TEKENINGENEN MODELLENRECHT
Hendrik Vanhees U.Antwerpen/U.Gent
1
BESCHERMINGSMOGELIJKHEDEN - Beneluxmodel - Gemeenschapsmodel (niet-ingeschreven en/of ingeschreven)
2
HET BENELUXMODEL Bronnen - Benelux-Verdrag van 25 februari 2005 inzake de intellectuele eigendom (merken en tekeningen of modellen) (BVIE) (gevolgen Beneluxwetgeving)
- Modellenrichtlijn 13 oktober 1998
- Wetboek Economisch Recht (Boek I, XV, XVII) 3
HET BESCHERMDE VOORWERP - Volledig geharmoniseerd - Tekening of model = het uiterlijk van een voortbrengsel of een deel ervan - een tekening (2 D) of model (3 D) - Wat moet men nu verstaan onder: 1. het ‘uiterlijk’ 2. van een ‘voortbrengsel’?
4
Het ‘UITERLIJK’ - Uiterlijk: twee- en/of driedimensionaal
5
- het uiterlijk wordt afgeleid uit de kenmerken van met name: -
de lijnen (2 D) de omtrek (3 D) de kleuren (nooit op zich) de vorm (3 D) de textuur (via tast waarnemen of visueel) - de materialen (eerder via tast waarneembaar) van het voortbrengsel zelf en/of de versiering ervan
6
- Bescherming voor een concreet uiterlijk - Geen bescherming voor ideeën - Geen bescherming voor kleuren op zich
- Wat met stijl? - kan deel uitmaken van algemene indruk model - niet op zich
7
- Het moet gaan om het uiterlijk van een afgewerkt voortbrengsel (dus geen plans/ontwerpen)
8
- Moet het uiterlijk zichtbaar zijn? JA (ook indien waarneming via hulpmiddelen moet gebeuren (bijv. vergrootglas) )
9
Het uiterlijk van een ‘VOORTBRENGSEL’
10
- Een voortbrengsel = - elk op industriële of ambachtelijke wijze vervaardigd voorwerp (2 D of 3 D) - met inbegrip van o.a. - onderdelen die tot een samengesteld voortbrengsel moeten worden samengevoegd - verpakkingen - uitvoering - grafische symbolen - typografische lettertypen
(niet computerprogramma’s)
11
- Een voortbrengsel moet geen fysieke eenheid
(bijv. inrichting hotelkamer, restaurant, keuken)
12
- het uiterlijk van een volledig voortbrengsel of het uiterlijk van een deel van een voortbrengsel (deel of onderdeel)
13
- onbelangrijk de functie van het voortbrengsel (gebruik of louter decoratief)
14
DE BESCHERMINGSVOORWAARDEN - volledig geharmoniseerd - Nieuwheid + - Eigen karakter - Afzonderlijk te beoordelen, maar cumulatief vervuld!
15
NIEUWHEID - een tekening of model is nieuw indien geen identieke tekening of identiek model voor het publiek beschikbaar is gesteld voor de depot- of voorrangsdatum (geen in tijd beperkte beoordelingstermijn) Opm: objectieve nieuwheid
16
- Tekeningen of modellen zijn identiek wanneer ze daadwerkelijk identiek zijn of wanneer de kenmerken slechts in onbelangrijke details verschillen - onbelangrijke details: details die niet onmiddellijk waarneembaar zijn en waardoor er dus geen verschillen, zelfs geen geringe, tussen die modellen zullen ontstaan
17
- Beoordeling nieuwheid door vergelijking tekening die of model dat men wil beschermen met andere individuele tekeningen en modellen (vergelijking in hun geheel en dus niet kenmerk per kenmerk)
18
- Moet men bij vergelijking rekening houden met concrete voortbrengsel? o.i. moet dit mee in de vergelijking worden betrokken (vgl. tussen voortbrengselen behorend tot dezelfde sector)(cf. beschikbaarstelling voor het publiek = kijken naar ingewijden in de betrokken sector)
19
EIGEN KARAKTER - er is een eigen karakter wanneer de algemene indruk die de tekening of het model bij de geïnformeerde gebruiker wekt verschilt van de algemene indruk die bij die gebruiker wordt gewekt door tekeningen of modellen die voor het publiek beschikbaar zijn gesteld voor de depot- of voorrangsdatum
20
- Via test eigen karakter wil men publiek niet beschermen tegen verwarring (deze bescherming wordt door nieuwheid geboden). Men wil vermijden dat (kleine) wijzigingen recht op bescherming geven. =>Voor bezit eigen karakter moet er een scheppingsdaad zijn die een afstand met bestaande modellen creëert.
21
- Vergelijking tussen modellen in hun geheel: vergelijking tussen gelijkenissen en verschilpunten, waarbij onderzocht wordt of verschilpunten opwegen tegen gelijkenissen
- Geen eigen karakter als algemene indruk hetzelfde is (‘déjà vu’) - Vergelijking met andere individuele modellen (!), en niet met het vormgevingserfgoed (= combinatie van gekende tekeningen en modellen)
22
- Bij beoordeling eigen karakter moet men rekening houden met: * de mate van vrijheid van de ontwerper bij de ontwikkeling van de tekening of het model * en met de aard van het voortbrengsel waarop of waarin de tekening of het model wordt toegepast en met de bedrijfstak waarmee het verbonden is.
23
- De beoordeling van het eigen karakter gebeurt vanuit de ‘geïnformeerde gebruiker’ - is gebruiker. Hij gebruikt het voortbrengsel in overeenstemming met de doelstelling ervan (overeenkomstig normale gebruiksfunctie) Hij is geen: - fabrikant of verkoper van de voortbrengselen - gemiddelde consument die geen enkele specifieke kennis bezit - ontwerper of technisch expert 24
Hij is een ‘geïnformeerde’ gebruiker: - Een tussencategorie tussen de gemiddelde consument uit het merkenrecht die geen specifieke kennis bezit en de merken in de regel niet rechtstreeks vergelijkt en de vakman met grondige technische deskundigheid
- Hij is een gebruiker die in hoge mate aandachtig is: * hetzij door persoonlijke ervaring * hetzij door uitgebreide kennis van de sector
25
- aandachtsniveau: hij is niet de redelijk geïnformeerde omzichtige en oplettende gemiddelde consument die een model als geheel waarneemt en niet op de verschillende details let, maar hij is ook niet de vakman die in detail de minieme verschillen die mogelijkerwijs tussen modellen bestaan kan onderscheiden
- hij kent de in de sector bestaande verschillende modellen - Hij bezit kennis m.b.t. de elementen die deze modellen over het algemeen bezitten
26
- Door zijn belangstelling voor de betrokken voortbrengselen geeft hij blijk van een vrij hoog aandachtsniveau bij gebruik
- De geïnformeerde gebruiker weet wel niet welke aspecten van het uiterlijk technisch bepaald zijn
27
- De ‘geïnformeerde gebruiker’ kan bestaan uit verschillende groepen: als bij één groep er eenzelfde algemene indruk ontstaat dan kan van een eigen karakter geen sprake zijn
28
- De beoordeling van het eigen karakter gebeurt rekening houdend met de wijze waarop het voortbrengsel wordt gebruikt: die onderdelen die minder zichtbaar zijn hebben geen grote impact op de waarneming van de geïnformeerde gebruiker
29
- Ook bij beoordeling eigen karakter vergelijking tussen tekeningen en modellen behorend tot dezelfde sector
30
Tekeningen en modellen die voor het publiek beschikbaar zijn gesteld Dit is het geval wanneer zij: -
gepubliceerd na inschrijving op andere wijze gepubliceerd tentoongesteld in handel gebracht anderszins (bijv. mondeling) openbaar gemaakt
31
- tenzij deze feiten bij een normale gang van zaken redelijkerwijs niet voor de depot- of voorrangsdatum ter kennis kon zijn gekomen van ingewijden in de betrokken sector die in E.U. of EER werkzaam zijn (bewijs door hem die bescherming zocht)
32
Ingewijden: = eenieder die deel uitmaakt van de betrokken sector (bijv. ontwerper, vaklieden, beroepskringen, verkopers en gebruikers)
= collectief geheugen model verdwenen uit collectief geheugen is geen belemmering
33
- bekendheid (kennis) is niet vereist in gehele EU of EER - herkomst bekendheid onbelangrijk
34
Bij beoordeling nieuwheid en eigen karakter houdt men geen rekening met volgende openbaarmaking - beschikbaarstelling is geschied door ontwerper, zijn rechtverkrijgende of een derde op grond van door de ontwerper of diens rechtverkrijgende gestelde (positieve) handelingen binnen 12 maanden voorafgaand aan depot- of voorrangsdatum (termijn van respijt) (doel o.a. testen) 35
- beschikbaarstelling ten gevolge van misbruik (bijv. diefstal of spionage) binnen 12 maanden voorafgaand aan depot- of voorrangsdatum
36
De bescherming van onderdelen - onderdeel (samenstellend deel) is bestemd om tot samengesteld voorwerp te worden samengesteld. - samengesteld voortbrengsel = voortbrengsel dat uit meerdere onderdelen bestaat die vervangen kunnen worden zodat het voortbrengsel uit elkaar gehaald en in elkaar gezet kan worden
37
Voor bescherming onderdelen - zij moeten nieuw + eigen karakter + - het onderdeel moet, bij verwerking in het samengestelde voortbrengsel, bij normaal gebruik v/h voortbrengsel zichtbaar zijn (=> geen bescherming interne delen (vb. onder de motorkap))
38
+ - zichtbare kenmerken onderdeel moeten nieuw en eigen karakter - De geïnformeerde gebruiker moet bepaald worden tijdens het normale gebruik van het samengesteld voortbrengsel waarin het onderdeel geïncorporeerd is - Beoordeling eigen karakter moet gebeuren tijdens het normale gebruik van het samengestelde voortbrengsel, en dit door de uiteindelijke gebruiker
39
Opm. - normaal gebruik = gebruik door eindgebruiker (geen onderhoud of reparatie) - er moet bij normaal gebruik geen zichtbaarheid te allen tijde
40
Problematiek reparatieonderdelen - reparatieonderdelen: dit zijn onderdelen die niet alleen technisch moeten passen, maar waarvan uiterlijk ook volledig identiek het moet identiek aan origineel (must matchonderdeel)
41
In Benelux kan je onderdeel deponeren, maar het kan het niet beschermd worden als reparatieonderdeel (geen verzet mogelijk tegen productie, verkoop en ander gebruik voor reparatiedoeleinden)
42
Uitgesloten van bescherming 1. wanneer de uiterlijke kenmerken van een voortbrengsel uitsluitend door een technische functie worden bepaald
43
2. Wanneer de uiterlijke kenmerken van een voortbrengsel noodzakelijkerwijze in precies dezelfde vorm en afmetingen moeten worden gereproduceerd om het voortbrengsel waarin de tekening of het model verwerkt is of waarop het toegepast is, mechanisch met een ander voortbrengsel te kunnen verbinden of om het in, rond of tegen een ander voortbrengsel te kunnen plaatsen, zodat elk van beide voortbrengselen zijn functie kan vervullen (must fit-elementen) (verbindingsstuk / verbindingsmodel) 44
uitz. tekening die of model dat tot doel heeft binnen een modulair systeem de meervoudige samenvoeging of verbinding van onderling verwisselbare voortbrengselen mogelijk te maken = toch bescherming (vb. lego, duplo, enz.)
45
3. tekeningen en modellen die strijdig zijn met de openbare orde of goede zeden
46
Hoe verkrijgt men bescherming Door inschrijving van een depot - depot verricht bij BBIE (Benelux-depot) - depot bij Internationaal Bureau voor de Bescherming van de Industriële Eigendom te Genève (internationaal depot)
47
Beneluxdepot - te Brussel (D.I.E.) of te Den Haag (BBIE) - onderzoek vormvereisten - depotdatum - centralisatie te Den Haag (BBIE) - geen inhoudelijk onderzoek uitz.: openbare orde & goede zeden - inschrijving in register - publicatie inschrijving
48
- men kan opschorting publicatie vragen met max. 12 maanden (vanaf depotof voorrangsdatum) - ook opschorting publicatie bij tekeningen- en modellen strijdig met openbare orde en goede zeden - recht van voorrang (6 maanden)
49
Duur bescherming - volledig geharmoniseerd - 5 jaar vanaf depotdatum - 4 x verlengbaar - max. 25 jaar (nieuwe duur geldt vanaf 28 oktober 2001)
50
- Zelf agenda bijhouden daar men zich niet kan beroepen op niet-verzenden of nietontvangen van kennisgeving BBIE
51
De rechthebbende - hij die deponeert - wie mag deponeren? De ontwerpers: • werkelijke ontwerper (hij die inspanning levert tot creatie) of rechtsopvolgers • werkgever of opdrachtgever = als ontwerpers beschouwd
52
- Werkelijke ontwerper: * hij die inspanning levert tot creatie
53
Werkgever wordt als ontwerper beschouwd als: - model gecreëerd wordt in uitoefening functie (restrictieve interpretatie: band tussen model en taak) - er geen andersluidend beding is
54
Opdrachtgever wordt als ontwerper beschouwd wanneer: - bestelling gedaan is met oog op gebruik in handel of nijverheid van het voortbrengsel waarin het model is opgenomen (ontwikkeling standaardmodel met oog op vervaardiging en verhandeling op industriële schaal in bedrijf opdrachtgever of met zijn toestemming) (niet voor particuliere doeleinden) - Er geen andersluidend beding bestaat 55
Cumulatie van bescherming - via auteursrecht - via andere beschermingssystemen
56
Cumulatie auteursrecht en modellenrecht
- Zijn twee los van elkaar bestaande rechten - Art. 3.28 BVIE bevat vermoedens i.v.m. houderschap rechten (men wil beide rechten zoveel mogelijk in zelfde handen)
57
Art. 3.28 BVIE - Door ontwerper verleende toestemming tot depot houdt overdracht auteursrecht in (onweerlegbaar vermoeden): overdracht auteursrecht geldt voor toepassing of verwerking van creatie op of in model dat wordt gedeponeerd (geen overdracht voor andere toepassingen)
58
- Vermoeden dat deposant houder is van auteursrecht (geldt slechts t.o.v. derden en weerlegbaar vermoeden voor auteur): echte auteur of zijn rechthebbende kan steeds tegendeel bewijzen Vermoeden geldt slechts voor toepassing creatie op het model
59
- Overdracht auteursrecht houdt overdracht modelrecht in, en omgekeerd (overdracht auteursrecht uit hoofde BVIE en geldt slechts voor auteursrecht toegepast op het model) (overdracht modelrecht onder levenden moet schriftelijk + inschrijving bij BBIE)
60
Wie bezit auteursrecht als werkgever of opdrachtgever de ontwerper van het model is? de werkgever of opdrachtgever, behoudens andersluidend beding Het gaat slechts over auteursrecht toegepast op het model
61
De rechten op een tekening of model Opm: 1. het rechtscheppend moment in het tekeningen- en modellenrecht is de inschrijving van het depot 2. rechten volledig geharmoniseerd 3. verbodsrechten en exclusieve rechten
62
houder kan zich verzetten tegen het gebruik zonder zijn toestemming van een voortbrengsel waarin zijn tekening of model is toegepast of verwerkt en dat hetzelfde uiterlijk vertoont dan wel bij de geïnformeerde gebruiker geen andere algemene indruk wekt, rekening houdend met de vrijheid van de ontwerper
63
gebruik = o.a. vervaardigen aanbieden in handel brengen verkopen leveren verhuren invoeren uitvoeren tentoonstellen gebruiken voor één van de genoemde handelingen in voorraad hebben
64
• inbreuk criterium: – hetzelfde uiterlijk – uiterlijk dat bij geïnformeerde gebruiker geen andere VISUELE algemene indruk wekt (geen verwarringsgevaar vereist)
• vergelijking tussen 2 concrete modellen (vergelijking met beschermde model zoals ingeschreven (!))
• vergelijking modellen in hun geheel (niet toespitsen op details)
65
• probleem: vertrekken vanuit een concreet voorwerp waarop of waarin model zich bevindt? Gelet op feit dat de beoordeling geschiedt vanuit oogpunt geïnformeerde gebruiker: hij relateert tekening of model aan een voortbrengsel of bedrijfstak: hij is geïnformeerd m.b.t. tekeningen en modellen in een bepaalde productmarkt
66
o.i.: algemene indruk kan alleen bepaald worden in relatie met de aard van het product of de relevante industriële sector waartoe het product behoort
67
- Bij beoordeling inbreuk moet rekening worden gehouden met de vrijheid van de ontwerper bij het ontwikkelen van zijn model (vb. toetsenbord PC) - Beoordeling inbreuk vanuit het oogpunt van de geïnformeerde gebruiker: hij heeft verhoogde kennis, en dus is er minder snel inbreuk (ziet sneller verschilpunten)
68
De beperkingen op de rechten • handelingen in particuliere sfeer en voor niet-commerciële doeleinden (vb. eigen en persoonlijk gebruik) • handelingen voor experimentele doeleinden • handelingen bestaande in de reproductie ter illustratie of ten behoeve van onderwijs • uitz. i.v.m.(lucht)vaartuigen • problematiek reparatieonderdelen 69
• communautaire uitputting • recht van voorgebruik
70
Overdracht en licentie Kan los van onderneming/handelsfonds overdracht: - Schriftelijk onder levenden (op straffe nietigheid) - inschrijving bij BBIE van depot van uittreksel akte of door partijen ondertekende verklaring (voor tegenstelbaarheid derden) - voor gehele Benelux (voor overdracht en overgang)
71
Licentie: -
kan mondeling Kan voor deel Benelux inschrijven bij BBIE Houder kan op basis van BVIE optreden tegen licentiehouder die handelt in strijd met bepalingen licentieovereenkomst inzake - duur - de door inschrijving gedekte vorm model - de voortbrengselen - kwaliteit
72
Het einde van het modelrecht -> verval: ex nunc -> nietigheid: ex tunc
73
Het verval - vrijwillige doorhaling inschrijving Benelux-depot
(er mogen geen rechten van derden bestaan die bij overeenkomst zijn vastgelegd (bijv. licentie, pand, beslag) of in rechte worden vervolgd en ter kennis zijn gebracht van BBIE)
74
- verstrijken duur inschrijving Benelux-depot (mogelijkheid tot vernieuwing tot 6 maanden na verstrijken geldigheidsduur, maar definitief gedaan na max 25 jaar)
- verstrijken duur inschrijving internationaal depot (mogelijkheid tot vernieuwing tot 6 maanden na verstrijken geldigheidsduur, maar definitief gedaan na max 25 jaar)
75
- afstand rechten voor Benelux, inzake een internationaal depot verklaring gericht tot Bureau van Internationale Unie (er mogen geen rechten van derden bestaan die bij overeenkomst zijn vastgelegd (bijv. licentie, pand, beslag) of in rechte worden vervolgd en ter kennis zijn gebracht van BBIE)
76
- ambtshalve doorhaling internationaal depot (niet tijdig betalen taksen)
77
- Verval geldt voor gehele Benelux - Verval heeft betrekking voor model in geheel
78
Nietigverklaring inschrijving depot - strijdigheid met ouder model, dat na depot- of voorrangsdatum, voor het publiek beschikbaar is gesteld, maar vanaf een aan deze datum voorafgaand tijdstip wordt beschermd (Vb. beroep op opschorting publicatie) (o.i. beroep door zowel houder als deposant van Beneluxmodel, Gemeenschapsmodel of internationaal depot) 79
• in tekening of model wordt gebruik gemaakt van een ouder merk (Benelux- of Gemeenschapsmerk) zonder toestemming (*) in te roepen door houder ouder merk die bijgevolg zowel inbreuk op zijn merkrecht als nietigverklaring model kan inroepen
80
• in tekening of model wordt gebruik gemaakt van een bestaand auteursrechtelijk beschermd werk zonder toestemming (*) in te roepen door houder auteursrecht die bijgevolg zowel inbreuk op zijn auteursrecht als nietigverklaring model kan inroepen (*)
81
- tekening of model vormt oneigenlijk gebruik van de in art. 6ter Unieverdrag van Parijs genoemde zaken (misleiding omtrent bestaan verband tussen gebruiker en organisatie)(*) (in te roepen door belanghebbende)
82
• tekening of model in strijd met openbare orde of goede zeden van één van de Beneluxlanden (*) in te roepen door iedere belanghebbende (bijv. concurrent of gedaagde in een inbreukprocedure) en OM
83
- kenmerkende eigenschappen tekening of model blijken onvoldoende uit het depot Kan deze nietigheidsgrond nog behouden blijven?
84
- betreft geen tekening of model (iedere belanghebbende + OM)(*) - niet voldoen beschermingsvoorwaarden (iedere belanghebbende + OM)(*)
85
- uiterlijk wordt uitsluitend bepaald door technische functie (iedere belanghebbende + OM)(*) - Verbindingsstuk (iedere belanghebbende + OM)(*) - ten onrechte verricht depot (enkel door ontwerper)
86
- Men vordert de nietigheid van de inschrijving van het depot - Via zelfstandige vordering of reconventionele vordering - Rechter spreekt ambtshalve doorhaling uit van nietigverklaarde inschrijving
87
- Nietigheid heeft in de regel betrekking op gehele tekening of geheel model
88
voor sommige nietigheidsgronden (*) kan het model worden gehandhaafd in gewijzigde vorm als het in die gewijzigde vorm aan de beschermingsvoorwaarden voldoet en het zijn identiteit behoudt (via niet al te ingrijpende wijziging wordt de oorzaak van de nietigheid weggenomen) (men mag niet kunnen optreden tegen inbreuken waartegen men voorheen niet kon optreden)
89
Het Gemeenschapsmodel Bron * Verordening (EG) nr. 6/2002 van de Raad van 12 december 2001 betreffende Gemeenschapsmodellen
90
Het ingeschreven Gemeenschapsmodel Opm: 1. Bij inschrijving enkel controle of het wel een model is, en er geen strijdigheid met openbare orde en goede zeden 2. Nietigheid enkel bij BHIM of reconventioneel bij Rb Gemeenschapsmodel
91
3. Bestrijding inbreuk slechts bij Rb. Gemeenschapsmodel
92
Het niet ingeschreven Gemeenschapsmodel Opm: 1. Slechts drie jaar bescherming 2. Art. 19, lid 2 Vo GM: Men kan optreden tegen gebruik als dit voortvloeit uit namaak Geen namaak, indien gebruik voortvloeit uit onafhankelijk scheppend werk, door ontwerper van wie mag worden aangenomen dat hij model niet kende
93