen is zodanig gekozen dat er vrijwel altijd sprake is van combinatiegroepen. Groep 1-2, 3-4, 5-6 en 7-8 zijn in principe basisgroepen die gezamenlijk met elkaar optrekken en activiteiten ondernemen. Per jaar wordt bekeken wat de beste samenstelling van de combinatiegroepen is. In de kalender ziet u hoe de organisatie van dit schooljaar is geregeld. Groepssplitsing Soms komt het in de organisatie beter uit om een groep te splitsen. We doen dit alleen als het aantal leerlingen in een combinatiegroep te groot, en dus niet werkbaar is. Voor het splitsen van een groep zijn vooral de onderstaande criteria richtinggevend: - zorgen voor een evenwichtige samenstelling van de groep - groepsgrootte
Schoolgids obs Master Camminga – Deinum
9
-
verdeling jongens / meisjes sociaal – emotionele ontwikkeling
De organisatie van de groepen De school werkt met groepen die ingedeeld zijn in jaarklassen. De acht groepen zijn verdeeld over 5 lokalen. Binnen de groep werken we gedifferentieerd. Tijdens projecten en atelierlessen werken kinderen van verschillende leeftijden gezamenlijk aan een zelfde thema. De groepsleerkracht is t.a.v. de organisatie in de eigen groep de uiteindelijk verantwoordelijke persoon en kan daarop aangesproken worden. In sommige groepen zijn meerdere leerkrachten aan de groep verbonden. Dit in verband met o.a.: taakrealisatie van de locatiedirecteur; interne begeleiding; computeronderwijs (ICT); inzet vakleerkracht; ziekte en vervanging. In het team is de afspraak gemaakt, dat er naar gestreefd wordt niet meer dan twee eindverantwoordelijke leerkrachten per groep te laten werken (uitgezonderd vakleerkrachten en natuurlijk in onvoorziene situaties). De taakverdeling Ieder jaar worden in goed overleg de taken verdeeld. Ook voor interne leerlingbegeleiding, computeronderwijs en managementtaken zijn schooltijden beschikbaar. Elk teamlid heeft deze taakverdeling in de groepsmap. De taken zijn als volgt ingedeeld: onderwijstaken; leerlingenzaken; organisatorische activiteiten; interne communicatie; externe contacten; personeelszaken; gebouw en inventaris; huishoudelijke taken; diversen. Jaarlijks worden deze taken geëvalueerd en opnieuw verdeeld. De groepsmap Binnen de schoolorganisatie heeft de groepsmap een centrale functie. In deze map worden ieder schooljaar alle afspraken met betrekking tot de dagelijkse gang van zaken op school opgenomen. Elke leerkracht is verantwoordelijk voor het compleet en actueel houden van deze map. In de groepsmap is onder andere te vinden: de dagplanning de jaarplanning de weekplanning de groepsafspraken observatie- en vorderingslijsten van kinderen methode afspraken Het groepsplan per vakgebied
Schoolgids obs Master Camminga – Deinum
10
4.2
Groepsleerkrachten en vakleerkrachten
Op onze school werken groepsleerkrachten en een vakleerkracht. Voor de samenstelling van het team verwijzen wij naar de kalender. Enkele praktische zaken: Arbeidsduurverkorting (ADV) Omdat ook voor het onderwijs, wettelijk, een 38-urige werkweek geldt, hebben de leerkrachten recht op ADV (verplicht). Dit betekent dat leerkrachten met een volledige betrekking recht hebben op 1 vrije middag per week (80 uur op jaarbasis). Baporegeling (regeling taakverlichting oudere leerkrachten (52+) Voor leerkrachten, die 52 jaar of ouder zijn, bestaat de mogelijkheid om de weektaak met een halve of een hele dag te verkorten. Of er leerkrachten gebruik maken van deze regeling kunt u lezen in de kalender bij groepsindeling. Vervanging Bij ziekte o.i.d. informeert de betrokken leerkracht zo spoedig mogelijk de locatiedirecteur. Deze regelt een vervanger; indien mogelijk één van onze parttime leerkrachten. Mocht het onmogelijk zijn op tijd vervanging te regelen, dan zullen de kinderen, zolang als het nodig is, bezig gehouden worden (bijv. met tv/video). In principe blijven de kinderen dus op school. Stagiaires
Onze school biedt ook dit jaar Pabo-studenten van de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden plaats om stage te komen lopen. In het onderwijsprogramma van deze studenten is het steeds belangrijker om bewijzen van hun kunnen te verzamelen. Dit doen zij voor een steeds belangrijker deel door video-opnamen te maken van de door hun gegeven lessen. Het onderwijsgevend gedrag van deze student staat hierbij centraal. De lesopnamen worden door de studenten gebruikt voor het inzichtelijk maken van hun eigen ontwikkeling. Niet meer dan dat. Gebruik van deze opnamen is intern op de Pabo toegestaan en niet daarbuiten. Als school gaan wij ermee akkoord dat onze stagiaires deze opnamen maken. Daarbij gaan wij er automatisch vanuit dat u als ouder/verzorger van één of meerdere leerlingen van onze school hiermee akkoord gaat. Wanneer u bezwaren heeft tegen het maken van video-opnamen in de klas van uw kind dan verzoeken wij u dit kenbaar te maken aan de leiding van de school. Evaluatie Elk jaar houdt de directeur met elk teamlid een functioneringsgesprek. In dat gesprek gaat het vooral om het vroegtijdig opsporen van zaken, die belemmerend, dan wel bevorderend zijn voor het functioneren van de leerkracht. Getracht wordt specialisaties van leerkrachten te benutten en te stimuleren, voor zover dat de gang van zaken op school ten goede kan komen. 4.3
Bevoegd gezag
De Stichting Openbaar Primair Onderwijs Noordwest Friesland vormt sinds 1 januari 2008 het bestuur van de 19 openbare scholen in de gemeenten het Bildt, Ferwerderadiel, Leeuwarderadeel en Menaldumadeel. Het bestuur bestaat uit 8 leden. De roepnaam van de Stichting is „Onderwijsgroep Fier‟. Samen met de personeelsleden en de ouders/verzorgers probeert de Stichting een goede bijdrage te leveren aan optimalisering van de ontwikkelingskansen van de leerlingen. Het bestuur staat voor sturen op afstand en wil een toezichthoudende en bijsturende rol vervullen. Visie en beoogde resultaten zijn daarbij het primaire domein van het bestuur. Uitwerking en uitvoering zijn bij uitstek het terrein van de algemene directie.
Schoolgids obs Master Camminga – Deinum
11
Deze wordt gevormd door een algemeen directeur en een adjunct algemeen directeur, ondersteund door een stafbureau. Zie ook de website www.onderwijsgroepfier.nl. 4.4
De locatiedirecteur
Aan iedere openbare school in de gemeente is een locatiedirecteur verbonden. Deze heeft de algemene eindverantwoordelijkheid. Ten behoeve van de directietaken is de directeur een aantal dagen uitgeroosterd. Indien u een gesprek met haar wilt hebben, dan kunt u bij haar terecht; wel graag eerst even een afspraak maken. 4.5
Teamoverleg
Bijna iedere week is er overleg op teamniveau, de zogenaamde teambespreking. Hier worden organisatorische, onderwijsinhoudelijke en huishoudelijke zaken besproken. De voorbereidingen voor de teamvergaderingen en de leiding van de teambijeenkomsten zijn in handen van de locatiedirecteur. Van elke bespreking wordt een verslag gemaakt met daarin opgenomen een besluitenlijst. Ieder teamlid ontvangt het verslag van de teambespreking. Een aantal malen per jaar vindt er een leerlingbespreking plaats. Daar bespreken de teamleden de situatie van kinderen die extra zorg nodig hebben. Van het coördinatorenoverleg van Onderwijsgroep Fier ontvangen alleen degenen die aan dit overleg deelnemen de verslagen (Interne Begeleider en ICT-coördinator). Zij doen mondeling verslag. De verslagen van het directieoverleg komen op teambijeenkomsten aan de orde. 4.6
Werktijden
In principe zijn de leerkrachten van ‟s morgens 8.00 uur tot ‟s middags 16.30 uur op school aanwezig. Op woensdags is men tot 14.00 uur te bereiken. 4.7
Na - en bijscholing
Elk jaar kiest het team één of meerdere onderwerpen, die tijdens de teamvergaderingen of tijdens de scholingsuren worden uitgediept. Het personeel van Onderwijsgroep Fier voert ook gezamenlijke activiteiten uit. Dit kan variëren van het volgen van een cursus tot het bijeenkomen van leerkrachten uit dezelfde groepen of met dezelfde specifieke taken, voor overleg. Deze scholingsactiviteiten gebeuren meestal na schooltijd. 4.8
Inspectie van het onderwijs
Onze school valt onder de inspectie BaO-01. De inspecteur basisonderwijs ziet toe of het onderwijs naar vorm en inhoud volgens de wet wordt gegeven. Daarnaast is er een centraal meldpunt vertrouwensinspecteurs t.b.v. klachten m.b.t. seksueel misbruik, seksuele intimidatie en ernstig fysiek of geestelijk geweld. De telefoonnummers zijn te vinden in de kalender.
Schoolgids obs Master Camminga – Deinum
12
5.
De leer- en ontwikkelingsgebieden
5.1
Het aanbod in groep 1 en 2
Bij groep 1 en 2 wordt uitgegaan van enerzijds ontwikkelingsgericht, anderzijds van ervaringsgericht onderwijs. De volgende ontwikkelingsgebieden komen aan de orde: verstandelijke ontwikkeling lichamelijke ontwikkeling taalontwikkeling sociale ontwikkeling emotionele ontwikkeling muzikale ontwikkeling Bij de verschillende werkvormen spelen zelfstandigheid en belangstelling een grote rol.
De kleutergroep bestaat uit kinderen in de leeftijd van 4 tot 6/7 jaar. We spelen en werken meestal rond een thema bijvoorbeeld:eten, alles groeit, foto‟s, vakantie. De hoeken worden hierbij in de sfeer van het thema gebracht. „Raai de Kraai‟ – een handpop – speelt hierin een centrale rol en is een bekend persoontje voor de kleuters. De verwerking van de thema‟s is mogelijk door middel van verven, plakken, bouwen, spelen in de poppenhoek, stempelen met letters, werken met ontwikkelingsmateriaal, computeropdrachtjes, enz., afhankelijk van de belangstelling en eigen inbreng van het kind. De kleuters krijgen in groep 1 ruim de gelegenheid om zowel met geleide als vrije activiteiten mee te doen. Hierbij schenken we vooral aandacht aan het welbevinden en betrokkenheid van het kind bij de activiteiten in de klas. Ook letten we op het spelen c.q. omgaan met groepsgenootjes. De methode Kleuterplein en Schrijven in de basisschool gebruiken we voor het onderwijsaanbod in groep 1-2. In Kleuterplein staat het aanbod voor beide groepen op het gebied van taal-lezen en rekenen. Kleuters in groep 2 krijgen ook nog de ruimte om te spelen. Hierbij komt echter dat de leerkracht meer inbreng heeft in geleide spelvormen, vooral gericht op voorbereidend schrijven, rekenen en lezen. Op een speelse manier oefenen we het tellen, ordenen, vergelijken en getalherkenning. De verwerking van deze onderdelen doen we via knutsel- en tekenopdrachten, werken met ontwikkelingsmateriaal, bouwen en werkbladen. Op een speels, thematische wijze werken we aan de taalontwikkeling van de kleuters. In de kring komen allerlei onderwerpen aan de orde: gesprekjes, spelletjes, verhaal, opzegversjes, rijmen, prentenboeken. De verwerking doen we via knutselopdrachten, werkbladen, tekenen en stempelen, zelf boekjes maken, enz. De methode Kleuterplein en Schrijven in de basisschool gebruiken we voor het onderwijsaanbod in groep 1-2. In Kleuterplein staat het aanbod voor beide groepen op het gebied van taal-lezen en rekenen.
Sommige kinderen kunnen al lezen/rekenen in groep 2. Deze ontwikkeling vervolgen we in groep 3. De leerkracht houdt van het individuele kind de vorderingen van deze activiteiten bij in een registratiesysteem.
Schoolgids obs Master Camminga – Deinum
13
5.2
Schrijven
In groep 1 en 2 is er veel aandacht voor fijn motorische spelactiviteiten; spelen met zand, kralen rijgen, bouwen, enz. Daarnaast letten we op een goede penvoering en zijn er diverse schrijf- en tekenmaterialen voorhanden. In groep 2 beginnen we met het oefenen van schrijfpatronen (lussen, krullen) in een schriftje. Dit zet zich voort in groep 3. In groep 3 beginnen de kinderen later in het jaar met het inoefenen van de schrijfletters. Dit alles is nog met een (kleur-)potlood. In groep 4 komen de hoofdletters aan bod en het verbonden schrift. Voor het schrijfmateriaal gebruiken we potlood, pen en eventueel een door het kind zelf meegenomen vulpen. In groep 7 en 8 wordt aandacht geschonken aan creatief schrijfonderwijs. 5.3 Lezen/taal Wanneer de kinderen in groep 2 voldoen aan de leesvoorwaarden, beginnen ze in groep 3 met aanvankelijk lezen. We gebruiken hierbij de methode “De leessleutel”, die adaptief onderwijs mogelijk maakt. De volgende elementen komen hierin naar voren: een complete taal - leesmethode vanuit de dagelijkse werkelijkheid, concrete steun voor het omgaan met verschillen en een helder organisatiemodel. De methode betrekt, a.d.h.v. thema‟s en prentenboeken, op een speelse wijze de kinderen bij het leren lezen proces en is zo een logisch vervolg op het aanbod in groep 2. Daarnaast worden ook de ouders, via een thuisboekje, betrokken bij het leren lezen. Zodra de kinderen op het niveau van AVI M3 zitten, lezen ze onder begeleiding van de leerkracht op eigen niveau om het leestempo verder te bevorderen. Vanaf AVI E4 lezen de groepen 4 t/m 8 twee keer per week individueel, op eigen niveau (stillezen). Hierbij schenken we aandacht aan leesmotivatie en leesbeleving. Vanaf groep 4 gebruiken we een methode van voortgezet technisch lezen. Begrijpend lezen bieden we aan vanaf groep 4. Om het lezen beter op het niveau van het kind te geven gaan we dit groepsdoorbrekend aanbieden. Vanaf groep 4 wordt een taal- en spellingsmethode gebruikt. Ook de aspecten van het begrijpend lezen, spreken en luisteren, komen hierin aan bod. 5.4
Rekenen
We werken met een realistische rekenmethode. Dit betekent dat we de kinderen niet alleen leren om rijtjes sommen uit te rekenen, maar dat we die sommen altijd in realistische situaties proberen te plaatsen zodat de kinderen ook zien waarom ze een som uitrekenen. Er wordt begonnen met het aanleren van cijfers, rekenbegrippen, getallenlijn, hoeveelheden, ordenen en splitsen. Later komen ook meer de meetkundige aspecten aan de orde. Met lezen, taal en rekenen wordt er, indien nodig, op een op het individuele kind aangepast niveau gewerkt. Naast de papieren methode maken we ook gebruik van digitale middelen. 5.5
Expressievakken
Onder expressievakken vallen: handvaardigheid, techniek, muzikale vorming, dramatische vorming en textiele handvaardigheid. Het doel van onze aanpak is: Het ontwikkelen van de visuele waarneming (het zien), zodat het kind een „rijkere‟ kijk op de wereld om zich heen krijgt; Het ontwikkelen van de fantasie en het voorstellingsvermogen;
Schoolgids obs Master Camminga – Deinum
14
Het zich op verschillende manieren leren uitdrukken. In de lessen komen in de loop van de schooltijd zo veel mogelijk technieken en materialen aan de orde en wordt er aandacht besteed aan onderdelen als kleur, vorm, compositie, licht en structuur. We bundelen deze creatieve vakken samen in een zogenaamde atelierles. Vanaf groep 2 kunnen kinderen inschrijven op een activiteit. Tekenen geven we in alle groepen als een apart vak. 5.6
Wereldoriëntatie
Onder „wereldoriëntatie‟ of „wereldverkenning‟ worden verstaan de speel - en leersituaties die aansluiten bij de belevingswereld van de kinderen. Er wordt geleerd over wat het kind in zijn omgeving ervaart. Eerst is dat de heel nabije omgeving van het kind, later maakt het ook kennis met de zaken die wat verder van hier plaatsvinden. In de onderbouwgroepen worden projecten, thema‟s en gesprekken vooral in de nabije belevingswereld van de kinderen verkend, waarbij ook de seizoenen een belangrijke rol spelen, de gebeurtenissen die zich in het dorp afspelen, de kalender enz. Werkvormen kunnen zijn een kringgesprek, een werkles, een klassengesprek, een werkstukje, een verhaal, opdrachtjes e.d. Iedere week werken we met de leerlingen van groep 4 aan onderwerpen van wereld oriëntatie. Hier leren we ze om te gaan met het zoeken en verwerken van informatie over onderwerpen waar ze zelf interesse voor hebben en waarover ze meer willen weten. Ook kunnen ze hierbij gebruik maken van het Internet. Topografie: In groep 6 krijgen de kinderen de topografie van Nederland aangeboden. Eens in de twee weken wordt een nieuwe provincie geleerd. Na drie provincies volgt een herhaling. In groep 7 komen de landen van Europa aan de beurt en in groep 8 wordt op deze manier de hele wereld verkend. Schooltelevisie: De groepen 5 en 6 kijken wekelijks naar het programma Nieuws uit de natuur. In de hoogste groepen vinden we het belangrijk dat de kinderen op de hoogte zijn van wat er allemaal in de wereld gebeurt. Wij kijken daarom iedere week naar het school-tv. Weekjournaal. Dit journaal geeft een overzicht van het binnen- en buitenlandse nieuws van de afgelopen week. Tijdens de geschiedenislessen komt naast het welbekende verhaal van Anne Frank, ieder voorjaar de Tweede Wereldoorlog aan de orde. We proberen uit deze dramatische periode toch de nodige dingen te halen en te vertalen naar onze eigen tijd. Denk hierbij aan (rassen)discriminatie, nationalisme, onderdrukking en pesten. Topondernemers: eigen vragen, eigen antwoorden: Kinderen worden met Topondernemers uitgedaagd om initiatief te nemen, samen te werken en creatief te zijn. Zo bouwen ze zelfvertrouwen op in het vinden van antwoorden op eigen vragen. Met Topondernemers weten ze deze zelfstandig te vinden. Kinderen krijgen bewust een grote verantwoordelijkheid op dit gebied, onder begeleiding van de leerkracht. Totaaloplossing De thema‟s uit Topondernemers beslaan de kennisdoelen uit het leergebied „Oriëntatie op jezelf en de wereld„. Het gaat om de kerndoelen (herziene kerndoelen, 2004): - Mens en samenleving - Natuur en techniek - Ruimte - Tijd Met Topondernemers wordt de onderwijsinhoud over mensen, de natuur en de wereld in samenhang aangeboden. Ook onderwerpen uit andere leergebieden worden betrokken op de
Schoolgids obs Master Camminga – Deinum
15
„oriëntatie op jezelf en de wereld‟. Activiteiten die veel voorkomen zijn: het lezen en maken van teksten (begrijpend lezen), het meten en het verwerken van informatie in tabellen, tijdlijn en grafieken (rekenen/wiskunde) en het gebruik van beelden en beeldend materiaal (kunstzinnige oriëntatie). Topondernemers is in combinatie met een gedegen mediatheek (een rijke leeromgeving) een totaaloplossing voor het vak Wereldoriëntatie. 5.7
Lichamelijke oefening
Het bewegingsonderwijs van de kinderen van de groepen 1 en 2 bestaat uit (kleuter)gym, spel en dans in het gymlokaal. Daar is elke dag ruimte voor. Bij goed weer wordt er buiten gespeeld. De kinderen van de groepen 3 t/m 8 volgen 2 maal per week de gymlessen in de gymzaal of op het sportveld. Naast de gymles krijgen de kinderen een spelles aangeboden. Op deze wijze kunnen we borg staan voor een breed en variabel aanbod op het terrein van bewegingsonderwijs. In de periode dat de kinderen van groep 5-6 gaan schaatsen, gaan ze 1 keer per week naar de gymzaal. De kinderen van groep 5 en 6 volgen gedurende 5 weken schaatslessen in de ijshal in Leeuwarden. Zij worden gebracht door ouders. Aan het schaatsen is een geldelijke bijdrage van de ouders verbonden. Deze is opgenomen in de vrijwillige ouderbijdrage. Naast het reguliere aanbod maken we gebruik van bewegingsprojecten van GO4 Sport. U kunt hierbij denken aan atletiek of tennislessen. 5.8
ICT
De kinderen zullen tijdens hun schoolloopbaan regelmatig achter de computer zitten, om werkende aan een leerprogramma, ervaring op te doen in het omgaan met computers en zo op een andere (voor de meesten een aantrekkelijke) manier te leren. De programma‟s waar we op school mee werken sluiten aan bij de op school gebruikte methoden. Verder leren de kinderen vanaf groep 5 om met behulp van de computer, documentatiecentrum en Internet een werkstuk of presentatie te maken. Dit werkstuk wordt gemaakt met het tekstverwerkingsprogramma „Word‟ of „PowerPoint‟, eventueel m.b.v. een digitale camera en scanner. De kinderen van groep 5 en 6 werken aan een diploma veilig internet. In de lokalen hangen digitale schoolborden die ter ondersteuning van het onderwijs worden ingezet. Met onze website willen we informatie verstrekken over onze school aan iedereen die daarnaar via Internet op zoek is. We richten ons hierbij zowel op degenen die de school al bezoeken, als op hen die belangstelling voor onze school hebben. Op onze website is recente informatie te vinden over actuele gebeurtenissen in en rond de school. Hiervoor is o.a. een agenda- en nieuwspagina op de site aanwezig. De website is voor een deel opgebouwd uit informatie uit onze schoolgids. Aanvullende informatie m.b.t. schoolse activiteiten wordt geplaatst door de webmaster. Op onze website worden ook foto‟s van bijvoorbeeld schoolreisjes en festiviteiten geplaatst. Hierbij zullen geen achternamen van kinderen worden vermeld. Wilt u geen foto van uw kind(eren) gepubliceerd zien, neem dan even contact op met de directeur. 5.9
Maatschappelijke en geestelijke vorming
Humanistisch Vormingsonderwijs (HVO) In de lessen humanistisch vormingsonderwijs kunnen kinderen samen ontdekken, wat zij en andere mensen denken, voelen, willen en doen in allerlei situaties.
Schoolgids obs Master Camminga – Deinum
16
Kinderen doen in en buiten school veel ervaringen op. Ze hebben plezierige, spannende of verdrietige ervaringen. Soms komen ze in een situatie, die dwingt tot het maken van een keuze. Voorbeelden hiervan zijn: mag je klikken, moet je altijd eerlijk zijn, moet je je altijd aan de regels houden? In de HVO-les worden kinderen aangemoedigd zelf oplossingen te zoeken in dergelijke morele vraagstukken. Door zorgvuldig te leren wikken en wegen leren kinderen eigen beslissingen te nemen. Om zinvol met morele vragen om te kunnen gaan, dienen kinderen te beschikken over een goede geestelijke gezondheid. In de HVO-lessen werken we hier aan door het zelfvertrouwen en de zelfstandigheid te vergroten en het leren uiten van en omgaan met gevoelens. Om tot een zinvolle gedachtewisseling te komen moeten kinderen beschikken over sociale vaardigheden. Door middel van allerlei spelvormen leren kinderen in de HVO-lessen samenwerken, luisteren naar elkaar, openstaan voor elkaar, kritiek geven en krijgen. Het HVO kent geen standaard antwoorden op morele vragen. Er zijn geen voorschriften of geboden. HVO wil kinderen bewust maken van de morele aspecten van allerlei situaties, hen stimuleren hun keuze te bepalen en begrip op te wekken voor de andere keuzes van andere mensen. HVO is dus ook levensbeschouwelijke vorming. Er wordt de kinderen echter geen humanistische levensovertuiging opgedrongen, dat zou niet getuigen van respect voor de vrijheid van ieder individu. Kringgesprekken, creatief bezig zijn, rollenspellen en andere spelvormen zijn hulpmiddelen in de HVO-lessen bij het samen uitwerken van de onderwerpen. Onderwerpen kunnen zijn: verliefd zijn, bang, eerlijk, vooroordelen, arm-rijk, oorlog-vrede, leven-dood, anders zijn. 5.10
Fries
Van groep 1 t/m 8 besteden we, via een methode, aandacht aan het Fries. In de groepen 1 en 2 hanteren we Fries voor de Friestalige kinderen ook als omgangs- c.q. aanspreektaal. Liedjes, prentenboekjes, verhaaltjes, woordenschat, uitbreiding etc. staan dan centraal. In de groepen 3 t/m 8 geven we Fries als vak. Fries luisteren/verstaan, spreken, lezen en (in mindere mate) schrijven komen hier aan bod. De gehele school heeft de afspraak dat op een vaste middag in de week het Fries de voertaal is in alle groepen. Voor de herkenning van de voertaal zal een symbool opgehangen worden. 5.11
Engels
Wat is vvto Engels? Vroeg Vreemde Talen Onderwijs wil zeggen dat we als school onze leerlingen extra uren Engels, (vanaf groep 1) naast het verplichte Engels in de bovenbouw, onderwijzen. Vanaf groep 1 krijgen de kinderen Engels als derde taal aangeboden. In de onderbouw richt dit zich vooral op liedjes, spelletjes en verhalen. In de midden- en bovenbouw komt hier het lezen en schrijven bij. Waarom kiezen we hiervoor? Vroeg beginnen met een vreemde taal is om diverse redenen een goede keuze. Jonge kinderen hebben het vermogen zich een vreemde taal spelenderwijs eigen te maken. Na het tiende jaar neemt dit vermogen af en verloopt het taalproces moeizamer. Ook is uit onderzoek bekend dat het leren van een tweede of derde taal op jonge leeftijd tot een betere uitspraak in die taal leidt. Nog een voordeel is dat de algemene vaardigheid om talen te leren groter wordt.
Schoolgids obs Master Camminga – Deinum
17
Samen met het aanbod van Nederlands en Fries is Engels een waardevolle aanvulling in ons onderwijs aanbod. Wat willen we bereiken met Engels? We willen de kinderen vanaf groep 1 kennis laten maken met Engels zodat dit eind groep 8 een fundament geeft voor toepassing van de taal en een vervolg vergemakkelijkt in het vo. We willen bereiken dat de leerlingen open staan voor het leren van een vreemde taal, en zo de overstap naar het voortgezet onderwijs vergemakkelijken. We willen het de kinderen vergemakkelijken om tijdens vakanties, maar ook in de sociale media het gebruik van het Engels toe te passen. Leerlingen moeten zich bewust zijn van de eigen talenkennis. De leerling heeft aan het eind van de basisschool minimaal A1-niveau van het Europees (Preliminary) Referentiekader voor de vijf deelvaardigheden Spreken (productie en interactie), Begrijpen (luisteren en lezen) en Schrijven. Om dit uiteindelijke doel te bereiken zal aan het begin van het schooljaar 2012-2013 een start gemaakt worden (implementatie) met het geven van Engels in alle groepen.
5.12 Burgerschap en sociale integratie In feite is burgerschap en sociale integratie geen nieuwe taak. Onze school geeft daar al lange tijd en op allerlei manieren vorm aan. Het vormt een integraal deel van onze pedagogische opdracht en van sociale vorming. Waarden en normen worden in de school voorgeleefd en geoefend. De school als gemeenschap is „oefenplaats‟. Het gaat om ervaringen in de school waarbij kinderen kennis, inzicht, vaardigheden en houdingen opdoen die hen in staat stellen om deel uit te maken van de gemeenschap en het vermogen en de wil om actief mee vorm te geven aan die gemeenschap. Voor ons als school de taak om de kinderen hier mee in aanraking te brengen. U kunt hierbij denken aan: schoolregels, Kinderpostzegelactie, Krant in de klas, EHBO, Kanjertraining, stembus, hulp aan ontwikkelingslanden etc. De complete notitie ligt ter inzage op school. 6.
De kinderen
6.1
Nieuwe leerlingen
Als uw kind 3 jaar en 10 maanden is mag het in totaal al vijf hele dagen vóór de vierde verjaardag „proefdraaien‟ op school. Voor de meeste kinderen (en ouders) is dat echter niet zo verstandig. Allemaal nieuwe indrukken en een nieuwe omgeving; dat is vaak teveel van het goede. Wij stellen daarom altijd voor uw kind, voor de 4e verjaardag, maximaal 10 keer een ochtend in groep 1 te laten meedraaien. Zo went uw kind geleidelijk aan de nieuwe situatie. Met de leerkracht van groep 1 kunt u hierover afspraken maken; het liefst op school. U kunt dan ook met het personeel kennismaken en een kijkje in school nemen. Als uw kind twee ochtenden per week de peuterspeelzaal bezocht, kan het diezelfde ochtenden ook naar school; dit om de regelmaat voor de kinderen niet te doorbreken. In overleg met u als ouder wordt het naar school gaan van uw kind steeds verder uitgebouwd. Ouders, die hun kinderen in de loop van het schooljaar aanmelden (i.v.m. een verhuizing), vragen we op school voor een eerste kennismakingsgesprek. De kinderen mogen daarna alvast een schooltijd meedraaien met de groep, waarin ze komen. Er kan dan een voorlopige inschrijving plaatsvinden. Als uit het onderwijskundig rapport van de toeleverende school
Schoolgids obs Master Camminga – Deinum
18
blijkt dat het gaat om een leerling voor het regulier basisonderwijs dan volgt definitieve inschrijving (protocol is op school aanwezig). 6.2
Leerlingvolgsysteem
De groepsleerkracht volgt de ontwikkeling van de leerlingen nauwlettend door onder meer het bekijken en beoordelen van het dagelijkse werk van de leerlingen met behulp van observatie, registratie en toetssystemen die voor een groot gedeelte horen bij de leermethoden. Vorderingen worden bijgehouden in een groepsmap. Naast de diverse methodegebonden toetsen maken we ook gebruik van het CITOleerlingvolgsysteem voor lezen – spelling – rekenen en begrijpend lezen voor groep 3 t/m 8. Voor groep 1 en 2 is dat taal voor kleuters en rekenen voor kleuters. Ook op sociaal/emotioneel gebied worden de ontwikkelingen van de leerlingen gevolgd, met het instrument Gedrag en Werkhouding van Dotcomschool. CITO is een landelijk, niet methode gebonden toetssysteem. We kunnen aan de hand van het „landelijk gemiddelde‟ het niveau van onze leerlingen en het niveau van de school bepalen. Sommige kinderen komen in aanmerking voor verrijkingsstof in de weektaak en/of plaatsing in een plusklas, dit laatste is alleen voor groep 8. Voor bewegingsonderwijs is er ook volgsysteem. Alle kinderen uit de groepen 1 en 2 worden tweemaal per jaar getest op een aantal vaardigheden. De uitkomsten van het onderwijs (de opbrengsten) kunt u vinden in de kalender.
Schoolgids obs Master Camminga – Deinum
19
6.3
Leerlingen met specifieke behoeften
De groepsbespreking/ leerlingbespreking De groepsbespreking wordt vier keer per jaar gehouden. Dit is een gesprek tussen de leerkracht en de IB'er. Tijdens dit gesprek worden alle leerlingen besproken. Zowel op cognitief gebied als sociaal emotioneel. Er wordt extra tijd vrijgemaakt voor de leerlingen die extra zorg nodig hebben. Er wordt onderzocht wat de problemen zijn. Dit kunnen problemen zijn op het gebied van taal, lezen, rekenen, schrijven of sociaal-, emotionele- of gedragsproblemen. Naar aanleiding daarvan kan een zogenaamd handelingsplan opgesteld worden. Een handelingsplan is een plan dat beschrijft welke extra zorg zal worden gegeven en op welke wijze deze in de dagelijkse praktijk wordt uitgevoerd. Een handelingplan wordt voor een periode van 6 tot 8 weken opgesteld. Ouders/verzorgers van een leerling die dergelijke extra zorg ontvangt, worden hiervan in kennis gesteld door de groepsleerkracht. Zij dienen het handelingsplan te lezen en moeten dit ondertekenen, zodat er vervolgens mee gewerkt kan worden. Ook na deze periode dienen de ouders het handelingsplan te ondertekenen. Tijdens volgende groepsbesprekingen wordt bekeken welke resultaten de extra zorg heeft opgeleverd. Eventueel kunnen handelingsplannen worden bijgesteld. Soms kunnen de problemen opgelost worden door een leerling met een individuele leerlijn te laten werken of de leerling nog een jaar in dezelfde groep te houden. We bespreken dit dan met u en geven advies. Als er tijdens dit overleg een verschil van mening ontstaat tussen de school en de ouders en er wordt geen overeenstemming bereikt, dan heeft de school (de locatiedirecteur) het laatste woord; dit besluit is bindend. Ook wordt er vier keer in het jaar een leerlingbespreking gehouden. Als de leerkracht nog met vragen blijft zitten over een leerling dan wordt dit in een leerlingbespreking met het team besproken. De ouders worden hierover vooraf op de hoogte gesteld. Onderzoek Af en toe blijkt, dat een kind op school niet goed functioneert. We proberen dan te achterhalen wat daar de oorzaak van is. We doen dit via een zogeheten pedagogisch, didactisch onderzoek. In de meeste gevallen lukt het ons om op die manier vast te stellen wat de oorzaak van het probleem is en wat we eraan kunnen doen. Individuele onderzoeken vinden alleen plaats na eerst overleg met ouders te hebben gehad. Soms is extra hulp in de groep voldoende. Soms roepen we de hulp in van de schoolpsycholoog of een ambulant begeleider om een antwoord op onze hulpvraag te krijgen. De uitkomsten van een psychologisch onderzoek worden met de ouders, de leerkracht en de IB'er besproken. De interne begeleider en het zorgteam Op onze school is een interne begeleider aanwezig. Deze leerkracht heeft op een vast tijdstip de gelegenheid om de vaardigheden van de leerlingen te onderzoeken. Als blijkt, dat er zich bij een leerling storingen in de ontwikkeling voordoen, dan kan de IB'er bekijken welke vervolgstappen er genomen dienen te worden. Zij overlegt met en adviseert de groepsleerkracht en ook de ouders over de te nemen stappen. De interne begeleider heeft regelmatig overleg met de andere interne begeleiders van de onderwijsgroep FIER. Samen vormen ze het Bovenschools Zorgteam. Dit zorgteam bestaat verder uit een psycholoog, de schoolarts, de ambulante begeleider en maatschappelijk werkster. Het zorgteam komt in beeld, wanneer de problematiek niet op schoolniveau opgelost kan worden en externe ondersteuning bij het zoeken naar een adequate oplossing wenselijk is. Wanneer een leerling wordt aangemeld bij het zorgteam is er dus al de nodige
Schoolgids obs Master Camminga – Deinum
20
zorg verleend op schoolniveau, ouders worden van de aanmelding op de hoogte gebracht en moeten hiervoor toestemming geven. Het kan zijn, dat dit zorgteam vindt, dat er meer hulp nodig is, dan de basisschool kan bieden. De Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) bekijkt dan of verwijzing naar de SBO. noodzakelijk is. Is dat zo, dan controleert het Regionale Expertise Centrum (REC) of alles wat aan de verwijzing is voorafgegaan, correct is verlopen. Als op de procedures niets valt aan te merken, volgt plaatsing in het SBO. Weer samen naar school Onze school maakt, samen met alle andere openbare basisscholen binnen onze gemeente, deel uit van het samenwerkingsverband “Weer samen naar school”. Door kinderen met leer- en opvoedingsmoeilijkheden zo goed mogelijk te begeleiden, hebben we als doel om zo weinig mogelijk kinderen door te sturen naar het speciaal onderwijs. Alle openbare basisscholen die onder Onderwijsgroep Fier vallen zijn aangesloten bij het samenwerkingsverband primair onderwijs Het Spectrum (Leeuwarden, Franeker en Harlingen). In dit samenwerkingsverband participeren ook scholen voor speciaal basisonderwijs uit de regio. Het doel van dit samenwerkingsverband is kinderen die extra zorg nodig hebben, zo optimaal mogelijk te begeleiden in hun ontwikkeling, bijvoorbeeld door extra ondersteuning te geven aan leerkrachten die met zorgleerlingen werken. In het kader van “Weer samen naar school” (WSNS) zijn er binnen het samenwerkingsverband afspraken gemaakt over de zorgstructuur. Hierbij kennen we vier zorgniveaus. Zorgniveau 1: Dit is de zorg die op school aanwezig is. Hierbij kan men denken aan het leerlingvolgsysteem, de werkzaamheden van de intern begeleider, de groepsbesprekingen en de leerlingbesprekingen. Bij kinderen die uitvallen op een bepaald onderdeel wordt nader onderzoek gedaan om erachter te komen waar precies de problemen zitten. Vervolgens stelt de leerkracht samen met de intern begeleider een handelingsplan op om met dit onderdeel aan het werk te gaan. Dit plan wordt met de ouders besproken en ondertekend. Na verloop van tijd wordt het handelingsplan geëvalueerd, kan het worden afgerond of soms moet er een nieuw handelingsplan worden opgesteld. Zorgniveau 2: Wanneer blijkt dat de zorg op niveau 1 niet voldoende is voor de zorgleerling, dan kan de leerling (altijd in overleg met de ouders) aangemeld worden door de intern begeleider voor bespreking in het Zorgteam. In het Zorgteam hebben ook een schoolarts, de psycholoog van het Cedin, de vertegenwoordiger van het speciaal basisonderwijs en de coördinerend intern begeleider zitting. In het zorgteam wordt besproken welke extra zorg er voor de leerling nodig is. Zorgniveau 3: Het kan zijn dat de zorg op niveau 2 nog steeds ontoereikend is. De leerling kan dan worden besproken in de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL). Deze commissie bekijkt of alle mogelijkheden benut zijn om de leerling op schoolniveau te helpen. Eventueel kan nog een extra onderzoek worden gedaan of wordt er contact opgenomen met andere deskundigen of instanties, bijvoorbeeld jeugdhulpverlening. Zorgniveau 4: In de PCL wordt gekeken of de zorgleerling beter op zijn of haar plek is in het speciaal basisonderwijs. Als dat zo is, geeft de PCL een beschikking af. Alleen met die beschikking kan de leerling worden toegelaten op een school voor speciaal basisonderwijs. In ons Schoolgids obs Master Camminga – Deinum
21
samenwerkingsverband zijn dat de speciale basisscholen De Trilker in Leeuwarden en De Bolder in Franeker. Ouders die het niet eens zijn met die beslissing van de PCL, kunnen bezwaar indienen. Deze bezwaren worden door de Advies Commissie getoetst. Deze Advies Commissie geeft weer advies aan de PCL. Overleg We doen natuurlijk niets, zonder dit eerst met u te overleggen en te bespreken. Soms komt het voor dat tijdens de lesuren kinderen geconfronteerd worden met personen, die niet regulier aan de school verbonden zijn, bijv. studenten of collega‟s van het Speciaal Onderwijs of iemand van de onderwijsbegeleiding. Het is bij onverwacht bezoek niet altijd mogelijk om ouders hier bijtijds van op de hoogte te brengen. Wij vragen uw begrip daarvoor. Achteraf zal natuurlijk verantwoording van het betreffende bezoek worden afgelegd. De zorgprocedure en het toelatingsbeleid. Het bevoegd gezag van een basisschool beslist over de toelating van een leerling. Bij leerlingen met een complexe zorgvraag of met een zgn. „rugzakje‟ (leerling gebonden financiering) zal de beslissing tot toelating geschieden op basis van een zorgvuldige afweging tussen het individueel belang van de leerling en het algemeen belang van de school. De mogelijkheden tot toelating van leerlingen aan de scholen van het openbaar basisonderwijs in de gemeente Menaldumadeel zijn per school en per leerling verschillend. Het toelatingsbeleid wordt bepaald door de volgende criteria: De organisatie van de school; Het zorgaanbod van de school; De aard en de ernst van de handicap van de leerling; De leeftijd van de leerling; De onderwijskundige zorg. (bijv. menskracht, expertise, begeleiding en middelen); De rust en veiligheid van alle leerlingen in de school. Leerlingen worden toegelaten en ingeschreven na een onderzoek waarin vastgesteld is dat de leerling geen specifieke zorg behoeft. Na de constatering: dit is een zorgleerling met een specifieke hulpvraag of bij aanmelding van: a. een leerling met een positieve beschikking van een commissie voor de indicatiestelling (ook wel een leerling met een Rugzak genoemd); b. een leerling met een positieve beschikking van de Permanente Commissie Leerlingenzorg van het samenwerkingsverband WSNS; c. een leerling die wordt teruggeplaatst van een speciale school; zullen aan de hand van onderstaand stappenplan de onderwijskundige vragen worden doorgenomen. Centraal in die beantwoording staat het belang van het kind en de mogelijkheden van de school om het ontwikkelingsproces van het kind te ondersteunen. De school zal bij die beantwoording gebruik maken van de ondersteuning van een school aangesloten bij een Regionaal Expertise Centrum en/of van de mogelijkheden die het samenwerkingsverband WSNS biedt. Bij het besluit (uiteindelijk zal het bevoegd gezag van onze school dit besluit nemen) tot toelating of weigering zal er altijd sprake zijn van een teambesluit.
Schoolgids obs Master Camminga – Deinum
22
Stappenplan “Aanmelding zorg leerling met specifieke hulpvraag” 1. Aanmelding zorgleerling met specifieke hulpvraag Aanmelding door de ouders bij de schoolleiding van de school: Gesprek ouders; Toelichting visie van de school; Toelichting procedure en tijdpad; Schriftelijke toestemming van de ouders om informatie bij derden op te vragen; Ouders krijgen binnen een redelijke termijn bericht. 2. Informatie verzamelen Gegevens opvragen bij bijvoorbeeld: Vorige school (onderwijskundig rapport en zorgdossier); Onderwijsbegeleidingsdienst; MKD's en dergelijke; Ambulante begeleiding; Medisch circuit. 3. Informatie bestuderen Binnengekomen gegevens worden bestudeerd en besproken door schoolleider, de interne begeleider en de groepsleerkracht. Eventueel kan besloten worden om het kind te observeren. 4. Inventarisatie Van het kind wordt het volgende in kaart gebracht: -Pedagogische en didactische behoeften; -Kennis en vaardigheden van de leerkracht/het team; Organisatie; School en groep; Gebouw; Materieel; Medeleerlingen; Ouders. 5. Overwegingen De school onderzoekt op basis van het voorgaande schema welke mogelijkheden de school zelf heeft en welke ondersteuningsmogelijkheden geboden kunnen worden en door wie. 6. Besluitvorming De betreffende inventarisatie van de hulpvragen van het kind worden afgezet ten opzichte van de visie van de school en de mogelijkheden om een passend onderwijsaanbod te realiseren.
Schoolgids obs Master Camminga – Deinum
23
7. Afspraken maken Gesprek met de ouders waarbij besluit van de school wordt besproken: Bij toelating: opstellen van een plan van aanpak. Ouders en school maken afspraken over het onderwijs dat de leerling zal krijgen. Deze afspraken worden vastgelegd en door beide partijen ondertekend, in een handelingsplan. Als de kerndoelen niet haalbaar zijn, worden vervangende doelen in het handelingsplan aangegeven. Bij een voorlopige toelating: als er sprake is van een observatieperiode in het geval dat het niet onmiddellijk duidelijk is of plaatsing succesvol kan zijn. Bij een afwijzing: een inhoudelijke onderbouwing door de school waarom men van mening is dat het kind niet geplaatst kan worden. Deze afwijzing wordt schriftelijk beargumenteerd en aan ouders en inspectie overhandigd. Het volledige toelatingsbeleid is op school aanwezig (bestuursbeleidsplan). Procedure terugplaatsing leerlingen naar scholen van Onderwijsgroep Fier. De (terug)plaatsing van een leerling uit het Sbao, So en het MOD is mogelijk. Hierbij wordt gekeken naar de onderwijsbehoefte van de leerling en de mogelijkheden en onmogelijkheden van de school. Het zorgteam van het deelverband „Onderwijsgroep Fier‟ geeft of kan hierin een advies geven. De te volgen procedures staan beschreven in de notitie “Procedure terugplaatsing leerlingen Onderwijsgroep Fier”. Deze ligt ter inzage in de Zorgmap van school. Omgaan met elkaar Voor een evenwichtige ontwikkeling van uw kind zijn rust, regelmaat en duidelijkheid erg belangrijk. Dit geldt niet alleen voor thuis maar ook voor de school- en buurtsituatie. De laatste jaren komen deze voorwaarden steeds meer onder druk te staan door: De individualisering binnen de maatschappij Veel nadruk op kennis (rekenen, taal, lezen) en minder op de sociaal emotionele ontwikkeling Kennis veroudert steeds sneller onder invloed van nieuwe communicatiemiddelen Onderwijs en maatschappij zijn met elkaar verbonden, als de één verandert, gaat de ander mee. Ouders en leerkrachten doen er goed aan om meer aandacht te besteden aan de emotionele ontwikkeling van de kinderen. Uit onderzoek blijkt dat rust, stabiliteit en zelfvertrouwen factoren zijn bij het gelukkig zijn in relaties, het met succes afronden van studies en het slagen in een carrière. De school is een belangrijke ontmoetingsplaats voor kinderen en ouders. Het is daarom een voorwaarde dat iedereen zich prettig voelt. Om hieraan zo concreet mogelijk vorm te geven is het volgende protocol ontwikkeld, hierbij kennen we 7 niveaus. We hopen, dat met behulp van dit protocol, het voor ouders en leerkrachten duidelijk wordt wat er van elkaar mag worden verwacht. Door een beter begrip voor elkaars positie zal het voor het kind gemakkelijker zijn om het gedrag te verbeteren. Het moge duidelijk zijn dat het in ieders belang is om een mogelijke negatieve gedragsspiraal zo vroeg mogelijk weer om te buigen naar gedrag waar weer respect voor elkaar uit spreekt. Niveau 1: Een leerling wordt iedere dag “normaal” door de leerkracht gecorrigeerd. Dít betreft storend gedrag of het aanpassen van de werkhouding. Dit gebeurt mondeling tijdens het werken in de Schoolgids obs Master Camminga – Deinum
24
klas. Blijkt bepaald storend gedrag structureel dan bespreekt de leerkracht dit met de leerling. Gewezen wordt op de handelingen op niveau 2. Er worden afspraken gemaakt met de leerling, hij/zij krijgt vervolgens gelegenheid om zijn/haar gedrag te verbeteren. Niveau 2: Incidenten worden door de leerkracht genoteerd in het “klassenboek”.(datum, incident, afhandeling/afspraken) Dit kunnen eenmalige incidenten zijn, Ook wordt genoteerd of de afspraken die op niveau 1 zijn gemaakt worden opgevolgd. Op basis van deze notities volgt nogmaals een gesprek met de leerling, waarbij hij/zij weer de kans krijgt om het gedrag te verbeteren en zodoende weer terug kan keren naar niveau 1. Bij ongewijzigd gedrag wordt het kind gewezen op de handelingen op niveau 3. Niveau 3: Het kind staat regelmatig in het klassenboek genoteerd. De groepsleerkracht overlegt met de intern begeleider. Het kind wordt op de agenda van de leerlingbespreking geplaatst. De ouders krijgen de gelegenheid om met de leerkracht en de intern begeleider te overleggen. Er wordt een handelingsplan opgesteld waar zo concreet mogelijk afspraken in worden vastgelegd. Het algemene uitgangspunt van dit plan is dat positief gedrag zoveel mogelijk beloond zal worden. Niveau 4: Er is geen vooruitgang. De ouders worden uitgenodigd voor een vervolggesprek met de groepsleerkracht en de intern begeleider. Er wordt een thuis/school contactboek besproken en aanbevolen. In dit boek zullen dagelijks notities gemaakt moeten worden. Tijdens schooldagen wordt dit gedaan door de verantwoordelijke leerkracht en ouders in de weekends door de ouders. Het kind neemt dit boek dagelijks mee naar huis. Deze gegevens worden besproken in de leerlingbespreking. Dan is er een overleg met ouders, leerkrachten en intern begeleider. De afgelopen periode wordt besproken en bij goed gedrag gaat het kind terug naar niveau 3. Bij geen of geringe vooruitgang wordt nog eenmaal een nieuwe periode afgesproken. Aanmelding voor aanvullend onderzoek wordt overwogen en eventueel aangevraagd bij het leerlingzorgteam. Niveau 5: Ondanks alle inspanningen is er in de voorgaande fase geen vooruitgang geboekt. Er wordt een onderzoek aangeboden. De psycholoog bespreekt de conclusies met betrokkenen. Mogelijke oplossingen worden besproken en eventueel wordt er hulp van buitenaf gevraagd. Afspraken worden vastgelegd. De procedure voor een eventuele verwijzing naar het speciaal onderwijs wordt in gang gezet. Niveau 6: Alle redelijke stappen binnen de mogelijkheden van de school zijn gezet. Als er zich situaties voor gaan doen waarbij: een voortdurend, storend, agressief gedrag van de leerling, de voortgang van het onderwijs verstoort, de leerling een onevenredig groot deel van de schoolorganisatie vergt, waarbij niet of nauwelijks doelen worden bereikt, kan de school op basis van bovenstaande ijkpunten, na schriftelijk overleg met bestuur en inspectie, een procedure opstarten, waarbij de
Schoolgids obs Master Camminga – Deinum
25
leerling tijdelijk wordt verwijderd. Te denken valt aan een dag of enkele dagen.(art.11 leerplichtwet) Niveau 7 Na schriftelijk overleg met bestuur en inspectie, start de school een definitieve verwijderingprocedure op. De beslissing over verwijdering wordt genomen door het schoolbestuur. Voordat een dergelijk besluit kan worden genomen, worden eerst de groepsleraar en de ouders gehoord. Als het besluit eenmaal is genomen, mag een schoolbestuur de leerling niet onmiddellijk van school sturen. Het bestuur moet eerst proberen om een andere school te vinden voor de leerling. Alleen als dat niet lukt- en daar moet het schoolbestuur ten minste acht weken zijn best voor doen- mag de school de leerling de toegang tot de school weigeren. De ouders kunnen de onderwijsinspectie vragen om eventueel te bemiddelen. ( Het moge duidelijk zijn dat de niveaus 6 en 7 alleen als uiterste stappen zullen worden gehanteerd. Alle oplossingen die deze stappen kunnen voorkomen hebben duidelijk onze voorkeur). Het gehele protocol ligt ter inzage op school.
6.4 Medisch onderzoek
In de periode dat uw kind bij ons op school zit wordt het enkele malen door de schoolarts of schoolverpleegkundige onderzocht. De verpleegkundige doet bij de kinderen van groep 1 een ogen- en gehoortest. De schoolarts onderzoekt de kinderen van groep 2. Hierbij zijn de ouders aanwezig. De schoolverpleegkundige onderzoekt de kinderen van groep 7, zonder ouders; mocht dat nodig zijn, dan doet de schoolarts dat ook. De schoolarts bekijkt op indicatie ook kinderen uit andere groepen. Naam en adres van de schoolarts vindt u in de kalender. 6.5
Kanjertraining
Voorwaarde om te kunnen leren is een veilig groeps- en schoolklimaat. Dit klimaat van veiligheid wordt gerealiseerd op basis van wederzijds respect en vertrouwen. Concreet betekent het dat: de kinderen leren zelfstandig te werken; de kinderen elkaar helpen en veel samenwerken; alle aspecten van de ontwikkeling aan bod komen: hoofd, handen en hart; ieder kind de individuele begeleiding krijgt die het nodig heeft; de kinderen kunnen werken met de materialen die het meest geschikt voor ze zijn; de benodigde materialen zonodig voor de school worden ontwikkeld; voortdurend informatie wordt uitgewisseld met ouders, vakleerkrachten enz.; er gebruik wordt gemaakt van een leerlingvolgsysteem. Op de obs Master Camminga vinden we het belangrijk dat kinderen zich prettig voelen en op een fijne en gezellige manier met elkaar omgaan. Als kinderen zich veilig voelen in de klas, dan gaan ze met veel meer plezier naar school. En dan lukt het leren ook beter. Schoolgids obs Master Camminga – Deinum
26
Wat is de Kanjertraining? Een positieve sociaal-emotionele ontwikkeling staat voorop. Een voorbeeld hiervan is dat alle kinderen op school ten minste één keer Kanjertraining krijgen. In deze training leren de kinderen op een goede manier voor zichzelf op te komen, ze leren hun mening te geven, over hun gevoel te praten en te luisteren naar kritiek. In alle klassen hangen de volgende regels: We vertrouwen elkaar. We helpen elkaar. Je speelt niet de baas. We lachen elkaar niet uit. Je bent niet zielig. Bij deze regels horen vier dierfiguren, te onderscheiden aan hun pet: de pestvogel (met zwarte pet). de aap (met rode pet). het konijn (met gele pet). de tijger (met witte pet). Je kunt je gedragen als pestvogel, aap, konijn of tijger: De pestvogel vindt zichzelf geweldig, hij wil graag de baas spelen, hij vindt anderen niks waard. De aap doet graag mee met de pestvogel, hij lacht anderen uit als ze iets niet kunnen of als ze pijn hebben, hij maakt grapjes die anderen niet leuk vinden. Het konijn denkt dat hij niet zoveel kan als de anderen, durft zijn mening niet te geven en is vaak bang. De tijger helpt anderen graag, durft zijn mening te geven. Hij laat het zien als hij blij of vrolijk is, maar ook als hij bang of verdrietig is. Hij doet niet zielig. Als hij een probleem heeft dan praat hij erover met iemand die hij vertrouwt. De tijger staat model voor de Kanjer. Met de petten op doen we allerlei oefeningen in de klas. Het geeft de kinderen het inzicht dat iedereen zich soms als het ene dier dan weer als het andere dier gedraagt. Maar ook dat je je gedrag kunt veranderen en dat we het allemaal in ons hebben ons als Kanjers te gedragen. Met behulp van de lessen uit de Kanjerboeken ontwikkelt de groep sociale samenhang. De kinderen voelen zich meer bij elkaar betrokken, weten onderlinge conflicten respectvol op te lossen en helpen elkaar. De individuele leerling durft zichzelf te zijn in de groep en weet zich gerespecteerd. Na afronding van de lessen ontvangen de leerlingen van de bovenbouw een Kanjerdiploma. Dat is een kaart waarop een tekst geschreven staat. Het is eigenlijk een geheugensteuntje, want de tekst geeft kort maar krachtig weer wat de kinderen in de afgelopen lessen geleerd hebben en hoe ze kunnen handelen om zich blijvend als Kanjer te gedragen. Naast het zelf bespreken en maken van regels per groep zijn er 5 afspraken (schoolregels) waar iedereen zich aan hoort te houden: Je zorgt dat iedereen zich veilig voelt op school Je bent voorzichtig met de spullen van jezelf, de ander en van school Je doet rustig in de school Je luistert naar alle meesters en juffen Je bent vriendelijk en beleefd tegen elkaar
Schoolgids obs Master Camminga – Deinum
27
6.6
Tussenschoolse opvang
Onze school biedt uw kind de gelegenheid tussen de middag over te blijven. Er zijn vaste opvangkrachten. Ouders kunnen incidenteel worden gevraagd mee te helpen. Tijdens het overblijven wordt gezamenlijk gegeten, daarna spelen de kinderen in de TSO-ruimte of bij mooi weer buiten. Ook kunt u gebruik maken van de BSO van Stichting Kinderopvang Friesland. Mocht u vragen hebben, dan kunt u contact opnemen met één van de opvangkrachten. Als u eens een kijkje wilt nemen, dan bent u op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag om 12.00 uur welkom in de TSO / BSO ruimte. Meer informatie over de kosten en de namen en telefoonnummers van de opvangkrachten vindt u in de kalender. 6.7
Naar het voortgezet onderwijs
In groep 8 staat de vraag centraal: naar welke school voor voortgezet onderwijs gaat het kind na de basisschool? Om hiervoor een goede indicatie te kunnen geven doen de kinderen, naast de reguliere CITO toetsen mee aan de Drempeltest. De bedoeling van deze toets is om aanvullende informatie te geven over mogelijkheden, kennis- en persoonlijkheidsfactoren van leerlingen om zo een verantwoorde keuze te kunnen maken welke vorm van voortgezet onderwijs het beste bij uw kind past. De ouders van leerlingen uit groep 8 worden uitgenodigd voor een gesprek op school. Samen met de leerkracht wordt er besproken wat de beste vorm van vervolgonderwijs voor uw kind is. Er bestaat de mogelijkheid om tijdens open dagen vele vormen van voortgezet onderwijs te bezoeken. Aanmelding voor het voortgezet onderwijs geschiedt via de basisschool. Op de gehele procedure zal tijdens een informatieavond een toelichting worden gegeven. 1. Aan de hand van de scores op de CITO toetsen vanaf groep 6 gaan we de resultaten met de Plaatsingswijzer in kaart brengen. Dit is een instrument, ontwikkeld door zowel het basis als voortgezet onderwijs, waarmee goed is aan te geven welke vorm van voorgezet onderwijs bij het kind past. Zie ook www.onderwijsgroepfier.nl 2. De Drempeltest (groep 8) en de Entreetoets (groep 6) vormen, naast de reguliere toetsen van CITO, een onafhankelijk middel om het leerlingvolgsysteem te staven. 3. De uitkomsten van de toetsen en het advies voortgezet onderwijs worden besproken met ouders en kind. De basisschool brengt een advies voor vervolgonderwijs uit. 4. Elk jaar in februari organiseren de scholen voor voortgezet onderwijs open dagen, waar ouders en kinderen een indruk krijgen van een school. 5. Als we met elkaar tot een goede schoolkeuze zijn gekomen wordt het kind eind maart door de basisschool aangemeld. De basisschool maakt een onderwijskundig rapport op, waarvan ook de ouders een afschrift krijgen. 6. Daarna volgen vaak nog gesprekken tussen de school voor voortgezet onderwijs en de basisschool om de kinderen zo goed mogelijk over te dragen. 7. Als de definitieve schoolkeuze is gemaakt is er vaak de mogelijkheid voor de kinderen om een kijk-, doe- of kennismakingsdag bij te wonen. Het bijwonen van deze dag en de reis er naar toe valt onder de verantwoordelijkheid van de ouders. De leerkracht van groep 7-8 blijft op school.
Schoolgids obs Master Camminga – Deinum
28
LWOO In het basisonderwijs zitten leerlingen die bijzondere zorg nodig hebben. Dat betekent dat deze leerlingen vooral op de leergebieden lees-, taal- en rekenonderwijs aangepaste programma‟s aangeboden krijgen. Vaak met extra begeleiding en ondersteuning. Om er na groep 8 zorg voor te dragen dat deze kinderen ook in het vervolgonderwijs deze extra zorg kunnen blijven ontvangen, worden deze leerlingen aangemeld voor de zgn. LWOO-toets (LeerWeg Ondersteunend Onderwijs-toets). Deze toets levert de benodigde gegevens op om deze kinderen bij aanvang van het voortgezet onderwijs de noodzakelijke extra faciliteiten te kunnen geven. LWOO is geen niveau op zich. Het is ondersteuning bij een van de leerwegen van het vmbo. De leerkracht geeft vroegtijdig aan welke leerlingen eventueel in aanmerking komen voor de LWOO-toets. In overleg met, en met toestemming van de ouders wordt deze toets dan afgenomen.
7.
De ouders
7.1
Oudercontacten
We proberen uw kind zo goed mogelijk in zijn ontwikkeling te volgen. Zo bekijken we regelmatig hoe het zich in bepaalde situaties gedraagt. Niet alleen tijdens het leren, maar ook in de omgang met medeleerlingen en volwassenen. We noemen dit het observeren van de sociaal-emotionele ontwikkeling. Daarnaast volgen we natuurlijk de leerontwikkeling. We bekijken en beoordelen het dagelijks werk van uw kind en we maken gebruik van verschillende toetsen en testen voor het lezen, rekenen en taal. Hoe vaak we kinderen testen en wanneer, kunt u lezen in de kalender. U wilt als ouder ook graag op de hoogte blijven van de vorderingen van uw kind. Tijdens contactavonden in school informeren we u, en u natuurlijk ons, m.b.t. het functioneren van uw kind. Vanaf groep 6 betrekken we de kinderen ook bij de gesprekken. Met welke regelmaat we aan deze contacten vorm en inhoud geven kunt u lezen in de kalender. Tweemaal per jaar krijgen de kinderen vanaf groep 1 een schriftelijk rapport mee naar huis. Aan het begin van het schooljaar zijn er klasseninformatieavonden. In het voorjaar organiseren we een open dag. Ouders kunnen dan lessen naar keuze bijwonen.
Informeren van gescheiden ouders over de vorderingen van hun kind(eren) Uit artikel 377c van boek 1 van het Burgerlijk Wetboek valt op te maken dat de school desgevraagd een niet met het ouderlijk gezag belaste ouder in beginsel op dezelfde manier van informatie dient te voorzien als de ouder die wel het ouderlijk gezag heeft. Het wetsartikel maakt twee uitzonderingen op deze verplichting: 1. De school hoeft de informatie niet te verstrekken als ze die ook niet (op dezelfde wijze) aan de ouder met het ouderlijk gezag zou geven; 2. De school hoeft de informatie ook niet te geven als het belang van het kind zich daar tegen verzet. De school moet zich neutraal opstellen door beide ouders gelijkelijk te voorzien van informatie. Zij dient, indachtig artikel 1:377c BW, zelf een afweging te maken of het belang van het kind (dus niet de ouder) wordt geschaad bij het verstrekken van de informatie.
Schoolgids obs Master Camminga – Deinum
29
Rapportagemomenten ( contactavonden en rapporten)
Groep 1 Nieuwe kinderen: na ongeveer 6 weken volgt een huisbezoek. november Contactavond Rapport februari Contactavond Rapport juni/juli Contactavond
Groep 2
Groep 3
Groep 4
Contactavond Rapport Contactavond Rapport Contactavond
Contactavond Rapport Contactavond Rapport Contactavond
Contactavond Rapport Contactavond Rapport Contactavond
Groep 5 november Contactavond
Groep 6 Contactavond
Groep 7 Contactavond
Rapport Contactavond Rapport Contactavond
Rapport Contactavond Rapport Contactavond
Rapport Contactavond Rapport Contactavond
Groep 8 Contactavond Informatieavond groep 8 / VO Rapport Contactavond schooladvies vo Rapport
februari juni/juli
De kinderen van de groepen 6-7 en 8 mogen mee, en nemen deel aan de contact gesprekken. De gesprekken kunnen zowel op een avond als op een woensdagmiddag plaatsvinden. 7.2
Meehelpen op school
Wij kunnen het ons voorstellen dat u als ouders graag zo veel mogelijk wilt weten over de school waar uw kind een groot deel van de dag naar toe gaat. Kinderen voelen zich beter thuis op school als de ouders een goed contact hebben met de school en weten wat de kinderen dagelijks doen. Wij proberen daarom op allerlei manieren de school voor u open te stellen; u kunt praktische hulp bieden bij veel activiteiten maar ook meepraten over schoolzaken. Op deze manier kan de school een vertrouwde plek worden voor zowel leerlingen als ouders. Om u een idee te geven van de activiteiten waarbij ouders binnen de school kunnen helpen, volgen hieronder enkele voorbeelden. Boekenuitleen van het stillezen beheren; helpen met het maken van themahoeken in groep 1/2; de kinderen begeleiden tijdens excursies, schoolreisjes en schoolzwemmen; het mee organiseren en uitvoeren van feesten; schoonmaken van het gebouw en de leermiddelen; opknappen / vernieuwen van leermiddelen. Zonder de hulp van ouders zouden veel van deze zaken niet goed uitgevoerd kunnen worden. Wij doen dan ook ieder jaar een beroep op de ouders om actief in de school mee te werken. Aan het begin van iedere maand krijgt u een briefje via de email waarop u in kunt vullen bij welke activiteiten u kunt en wilt helpen. De schoolleiding behoudt zich het recht voor om in voorkomende gevallen, een ouder, in goed overleg met hem of haar, te weigeren. Dit is het geval, wanneer het gedrag, het verleden
Schoolgids obs Master Camminga – Deinum
30
o.i.d. van de betrokken ouder de belangen, veiligheid en het welzijn van de kinderen in het geding brengt. 7.3
Meepraten en meebeslissen
De Ouderraad (OR) De ouderraad vormt de schakel tussen leerkrachten en ouders. De OR-leden helpen bij de organisatie en praktische uitvoering van allerlei speciale activiteiten. De OR vergadert ongeveer 6 keer per jaar met een aantal leerkrachten. Deze vergaderingen zijn openbaar; dus voor alle ouders toegankelijk. Elk jaar wordt er een zakelijke ouderavond georganiseerd. Hier worden o.a. de nieuwe OR-leden voor een periode van drie jaar gekozen. Daarnaast wordt op deze bijeenkomst verslag gedaan van het afgelopen schooljaar en worden de plannen voor het komende schooljaar voorgelegd. Naast het zakelijke gedeelte wordt er op de vergadering gepraat over een speciaal thema, wat betrekking heeft op de school en/of de leerlingen. Hebt u belangstelling voor de OR, dan kunt u contact opnemen met de voorzitter van deze raad. Naam en adres vindt u in de kalender. De Medezeggenschapsraad (MZR) De MZR bestaat uit twee „geledingen‟. Vertegenwoordigers van de ouders én vertegenwoordigers van het personeel. Zij overleggen met en informeren de directie en het schoolbestuur over zaken als: besteding van geld; vaststellen van vakanties en vrije dagen; het betrekken van ouders bij de school; personeelsbeleid. De MZR is, in tegenstelling tot de ouderraad, een raad met wettelijk geregelde rechten. Zij heeft twee soorten rechten: instemmingsrecht en adviesrecht. Elke geleding heeft instemmingsrecht over die zaken, die voor haar van wezenlijk belang zijn. Zo moeten ouders en personeel bijv. beide instemmen met het schoolplan, de schoolgids en de manier, waarop de school ouders betrekt bij het lesgebeuren. Ouders in de MZR hebben instemmingsrecht over de ouderbijdrage. Soms moet het schoolbestuur of de directie de MZR om advies vragen, bijv. bij plannen voor fusie of ontslagbeleid. De oudergeleding van de MZR wordt gekozen uit de ouders middels verkiezingen. Wilt u meer weten over de MZR, dan kunt u contact opnemen met de voorzitter van de MZR. Naam en adres vindt u in de kalender. Vereniging voor Openbaar Onderwijs (VOO) Uw kind gaat naar een openbare school. U kiest daarmee voor een school die er is voor alle kinderen, zonder onderscheid van godsdienst of een andere levensvisie. De openbare school probeert zo goed mogelijk rekening te houden met al die verschillende kinderen. Kinderen uit alle richtingen in de samenleving kunnen elkaar op de openbare school ontmoeten. De Vereniging voor Openbaar Onderwijs is een organisatie van ouders en leerkrachten die landelijk en plaatselijk opkomt voor het openbaar onderwijs. Wie voor Deinum de contactpersoon is kunt u aflezen in de kalender bij het personeel. Diegene zal u graag meer vertellen over het werk van de VOO.
Schoolgids obs Master Camminga – Deinum
31
Denk Tank Dit is een groep ouders die zich opgegeven heeft om mee te denken en te praten over het hedendaagse onderwijs op onze school en de kansen en keuzes voor de toekomst. Een aantal malen per jaar komt deze groep bij elkaar. 7.4
Algemene informatie over de school
Ouders hebben de mogelijkheid om op de hoogte te blijven van wat zich op school afspeelt. Daarvoor organiseren wij o.a. de volgende bijeenkomsten: De jaarlijkse zakelijke ouderavond, waarbij we naast het zakelijk gedeelte een onderwerp uit de schoolpraktijk centraal stellen; Een paar weken na de zomervakantie is er voor iedere combinatiegroep een informatieavond over de aanpak, methoden etc. van de betreffende groep; Incidenteel een open avond. Op deze avond krijgt u voorlichting over de werkwijze van de school. U kunt dan ook zelf praktisch bezig zijn; Indien ouders dat wensen kunnen ze, na een afspraak met de betreffende leerkracht, een ochtend meedraaien met de groep van hun kind. Algemene informatie over de school kunt u lezen in: de maandelijkse nieuwsbrief / via de email rond de eerste van de maand de schoolkrant, die 3 keer per jaar verschijnt; deze schoolgids (ook op onze website); op www.rijksoverheid.nl kunt u informatie vinden in “De basisschoolgids voor ouders en verzorgers”. 7.5
Klachten
Sinds 1998 zijn schoolbesturen verplicht een klachtenregeling vast te stellen en in te voeren. Het klachtrecht kan een belangrijke signaalfunctie hebben met betrekking tot de kwaliteit van het onderwijs. Met de regeling wordt beoogd een zorgvuldige behandeling van klachten, waarmee het belang van de betrokkenen wordt gediend, maar ook het belang van de school (een veilig schoolklimaat). De complete klachtenregeling ligt op school ter inzage. Klachtenregeling Onderwijsgroep Fier
Art. 1 (omschrijving klacht) Een klacht is een mondelinge of schriftelijke uiting van ernstige ontevredenheid over de kwaliteit van het onderwijs, het beleid dat op school wordt gevoerd dan wel omstandigheden die bij de klager grote onvrede hebben opgeroepen of als onbillijk, onjuist of onzorgvuldig worden ervaren. Art. 2 Klachten kunnen door ouders of verzorgers van de leerlingen schriftelijk worden ingediend bij de directeur. De MZR oudergeleding kan een ondersteunende rol vervullen bij het schriftelijk formuleren van de klacht. Art. 3 De identiteit van de klager moet bij de directeur bekend zijn. Anonieme klachten worden nimmer in behandeling genomen. Art. 4 De klager heeft er recht op om gehoord te worden door de directeur. De directeur is verplicht de klacht nader te onderzoeken. Art. 5 en verder: De complete Klachtenregeling ligt op school ter inzage. Schoolgids obs Master Camminga – Deinum
32
De naam voor een vertrouwenspersoon voor ouders, en het adres van de Landelijke Klachtencommissie staan in de kalender van de schoolgids. Voor meer informatie kunt u terecht bij de directeur of bij de algemeen directeur van Onderwijsgroep Fier. 7.6
Ouderbijdrage
Elk schooljaar wordt een aantal financiële bijdragen van de ouders/verzorgers van de kinderen gevraagd. Het gaat daarbij om bijdragen voor schoolreizen, het sinterklaasfeest, het kerstfeest, projecten, excursies, schoolschaatsen, de schoolkrant, de bloemetjes voor Floralia, de laatste schooldag. De gelden worden beheerd door de ouderraad/medezeggenschapsraad van de school. Op de jaarlijkse ouderavond wordt verantwoording afgelegd ten aanzien van de inkomsten en uitgaven. Over de bijdrage nog de volgende opmerkingen: 1. De bijdrage heeft een vrijwillig karakter. 2. Kinderen kunnen niet meedoen aan die activiteiten, waarvoor de ouders niet hebben betaald. 3. Elk jaar wordt een specificatie van de ouderbijdrage in de kalender van deze schoolgids aan de ouders gepresenteerd. 4. Als blijkt, dat aan de financiële bijdrage niet kan worden voldaan, dan kan met de school een regeling worden getroffen. Ook wijzen we graag op de mogelijkheid om in dit soort gevallen een beroep te doen op een bijdrage van de gemeente (Sociale Zaken). Daar is een folder verkrijgbaar, waarin alles duidelijk staat omschreven. 5. Als een kind officieel is ingeschreven in het leerlingenbestand, worden school en ouders geacht de verplichtingen ten aanzien van de ouderbijdrage te zijn aangegaan.
7.7
Aansprakelijkheid en verzekeringen
De gemeente heeft voor alle scholen een WA-verzekering afgesloten. Een dergelijke verzekering dekt letsel en dus geen schade aan goederen, zoals kleding, brillen e.d. De verzekering biedt dekking voor ongevallen die kinderen kunnen overkomen tussen één uur voor schooltijd tot één uur na schooltijd. Ook tijdens het verblijf op school en tijdens schoolreisjes e.d. zijn de kinderen verzekerd.
8. Praktische zaken Bewegingsonderwijs bij kleuters
Bewegingsonderwijs: Dit staat voor de kleutergroep iedere dag op het lesrooster en kan zowel binnen (in het gymlokaal) als op het schoolplein plaatsvinden. Wilt u uw kind dan ook gemakkelijke kleding aantrekken dat tegen een stootje kan? Bewegingsonderwijs; kleding en schoeisel in groep 1 t/m 8
Twee keer per week gaan de kinderen van groep 3 t/m 8 naar de sportzaal (of, als het weer het toelaat, naar het sportveld). Het is belangrijk dat de kinderen in de sportzaal goede kleding en schoenen dragen. Hieronder volgen een aantal tips: De kinderen mogen niet op blote voeten gymmen omdat de kans op voetschimmel en wratten dan erg groot is. Daarom kiezen we er dan ook voor om de kleuters op eenvoudige schoentjes te laten gymmen. Het liefst op schoenen met klittenband of met een breed elastiek over de wreef zodat ze de schoenen zelf aan kunnen doen
Schoolgids obs Master Camminga – Deinum
33
Als de kinderen ouder worden, worden de eisen die aan de schoenen gesteld worden ook hoger. Ze moeten voldoende stevigheid en demping geven en de kinderen moeten er niet mee uitglijden. De eenvoudige stoffen schoentjes („turnschoentjes‟) voldoen dan niet meer! We raden u aan om voor echte zaalschoenen te kiezen. De zool van deze schoenen is vlak met enigszins profiel (ingesneden) en meestal licht van kleur. Het liefst zien we schoenen met veters. Voor de kleding kunt u een turnpakje of een T-shirt en broekje meegeven. Feestelijke ouderavond
Eens in de twee jaar wordt er een feestelijke ouderavond gehouden. De kinderen studeren voor deze avond liedjes, toneelstukjes of een musical in. Verjaardag-dag
In het jaar dat er geen feestelijke ouderavond is vieren de leerkrachten hun gezamenlijke verjaardagen op één dag. We organiseren dan een feestdag voor de gehele school. Of dat ook dit jaar van toepassing is kunt u lezen in de kalender. Vieringen Vieringen zoals Sinterklaas en Kerst doen we gezamenlijk met de buurschool cbs “De Rank”. Fietsen
Alleen kinderen die ver van school wonen, of buiten Deinum, mogen op de fiets op school komen. Bij aankomst moet de fiets meteen in de fietsenberging en er mag niet worden gefietst op het plein. Floralia
De Floralia is een jaarlijks terugkerend gebeuren rond het thema bloemen en planten. In het voorjaar beginnen we met de feestelijke plantjesmarkt op het schoolplein. De kinderen krijgen dan ook zonnebloempitten mee naar huis om dit samen met hun ouders zo goed mogelijk op te kweken voor de feestelijke Floralia-avond in september. Deze activiteiten worden elk jaar samen met vele ouders succesvol georganiseerd. Fruit eten / Schoolgruiten
Als school willen we gaan voor een gezonde pauzehap: deze bestaat op dinsdag en donderdag uit fruit of groente. Dit is het zogenaamde schoolgruiten. De kinderen mogen op deze dagen alleen groente en fruit meenemen van huis. Ook op de overige dagen willen we natuurlijk graag dat u uw kind gezonde voeding meegeeft, maar dan staan we ook een boterham, ontbijtkoek of iets dergelijks toe. Wilt u het hapje meegeven in een fruitbakje of tas. Ook een goed afgesloten beker met drinken mag meegenomen worden, liefst met de naam op het deksel geschreven. De beker graag in de klas op het dienblad plaatsen i.v.m. lekgevaar. Bekers met melk kunnen in de koelkast. We zien liever geen pakjes met drinken, deze bevatten veel suiker en zorgen voor een grote afvalberg. Snoep en zakken chips mogen niet meegenomen en gegeten worden. Als kinderen dit toch meenemen moeten ze dit inleveren en verzamelen we dit in een grote pot of blik. Hoofdluis
De kinderen worden op school regelmatig (ongeveer 5 keer per schooljaar) door een aantal ouders gecontroleerd op hoofdluis. Op school maken we gebruik van zgn. hoofdluiscapes, om verspreiding van hoofdluis tijdens de schooluren te voorkomen. Schoolgids obs Master Camminga – Deinum
34
Hoofdluis: Bij iedere controle blijkt weer: we moeten altijd oplettend blijven, de school, de luizenwerkgroep en de ouders, want ze komen steeds weer terug, de hoofdluizen. De school: - Heeft luizencapes aangeschaft om te voorkomen dat de luizen van de ene naar de andere jas kruipen. - Neemt contact op met de ouders wanneer bij een controle blijkt dat een kind neten en/of luizen heeft. - Kan aan de ouders vragen hun kind(eren) een aantal dagen thuis te houden om besmetting te voorkomen. De luizenwerkgroep: - Controleert regelmatig alle kinderen van de school op luizen en neten en - Geeft de resultaten door aan de leerkrachten. De ouders: - Controleer uw kind(eren) 1 x per week door het haar grondig met een luizenkam te kammen aan een tafel met een wit papier eronder. Kam rustig en lang (minimaal 2 minuten). Als u luizen en neten vindt: - Geef het even door aan de leerkracht. De werkgroep hoort het vaak achteraf als het kind al behandeld is, maar om besmetting te voorkomen is het dan al te laat. - Controleer alle gezinsleden, licht de ouders van vriendjes en vriendinnetjes in. - Behandel het haar met een lotion waarin Malathion is verwerkt, bijv. PrioDerm. - Vergeet niet banken en stoelen (ook van de auto!) regelmatig grondig te stofzuigen. - Was kleren, beddengoed enz. op minimaal 60 graden. - Moeilijk te wassen textiel, jassen en knuffels kunnen ook een nacht in de vriezer of twee weken in een luchtdicht afgesloten plasticzak. Ingaan van de school
Tien minuten voordat de school begint gaan de deuren open voor leerlingen uit groep 1 en 2. De andere groepen blijven buiten en mogen binnenkomen als de bel gaat: om 8.25 uur en 13.10 uur. De ouders worden vriendelijk verzocht om bij het begin van de les de school weer te verlaten; om 8.30 uur en 13.15 uur. Kinderspelen
Tijdens het jaarlijkse dorpsfeest "Nocht en Wille" doen de kinderen in schoolverband mee aan de kinderspelen, tenzij het in de zomervakantie valt. Melden van ziekte of afwezigheid
Als uw kind ziek is, of een afspraak bij bijv. de dokter heeft kunt u dat (telefonisch of mondeling) melden vanaf acht uur ‟s ochtends. Bij een andere vorm van afwezigheid (extra verlof e.d.) verwijzen we u naar het onderdeel “Verlofregeling”. Pleinregels
De belangrijkste regels zijn dat als kinderen naar school gaan en op het plein zijn ze niet meer van het plein af mogen. (in de pauze en een kwartier voor schooltijd). Tijdens het spelen op het plein houd je rekening met elkaar. Het plein wordt zo goed mogelijk schoongehouden; afval dus in de vuilnisemmers. Afspraken over gebruik van speelgoed hangen in de hal van school.
Schoolgids obs Master Camminga – Deinum
35
Pauze en pleinwacht
In de pauze en een kwartier voor de aanvang van de school is er pleinwacht. Tijdens de pauze is van iedere school een leerkracht op het plein. Zij hebben dan gezamenlijk de verantwoording voor alle leerlingen op het plein. Tijdens de pauze kunnen de kinderen gebruik maken van een aantal speelvoorzieningen, zoals springtouwen, ballen, diabolo‟s etc. De scholen hebben op maandag en dinsdag gezamenlijk pauze met de groepen 3 t/m 8. Op woensdag hebben de groepen 3 t/m 6 en 7/8 van beide scholen apart pauze na elkaar, een zogenaamde „bouwpauze‟. Op donderdag en vrijdag hebben de scholen met de groepen 3 t/m 8 onafhankelijk van elkaar pauze. De groepen 1-2 spelen buiten om de pauzemomenten heen. Schoolreisjes
De groepen 3 t/m 6 gaan altijd één dag in het jaar (met de bus) op schoolreisje. Het schoolreisje voor de groepen 7 en 8 duurt drie dagen. De bestemming van het kamp kan per jaar wisselen. De kinderen van de groepen 1 en 2 gaan naar de kinderboerderij of iets dergelijks. Schaatswedstrijden en -les
Als het ijs dik genoeg is, worden er 's winters schaatswedstrijden gehouden op de plaatselijke ijsbaan. Deze wedstrijden worden samen met CBS de Rank en ijsclub "It Sipeltsje" georganiseerd. Daarnaast volgen de groepen 5 en 6 ieder jaar schaatslessen (5x) in de ijshal in Leeuwarden. Sportdagen
Voor de groepen 7 en 8 wordt er ieder jaar een gezamenlijke gemeentelijke sportdag georganiseerd. Dit is een gezellige, sportieve dag waarop kinderen bovendien een schoolsportdiploma kunnen halen. De kinderen van groep 5 en 6 doen ieder jaar mee aan het Go-4-Sport project. Dit project wordt afgesloten met een gezamenlijke slotdag. Schooltijden
- groep 1 t/m 4:
's morgens 's middags woensdag
08.30 – 12.00 uur 13.15 - 15.15 uur 08.30 – 12.00 uur
- groep 5 t/m 8:
's morgens 's middags woensdag
08.30 - 12.00 uur 13.15 - 15.15 uur 08.30 – 12.00 uur
Let op: Op vrijdagmiddag zijn de groepen 1 en 2 beide vrij. De vierjarigen hebben daarnaast nog een middag dat ze naar school gaan. Zodra een kind vijf jaar is kan het ook de andere middagen naar school. Zie ook de organisatie van het onderwijs in de kalender. Sporttoernooien
De kinderen van groep 7 en 8 kunnen zich opgeven voor verschillende sporttoernooien. Ze kunnen kiezen uit voetbal, dammen, kaatsen en korfbal.
Schoolgids obs Master Camminga – Deinum
36
Culturele vorming
Onder culturele vorming verstaan we museum- en theaterbezoek, het bezichtigen van cultuurhistorische monumenten in de eigen omgeving, het luisteren naar streekverhalen, kunstenaars en schrijvers uitnodigen in de klas enz. De activiteiten rond culturele vorming worden zoveel mogelijk geïntegreerd in andere lessen, zoals geschiedenis, aardrijkskunde en biologie. Te denken valt aan muziek en dans, drama, handvaardigheid en tekenen. Verjaardagen
Jarige kinderen vieren hun verjaardag in de eigen groep. Ze worden toegezongen en krijgen in groep 1 en 2 een feestmuts op. Alle jarigen mogen hun eigen groep trakteren en met een tweetal vriendjes vlak voor de ochtendpauze alle klassen langs om de leerkrachten te trakteren. De keus van de traktatie staat natuurlijk vrij, maar we stellen het op prijs, als u voor lekkere, gezonde traktaties wilt zorgen! En de meesters en juffen willen graag dezelfde traktatie als de kinderen. We stellen het erg op prijs als u de uitnodigingen voor een kinderpartijtje in de privé-sfeer wilt houden. Uitnodigingskaartjes worden niet in de klas uitgedeeld om sneue gezichtjes te voorkomen. Huiswerk
In alle groepen willen we de ouders graag betrekken bij het onderwijs. Op een aantal onderdelen vragen we dan ook een stukje thuis/huiswerk van de leerlingen. Op de klasseninformatieavond aan het begin van het schooljaar hoort u hier meer over. We geven dit huiswerk mee op een groepsoverzicht, via de mail of via de website. U kunt bij huiswerk denken aan tafels leren, topografie, presentaties verzorgen, voorlezen in de klas ed. In groep 8 beginnen we de kinderen voor te bereiden op wat hen een jaar later te wachten staat: het voortgezet onderwijs. Groep 8 krijgt een agenda om zaken te noteren. We geven ze met regelmaat huiswerk mee om alvast een beetje aan deze verplichting te wennen. Gebruik van mobiele telefoons door leerlingen Het gebruik van mobiele telefoons door leerlingen willen we niet verbieden, maar wel beperken. Om vervelende situaties te voorkomen vragen we van de ouders om, indien men wil dat het kind een mobieltje bij zich heeft, dit kenbaar te maken bij de betreffende leerkracht. Dat kan door een telefoontje naar school of even een briefje mee te geven aan het kind. De afspraak is vervolgens dat de kinderen hun mobieltje inleveren bij de leerkracht. Na schooltijd krijgen de kinderen hun mobieltje weer terug. De mobiel mag dus niet in het vak liggen, in de jaszak of de gymtas bewaard worden. Nemen kinderen tegen de afspraken in toch een mobieltje mee naar school zonder dit te laten weten, dan nemen we eerst contact op met de betreffende ouders. Bij herhaling kan het gebeuren dat we het mobieltje een week lang innemen.
Schoolgids obs Master Camminga – Deinum
37
Verlof
Geen misverstanden Het is niet altijd even duidelijk in welke gevallen er extra vrij gegeven mag worden. Om misverstanden of teleurstellingen te voorkomen vertellen we u hier wanneer u wel vrij kunt vragen (en krijgen) voor uw kind en wanneer niet. U weet dat alle kinderen vanaf 5 jaar leerplichtig zijn. Het lesrooster en het vakantierooster zijn zo opgesteld dat alle leerlingen aan deze leerplicht voldoen. Zouden ze extra vrije dagen krijgen dan "maken" ze, wettelijk gezien, te weinig uren. Of, met andere woorden, ze voldoen dan niet aan de leerplichtwet. En formeel is dit een - voor de ouders - strafbaar feit. U mag de kinderen dus niet zomaar thuishouden, en wij mogen de kinderen niet zomaar vrijgeven. Mag ik mijn kind buiten de schoolvakanties mee op vakantie nemen? U mag uw kind niet mee op vakantie nemen buiten de schoolvakanties. Doet u dit wel, dan is dit in strijd met de Leerplichtwet. De wet biedt echter de mogelijkheid een verzoek in te dienen voor vrijstelling of verlof om buiten de schoolvakantie op vakantie te gaan. Dat kan alleen als u door uw beroep of dat van uw partner niet weg kunt in de schoolvakanties. Een verzoek tot vrijstelling heet officieel „beroep op vrijstelling'. Voorwaarden verlof voor vakantie buiten schoolvakantie Wilt u een verzoek tot verlof buiten de schoolvakanties doen, dan moet dit ten minste aan de volgende voorwaarden voldoen: * het gaat om een gezinsvakantie; * de vakantie kan niet plaatsvinden in de vastgestelde schoolvakanties vanwege het beroep van u of uw partner; * het verlof valt niet in de eerste 2 weken na de zomervakantie. Aanvragen verlof voor vakantie buiten schoolvakantie Dien de verlofaanvraag zo vroeg mogelijk in bij de directeur van de school, bij voorkeur minimaal 8 weken van te voren. Elke aanvraag voor vakantie buiten de schoolvakanties wordt individueel beoordeeld. De directeur kan u vragen een werkgeversverklaring of een eigen verklaring zelfstandige te laten zien. Soms vraagt de directeur de leerplichtambtenaar om advies. Duur en frequentie vakantie buiten schoolvakantie U kunt uw kind maximaal 1 keer per jaar buiten de schoolvakanties meenemen op vakantie. U moet dan wel voldoen aan alle voorwaarden voor vrijstelling en toestemming hebben van de directeur van de school. De vakantie mag niet langer dan 10 schooldagen duren. Deze 10 dagen moeten aaneengesloten opgenomen worden en zijn niet bedoeld als snipperdagen. Ook opsparen van dagen is niet mogelijk. Bezwaar maken tegen beslissing vakantie leerling Bent u het niet eens met een beslissing over de vrijstelling, dan kunt u schriftelijk bezwaar maken bij degene die de beslissing heeft genomen of bij de leerplichtambtenaar. Daarnaast is verlof voor gewichtige omstandigheden mogelijk: Bij huwelijk van bloed en aanverwanten t/m de derde graad binnen de woongemeente: 1 dag
Schoolgids obs Master Camminga – Deinum
38
Bij huwelijk van bloed en aanverwanten t/m de derde graad buiten de woongemeente: 2 dagen, in het buitenland maximaal 5 dagen. Een verhuizing van het gezin: 1 dag Ernstige ziekte van gezinsleden: (aantal verlofdagen zal in overleg met directeur en/of lpa bepaald worden) Overlijden van bloed of aanverwanten: aantal verlofdagen zal in overleg plaatsvinden bij ouders en broers-zussen tot een maximum van 5 dagen. Verlof bij overlijden van bloed en aanverwanten in de tweede graad: maximaal 2 dagen Verlof bij overlijden van bloed en aanverwanten in de derde graad: 1 dag Viering van een 25, 40 of 50-jarig ambtsjubileum en het 12 ½ , 25, 40, 50 of 60-jarig (huwelijks) jubileum van bloed of aanverwanten: maximaal 1 dag. Eveneens kan vrijaf gegeven worden voor godsdienstverplichtingen of andere gewichtige omstandigheden Voor afspraken bij een arts, tandarts, specialist en dergelijke moet u proberen het zo te regelen dat uw kind zo weinig mogelijk de lessen verzuimt
Verlofaanvraag van meer dan 10 schooldagen Verlof buiten de schoolvakanties mag nooit langer dan 10 schooldagen duren. Dient u toch een verlofaanvraag in voor meer dan 10 dagen, dan is toestemming van de leerplichtambtenaar in de woongemeente nodig. De ambtenaar laat over het algemeen het advies van de schoolleiding meewegen in het besluit. Meestal is ook een verklaring van een arts of sociale instantie noodzakelijk, waaruit blijkt dat verlof nodig is. Een verlofaanvraag voor meer dan 10 dagen in een schooljaar kan wel als het om gewichtige omstandigheden gaat. Gewichtige omstandigheden zijn bijvoorbeeld een huwelijk of begrafenis van bloedverwanten of aanverwanten of een verhuizing van het gezin.
N.B. Wilt u verlof altijd schriftelijk aanvragen bij de directeur? U krijgt een kopie van de beslissing. Houdt u ook rekening met CITO – toetsen! Informeer in geval van twijfel even bij de groepsleerkracht. Deze richtlijnen zijn duidelijk lijkt ons. In alle andere gevallen zult u zich dus moeten wenden tot de gemeentelijke leerplichtambtenaar. Diens naam en adres vindt u in de bijlage. Ongeoorloofd verzuim Verlof dat wordt opgenomen zonder toestemming van de directeur of de leerplichtambtenaar wordt gezien als ongeoorloofd verzuim. De directeur is verplicht dit bij de leerplichtambtenaar te melden.
Schoolgids obs Master Camminga – Deinum
39
Lijst van gebruikte termen en afkortingen
Adaptief onderwijs
Aangepast onderwijs
CBD
Centrale Bibliotheek Dienst
CITO
Centraal Instituut voor Toets Ontwikkeling
GGD
Gemeenschappelijke Gezondheids Dienst
GMR
Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad
IB’er
Intern begeleider t.b.v. zorgleerlingen
ICT
Informatie en Communicatie Technologie
LVS
Leerling Volg Systeem
MZR
Medezeggenschapsraad
OPFO
Observatiepakket voor de Functieontwikkeling
OR
Ouderraad
PCL
Permanente Commissie Leerlingenzorg
REC
Regionale Expertise Centrum
SBO
Speciaal Basisonderwijs
SI-BEL
Observatie-instrument hoogbegaafdheid
WSNS
Weer Samen Naar School
Schoolgids obs Master Camminga – Deinum
40
Formulier voor op- of aanmerkingen, suggesties, etc.
Deze schoolgids is met zorg samengesteld. Toch kan het gebeuren dat een onderwerp volgens u niet duidelijk is uitgelegd, of dat we een foutje hebben gemaakt in de tekst. U vindt de indeling niet overzichtelijk, of we zijn iets vergeten. Heeft u kritiek of suggesties hoe het beter kan; laat het ons weten door middel van dit formulier. We nemen uw opmerkingen dan mee bij het samenstellen van de volgende schoolgids. Bij voorbaat dank voor uw moeite. Team en schoolgids commissie.
Ik heb de volgende opmerkingen over de schoolgids van obs Master Camminga: ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………
A.U.B. uitknippen en inleveren bij een van de leerkrachten.
Schoolgids obs Master Camminga – Deinum
41