De pootjes van de roodborst / Kees Moeliker 2009 Mijn werk in het Natuurhistorisch Museum Rotterdam is leuk en veelzijdig. Dat komt mede door de bezoekers die zich regelmatig melden met een opmerkelijke natuurvondst of iets anders moois dat ze met me willen delen. Als het even kan, kom ik kijken en maak ik een praatje. Zo kwam ik in contact met Jeroen Allart. Hij werd als volgt aangekondigd: “Er is hier een kunstenaar - denk ik - die je even wat wil laten zien”. Dat er sprake is van een kunstenaar is me meteen duidelijk want zijn broek zit vol kleurige verfklodders. Mijn angst dat hij een geboetseerde bonk veen of een paar knap geknakte wilgentenen uit zijn tas zou halen en mij zou uitleggen ʻhoe ze de dialoog met de van de natuur vervreemde mens zouden aangaanʼ, blijkt ongegrond. Allart schildert Hollandse landschappen, vogels, vissen en een enkel zoogdier, gewoon met acrylverf op doek, plat en in heldere kleuren. In de map afbeeldingen van zijn werk die hij me laat zien, concentreer ik me op de fauna. De frisse plaatjes werken onmiddellijk op mijn lachspieren maar zetten me ook aan het denken. Het hert dat me van het papier aanstaart, lijkt zo uit een cartoon van Gary Larson te zijn gestapt (ʻSuddenly, through forces not yet fully understood, Harold realised he was not properly dressed for the occasionʼ). De kop van een pelikaan lijkt anatomisch niet te kloppen, en ook de platte snavel van een eend intrigeert me. Een zwarte specht lijkt versmolten met zijn nestholte, en over een strak afgebeelde scholekster vraag ik me af of het de uitgestorven gewaande soort Haematopus meadewaldoi is. De sterns, met nauwelijks zichtbare ogen, zien er uit als gemaskerde bandieten, maar zouden in een vogelgids zeker niet misstaan. Dat geldt ook voor de kokmeeuw die Allart heeft afgebeeld in een subtiele voor de soort kenmerkende houding. Schuilt er een ornitholoog in de kunstenaar? Brengt hij uren in het veld door achter een telescoop? Wat me van het vogelwerk van Allart niet meer loslaat, zijn de pootjes van de roodborst. Treffender had hij ze niet op het doek kunnen zetten. Zo dun en lang, zo fragiel, dat we voor pootbreuk moeten vrezen. Goed, met een gemiddeld lichaamsgewicht van 15 tot 18 gram hoeven de roodborst-pootjes geen al te zware last te dragen, maar het moet vervreemdend zijn voor de doorsnee kunstkijker om een relatief groot, bolrond zangvogeltje op zulke lange, dunne pootjes te zien staan. Toch klopt het. De pootjes zijn relatief lang: het loopbeen meet 25.1 mm in Nederland en 26.9 mm bij roodborsten van de ondersoort Erithacus rubecula hyrcanus die in de zuidelijke Kaukasus en in het noorden van Iran voorkomt. Allart moet wel aandachtig naar een roodborstje gekeken hebben, anders had hij die pootjes niet zo mooi op het doek gekregen. Nog gebiologeerd door een nors kijkende gorilla, de vreemde bocht in de hals van een zilverreiger en een vogel die ik niet op naam kan brengen, sla ik de map dicht. Ik vraag Allart waarom hij me zijn werk laat zien. Hij antwoordt: “Wil je een stukje schrijven voor in mijn nieuwe boek, dan maak ik een schilderij voor je?” tekst: Kees Moeliker 2009 ------------------------------------------------------------------------------------------------
Op het goede been / Sandra Spijkerman 2009 Heel veel lucht en een heel plat stukje land. Dat is sec wat je ziet als je in ons vlakke land door de polder rijdt of loopt. Zó schildert Jeroen Allart zijn Hollandse landschappen ook. Maar het gekke is, dat je bij een eerste blik op zijn schilderijen toch denkt: zo ziet een landschap er niet uit. Pas naderhand besef je hoe geconditioneerd je kijken is. Schilderijen waarop landschappen te zien zijn, ontstaan in ons land aan het eind van de 16e, begin van de 17e eeuw. Eerder waren de landschappen, als ze al voorkwamen, een excuus. Ze dienden louter als achtergrond van een bijbels, historisch of mythologisch verhaal. Op het moment dat schilders landschappen als zelfstandig onderwerp gaan afbeelden, zie je die verhalen steeds kleiner worden. Tot ze zelfs helemaal zijn verdwenen. De figuurtjes die dan nog te zien zijn, fungeren als stoffering en ruimtelijk referentiepunt. Vergelijk je landschappen van beroemde meesters als Meindert Hobbema (1638-1709) en Jacob van Ruisdael (1628/29-1682) dan valt op dat ze hun realistische Hollandse landschappen allemaal op eenzelfde manier opbouwen. Zij hanteren vaak een laag standpunt, tonen een wijde ruimte, een horizon, een enorme lucht met al dan niet dramatische wolkenpartijen en hier en daar een klein figuurtje waaraan je de ruimte kunt afmeten. Soms zijn op die landschappen objecten te zien, dat kan een boom zijn, maar ook een toren of huis. Die onderbreken de horizon. De verhouding van de lucht en land is doorgaans: 2/3 lucht en 1/3 land. Dit hele schilderkunstige programma dient slechts één doel: de toeschouwer te verleiden om het illusionistische landschap in verf als echt te ervaren. En dat werkt. Zo goed zelfs dat het bepalend blijkt voor de wijze waarop in de eeuwen daarna het Hollandse landschap wordt afgebeeld. Ook de landschapsschilders van de Haagse School (Jongkind, Mesdag, Weissenbruch, gebroeders Maris) uit de tweede helft van de 19e eeuw hielden dit programma aan. En zelfs in onze eigen (vakantie)kiekjes grijpen we ongemerkt op dit verschijnsel terug. Onderhand zijn we aardig geconditioneerd geraakt. Wolkloos Natuurlijk zijn er ook kunstenaars geweest die heel bewust experimenteerden met dit schilderkunstige programma van het realistische Hollandse landschap. Er is bijvoorbeeld geschoven met de horizon. Die bevindt zich halverwege het doek of zelf op 1/3 van de bovenrand (Koen Vermeulen, 1965). Ook de graad van realisme is onderzocht (Robert Zandvliet, 1970). Sinds enkele jaren heeft fotograaf en beeldend kunstenaar Gerco de Ruijter (1961) de traditie van het landschap op zijn kop gezet door het vanuit een opgelaten vlieger het landschap van bovenaf te fotograferen. Bij hem is de horizon structureel afwezig. Ook Rob Johannesma (1970) geeft met zijn videoʼs een nieuwe blik op het oude thema door met de videocamera landschapsfotoʼs af te tasten. Ook Allart morrelt op geheel eigen manier aan het aloude concept. Meest in het ooglopend in zijn recente Hollandse landschappen is de buitengewoon sterke vereenvoudiging van zowel het verschijnsel landschap als de stoffering. Hij comprimeert het landschap tot de essentie, namelijk de horizon. Deze plaatst hij
extreem laag op het doek. Verder reduceert hij ook de stoffering, de boerderijen, molens, bomen, tot een minimum. Met deze concentratie zet Allart in op verstilling. Om diezelfde reden blijven zijn hoge luchten wolkloos blauw. Die verstilling zit hem niet alleen in vereenvoudiging en concentratie. Ook het uitvergroten van karakteristieken van het landschap draagt daaraan bij. Vandaar die bijna stripachtige en karikaturale voorstelling, zoals een hightech windmolen die het vlakke land domineert. Al die ingrediënten waaruit Allart zijn landschappen opbouwt, geeft hij ook nog eens op hun allerplatst weer. Daarvoor gebruikt hij naast een strakke vlakverdeling slechts één kleur per vlak. Al begint in dat laatste in de meest recente doeken een klein beetje verandering te komen. Bij de bomen en struiken bijvoorbeeld sluipen verschillende kleurnuances het vlak binnen. Het stripachtige, grafische karakter van Allarts Hollandse landschappen heeft ongetwijfeld te maken met de grafische vooropleiding die hij genoot voor zijn gang naar de Willem de Kooning Academie in Rotterdam en de Rijksakademie in Amsterdam. Tel daarbij op dat hij vindt dat kunst voor iedereen begrijpbaar moet zijn. En, niet geheel onbelangrijk, deze schilder kan gevoel voor humor niet worden ontzegd. Want wie schildert er nou zulke landschappen of van die gestileerde vogels tegen een felgekleurde achtergrond? Dat Allart zoʼn beetje alle regels breekt van het eeuwenoude schilderkunstige programma is niet eens zo gek. Hij heeft immers een ander doel dan de oude meesters en is niet van plan ons te laten geloven dat zijn illusie op doek realistische landschappen zijn. Deze schilder wil in de eerste plaats de schoonheid van een stuk Hollands landschap op de kijker overbrengen. Ons opnieuw laten kijken naar onze eigen omgeving. Dat lukt hem heel goed. Met zijn Hollandse landschappen zet hij ons op het goede been. tekst: Sandra Spijkerman 2009 -----------------------------------------------------------------------------------------------Jeroen Allart Het Hollandse landschap en ander werk / Yvette van Dael 2009 Pal op de horizon staat een boerderij. Statig doorklieft een windmolen de blauwe lucht. Een vogel paradeert in strakke penseelstreken op een tak. Verstilde beelden zijn het, de horizon ver weg. In zijn constante zoektocht naar perfectie worden de schilderijen van Jeroen Allart steeds grafischer. More is less. ʻSchilderen was voor mij lange tijd een gevecht. Nu is het een feest en weet ik hoe ik mijn ideeën in kleur en vorm kan omzetten.ʼ De Hollandse landschappen uit dit boek zijn een logisch gevolg van de ontwikkelingen die eraan voorafgaan. Allart is als kind al vroeg gegrepen door letters. Net als zijn vader die hem de beginselen van het lettertekenen bijbrengt. Alleen is hij geen natuurtalent. Hij wil reclametekenaar worden en schrijft zich in voor de middelbare detailhandelschool. Later, op het Grafisch Lyceum in Rotterdam, hervindt hij zijn oude liefde voor typografie. Een klasgenoot wijst hem op een mogelijkheid om verder te komen: de Kunstacademie. Hij wordt aangenomen en besluit ervoor te gaan. ʻMaar nog steeds niet met het idee om kunstenaar te worden.ʼ
Op de Willem de Kooning Academie schrijft Allart zich in voor de richting Autonoom. ʻNa een jaar mag je één vak kiezen. Illustreren leek mij de meest logische optie. En stiekem volgde ik ook de beeldhouwlessen. Schilderen vond ik toen maar soft.ʼ Het vak illustreren geeft hem de ruimte om te experimenteren met verschillende technieken. ʻMijn docenten beoordeelden mijn werk voornamelijk door te kijken of de illustratie bij de opdracht aansloot.ʼ Het is voor hem een uitdaging om de techniek onder de knie te krijgen en tegelijkertijd een eigen stijl neer te zetten. ʻIn mijn zoektocht naar een eigen stijl verdiepte ik me steeds meer in uiteenlopende schilders als Klossowski, Manet, Léger, Vermeer, Hockney en Kitaj.ʼ Na zijn afstuderen als illustrator doet Allart iets tegendraads: tegen alle verwachtingen in besluit hij te gaan schilderen. In alle vrijheid en zonder knellende regels. Een productieve periode breekt aan. Hij moet helemaal opnieuw beginnen, want schilderen is wel iets anders dan tekenen. Twee jaar lang schildert hij alleen zelfportretten in acrylverf. Eerst nog op papier, later op doek. Langzaam maakt hij zich ook deze techniek eigen. Dan luidt een doos met vakantiediaʼs, gevonden bij het grofvuil, een nieuwe fase in. ʻEr zat een foto bij van een Schotse collie, met een rozenkrans om zijn kop en besneeuwde bergen op de achtergrond. Dat vond ik zoʼn prachtig beeld.ʼ Tijd voor een nieuw avontuur: het schilderen van dieren. Zijn stijl begint zich steeds duidelijker te manifesteren. Hij gaat door met het schilderen van dieren, af en toe een landschap, en uitgesproken koppen van matrozen en later zelfs cowboys. ʻEen vriend van mij had dat ruige. Een cowboyhoed op, luchtbuks mee, en dan op pad. Op een bepaald moment ontstond bij ons het briljante idee om cowboys te gaan schilderen. Hij en ik in het atelier, met muziek van Johnny Cash op de achtergrond.ʼ Voor het eerst voelt hij zich kunstenaar. Exposeren is een logische volgende stap. Allart neemt deel aan een groepstentoonstelling in MKgalerie in de Witte de Withstraat in Rotterdam. Zijn werk slaat in als een bom. Ook de prestigieuze Rijksakademie van beeldende kunsten in Amsterdam onderkent zijn talent. Vanwege zijn authentieke stijl wordt hij als resident artist geselecteerd voor een van de 25 ateliers die per jaar vrijkomen. ʻEen lot uit de loterij. De selectieprocedure is enorm streng. Jaarlijks komen er meer dan duizend aanmeldingen binnen en ik was aangenomen! Ik heb er twee jaar kunnen experimenteren met technieken en er een professionaliseringsslag doorgemaakt.ʼ Alhoewel hij wel even moet slikken wanneer een docent, zelf een bekend schilder, opmerkt dat hij maar eens goed over zijn kleurgebruik moet nadenken. ʻIk beperkte me tot een bepaald gamma van heldere kleuren en hij vond dat ik er meer uit kon halen. Achteraf geef ik hem gelijk, want in plaats van me te beperken verdiep ik me tot op de dag van vandaag nog steeds in mijn kleurgebruik.ʼ Tijdens en na de Rijksakademie laat Allart zich in Amsterdam vertegenwoordigen door galerie Serieuze Zaken. Hij hoeft geen moeite meer te doen om zijn werk te exposeren of te verkopen. Vier jaar later geeft hij een boek uit, een overzicht van de periode 1997-2004. ʻMet dit boek wilde ik een bepaalde fase afsluiten. Als een schilderij af is, verkoop ik het eigenlijk direct. In dit boek stonden al mijn werken voor het eerst bij elkaar en kon ik mijn eigen ontwikkeling eens nader beschouwen.
Welke kant wilde ik op? Mijn oude tekenstijl liet ik duidelijk steeds meer los. Mijn schilderijen werden steeds strakker en gedetailleerder –maar zonder details die er niet toe doen. In het begin leek ik vooral bezig met de verf op het doek krijgen en waren mijn schilderijen veel expressiever. Die fase lag achter me.ʼ Het is 2004. Allart is inmiddels 34 jaar oud. Na jaren hard ploeteren is hij technisch tot rijpheid gekomen. De Hollandse landschappen doen hun intrede. ʻDe landschappen in mijn hoofd kwamen op doek ineens ʻuit de verfʼ. Ik was altijd al gefascineerd door schilders als Van Ruysdael en Hobbema en zocht lange tijd naar een manier om landschappen te schilderen zoals ik ze voor me zag. Alleen wist ik niet hoe. Ik ontdekte dat ik eigenlijk alleen geïnteresseerd was in dat wat zich net voor de horizon en op de horizon zelf afspeelde. Kennelijk moet bij mij een idee eerst een tijdje rijpen voordat er iets ontstaat.ʼ Sommige landschappen, zoals de vergezichten op Texel of de rivierlandschappen die hem aan zijn jeugd bij de rivier de Lek doen denken, móet hij gewoon vastleggen. Eerst op foto en dan op doek. Na het op late leeftijd behalen van zijn rijbewijs verruilt hij de trein voor een auto. ʻIn de trein was ik gefixeerd op het landschap waarlangs we reden. Met de auto kon ik zelf de leukste plekjes opzoeken, de karakteristieke en nog niet verziekte Hollandse landschappen. Die typisch Hollandse vergezichten inspireren me.ʼ Hij laat nieuwe invloeden in zijn werk toe, het hoofd vol ideeën over het beoogde eindresultaat. Zonder schets vooraf krijgen zijn gedachten direct vorm op het doek. Nóg strakker wordt de uitvoering. Al schilderend vallen de puzzelstukjes in elkaar. En langzaam ontstaat een kenmerkende ʻAllartʼ: strak, kleurrijk en een typische combinatie van plat en ruimtelijk. Net als bij zijn dierenportretten laat Allart in zijn Hollandse landschappen alle overbodige details weg om tot de kern te komen. Hij zet een zekere verstilling in de ruimte neer, in combinatie met de schoonheid van het landschap. De horizon begint steeds lager en lager. ʻIk vind het spannend om op een gegeven moment nog maar één lijn over te laten. Kijk zelf maar eens naar een landschap, dan zie je toch vooral veel lucht en ruimte en slechts een streep van huizen, boerderijen of fabrieken? De laatste jaren ben ik me meer en meer gaan concentreren op die werkelijkheid.ʼ De liefde voor dieren is gebleven. ʻDieren staan los van landschappen. Bij dieren gaat het naast schoonheid ook om aaibaarheid.ʼ Bepaalde vogels raken Allart bijvoorbeeld diep, zeker ook vanwege hun grafische volmaaktheid. ʻHet grafische is een constante factor in mijn werk. Bij dieren en in landschappen vind ik een bepaalde perfectie die mij aantrekt.ʼ Quotes verstrooien door het boek: Mijn passie voor letters is in de loop der jaren verworden tot een grafisch spel, waarin het weglaten van details de weg vrijmaakt voor de bomen, huizen, landschappen of dieren die een ʻAllartʼ zo typeren.
Vraag mij niet om uit het hoofd een paard te tekenen, ik denk dat mijn dochter Tijs van negen dit veel beter kan. Sommige perspectiefregels lap ik aan mijn laars. Mijn vader ziet altijd direct of het perspectief wel of niet klopt. Maar ik ben nou eenmaal niet geïnteresseerd in de juiste verhoudingen en kies bewust mijn eigen werkelijkheid. De platte werkelijkheid. Al schilderend vallen de puzzelstukjes in elkaar. Ik vereenvoudig de dingen, maar daar tegenover staat de kracht van het detail. Stijl staat voor mij gelijk aan de ontwikkeling die ik zelf doormaak. Op de Rijksakademie kreeg ik als kritiek mee dat ik met mijn schilderijen het publiek wilde behagen. Woedend was ik, maar na een paar dagen draaide ik de kritiek om: behagen zie ik nu als een positieve kwaliteit. Ik schilder niet vanuit politieke of maatschappijkritische overtuiging, maar wil een universele taal uitdragen die mensen ook in Brazilië begrijpen. Ik ben een laatbloeier. Waar ik nu sta had tijd nodig, maar ik vind het geweldig dat ik met mijn schilderijen wat verstilling kan toevoegen aan deze hectische, vluchtige samenleving. tekst: Yvette van Dael 2009 --------------------------------------------------------------------------------------------Jeroen Allart is de Rembrandt van de 21ste eeuw. Hij volgde van 1991 tot en met 1995 onderwijs aan de Rotterdamse Willem de Kooning Academie. Van 1999 tot en met 2000 volgde Allart onderwijs aan de prestigieuze Rijksacademie voor de Beeldende Kunsten te Amsterdam. Zijn schilderijen zijn in diverse collecties opgenomen. Zo heeft de Nederlandse Ambassade op de Antillen, de ambassade in Duitsland en de Ambassade in Ghana zijn werk opgenomen in hun collectie. Zijn werk is opgenomen in particuliere collecties in zowel het binnen- als het buitenland. Het Museum voor Moderne Kunst in Arnhem heeft zijn werk, vanwege de uitzonderlijke klasse, opgenomen in hun collectie. Het is een eer dat Jeroen Allart bereid is om onze school te voorzien van zijn kunst. Maar het cadeau aan de leerlingen beperkt zich niet tot het OLC. In de maanden februari, maart en april (2012) zal Jeroen Allart met regelmaat te zien zijn op de Hugo de Groot. Immers, hij moet zijn grootste uitdaging op de Hugo nog aanvangen. In deze maanden zal Jeroen Allart een schilderij maken van 50 meter bij 6 meter (!). Dit is 300 vierkante meter kunst. Zowel Jeroen Allart als de Hugo de Groot schrijft hiermee geschiedenis. Immers, het wordt het grootste schilderkunstwerk van Rotterdam! tekst: Eric van 't Zelfde 2010
---------------------------------------------------------------------------------------------
It looks very cleaned up, but this the way my desk usually is. I need it like this. I have a lot of collected items in my studio and this is the only way to be / work here is in a “cleaned” up (still messy).” Jeroen Allart (1970) is a Dutch artist who attended Art Academy Rotterdam (Willem de Kooning Academy) and Rijksakademie (Amsterdam). How old is that terrific radio you have at your desk? The radio is from the eighties. I love this kind of radio, itʼs so nicely designed. Especially the new features, like a tape-counter, or this radio-balance-meter. What do you listen to? I listen to Dutch talk programs. After a while, I turn it off and put on my own music. Iʼm a big fan of Lucinda Williams and Johnny Cash, but also listen to Rihanna and Fedde Le Grand. And everything in between. I also swapped my I-phone for a Johnʼs Phone (the golden one). Itʼs really old fashion, but also brand new! Like the old radio on my desk! How do you work? I work after I drop my daughter Tessa to school. 8:50 is coffee time, check my mail, read the newspaper. 10:30 starting to paint. Till 17:00. Everyday the same time. Itʼs not the length of time, but the quality at time. Something like that. Twenty years ago, I worked all day and also in the night. It was a totally new experience, this painting. I had to find out what I was looking for. In the end of the Nineteenʼs there was the beginning off an oeuvre, which fi ts me. So, I donʼt have to struggle anymore. I own your Bird Notecards. Are your birds mostly of Dutch origin? Yes I think so. Or not? I donʼt know actually. I was just looking for really cool birds! However, our ʻDutchʼ birds are also living in Africa, Australia, Iceland or Scandinavia. How did you begin to paint landscape? Did you grow up in the country or take a family trips? I grew up in a small village in Holland. We did everything by bike. Over the holidays, when I was 10 years old, we took the boat to England and cycled to London. The next year was to Germany…and so on. In all those trips, I learned a lot about flat landscapes. It took me thirty years to understand this nice flatness. To bring the essence of the Dutch landscape to my paintings. The Dutch cowboys are back! But who are they? We have 100,000 Dutch Cow Boys here in Holland. Itʼs a cow country! interview: Kate Donnelly 2011 ----------------------------------------------------------------------------------------------------------Landschapsschilderijen van Jeroen Allart. Het zijn grote werken, de meeste hebben een afmeting van 100 bij 100 centimeter. Één vierkante meter landschap dus. Hoewel, als je er eentje aanschaft dan koop je vooral lucht. Strakblauwe of lichtgrijze - wolkenloze - lucht. Slechts een kleine kaarsrechte strook onder in het schilderij is bestemd voor het landschap. Daarin staat hier en daar een boerderij, een molen of een schuur, meestal omgeven door bomen. Ik vind de schilderijen schitterend. Mooier is het moderne landschap van de Lage Landen niet verbeeld. Een herkenbaar uitzicht dat aan je voorbij trekt wanneer je in
de trein of auto zit en door het raam naar buiten kijkt. Jeroen Allart heeft dit landschap vereenvoudigd: de huisjes zijn een paar kleurvlakken, het gras of het weiland bestaat uit twee of drie tinten groen. De lucht wordt nergens onderbroken en is wolkenloos. Op deze manier vormgegeven wordt het landschap nóg mooier dan het al is. tekst: Erwin Reijers 2011 ----------------------------------------------------------------------------------------------------------De zon scheen, de vogels floten en de meisjes in zomerjurken leken speciaal voor de gelegenheid besteld. Kortom, het was een prachtige dag voor de opening van een tentoonstelling van de heldere en ongecompliceerde schilderijen van Jeroen Allart. Allart - die er met zijn gladde hoofd, archetypische bril en de Dr. Martin's, schoen der schoenen, aan zijn voeten uitziet alsof hij zojuist uit een van zijn eigen schilderijen is gestapt - was in een ver verleden grafisch vormgever maar zijn werk overstijgt die vorm en is van een wonderlijke schoonheid. Plaatjes kijken helpt niet, gaat dat zelf zien. tekst: Hinke Schreuders (2003) ----------------------------------------------------------------------------------------------------------What is it with the Netherlands that makes them produce such great artists? Itʼs like how Iceland is crawling with amazing musicians. Itʼs no surprise then that Netherlands artist Jeroen Allart is such a brilliant painter. Simple lines and colors, smooth shadows, huge blank spaces; theyʼre just incredible paintings. Maybe thereʼs just something in me that loves anything reminiscent of mid-century design or the subtle geometries of Art Deco. Allart has both, but coupled with a modern flair. Itʼs the best of all worlds, and it makes my eyes go funny. I want an entire wall painted by him. tekst: 'Strimbello' (2011) ----------------------------------------------------------------------------------------------------------I love these paintings by jeroen allart so much it's almost hard to breath. I love their flatness, their color, their subject matter, their composition. That's all I have to say. Love, pure and simple. tekst: Amanda Briggs (2008) ----------------------------------------------------------------------------------------------------------Iʼve decided to start artist of the month posts. Iʼm a firm believer in using local and original art in decorating so these posts will hopefully provide you with great artists that you can hang in your home! For August, Iʼve chosen artist Jeroen Allart. Heʼs not a local artist (heʼs Dutch) but he is the only artist that I have prints of hanging in my home (everything else is original). I think prints are okay if theyʼre prints of original art. Iʼve actually framed notecards of his paintings that I was given as a gift so theyʼre not even real prints! The effect is still amazing though and the quality of the cards is great. I love the bright colors paired with the modern simple painting style. tekst: flyawayfox 2011 ----------------------------------------------------------------------------------------------------------Een hond, hert of schaap, geschilderd in de bedrieglijk eenvoudige stijl en heldere
kleuren. De eenzame cowboys van Jeroen Allart. Eerst schilderde hij koppen, die hij zelf beschrijft als heroïsch en melancholiek. Om daarvan los te komen nam hij zich voor landschappen te schilderen maar omdat ze er naar zijn zin te leeg uitzagen, zette hij er dieren in. Een hond, hert of schaap, geschilderd in de bedrieglijk eenvoudige stijl en heldere kleuren. In hun eenzaamheid waren de dieren even heroisch en melancholiek als daarvoor de koppen en later zijn matrozen en cowboys. Of kaboois, zoals hij zelf consequent zegt. Stoere kaboois. Zijn die eenzame matrozen en cowboys ook symbool voor de kunstenaar zelf? Het is een teruggetrokken bestaan. Als schilder heb je de eenzaamheid hard nodig. Ik moet soms een hele week in m'n eentje staan te ploeteren om een schilderij af te maken. Een cowboy in het atelier. Ik dweep ook wel een beetje met de romantiek die rond cowboys en zeelieden hangt. Alles klopt aan hun outfit, die heroïsche associaties oproept. Zeeman lijkt me het ideale beroep. Een groot schip. Een half jaar op, een half jaar af. Al die kerels die zich op zee moeten zien te redden. Ik heb ooit nog overwegen naar een rederij te stappen om aan te monsteren, maar dat bleek nog een heel gedoe te zijn. Een zoetwatermatroos, zo zie ik mezelf. Hoe kies je de dieren die je schildert? Waarom schilder je de ene diersoort wel en de andere niet? De aaibaarheidsfactor is bij mij altijd erg hoog. Een dier moet voor mij iets aandoenlijks hebben. Ik zal niet snel een varken schilderen. Of een hagedis, of een krokodil, dieren waarmee ik me niet kan vereenzelvigen. Ik moet zo'n dier willen zijn om het te kunnen schilderen. Sommige vogels bijvoorbeeld zijn zo mooi van zichzelf. Een stern is net een wedstrijdschaatser. Een vorm waaraan alles klopt. Dat zie je niet alleen bij dieren, maar ook bij schepen en vooral bij molens. Die zijn van zichzelf al zo ontiegelijk mooi. Ik streef ernaar een schilderij te maken dat even perfect is als de onderwerpen die ik schilder. De rest komt dan vanzelf: de meerwaarde, de emotie, de tijdloosheid misschien. Maar in eerste instantie gaat het me puur om de esthetische vorm. Wat afleidt van de essentie laat ik weg, de karakteristieken vergroot ik uit. Bij vogels schilder ik geen afzonderlijke veren, om te voorkomen dat het schilderij al te naturalistisch wordt. Ik ben er schaamteloos op uit om de kijker te behagen. Dat is mijn kracht, denk ik. Mijn werk appelleert aan instinctie die mensen hebben geleerd te wantrouwen. Althans, in de kunst. En daarbij ga ik een flinke dosis vrolijkheid niet uit de weg. Die dient tegelijk als tegenwicht voor de melancholie die niet uit mijn werk is te bannen. Heb je een voorkeur voor kleur? Een vergeeld oudhollands blauw. Een zelfde tint gebruik ik vaak in mijn schilderijen: het hemelsblauw van vergeelde ansichtkaarten. tekst: Pieter van Oudheusden (2004) ----------------------------------------------------------------------------------------------------------De schilderijen van Jeroen Allart (1970) zijn een verademing. over zijn werk hoef je als toeschouwer niet lang na te denken, hier is direct duidelijk wat de kunstenaar je wilt laten zien: de kop van een lepelaar bijvoorbeeld, een lammetje of zoiets als een volgeladen containerschip. Allart heeft niets met conceptuele kunst. sterker nog, hij is van mening dat kunst (of kunstenaar) en toeschouwer de laatste decennia veel te ver uit elkaar zijn gedreven. Hij brengt alles weer onder een noemer. allart schildert alleen die dingen, die hem persoonlijk boeien. dingen waar hij een bepaalde schoonheid in ziet en die hij graag wil laten zien. Daartoe
bestudeert hij zijn onderwerpen grondig om ze vervolgens zo rudimentair mogelijk weer te geven. Dat is zijn kracht. Hij schildert onderwerpen vaak tegen een strakke eenkleurige achtergrond. Eerder schilderde deze kunstenaar mannen met stoere beroepen als brandweerman en cowboy. Momenteel hebben dieren en schepen zijn aandacht. De afgelopen twee jaar heeft allart op de Rijksakademie geëxperimenteerd met twee andere disciplines: keramiek en beeldhouwkunst. Bij zijn beelden, die opgebouwd zijn uit hout en vervolgens voorzien zijn van een strakke en glanzende laag kleurige verf, gaat hij op een vergelijkbare wijze te werk als tijdens het schilderen. Voor een meeuw bijvoorbeeld brengt hij een bezoek aan de collectie van Naturalis, het natuurhistorisch museum in leiden, waar hij verschillende meeuwensoorten bekijkt en tekent. Zijn uiteindelijke beeld is dan ook samengesteld uit de essentie van drie verschillende soorten. Daarin volgt hij het spoor van Paulus Potter die zijn beroemde stier ook uit meerdere voorbeelden opbouwde. Zowel Allarts schilderijen en beelden doen in hun eenvoud denken aan prentboeken en kindertekeningen. hoewel Allart niet perse kindertekeningen en prentkunst wil maken, zoekt hij in zijn uitvoering deze overeenkomst bewust op. Toch zijn zijn onderwerpen uiteindelijk net even te gecompliceerd om voor 'kinderkunst' door te gaan. Dat geld ook voor de tegeltableaus, die een combinatie lijken te zijn van stripfiguren en oeroude spreekwoorden en gezegden. Op het eerste gezicht vertrouwd en bekend, bij nader inzien blijken het lang niet allemaal officiële spreekwoorden te zijn - de helft is door de kunstenaar zelf verzonnen - en bovendien is die komieke vogel erbij een vreemde eend in de bijt. Het voelt vertrouwd en herkenbaar wat allart doet en bovendien is zijn werk vaak geestig. dat brengt die verademing teweeg! Tekst: Sandra Spijkerman (2002) -----------------------------------------------------------------------------------------------------------