U I T G A V E
V A N
H E T
B U R E A U
V O O R
DE
I N D U S T R I Ë L E
E I G E N D O M
J A A R R E G I S T E R
Bijblad bij I N D E X
V A N
2 0 0 1
De Industriële Eigendom R E G I S T E R S
Artikelen en noten Actualiteiten Officiële mededelingen Berichten Zakenregister Register van beslissingen van de rechter en de Octrooiraad (incl. Bureau I.E.) gerangschikt naar het college Register van beslissingen van de rechter gerangschikt naar de partijen Register van beslissingen van de Octrooiraad (incl. Bureau I.E.) en de rechter gerangschikt naar wetsartikel A Beslissingen van de Octrooiraad (incl. Bureau I.E.) I Rijksoctrooiwet (1910) II Rijksoctrooiwet 1995 UI Uitvoeringsbesluit ROW 1995 B Beslissingen van de rechter Rijksoctrooiwet (1910) Ia Ib Wijzigingswet 1987 Ie Rijksoctrooiwet 1995 ld Europees Octrooi Verdrag Ie E.G.-Verordening 1610/96 Ha Benelux Merkenwet Ilb Uitvoeringsreglement Benelux Merkenwet
474 474 474 475 476
497 500
503 503 504 504 509 509 511 511 512 520
lic Ha lil
Merkenrichtlijn 89/104/EG Verordening Gemeenschapsmerk Benelux Tekeningen- en Modellenwet Handelsnaamwet IV Va Auteurswet 1912 vb Europese Richtlijn 96/9/EG van 11 maart 1996, (Pb. L.77/20, betreffende de rechtsbescherming van databanken) VI Domeinnamenrecht vn Burgerlijk Wetboek Villa E.G.-Verdrag vinb Piraterijverordening IX E.G.-Executieverdrag (EEX) X Unieverdrag van Parijs XI TRIPs-verdrag xn EVRM xm Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering XIV Nederlands IPR Wetgeving Boekbesprekingen Ontvangen Boeken
520 521 521 522 523
527 527 527 530 531 531 531 53i 532 532 532 533 533 533
L A D
A R T I K E L E N
EN
Mr. S. J. R. Bostyn, Ik denk, dus ik krijg een octrooi - , Het sprookje is uit (EG Hof beslissing inzake Biotechnologie-richtlijn) Prof. mr. J.J. Brinkhof, Beslechting van octrooigeschillen in Europa. Over droom, werkelijkheid en verbeelding Prof. mr. L. Van Bunnen, Een inbreukactie op grond van niet uitgeputte auteursrechten kan een misbruik van machtspositie opleveren, noot onder Gerecht van eerste Aanleg van de Europese Gemeenschappen, 16 dec. 1999, nr. 72 Dr. Ph. Jacobs en Prof. dr. G. van Overwalle, Octrooien op genen: een alternatieve benadering - , Naschrift op de reactie van dr. B. Swinkels Mr. P.A.C.E. van der Kooij, Naar een EG-Richtlijn Kwekersrecht? Prof. mr. C.J.J.C. van Nispen, Verhouding gemeenschapsmerk en het nationale recht Prof. dr. G. van Overwalle en Dr. Ph. Jacobs, Octrooien op genen: een alternatieve benadering - , Naschrift op de reactie van dr. B. Swinkels Prof. mr. A.A. Quaedvlieg, Zijn tekeningen geschriften? noot onder Hof Leeuwarden, 22 sept. 1999, nr. 60 - , Auteursrechtelijke bescherming voor uitgewerkte ideeën, noot onder Hof Amsterdam, 9 dec. 1999, nr. 87 - , Auteursrecht op scheepsrompen en IPR, noot onder Pres. Rechtbank Rotterdam, 30 dec. 1999, nr. 80
I N D U S T R I Ë L E
E I G E N D O M
N O T E 77-88 392/9
436/9
337/9 115/6 221/2 187/9 346-351 115/6 221/2
290
424
- , Ideebescherming, noot onder Pres. Rechtbank Amsterdam, 9 dec. 1999, nr. 94 Dr. J. C. Rasser, Towards greater certainty: the Festo ruling and beyond Mr. S.J. Schaafsma, Industriële Eigendom en de Haagse Conferentie voor Internationaal Privaatrecht; Over het Haagse ontwerp-verdrag, torpedo's en exclusieve rechtsmacht Prof. mr. J.H. Spoor, Ompakken door apothekers, noot onder Rechtbank 's-Gravenhage, 28 juni 2000, nr. 8 - , Vaststellen van verwarringsgevaar, noot 1 onder Hof van Justitie E. G., 22 juni 2000, nr. 9 - , Verwarringsgevaar in enge of in eigenlijke zin?, noot 2 onder Hof van Justitie E.G., 22 juni 2000, nr. 9 Mr. P.J.M. Steinhauser, Inventieve combinatie van op zich bekende maatregelen, noot onder Rechtbank 's-Gravenhage, 8 nov. 2000, nr. 28 - , De verwijtbare verwording tot soortnaam, noot onder Rechtbank Utrecht, 26 april 2000, nr. 29 - , Rechtshandhaving op basis van een nog niet ingeschreven depot, noot onder Rechtbank 's-Hertogenbosch, 7 maart 2000, nr. JJ - , Voorlopige beoordeling van de nietigheid van een octrooi in kort geding, noot onder Pres. Rechtbank 's-Gravenhage, 10 okt. 2000, nr. 54 Dr. B. Swinkels, Octrooien op genen: reactie op het artikel van prof. dr. G. van Overwalle en dr. Ph. Jacobs
467 157-160
151/7
39 65
66
166 168
363
272
220/1
377
A C 'T U A L I T E I T E Aansprakelijkheid houder registratie-octrooi voor desbewustheidsexploten (II) (C. v. N.) Bundespatentgericht stelt het Europese Hof vragen van uitleg over vormmerken (D. W. F. V.) Conclusie A-G Jacobs in Nederland tegen Biotechnologie-richtlijn (C. v. N.) Europese Hof kent geen directe werking toe aan art. 50 TRIPs-verdrag voor Europees aangepakte i.e.-onderwerpen (D.W.F. V.) Gerecht van eerste aanleg over het talenregime van de Gemeenschapsmerkenverordening, Het (Br.) Hoge Raad stuurt kleurmerkzaak naar Luxemburg (J.L.D.)
O F F I Cl
E L E
M E D
Akte van Genève bij de Overeenkomst van 's-Gravenhage, Toetreding door Roemenië Armenië, bekrachtigt de Schikking van Madrid Besluit tot wijziging van het Octrooireglement en het Uitvoeringsbesluit ROW 1995 (i.v.m. omrekening naar euro) Benoeming tot Buitengewoon lid van de Octrooiraad Berner Conventie, Toetreding door Joegoslavië Bulgarije, toegetreden tot de Classificatie Overeenkomst van Straatsburg
391 295 219
3-4
251/2
Hoge Raad stelt vragen van uitleg aan het Hof van Justitie over klankmerken, De (Br.) Nieuw arrest HvJEG over artikel 50(6) TRIPsVerdrag (C. v. N.) Nieuw merkenrecht in de Nederlandse Antillen (D.W.F. V.) Ondubbelzinnige toestemming nodig bij parallelimport (C. v. N.) Verstrekkende uitspraak van het HvJEG in de Baby-dry zaak (Br.) Wetsontwerp vergelijkende reclame ingediend (D.W.F.V.)
252 343/4 31/2 435 344/5 75/6
76
E D E L I N G E N 292 388
385 431 388 28
-, -, -, -,
toegetreden tot de Overeenkomst van Nice 28 toegetreden tot de Overeenkomst van Locarno 28 toegetreden tot de Overeenkomst van Wenen 28 toegetreden tot de Schikking van Madrid en Protocol 292 Bureau voor de Industriële Eigendom, Personeel 28,71,112,148,150, 216, 248,292,340,385,431,471 - , Sluiting van het 28,112,148,184, 216,431,471 - , Sluiting Leeszaal 388,431,471 Centrale Afdeling Octrooiraad, Wijziging 431
B I J B L A D
I N D U S T R I Ë L E
Classificatie-Overeenkomst van Straatsburg, Toetreding door Bulgarije 28 -, Toetreding door Mongolië' 216 Colombia, toegetreden tot het Verdrag tot samenwerking inzake octrooien (PCT) 28 Ecuador, toegetreden tot het Verdrag tot samenwerking inzake octrooien (PCT) 148 Equatoriaal Guinea, toegetreden tot het Verdrag tot samenwerking inzake octrooien (PCT) 216 Europees Octrooiverdrag (EOV), herziening 432 Ierland, toegetreden tot de Schikking van Madrid 388 Joegoslavië, toegetreden tot het Verdrag tot oprichting van de Wereldorganisatie voor de Intellectuele Eigendom, Stockholm en andere internationale verdragen 388 Mexico, toegetreden tot het Verdrag van Boedapest 112 -, toegetreden tot de Overeenkomst van Nice 112 Mongolië, toegetreden tot de Classificatie Overeenkomst van Straatsburg 216 -, toegetreden tot de Overeenkomst van Nice 216 -, toegetreden tot de Schikking van Madrid en Protocol 216 Mozambique, toegetreden tot de Overeenkomst van Nice 472 Octrooigemachtigde, Register van -n 71,148,184,248, 340,431 71,248 -, Nederlands examen resp. proeve voor 28 -, Orde van -n Overeenkomst inzake erkenning voorrang octrooien 471 Overeenkomst van Den Haag, Toetreding door Joegoslavië Overeenkomst van Lissabon, Toetreding door Joegoslavië 28 Overeenkomst van Locarno, Toetreding door Bulgarije 216 -, Toetreding door Mongolië -, Toetreding door Joegoslavië 388 Overeenkomst van Nice, Toetreding door Bulgarije 28 -, Toetreding door Santa Lucia en Mexico 112 -, Toetreding door Mongolië 216 -, Toetreding door Joegoslavië 388 -, Toetreding door Uzbekistan en Mozambique 472 Overeenkomst van Straatsburg, Toetreding door Uzbekistan 472
G E N D O M
Overeenkomst van Wenen, Toetreding door Bulgarije -, Bekrachtiging door Slovenië -, Toetreding door Santa Lucia Roemenië, toegetreden tot de Akte van Genève bij de Overeenkomst van 's-Gravenhage Santa Lucia, toegetreden tot de Overeenkomst van Nice Schikking van Madrid en Protocol, Toetreding door Mongolië -, Bekrachtiging door Armenië -, Toetreding door Bulgarije -, Toetreding door Ierland -, Toetreding door Zambia -, Toetreding door Joegoslavië -, Toetreding door Wit-Rusland Termijnen onder de Rijksoctrooiwet 1910 Uzbekistan, toegetreden tot de Overeenkomst van Nice -, toegetreden tot de Overeenkomst van Straatsburg Verdrag van Boedapest, Toetreding door Mexico -, Toetreding door Wit-Rusland -, Toetreding door Joegoslavië -, Toetreding door India Verdrag tot samenwerking inzake octrooien (PCT), Toetreding door Colombia -, Toetreding door Ecuador -, Toetreding door Equatoriaal Guinea -, Toetreding door Filippijnen -, Toetreding door Joegoslavië -, Toetreding door Oman -, Toetreding door Tunesië -, Toetreding door Zambia Verdrag van Parijs, Toetreding door Joegoslavië -, Toetreding door Tonga Verdrag van Straatsburg, Bekrachtiging door Slovenië Wereldorganisatie voor de Intellectuele Eigendom en internationale verdragen, toetreding door Wit-Rusland, toegetreden tot het Verdrag van Boedapest -, toegetreden tot de Schikking van Madrid en Protocol
28 248 432 292
216 388 292 388 388 388 472 71,388 472 472 112 388 388 432 28 148 216 248 388 388 431 388 388 216 248 388 388 472
B E R I C H T E N Actualiteiten merken- en modellenrecht 27 70 Brochures TRIPs-verdrag CIER-lezingen 111,383 CIER: International Conference on Protection of Cultural Identity and Indigenous Knowledge 147 Cursussen 'IT-recht en contracten' en Telecom184 rechten- en contracten' 428 Cursus 'IT-en Telecomrechr' 27 Domeinnaam Dag Essay-wedstrijd van Union of European Practitio184 ners in Industrial Property 184 Porum-conferenties Srotius specialisatie-opleiding 'Benelux, Europees en Internationaal Merkenrecht' 215, 247, 292 Hangende HvJEG-zaken op het gebied van de intellectuele en industriële eigendom 18 2/3
Incentives for Innovation in the Biomedical Industries Nederlandse wetten kosteloos op www.overheid.nl Openbare verkoping octrooien PAO-cursus 'Actualiteiten Auteursrecht' PAO-cursus 'Contract maken' PAO-cursus 'IE en de nieuwe media; muziekdistributie online' PAO-cursus recente ontwikkelingen media- en communicatierecht Postdoctorale opleiding Pallas LL.M. in European Business Law Samenwerking CBRI en IviR Studiemiddag 'Intellectuele eigendom: ontwikkelingen in wetgeving en jurisprudentie' Symposium 'Industriële Eigendom in China; de nieuwe octrooi wet'
110 428 471 247 110 382 110 110/1 247 383 383
4 7 6
B I J B L A D
I N D U S T R I Ë L E
E I G E N D O M
2 0 0 1
Z A K E N R E G I S T E R Aanduidingen van herkomst, Nietigverklaring van door eiseres gedeponeerde herkomstaanduiding 'Rustenburg" voor natuursteen; de houder van een geografisch merk kan zich niet verzetten tegen gebruik door een derde van een aanduiding inzake de geografische herkomst van diens waren; Rechtbank Brugge, 18 april 2000, nr. 46, blz. 234. Aanhaken, Tekens XS4Components en XS4Dealers stemmen auditief, visueel en begripsmatig sterk overeen met het merk XS4ALL; toegang verschaffen tot Internet en handel in hardware zijn geen soortgelijke waren en diensten (anders: Pres.); gebrek aan functionele betekenis van X, S en 4 in door gedaagde gebruikte aanduidingen zijn aanwijzing voor - bij en voordeel trekken van reputatie van merk XS4ALL; Hof Amsterdam, 3 juni 1999, nr. 90, blz. 454. - , Onrechtmatig - bij het product Champagne door gebruik van aanduiding Champagne in combinatie met overige kenmerken van de verpakking van champagne; het gekruiste label met de goudgestreepte randen en het door Moét gebruikte zegel geven het merk een sterk onderscheidend vermogen; merkinbreuk; Pres. Rechtbank 's-Gravenhage, 6 dec. 2000, nr. 88, blz. 424. Aanpassing van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek aan richtlijn (EG) nr. 97/55 van het Europees parlement en de Raad van 6 oktober 1997 tot wijziging van richtlijn nr. 84/450/EEG inzake misleidende reclame teneinde ook vergelijkende reclame te regelen (P&EG L 290), wetgeving, blz. 109. Aansprakelijkheid houder registratie-octrooi voor desbewustheidsexploten (II), actualiteiten, blz. 391. Aanvullend Beschermingscertificaat voor gewasbeschermingsmiddelen, Definitie van begrip product in art. 3 Vo. 1610/ 96; één en hetzelfde product wanneer alleen de verhouding tussen werkzame chemische verbinding en verontreiniging verschilt; voor de beoordeling of de bestanddelen van het gewasbeschermingsmiddel dezelfde zijn, is irrelevant dat voor het nieuwe middel opnieuw een marktvergunning moet worden verkregen; Hof van Justitie E.G., 10 mei 2001, nr. 52, blz. 253. Adidas/Marca, zie Hof van Justitie E.G., 22 juni 2000, nr. 9, blz. 40 (met noten J.H. S.). Advies Bureau I.E., O.g.v. ontvankelijkheid op basis van eerste nietigheidsadvies is ook de vordering o.g.v. tweede, bij MvA ingediende aanvullend nietigheidsadvies ontvankelijk; bewoordingen van de wet en strekking van de bepaling verzetten zich daar niet tegen; Hof's-Gravenhage, 12 okt. 2000, nr. 63, blz. 302. - , Advies nietigheid: aanvrager van het octrooi had geen aanspraak daarop; vernietigingsgrond van art. 75, lid ie ROW 95 is van toepassing; Bureau I.E., 15 nov. 1999, nr. 33, blz. 180. - , Nietigheidsadvies: nietigheid van het octrooi o.g.v. gebrek aan nieuwheid, inventiviteit en basis in de oorspronkelijke stukken; in het licht van het 'Spiro/Flamco'arrest van de HR is het gewenst dat de octrooihouder zelf voorstelt hoe nieuwe conclusies na beperking dienen te luiden; een dergelijk voorstel ter zitting is niet te laat; ter zitting aantonen van verrassend effect niet toelaatbaar, omdat dit effect niet uit het reeds verleende octrooi blijkt; Bureau I.E., 14 juni 2000, nr. 17, blz. 105. - , Geen advies over bezwaar omtrent de octrooiduur, omdat dit geen nietigheidsgrond van art. 75, lid 1 vormt; dat tussen de datum van het onderzoek naar de stand van de techniek en de indieningsdatum van de aanvrage een periode ligt waar-
over het onderzoek zich niet heeft uitgestrekt doet niet af aan het feit dat voldaan is aan de voorwaarde voor een 20jarig octrooi; BureauI.E., 17 juli 2000, nr. 41, blz. 212. Afdeling van Beroep van de Octrooiraad, - is geen onafhankelijk en onpartijdig gerecht in de zin van art. 6 EVRM, derhalve staat beroep op burgerlijke rechter open; besluit AvB tot niet-openbaarmaking wordt gehandhaafd; Rechtbank 's-Gravenhage, 12 juli 2000, nr. 7, blz. 33. Afdichtmat, zie Rechtbank 's-Gravenhage, 10 mei 2000, nr. 2, blz. 10. Afgifte, Piraterijverordening niet van toepassing op goederen in transito die in Nederland niet maar in Spanje wel mogen worden verhandeld; geen merkgebruik in het economische verkeer dus geen merkinbreuk; geen recht op - wegens gebrek aan kwader trouw; Pres. Rechtbank Haarlem, 8 sept. 2000, nr. 14, blz. 97. Afhankelijk octrooi, Eerdere uitleg beschermingsomvang Amgen-octrooi omvat ook het vervaardigen van EPO via cDNA; de Genetics-octrooien kunnen hoogstens worden beschouwd als afhankelijk van het Amgen-octrooi; hoewel Roche inbreuk maakt op het Genetics-H-octrooi verbod geweigerd o.g.v. de afhankelijkheid; Pres. Rechtbank 's-Gravenhage, 26 jan. 2000, nr. 1, blz. 4. Afnemer, De Duitse octrooihoudster heeft in inbreukgeschil gekozen voor vergoeding van een als gevolg van de inbreuk gemiste licentie en heeft door deze gevorderd en ontvangen te hebben haar octrooirecht tegen Nederlandse - van de inbreukmaker uitgeput; Rechtbank 's-Gravenhage, 26 april 2000, nr. 11, blz. 89. Afnemerslijst, Tafel Bigfoot is auteursrechtelijk beschermd werk; de Elephant is een verveelvoudiging van de Bigfoot; vordering tot opgave o.m. gegevens afnemers geweigerd; Pres. Rechtbank's-Gravenhage, 21 juli 2000, nr. 95, blz. 467. Air Miles/Music Miles, zie Pres. Rechtbank Amsterdam, 16 dec. 1999, nr. 85, blz. 410. Akte van Genève bij de overeenkomst van 's-Gravenhage betreffende de internationale registratie van tekeningen of modellen van nijverheid, toetreding door Roemenië, officiële mededelingen, blz. 292. - , toetreding door Joegoslavië, zie officiële mededelingen, blz. 388. Antilliaanse merkenlandsverordening, zie Nieuw merkenrecht in de Nederlandse Antillen, actualiteiten, blz. 31. Arbeidsongeschiktheidsverzekeringen, zie Pres. Rechtbank Breda, 22 jan. 2001, nr. 10, blz. 67. Ariel.nl, zie Pres. Rechtbank Amsterdam, 24 febr. 2000, nr. 49, blz. 239. Armenië toegetreden tot Protocol bij de Schikking van Madrid betreffende de internationale inschrijving van Merken, zie officiële mededelingen, blz. 388. Associatie, Bij gevaar voor - in enge zin mag uit de bijzondere onderscheidingskracht van het oudere merk geen vermoeden van verwarringsgevaar worden afgeleid; verwarringsgevaar moet worden bewezen; HR stelt BenGH vragen over de uitleg van art. 13A, ïb BMW en art. 11D BMW; Hof van Justitie E. G., 22 juni 2000, nr. 9, blz. 40 (met noten J.H. S.). - , Uitleg van associatie- en verwarringgevaar vóór en na 31 dec. 1992; er is gevaar voor associatie/verwarring, indien aanwezigbij gemiddeld geïnformeerde, omzichtige en oplettende gewone consument; Benelux Gerechtshof, 2 okt. 2000, nr. 30, blz. 169.
2 0 0 1
B I J B L A D
I N D U S T R I Ë L E
- , Meubelen en keukenmeubelen zijn soortgelijke waren, keukens zijn soortgelijk aan keukenmeubelen; merkinbreuk; MEXX heeft grote bekendheid en groot onderscheidend vermogen (anders: Pres.); merk XX heeft zeer gering onderscheidend vermogen en gezien de ongelijksoortigheid van de waren geen — mogelijk van door Keukenmaxx geuruiKte tcKens XX' geen associatierreT7aar tussen de handelsnaam Keukenmaxx en merken of de handelsnaam van Mexx; Hof 's-Gravenhage, 29 okt. 1999, nr. 67, blz. 311. Australië bekrachtiging Protocol bij de Schikking van Madrid betreffende de internationale inschrijving van Merken, zie officiële mededelingen, blz. 216. Auteursrecht op scheepsrompen en IPR, noot van prof. mr. A. A. Quaedvlieg onder Pres. Rechtbank Rotterdam, 30 dec. 1999, nr. 80, blz. 37. Auteursrecht, Uitoefening van auteursrechten door een onderneming met een machtspositie levert, behoudens uitzonderlijke omstandigheden, op zich geen misbruik op; de Commissie kon niet zonder grondiger onderzoek van de klacht stenen uat ue gegevens geen aanwijzing voor misuruiK uoor Microsoft opleverden; Gerecht van Eerste Aanleg Economische Gemeenschap, 16 dec. 1999, nr. 72, blz. 331 (met noot prof. mr. L. Van Bunnen). - , Spoedeisend belang; de beweging van de Top Scan is technisch bepaald en geen auteursrechtelijk werk; navolging van door technische eisen bepaalde elementen staat in beginsel vrij; Pres: gemeenschappelijk auteursrecht; ontwerp van de Souiiu Machine wijkt onvoiuoenue ai voor nieuw oorspronkelijk werk; Hof Amsterdam, 9 dec. 1999, nr. 87, blz. 415 (met noot A.A. Q.). - , Combinatie van misleidende elementen maakt mailing misleidend; Pres.: merkinbreuk door publicatie van merkgegevens op Internet zonder toestemming; Hof: oordeel pres. niet in strijd met grondrecht van vrijheid van meningsuiting; Pres.: dat elk merk uit zijn aard auteursrechtelijk zou zijn beschermd is in zijn algemeenheid niet juist; voorschot op schadevergoeding; Hof Amsterdam, 14 sept. 2000, nr. 50, blz. 239. - , Ondanks mogelijk functioneel bepaald element is tafel Bigfoot auteursrechtelijk beschermd werk omdat de totaalindruk van beschermde en onbeschermde trekken bepalend is; ontlening; bezwaar tegen veroordelingen en dwangsom terecht; auteursrechtinbreuk, geen onrechtmatige daad; voorschot op schadevergoeding geweigerd; Hof Amsterdam, 2 nov. 2000, nr. 93, blz. 460. - , Door gedaagde geproduceerd materiaal onvoldoende om te kunnen oordelen of sprake is van een auteursrechtelijk werk (anders: Pres.); voor beoordeling inbreukvraag is nodig dat vaststaat of en in hoeverre sprake is van auteursrechtelijk werk; geen beroep op slaafse nabootsing wegens ontbreken van modeldepot; Pres.: in voorraad hebben van inbreukmakende sloepen is geen verboden verveelvoudiging of openbaarmaking; Hof 's-Gravenhage, 5 nov. 1998, nr. 79, blz. 370. - , Door zonder toestemming van GEC tekeningen aan derden aan te bieden, heeft IJsselstein niet gehandeld zoals een goed werknemer betaamt; tekeningen van GEC hebben geen eigen origineel karakter en persoonlijk stempel van de maker, doch zijn wel 'andere geschriften' in de zin van de Aw; de tekeningen van IJsselstein zijn ontleend aan die van GEC, derhalve auteursrechtinbreuk; Hof Leeuwarden, 22 sept. 1999, nr. 60, blz. 286 (met noot A.A. Q.). - , Verwerping beroep op litispendentie en connexiteit; ontwerp Tripp Trapp-stoel auteursrechtelijk werk; inbreuk op - ;
E I G E N D O M
4 7 7
geen verminking van werk die nadeel aan de eer of naam van de maker toebrengt; enkel stilzitten leidt niet tot rechtsverwerking; rechtsverwerking kan niet worden gelijkgesteld met de voor uitputting vereiste (stilzwijgende) toestemming; slagzin 'De stoel die met uw kind meegroeit' is geen auteursrecuteiijK wetK; verzaKing sciiaueueperjivïngsplicht; vormmerk niet toelaatbaar* Rechtbank 's-Gravenhage, 4 okt. 2000, nr. 78, blz. 363. - , Vorm opmaak en uitvoering van een champagnefles niet onderscheidend; het gekruiste label met de goudgestreepte randen en het zegel van Moet wel sterk onderscheidend; merkinbreuk: de flessen met badschuim stemmen overeen met de flessen in de merken van Moet; ontwerp flessen van Moet geen werk in de zin van de Aw; Rechtbank 's-Gravenhage, 8 nov. 2000, nr. 64, blz. 304. - , Tafel Bigfoot is auteursrechtelijkbeschermd werk; de Opmaat is geen gehele of gedeeltelijke nabootsing van de Bigfoot; Pres. Rechtbank Amsterdam, 9 dec. 1999, nr. 94, blz. 465 (met noot A.A. Q.). —
, I V l t U U C l U l I l W t l ^ t l I g t C l l aLLLCLLI3JH_*.JULl_JUJIYU WV_J.lYt.ll, V i - i r v l l J -
ging depotdatum model afhankelijk van betaling verschuldigde recht; nietigverklaring depots in bodemprocedure waarschijnlijk omdat de modellen voorafgaand aan de depots tijdens 'voorbeurs' reeds zijn getoond; geen bijkomende omstandigheid die nabootsing onrechtmatig maakt; Pres. Rechtbank 's-Gravenhage, 4 maart 1998, nr. 31, blz. 175. —, alt iJp-Kiiiucrstoei 13 verveelvoudiging van uC ± ripp x rappkinderstoel en geen nieuw oorspronkelijk ontwerp; vorm van de Tripp Trapp-stoel geen merk omdat het de wezenlijke waarde van de waar beïnvloedt resp. door de aard van de waar bepaald wordt; Pres. Rechtbank 's-Gravenhage, 13 okt. 1999, nr. 81, blz. 378. - , Tafel Bigfoot is auteursrechtelijk beschermd werk; de Elephant is een verveelvoudiging van de Bigfoot; vordering tot opgave o.m. gegevens afnemers geweigerd; Pres. Rechtbank 's-Gravenhage, 21 juli 2000, nr. 95, blz. 467. - , Geen auteursrechtelijk werk nu de vorm lijkt te zijn bepaald door technische aspecten; nietigheid depot aannemelijk; uitspraken van Van Dijke zijn niet onrechtmatig en behoeven geen rectificatie; Pres. Rechtbank Rotterdam, 30 dec. 1999, nr. 80, blz. 375 (met noot A.A. Q.). - , zie PAO-cursus 'Actualiteiten Auteursrecht, berichten, blz. 247. Auteursrechtelijke bescherming voor uitgewerkte ideeën, noot van prof. mr. A.A. Quaedvlieg onder Hof Amsterdam, 9 dec. 1999, nr. 87, blz. 415. Auteursrechtinbreuk, Spoedeisend belang; de beweging van de Top Scan is technisch bepaald en geen auteursrechtelijk werk; navolging van door technische eisen bepaalde elementen staat in beginsel vrij; Pres: gemeenschappelijk auteursrecht; ontwerp van de Sound Machine wijkt onvoldoende af voor nieuw oorspronkelijk werk; Hof Amsterdam, 9 dec. 1999, nr. 87, blz. 415 (met noot A.A. Q.). - , Ondanks mogelijk functioneel bepaald element is tafel Bigfoot auteursrechtelijk beschermd werk omdat de totaalindruk van beschermde en onbeschermde trekken bepalend is; ontlening; bezwaar tegen veroordelingen en dwangsom terecht; - , geen onrechtmatige daad; voorschot op schadevergoeding geweigerd; Hof Amsterdam, 2 nov. 2000, nr. 93, blz. 460. - , Door gedaagde geproduceerd materiaal onvoldoende om te kunnen oordelen of sprake is van een auteursrechtelijk werk (anders: Pres.); voor beoordeling inbreukvraag is nodig dat
4 7 8
B I J B L A D
I N D U S T R I Ë L E
vaststaat of en in hoeverre sprake is van auteursrechtelijk werk; geen beroep op slaafse nabootsing wegens ontbreken van modeldepot; Pres.: in voorraad hebben van inbreukmakende sloepen is geen verboden verveelvoudiging of openbaarmaking; Hof 's-Gravenhage, 5 nov. 1998, nr. 79, blz. 370. -, Door zonder toestemming van GEC tekeningen aan derden aan te bieden, heeft IJsselstein niet gehandeld zoals een goed werknemer betaamt; tekeningen van GEC hebben geen eigen origineel karakter en persoonlijk stempel van de maker, doch zijn wel 'andere geschriften' in de zin van de Aw; de tekeningen van IJsselstein zijn ontleend aan die van GEC, derhalve -; Hof Leeuwarden, 22 sept. 1999, nr. 60, blz. 286 (met noot A.A.Q.). -, Verwerping beroep op litispendentie en connexiteit; ontwerp Tripp Trapp-stoel auteursrechtelijk werk; inbreuk op auteursrecht; geen verminking van werk die nadeel aan de eer of naam van de maker toebrengt; enkel stilzitten leidt niet tot rechts verwerking; rechtsverwerking kan niet worden gelijkgesteld met de voor uitputting vereiste (stilzwijgende) toestemming; slagzin 'De stoel die met uw kind meegroeit' is geen auteursrechtelijk werk; verzaking schadebeperkingsplicht; vormmerk niet toelaatbaar; Rechtbank 's-Gravenhage, 4 okt. 2000, nr. 78, blz. 363. -, Sit Up-kinderstoel is verveelvoudiging van de Tripp Trappkinderstoel en geen nieuw oorspronkelijk ontwerp; vorm van de Tripp Trapp-stoel geen merk omdat het de wezenlijke waarde van de waar beïnvloedt resp. door de aard van de waar bepaald wordt; Pres. Rechtbank 's-Gravenhage, 13 okt. 1999, nr. 81, blz. 378. Baby-dry, Verstrekkende uitspraak van het HvJEG in de Babydry zaak, actualiteiten, blz. 344. BASF/BureauI.E.,zieHofvanJustitieE.G., iomei200i,nr. 52, blz. 253. BAT/Staat, zie Rechtbank 's-Gravenhage, 12 juli 2000, nr. 7, blz. 33. Baume & Mercier/DWF, zie Pres. Rechtbank 's-Gravenhage, 26 aug. 1999, nr. 71, blz. 329. Bausch, zie Hof's-Gravenhage, 21 sept. 2000, nr. 65, blz. 306. Beaphar Consult/Consult, zie Pres. Rechtbank Zwolle, 17 nov. 1999, nr. 39, blz. 208. Bedrijfsvoeringsmethode, zie Ik denk, dus ik krijg een octrooi; Octrooieerbaarheid van bedrijfsvoeringsmethodes en ideeën in Europa en de VS, artikel van S.J.R. Bostyn, blz. 77. Bekend merk, Geen verwarring tussen merk van Roobol en teken van Rijnmond, nu in casu de punten van verschil meer bepalend zijn dan de punten van overeenstemming; niet aannemelijk dat beeldmerk van Roobol een bekend merk is; geen nawerking; geen onrechtmatig gebruik van hetzelfde winkelconcept; Hof 's-Gravenhage, 14 sept. 2000, nr. 47, blz. 235. Belang, - bij vordering aangenomen; Baume & Mercier kan recht niet ontzegd worden tegen de enige importeur van inbreukmakende horloges op te treden; Pres. Rechtbank 's-Gravenhage, 26 aug. 1999, nr. 71, blz. 329. -, Terugwerkende kracht nietigheid; -; uitvinding niet nawerkbaar; Rechtbank 's-Gravenhage, 26 april 2000, nr. 3, blz. 13. België', Denemarken, Frankrijk Griekenland, Italië, Liechtenstein, Monaco, Oostenrijk, Portugal, Spanje, Turkije, Het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en NoordIerland en Zwitserland, ondertekenen het Verdrag van 17 december 1991 tot herziening van het Europees Octrooi Verdrag, officiële mededelingen, blz. 432.
E I G E N D O M
2 0 0 1
Beperking octrooi, Reeds vóór de beperkende aanvulling op het octrooischrift lag het voor gemiddelde vakman voor de hand, om aan de hand van de inhoud van het octrooischrift in samenhang met de stand van de techniek op de voorrangsdatum, te concluderen dat het octrooi slechts verleend had behoren te worden met de in de aanvulling gelegen beperking; Hof's-Gravenhage, 25 jan. 2001, nr. 74, blz. 354. -, Eiseres maakt door het verhandelen van haar pastavormig wasmiddel geen (indirecte) inbreuk op octrooi van gedaagde nu deelkenmerk b geen betrekking kan hebben op de in bestaande wasmachines aanwezige bekende doseer-/ toevoersystemen voor wasmiddel en water; in het midden blijft of octrooihouder zijn octrooi kan inperken door in rechte gewijzigde conclusie in dienen; Rechtbank 's-Gravenhage, 15 april 1998, nr. 73, blz. 352. -, Nietigheidsadvies: nietigheid van het octrooi o.g.v. gebrek aan nieuwheid, inventiviteit en basis in de oorspronkelijke stukken; in het licht van het 'Spiro/Flamco'arrest van de HR is het gewenst dat de octrooihouder zelf voorstelt hoe nieuwe conclusies na beperking dienen te luiden; een dergelijk voorstel ter zitting is niet te laat; ter zitting aantonen van verrassend effect niet toelaatbaar, omdat dit effect niet uit het reeds verleende octrooi blijkt; Bureau I.E., 14 juni 2000, nr. 17, blz. 105.
Berner Conventie voor de bescherming van werken van letterkunde en kunst, toetreding door Joegoslavië, zie officiële mededelingen, blz. 388. Beschermingsomvang (octrooi), De vakman die de beschrijving van het octrooi en de tekeningen bekijkt, zal inzien dat de uitvinding berust op de (welbewuste) keuze voor het specifieke messenpaar; het kenmerkende gedeelte van conclusie 1 mag niet worden verruimd tot willekeurige snede aanbrengende middelen; geen letterlijke inbreuk; geen inbreuk met een equivalent middel; Hof's-Gravenhage, 13 juli 2000, nr. 53, blz. 261. - (octrooi), De aanduiding 'microcapsule form' in het octrooi omvat alleen de zogenaamde 'micro-bubbles' en niet de 'micro-sponges'; de 'micro-sponges' van Debiopharm zijn geen equivalent van de 'micro-bubbles' volgens het octrooi; Hof's-Gravenhage, 2 nov. 2000, nr. 42, blz. 223. - (octrooi), Reeds vóór de beperkende aanvulling op het octrooischrift lag het voor gemiddelde vakman voor de hand, om aan de hand van de inhoud van het octrooischrift in samenhang met de stand van de techniek op de voorrangsdatum, te concluderen dat het octrooi slechts verleend had behoren te worden met de in de aanvulling gelegen beperking; Hof 's-Gravenhage, 25 jan. 2001, nr. 74, blz. 354. - (octrooi), Formulering - wordt steeds geïnspireerd door de specifieke inbreukvraag; het 'Rapidfoam systeem' maakt noch letterlijk noch op equivalente wijze inbreuk op het octrooi; Hof's-Gravenhage, 30 jan. 2001, nr. 62, blz. 298. - (octrooi), Terugwerkende kracht nietigheid; belang; uitvinding niet nawerkbaar; Rechtbank 's-Gravenhage, 20 jan. 1999, nr. 4, blz.16. - (octrooi), Uitleg octrooi; geen inbreuk; Rechtbank 's-Gravenhage, 10 nov. 1999, nr. 18, blz. 117. - (octrooi), Eerdere uitleg beschermingsomvang Amgen-octrooi omvat ook het vervaardigen van EPO via cDNA; de Geneticsoctrooien kunnen hoogstens worden beschouwd als afhankelijk van het Amgen-octrooi; hoewel Roche inbreuk maakt op het Genetics-II-octrooi verbod geweigerd o.g.v. de afhankelijkheid; Pres. Rechtbank 's-Gravenhage, 26 jan. 2000, nr. 1, blz. 4.
2 0 0 1
B I J B L A D
I N D U S T R I Ë L E
- (octrooi), Handhaving octrooi hangende de termijn voor het indienen van een Nederlandse vertaling mogelijk; pres. bevoegd inzake grensoverschrijdend inbreukverbod; billijke bescherming brengt mee dat 'coaxial' niet letterlijk wordt opgevat; nu de PCT-aanvrage ten onrechte prioriteit claimt, is deze niet bezwarend voor de nieuwheid; k.g. leent zich niet voor uitgebreid onderzoek naar de inventiviteitsvraag; Pres. Rechtbank 's-Gravenhage, 10 okt. 2000, nr. 54, blz. 267 (met noot Ste.). Beschrijvend merk, Reeds vóór debeperkende aanvulling op het octrooischrift lag het voor gemiddelde vakman voor de hand, om aan de hand van de inhoud van het octrooischrift in samenhang met de stand van de techniek op de voorrangsdatum, te concluderen dat het octrooi slechts verleend had behoren te worden met de in de aanvulling gelegen beperking; Hof's-Gravenhage, 25 jan. 2001, nr. 74, blz. 354. - , Merk 'moorddiner' is soortnaam geworden voor een tijdens een diner te spelen detectivespel; verwording tot soortnaam in de hand gewerkt door gebruik van het merk als de omschrijving van het product; aan merkhouder te maken verwijt groter nu de aanduiding sterk beschrijvend en voor de hand liggend is; Rechtbank Utrecht, 26 april 2000, nr. 29, blz. 166 (met noot Ste). - , 'Webstudio' is beschrijvend en heeft geen onderscheidend vermogen; feit dat BMB inschrijving van 'webstudio' niet heeft geweigerd, betekent niet dat het woord voor merkenrechtelijke bescherming in aanmerking komt; Pres. Rechtbank Amsterdam, 27 juli 2000, nr. 22, blz. 133. - , Het begrip clearing house is in de dienstverlening een gangbaar begrip voor een 'uitwisselingsplaats voor informatie' dan wel 'steunpunt'; PinkRoccade gebruikt clearing house in deze beschrijvende zin; geen onderscheidend vermogen; Pres. Rechtbank's-Gravenhage, 28 juli 1999, nr. 3 7, blz. 203. Beschrijvende handelsnaam, Handelsnaam Nedweb is niet louter beschrijvend; verschil in vestigingsplaats in verband met de aard van beide ondernemingen maakt door de aard van het internet niet uit; merkdepot van handelsnaam Nedweb niet te kwader trouw; merkbescherming heeft terugwerkende kracht tot depotdatum; Rechtbank 's-Hertogenbosch, 7 april 2000, nr. 77, blz. 360 (met noot Ste.). Beschuit met muisjes, zie Rechtbank 's-Gravenhage, 29 maart 2000, nr. 40, blz. 211. Beslag, Woord 'telefoongids' is een generieke term en, indien al door inburgering onderscheidend, weer verworden tot soortnaam; onrechtmatig leunen op KPN in website gedaagden; registratie domeinnaam 'telefoongids' door DM niet onrechtmatig gehandeld jegens KPN; nu schadevergoeding in de vorm van overdracht van de domeinnaam niet is uit te sluiten, wordt conservatoir - tot levering van domeinnaam niet opgeheven; Pres. Rechtbank Almelo, 19 juni 2001, nr. 55, blz. 272. Beslechting van octrooigeschillen in Europa, artikel van prof. mr. J.J. Brinkhof, blz. 436/9. Beursplein5.nl, zie Hof Amsterdam, 27 juli 2000, nr. 21, blz. 127. Big-Foot/Elephant, zie Pres. Rechtbank 's-Gravenhage, 21 juli 2000, nr. 95, blz. 467. -/Het Houten Tijdperk, zie Hof Amsterdam, 2 nov. 2000, nr. 93, blz. 460. -/Opmaat, zie Pres. Rechtbank Amsterdam, 9 dec. 1999, nr. 94, blz. 465 (met noot A. A. Q.). Biomedische industrie, Incentives for Innovation in the Biomedical Industries, zie berichten, blz. 110. Biomild, zie Benelux Gerechtshof, 26 juni 2000, nr. 24, blz. 136.
E I G E N D O M
4 7 9
Biotechnologie, zie Conclusie A.-G. Jacobs in Nederland tegen Biotechnologie-richtlijn, actualiteiten, blz. 219. - , zie Het sprookje is uit, De beslissing van het Europees Hof van Justitie inzake de Nederlandse vordering tegen richtlijn 98/44/EG, artikel van S.J.R. Bostyn, blz. 392. - , zie Octrooien op genen: een alternatieve benadering, artikel van dr. Ph. Jacobs en prof.dr. G. van Overwalle, blz. 115/6. - , zie Naschrift op de reactie van dr. B. Swinkels, naschrift van prof. dr. G. van Overwalle en dr. Ph. Jacobs, blz. 221. - , zie Octrooien op genen: reactie op het artikel van prof. dr. G. van Overwalle en dr. Ph. Jacobs, artikel van dr. B. Swinkels, blz. 220. Biotechnologische uitvindingen, zie Forum-conferenties, berichten, blz. 184. BMM/Infocom, zie Hof Amsterdam, 14 sept. 2000, nr. 50, blz. 239. Boal/Bom, zie Rechtbank 's-Gravenhage, 20 jan. 1999, nr. 4, blz. 16. Boekestein/Koppert, zie Aansprakelijkheid houder registratieoctrooi voor desbewustheidsexploten (II), actualiteiten, blz. 391Bom/Boal, zie Rechtbank 's-Gravenhage, 20 jan. 1999, nr. 4, blz. 16. Botox/Dysport, zie Pres. Rechtbank's-Gravenhage, 22juli 1999, nr. 6, blz. 23. Bovag lidmaatschap, zie Hof Amsterdam, 11 juni 1998, nr. 69, blz. 321. Breedendam-sloepen, zie Hof 's-Gravenhage, 5 nov. 1998, nr. 79, blz. 370. Brij voederbak, zie Rechtbank 's-Gravenhage, 4 okt. 2000, nr. 8 2, blz. 400. Bulgarije toegetreden tot Overeenkomst van Locarno tot instelling van een internationale classificatie voor tekeningen en modellen van nijverheid, tot Overeenkomst van Nice betreffende de internationale classificatie van waren en diensten ten behoeve van de inschrijving van merken, tot Overeenkomst van Straatsburg betreffende de internationale classificatie van octrooien, en tot Overeenkomst van Wenen tot instelling van een internationale classificatie van beeldbestanddelen van merken, zie officiële mededelingen, blz. 28. - , toegetreden tot Protocol bij de Schikking van Madrid betreffende de internationale inschrijving van Merken, zie officiële mededelingen, blz. 292. Bundespatentgericht stelt het Europese Hof vragen van uitleg over vormmerken, Het, actualiteiten, blz. 295. BureauI.E./BASF,zieHofvanJustitieE.G., 10mei2001,nr. 52, blz. 253. Business-methods, zie bedrijfsvoeringsmethode. CEA-Family Antigen II, zie Hof's-Gravenhage, 25 jan. 2001, nr. 74, blz. 354. Centrale Afdeling van de Octrooiraad, officiële mededelingen, blz. 431. Centrum voor Recht, Bestuur en Informatisering (CRBI), samenwerking met IViR, zie berichten, blz. 247. Ceres/Maxeres, zie Pres. Rechtbank 's-Gravenhage, 14 dec. 1999, nr. 57, blz. 278. Champagne-kaarsen, zie Pres. Rechtbank 's-Gravenhage, 6 dec. 2000, nr. 88, blz. 424. Chemische uitvindingen, zie berichten, blz. 184. CIER-lezingen, zie berichten, blz. 11 en 383. Clearing House, zie Pres. Rechtbank 's-Gravenhage, 28 juli 1999, nr. 37, blz. 203.
4 8 0
B I J B L A D
I N D U S T R I Ë L E
Colombia toegetreden tot Verdrag tot samenwerking inzake octrooien (PCT), zie officiële mededelingen, blz. 28. Commissie/Frankrijk, zie Hof van Justitie E.G., 26 sept. 2000, nr. 15, blz. 99. Companyline, zie Gerechtvan Eerste AanlegE.G., I2jan. 2000, nr. 13, blz. 95. Computercontract, zie PAO-cursus 'Contract maken', berichten, blz. 110.
Conclusie A.-G. Jacobs in Nederland tegen Biotechnologierichtlijn, actualiteiten, blz. 219. Conclusie, - met een aanhef eindigend op 'met het kenmerk', gevolgd door 22 afzonderlijk genummerde kenmerken wordt opgevat als 22 afzonderlijke conclusies; de nieuwheids- en inventiviteitsbezwaren tegen de uitvinding zoals in het octrooi te lezen treffen doel; Bureau I. E., 24 juli 2000, nr. 51, blz. 244. Condor/Cordo, zie Rechtbank Leeuwarden, 22 maart 2000, nr. 86, blz. 412. Connexiteit, Verwerping beroep op litispendentie en connexiteit; ontwerp Tripp Trapp-stoel auteursrechtelijk werk; inbreuk op auteursrecht; geen verminking van werk die nadeel aan de eer of naam van de maker toebrengt; enkel stilzitten leidt niet tot rechtsverwerking; rechtsverwerking kan niet worden gelijkgesteld met de voor uitputting vereiste (stilzwijgende) toestemming; slagzin 'De stoel die met uw kind meegroeit' is geen auteursrechtelijk werk; verzaking schadebeperkingsplicht; vormmerk niet toelaatbaar; Rechtbank 's-Gravenhage, 4 okt. 2000, nr. 78, blz. 363. Consult/Beaphar Consult, zie Pres. Rechtbank Zwolle, 17 nov. 1999, nr. 39, blz. 208. Cordo/Condor, zie Rechtbank Leeuwarden, 22 maart 2000, nr. 86, blz. 412. Culturele Indentiteit, zie CIER: International Conference on Protection of Cultural Identity and Indigenous Kowledge, berichten, blz. 147. Desbewustheid, Onder ROW 1910 is geen plaats voor winstafdracht naast schadevergoeding; geleden schade moet worden begroot op de gemiste licentievergoeding; indien redelijk mag de schade ook begroot worden op de door terugloop van eigen verkopen gederfde winst; art. 45, lid 1 TRIPs heeft rechtstreekse werking waardoor het desbewustheidsvereiste van art. 43, lid 2 ROW niet meer geldt; Rechtbank 's-Gravenhage, 1 april 1998, nr. 19, blz. 119. Databankenwet, zie D.W.F. Verkade en D.J.G. Visser, Inleiding in de Parlementaire Geschiedenis -, 1999, besproken door mr. T. Cohen Jehoram, blz. 382. -, Ook indien aan TRIPs rechtstreekse werking toekomt is niet aan het desbewustheidscriterium, van art. 45 lid 1 TRIPs, voldaan; ompakking geneesmiddelen niet volgens geldende voorwaarden, derhalve merkinbreuk; nevenvorderingen afgewezen wegens ontbreken van schade; Rechtbank 's-Gravenhage, 28 juni 2000, nr. 8, blz. 37 (met noot J.H. S.). Desbewustheidsexploot, zie Aansprakelijkheid houder registratie-octrooi voor desbewustheidsexploten (II), actualiteiten, blz. 391. Dior/Tuk, zie Nieuw arrest HvJEG over artikel 50(6) TRIPsverdrag, actualiteiten, blz. 343. -, zie Europese Hof kent geen directe werking toe aan art. 50 TRIPs-verdrag voor Europees aangepakte i.e.-onderwerpen, maar schrijft wel verdragsconforme interpretatie van nationaal recht voor, actualiteiten, blz. 3. Disney's Mulan/Fa Mulan, zie Rechtbank 's-Gravenhage, 16 febr. 2000, nr. 36, blz. 198.
E I G E N D O M
2 0 0 1
DNA-volgorde, Schorsingsbevoegdheid alleen indien EOBoppositie is ingesteld; maatstaf bij oordeel omtrent provisionele vorderingen is de kans op vernietiging van het octrooi in de bodemprocedure; - is nieuw want voordien niet bekend althans niet beschikbaar; inventiviteit; fytase is rechtstreeks verkregen voortbrengsel; geen werkwijze tot vervaardiging van nieuw voortbrengsel; blote ontkenning van de inbreuk volstaat niet, maar te overleggen bedrijfsgegevens mogen niet bekend worden bij eiseres; Rechtbank 's-Gravenhage, 15 maart 2000, nr. 12, blz. 90. Domeinnaam, Inburgering; nu vordering alleen Nederland betreft, is niet van belang dat merk niet is ingeburgerd in België en Luxemburg; soortgelijke diensten; feit dat Topjobs on the Net haar domeinnamen eerder heeft geregistreerd dan Tobjobs niet relevant; domeinnaamregistraties verschaffen geen tegen derden geldend te maken rechten; Hof Amsterdam, 16 maart 2000, nr. 84, blz. 407. -, Woord 'telefoongids' is een generieke term en, indien al door inburgering onderscheidend, weer verworden tot soortnaam; onrechtmatig leunen op KPN in website gedaagden; registratie - 'telefoongids' door DM niet onrechtmatig gehandeld jegens KPN; nu schadevergoeding in de vorm van overdracht van de - niet is uit te sluiten, wordt conservatoir beslag tot levering van - niet opgeheven; Pres. Rechtbank Almelo, 19 juni 2001, nr. 55, blz. 272. -, Gebruik in het economisch verkeer van de domeinnamen staatsblad.nl, staatscourant.nl, staatsalmanak.nl en wettenbank.nl zonder geldige reden doet afbreuk aan onderscheidend vermogen van merken SDU en schept verwarring; de aanduidingen staatsblad, staatscourant, staatsalmanak en wettenbank betreffen geen generieke door de overheid uitgegeven categorie bladen; Pres. Rechtbank Amsterdam, 23 dec. 1999, nr. 76, blz. 359. -, Gebruik in het economisch verkeer van de website www.ariel.nl niet aannemelijk; geen merkinbreuk; dat Procter de niet kan gebruiken is onvoldoende voor aanname van onrechtmatig handelen; Pres. Rechtbank Amsterdam, 24 febr. 2000, nr. 49, blz. 239. -, Gebruik domeinnamen in economisch verkeer; merkinbreuk; geen geldige reden omdat gevraagde voorzieningen de mogelijkheid tot de beoogde communicatie niet ontnemen; schade door gevaar voor herkomstverwarring en associatie; overdracht domeinnamen; Pres. Rechtbank Amsterdam, 7 april 2000, nr. 91, blz. 457. -, Gedaagde, domeinmakelaardij, zal - en merk gebruiken in economisch verkeer; gebod tot indienen verzoek overdracht - omvat machtiging tot inschrijving vonnis in plaats van wilsverklaring gedaagde; Pres. Rechtbank Amsterdam, 6 juli 2000, nr. 68, blz. 319. -, Het gereserveerd houden van de - is merkgebruik en derhalve ook merkinbreuk; gebruik door gedaagde van de - klmalitalia.com als reclame voor het aanbieden van vliegtickets van en naar Italië valt onder dezelfde of soortgelijke waren/ diensten als die eiseressen aanbieden; Pres. Rechtbank Arnhem, 25 okt. 1999, nr. 48, blz. 238. -, Gereserveerd houden van - firstalert.nl is gebruik van merk First Alert; ook na negen maanden geen actie te hebben ondernomen, staat belang bij beëindiging merkinbreuk vast; Pres. Rechtbank 's-Gravenhage, 11 aug. 1999, nr. 66, blz. 310.
-, 'Horselover' heeft onderscheidend vermogen in de Benelux; merkinbreuk door gebruik domein Horselover.nl; geldige reden ontbreekt nu Divoza beschikt over de domeinnamen
B I J B L A D
2 0 0 1
I N D U S T R I Ë L E
Divoza.nl en Divoza.com en ieder andere - kan kiezen; Pres. Rechtbank Groningen, 25 febr. 2000, nr. 23, blz. 134. - , zie Domeinnaam Dag, berichten, blz. 27. DSM/Orffa III, zie Rechtbank 's-Gravenhage, 15 maart 2000, nr. 12, blz. 90. Dysport/Botox,ziePres. Rechtbank's-Gravenhage, 22 juli 1999, n l - fc. H l 7
•? 1
Ecuador toegetreden tot Verdrag tot samenwerking inzake octrooien (PCT), officiële mededelingen, blz. 148. Effect, Combinatie van drie op het specifieke gebied van de uitvinding bekende maatregelen ligt voor de hand en is niet inventief nu ook verrassend - niet aannemelijk is gemaakt; Rechtbank 's-Gravenhage, 8 nov. 2000, nr. 28, blz. 163 (met noot Ste.). - , Nietigheidsadvies: nietigheid van het octrooi o.g.v. gebrek aan nieuwheid, inventiviteit en basis in de oorspronkelijke stukken; in het licht van het 'Spiro/Flamco'arrest van de HR is het gewenst dat de octrooihouder zelf voorstelt hoe nieuwe conciusies na L/eperiCing dienen te luiden; een dergelijk voorstel ter zitting is niet te laat; ter zitting aantonen van verrassend - niet toelaatbaar, omdat dit - niet uit het reeds verleende octrooi blijkt; Bureau I.E., 14 juni 2000, nr. 17, blz. 105. EG-Richtlijn 97/55/RG (vergelijkende reclame), zie Wetsontwerp vergelijkende reclame ingediend, actualiteiten, blz.73. Elephant/Big-Eoot, zie Pres. Rechtbank 's-Gravenhage, 21 juli 2000, nr. 95, blz. 467. Epenhuysen/Diversey IV, zie Hof 's-Gravenhage, 30 jan. 2001, nr. 62, blz. 298. EPO-octrooi, Eerdere uitleg beschermingsomvang Amgenoctrooi omvat ook het vervaardigen van EPO via cDNA; de Genetics-octrooien kunnen hoogstens worden beschouwd als afhankelijk van het Amgen-octrooi; hoewel Roche inbreuk maakt op het Genetics-II-octrooi verbod geweigerd o.g.v. de afhankelijkheid; Pres. Rechtbank 's-Gravenhage, 26 jan. 2000, nr. 1, blz. 4. Equatoriaal Guinea toegetreden tot Verdrag tot samenwerking inzake octrooien (PCT), zie officiële mededelingen, blz. 216. Equivalentie, De vakman die de beschrijving van het octrooi en de tekeningen bekijkt, zal inzien dat de uitvinding berust op de (welbewuste) keuze voor het specifieke messenpaar; het kenmerkende gedeelte van conclusie 1 mag niet worden verruimd tot willekeurige snede aanbrengende middelen; geen letterlijke inbreuk; geen inbreuk met een equivalent middel; Hof's-Gravenhage, 13 juli 2000, nr. 53, blz. 261. - , De aanduiding 'microcapsule form' in het octrooi omvat alleen de zogenaamde 'micro-bubbles' en niet de 'microsponges'; de 'micro-sponges' van Debiopharm zijn geen equivalent van de 'micro-bubbles' volgens het octrooi; Hof 's-Gravenhage, 2 nov. 2000, nr. 42, blz. 223. - , formulering beschermingsomvang octrooi wordt steeds geïnspireerd door de specifieke inbreukvraag; het 'Rapidfoam systeem' maakt noch letterlijk noch op equivalente wijze inbreuk op het octrooi; Hof 's-Gravenhage, 30 jan. 2001, nr. 62, blz. 298. - , Heli Plastic maakt door toepassing van equivalente werkwijze inbreuk op het octrooi van Soparco; in reconventie aangevallen maatregel van het octrooi van Soparco is inventief; Rechtbank 's-Gravenhage, 23 dec. 1998, nr. 35, blz. 195. - , Geoctrooieerde inrichting is nieuw en inventief; nu de Octrooiraad stond op hernieuwde opname van de borstel ter voorkoming van ongeoorloofde uitbreiding ten opzichte
E I G E N D O M
4 8 1
van de aanvraag, brengt de rechtszekerheid voor derden mee dat na octrooiverlening de borstel niet kan worden weggeïnterpreteerd; geen -; Rechtbank 's-Gravenhage, 27 okt. 1999, nr. 20, blz. 122. - , Mat met dezelfde functie en hetzelfde resultaat als die volgens het octrooi maakt geen inbreuk omdat de wi'ze waaro n dit gebeurt wezenlijk verschilt; geen -; Rechtbank 's-Gravenhage, 10 mei 2000, nr. 2, blz. 10. Erythropoietin II, zie Pres. Rechtbank 's-Gravenhage, 26 jan. 2000, nr. 1, blz. 4. Erythropoietin III, zie Hof's-Gravenhage, 27 jan. 2000, nr. 89, blz. 440. Eurolimo, zie Pres. Rechtbank 's-Gravenhage, 31 mei 2000, nr. 25, blz. 144. Europese Hof kent geen directe werking toe aan art. 50 TRIPsverdrag voor Europees aangepakte i.e.-onderwerpen, maar schrijft wel verdragsconforme interpretatie van nationaal recht voor, actualiteiten, blz. 3. Evrard, J.-J. et Ph. Peters, La défense de la marque dans Ie Benelux. Marque Benelux et marque communautair, 2000, zie boekbespreking door prof. mr. J.H. Spoor, blz. 214. Fa Mulan/Disney's Mulan, zie Rechtbank 's-Gravenhage, 16 febr. 2000, nr. 36, blz. 198. Farmaceutische uitvindingen, zie 'Forum-conferenties', berichten, blz. 184. Filippijnen toegetreden tot Verdrag tot samenwerking inzake octrooien (P.C.T.), zie officiële mededelingen, blz. 248. Firstalert.nl, zie Pres. Rechtbank 's-Gravenhage, 11 aug. 1999, nr. 66, blz. 310. Forumshopping, Verhouding gemeenschapsmerk en het nationale recht, artikel van prof. mr. C. J. J. C. van Nispen, blz. 346. Frankrijk/Commissie, zie Hof van Justitie E.G., 26 sept. 2000, nr. 15, blz. 99. Für Elise, De Hoge Raad stelt vragen van uitleg aan het Hof van Justitie over klankmerken, actualiteiten, blz. 252. GEC Alsthom/IJsselstein, zie Hof Leeuwarden, 22 sept. 1999, nr. 60, blz. 286 (met noot A.A. Q.). Geldige reden, Voorbereidingshandelingen onvoldoende voor gebruik handelsnaam in het economisch verkeer; nietdaadwerkelijk gebruik geen - in zin van art. 13A, lid l d BMW; pres. rb. bevoegd tot treffen voorlopige voorziening in handelsnaamzaak; Hof's-Gravenhage, 3 dec. 1998, nr. 32, blz. 177. - , Gebruik domeinnamen in economisch verkeer; merkinbreuk; - omdat gevraagde voorzieningen de mogelijkheid tot de beoogde communicatie niet ontnemen; schade door gevaar voor herkomstverwarring en associatie; overdracht domeinnamen; Pres. Rechtbank Amsterdam, 7 april 2000, nr. 91, blz. 457. - , 'Horselover' heeft onderscheidend vermogen in de Benelux; merkinbreuk door gebruik domein Horselover.nl; - ontbreekt nu Divoza beschikt over de domeinnamen Divoza.nl en Divoza.com en ieder andere domeinnaam kan kiezen; Pres. Rechtbank Groningen, 25 febr. 2000, nr. 23, blz. 134. Gemeenschappelijke eigendom octrooi; Mede-eigendom octrooi; ontbinding overeenkomst verplicht niet tot overdracht om niet van octrooiaandeel; verdeling gemeenschap volgens BW; beschermingsomvang; Rechtbank 's-Gravenhage, 20 jan. 1999, nr. 4, blz. 16. Gemeenschapsmerk, zie Verhouding - en het nationale recht, artikel van prof. mr. C.J.J.C, van Nispen, blz. 346.
4 8 2
B I J B L A D
I N D U S T R I Ë L E
-, zie J.-J. Evrard et Ph. Peters, La défense de la marque dans Ie Benelux. Marque Benelux et marque communautair, 2000, boekbespreking door prof. mr. J. H. Spoor, blz. 214. Gemeenschapsmerkenverordening, Het Gerecht van eerste aanleg over het talenregime van de -, actualiteiten, blz. 251. Gerecht van eerste aanleg over het talenregime van de gemeenschapsmerkenverordening, Het, actualiteiten, blz. 251. Geschriftenbescherming, Door zonder toestemming van GEC tekeningen aan derden aan te bieden, heeft IJsselstein niet gehandeld zoals een goed werknemer betaamt; tekeningen van GEC hebben geen eigen origineel karakter en persoonlijk stempel van de maker, doch zij n wel 'andere geschriften' in de zin van de Aw; de tekeningen van IJsselstein zijn ontleend aan die van GEC, derhalve auteursrechtinbreuk; Hof Leeuwarden, 22 sept. 1999, nr. 60, blz. 286 (met noot A.A. Q=).
-, zie Zijn tekeningen geschriften?, noot van prof. mr. A.A. Quaedvlieg onder Hof Leeuwarden, 22 sept. 1999, nr. 60, blz. 286. Gidssysteem voor voertuigen, zie Rechtbank 's-Gravenhage, 26 april 2000, nr. 3, blz. 13. Grensoverschrijdend verbod, Handhaving octrooi hangende de termijn voor het indienen van een Nederlandse vertaling mogelijk; pres. bevoegd inzake grensoverschrijdend inbreukverbod; billijke bescherming brengt mee dat 'coaxial' niet letterlijk wordt opgevat; nu de PCT-aanvrage ten onrechte prioriteit claimt, is deze niet bezwarend voor de nieuwheid; k.g. leent zich niet voor uitgebreid onderzoek naar de inventiviteitsvraag; Pres. Rechtbank 's-Gravenhage, 10 okt. 2000, nr. 54, blz. 267 (met noot Ste.). Grotius Academie, specialisatie-opleiding 'Benelux, Europees en Internationaal Merkenrecht', zie berichten, blz. 247. -, zie berichten, blz. 292. Handelsnaamgebruik, Voorbereidingshandelingen onvoldoende voor gebruik handelsnaam in het economisch verkeer; niet-daadwerkelijk gebruik geen geldige reden in zin van art. 13A, lid ld BMW; pres. rb. bevoegd tot treffen voorlopige voorziening in handelsnaamzaak; Hof 's-Gravenhage, 3 dec. 1998, nr. 32, blz. 177. -, Geen gevaar voor verwarring tussen oudere handelsnaam Europcar Limousine Service en Eurolimo; eiseres heeft het oudste recht op de handelsnaam Eurolimo; gebruik handelsnaam Eurolimo door gedaagde onder meer in website; gevaar voor verwarring; Pres. Rechtbank 's-Gravenhage, 31 mei 2000, nr. 25, blz. 144. Handelsnaaminbreuk, Meubelen en keukenmeubelen zijn soortgelijke waren, keukens zijn soortgelijk aan keukenmeubelen; merkinbreuk; MEXX heeft grote bekendheid en groot onderscheidend vermogen (anders: Pres.); merk XX heeft zeer gering onderscheidend vermogen en gezien de ongelijksoortigheid van de waren geen associatie mogelijk van door Keukenmaxx gebruikte tekens XX; geen associatie gevaar tussen de handelsnaam Keukenmaxx en merken of de handelsnaam van Mexx; Hof's-Gravenhage, 29 okt. 1999, nr. 67, blz. 311. -, Niet aannemelijk dat gebruik van de aanduiding Pluto voor verzekeringen die verband houden met honden afbreuk doet aan het onderscheidend vermogen van het merk Pluto voor hondenvoer e.d.; richtlijnconforme uitleg brengt mee dat een uitsluitend theoretische kans op ongerechtvaardigd voordeel of afbreuk onvoldoende is; geen soortgelijkheid van waren van appellante en diensten van geïntimeerde;
E I G E N D O M
2 0 0 1
handelsnaam leidt niet tot verwarringsgevaar; Hof 's-Gravenhage, 18 nov. 1999, nr. 58, blz. 280. -, Handelsnaam Nedweb is niet louter beschrijvend; verschil in vestigingsplaats in verband met de aard van beide ondernemingen maakt door de aard van het internet niet uit; merkdepot van handelsnaam Nedweb niet te kwader trouw; merkbescherming heeft terugwerkende kracht tot depotdatum; Rechtbank 's-Hertogenbosch, 7 april 2000, nr. -JJ, blz. 360 (met noot Ste.). -, Miles heeft onderscheidend vermogen en is niet louter beschrijvend; grote kans op verwarring tussen Miles-merken en, voor soortgelijke diensten gebruikte, merk Music Miles; aannemelijk dat gebruik van het teken Music Miles als handelsnaam, hyperlink, metatag en trefwoord in de web identification verwatering van de Miles-merken tot gevolg heeft en gedaagde van de bekendheid van die merken voordeel trekt; Pres. Rechtbank Amsterdam, 16 dec. 1999, nr. 85, blz. 410.
-, Onderscheidend vermogen van merk Ceres voor meel niet bijzonder groot; tussen Ceres en Maxeres bestaat begripsmatig en visueel geen overeenstemming; auditieve overeenstemming slechts voor het tweede gedeelte van woord Maxeres, maar van de auditieve totaalindruk valt geen verwarring met Ceres te duchten; evenmin inbreuk met handelsnaam Maxeres op de handelsnaam en het merk Ceres; Pres. Rechtbank 's-Gravenhage, 14 dec. 1999, nr. 57, blz. 278. -, Geen gevaar voor verwarring tussen oudere handelsnaam Europcar Limousine Service en Eurolimo; eiseres heeft het oudste recht op de handelsnaam Eurolimo; gebruik handelsnaam Eurolimo door gedaagde onder meer in website; gevaar voor verwarring; Pres. Rechtbank 's-Gravenhage, 31 mei 2000, nr. 25, blz. 144. -, Oudere merk van verweerster hoeft niet te wijken voor jongere handelsnaam; verzoeksters handelsnamen bieden geen bescherming tegen eventueel jongere handelsnamen; Ktg. Amsterdam, 28 aug. 2000, nr. 16, blz. 104. -, Wegvallen van afstand tussen locale detailhandels in geluidsdragers door openen van website, maakt eenmaal rechtmatig voeren van handelsnaam niet onrechtmatig; geen verwarringsgevaar nu platenproductiemaatschappij en groothandel van gedaagde een onderneming van andere aard is; Ktg. Leiden, 26 april 2001, nr. 92, blz. 459. Handhaving (octrooi), - hangende de termijn voor het indienen van een Nederlandse vertaling mogelijk; pres. bevoegd inzake grensoverschrijdend inbreukverbod; billijke bescherming brengt mee dat 'coaxial' niet letterlijk wordt opgevat; nu de PCT-aanvrage ten onrechte prioriteit claimt, is deze niet bezwarend voor de nieuwheid; k.g. leent zich niet voor uitgebreid onderzoek naar de inventiviteitsvraag; Pres. Rechtbank 's-Gravenhage, 10 okt. 2000, nr. 54, blz. 267 (met noot Ste.). Herkomstaanduiding, zie aanduidingen van herkomst. Hermès/FHT, Nieuw arrest HvJEG over artikel 50(6) TRIPsVerdrag, actualiteiten, blz. 343. Herstel in de vorige toestand, Hoewel het verzoekschrift niet met redenen is omkleed, is de niet-ontvankelijk-verklaring niet gerechtvaardigd, omdat de zittingsdatum op relatief korte termijn is bepaald en verzoekster er niet vooraf op is gewezen dat het verzoek niet in behandeling kon worden genomen; Octrooiraad Afdeling van Beroep, 10 jan. 2001, nr. 26, blz. 146. Hoge Raad stuurt kleurmerkzaak naar Luxemburg, actualiteiten, blz. 76.
2 0 0 1
B I J B L A D
I N D U S T R I Ë L E
Hoge Raad stelt vragen van uitleg aan het Hof van Justitie over klankmerken, De, actualiteiten, blz. 25 z. Horselover.nl/Horselover voor ruitersportartikelen, zie Pres, Rechtbank Groningen, 25 febr. 2000, nr. 23, blz. 134. Houten Tij dperk, Het/Bigfoot, zie Hof Amsterdam, 2 nov. 2000, nr. 93, blz. 460. n.VJ-CO - Z,cll\i_JU, y-n- ±AiAiigi_ina*_ J.J.VJ i^\j-L*a.r^LL
\j)j
H \ - L ^,^VJI\~\±
E I G E N D O M
4 8 3
Instituut voor Informatierecht (IViR), samenwerking met CRBI, zie berichten, blz. 247. Inventieve combinatie van op zich bekende maatregelen, noot van mr. P. J. M. Steinhauser onder Rechtbank 's-Gravenhage, 8 nov. 2000, nr. 28, blz. 166. Inventiviteit, zie uitvindingshoogte.
v cin
de intellectuele en industriële eigendom, berichten, blz. 182. Hydraulisch apparaat, zie Rechtbank 's-Gravenhage, 26 mei 1-999, nr. 34, blz. 190. Hyperlink, Miles heeft onderscheidend vermogen en is niet louter beschrijvend; grote kans op verwarring tussen Milesmerken en, voor soortgelijke diensten gebruikte, merk Music Miles; aannemelijk dat gebruik van het teken Music Miles als handelsnaam, - , metatag en trefwoord in de web identification verwatering van de Miles-merken tot gevolg heeft en gedaagde van de bekendheid van die merken voordeel trekt; Pres. Rechtbank Amsterdam, 16 dec. 1999, nr. 85, blz. 410. Ideebescherming, noot van prof. mr. A.A. Quaedvlieg onder Pres. Rechtbank Amsterdam, 9 dec. 1999, nr. 94, blz. 465. Ierland toegetreden tot Protocol bij de Schikking van Madrid betreffende de internationale inschrijving van Merken, zie officiële mededelingen, blz. 388. IJsselstein/GEC Alsthom, zie Hof Leeuwarden, 22 sept. 1999, nr. 60, blz. 286 (met noot A.A. Q.). Ik denk, dus ik krijg een octrooi; Octrooieerbaarheid van bedrijfsvoeringsmethodes en ideeën in Europa en de VS, artikel van S.J.R. Bostyn, blz. 77. Inbreuk, zie resp. auteursrechtinbreuk, handelsnaaminbreuk, merkinbreuk, modelinbreuk en octrooiinbreuk. Inbreukactie op grond van niet uitgeputte auteursrechten kan een misbruik van machtspositie opleveren, Een, noot van prof. mr. L. Van Bunnen onder Gerecht van Eerste Aanleg Economische Gemeenschap, 16 dec. 1999, nr. 72, blz. 331. Inburgering, - ; nu vordering alleen Nederland betreft, is niet van belang dat merk niet is ingeburgerd in België en Luxemburg; soortgelijke diensten; feit dat Topjobs on the Net haar domeinnamen eerder heeft geregistreerd dan Tobjobs niet relevant; domeinnaamregistraties verschaffen geen tegen derden geldend te maken rechten; Hof Amsterdam, 16 maart 2000, nr. 84, blz. 407. - , Woord 'telefoongids' is een generieke term en, indien al door - onderscheidend, weer verworden tot soortnaam; onrechtmatig leunen op KPN in website gedaagden; registratie domeinnaam 'telefoongids' door DM niet onrechtmatig gehandeld jegens KPN; nu schadevergoeding in de vorm van overdracht van de domeinnaam niet is uit te sluiten, wordt conservatoir beslag tot levering van domeinnaam niet opgeheven; Pres. Rechtbank Almelo, 19 juni 2001, nr. 55, blz. 272. India toegetreden tot Verdrag van Boedapest inzake de internationale erkenning van het depot van micro-organismen ten dienste van de octrooiverlening, officiële mededelingen, blz. 432. Industriële Eigendom en de Haagse Conferentie voor Internationaal Privaatrecht; Over het Haags ontwerp-verdrag, torpedo's en exclusieve rechtsmacht, artikel van mr. S.J. Schaafsma, blz. 151. Inheemse kennis, zie CIER: International Conference on Protection of Cultural and Indigenous Knowledge, berichten, blz. 147.
Joegoslavië toegetreden tot Akte van Genève bij de overeenkomst van 's-Gravenhage betreffende de internationale registratie van tekeningen of modellen van nijverheid, tot Berner Conventie voor de bescherming van werken van letterkunde en kunst, tot Wereldorganisatie voor de Intellectuele Eigendom en internationale verdragen, tot Overeenkomst van Lissabon, tot Overeenkomst van Locarno tot instelling van een internationale classificatie voor tekeningen en modellen van nijverheid, tot Overeenkomst van Nice betreffende de internationale classificatie van waren en diensten ten behoeve van de inschrijving van merken, tot P.C.T.Verurag, tot SciiiKKiiig van Mauriu uetrenenue uc internationale inschrijving van Merken en Protocol, tot Verdrag inzake Merkenrecht, tot Verdrag van Boedapest inzake de internationale erkenning van het depot van microorganismen ten dienste van de octrooiverlening en tot Verdrag van Parijs tot bescherming van de Industriële Eigendom, zie officiële mededelingen, blz. 388. Keracjuick, zie Reciituan±c Arnhem, 7 dec. 2000, nr. 56, blz. 275* Keukenmaxx/Mexx, zie Hof 's-Gravenhage, 29 okt. 1999, nr. 67, blz. 311. Kimberly-Clark/P&G, zie Wetsontwerp vergelijkende reclame ingediend, actualiteiten, blz. 73. Klankmerk Für Elise, De Hoge Raad stelt vragen van uitleg aan het Hof van Justitie over klankmerken, actualiteiten, blz. 252. Kleurmerk oranje, zie Hoge Raad stuurt kleurmerkzaak naar Luxemburg, actualiteiten, blz. 76. Klm-alitalia.com, zie Pres. Rechtbank Arnhem, 25 okt. 1999, nr. 48, blz. 238. Kwekersrecht, zie Naar een EG-Richtlijn -?, artikel van mr. P.A.C.E. van der Kooij, blz. 187. Layher/Assco, zie Europese Hof kent geen directe werking toe aan art. 50 TRIPs-verdrag voor Europees aangepakte i.e.onderwerpen, maar schrijft wel verdragsconforme interpretatie van nationaal recht voor, actualiteiten, blz. 3. - , zie Nieuw arrest HvJEG over artikel 50(6) TRIPs-Verdrag, actualiteiten, blz. 343. Levi Strauss/Tesco en Costco, zie Ondubbelzinnige toestemming nodig bij parallelimport, actualiteiten, blz. 435. Licentie (octrooi), De Duitse octrooihoudster heeft in inbreukgeschil gekozen voor vergoeding van een als gevolg van de inbreuk gemiste - en heeft door deze gevorderd en ontvangen te hebben haar octrooirecht tegen Nederlandse afnemer van de inbreukmaker uitgeput; Rechtbank 's-Gravenhage, 26 april 2000, nr. 11, blz. 89. Licentiecontract, zie P. A. O.-cursus 'Contract maken', berichten, blz. 110. Litispendentie, Verwerping beroep op - en connexiteit; ontwerp Tripp Trapp-stoel auteursrechtelijk werk; inbreuk op auteursrecht; geen verminking van werk die nadeel aan de eer of naam van de maker toebrengt; enkel stilzitten leidt niet tot rechts verwerking; rechtsverwerking kan niet worden gelijkgesteld met de voor uitputting vereiste (stilzwijgende)
4 8 4
B I J B L A D
I N D U S T R I Ë L E
toestemming; slagzin 'De stoel die met uw kind meegroeit' is geen auteursrechtelijk werk; verzaking schadebeperkingsplicht; vormmerk niet toelaatbaar; Rechtbank 's-Gravenhage, 4 okt. 2000, nr. 78, blz. 363. Madrid, zie Protocol bij de Schikking van Madrid betreffende de internationale inschrijving van Merken. - , zie Schikking van - betreffende de internationale inschrijving van Merken. Marca/Adidas, zie Hof van Justitie E.G., 22 juni 2000, nr. 9, blz. 40 (met noten J.H. S.). Maxeres/Ceres, zie Pres. Rechtbank 's-Gravenhage, 14 dec. 1999, nr. 57, blz. 278. Mede-eigendom octrooi, - ; ontbinding overeenkomst verplicht niet tot overdracht om niet van octrooiaandeel; verdeling gemeenschap volgens BW; beschermingsomvang; Rechtbank 's-Gravenhage, 20 jan. 1999, nr. 4, blz. 16. Media- en communicatierecht, zie P.A.O.-cursus recente ontwikkelingen - , berichten, blz. 110. Media-eenheid, zie Bureau I. E., ï s n o v . 1999, nr. 33, blz. 180. Meeting of Minds, zie Pres. Rechtbank Haarlem, 10 dec. 1999, nr. 75, blz. 357. Merkbescherming, Handelsnaam Nedweb is niet louter beschrijvend; verschil in vestigingsplaats in verband met de aard van beide ondernemingen maakt door de aard van het internet niet uit; merkdepot van handelsnaam Nedweb niet te kwader trouw; - heeft terugwerkende kracht tot depotdatum; Rechtbank 's-Hertogenbosch, 7 april 2000, nr. 77, blz. 360 (met noot Ste.). - , 'Webstudio' heeft geen onderscheidend vermogen; feit dat BMB inschrijving van 'webstudio' niet heeft geweigerd, betekent niet dat het woord voor merkenrechtelijke bescherming in aanmerking komt; Pres. Rechtbank Amsterdam, 27 juli 2000, nr. 22, blz. 133. - , Soortgelijkheid van de waren nu het in aanmerking komende publiek zal menen dat deze van één en dezelfde onderneming afkomstig zijn; tussen merk Consult en het beeldmerk Beaphar Consult auditieve, visuele en begripsmatige gelijkenis; - tijdens voorbereiding introductie van het product op de Benelux-markt; Pres. Rechtbank Zwolle, 17 nov. 1999, nr. 39, blz. 208. Merkdepot, Beroep in cassatie mogelijk van weigering door appèlgerecht van inschrijving -; de appèlrechter mag bij het verzoek tot inschrijving uitsluitend rekening houden met het gebruik dat van het gedeponeerde teken is gemaakt tot het tijdstip van de aanvrage om inschrijving; het BenGH stelt vragen van uitleg aan het HvJEG; Benelux Gerechtshof, 26 juni 2000, nr. 24, blz. 136. - , (te kwader trouw), - te kwader trouw nu geen toestemming is verleend door eiseres en gedaagde op de hoogte was van het gebruik dat eiseres van het merk maakte; Rechtbank Arnhem, 7 dec. 2000, nr. 56, blz. 275. - , (te kwader trouw), Rechtbanken voor het Gemeenschapsmerk niet bevoegd tot nietigverklaring merkaanvragen en slechts bevoegd tot nietigverklaring merk op basis van reconventionele vordering in een inbreukprocedure; teken Disney's Mulan maakt geen inbreuk op merk Fa Mulan; oneigenlijk gebruik merk Fa Mulan door Pogola maakt haar beroep op nietigverklaring van Disney's Mulan niet naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar; wellicht moet aan BenGH een vraag van uitleg worden gesteld over kwade trouw; Rechtbank 's-Gravenhage, 16 febr. 2000, nr. 36, blz. 198.
E I G E N D O M
2 0 0 1
- , (te kwader trouw), Handelsnaam Nedweb is niet louter beschrijvend; verschil in vestigingsplaats in verband met de aard van beide ondernemingen maakt door de aard van het internet niet uit; - van handelsnaam Nedweb niet te kwader trouw; merkbescherming heeft terugwerkende kracht tot depotdatum; Rechtbank 's-Hertogenbosch, 7 april 2000, nr. 77, blz. 360 (met noot Ste.). Merkenrecht, zie Grotius specialisatie-opleiding 'Benelux, Europees en Internationaal Merkenrecht', berichten, blz. 215. - , (Benelux), zie J.-J. Evrard et Ph. Peters, La défense de la marque dans Ie Benelux. Marque Benelux et marque communautair, 2000, boekbespreking door prof. mr. J. H. Spoor, blz. 214. - , zie Actualiteiten merken- en Modellenrecht, berichten, blz. 27. Merkenrichtlijn, uitleg, zie Hoge Raad stuurt kleurmerkzaak naar Luxemburg, actualiteiten, blz. 76. Merkenschikking van Madrid, zie Schikking van Madrid betreffende de internationale inschrijving van Merken. Merkgebruik, - , nu aannemelijk is dat de motorolie is aangeboden voor verkoop binnen de EER geen sprake van transitohandel; toepassing van art. I3bis, lid 5 BMW vereist geen kwade trouw en is niet beperkt tot bestrijding van piraterij; Hof's-Gravenhage, 29 juni 2000, nr. 38, blz. 204. - , Merkdepot te kwader trouw nu geen toestemming is verleend door eiseres en gedaagde op de hoogte was van het gebruik dat eiseres van het merk maakte; Rechtbank Arnhem, 7 dec. 2000, nr. 56, blz. 275. Merkinbreuk, - door gebruik zonder toestemming van Bovagpolissen en -brochures; geen uitputting; misleiding van publiek door gebruik aanduiding 'lid Bovag'; Hof Amsterdam, 11 juni 1998, nr. 69, blz. 321. - , Combinatie van misleidende elementen maakt mailing misleidend; Pres.: - door publicatie van merkgegevens op Internet zonder toestemming; Hof: oordeel pres. niet in strij d met grondrecht van vrijheid van meningsuiting; Pres.: dat elk merk uit zijn aard auteursrechtelijk zou zijn beschermd is in zijn algemeenheid niet juist; voorschot op schadevergoeding; Hof Amsterdam, 14 sept. 2000, nr. 50, blz. 239. - , Meubelen en keukenmeubelen zijn soortgelijke waren, keukens zijn soortgelijk aan keukenmeubelen; - ; MEXX heeft grote bekendheid en groot onderscheidend vermogen (anders: Pres.); merk XX heeft zeer gering onderscheidend vermogen en gezien de ongelijksoortigheid van de waren geen associatie mogelijk van door Keukenmaxx gebruikte tekens XX; geen associatie gevaar tussen de handelsnaam Keukenmaxx en merken of de handelsnaam van Mexx; Hof 's-Gravenhage, 29 okt. 1999, nr. 67, blz. 311. - , Rechtbanken voor het Gemeenschapsmerk niet bevoegd tot nietigverklaring merkaanvragen en slechts bevoegd tot nietigverklaring merk op basis van reconventionele vordering in een inbreukprocedure; teken Disney's Mulan maakt geen inbreuk op merk Fa Mulan; oneigenlijk gebruik merk Fa Mulan door Pogola maakt haar beroep op nietigverklaring van Disney's Mulan niet naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar; wellicht moet aan BenGH een vraag van uitleg worden gesteld over kwade trouw; Rechtbank's-Gravenhage, 16 febr. 2000, nr. 36, blz. 198. - , Ook indien aan TRIPs rechtstreekse werking toekomt is niet aan het desbewustheidscriterium, van art. 45 lid 1 TRIPs, voldaan; ompakking geneesmiddelen niet volgens geldende voorwaarden, derhalve - ; nevenvorderingen afgewezen wegens ontbreken van schade; Rechtbank 's-Gravenhage, 28 juni 2000, nr. 8, blz. 37 (met noot J.H. S.).
B I J B L A D
2 0 0 1
I N D U S T R I Ë L E
- , Vorm opmaak en uitvoering van een champagnefles niet onderscheidend; het gekruiste label met de goudgestreepte randen en het zegel van Moet wel sterk onderscheidend; - : de flessen met badschuim stemmen overeen met de flessen in de merken van Moet; ontwerp flessen van Moet geen werk in de zin van de Aw; Rechtbank 's-Gravenhage, 8 nov. 2000, n r A/l h l ? n . .
W-T-,
„ * ^ , ^
ir\A r
.
- , Gebruik in het economisch verkeer van de website www.ariei.nl niet aannemelijk; geen - ; dat Procter de domeinnaam niet kan gebruiken is onvoldoende voor aanname van onrechtmatig handelen; Pres. Rechtbank Amsterdam, 24 febr. 2000, nr. 49, blz. 239. - , Gebruik domeinnamen in economisch verkeer; - ; geen geldige reden omdat gevraagde voorzieningen de mogelijkheid tot de beoogde communicatie niet ontnemen; schade door gevaar voor herkomstverwarring en associatie; overdracht domeinnamen; Pres. Rechtbank Amsterdam, 7 april 2000, nr. 91, blz. 457. - , Het gereserveerd houden van de domeinnaam is merkgebruik en derhalve ook - ; gebruik door gedaagde van de domeinnaam klm-alitalia.com als reclame voor het aanbieden van vliegtickets van en naar Italië valt onder dezelfde of soortgelijke waren/diensten als die eiseressen aanbieden; Pres. Rechtbank Arnhem, 25 okt. 1999, nr. 48, blz. 238. - , Gereserveerd houden van domeinnaam firstalert.nl is gebruik van merk First Alert; ook na negen maanden geen actie te hebben ondernomen, staat belang bij beëindiging - vast; Pres. Rechtbank 's-Gravenhage, 11 aug. 1999, nr. 66, blz. 310. - , Onderscheidend vermogen van merk Ceres voor meel niet bijzonder groot; tussen Ceres en Maxeres bestaat begripsmatig en visueel geen overeenstemming; auditieve overeenstemming slechts voor het tweede gedeelte van woord Maxeres, maar van de auditieve totaalindruk valt geen verwarring met Ceres te duchten; evenmin inbreuk met handelsnaam Maxeres op de handelsnaam en het merk Ceres; Pres. Rechtbank 's-Gravenhage, 14 dec. 1999, nr. 57, blz. 278. - , Onrechtmatig aanhaken bij het product Champagne door gebruik van aanduiding Champagne in combinatie met overige kenmerken van de verpakking van champagne; het gekruiste label met de goudgestreepte randen en het door Moet gebruikte zegel geven het merk een sterk onderscheidend vermogen; - ; Pres. Rechtbank 's-Gravenhage, 6 dec. 2000, nr. 88, blz. 424. - , 'Horselover' heeft onderscheidend vermogen in de Benelux; merkinbreuk door gebruik domein Horselover.nl; geldige reden ontbreekt nu Divoza beschikt over de domeinnamen Divoza.nl en Divoza.com en ieder andere domeinnaam kan kiezen; Pres. Rechtbank Groningen, 25 febr. 2000, nr. 23, blz. 134. - , Piraterij verordening niet van toepassing op goederen in transito die in Nederland niet maar in Spanje wel mogen worden verhandeld; geen merkgebruik in het economische verkeer dus geen - ; geen recht op afgifte wegens gebrek aan kwader trouw; Pres. Rechtbank Haarlem, 8 sept. 2000, nr. 14, blz. Q7. Merkinschrijving, Beroep in cassatie mogelijk van weigering door appèlgerecht van inschrijving merkdepot; de appèlrechter mag bij het verzoek tot inschrijving uitsluitend rekening houden met het gebruik dat van het gedeponeerde teken is gemaakt tot het tij dstip van de aanvrage om inschrijving; het BenGH stelt vragen van uitleg aan het HvJEG; Benelux Gerechtshof, 26 juni 2000, nr. 24, blz. 136.
E I G E N D O M
4 8 5
- , 'Webstudio' heeft geen onderscheidend vermogen; feit dat BMB inschrijving van 'webstudio' niet heeft geweigerd, betekent niet dat het woord voor merkenrechtelijke bescherming in aanmerking komt; Pres. Rechtbank Amsterdam, 27 juli 2000, nr. 22, blz. 133. Metatag Miles heeft onderscheidend vermogen en is niet louter beschrijvend; grote kans op verwarring tussen Milesmerken en, voor soortgelijke diensten gebruikte, merk Music Miles; aannemelijk dat gebruik van het teken Music Miles als handelsnaam, hyperlink, - en trefwoord in de web identification verwatering van de Miles-merken tot gevolg heeft en gedaagde van de bekendheid van die merken voordeel trekt; Pres. Rechtbank Amsterdam, 16 dec. 1999, nr. 85, blz. 410. Mexico toegetreden tot Overeenkomst van Nice betreffende de internationale classificatie van waren en diensten ten behoeve van de inschrijving van merken, officiële mededelingen, blz. 112. - , toegetreden tot Verdrag van Boedapest inzake de internationale erkenning van het de n ot van micro-organismen ten dienste van de octrooiverlening, officiële mededelingen, blz. 112. Mexx/Keukenmaxx, zie Hof 's-Gravenhage, 29 okt. 1999, nr. 67, blz. 311. Micro Leader Business/Commissie, zie Gerecht van Eerste Aanleg EG, 16 dec. 1999, nr. 72, blz. 331 (met noot prof. mr. L. Van Bunnen). Microcapsules, zie Hof 's-Gravenhage, 2 nov. 2000, nr. 42, blz. 223. Misbruik machtspositie, Uitoefening van auteursrechten door een onderneming met een machtspositie levert, behoudens uitzonderlijke omstandigheden, op zich geen misbruik op; de Commissie kon niet zonder grondiger onderzoek van de klacht stellen dat de gegevens geen aanwijzing voor misbruik door Microsoft opleverden; Gerecht van Eerste Aanleg EG, 16 dec. 1999, nr. 72, blz. 331 (met noot prof. mr. L. Van Bunnen). Misleidende mededelingen, - ; 'direct mail' is openbaargemaakte mededeling bedoeld in art. 6:194 BW; beschikbaarheid bewijs t.a.v. claims voor verzending reclamemateriaal; bevel tot rectificatie; Pres. Rechtbank Breda, 22 jan. 2001, nr. 10, blz. 67. Misleidende reclame, zie reclame. Misleiding, Combinatie van misleidende elementen maakt mailing misleidend; Pres.: merkinbreuk door publicatie van merkgegevens op Internet zonder toestemming; Hof: oordeel pres. niet in strijd met grondrecht van vrijheid van meningsuiting; Pres.: dat elk merk uit zijn aard auteursrechtelijk zou zijn beschermd is in zijn algemeenheid niet juist; voorschot op schadevergoeding; Hof Amsterdam, 14 sept. 2000, nr. 50, blz. 239. - , Merkinbreuk door gebruik zonder toestemming van Bovagpolissen en -brochures; geen uitputting; - van publiek door gebruik aanduiding 'lid Bovag'; Hof Amsterdam, 11 juni 1998, nr. 69, blz. 321. Mistral/Tiki, zie Rechtbank 's-Gravenhage, 1 april 1998, nr. 19, blz. 119. Modeldepot, Meubelontwerpen geen auteursrechtelijke werKen; vetKrijging depotdatum m o d d aftianKelijk van beta~ ling verschuldigde recht; nietigverklaring depots in bodemprocedure waarschijnlijk omdat de modellen voorafgaand aan de depots tijdens 'voorbeurs' reeds zijn getoond; geen bijkomende omstandigheid die nabootsing onrechtmatig
4 8 6
B I J B L A D
I N D U S T R I Ë L E
maakt; Pres. Rechtbank 's-Gravenhage, 4 maart 1998, nr. 31, blz. 175. Modelinbreuk, Octrooi-inbreuk; -; de door eisers ter zitting getoonde alternatieven tonen aan dat juist ten aanzien van de overeenkomsten andere oplossingen heel goed mogelijk zijn; overeenkomsten niet technisch bepaald; Pres. Rechtbank's-Gravenhage, 1 nov. 2000, nr. 83, blz. 403. Modellenrecht, zie Actualiteiten merken- en - , berichten, blz. 27. Mongolië' toegetreden tot Overeenkomst van Locarno tot instelling van een internationale classificatie voor tekeningen en modellen van nijverheid, tot Overeenkomst van Nice betreffende de internationale classificatie van waren en diensten ten behoeve van de inschrijving van merken, tot Overeenkomst van Straatsburg betreffende de internationale classificatie van octrooien, en tot Protocol bij de Schikking van Madrid betreffende de internationale inschrijving van Merken, zie officiële mededelingen, blz. 216. Moorddiner, zie Rechtbank Utrecht, 26 april 2000, nr. 29, blz. 166 (met noot Ste). Music Miles/Air Miles, zie Pres. Rechtbank Amsterdam, 16 dec. 1999, nr. 85, blz. 410. Muscari-romp, zie Pres. Rechtbank Rotterdam, 30 dec. 1999, nr. 80, blz. 3 75 (met noot A. A. Q.). Naar een EG-Richtlijn kwekersrecht?, artikel van mr. P.A.C.E. van der Kooij, blz. 187. Nabootsing, Door gedaagde geproduceerd materiaal onvoldoende om te kunnen oordelen of sprake is van een auteursrechtelijk werk (anders: Pres.); voor beoordeling inbreukvraag is nodig dat vaststaat of en in hoeverre sprake is van auteursrechtelijk werk; geen beroep op - wegens ontbreken van modeldepot; Pres.: in voorraad hebben van inbreukmakende sloepen is geen verboden verveelvoudiging of openbaarmaking; Hof 's-Gravenhage, 5 nov. 1998, nr. 79, blz. 370. - , Niet aannemelijk dat gebruik van de aanduiding Pluto voor verzekeringen die verband houden met honden afbreuk doet aan het onderscheidend vermogen van het merk Pluto voor hondenvoer e.d.; richtlijnconforme uitleg brengt mee dat een uitsluitend theoretische kans op ongerechtvaardigd voordeel of afbreuk onvoldoende is; geen soortgelijkheid van waren van appellante en diensten van geïntimeerde; handelsnaam leidt niet tot verwarringsgevaar; Hof 's-Gravenhage, 18 nov. 1999, nr. 58, blz. 280. - , Nu het motief'beschuit met muisjes' vrij is, is er onvoldoende overeenstemming voor auteursrechtelijke ontlening; geen verwarringwekkende-; Rechtbank 's-Gravenhage, 29 maart 2000, nr. 40, blz. 211. - , Tafel Bigfoot is auteursrechtelijkbeschermd werk; de Opmaat is geen gehele of gedeeltelijke - van de Bigfoot; Pres. Rechtbank Amsterdam, 9 dec. 1999, nr. 94, blz. 465 (met noot A.A. OJ. - , Meubelontwerpen geen auteursrechtelijke werken; verkrijging depotdatum model afhankelijk van betaling verschuldigde recht; nietigverklaring depots in bodemprocedure waarschijnlijk omdat de modellen voorafgaand aan de depots tijdens 'voorbeurs' reeds zijn getoond; geen bijkomende omstandigheid die - onrechtmatig maakt; Pres. Rechtbank 's-Gravenhage, 4 maart 1998, nr. 31, blz. 175. Namaak, De piraterijverordening geldt enkel voor namaakgoederen uit derde landen en niet voor in de Gemeenschap vervaardigde of in het verkeer gebrachte namaakgoederen; intracommunautaire doorvoer valt niet onder het specifieke
E I G E N D O M
2 0 0 1
voorwerp van het industriële en commerciële eigendomsrecht op tekeningen of modellen; belemmering van het vrij e goederenverkeer niet gerechtvaardigd; Hof van Justitie E.G., 26 sept. 2000, nr. 15, blz 99. Name Space/Unilever c.s., zie Pres. Rechtbank Amsterdam, 7 april 2000, nr. 91, blz. 457. Nawerkbaarheid octrooi, Van niet toegelichte maar wel geclaimde verbindingen moet worden aangetoond dat ze de werking volgens de uitvinding vertonen; niet ter zake doet of rechtstreeks verkregen voortbrengsel nieuw is; verlening van een Europees octrooi na oppositie is geen 'nieuwe' verlening waarop de ROW 1995 van toepassing is; Hof 's-Gravenhage, 27 jan. 2000, nr. 89, blz. 440. - , Terugwerkende kracht nietigheid; belang; uitvinding niet nawerkbaar; Rechtbank 's-Gravenhage, 26 april 2000, nr. 3, blz. 13. Nedweb/Netweb, zie Rechtbank 's-Hertogenbosch, 7 april 2000, nr. 77, blz. 360 (met noot Ste.). Nepal toegetreden tot Verdrag van Parijs tot bescherming van de Industriële Eigendom, zie officiële mededelingen, blz. 216. Netweb/Nedweb, zie Rechtbank 's-Hertogenbosch, 7 april 2000, nr. 77, blz. 360 (met noot Ste.). Nietigheid (merk), Nietigverklaring van door eiseres gedeponeerde herkomstaanduiding 'Rustenburg' voor natuursteen; de houder van een geografisch merk kan zich niet verzetten tegen gebruik door een derde van een aanduiding inzake de geografische herkomst van diens waren; Rechtbank Brugge, 18 april 2000, nr. 46, blz. 234. - (merk), Rechtbanken voor het Gemeenschapsmerk niet bevoegd tot nietigverklaring merkaanvragen en slechts bevoegd tot nietigverklaring merk op basis van reconventionele vordering in een inbreukprocedure; teken Disney's Mulan maakt geen inbreuk op merk Fa Mulan; oneigenlijk gebruik merk Fa Mulan door Pogola maakt haar beroep op nietigverklaring van Disney's Mulan niet naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar; wellicht moet aan BenGH een vraag van uitleg worden gesteld over kwade trouw; Rechtbank 's-Gravenhage, 16 febr. 2000, nr. 36, blz. 198. - , (model), Meubelontwerpen geen auteursrechtelijke werken; verkrijging depotdatum model afhankelijk van betaling verschuldigde recht; nietigverklaring depots in bodemprocedure waarschijnlijk omdat de modellen voorafgaand aan de depots tijdens 'voorbeurs' reeds zijn getoond; geen bijkomende omstandigheid die nabootsing onrechtmatig maakt; Pres. Rechtbank 's-Gravenhage, 4 maart 1998, nr. 31, blz. 175. - , (model), Geen auteursrechtelijk werk nu de vorm lijkt te zijn bepaald door technische aspecten; nietigheid depot aannemelijk; uitspraken van Van Dijke zijn niet onrechtmatig en behoeven geen rectificatie; Pres. Rechtbank Rotterdam, 30 dec. 1999, nr. 80, blz. 375 (met noot A.A. Q.). - , (octrooi), Schorsingsbevoegdheid alleen indien EOBoppositie is ingesteld; maatstaf bij oordeel omtrent provisionele vorderingen is de kans op vernietiging van het octrooi in de bodemprocedure; DNA-volgorde is nieuw want voordien niet bekend althans niet beschikbaar; inventiviteit; fytase is rechtstreeks verkregen voortbrengsel; geen werkwijze tot vervaardiging van nieuw voortbrengsel; blote ontkenning van de inbreuk volstaat niet, maar te overleggen bedrijfsgegevens mogen niet bekend worden bij eiseres; Rechtbank's-Gravenhage, 15 maart 2000, nr. 12, blz. 90.
2 0 0 1
B I J B L A D
I N D U S T R I Ë L E
-, (octrooi), Rb. neemt advies Octrooiraad dat inventiviteit ontbreekt over; dwingen van wederpartij zich naar in kort geding gegeven verbod te gedragen in beginsel onrechtmatig wanneer in bodemgeschil blijkt dat recht hiertoe ontbrak; de schade heeft in beginsel als door zijn schuld veroorzaakt te ^elden* Rechtbank 's-Gravenhage 4 okt. 2000 nr. 82 blz, 400.
-, (octrooi), Terugwerkende kracht nietigheid; belang; uitvinding niet nawerkbaar; Rechtbank 's-Gravenhage, 26 april 2000, nr. 3, blz. 13. -, (octrooi), Ovens van Stork maken inbreuk op het octrooi zoals het luidde voor de beslissing van Board of Appeal, maar niet op de in het beroep toegevoegde kenmerken; bevel aan Koppens tegenover derden geen beroep te doen op octrooi zonder vermelding van dit voorlopig oordeel; kort geding leent zich niet voor verder onderzoek naar kans op vernietiging wegens uitbreiding van de oorspronkelijke stukken; Pres. Rechtbank 's-Gravenhage, 22 dec. 2000, nr. 44, blz. 228. -, (octrooi), Advies -: aanvrager van het octrooi had geen aanspraak daarop' vernieti^ïn^s^rond van art. ~7C lid ie ROW 95 is van toepassing; Bureau I.E., 15 nov. 1999, nr. 33, blz. 180. -, (octrooi), nietigheidsadvies: - van het octrooi o.g.v. gebrek aan nieuwheid, inventiviteit en basis in de oorspronkelijke stukken; in het licht van het 'Spiro/Flamco'arrest van de HR is het gewenst dat de octrooihouder zelf voorstelt hoe nieuwe conclusies na beperking dienen te luiden; een dergelijk voorstel ter zitting is niet te laat; ter zitting aantonen van verrassend effect niet toelaatbaar, omdat dit effect niet uit het reeds verleende octrooi blijkt; Bureau I.E., 14 juni 2000, nr. 17, blz. 105.
-, Geen advies over bezwaar omtrent de octrooiduur, omdat dit geen nietigheidsgrond van art. 75, lid 1 vormt; dat tussen de datum van het onderzoek naar de stand van de techniek en de indieningsdatum van de aanvrage een periode ligt waarover het onderzoek zich niet heeft uitgestrekt doet niet af aan het feit dat voldaan is aan de voorwaarde voor een 20jarig octrooi; Bureau I. E., 17 juli 2000, nr. 41, blz. 212. -, zie Bureau I.E., 24 juli 2000, nr. 51, blz. 244. Nietigverklaring, zie Het sprookje is uit, De beslissing van het Europees Hof van Justitie inzake de Nederlandse vordering tegen richtlijn 98/44/EG, artikel van S. J. R. Bostyn, blz. 392. Nieuw arrest HvJEG over artikel 50(6) TRIPs-Verdrag, actualiteiten, blz. 343. Nieuwheid, (octrooi), Geoctrooieerde inrichting is nieuw en inventief; nu de Octrooiraad stond op hernieuwde opname van de borstel ter voorkoming van ongeoorloofde uitbreiding ten opzichte van de aanvraag, brengt de rechtszekerheid voor derden mee dat na octrooiverlening de borstel niet kan worden weggeïnterpreteerd; geen equivalentie; Rechtbank 's-Gravenhage, 27 okt. 1999, nr. 20, blz. 122. -, (octrooi), Schorsingsbevoegdheid alleen indien EOBoppositie is ingesteld; maatstaf bij oordeel omtrent provisionele vorderingen is de kans op vernietiging van het octrooi in de bodemprocedure; DNA-volgorde is nieuw want voordien niet bekend althans niet beschikbaar; inventiviteit; fytase is rechtstreeks verkregen voortbrengsel; geen werkwijze tot vervaardiging van nieuw voortbrengsel; blote ontkenning van de inureuk voiStaat niet, maar te overleggen bedrijfsgegevens mogen niet bekend worden bij eiseres; Rechtbank 's-Gravenhage, 15 maart 2000, nr. 12, blz. 90. -, (octrooi), Geen openbare toegankelijkheid omdat derden niet hebben kunnen onderkennen waaruit de uitvinding bestond; openbaar voorgebruik van dekbed dat aan conclusie
E I G E N D O M
4 8 7
van het octrooi voldoet nieuwheidsschadelijk; Rechtbank 's-Gravenhage, 14 febr. 2001, nr. 61, blz. 296. -, (octrooi), Handhaving octrooi hangende de termijn voor het indienen van een Nederlandse vertaling mogelijk; pres. bevoegd inzake grensoverschrijdend inbreukverbod; billijke bescherming brengt mee dat 'coaxial' niet letterlijk wordt opgevat; nu de PCT-aanvrage ten onrechte prioriteit claimt, is deze niet bezwarend voor de -; k.g. leent zich niet voor uitgebreid onderzoek naar de inventiviteitsvraag; Pres. Rechtbank 's-Gravenhage, 10 okt. 2000, nr. 54, blz. 267 (met noot Ste.)-, (octrooi), Nietigheidsadvies: nietigheid van het octrooi o.g.v. gebrek aan -, inventiviteit en basis in de oorspronkelijke stukken; in het licht van het 'Spiro/Flamco'arrest van de HR is het gewenst dat de octrooihouder zelf voorstelt hoe nieuwe conclusies na beperking dienen te luiden; een dergelijk voorstel ter zitting is niet te laat; ter zitting aantonen van verrassend effect niet toelaatbaar, omdat dit effect niet uit het reeds verleende octrooi blijkt; Bureau I.E., 14 juni 2000, nr. 17, blz. 105. -, (octrooi), Conclusie met een aanhef eindigend op 'met het kenmerk', gevolgd door 22 afzonderlijk genummerde kenmerken wordt opgevat als 22 afzonderlijke conclusies; de nieuwheids- en inventiviteitsbezwaren tegen de uitvinding zoals in het octrooi te lezen treffen doel; Bureau I.E., 24 juli 2000, nr. 51, blz. 244. Nieuwheidsonderzoek, Geen advies over bezwaar omtrent de octrooiduur, omdat dit geen nietigheidsgrond van art. 75, lid 1 vormt; dat tussen de datum van het onderzoek naar de stand van de techniek en de indieningsdatum van de aanvrage een periode ligt waarover het onderzoek zich niet heeft uitgestrekt doet niet af aan het feit dat voldaan is aan de voorwaarde voor een 20-jarig octrooi; Bureau I.E., 17 juli 2000, nr. 41, blz. 212. Nieuw merkenrecht in de Nederlandse Antillen, actualiteiten, blz. 31. Nike, zie Pres. Rechtbank Haarlem, 8 sept. 2000, nr. 14, blz. 97. Octrooibescherming, handboek voor het midden- en kleinbedrijf, boekbespreking door dr. J.H.J. den Hartog, blz. 427. Octrooiduur en nietigheidsadvies, Geen advies over bezwaar omtrent de octrooiduur, omdat dit geen nietigheidsgrond van art. 75, lid 1 vormt; dat tussen de datum van het onderzoek naar de stand van de techniek en de indieningsdatum van de aanvrage een periode ligt waarover het onderzoek zich niet heeft uitgestrekt doet niet af aan het feit dat voldaan is aan de voorwaarde voor een 20-jarig octrooi; Bureau I.E., 17juli 2000, nr. 41,blz. 212. Octrooien op genen: een alternatieve benadering, artikel van prof. dr. G. Van Overwalle en dr. Ph. Jacobs, blz. 115. -, Reactie op het artikel van prof. dr. G. van Overwalle en dr. Ph. Jacobs, artikel van dr. B. Swinkels, blz. 220. Octrooigemachtigde, zie Examen resp. proeve voor octrooigemachtigde, officiële mededelingen, blz. 71. -, zie Nederlands examen voor octrooigemachtigde, zie officiële mededelingen, blz. 248. -, zie officiële mededelingen, blz. 28. - , zie Register van Octrooigemachtigden, officiële mededelingen
l~i]rr -r-t
1 AQ
ICJ
O AQ
O A rt
i,l
Octrooigerecht (Europees), zie Beslechting van octrooigeschillen in Europa, artikel van prof. mr. J.J. Brinkhof, blz. 436/9. Octrooiinbreuk, De vakman die de beschrijving van het octrooi en de tekeningen bekijkt, zal inzien dat de uitvinding be-
B I J B L A D
I N D U S T R I Ë L E
rust op de (welbewuste) keuze voor het specifieke messenpaar; het kenmerkende gedeelte van conclusie 1 mag niet worden verruimd tot willekeurige snede aanbrengende middelen; geen letterlijke inbreuk; geen inbreuk met een equivalent middel; Hof's-Gravenhage, 13 juli 2000, nr. 53, blz. 261.
-, Formulering beschermingsomvang octrooi wordt steeds geïnspireerd door de specifieke inbreukvraag; het 'Rapidfoam systeem' maakt noch letterlijk noch op equivalente wijze inbreuk op het octrooi; Hof 's-Gravenhage, 30 jan. 2001, nr. 62, blz. 298. -, Eiseres maakt door het verhandelen van haar pastavormig wasmiddel geen (indirecte) inbreuk op octrooi van gedaagde nu deelkenmerk b geen betrekking kan hebben op de in bestaande wasmachines aanwezige bekende doseer-/ toevoersystemen voor wasmiddel en water; in het midden blijft of octrooihouder zijn octrooi kan inperken door in rechte gewijzigde conclusie in dienen; Rechtbank 's-Gravenhage, 15 april 1998, nr. 73, blz. 352. -, 'Reusable blankets' van Gibeck vormen geen inbreuk omdat ofwel zij geen 'viewing area' volgens het octrooi hebben, dan wel het probleem dat het octrooi beoogt op te lossen zich niet voordoet; Rechtbank 's-Gravenhage, 23 dec. 1998, nr. 27, blz. 161. -, Heli Plastic maakt door toepassing van equivalente werkwijze inbreuk op het octrooi van Soparco; in reconventie aangevallen maatregel van het octrooi van Soparco is inventief; Rechtbank 's-Gravenhage, 23 dec. 1998, nr. 35, blz. 195. -, Uitleg octrooi; geen inbreuk; Rechtbank 's-Gravenhage, 10 nov. 1999, nr. 18, blz. 117. -, De Duitse octrooihoudster heeft in inbreukgeschil gekozen voor vergoeding van een als gevolg van de inbreuk gemiste licentie en heeft door deze gevorderd en ontvangen te hebben haar octrooirecht tegen Nederlandse afnemer van de inbreukmaker uitgeput; Rechtbank 's-Gravenhage, 26 april 2000, nr. 11, blz. 89. -, Mat met dezelfde functie en hetzelfde resultaat als die volgens het octrooi maakt geen inbreuk, omdat de wijze waarop dit gebeurt wezenlijk verschilt; geen equivalentie; Rechtbank 's-Gravenhage, 10 mei 2000, nr. 2, blz. 10. -, Eerdere uitleg beschermingsomvang Amgen-octrooi omvat ook het vervaardigen van EPO via cDNA; de Geneticsoctrooien kunnen hoogstens worden beschouwd als afhankelijk van het Amgen-octrooi; hoewel Roche inbreuk maakt op het Genetics-II-octrooi verbod geweigerd o.g.v. de afhankelijkheid; Pres. Rb. 's-Gravenhage, 26 jan. 2000, nr. 1, blz. 4. -, Handhaving octrooi hangende de termijn voor het indienen van een Nederlandse vertaling mogelijk; pres. bevoegd inzake grensoverschrijdend inbreukverbod; billijke bescherming brengt mee dat 'coaxial' niet letterlijk wordt opgevat; nu de PCT-aanvrage ten onrechte prioriteit claimt, is deze niet bezwarend voor de nieuwheid; k.g. leent zich niet voor uitgebreid onderzoek naar de inventiviteitsvraag; Pres. Rechtbank's-Gravenhage, 10 okt. 2000, nr. 54, blz. 267 (met nootSte.). -, -; modelinbreuk; de door eisers ter zitting getoonde alternatieven tonen aan dat juist ten aanzien van de overeenkomsten andere oplossingen heel goed mogelijk zijn; overeenkomsten niet technisch bepaald; Pres. Rechtbank 's-Gravenhage, 1 nov. 2000, nr. 83, blz. 403. -, Ovens van Stork maken inbreuk op het octrooi zoals het luidde voor de beslissing van Board of Appeal, maar niet op de in het beroep toegevoegde kenmerken; bevel aan Kop-
E I G E N D O M
2 0 0 1
pens tegenover derden geen beroep te doen op octrooi zonder vermelding van dit voorlopig oordeel; kort geding leent zich niet voor verder onderzoek naar kans op vernietiging wegens uitbreiding van de oorspronkelijke stukken; Pres. Rechtbank 's-Gravenhage, 22 dec. 2000, nr. 44, blz. 228. Octrooiraad, Afdeling van Beroep van de Octrooiraad is geen onafhankelijk en onpartijdig gerecht in de zin van art. 6 EVRM, derhalve staat beroep op burgerlijke rechter open; besluit AvB tot niet-openbaarmaking wordt gehandhaafd; Rechtbank 's-Gravenhage, 12 juli 2000, nr. 7, blz. 33. Octrooirecht, Octrooien in de praktijk, Den Haag, 2001, ontvangen boeken, blz. 292. Octrooisamenwerkingsverdrag, zie P.C.T.-Verdrag Octrooiverlening, Geoctrooieerde inrichting is nieuw en inventief; nu de Octrooiraad stond op hernieuwde opname van de borstel ter voorkoming van ongeoorloofde uitbreiding ten opzichte van de aanvraag, brengt de rechtszekerheid voor derden mee dat na octrooiverlening de borstel niet kan worden weggeïnterpreteerd; geen equivalentie; Rechtbank 's-Gravenhage, 27 okt. 1999, nr. 20, blz. 122. Oman toegetreden tot P.C.T.-Verdrag, zie officiële mededelingen, blz. 388. Ompakken door apothekers, noot van prof. mr. J.H. Spoor onder Rechtbank 's-Gravenhage, 28 juni 2000, nr. 8, blz. 37. Ompakken geneesmiddelen, Ook indien aan TRIPs rechtstreekse werking toekomt is niet aan het desbewustheidscriterium, van art. 45 lid 1 TRIPs, voldaan; ompakking geneesmiddelen niet volgens geldende voorwaarden, derhalve merkinbreuk; nevenvorderingen afgewezen wegens ontbreken van schade; Rechtbank 's-Gravenhage, 28 juni 2000, nr. 8, blz. 37 (met noot J.H. S.). O.M.P.I., zie Wereldorganisatie voor de Intellectuele Eigendom. Onderscheidend vermogen (merk), Bij gevaar voor associatie in enge zin mag uit de bijzondere onderscheidingskracht van het oudere merk geen vermoeden van verwarringsgevaar worden afgeleid; verwarringsgevaar moet worden bewezen; HR stelt BenGH vragen over de uitleg van art. 13A, ïb BMW en art. 11D BMW; Hof van Justitie E.G., 22 juni 2000, nr. 9, blz. 40 (met noten J.H. S.). -, (merk), Teken 'Companyline' mist - omdat het uitsluitend is samengesteld uit de in het Engels gebruikelijke generieke termen 'company' en 'line'; omdat de absolute weigeringsgronden van de GMV ook van toepassing zijn indien zij slechts in een deel van de Gemeenschap bestaan, was de weigering gerechtvaardigd; Gerecht Eerste Aanleg EG, 12 jan. 2000, nr. 13, blz. 95. -, (merk), Het teken 'Beursplein 5' heeft -; geen verwording tot soortnaam; ratio van art. 11C BMW verzet zich er niet tegen dat de niet-ingeschreven licentiehoudster in kort geding voorlopige matregelen vordert; mogelijk verwarringsgevaar; Hof Amsterdam, 27 juli 2000, nr. 21, blz. 127. -, (merk), Meubelen en keukenmeubelen zijn soortgelijke waren, keukens zijn soortgelijk aan keukenmeubelen; merkinbreuk; MEXX heeft grote bekendheid en groot - (anders: Pres.); merk XX heeft zeer gering onderscheidend vermogen en gezien de ongelijksoortigheid van de waren geen associatie mogelijk van door Keukenmaxx gebruikte tekens XX; geen associatie gevaar tussen de handelsnaam Keukenmaxx en merken of de handelsnaam van Mexx; Hof's-Gravenhage, 29 okt. 1999, nr. 67, blz. 311. -, (merk), Niet aannemelijk dat gebruik van de aanduiding Pluto voor verzekeringen die verband houden met honden afbreuk doet aan het - van het merk Pluto voor hondenvoer
2 0 0 1
B I J B L A D
I N D U S T R I Ë L E
e.d.; richtlij nconforme uitleg brengt mee dat een uitsluitend theoretische kans op ongerechtvaardigd voordeel of afbreuk onvoldoende is; geen soortgelijkheid van waren van appellante en diensten van geïntimeerde; handelsnaam leidt niet tot verwarringsgevaar; Hof 's-Gravenhage, 18 nov. 1999, nr
E I G E N D O M
4 8 9
Ondubbelzinnige toestemming nodig bij parallelimport, actualiteiten, blz. 435. Ontklistermachine, zie Rechtbank 's-Gravenhage, 27 okt. 1999, nr. 20, blz. 122.
Ontlening, Ondanks mogelijk functioneel bepaald element is
r-Q KW **Qr\
—, (merk), 'Tekno' onderscheidend, doch zwak —; 'Techno Hobby' niet verwarringwekkend overeenstemmend; Rechtbank 's-Gravenhage, 26 aug. 1998, nr. 5, blz. 21. -, (merk), Vorm opmaak en uitvoering van een champagnefles niet onderscheidend; het gekruiste label met de goudgestreepte randen en het zegel van Moet wel sterk onderscheidend; merkinbreuk: de flessen met badschuim stemmen overeen met de flessen in de merken van Moè't; ontwerp flessen van Moè't geen werk in de zin van de Aw; Rechtbank 's-Gravenhage, 8 nov. 2000, nr. 64, blz. 304. -, (merk), Miles heeft - en is niet louter beschrijvend; grote kans op verwarring tussen Miles-merken en, voor soortgelijke diensten gebruikte, merk Music Miles; aannemelijk dat geK r n i V i ? i n Viot- f o l / ^ n M n c i r A/Tiloc -ilc I n n d p l c n n m
Vi\7r\&r-
link, metatag en trefwoord in de web identifkation verwatering van de Miles-merken tot gevolg heeft en gedaagde van de bekendheid van die merken voordeel trekt; Pres. Rechtbank Amsterdam, 16 dec. 1999, nr. 85, blz. 410. -, (merk), Gebruik in het economisch verkeer van de domeinnamen staatsblad.nl, staatscourant.nl, staatsalmanak.nl en wettenbank.nl zonder geldige reden doet afbreuk aan - van merken SDU en schept verwarring; de aanduidingen staatsblad, staatscourant, staatsalmanak en wettenbank betreffen geen generieke door de overheid uitgegeven categorie bladen; Pres. Rechtbank Amsterdam, 23 dec. 1999, nr. 76, blz. 359. -, (merk), 'Webstudio' heeft geen -; feit dat BMB inschrijving van 'webstudio' niet heeft geweigerd, betekent niet dat het woord voor merkenrechtelijke bescherming in aanmerking komt; Pres. Rechtbank Amsterdam, 27 juli 2000, nr. 22, blz. 133. -, (merk), Het begrip clearing house is in de dienstverlening een gangbaar begrip voor een 'uitwisselingsplaats voor informatie' dan wel 'steunpunt'; PinkRoccade gebruikt clearing house in deze beschrijvende zin; geen - ; Pres. Rechtbank 's-Gravenhage, 28 juli 1999, nr. 37, blz. 203. -, (merk), - van merk Ceres voor meel niet bijzonder groot; tussen Ceres en Maxeres bestaat begripsmatig en visueel geen overeenstemming; auditieve overeenstemming slechts voor het tweede gedeelte van woord Maxeres, maar van de auditieve totaalindruk valt geen verwarring met Ceres te duchten; evenmin inbreuk met handelsnaam Maxeres op de handelsnaam en het merk Ceres; Pres. Rechtbank 's-Gravenhage, 14 dec. 1999, nr. 57, blz. 278. -, (merk), Onrechtmatig aanhaken bij het product Champagne door gebruik van aanduiding Champagne in combinatie met overige kenmerken van de verpakking van champagne; het gekruiste label met de goudgestreepte randen en het door Moet gebruikte zegel geven het merk een sterk -; merkinbreuk; Pres. Rechtbank 's-Gravenhage, 6 dec. 2000, nr. 88, blz. 424. -, (merk), 'Horselover' heeft onderscheidend vermogen in de Benelux; merkinbreuk door gebruik domein Horselover.nl; geldige reden ontbreekt nu Di voza beschikt over de domeinnamen Divoza.nl en Divoza.com en ieder andere domeinnaam kan kiezen; Pres. Rechtbank Groningen, 25 febr. 2000, nr. 23, blz. 134.
totaalindruk van beschermde en onbeschermde trekken bepalend is; -; bezwaar tegen veroordelingen en dwangsom terecht; auteursrechtinbreuk, geen onrechtmatige daad; voorschot op schadevergoeding geweigerd; Hof Amsterdam, 2 nov. 2000, nr. 93, blz. 460. -, Door zonder toestemming van GEC tekeningen aan derden aan te bieden, heeft IJsselstein niet gehandeld zoals een goed werknemer betaamt; tekeningen van GEC hebben geen eigen origineel karakter en persoonlijk stempel van de maker, doch zijn wel 'andere geschriften' in de zin van de Aw; de tekeningen van IJsselstein zijn ontleend aan die van GEC, derhalve auteursrechtinbreuk; Hof Leeuwarden, 22 sept. 1999, nr. 60, blz. 286 (met noot A.A. Q.). — M n h^»t- m/M-i^f'hAcrVinit- m p t m n i c i p c ' \irii ie i c p r m-i\7r\lArtf*nAf>
overeenstemming voor auteursrechtelijke -; geen verwarringwekkende nabootsing; Rechtbank 's-Gravenhage, 29 maart 2000, nr. 40, blz. 211. Ontvankelijkheid, O.g. v. - op basis van eerste nietigheidsadvies is ook de vordering o.g.v. tweede, bij MvA ingediende aanvullend nietigheidsadvies ontvankelijk; bewoordingen van de wet en strekking van de bepaling verzetten zich daar niet tegen; Hof's-Gravenhage, 12 okt. 2000, nr. 63, blz. 302. -, (herstel verzoek) Hoewel het verzoekschrift niet met redenen is omkleed, is de niet-ontvankelijk-verklaring niet gerechtvaardigd, omdat de zittingsdatum op relatief korte termijn is bepaald en verzoekster er niet vooraf op is gewezen dat het verzoek niet in behandeling kon worden genomen; Octrooiraad Afdeling van Beroep, 10 jan. 2001, nr. 26, blz. 146. Openbaar voorgebruik, Geen openbare toegankelijkheid omdat derden niet hebben kunnen onderkennen waaruit de uitvinding bestond; - van dekbed dat aan conclusie van het octrooi voldoet nieuwheidsschadelijk; Rechtbank 's-Gravenhage, 14 febr. 2001, nr. 61, blz. 296. Openbaarmaking, Afdeling van Beroep van de Octrooiraad is geen onafhankelijk en onpartijdig gerecht in de zin van art. 6 EVRM, derhalve staat beroep op burgerlijke rechter open; besluit AvB tot niet-openbaarmaking wordt gehandhaafd; Rechtbank 's-Gravenhage, 12 juli 2000, nr. 7, blz. 33. Opmaat/Bigfoot, zie Pres. Rechtbank Amsterdam, 9 dec. 1999, nr. 94, blz. 465 (met noot A.A. Q.). Oppositie, Europees octrooi, Schorsingsbevoegdheid alleen indien EOB-oppositie is ingesteld; maatstaf bij oordeel omtrent provisionele vorderingen is de kans op vernietiging van het octrooi in de bodemprocedure; DNA-volgorde is nieuw want voordien niet bekend althans niet beschikbaar; inventiviteit; fytase is rechtstreeks verkregen voortbrengsel; geen werkwijze tot vervaardiging van nieuw voortbrengsel; blote ontkenning van de inbreuk volstaat niet, maar te overleggen bedrijfsgegevens mogen niet bekend worden bij eiseres; Rechtbank. 's-Gravenhage, 15 maart 2000, nr. 12, blz. 90. Orffa III/DSM, zie Rechtbank 's-Gravenhage, 15 maart 2000, .,-
- _
1,1-
—
n i . ±£, uiz-. y u .
Overdracht (domeinnaam), Woord 'telefoongids' is een generieke term en, indien al door inburgering onderscheidend, weer verworden tot soortnaam; onrechtmatig leunen op KPN in website gedaagden; registratie domeinnaam 'telefoongids' door DM niet onrechtmatig gehandeld jegens
4 9 0
B I J B L A D
I N D U S T R I Ë L E
KPN; nu schadevergoeding in de vorm van - van de domeinnaam niet is uit te sluiten, wordt conservatoir beslag tot levering van domeinnaam niet opgeheven; Pres. Rechtbank Almelo, 19 juni 2001, nr. 55, blz. 272. - , (domeinnaam), Gebruik domeinnamen in economisch verkeer; merkinbreuk; geen geldige reden omdat gevraagde voorzieningen de mogelijkheid tot de beoogde communicatie niet ontnemen; schade door gevaar voor herkomstverwarring en associatie; overdracht domeinnamen; Pres. Rechtbank Amsterdam, 7 april 2000, nr. 91, blz. 457. - , (domeinnaam), Gedaagde, domeinmakelaardij, zal domeinnaam en merk gebruiken in economisch verkeer; gebod tot indienen verzoek - domeinnaam omvat machtiging tot inschrijving vonnis in plaats van wilsverklaring gedaagde; Pres. Rechtbank Amsterdam, 6 juli 2000, nr. 68, blz. 319. - , (merk), BMB verplicht tot controle akte van - en weigering inschrijving bij twijfel aan rechtsgeldige - ; Hof 's-Gravenhage, 21 sept. 2000, nr. 65, blz. 306. - , (octrooi), mede-eigendom octrooi; ontbinding overeenkomst verplicht niet tot overdracht om niet van octrooiaandeel, verdeling gemeenschap volgens BW; beschermingsomvang; Rechtbank 's-Gravenhage, 20 jan. 1999, nr. 4, blz. 16. Overeenkomst inzake erkenning voorrang, officiële mededelingen, blz. 471. Overeenkomst van 's-Gravenhage, zie Akte van Genève bij de betreffende de internationale registratie van tekeningen of modellen van nijverheid. Overeenkomst van Lissabon, toetreding door Joegoslavië, zie officiële mededelingen, blz. 388. Overeenkomst van Locarno tot instelling van een internationale classificatie voor tekeningen en modellen van nijverheid, toetreding Bulgarije, zie officiële mededelingen, blz. 28. - , toetreding Mongolië, zie officiële mededelingen, blz. 216. - , toetreding door Joegoslavië, zie officiële mededelingen, blz. 388. Overeenkomst van Nice betreffende de internationale classificatie van waren en diensten ten behoeve van de inschrijving van merken, toetreding Bulgarije, zie officiële mededelingen, blz. 28. - , toetreding door Santa Lucia, zie officiële mededelingen, blz. 112. - , toetreding door Mexico, zie officiële mededelingen, blz. 112. - , toetreding Mongolië, zie officiële mededelingen, blz. 216. - , toetreding door Joegoslavië, zie officiële mededelingen, blz. 388. - , toetreding Uzbekistan, zie officiële mededelingen, blz. 472. Overeenkomst van Straatsburg betreffende de internationale classificatie van octrooien, toetreding Bulgarije, zie officiële mededelingen, blz. 28. - , toetreding Mongolië, zie officiële mededelingen, blz. 216. - , toetreding Uzbekistan, zie officiële mededelingen, blz. 472. Overeenkomst van Wenen tot instelling van een internationale classificatie van beeldbestanddelen van merken, toetreding Bulgarije, zie officiële mededelingen, blz. 28. - , toetreding Slovenië, zie officiële mededelingen, blz. 248. - , toetreding Santa Lucia, zie officiële mededelingen blz. 432. Overeenstemming, (merk), Tekens XS4Components en XS4Dealers stemmen auditief, visueel en begripsmatig sterk overeen met het merk XS4ALL; toegang verschaffen tot Internet en handel in hardware zijn geen soortgelijke waren en diensten (anders: Pres.); gebrek aan functionele betekenis van X, S en 4 in door gedaagde gebruikte aanduidingen zijn aanwijzing voor aanhaken bij en voordeel trekken van repu-
-,
-,
-,
-,
-,
-,
E I G E N D O M
2 0 0 1
tatie van merkXS4ALL; Hof Amsterdam, 3 juni 1999, nr. 90, blz. 454. (merk), Geen verwarring tussen merk van Roobol en teken van Rijnmond, nu in casu de punten van verschil meer bepalend zijn dan de punten van - ; niet aannemelijk dat beeldmerk van Roobol een bekend merk is; geen nawerking; geen onrechtmatig gebruik van hetzelfde winkelconcept; Hof 's-Gravenhage, 14 sept. 2000, nr. 47, blz. 235. (merk), 'Tekno' onderscheidend, doch zwak merk; 'Techno Hobby' niet verwarringwekkend overeenstemmend; Rechtbank 's-Gravenhage, 26 aug. 1998, nr. 5, blz. 21. (merk), Nu het motief 'beschuit met muisjes' vrij is, is er onvoldoende - voor auteursrechtelijke ontlening; geen verwarringwekkende nabootsing; Rechtbank 's-Gravenhage, 29 maart 2000, nr. 40, blz. 211. (merk), Onderscheidend vermogen van merk Ceres voor meel niet bijzonder groot; tussen Ceres en Maxeres bestaat begripsmatig en visueel geen - ; auditieve - slechts voor het tweede gedeelte van woord Maxeres, maar van de auditieve totaalindruk valt geen verwarring met Ceres te duchten; evenmin inbreuk met handelsnaam Maxeres op de handelsnaam en het merk Ceres; Pres. Rechtbank 's-Gravenhage, 14 dec. 1999, nr. 57, blz. 278. (merk), Soortgelijkheid van de waren nu het in aanmerking komende publiek zal menen dat deze van één en dezelfde onderneming afkomstig zijn; tussen merk Consult en het beeldmerk Beaphar Consult auditieve, visuele en begripsmatige gelijkenis; merkbescherming tijdens voorbereiding introductie van het product op de Benelux-markt; Pres. Rechtbank Zwolle, 17 nov. 1999, nr. 39, blz. 208. (model), Niet aannemelijk dat gebruik van de aanduiding Pluto voor verzekeringen die verband houden met honden afbreuk doet aan het onderscheidend vermogen van het merk Pluto voor hondenvoer e.d.; richtlijnconforme uitleg brengt mee dat een uitsluitend theoretische kans op ongerechtvaardigd voordeel of afbreuk onvoldoende is; geen soortgelijkheid van waren van appellante en diensten van geïntimeerde; handelsnaam leidt niet tot verwarringsgevaar; Hof's-Gravenhage, 18 nov. 1999, nr. 58, blz. 280.
Parallel geïmporteerde Zyban, zie Pres. Rechtbank 's-Gravenhage, 3 maart 2000, nr. 45, blz. 231. Pastavormig wasmiddel, zie Rechtbank 's-Gravenhage, 15 april 1998, nr. 73, blz. 352. P. C.T.-aanvrage, Handhaving octrooi hangende de termij n voor het indienen van een Nederlandse vertaling mogelijk; pres. bevoegd inzake grensoverschrijdend inbreukverbod; billijke bescherming brengt mee dat 'coaxial' niet letterlijk wordt opgevat; nu de - ten onrechte prioriteit claimt, is deze niet bezwarend voor de nieuwheid; k.g. leent zich niet voor uitgebreid onderzoek naar de inventiviteitsvraag; Pres. Rechtbank 's-Gravenhage, 10 okt. 2000, nr. 54, blz. 267 (met noot Ste.). P.C.T.-Verdrag, toetreding Colombia, zie officiële mededelingen, blz. 28. - , toetreding door Ecuador, zie officiële mededelingen, blz. 148. - , toetreding door Joegoslavië, Oman en door Zambia, zie officiële mededelingen, blz. 388. - , toetreding Equatoriaal Guinea, zie officiële mededelingen, blz. 216. - , toetreding Filippijnen, zie officiële mededelingen, blz. 248. - , toetreding Tunesië, zie officiële mededelingen, blz. 432. Persoonlijkheidsrecht, Verwerping beroep op litispendentie en connexiteit; ontwerp Tripp Trapp-stoel auteursrechtelijk
L A D
I N D U S T R I Ë L E
G E N D O M
werk; inbreuk op auteursrecht; geen verminking van werk die nadeel aan de eer of naam van de maker toebrengt; enkel stilzitten leidt niet tot rechtsverwerking; rechtsverwerking kan niet worden gelijkgesteld met de voor uitputting vereiste (stilzwijgende) toestemming; slagzin 'De stoel die met uw kind meegroeit' is geen auteursrechtelijk werk; verza-
Ranitidine, zie Rechtbank 's-Gravenhage, 28 juni 2000, nr. 8, blz. 37 (met noot J. H. S.). R,echt van voorrang, zie voorrangsrecht. Rechtshandhaving op basis van een nog niet ingeschreven depot, noot van mr. P.J.M. Steinhauser onder Rechtbank 's-Hertogenbosch, 7 april 2000, nr. yyy blz. 360.
l r i n / T C-1T-I r\ a\-iar\af^ri
T? ^ f l i t - c t - r o f l V c \T&v\rve*cve*r\ ^mnrt-hvf^ticrci^
JXllig,
n rrct-\7 i /-"Tri-- i7/-\t-m m exi-lr n i A t t-r\ É»1 1 1 f-Trl 't 1* •
O^U.dVtV.U'^^J^il-Vl.J.l^J^lJ.Vll.Lj
C/-lir,t*cit-irrcl-\*3i7/-ȃ>(Tvll-,^irI
V U1111111L.11Y J.J.J.V. L \.\J \. l e i d t L/CISH. y
Rechtbank 's-Gravenhage, 4 okt. 2000, nr. 78, blz. 363. Peters, Ph. et J.-J. Evrard, La défense de la marque dans Ie Benelux. Marque Benelux et marque communautair, 2000, zie boekbespreking door prof. mr. J.H. Spoor, blz. 214. Piraterij, Merkgebruik, nu aannemelijk is dat de motorolie is aangeboden voor verkoop binnen de EER geen sprake van transitohandel; toepassing van art. 13MS, lid 5 BMW vereist geen kwade trouw en is niet beperkt tot bestrijding van -; Hof's-Gravenhage, 29 juni 2000, nr. 38, blz. 204. - , Piraterij verordening niet van toepassing op goederen in transito die in Nederland niet maar in Spanje wel mogen worden verhandeld; geen merkgebruik in het economische verkeer dus geen merkinbreuk; geen recht op afgifte wegens gebrek aan kwader trouw; Pres. Rechtbank Haarlem, 8 sept. 2000, nr. 14, blz. 97. Plastic pot, zie Rechtbank 's-Gravenhage, 23 dec. 1998, nr. 35, blz. 195. Pluto/Pluto Plus Polis, zie Hof 's-Gravenhage, 18 nov. 1999, nr. 58, blz. 280. Prejudiciële vragen, Für Elise zaak, De Hoge Raad stelt vragen van uitleg aan het Hof van Justitie over klankmerkeri, actualiteiten, blz. 252. - , Het Bundespatentgericht stelt het Europese Hof vragen van uitleg over vormmerken, actualiteiten, blz. 295. - , Bij gevaar voor associatie in enge zin mag uit de bijzondere onderscheidingskracht van het oudere merk geen vermoeden van verwarringsgevaar worden afgeleid; verwarringsgevaar moet worden bewezen; HR stelt BenGH vragen over de uitleg van art. 13A, ïb BMW en art. 11D BMW; Hof van Justitie E.G., 22 juni 2000, nr. 9, blz. 40 (met noten J.H. S.). - , Beroep in cassatie mogelijk van weigering door appèlgerecht van inschrijving merkdepot; de appèlrechter mag bij het verzoek tot inschrijving uitsluitend rekening houden met het gebruik dat van het gedeponeerde teken is gemaakt tot het tijdstip van de aanvrage om inschrijving; het BenGH stelt vragen van uitleg aan het HvJEG; Benelux Gerechtshof, 26 juni 2000, nr. 24, blz. 136. - , Rechtbanken voor het Gemeenschapsmerk niet bevoegd tot nietigverklaring merkaanvragen en slechts bevoegd tot nietigverklaring merk op basis van reconvetionele vordering in een inbreukprocedure; teken Disney's Mulan maakt geen inbreuk op merk Fa Mulan; oneigenlijk gebruik merk Fa Mulan door Pogola maakt haar beroep op nietigverklaring van Disney's Mulan niet naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar; wellicht moet aan BenGH een vraag van uitleg worden gesteld over kwade trouw; Rechtbank 's-Gravenhage, 16 febr. 2000, nr. 36, blz. 198. Prioriteit, zie Voorrangsrecht. Protocol bij de Schikking van Madrid betreffende de internationale inschrijving van Merken, bekrachtiging Australië en toetreding Mongolië, zie officiële mededelingen, blz. 216. - , toetreding door Bulgarije, zie officiële mededelingen, blz. 292. - , toetreding Armenië, Ierland, Joegoslavië en Zambia, zie officiële mededelingen, blz. 388. - , toetreding Wit-Rusland, zie officiële mededelingen, blz. 472.
alleen indien EOB-oppositie is ingesteld; maatstaf bij oordeel omtrent provisionele vorderingen is de kans op vernietiging van het octrooi in de bodemprocedure; DNA-volgorde is nieuw want voordien niet bekend althans niet beschikbaar; inventiviteit; fytase is -; geen werkwijze tot vervaardiging van nieuw voortbrengsel; blote ontkenning van de inbreuk volstaat niet, maar te overleggen bedrijfsgegevens mogen niet bekend worden bij eiseres; Rechtbank 's-Gravenhage, 15 maart 2000, nr. 12, blz. 90. - , Van niet toegelichte maar wel geclaimde verbindingen moet worden aangetoond dat ze de werking volgens de uitvinding vertonen; niet ter zake doet of- nieuw is; verlening van een Europees octrooi na oppositie is geen 'nieuwe' verlening waarop de ROW 1995 van toepassing is; Hof's-Gravenhage, 27 jan. 2000, nr. 89, blz. 440. Rechtsverwerking, Verwerping beroep op litispendentie en connexiteit; ontwerp Tripp Trapp-stoel auteursrechtelijk werk; inbreuk op auteursrecht; geen verminking van werk die nadeel aan de eer of naam van de maker toebrengt; enkel stilzitten leidt niet tot - ; - kan niet worden gelijkgesteld met de voor uitputting vereiste (stilzwijgende) toestemming; slagzin 'De stoel die met uw kind meegroeit' is geen auteursrechtelijk werk; verzaking schadebeperkingsplicht; vormmerk niet toelaatbaar; Rechtbank 's-Gravenhage, 4 okt. 2000, nr. 78, blz. 363. Reclame, Het gereserveerd houden van de domeinnaam is merkgebruik en derhalve ook merkinbreuk; gebruik door gedaagde van de domeinnaam klm-alitalia.com als - voor het aanbieden van vliegtickets van en naar Italië valt onder dezelfde of soortgelijke waren/diensten als die eiseressen aanbieden; Pres. Rechtbank Arnhem, 25 okt. 1999, nr. 48, blz. 238. - , Niet voldaan aan de eisen voor individueel vergelijkende - ; verbod en rectificatie; Pres. Rechtbank 's-Gravenhage, 22 juli 1999, nr. 6, blz. 23. - , zie Wetsontwerp vergelijkende - ingediend, actualiteiten, blz. 73. Rectificatie, Geen auteursrechtelijk werk nu de vorm lijkt te zijn bepaald door technische aspecten; nietigheid depot aannemelijk; uitspraken van Van Dijke zijn niet onrechtmatig en behoeven geen - ; Pres. Rechtbank Rotterdam, 30 dec. 1999, nr. 80, blz. 375 (met noot A.A. Q.). - , Misleidende mededelingen; 'direct mail' is openbaargemaakte mededeling bedoeld in art. 6:194 BW; beschikbaarheid bewijs t.a.v. claims voor verzending reclamemateriaal; bevel t o t - ; Pres. Rechtbank Breda, 22jan. 2001,nr. 10, blz. 67. - , Niet voldaan aan de eisen voor individueel vergelijkende reclame; verbod en -; Pres. Rechtbank 's-Gravenhage, 22 juli 1999, nr. 6, blz. 23. Redactiesecretariaat Bijblad, zie blz. 218. Renauit/Maxicar II, zie Hof van Justitie E.G., 11 mei 2000, nr. 70, blz. 325. Richtlijn 98/44/EG inzake de wettelijke bescherming van biotechnologische uitvindingen, zie Het sprookje is uit, De beslissing van het Europees Hof van Justitie inzake de Neder-
4 9 2
B I J B L A D
I N D U S T R I Ë L E
landse vordering tegen richtlijn 98/44/EG, artikel van S J.R. Bostyn, blz. 392/9. Rijkswet van 27 september 2001, houdende aanpassing van rijkswetten in verband met de vervanging van de gulden door de euro, wetgeving, blz. 470. Roemenië' toegetreden tot Akte van Genève bij de overeenkomst van 's-Gravenhage betreffende de internationale registratie van tekeningen of modellen van nijverheid, officiële mededelingen, blz. 292. Roobol/Rijnmond, zie Hof's-Gravenhage, i4sept. 2000, nr. 47, blz. 235. Route 66, Nieuw arrest HvJEG over artikel 50(6) TRIPs-Verdrag, actualiteiten, blz. 343. Route 66II, zie Europese Hof kent geen directe werking toe aan art. 50 TRIPs-verdrag voor Europees aangepakte i.e.onderwerpen, maar schrij ft wel verdragsconforme interpretatie van nationaal recht voor, actualiteiten, blz. 3. Rustenburg, zie Rechtbank Brugge, 18 april 2000, nr. 46, blz. 234. Sam Sam Music, zie Ktg. Leiden, 26 april 2001, nr. 92, blz. 459. Santa Lucia toegetreden tot Overeenkomst van Nice betreffende de internationale classificatie van waren en diensten ten behoeve van de inschrijving van merken, officiële mededelingen, blz. 112. - , toegetreden tot Overeenkomst van Wenen tot instelling van een internationale classificatie van beeldbestanddelen van merken, zie officiële mededelingen blz. 432. Schade, Gebruik domeinnamen in economisch verkeer; merkinbreuk; geen geldige reden omdat gevraagde voorzieningen de mogelijkheid tot de beoogde communicatie niet ontnemen; - door gevaar voor herkomstverwarring en associatie; overdracht domeinnamen; Pres. Rechtbank Amsterdam, 7 april 2000, nr. 91, blz. 457. - , Ook indien aan TRIPs rechtstreekse werking toekomt is niet aan het desbewustheidscriterium, van art. 45 lid 1 TRIPs, voldaan; ompakking geneesmiddelen niet volgens geldende voorwaarden, derhalve merkinbreuk; nevenvorderingen afgewezen wegens ontbreken van - ; Rechtbank 's-Gravenhage, 28 juni 2000, nr. 8, blz. 37 (met noot J.H. S.). Schadevergoeding, Combinatie van misleidende elementen maakt mailing misleidend; Pres.: merkinbreuk door publicatie van merkgegevens op Internet zonder toestemming; Hof. oordeel pres. niet in strijd met grondrecht van vrijheid van meningsuiting; Pres.: dat elk merk uit zijn aard auteursrechtelijk zou zijn beschermd is in zijn algemeenheid niet juist; voorschot op -; Hof Amsterdam, 14 sept. 2000, nr. 50, blz. 239. - , Ondanks mogelijk functioneel bepaald element is tafel Bigfoot auteursrechtelijk beschermd werk omdat de totaalindruk van beschermde en onbeschermde trekken bepalend is; ontlening; bezwaar tegen veroordelingen en dwangsom terecht; auteursrechtinbreuk, geen onrechtmatige daad; voorschot op - geweigerd; Hof Amsterdam, 2 nov. 2000, nr. 93, blz. 460. - , Onder ROW 1910 is geen plaats voor winstafdracht naast - ; geleden schade moet worden begroot op de gemiste licentievergoeding; indien redelijk mag de schade ook begroot worden op de door terugloop van eigen verkopen gederfde winst; art. 45, lid 1 TRIPs heeft rechtstreekse werking waardoor het desbewustheidsvereiste van art. 43, lid 2 ROW niet meer geldt; Rechtbank 's-Gravenhage, 1 april 1998, nr. 19, blz. 119.
E I G E N D O M
2 0 0 1
Schikking van Madrid betreffende de internationale inschrijving van Merken, toetreding door Joegoslavië, zie officiële mededelingen, blz. 388. - , zie ook Protocol bij de - . Schorsing, Schorsingsbevoegdheid alleen indien EOB-oppositie is ingesteld; maatstaf bij oordeel omtrent provisionele vorderingen is de kans op vernietiging van het octrooi in de bodemprocedure; DNA-volgorde is nieuw want voordien niet bekend althans niet beschikbaar; inventiviteit; fytase is rechtstreeks verkregen voortbrengsel; geen werkwijze tot vervaardiging van nieuw voortbrengsel; blote ontkenning van de inbreuk volstaat niet, maar te overleggen bedrijfsgegevens mogen niet bekend worden bij eiseres; Rechtbank 's-Gravenhage, 15 maart 2000, nr. 12, blz. 90. Shampers badschuimfles, zie Rechtbank 's-Gravenhage, 8 nov. 2000, nr. 64, blz. 304. Sigarettensafe, zie Rechtbank 's-Gravenhage, 29 maart 2000, nr. 59, blz. 284. Sit Up-stoel/Tripp Trapp, zie Rechtbank 's-Gravenhage, 13 okt. 1999, nr. 81, blz. 378. Slaafse nabootsing, zie nabootsing. Slaapdek, zie Rechtbank 's-Gravenhage, 14 febr. 2001, nr. 61, blz. 296. Slagzin, Verwerping beroep op litispendentie en connexiteit; ontwerp Tripp Trapp-stoel auteursrechtelijk werk; inbreuk op auteursrecht; geen verminking van werk die nadeel aan de eer of naam van de maker toebrengt; enkel stilzitten leidt niet tot rechtsverwerking; rechtsverwerking kan niet worden gelijkgesteld met de voor uitputting vereiste (stilzwijgende) toestemming; slagzin 'De stoel die met uw kind meegroeit' is geen auteursrechtelijk werk; verzaking schadebeperkingsplicht; vormmerk niet toelaatbaar; Rechtbank 's-Gravenhage, 4 okt. 2000, nr. 78, blz. 363. Slovenië bekrachting Verdrag van Straatsburg over de eenmaking van bepaalde onderdelen van het octrooirecht, zie officiële mededelingen, blz. 248. - , toegetreden tot Overeenkomst van Wenen tot instelling van een internationale classificatie van beeldbestanddelen van merken, zie officiële mededelingen, blz. 248. Software-gerelateerde uitvindingen, zie berichten, blz. 184. Soortgelijkheid,Tekens XS4Components en XS4Dealers stemmen auditief, visueel en begripsmatig sterk overeen met het merk XS4ALL; toegang verschaffen tot Internet en handel in hardware zijn geen soortgelijke waren en diensten (anders: Pres.); gebrek aan functionele betekenis van X, S en 4 in door gedaagde gebruikte aanduidingen zijn aanwijzing voor aanhaken bij en voordeel trekken van reputatie van merk XS4ALL; Hof Amsterdam, 3 juni 1999, nr. 90, blz. 454. - , Inburgering; nu vordering alleen Nederland betreft, is niet van belang dat merk niet is ingeburgerd in België en Luxemburg; soortgelijke diensten; feit dat Topjobs on the Net haar domeinnamen eerder heeft geregistreerd dan Tobjobs niet relevant; domeinnaamregistraties verschaffen geen tegen derden geldend te maken rechten; Hof Amsterdam, 16 maart 2000, nr. 84, blz. 407. - , Meubelen en keukenmeubelen zijn soortgelijke waren, keukens zijn soortgelijk aan keukenmeubelen; merkinbreuk; MEXX heeft grote bekendheid en groot onderscheidend vermogen (anders: Pres.); merk XX heeft zeer gering onderscheidend vermogen en gezien de ongelijksoortigheid van de waren geen associatie mogelijk van door Keukenmaxx gebruikte tekens XX; geen associatie gevaar tussen de handelsnaam Keukenmaxx en merken of de handelsnaam van Mexx; Hof's-Gravenhage, 29 okt. 1999, nr. 67, blz. 311.
B I J B L A D
2 0 0 1
I N D U S T R I Ë L E
- , Niet aannemelijk dat gebruik van de aanduiding Pluto voor verzekeringen die verband houden met honden afbreuk doet aan het onderscheidend vermogen van het merk Pluto voor hondenvoer e.d.; richtlijnconforme uitleg brengt mee dat een uitsluitend theoretische kans op ongerechtvaardigd ,.
„ J ~ ~ l
„ f
„CU^mlr
nnrr„lAm>r,Aa
In. rroon
V U U L U t C l U I a i U H - L U Y *J11VU1CHJ\_I1L|.^ 10, gi_»_ll
, n n
m
r
o t l
v rt±i ï T a i i - i i
TT-in
tan
appellante en diensten van geïntimeerde; handelsnaam leidt niet tot verwarringsgevaar; Hof's-Gravenhage, 18 nov. 1999> nr. 58, blz. 280. - , Het gereserveerd houden van de domeinnaam is merkgebruik en derhalve ook merkinbreuk; gebruik door gedaagde van de domeinnaam klm-alitalia.com als reclame voor het aanbieden van vliegtickets van en naar Italië' valt onder dezelfde of soortgelijke waren/diensten als die eiseressen aanbieden; Pres. Rechtbank Arnhem, 25 okt. 1999, nr. 48, blz. 238. - , - van de waren nu het in aanmerking komende publiek zal menen dat deze van één en dezelfde onderneming afkomstig zijn; tussen merk Consult en het beeldmerk Beaphar Consult auditieve, visuele en begripsmatige gelijkenis; merkbescherming tij dens voorbereiding introductie van het product op de Benelux-markt; Pres. Rechtbank Zwolle, 17 nov. 1999, nr. 39, blz. 208. Soortnaam, Het teken 'Beursplein 5' heeft onderscheidend vermogen; geen verwording t o t - ; ratio van art. 11C BMW verzet zich er niet tegen dat de niet-ingeschreven licentiehoudster in kort geding voorlopige maatregelen vordert; mogelijk verwarringsgevaar; Hof Amsterdam, 27 juli 2000, „« ~.
ui.,
111. -i.J-, K l i .
.,.,-, ±^/'
- , Merk 'moorddiner' is - geworden voor een tijdens een diner te spelen detectivespel; verwording tot - in de hand gewerkt door gebruik van het merk als de omschrijving van het product; aan merkhouder te maken verwijt groter nu de aanduiding sterk beschrijvend en voor de hand liggend is; Rechtbank Utrecht, 26 april 2000, nr. 29, blz. 16S (met noot Ste.). - , Woord 'telefoongids' is een generieke term en, indien al door inburgering onderscheidend, weer verworden tot - ; onrechtmatig leunen op KPN in website gedaagden; registratie domeinnaam 'telefoongids' door DM niet onrechtmatig gehandeld j egens KPN; nu schadevergoeding in de vorm van overdracht van de domeinnaam niet is uit te sluiten, wordt conservatoir beslag tot levering van domeinnaam niet opgeheven; Pres. Rechtbank Almelo, 19juni 2001, nr. 55, blz. 272. Sound Machine/Top Scan, zie Hof Amsterdam, 9 dec. 1999, nr. 87, blz. 415 (met noot A.A. Q.). Spiraaloven II, zie Pres. Rechtbank 's-Gravenhage, 22 dec. 2000, nr. 44, blz. 228. Spiro/Flamco, Nietigheidsadvies: nietigheid van het octrooi o.g.v. gebrek aan nieuwheid, inventiviteit en basis in de oorspronkelijke stukken; in het licht van het 'Spiro/ Flamco'arrest van de HR is het gewenst dat de octrooihouder zelf voorstelt hoe nieuwe conclusies na beperking dienen te luiden; een dergelijk voorstel ter zitting is niet te laat; ter zitting aantonen van verrassend effect niet toelaatbaar, omdat dit effect niet uit het reeds verleende octrooi blijkt; BureauI.E., 14 juni 2000, nr. 17, blz. 105. Spoedeisend belang, - ; de beweging van de Top Scan is technisch bepaald en geen auteursrechtelijk werk; navolging van door technische eisen bepaalde elementen staat in beginsel vrij; Pres: gemeenschappelijk auteursrecht; ontwerp van de Sound Machine wijkt onvoldoende af voor nieuw oorspronkelijk werk; Hof Amsterdam, 9 dec. 1999, nr. 87, blz. 415 (met noot A.A. Q.).
E I G E N D O M
4 9 3
Sprookje is uit, De beslissing van het Europees Hof van Justitie inzake de Nederlandse vordering tegen richtlijn 98/44/EG, Het, artikel van S.J.R. Bostyn, blz. 392. Spuitgietsysteem, zie Rechtbank's-Gravenhage, 8 dec. 1999, nr. 43, blz. 225. Staat/Bat zie Rechtbank 's-Gravenha°"e 12 'uli 2000 nr. ^ blz. 33. Staatsblad.nl, zie Pres. Rechtbank Amsterdam, 23 dec. 1999, nr. 76, blz. 359. Sterilisator, zie Rechtbank 's-Gravenhage, 8 nov. 2000, nr. 28, blz. 163 (met noot Ste.). Taiwan, zie Overeenkomst inzake erkenning voorrang, officiële mededelingen, blz. 471. Talenregime, Het Gerecht van eerste aanleg over het - van de gemeenschapsmerkenverordening, actualiteiten, blz. 251. Tandenborstelkop, zie Pres. Rechtbank 's-Gravenhage, 10 okt. 2000, nr. 54, blz. 267 (met noot Ste.). Technisch effect (model), Niet aannemelijk dat gebruik van de aanduiding Pluto voor verzekeringen die verband houden met honden afbreuk doet aan het onderscheidend vermogen van het merk Pluto voor hondenvoer e.d.; richtlijnconforme uitleg brengt mee dat een uitsluitend theoretische kans op ongerechtvaardigd voordeel of afbreuk onvoldoende is; geen soortgelijkheid van waren van appellante en diensten van geïntimeerde; handelsnaam leidt niet tot verwarringsgevaar; Hof's-Gravenhage, 18 nov. 1999, nr. 58, blz. 280. Tekno/Techno, zie Rechtbank 's-Gravenhage, 26 aug. 1998, nr. 5, blz. 21. Telecomrecht, zie berichten, blz. 184 en 428. Telefoongids.nl, zie Pres. Rechtbank Almelo, 19 juni 2001, nr. 55, blz. 272. Televizier II, zie Zijn tekeningen geschriften, noot van prof. mr. A.A. Quaedvlieg onder Hof Leeuwarden, 22 sept. 1999, nr. 60, blz. 286. Termijnen onder de Rijksoctrooiwet 1910, zie officiële mededelingen, blz. 71, 388. Tesco en Costco/Levi Strauss, zie Ondubbelzinnige toestemming nodig bij parallelimport, actualiteiten, blz. 435. Thermische deken, 'Reusable blankets' van Gibeck vormen geen inbreuk omdat ofwel zij geen 'viewing area' volgens het octrooi hebben, dan wel het probleem dat het octrooi beoogt op te lossen zich niet voordoet; Rechtbank 's-Gravenhage, 23 dec. 1998, nr. 27, blz. 161. Tiki/Mistral, zie Rechtbank's-Gravenhage, 1 april 1998, nr. 19, blz. 119. Toepasselijkheid ROW 1995, Van niet toegelichte maar wel geclaimde verbindingen moet worden aangetoond dat ze de werking volgens de uitvinding vertonen; niet ter zake doet of rechtstreeks verkregen voortbrengsel nieuw is; verlening van een Europees octrooi na oppositie is geen 'nieuwe' verlening waarop de ROW 1995 van toepassing is; Hof 's-Gravenhage, 27 jan. 2000, nr. 89, blz. 440. Toiletverfrisser, zie Rechtbank 's-Gravenhage, 1 nov. 2000, nr. 83, blz. 403. Tonga toegetreden tot Verdrag van Parijs tot bescherming van de Industriële Eigendom, zie officiële mededelingen, 1-1 „ ~*/T VLZ*. /.-LU.
Top Scan/Sound Machine, zie Hof Amsterdam, 9 dec. 1999, nr. 87, blz. 415 (met noot A.A. Q.). Topjobs/Top Jobs on the Net, zie Hof Amsterdam, 16 maart 2000, nr. 84, blz. 406.
4 9 4
B I J B L A D
I N D U S T B I Ë L E
Towards greater certainty: the Festo ruling and beyond, artikel van dr. J.C. Rasser, blz. 157. Transitohandel Castrol GTX, Merkgebruik, nu aannemelijk is dat de motorolie is aangeboden voor verkoop binnen de EER geen sprake van transitohandel; toepassing van art. i3bis, lid 5 BMW vereist geen kwade trouw en is niet beperkt tot bestrijding van piraterij; Hof 's-Gravenhage, 29 juni 2000, nr. 38, blz. 204. Travel Company, zie Hof 's-Gravenhage, 3 dec. 1998, nr. 32, blz. 177. Tripp Trapp-stoel, zie Rechtbank 's-Gravenhage, 4 okt. 2000, nr. 78, blz. 363. -/Sit Up-stoel, zie Rechtbank 's-Gravenhage, 13 okt. 1999, nr. 81, blz. 378. TRIPs, directe werking, zie Europese Hof kent geen directe werking toe aan art. 50 TRIPs-verdrag voor Europees aangepakte i.e.-onderwerpen, maar schrijft wel verdragsconforme interpretatie van nationaal recht voor, actualiteiten, blz. 3. -, Directe werking art. 45, lid 1, onder ROW1910 is geen plaats voor winstafdracht naast schadevergoeding; geleden schade moet worden begroot op de gemiste licentievergoeding; indien redelijk mag de schade ook begroot worden op de door terugloop van eigen verkopen gederfde winst; art. 45, lid 1 TRIPs heeft rechtstreekse werking waardoor het desbewustheidsvereiste van art. 43, lid 2 ROW niet meer geldt; Rechtbank 's-Gravenhage, 1 april 1998, nr. 19, blz. 119. -, Ook indien aan - rechtstreekse werking toekomt is niet aan het desbewustheidscriterium, van art. 45 lid 1 -, voldaan; ompakking geneesmiddelen niet volgens geldende voorwaarden, derhalve merkinbreuk; nevenvorderingen afgewezen wegens ontbreken van schade; Rechtbank 's-Gravenhage, 28 juni 2000, nr. 8, blz. 3 7 (met noot J.H. S.). -, zie berichten, blz. 70. Tunesië toegetreden tot Verdrag tot samenwerking inzake octrooien (PCT), zie officiële mededelingen, blz. 432 Uitbreiding octrooibescherming, De vakman die de beschrijving van het octrooi en de tekeningen bekijkt, zal inzien dat de uitvinding berust op de (welbewuste) keuze voor het specifieke messenpaar; het kenmerkende gedeelte van conclusie 1 mag niet worden verruimd tot willekeurige snede aanbrengende middelen; geen letterlijke inbreuk; geen inbreuk met een equivalent middel; Hof's-Gravenhage, 13 juli 2000, nr. 53, blz. 261. -, Geoctrooieerde inrichting is nieuw en inventief; nu de Octrooiraad stond op hernieuwde opname van de borstel ter voorkoming van ongeoorloofde uitbreiding ten opzichte van de aanvraag, brengt de rechtszekerheid voor derden mee dat na octrooiverlening de borstel niet kan worden weggeïnterpreteerd; geen equivalentie; Rechtbank 's-Gravenhage, 27 okt. 1999, nr. 20, blz. 122. -, Ovens van Stork maken inbreuk op het octrooi zoals het luidde voor de beslissing van Board of Appeal, maar niet op de in het beroep toegevoegde kenmerken; bevel aan Koppens tegenover derden geen beroep te doen op octrooi zonder vermelding van dit voorlopig oordeel; kort geding leent zich niet voor verder onderzoek naar kans op vernietiging wegens uitbreiding van de oorspronkelijke stukken; Pres. Rechtbank 's-Gravenhage, 22 dec. 2000, nr. 44, blz. 228. -, Nietigheidsadvies: nietigheid van het octrooi o.g.v. gebrek aan nieuwheid, inventiviteit en basis in de oorspronkelijke stukken; in het licht van het 'Spiro/Flamco'arrest van de HR is het gewenst dat de octrooihouder zelf voorstelt hoe nieuwe conclusies na beperking dienen te luiden; een derge-
E I G E N D O M
2 0 0 1
lijk voorstel ter zitting is niet te laat; ter zitting aantonen van verrassend effect niet toelaatbaar, omdat dit effect niet uit het reeds verleende octrooi blijkt; Bureau I.E., 14 juni 2000, nr. 17, blz. 105.
Uitputting, zie Ondubbelzinnige toestemming nodig bij parallelimport, actualiteiten, blz. 435. -, Merkinbreuk door gebruik zonder toestemming van Bovagpolissen en - brochures; geen -; misleiding van publiek door gebruik aanduiding 'lid Bovag'; Hof Amsterdam, 11 juni 1998, nr. 69, blz. 321. -, De Duitse octrooihoudster heeft in inbreukgeschil gekozen voor vergoeding van een als gevolg van de inbreuk gemiste licentie en heeft door deze gevorderd en ontvangen te hebben haar octrooirecht tegen Nederlandse afnemer van de inbreukmaker uitgeput; Rechtbank 's-Gravenhage, 26 april 2000, nr. 11, blz. 89. -, Verwerping beroep op litispendentie en connexiteit; ontwerp Tripp Trapp-stoel auteursrechtelijk werk; inbreuk op auteursrecht; geen verminking van werk die nadeel aan de eer of naam van de maker toebrengt; enkel stilzitten leidt niet tot rechtsverwerking; rechts verwerking kan niet worden gelijkgesteld met de voor - vereiste (stilzwijgende) toestemming; slagzin 'De stoel die met uw kind meegroeit' is geen auteursrechtelijk werk; verzaking schadebeperkingsplicht; vormmerk niet toelaatbaar; Rechtbank 's-Gravenhage, 4 okt. 2000, nr. 78, blz. 363. -, Beroep op - faalt omdat niet aannemelijk is dat het geneesmiddel Zyban door Glaxo Wellcome in Duitsland onder par. 73, 3 Arzneimittelgesetz in het verkeer is gebracht; Pres. Rechtbank 's-Gravenhage, 3 maart 2000, nr. 45, blz. 231. Uitvindingshoogte, Heli Plastic maakt door toepassing van equivalente werkwijze inbreuk op het octrooi van Soparco; in reconventie aangevallen maatregel van het octrooi van Soparco is inventief; Rechtbank's-Gravenhage, 23 dec. 1998, nr. 35, blz. 195. -, Gelet op de constructieverschillen moet een zodanig aantal stappen worden genomen dat de constructie volgens het onderhavige octrooi als inventief moet worden bestempeld; Rechtbank 's-Gravenhage, 26 mei 1999, nr. 34, blz. 190. -, Geoctrooieerde inrichting is nieuw en inventief; nu de Octrooiraad stond op hernieuwde opname van de borstel ter voorkoming van ongeoorloofde uitbreiding ten opzichte van de aanvraag, brengt de rechtszekerheid voor derden mee dat na octrooiverlening de borstel niet kan worden weggeïnterpreteerd; geen equivalentie; Rechtbank 's-Gravenhage, 27 okt. 1999, nr. 20, blz. 122. -, Conclusie 1 is niet inventief omdat de gemiddelde vakman geen verschil zal zien tussen een centrale spuitpoort en een randspuitpoort en daardoor bij zijn zoektocht naar de oplossing voor het gestelde probleem zou zijn gestuit op een artikel waarin hij de in conclusie 1 beschreven oplossing zou hebben gezien; Rechtbank 's-Gravenhage, 8 dec. 1999, nr. 43, blz. 225. -, Schorsingsbevoegdheid alleen indien EOB-oppositie is ingesteld; maatstaf bij oordeel omtrent provisionele vorderingen is de kans op vernietiging van het octrooi in de bodemprocedure; DNA-volgorde is nieuw want voordien niet bekend althans niet beschikbaar; inventiviteit; fytase is rechtstreeks verkregen voortbrengsel; geen werkwijze tot vervaardiging van nieuw voortbrengsel; blote ontkenning van de inbreuk volstaat niet, maar te overleggen bedrijfsgegevens mogen niet bekend worden bij eiseres; Rechtbank 's-Gravenhage, 15 maart 2000, nr. 12, blz. 90.
B I J B L A D
2 0 0 1
I N D U S T R I Ë L E
- , Rb. neemt advies Octrooiraad dat inventiviteit ontbreekt over; dwingen van wederpartij zich naar in kort geding gegeven verbod te gedragen in beginsel onrechtmatig wanneer in bodemgeschil blijkt dat recht hiertoe ontbrak; de schade heeft in beginsel als door zijn schuld veroorzaakt te gelden; Rechtbank 's-Gravenhage, 4 okt. 2000, nr. 82, blz. 400. —, Combinatie van drie op het specifieke gebied van de uitvinding bekende maatregelen ligt voor de hand en is niet inventief nu ook verrassend effect niet aannemelijk is gemaakt; Rechtbank 's-Gravenhage, 8 nov. 2000, nr. 28, blz. 163 (met noot Ste.). - , Handhaving octrooi hangende de termijn voor het indienen van een Nederlandse vertaling mogelijk; pres. bevoegd inzake grensoverschrijdend inbreukverbod; billijke bescherming brengt mee dat 'coaxial' niet letterlijk wordt opgevat; nu de PCT-aanvrage ten onrechte prioriteit claimt, is deze niet bezwarend voor de nieuwheid; k.g. leent zich niet voor uitgebreid onderzoek naar de inventiviteitsvraag; Pres. Rechtbank 's-Gravenhage, 10 okt. 2000, nr. 54, blz. 267 (met «~~»- Cta
\
- , Nietigheidsadvies: nietigheid van het octrooi o.g.v. gebrek aan nieuwheid, inventiviteit en basis in de oorspronkelijke stukken; in het licht van het 'Spiro/Flamco'arrest van de HR is het gewenst dat de octrooihouder zelf voorstelt hoe nieuwe conclusies na beperking dienen te luiden; een dergelijk voorstel ter zitting is niet te laat; ter zitting aantonen van verrassend effect niet toelaatbaar, omdat dit effect niet uit het reeds verleende octrooi blijkt; Bureau I.E., 14 juni 2000, nr. 17, blz. 105. - , Conclusie met een aanhef eindigend op 'met het kenmerk', gevolgd door 22 afzonderlijk genummerde kenmerken wordt opgevat als 22 afzonderlijke conclusies; de nieuwheids- en inventiviteitsbezwaren tegen de uitvinding zoals in het octrooi te lezen treffen doel; Bureau I.E., 24 juli 2000, nr. 51, blz. 244. Unilever c.s./Name Space, zie Pres. Rechtbank Amsterdam, 7 april 2000, nr. 91, blz. 457. Union of European Practitioners in Industrial Property, zie berichten, blz. 184. UPOV-Verdrag, zie Naar een EG-Richtlijn kwekersrecht?, artikel van mr. P.A.C.E. van der Koon', blz. 187. Uzbekistan toegetreden tot Overeenkomst van Nice betreffende de internationale classificatie van waren en diensten ten behoeve van de inschrijving van merken, zie officiële mededelingen, blz. 472. - , toegetreden tot Overeenkomst van Straatsburg betreffende de internationale classificatie van octrooien, zie officiële mededelingen, blz. 472. Val/Valver(t), zie Benelux Gerechtshof, 2 okt. 2000, nr. 30, blz. 169. Valvoline.nl, zie Pres. Rechtbank Amsterdam, 6 juli 2000, nr. 68, blz. 319. Vaststellen van verwarringsgevaar, noot van prof. mr. J. H. Spoor onder Hof van Justitie E. G., 22 juni 2000, nr. 9, blz. 40. Veiling octrooi, zie berichten, blz. 471. Verdrag tot oprichting van de Wereldorganisatie voor de Intellectuele Eigendom, zie O.M.P.I. Verdrag tot samen werking inzake octrooien, zie P. C.T.-Verdrag. Verdrag van 17 december 1991 tot herziening van het Europees Octrooi Verdrag, ondertekening door België, Denemarken, Frankrijk Griekenland, Italië, Liechtenstein, Monaco, Oostenrijk, Portugal, Spanje, Turkije, Het Verenigd Koninkrijk
E I G E N D O M
4 9 5
van Groot-Brittannië en Noord-Ierland en Zwitserland, zie officiële mededelingen, blz. 432. Verdrag van Boedapest inzake de internationale erkenning van het depot van micro-organismen ten dienste van de octrooiverlening, toetreding door Mexico, zie officiële mededelingen blz. 112, - , toetreding door Joegoslavië, zie officiële mededelingen, blz. 388. - , toetreding door Wit-Rusland, zie officiële mededelingen, blz. 388. - , toetreding door India, officiële mededelingen, blz. 43 2. Verdrag van Parijs tot bescherming van de Industriële Eigendom, toetreding Tonga, zie officiële mededelingen, blz. 216. - , toetreding Nepal, zie officiële mededelingen, blz. 216. - , toetreding door Joegoslavië, zie officiële mededelingen, blz. 388. Verdrag van Straatsburg over de eenmaking van bepaalde onderdelen van het octtooirecht, bekrachtiging door Slovenië, zie officiële mededelingen, blz. 248. Vergelijkend onderzoek, Niet voldaan aan de eisen voor individueel vergelijkende reclame; verbod en rectificatie; Pres. Rechtbank's-Gravenhage, 22 juli 1999, nr. 6, blz. 23. Vergelijkende reclame, zie reclame. Verhouding gemeenschapsmerk en het nationale recht, artikel van prof. mr. C.J.J.C, van Nispen, blz. 346. Verkade, D.W.F, en D J . G. Visser, Inleiding in de Parlementaire Geschiedenis Databankenwet, 1999, besproken door mr. T. Cohen Jehoram, blz. 382. Verstrekkende uitspraak van het HvJEG in de Baby-dry zaak, actualiteiten, blz. 344. Verveelvoudiging, Tafel Bigfoot is auteursrechtelijk beschermd werk; de Elephant is een - van de Bigfoot; vordering tot opgave o.m. gegevens afnemers geweigerd; Pres. Rechtbank 's-Gravenhage, 21 juli 2000, nr. 95, blz. 467. Verwarringsgevaar in enge of in eigenlijke zin?, noot van prof. mr. J.H. Spoor onder Hof van Justite E.G., 22 juni 2000, nr. 9, blz. 40. Verwarringsgevaar, Bij gevaar voor associatie in enge zin mag uit de bijzondere onderscheidingskracht van het oudere merk geen vermoeden van verwarringsgevaar worden afgeleid; verwarringsgevaar moet worden bewezen; HR stelt BenGH vragen over de uitleg van art. 13A, ïb BMW en art. 11D BMW; Hof van Justitie E.G., 22 juni 2000, nr. 9, blz. 40 (met noten J.H. S.). - , Uitleg van associatie- en - vóór en na 31 dec. 1992; er is gevaar voor associatie/verwarring, indien aanwezig bij gemiddeld geïnformeerde, omzichtige en oplettende gewone consument; Benelux Gerechtshof, 2 okt. 2000, nr. 30, blz. 169. - , Het teken 'Beursplein 5' heeft onderscheidend vermogen; geen verwording tot soortnaam; ratio van art. 11C BMW verzet zich er niet tegen dat de niet-ingeschreven licentiehoudster in kort geding voorlopige maatregelen vordert; mogelijk -; Hof Amsterdam, 27 juli 2000, nr. 21, blz. 127. - , Niet aannemelijk dat gebruik van de aanduiding Pluto voor verzekeringen die verband houden met honden afbreuk doet aan het onderscheidend vermogen van het merk Pluto voor hondenvoer e.d.; richtlijnconforme uitleg brengt mee dat een uitsluitend theoretische kans op ongerechtvaardigd voordeel of afbreuk onvoldoende is; geen soortgelijkheid van waren van appellante en diensten van geïntimeerde; handelsnaam leidt niet tot - ; Hof 's-Gravenhage, 18 nov. 1999, nr. 58, blz. 280. - , Geen - tussen merk van Roobol en teken van Rijnmond, nu in casu de punten van verschil meer bepalend zijn dan de pun-
4 9 6
B I J B L A D
I N D U S T R I Ë L E
ten van overeenstemming; niet aannemelijk dat beeldmerk van Roobol een bekend merk is; geen nawerking; geen onrechtmatig gebruik van hetzelfde winkelconcept; Hof 's-Gravenhage, 14sept. 2000, nr. 47, blz. 235. -, Terugwerkende kracht nietigheid; belang; uitvinding niet nawerkbaar; Rechtbank 's-Gravenhage, 26 aug. 1998, nr. 5, blz. 21. -, Miles heeft onderscheidend vermogen en is niet louter beschrijvend; grote kans op - tussen Miles-merken en, voor soortgelijke diensten gebruikte, merk Music Miles; aannemelijk dat gebruik van het teken Music Miles als handelsnaam, hyperlink, metatag en trefwoord in de web identification verwatering van de Miles-merken tot gevolg heeft en gedaagde van de bekendheid van die merken voordeel trekt; Pres. Rechtbank Amsterdam, 16 dec. 1999, nr. 85, blz. 410. -, Gebruik in het economisch verkeer van de domeinnamen staatsblad.nl, staatscourant.nl, staatsalmanak.nl en wettenbank.nl zonder geldige reden doet afbreuk aan onderscheidend vermogen van merken SDU en schept verwarring; de aanduidingen staatsblad, staatscourant, staatsalmanak en wettenbank betreffen geen generieke door de overheid uitgegeven categorie bladen; Pres. Rechtbank Amsterdam, 23 dec. 1999, nr. 76, blz. 359. -, - wanneer de merken Cordo en Condor voor soortgelijke waren als fietsen worden gebruikt; dat het merk van Agu is gedeponeerd met verticale streepjes maakt de visueel sterke gelijkenis niet zodanig geringer dat deze komt te vervallen; begripsmatig verschil legt geen gewicht in de schaal; Rechtbank Leeuwarden, 22 maart 2000, nr. 86, blz. 412. -, Onderscheidend vermogen van merk Ceres voor meel niet bijzonder groot; tussen Ceres en Maxeres bestaat begripsmatig en visueel geen overeenstemming; auditieve overeenstemming slechts voor het tweede gedeelte van woord Maxeres, maar van de auditieve totaalindruk valt geen verwarring met Ceres te duchten; evenmin inbreuk met handelsnaam Maxeres op de handelsnaam en het merk Ceres; Pres. Rechtbank 's-Gravenhage, 14 dec. 1999, nr. 57, blz. 278. -, Geen gevaar voor verwarring tussen oudere handelsnaam Europcar Limousine Service en Eurolimo; eiseres heeft het oudste recht op de handelsnaam Eurolimo; gebruik handelsnaam Eurolimo door gedaagde onder meer in website; gevaar voor verwarring; Pres. Rechtbank 's-Gravenhage, 31 mei 2000, nr. 25, blz. 144. -, Wegvallen van afstand tussen locale detailhandels in geluidsdragers door openen van website, maakt eenmaal rechtmatig voeren van handelsnaam niet onrechtmatig; geen - nu platenproductiemaatschappij en groothandel van gedaagde een onderneming van andere aard is; Ktg. Leiden, 26 april 2001, nr. 92, blz. 459. Verwatering, Miles heeft onderscheidend vermogen en is niet louter beschrijvend; grote kans op verwarring tussen Milesmerken en, voor soortgelijke diensten gebruikte, merk Music Miles; aannemelijk dat gebruik van het teken Music Miles als handelsnaam, hyperlink, metatag en trefwoord in de web identification - van de Miles-merken tot gevolg heeft en gedaagde van de bekendheid van die merken voordeel trekt; Pres. Rechtbank Amsterdam, 16 dec. 1999, nr. 85, blz. 410. Verwijtbare verwording tot soortnaam, De, noot van mr. P. J.M. Steinhauser onder Rechtbank Utrecht, 26 april 2000, nr. 29, blz. 168. Vezelleg-inrichting, zie Hof's-Gravenhage, 12 okt. 2000, nr. 63, blz. 302.
E I G E N D O M
2 0 0 1
Volgnummertoewijzingssysteem II, zie Rechtbank 's-Gravenhage, 10 nov. 1999, nr. 18, blz. 117. 'Voorbeurs'bekendheid, zie Pres. Rechtbank 's-Gravenhage, 4 maart 1998, nr. 31, blz. 175. Voorlopige beoordeling van de nietigheid van een octrooi in kort geding, noot van mr, P.J.M. Steinhauser onder Pres. Rechtbank 's-Gravenhage, 10 okt. 2000, nr. 54, blz. 267. Voorlopige voorziening, zie Nieuw arrest HvJEG over artikel 50(6) TRIPs-Verdrag, actualiteiten, blz. 343. Voorrangsrecht, Handhaving octrooi hangende de termijn voor het indienen van een Nederlandse vertaling mogelijk; pres. bevoegd inzake grensoverschrijdend inbreukverbod; billijke bescherming brengt mee dat 'coaxial' niet letterlijk wordt opgevat; nu de PCT-aanvrage ten onrechte prioriteit claimt, is deze niet bezwarend voor de nieuwheid; k.g. leent zich niet voor uitgebreid onderzoek naar de inventiviteitsvraag; Pres. Rechtbank 's-Gravenhage, 10 okt. 2000, nr. 54, blz. 267 (met noot Ste.). -, zie Overeenkomst inzake erkenning voorrang, officiële mededelingen, blz. 471. Vormmachine, zie Rechtbank 's-Gravenhage, 26 april 2000, nr. 11, blz. 89. Vormmerk, Het Bundespatentgericht stelt het Europese Hof vragen van uitleg over vormmerken, actualiteiten, blz. 295. -, Verwerping beroep op litispendentie en connexiteit; ontwerp Tripp Trapp-stoel auteursrechtelijk werk; inbreuk op auteursrecht; geen verminking van werk die nadeel aan de eer of naam van de maker toebrengt; enkel stilzitten leidt niet tot rechts verwerking; rechtsverwerking kan niet worden gelijkgesteld met de voor uitputting vereiste (stilzwijgende) toestemming; slagzin 'De stoel die met uw kind meegroeit' is geen auteursrechtelijk werk; verzaking schadebeperkingsplicht; - niet toelaatbaar; Rechtbank 's-Gravenhage, 4 okt. 2000, nr. 78, blz. 363. -, Sit Up-kinderstoel is verveelvoudiging van de Tripp Trappkinderstoel en geen nieuw oorspronkelijk ontwerp; vorm van de Tripp Trapp-stoel geen merk omdat het de wezenlijke waarde van de waar beïnvloedt resp. door de aard van de waar bepaald wordt; Pres. Rechtbank 's-Gravenhage, 13 okt. 1999, nr. 81, blz. 378. Vredo/Veenhuis, zie Hof 's-Gravenhage, 13 juli 2000, nr. 53, blz. 261. Vrij verkeer goederen, De piraterij verordening geldt enkel voor namaakgoederen uit derde landen en niet voor in de Gemeenschap vervaardigde of in het verkeer gebrachte namaakgoederen; intracommunautaire doorvoer valt niet onder het specifieke voorwerp van het industriële en commerciële eigendomsrecht op tekeningen of modellen; belemmering van het vrije goederenverkeer niet gerechtvaardigd; Hof van Justitie E. G., 26 sept. 2000, nr. 15, blz 99. Vrijheid van meningsuiting, Combinatie van misleidende elementen maakt mailing misleidend; Pres.: merkinbreuk door publicatie van merkgegevens op Internet zonder toestemming; Hof: oordeel pres. niet in strijd met grondrecht van -; Pres.: dat elk merk uit zijn aard auteursrechtelijk zou zijn beschermd is in zijn algemeenheid niet juist; voorschot op schadevergoeding; Hof Amsterdam, 14 sept. 2000, nr. 50, blz. 239. Webstudio, zie Pres. Rechtbank Amsterdam, 27 juli 2000, nr. 22, blz. 133. Weigering merkinschrijving, BMB verplicht tot controle akte van overdracht en weigering inschrijving bij twijfel aan
J BLAD
I N D U S T R I Ë L E
rechtsgeldige overdracht; Hof's-Gravenhage, 21 sept. 2000, nr. 65, blz. 306. Weigeringsbevoegdheid, (OHIM), teken 'Companyline' mist onderscheidend vermogen omdat het uitsluitend is samengesteld uit de in het Engels gebruikelijke generieke termen 'company' en 'line'; omdat de absolute weigeringsgronden van de GMV ook van toepassing zijn indien zij slechts in een deel van de Gemeenschap bestaan, was de weigering gerechtvaardigd; Gerecht Eerste Aanleg E.G., 12 jan. 2000, nr. 13, blz. 95. - (BMB), Beroep in cassatie mogelijk van weigering door appèlgerecht van inschrijving merkdepot; de appèlrechter mag bij het verzoek tot inschrijving uitsluitend rekening houden met het gebruik dat van het gedeponeerde teken is gemaakt tot het tijdstip van de aanvrage om inschrijving; het BenGH stelt vragen van uitleg aan het HvJEG; Benelux Gerechtshof, 26 juni 2000, nr. 24, blz. 136. - , (BMB), 'Webstudio' heeft geen onderscheidend vermogen; feit dat BMB inschrijving van 'webstudio' niet heeft geweigerd, betekent niet dat het woord voor merkenrechtelijke bescherming in aanmerking komt; Pres. Rechtbank Amsterdam, 27 juli 2000, nr. 22, blz. 133. Wereldorganisatie voor de Intellecaiele Eigendom, toetreding door Joegoslavië, zie officiële mededelingen, blz. 388. Wet van 5 april tot wij ziging van bepalingen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, wetgeving, blz. 384. Wetsontwerp vergelijkende reclame ingediend, actualiteiten, blz. 73. Wetten, zie Nederlandse - kosteloos op www.overheid.nl, berichten, blz. 428. Winstafdracht, Onder ROW 1910 is geen plaats voor - naast schadevergoeding; geleden schade moet worden begroot op
R E G I S T E R
V A N
E I G E N D O M
de gemiste licentievergoeding; indien redelijk mag de schade ook begroot worden op de door terugloop van eigen verkopen gederfde winst; art. 45, lid 1 TRIPs heeft rechtstreekse werking waardoor het desbewustheidsvereiste van art. 43, lid 2 ROW niet meer geldt; Rechtbank 's-Gravenhage, 1 april 1998, nr. 19, blz. 119. Wit-Rusland toegetreden tot Protocol bij de Schikking van Madrid betreffende de internationale inschrijving van Merken ingetrokken, zie officiële mededelingen, blz. 472. - , toegetreden tot Verdrag van Boedapest inzake de internationale erkenning van het depot van micro-organismen ten dienste van de octrooiverlening, zie officiële mededelingen, blz. 388. Worldng Party on Litigation, zie Beslechting van octrooigeschillen in Europa, artikel van prof. mr. J.J. Brinkhof, blz. 436/9. XS4ALL/XS4Components en XS4Dealers, zie Hof Amsterdam, 3 juni 1999, nr. 90, blz. 454. Yacht, zieKtg. Amsterdam, 28 aug. 2000, nr. 16, blz. 104. Zambia toegetreden tot P.C.T.-Verdrag, zie officiële mededelingen, blz. 388. - , toegetreden tot Protocol bij de Schikking van Madrid betreffende de internationale inschrijving van Merken, zie officiële mededelingen, blz. 388. Zij n tekeningen geschriften, noot van prof. mr. A. A. Quaedvlieg onder Hof Leeuwarden, 22 sept. 1999, nr. 60, blz. 286. Zino Davidoff/A&G Imports, zie Ondubbelzinnige toestemming nodig bij parallelimport, actualiteiten, blz. 435.
C O L L E G E S
REGISTER VAN BESLISSINGEN VAN DE RECHTER EN DE OCTROOLRAAD (INCL. BUREAU I. E.), GERANGSCHIKT NAAR HET COLLEGE A RECHTERLIJKE MACHT 1 OCTROOIRECHT Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen 10 mei 2001, nr. 52, blz. 253 (BASF AG/Bureau IE) Hof 's-Gravenhage 27 jan. 2000, nr. 89, blz. 440 (Boehringer Mannheim e.a./Kirin Amgen e.a.) (erythropoietin III) 13 juli 2000, nr. 53, blz. 261 (Vredo Dodewaard BV/Veenhuis Machines BV) 12 okt. 2000, nr. 63, blz. 302 (A.A.M, vanKuijk e.a./AbemecBV e.a.) (vezelleg-inrichting) 2 nov. 2000, nr. 42, blz. 223 (Debiopharm SA/Syntex (U.S.A.) Inc.) (microcapsules) 25 jan. 2001, nr 74, blz. 354 (Roche Nederland e.a./Dr. EJ. Primus e.a.) (CEA-Family Antigen II) 30 jan. 2001, nr. 62, blz. 298 (Diversey Corporation e.a./ Epenhuysen Chemie BV) Rechtbank 's-Gravenliage 1 april 1998, nr. 19, blz. 119 (Mistral Sports Group SA/Tiki Trading Benelux BV) 15 april 1998, nr. 73, blz. 352 (Zeepfabriek en chemicaliënhandel 'Gouda'/Henkel) (pastavormig wasmiddel)
23 dec. 1998, nr. 27, blz. 161 (Augustine Medical Inc/Medeco BV e.a.) (thermische deken) 23 dec. 1998, nr. 35, blz. 195 (Soparco SA/Heli Plastic BV) (plastic pot) 20 jan. 1999, nr. 4, blz. 16 (P.L.J. Bom Beheer BV/Boal Systemen BV) 26 mei 1999, nr. 34, blz. 190 (BV Holmatro Industrial Equipment/Lukas Hydraulik GmbH) (hydraulisch apparaat) 27 okt. 1999, nr. 20, blz. 122 (Machinefabriek Compas BV e.a./ Schouten Landbouwwerktuigen BV) (ontklistermachine) 10 nov. 1999, nr. 18, blz. 117 (P.M. Petterson e.a./United Electric Holland BV e.a.) (volgnummertoewijzingssysteem II) 8 dec. 1999, nr. 43, blz. 225 (Dynisco Hotrunners BV/MoldMasters Limited) (spuitgietsysteem) 15 maart 2000, nr. 12, blz. 90 (DSM NV e.a./Orffa Nederland Feed BV e.a.) (DSM/Orffa Ut) 26 april 2000, nr. 3, blz. 13 (Philips International BV/Navcom NV) (gidssysteem voor voertuigen) 26 april 2000, nr. 11, blz. 89 (H.W. Sinto Maschinenfabrik GmbH/Gieterij Neede BV e.a.) (vormmachine) 10 mei 2000, nr. 2, blz. 10 (Huesker Synthetic GmbH & Co e.a./ Naue-Fasertechnik GmbH & Co KG) (afdichtmat) 28 juni 2000, nr. 8, blz. 37 (Allen & Hanburys Ltd e.a./Lissese Apotheek BV e.a.) (ranitidine)
B I J B L A D
I N D U S T R I Ë L E
12 juli 2000, nr. 7, blz. 33 (British American Tobacco Company Ltd e.a./De Staat der Nederlanden e.a.) 4 okt. 2000, nr. 82, blz. 400 (Tigsa Técnicas e Innovaciones Ganaderas e.a./C.JJ. de Groot e.a.) (brijvoederbak) 8 nov. 2000, nr. 28, blz. 163 (Koninklijke Linden e.a./Sanamij e.a.) (sterilisator) 14 febr. 2001, nr. 6 1 , blz. 296 (Texincare Sales/Deltex) (slaapdek) President Rechtbank 's-Gravenhage 26 jan. 2000, nr. 1, blz. 4 (Roche Diagnostics e.a./Kirin Amgen e.a.) (Erythropoietin II) 10 okt. 2000, nr. 54, blz. 267 (Colgate-Palmolive Company e.a./ SmithKlineBeechamConsumer Brands) (tandenborstelkop) 22 dec. 2000, nr. 44, blz. 228 (Koppens/StorkTitane.a.)(spiraaloven II) 1 nov. 2000, nr. 83, blz. 403 (Sara Lee DE e.a./Grada) (toiletverfrisser)
E I G E N D O M
2 0 0 1
Rechtbank Brugge 18 april 2000, nr. 46, blz. 234 (Brachot-Hermant NV/R. J.W. Hullebusch NV) (Rustenburg) Rechtbank 's-Gravenhage 26 aug. 1998, nr. 5, blz. 21 (Tekno BV/J.A.M, van den Nouland e.a.) (Tekno/Techno) 16febr.2000,nr. 36,blz. i98(DisneyEnterprisesInce.a./Pogola Holding SA) (Fa Mulan/Disney's Mulan) 8 nov. 2000, nr. 64, blz. 304 (Champagne Moet & Chandon SA/ Koverko BV) (Shampers badschuimfles) Rechtbank Leeuwarden 22 maart 2000, nr. 86, blz. 412 (Agu/Spinder Products) (Cordo/ Condor) Rechtbank Utrecht 26 april 2000, nr. 29, blz. 166 (Agtaha Produkties/CMG Telecommunications & Utilities BV) (Moorddiner)
11 MERKENRECHT Hof van Justite van de Europese Gemeenschappen 22 juni 2000, nr. 9, blz. 65 (Marca/Adidas) Gerecht van eerste Aanleg van de Europese Gemeenschappen 12 jan. 2000, nr. 13, blz. 95 (DKV Deutsche Krankenversicherung/Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken tekeningen en modellen (BHIM)) (Companyline) Benelux Gerechtshof 26 juni 2000, nr. 24, blz. 136 (Campina Melkunie BV/BeneluxMerkenbureau) (Biomild) 2 okt. 2000, nr. 30, blz. 169 (Brouwerij Haacht NV/Société Générale des Grandes Sources Belges NV) (Val/Valver(t)) Hof Amsterdam 11 juni 1998, nr. 69, blz. 321 (R. van der Vossen/Bovag) (Bovag lidmaatschap) 3 juni 1999, nr. 90, blz. 454 (Buka e.a./XS4ALL Internet) (XS4ALL/XS4Components en XS4Dealers) 16 maart 2000, nr. 84, blz. 406 (Top Jobs on the Net/ Topjobs Consultant) 27 juli 2000, nr. 21, blz. 127 (Amsterdam Exchanges NV e.a./ Bleu 7 BV) (Beursplein5.nl) Hof 's-Gravenhage 29 okt. 1999, nr. 67, blz. 311 (Mexx International/Keukenmaxx Holding e.a.) 18 nov. 1999, nr. 58, blz. 280 (Spillers Petfoods Benelux/ Onderlinge Pluto Dierenverzekeringen U.A.) (Pluto/Pluto Plus Polis) 29 juni 2000, nr. 38, blz. 204 (Castrol Limited e.a./Parfum and Beauty Sales 'Rotterdam') (Transito-handel Castrol GTX) 14 sept. 2000, nr. 47, blz. 235 (Rijnmond Tuinmarkten/Roobol Tuinmeubelen) 21 sept. 2000, nr. 65, blz. 306 (Het Benelux-Merkenbureau/ Bausch Datacom) Rechtbank Arnhem 7 dec. 2000, nr. 56, blz. 275 (A. Prandell Creative Hobbys GmbH/Handenarbeid Groothandel Kars & Co BV e.a.) (Keraquick)
President Rechtbank Almelo 19 juni 2001, nr. 55, blz. 272 (KoninklijkeKPNe.a./DendaMultimedia e.a.) (Telefoongids.nl) President Rechtbank Amsterdam 16 dec. 1999, nr. 85, blz. 410 (Loyalty Management Netherlands e.a./Tele-CD) (Air Miles/Music Miles) 23 dec. 1999, nr. 76, blz. 359 (Sdu/Mr. J. deKreek) (Staatsblad.nl) 24 febr. 2000, nr. 49, blz. 239 (Procter & Gamble AG/Stichting Magenta) (Ariel.nl) 7 april 2000, nr. 91, blz. 457 (Unilever e.a./Name Space e.a.) (Unilever c.s./Name Space) 6 juli 2000, nr. 68, blz. 319 (Ashland Nederland/Name Space e.a.) (Valvoline.nl) 27 juli 2000, nr. 22, blz. 133 (R. Slotboom/Euronet Internet BV) (Webstudio) President Rechtbank Arnhem 25 okt. 1999, nr. 48, blz. 238 (Koninklijke Luchtvaart Maatschappij e.a./Trading House Morellino BV) (Domeinnaam klm-alitalia.com) President Rechtbank 's-Gravenhage 28 juli 1999, nr. 37, blz. 203 (PinkRoccade/C.H. Zorg Holding e.a.) (Clearing House) 11 aug. 1999, nr. 66, blz. 310 (domeinnaam firstalert.nl) 14 dec. 1999, nr. 57, blz. 278 (Ceres/Maxeres) 3 maart 2000, nr, 45, blz. 231 (Glaxo Wellcome e.a./ Stadtsapotheek) (Parallel geïmporteerde Zyban) President Rechtbank Groningen 25 febr. 2000, nr. 23, blz. 134 (Hyporama Holland/Divoza Ruitersport) (Horselover.nl/Horselover voor ruitersportartikelen) President Rechtbank Haarlem 10 dec. 1999, nr. 75, blz. 357 (Beam 'It/DCE Holding) (Meeting ofMinds) 8 sept. 2000, nr. 14, blz. 97 (Comercial Iberica Exclusivas Deportivas/Nike International) President Rechtbank Zwolle 17 nov. 1999, nr. 39, blz. 208 (Virbac e.a./Beaphar) (Consult/Beaphar Consult)
2 0 0 1
B i J B L A D
I N D U S T R I Ë L E
IIIMODELLENRECHT Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen n mei 2000, nr. 70, blz. 325 (Régie nationale des usines Renault/Maxicar e.a.) (Renault/Maxicar II) z6 sept. 2000, nr. 15? blz. ^ (Comrnissie/EranKnjK) Rechtbank 's-Gravenhage 29 maart 2000, nr. 59, blz. 284(J. Roos e.a./Weijzer) (sigarettensafe) President Rechtbank 's-Gravenhage 4 maart 1998, nr. 31, blz. 175 (Fonkel Meubelmarketing e.a./ Pema) ('voorbeurs' bekendheid)
E I G E N D O M
President Rechtbank Amsterdam 9 dec. 1999, nr. 94, blz. 465 (Eis Design und Distributions/ Framas Meubelfabriek e.a.) (Big-Foot/Opmaat) President Rechtbank 's-Gravenhage ±3 uis.1. i y y y , m . OJ-, uit*. 3 / ° ^ L U h a t u i u p t i i c.ct./jars.uLiciuc; fTrinn Trann-ct-npl /Sif TTn-Gtnpl'l
21 juli 2000, nr. 95, blz. 467 (E15 Design und Distributions/ Ambiance) (Big Foot/Elephant) President Rechtbank Rotterdam 30 dec. 1999, nr. 80, blz. 375 (M.W. van Dijke e.a./Dutch Marine Associates e.a.) (Muscari-romp) VI PRIVAATRECHT
IV HANDELSNAAMRECHT Onrechtmatige daad Hof 's-Gravenhage 3 dec. 1998, nr. 32, blz. 177 (Ch. van Duin/The Travel Company e.a.;
Hof Amsterdam , * ~~~+ ~ ~ „ ~ „ - ~ ~ ui~ ~~„/"T«£~~~,~ „ ~ /T}„„~I—^,~~„~;~:,,~ ± 4 S t J J L . i W U , LLl, $V, UljL. *-jy ^AIHUVAJIH L . d . / D C l l t . l U A V t . L L l l l g l U g
voor Merken- en Modellenrecht (BMM)) (Infocom/BMM) Rechtbank 's-Hertogenbosch 7 maart 2000, nr. 77, blz. 360 (Nedweb Internet Productions/ Netweb) President Rechtbank 's-Gravenhage 31 mei 2000, nr. 25, blz. 144 (Eurolimo/European Limousine ScViCc)
Kantongerecht Amsterdam 28 aug. 2000, nr. 16, blz. 104 (FSH Automatiseringsdiensten e.a.) (Yacht)
Holding/Randstad
Kantongerecht Leiden 26 april 2001, nr. 92, blz. 459 (G. Bischoff/Ligtvoet Grammofoonplaten) (Sam Sam Music) V AUTEURSRECHT Hof Amsterdam 9 dec. 1999, nr. 87, blz. 415 (J.H.A. van der Beek e.a./Mondial Fair Attractions Holland) (Top Scan/Sound Machine) 2 nov. 2000, nr. 93, blz. 460 (R.M.F, van Stralendorff/Eis Design und Distributions) (Bigfoot/Het Houten Tijdperk) Hof 's-Gravenhage 5 nov. 1998, nr. 79, blz. 370 (A.T.M. Overbeek/Scheepswerf De Breedendam) (Breedendam sloepen) Hof Leeuwarden 22 sept. 1999, nr. 60, blz. 286 (GEC Alsthom Régulateurs Europa Ltd e.a./E.P. Controls) (GEC Alsthom/IJsselstein) Rechtbank 's-Gravenhage 29 maart 2000, nr. 40, blz. 211 (Regiopost Noord-Oost Nederland/PTT Post) (beschuit met muisjes) 4 okt. 2000, nr. 78, blz. 363 (Stokke Industrie e.a./Jakotrade e.a.) (Tripp Trapp-stoel)
President Rechtbank Breda 22 jan. 2001, nr. 10, blz. 67 (Movir e.a./Meeus Assurantiën) (arbeidsongeschiktheidsverzekeringen) President Rechtbank 's-Gravenhage 22 juli 1999> tii. 6, biz. 23 vAncrgan/ipsen x armaceutica; ^Botox/ Dysport) 26 aug. 1999, nr. 71, blz. 329 (Baume & Mercier/Dutch Wrist Fashion Nederland D. W. F.) 6 dec. 2000, nr. 88, blz. 424 (Comité Interprofessionel du Vin de Champagne e.a./Xenos) (champagne-kaarsen) VII MEDEDINGINGSRECHT Gerecht van Eerste Aanleg van de Europese Gemeenschappen 16 dec. 1999, nr. 72, blz. 331 (Micro Leader Business/Commissie van de Europese Gemeenschappen) B OCTROOIRAAD (incl. BUREAU VOOR DE INDUSTRIËLE EIGENDOM) Afdeling van Beroep 10 jan. 2001, nr. 26, blz. 146 (ontvankelijkheid herstelverzoek) Bureau voor de Industriële Eigendom 15 nov. 1999, nr. 33,blz. i8o(HolecHollande.a./VroomBeheer) (media-eenheid) 14 juni 2000, nr. 17, blz. 105 (Koene Consultancy Holland/R. A. Swanborn) (beperking octrooi in adviesprocedure) 17 juli 2000, nr. 41, blz. 212 (Nederlandse Kunststoffen Chemie/V.AJ. Woudsma en ing. J. Woudsma) (octrooiduur en nietigheidsadvies.) 24 juli 2000, nr. 51, blz. 244 (Saweco Coöperatie U.A./P. Walthie) (nietigheidsadvies)
5 0 0
R E G I S T E R
B I J B L A D
V A N
I N D U S T R I Ë L E
E I G E N D O M
2 0 0 1
P A R T I J E N
REGISTER VAN BESLISSINGEN VAN DE RECHTER, GERANGSCHIKT NAAR DE PARTIJEN Abemec BV e.a./A.A.M. van Kuijk e.a., Hof 's-Gravenhage, 12 okt. 2000, nr. 63, blz. 302. Adidas/Marca, Hof van JustitieE.G., 22 juni 2000, nr. 9, blz. 65. Agtaha Produkties BV/CMG Telecommunications & Utilities BV, Rb. Utrecht, 26 april 2000, nr. 29, blz. 166. Agu BV/Spinder Products BV, Rb. Leeuwarden, 22 maart 2000, nr. 86, blz. 412. Allen & Hanburys Ltd e.a./Lissese Apotheek BV e.a., Rb. 's-Gravenhage, 28 juni 2000, nr. 8, blz. 37. Allergan BV/Ipsen Farmaceutica BV, Pres. Rb. 's-Gravenhage, 22 juli 1999, nr. 6, blz. 23. Ambiance BV/E 15 Design und Distributions GmbH, Pres. Rb. 's-Gravenhage, 21 juli 2000, nr. 95, blz. 467. Amsterdam Exchanges NV e.a./Bleu 7 BV, Hof Amsterdam, 27 juli 2000, nr. 21, blz. 127. Ashland Nederland BV/Name Space CV e.a., Pres. Rb. Amsterdam, 6 juli 2000, nr. 68, blz. 319. Augustine Medical Inc/Medeco BV e.a., Rb. 's-Gravenhage, 23 dec. 1998, nr. 27, blz. 161. BASF AG/Bureau IE, Hof van Justitie E.G., 10 mei 2001, nr. 52, blz. 253. Baume & Mercier SA/Dutch Wrist Fashion Nederland D.W.F., Pres. Rb. 's-Gravenhage, 26 aug. 1999, nr. 71, blz. 329. Bausch Datacom BV/Benelux-Merkenbureau, Hof 's-Gravenhage, 21 sept. 2000, nr. 65, blz. 306. Beam 'It/DCE Holding, Pres. Rb. Haarlem, 10 dec. 1999, nr. 75, blz. 357. Beaphar Consult/Consult, Pres. Rb. Zwolle, 17 nov. 1999, nr. 39, blz. 208. Beek, J.H.A. van der, e.a./Mondial Fair Attractions Holland, Hof Amsterdam, 9 dec. 1999, nr. 87, blz. 415. Benelux-Merkenbureau/Bausch Datacom BV, Hof 's-Gravenhage, 21 sept. 2000, nr. 65, blz. 306. -/Campina Melkunie BV, Benelux-Gerechtshof, 26 juni 2000, nr. 24, blz. 136. Beneluxvereniging voor Merken- en Modellenrecht (BMM)/ Infocom SA e.a., Hof Amsterdam, 14 sept. 2000, nr. 50, blz. 239. Bischoff, G./Ligtvoet Grammofoonplaten, Ktr. Leiden, 26 april 2001, nr. 92, blz. 459. Bleu 7 BV/Amsterdam Exchanges NV e.a., Hof Amsterdam, 27 juli 2000, nr. 21, blz. 127. Blom, D.K./Pittway Corp., Pres. Rb. 's-Gravenhage, 11 aug. 1999, nr. 66, blz. 310. Boal Systemen BV/P.L.J. Bom Beheer BV, Rb. 's-Gravenhage, 20 jan. 1999, nr. 4, blz. 16. Boehringer Mannheim e.a./Kirin Amgen e.a., Hof 's-Gravenhage, 27 jan. 2000, nr. 89, blz. 440. Bom Beheer, P.L.J., BV/Boal Systemen BV, Rb. 's-Gravenhage, 20 jan. 1999, nr. 4, blz. 16. Bovag/R. van der Vossen, h.o.d.n. Mega Store De Vos, R. C.W. de Vos, Keur Bikes en Rijwielhandel De Vos, Hof Amsterdam, 11 juni 1998, nr. 69, blz. 321. Brachot-Hermant NV/R.J.W. Hullebusch NV, Rb. Brugge, 18 april 2000, nr. 46, blz. 234. British American Tobacco Company Ltd e.a./De Staat der Nederlanden e.a., Rb.'s-Gravenhage, 12juli2000,nr. 7,blz. 33. Brouwerij Haacht NV/Société Générale des Grandes Sources Belges NV, Benelux-Gerechtshof, 2 okt. 2000, nr. 30, blz. 169.
Buka e.a./XS4ALL Internet, Hof Amsterdam, 3 juni 1999, nr. 90, blz. 454. Bureau IE/BASF AG, Hof van JustitieE.G., 10 mei 2001, nr. 52, blz. 253. Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken tekeningen en modellen (BHLM)/DKV Deutsche Krankenversicherung AG, Gerecht van eerste Aanleg van deE.G., 12 jan. 2000, nr. 13, blz. 95. Buxus Webstudio, R. Slotboom h.o.d.n./Euronet Internet BV, Pres. Rb. Amsterdam, 27 juli 2000, nr. 22, blz. 133. Campina Melkunie BV/Benelux-Merkenbureau, BeneluxGerechtshof, 26 juni 2000, nr. 24, blz. 136. Castrol Limited e.a./Parfum and Beauty Sales 'Rotterdam' BV, Hof's-Gravenhage, 29 juni 2000, nr. 38, blz. 204. Ceres SA/Maxeres NV, Pres. Rb. 's-Gravenhage, 14 dec. 1999, nr. 57, blz. 278. Champagne Moè't & Chandon SA/Koverko BV, Rb. 's-Gravenhage, 8 nov. 2000, nr. 64, blz. 304. Cidesport, Comercial Iberica Exclusivas Deportivas SA h.o.d.n. /Nike International Ltd, Pres. Rb. Haarlem, 8 sept. 2000, nr. 14, blz. 97. CMG Telecommunications & Utilities BV/Agtaha Produkties BV, Rb. Utrecht, 26 april 2000, nr. 29, blz. 166. Colgate-Palmolive Company e.a./SmithKline Beecham Consumer Brands BV h.o.d.n. SmithKline Beecham Consumer Healthcare Rijswijk, Pres. Rb. 's-Gravenhage, 10 okt. 2000, nr. 54, blz. 267. Comercial Iberica Exclusivas Deportivas SA h.o.d.n. Cidesport/ Nike International Ltd, Pres. Rb. Haarlem, 8 sept. 2000, nr. 14, blz. 97. Comité Interprofessionel du Vin de Champagne e.a./Xenos, Pres. Rb. 's-Gravenhage, 6 dec. 2000, nr. 88, blz. 424. Commissie van de Europese Gemeenschappen/Micro Leader Business, Gerecht van Eerste Aanleg E.G., 16 dec. 1999, nr. 72, blz. 331. Consult/BeapharConsult,Pres.Rb.Zwolle, i7nov. igg9,nr. 39, blz. 208. DCE Holding/Beam 'It, Pres. Rb. Haarlem, 10 dec. 1999, nr. 75, blz. 357. Debiopharm SA/Syntex (U.S.A.) Inc., Hof's-Gravenhage, 2 nov. 2000, nr. 42, blz. 223. Deltex BV/Texincare Sales BV, Rb. 's-Gravenhage, 14 febr. 2001, nr. 61, blz. 296. Denda Multimedia BV e.a./Koninklijke KPN NV e.a., Pres. Rb. Almelo, 19 juni 2001, nr. 55, blz. 272. Dijke, M.W. van, e.a./Dutch Marine Associates e.a., Pres. Rb. Rotterdam, 30 dec. 1999, nr. 80, blz. 375. Diversey Corporation e.a./Epenhuysen Chemie BV, Hof 's-Gravenhage, 30 jan. 2001, nr. 62, blz. 298. Divoza Ruitersport BV/Hyporama Holland BV, Pres. Rb. Groningen, 25 febr. 2000, nr. 23, blz. 134. DKV Deutsche Krankenversicherung AG/Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken tekeningen en modellen (BHIM), Gerecht van eerste Aanleg E. G., 12 j an. 2000, nr. 13, blz. 95. DSM NV e.a./Orffa Nederland Feed BV e.a., Rb. 's-Gravenhage, 15 maart 2000, nr. 12, blz. 90. Duin h.o.d.n. De Travel Company, Ch. van/The Travel Company CV e.a., Hof's-Gravenhage, 3 dec. 1998, nr. 32, blz. 177.
B I J B L A D
2 0 0 1
I N D U S T R I Ë L E
Dutch De-Ac, A.T.M. Overbeek h.o.d.n./Scheepswerf De Breedendam, V.o.f., Hof 's-Gravenhage, 5 nov. 1998, nr. 79, blz. 370. Dutch Marine Associates e.a./M.W. van Dijke e.a, Pres. Rb. Rotterdam, 30 dec. 1999, nr. 80, blz. 375. Dutch Wrist Fashion Nederland D.W.F./Baume & Mercier SA, Tl.-..^
TlU
>r- / ^ . — . . T m - . T r i *-ra
-. C <1 n .T
-tnnn
f, f
- . -,
KI-,
-> -, n
n e s . I \ u . 3-*jLavi_iinagi„, t-\j a u g . l y y y , 111. / -L, i/ii-. 3*-y'
Dynisco Hotrunners BV/Mold-Masters Limited, Rb. 's-Gravenhage, 8 dec. 1999, nr. 43, blz. 225. E15 Design und Distributions GmbH/Ambiance BV, Pres. Rb. 's-Gravenhage, 21 juli 2000, nr. 95, blz. 467. -/Framas Meubelfabriek e.a., Pres. Rb. Amsterdam, 9 dec. 1999, nr. 94, blz. 465. -/R.M.F, van Stralendorff, Hof Amsterdam, 2 nov. 2000, nr. 93, blz. 460. E. P. Controls BV/GEC Alsthom Régulateurs EuropaLtd e.a., Hof Leeuwarden, 22 sept. 1999, nr. 60, blz. 286. Epenhuysen Chemie BV/Diversey Corporation e.a., Hof 's-Gravenhage, 30 jan. 2001, nr. 62, blz. 298. Eurolimo BV/European Limousine Sevice BV, Pres. Rb. 's-Gravenhage, 31 mei 2000, nr. 25, blz. 144. Euronet Internet BV/R. Slotboom h.o.d.n. Buxus Webstudio, Pres. Rb. Amsterdam, 27 juli 2000, nr. 22, blz. 133. European Limousine Sevice BV/Eurolimo BV, Pres. Rb. 's-Gravenhage, 31 mei 2000, nr. 25, blz. 144. Fonkel Meubelmarketing BV e.a./Pema BV, Pres. Rb. 's-Gravenhage, 4 maart 1998, nr. 31, blz. 175. Framas Meubelfabriek BV e.a./E 145 Design und Distributions GmbH e.a., Pres. Rb. Amsterdam, 9 dec. 1999, nr. 94, blz. 465. FSH Holding BV/Randstad Automatiseringsdiensten BV e.a., Ktr. Amsterdam, 28 aug. 2000, nr. 16, blz. 104. GEC Alsthom Régulateurs EuropaLtd e.a./E. P. Controls BV, Hof Leeuwarden, 22 sept. 1999, nr. 60, blz. 286. Glaxo Wellcome BV e.a./Stadtsapotheek, Pres. Rb. 's-Gravenhage, 3 maart 2000, nr, 45, blz. 231. Grada BV/Sara Lee DE NV e.a., Pres. Rb. 's-Gravenhage, 1 nov. 2000, nr. 83, blz. 403. Groot, C.C.J. de, e.a./Tigsa Técnicas e Innovaciones Ganaderas e.a., Rb. 's-Gravenhage, 4 okt. 2000, nr. 82, blz. 400. Handenarbeid Groothandel Kars & Co BV e.a./A. Prandell Creative Hobbys GmbH, Rb. Arnhem, 7 dec. 2000, nr. 56, blz. 275. Heli Plastic BV/Soparco SA, Rb. 's-Gravenhage, 23 dec. 1998, nr. 35, blz. 195. Henkei/Zeepfabriek en chemicaliënhandel 'Gouda', Rb. 's-Gravenhage, 15 april 1998, nr. 73, blz. 352. Holec Holland BV e.a./Vroom Beheer BV, Bureau I.E., 15 nov. t999> nr. 33, blz. 180. Holmatro Industrial Equipment, BV/Lukas Hydraulik GmbH, Rb. 's-Gravenhage, 26 mei 1999, nr. 34, blz. 190. Huesker Synthetic GmbH & Co e.a./Naue-Fasertechnik GmbH & Co KG, Rb. 's-Gravenhage, 10 mei 2000, nr. 2, blz. 10. Hullebusch NV, R.J.W./Brachot-Hermant NV, Rb. Brugge, 18 april 2000, nr. 46, blz. 234. Hyporama Holland BV/Divoza Ruitersport BV, Pres. Rb. Groningen, 25 febr. 2000, nr. 23, blz. 134. Infocom SA e.a./Beneluxvereniging voor Merken- en Modellenrecht(BMM), Hof Amsterdam, i4sept. 2000, nr. 50, blz. 239. Ipsen Farmaceutica BV/Allergan BV, Pres. Rb. 's-Gravenhage, 22 juli 1999, nr. 6, blz. 23. Jakotrade e.a./Stokke Industrie e.a., Rb. 's-Gravenhage, 4 okt. 2000, nr. 78, blz. 363.
E I G E N D O M
5 0 1
Kars & Co BV, Handenarbeid Groothandel, e.a./A. Prandell Creative Hobbys GmbH, Rb. Arnhem, 7 dec. 2000, nr. 56, blz. 275, Keukenmaxx Holding BV e.a./Mexx International BV, Hof 's-Gravenhage, 29 okt. 1999, nr. 67, blz. 311. Keur Bikes, R. C.W. de Vos, R. van der Vossen, h.o.d.n. Mega Store De Vos en Rijwielhandel De Vos/BQvaCT, Hof Amsterdam, 11 juni 1998, nr. 69,blz. 321. Kirin Amgen e.a./Boehringer Mannheim e.a., Hof 's-Gravenhage, 27 jan. 2000, nr. 89, blz. 440. Kirin Amgen Ine e.a./Roche Diagnostics GmbH e.a., Pres. Rb. 's-Gravenhage, 26 jan. 2000, nr. 1, blz. 4. Koene Consultancy Holland BV/R.A. Swanborn, Bureau I.E., 14 juni 2000, nr. 17, blz. 105. Koninklijke KPN NV e.a./Denda Multimedia BV e.a., Prs. Rb. Almelo, 19 juni 2001, nr. 55, blz. 272. Koninklijke Linden BV e.a./Sanamij BV e.a., Rb. 's-Gravenhage, 8 nov. 2000, nr. 28, blz. 163. Koninklijke Luchtvaart Maatschappij NV e.a./Trading House Morcniüo BV, Pres. Ru. Arnncm, 25 OKt. 1999? nr. 48, bz. 238. Koppens BV/Stork Titan BV e.a., Rb. 's-Gravenhage, 22 dec. 2000, nr. 44, blz. 228. Koverko BV/Champagne Moet & Chandon SA, Rb. 's-Gravenhage, 8 nov. 2000, nr. 64, blz. 304. Kreek, Mr. J. de/Sdu, Pres. Rb. Amsterdam, 23 dec. 1999, nr. 76, blz. 359. Kuijk, A.A.M, van, e.a./Aoemec BV e.a., Hoi s-Gravenhage, 12 okt. 2000, nr. 63, blz. 302. Kunststoffen Chemie BV, Nederlandse/V.A. J. Woudsma en ing. J.Woudsma, Bureau I.E., 17 juli 2000, nr. 41, blz. 212. Ligtvoet Grammofoonplaten/G. Bischoff, Ktr. Leiden, 26 april 2001, nr. 92, blz. 459. Lissese Apotheek BV e.a./Allen & Hanburys Ltd e.a., Rb. 's-Gravenhage, 28 juni 2000, nr. 8, blz. 37. Loyalty Management Netherlands BV e.a./Tele-CD, Pres. Rb. Amsterdam, 16 dec. 1999, nr. 85, blz. 410. Lukas Hydraulik GmbH/BV Holmatro Industrial Equipment, Rb. 's-Gravenhage, 26 mei 1999, nr. 34, blz. 190. Machinefabriek Compas BV e.a./Schouten Landbouwwerktuigen BV, Rb. 's-Gravenhage, 27 okt. 1999, nr. 20, blz. 122. Magenta, Stichting/Procter & Gamble AG, Pres. Rb. Amsterdam, 24 febr. 2000, nr. 49, blz. 239. Marca/Adidas, Hof van Justitie E.G., 22 juni 2000, nr. 9, blz. 65. Maxeres NV/Ceres SA, Pres. Rb. 's-Gravenhage, 14 dec. 1999, nr. 57, blz. 278. Maxicar SpA e.a./Régie nationale des usines Renault SA, Hof van Justitie E.G., 11 mei 2000, nr. 70, blz. 325. Medeco BV e.a./Augustine Medical Ine, Rb. 's-Gravenhage, 23 dec. 1998, nr. 27, blz. 161. MeeüsAssurantiè'n/MovirNVe.a.jPres.Rb. Breda, 22 jan. 2001, nr. 10, blz. 67. Mega Store De Vos, h.o.d.n., R.C.W. de Vos, Keur Bikes en Rijwielhandel De Vos, Bovag/R. van der Vossen, Hof Amsterdam, 11 juni 1998, nr. 69, blz. 321. Mexx International BV/Keukenmaxx Holding BV e.a., Hof 's-Gravenhage, 29 okt. 1999, nr. 67, blz. 311. Micro Leader Business/Commissie van de Europese Gemeenschappen, Gerecht van Eerste Aanleg E.G., 16 dec. 1999, nr. 72, blz. 331. Mistral Sports Group SA/Tiki Trading Benelux BV, Rb. 's-Gravenhage, 1 april 1998, nr. 19, blz. 119.
5 0 2
B I J B L A D
I N D U S T R I Ë L E
Mold-Masters Limited/Dynisco Hotrunners BV, Rb. 's-Gravenhage, 8 dec. 1999, nr. 43, blz. 225. Mondial Fair Attractions Holland BV/J.H.A. van der Beek e.a., Hof Amsterdam, 9 dec. 1999, nr. 87, blz. 415. Movir NV e.a./Meeüs Assurantiën, Pres. Rb. Breda, 22 jan. 2001, nr. 10, blz. 67. Name Space CV e.a./Ashland Nederland BV, Pres. Rb. Amsterdam, 6 juli 2000, nr. 68, blz. 319. -/Unilever e.a., Pres. Rb. Amsterdam, 7 april 2000, nr. 9 1 , blz. 457. Naue-Fasertechnik GmbH & Co KG/Huesker Synthetic GmbH 6 Co e.a., Rb. 's-Gravenhage, 10 mei 2000, nr. 2, blz. 10. Navcom NV/Philips International BV, Rb. 's-Gravenhage, 26 april 2000, nr. 3, blz. 13. Nederlandse Kunststoffen Chemie BV/V.AJ. Woudsma en ing. J.Woudsma, Bureau I. E., 17 juli 2000, nr. 41, blz. 212. Nedweb Internet Productions/Netweb, Rb. 's-Hertogenbosch, 7 maart 2000, nr. 77, blz. 360. Neede BV, Gieterij, e.a./H.W. Sinto Maschinenfabrik GmbH, Rb. 's-Gravenhage, 26 april 2000, nr. 11, blz. 89. Netweb/Nedweb Internet Productions, Rb. 's-Hertogenbosch, 7 maart 2000, nr. 77, blz. 360. Nike International Ltd/Comercial Iberica Exclusivas Deporti vas SA h.o.d.n. Cidesport, Pres. Rb. Haarlem, 8 sept. 2000, nr. 14, blz. 97. Nouland, J.A.M, van den, e.a./Tekno BV, Rb. 's-Gravenhage, 26 aug. 1998, nr. 5, blz. 21. Onderlinge Pluto Dierenverzekeringen U.A./Spillers Petfoods Benelux BV, Hof 's-Gravenhage, 18 nov. 1999, nr. 58, blz. 280. Orffa Nederland Feed BV e.a./DSM NV e.a., Rb. 's-Gravenhage, 15 maart 2000, nr. 12, blz. 90. Overbeek, A.T.M, h.o.d.n. Dutch Dc-Ac/Scheepswerf De Breedendam, V.o.f., Hof's-Gravenhage, 5 nov. 1998, nr. 79, blz. 370. Parfum and Beauty Sales 'Rotterdam' BV/Castrol Limited e.a., Hof's-Gravenhage, 29 juni 2000, nr. 38, blz. 204. Pema BV/Fonkel Meubelmarketing BV e.a., Pres. Rb. 's-Gravenhage, 4 maart 1998, nr. 31, blz. 175. Petterson, P.M. e.a./United Electric Holland BV e.a., Rb. 's-Gravenhage, 10 nov. 1999, nr. 18, blz. 117. Philips International BV/Navcom NV, Rb. 's-Gravenhage, 26 april 2000, nr. 3, blz. 13. PinkRoccade NV/C.H. Zorg Holding BV e.a., Pres. Rb. 's-Gravenhage, 28 juli 1999, nr. 37, blz. 203. Pittway Corp./D. K. Blom, Pres. Rb. 's-Gravenhage, 11 aug. 1999, nr. 66, blz. 310. Prandell Creative Hobbys GmbH, A./Handenarbeid Groothandel Kars & Co BV e.a., Rb. Arnhem, 7 dec. 2000, nr. 56, blz. 275. Primus e.a., Dr. FJ./Roche Nederland e.a., Hof 's-Gravenhage, 25 jan. 2001, nr. 74, blz. 354. Procter & Gamble AG/Stichting Magenta, Pres. Rb. Amsterdam, 24 febr. 2000, nr. 49, blz. 239. PTT Post BV/Regiopost Noord-Oost Nederland vof, Rb. 's-Gravenhage, 29 maart 2000, nr. 40, blz. 211. Randstad Automatiseringsdiensten BV e.a./FSH Holding BV, Ktr. Amsterdam, 28 aug. 2000, nr. 16, blz. 104. Régie nationale des usines Renault SA/Maxicar SpA e.a., Hof van JustitieE.G., 11 mei 2000, nr. 70,blz. 325. Regiopost Noord-Oost Nederland vof/PTT Post BV, Rb. 's-Gravenhage, 29 maart 2000, nr. 40, blz. 211. Rijnmond Tuinmarkten BV/Roobol Tuinmeubelen BV, Hof 's-Gravenhage, 14sept. 2000, nr. 47, blz. 235.
E I G E N D O M
2 0 0 1
Rijwielhandel De Vos, Keur Bikes, R.C.W. de Vos en R. van der Vossen, h.o.d.n. Mega Store De Vos/Bovag, Hof Amsterdam, 11 juni 1998, nr. 69, blz. 321. Roche Diagnostics GmbH e.a./Kirin Amgen Ine e.a., Pres. Rb. 's-Gravenhage, 26 jan. 2000, nr. 1, blz. 4. Roche Nederland e.a./Dr. F.J. Primus e.a., Hof 's-Gravenhage, 25 jan. 2001, nr. 74, blz. 354. Roobol Tuinmeubelen BV/Rijnmond Tuinmarkten BV, Hof 's-Gravenhage, 14 sept. 2000, nr. 47, blz. 235. Roos, ]., e.a./Weijzer BV, Rb. 's-Gravenhage, 29 maart 2000, nr. 59, blz. 284. Sanamij BV e.a./Koninklijke Linden BV e.a., Rb. 's-Gravenhage, 8 nov. 2000, nr. 28, blz. 163. Sara Lee DE NV e.a./Grada BV, Pres. Rb. 's-Gravenhage, 1 nov. 2000, nr. 83, blz. 403. Saweco Coöperatie U.A./P. Walthie, Bureau I.E., 24 juli 2000, nr. 51, blz. 244. Scheepswerf De Breedendam, V.o.f./A.T.M. Overbeek h.o.d.n. Dutch De-Ac, Hof 's-Gravenhage, 5 nov. 1998, nr. 79, blz. 370. Schouten Landbouwwerktuigen BV/Machinefabriek Compas BV e.a., Rb. 's-Gravenhage, 27 okt. 1999, nr. 20, blz. 122. Sdu/Mr. J. de Kreek, Pres. Rb. Amsterdam, 23 dec. 1999, nr. 76, blz. 359. Sinto Maschinenfabrik GmbH, H.W./Gieterij Neede BV e.a., Rb. 's-Gravenhage, 26 april 2000, nr. 11, blz. 89. Slotboom, R. h.o.d.n. Buxus Webstudio/Euronet Internet BV, Pres. Rb. Amsterdam, 27 juli 2000, nr. 22, blz. 133. SmithKline Beecham Consumer Brands BV h.o.d.n. SmithKline Beecham Consumer Healthcare Rijswijk/Colgate-Palmolive Company e.a., Pres. Rb. 's-Gravenhage, 10 okt. 2000, nr. 54, blz. 267. SmithKline Beecham Consumer Healthcare Rijswijk, SmithKline Beecham Consumer Brands BV h.o.d.n./ColgatePalmolive Company e.a., Pres. Rb. 's-Gravenhage, 10 okt. 2000, nr. 54, blz. 267. Société Générale des Grandes Sources Belges NV/Brouwerij Haacht NV, Benelux-Gerechtshof, 2 okt. 2000, nr. 30, blz. 169. Soparco SA/Heli Plastic BV, Rb. 's-Gravenhage, 23 dec. 1998, nr. 35, blz. 195. Spillers Petfoods Benelux BV/Onderlinge Pluto Dierenverzekeringen U.A., Hof 's-Gravenhage, 18 nov. 1999, nr. 58, blz. 280. Spinder Products BV/Agu BV, Rb. Leeuwarden, 22 maart 2000, nr. 86, blz. 412. Staat der Nederlanden, De, e.a./British American Tobacco Company Ltd e.a., Rb. 's-Gravenhage, 12 j uli 2000, nr. 7, blz. 3 3. Stadtsapotheek/Glaxo Wellcome BV e.a., Pres. Rb. 's-Gravenhage, 3 maart 2000, nr, 45, blz. 231. Stichting Magenta/Procter & Gamble AG, Pres. Rb. Amsterdam, 24 febr. 2000, nr. 49, blz. 239. Stokke Gruppen A/S e.a./Jakotrade, Pres. Rb. 's-Gravenhage, 13 okt. 1999, nr. 81, blz. 378. Stokke Industrie e.a./Jakotrade e.a., Rb. 's-Gravenhage, 4 okt. 2000, nr. 78, blz. 363. Stork Titan BV e.a./Koppens BV, Rb. 's-Gravenhage, 22 dec. 2000, nr. 44, blz. 228. Stralendorff, R.M.F. van/E 15 Design und Distributions, Hof Amsterdam, 2 nov. 2000, nr. 93, blz. 460. Swanborn, A.R./Koene Consultancy Holland BV, Bureau I.E., 14 juni 2000, nr. 17, blz. 105. Syntex (U.S.A.) Inc./Debiopharm SA, Hof's-Gravenhage, 2 nov. 2000, nr. 42, blz. 223.
I N D U S T R I Ë L E
Tekno BV/J.A.M, van den Nouland e.a., Rb. 's-Gravenhage, 26 aug. 1998, nr. 5, blz. 21. Tele-CD/Loyalty Management Netherlands BV e.a., Pres. Rb. Amsterdam, 16 dec. 1999, nr. 85, blz. 410. Texincare Sales BV/Deltex BV, Rb. 's-Gravenhage, 14 febr. 2001, nr. 61, u\z. 296. Tigsa Técnicas e Innovaciones Ganaderas e.a./CJ.J. de Groot e.a., Rb. 's-Gravenhage, 4 okt. 2000, nr. 82, blz. 400. TiM Trading Benelux BV/Mistral Sports Group SA, Rb. 's-Gravenhage, 1 april 1998, nr. 19, blz. 119. Top Jobs on the Net/Topjobs Consultant, Hof Amsterdam, 16 maart 2000, nr. 84, blz. 406. Trading House Morellino BV/Koninklijke Luchtvaart Maatschappij NV e.a., Pres. Rb. Arnhem, 25 okt. 1999, nr. 48, bz. 238. Travel Company, Ch. van Duin h.o.d.n. De/The Travel Company CV e.a., Hof's-Gravenhage, 3 dec. 1998, nr. 32, blz. 177. Unilever e.a./Name Space e.a., Pres. Rb. Amsterdam, 7 april 2000, nr. 91, blz. 457. United Electric Holland BV e.a./P.M. Petterson e.a., Rb. 's-Gravenhage, 10 nov. 1999, nr. 18, blz. 117. Veenhuis Machines BV/Vredo Dodewaard BV, Hof 's-Gravenhage, 13 juli 2000, nr. 53, blz. 261.
R E G I S T E R
V A N
E I G E N D O M
Vos, R.C.W. de, R. van der Vossen, h.o.d.n. Mega Store De Vos, Keur Bikes en Rijwielhandel De Vos/Bo vag, Hof Amsterdam, 11 juni 1998, nr. 69, blz. 321. Vossen, R. van der, h.o.d.n. Mega Store De Vos, R.C.W. de Vos, Keur Bikes en Rijwielhandel De Vos/Bovag, Hof Amsterdam, 11 juni 1998, nr. 69, blz. 321. Vredo Dodewaard BV/Veenhuis Machines BV, Hof 's-Gravenhage, 13 juli 2000, nr. 53, blz. 261. Vroom Beheer BV/Holec Holland BV e.a., Bureau I.E., 15 nov. 1999, nr. 33, blz. 180. Walthie, P./Saweco Coöperatie U.A., Bureau I.E., 24 juli 2000, nr. 51, blz. 244. Weijzer BV/J. Roos e.a., Rb. 's-Gravenhage, 29 maart 2000, nr. 59, blz. 284. Woudsma, V.A.J., en ing. J. Woudsma/Nederlandse Kunststoffen Chemie BV, Bureau I.E., 17 juli 2000, nr. 41, blz. 212. Xenos/Comité Interprofessionel du Vin de Champagne e.a., Pres. Rb. 's-Gravenhage, 6 dec. 2000, nr. 88, blz. 424. XS4ALL Internet/Buka e.a., Hof Amsterdam, 3 juni 1999, nr. 90, blz. 454. Zeepfabriek en chemicaliënhandel 'Gouda'/Henkel, Rb. 's-Gravenhage, 15 april 1998, nr. 73, blz. 352.
W E T S A R T I K E L E N
REGISTER VAN BESLISSINGEN VAN DE OCTROOIRAAD (INCL. BUREAU I.E.) EN DE RECHTER GERANGSCHIKT NAAR WETSARTIKEL A BESLISSINGEN VAN DE OCTROOIRAAD (INCL. BUREAU I.E.) I Rijksoctrooiwet (1910) Art. 17A, lid 3 Hoewel het oorspronkelijk verzoekschrift te weinig aanknopingspunten bood om het verzoek te kunnen beoordelen en niet voldeed aan het vereiste dat het verzoekmet redenen is omkleed, terwijl de aangekondigde nadere informatie eerst op de zitting (van de Bijzondere Afdeling) is gepresenteerd, rechtvaardigt dit geen niet ontvankelijkverklaring omdat de zittingdatum op relatiefkorte termijn is bepaald, terwijl verzoekster er niet vooraf op is gewezen dat het verzoek niet in behandeling kon worden genomen. Na ontvangst van het verzoekschrift had de Bijzondere Afdeling verzoekster een termijn - van twee maanden behoren te geven alvorens over het in behandeling nemen van het verzoek te beslissen. Octrooiraad, Afd. van Beroep, 10 jan. 2001, nr. 26, blz. 146. II Rijksoctrooiwet 1995 Art. 24, lid i e i.v.m. art. 75 De vermelding onder het hoofd 'Conclusie' van de aanhef: 'Korte aanduiding: Werkwij ze en inrichting voor de verwerking van vloeistoffen die verontreinigd zijn met vaste, zwevende, opgeloste stoffen en emulsies, met het kenmerk,' gevolgd door 22 afzonderlijk genummerde kenmerken wordt opgevat als 22 afzonderlijke conclusies. Ook verzoekster gaat daar in wezen van uit. Bureau I.E., 24 juli 2000, nr. 51, blz. 244.
Artt. 32 en 36 i.v.m. 75 en art. 6, lid 5 Uitvoeringsbesluit ROW1995 Het bezwaar dat het octrooi ten onrechte voor een duur van 20 jaren is verleend vormt geen nietigheidsgrond genoemd in artikel 75, lid 1. In het advies kan derhalve daarover geen uitspraak worden gedaan. Ten overvloede wordt vastgesteld dat aan de voorwaarde voor een 20-jarig octrooi is voldaan, omdat aanvrager heeft verzocht om een onderzoek naar de stand van de techniek. Daarbij heeft aanvrager gebruik gemaakt van de mogelijkheid gegeven in artikel 6 lid 5 Uitvoeringsreglement door het resultaat van een eerder onderzoek op een overeenkomstige aanvrage over te leggen; daaraan doet niet af dat er tussen de datum van dat onderzoek (6 mei 1997) en de indieningsdatum van de aanvrage (12 mei 1998) een periode ligt waarover liet onder zoek zich niet heeft uitgestrekt. Bureau I.E., 17 juli 2000, nr. 41, blz. 212. Alt. 75 Het Bureau concludeert tot nietigheid van de materie van de negen conclusies van het octrooi o.g.v. gebrek aan resp. nieuwheid (conclusies 1,2,3, 5,6, en 8), inventiviteit (conclusies 4 en 7) en basis in de oorspronkelijke stukken (conclusie 9). De stelling van de octrooihouder dat recht moet worden gedaan aan de verbetering die t.o.v. de bekende inrichting is gepresenteerd, vat het Bureau op als een wens tot beperking. In het licht vanhet 'Spiro/Flamco' arrest van de HR oordeelt het Bureau het gewenst dat de octrooihouder zelf voorstelt hoe de conclusies dienen te luiden. Een ter zitting gedaan voorstel voor combinatie van de conclusies 1,4,7 en 8 acht het Bureau niet te laat; een derde dient er op bedacht te zijn dat (combinaties van) onderconclusies even zovele 'terugtrekposities' bevatten die eerst tijdens de discussie ter zitting naar voren kunnen komen. Deze nieuwe conclusie mist echter ook inventiviteit.
5 0 4
B I J B L A D
I N D U S T R I Ë L E
E I G E N D O M
2 0 0 1
Een ter zitting verdedigde verdere beperking (met twee maatregelen) van deze laatste conclusie, acht het Bureau wat de eerste maatregel (keuze) betreft, niet toelaatbaar wegens gebrek aan steun in de stukken: het octrooi (als verleend) en de aanvrage (als ingediend). De tweede maatregel is weliswaar wel terug te vinden in (slechts de figuren van) de oorspronkelijke aanvrage, doch van een verrassend effect daarvan blijkt niets uit de beschrijving van het octrooi. Het alsnog aantonen van een verrassend effect van beide maatregelen met een beroep op een ter zitting overgelegde Bijlage A wordt niet toelaatbaar geacht omdat men heeft te doen met een verleend octrooi, waarin elke aanduiding van zulk een effect en derhalve van de daaraan inherente uitvinding ontbreekt. Het Bureau beoordeelt niettemin in beide gevallen de vraag naar het verrassend effect, voor het geval de rechter anders denkt over deze toelaatbaarheid, en constateert dat de voorgestelde keuze door een deskundige met zijn normale vakkennis kan worden bepaald, resp. dat een verrassend effect van de tweede maatregel niet aan Bijlage A kan worden ontleend. Bureau I.E., 14 juni 2000, nr. 17, blz. 105.
Art. 75, lid ie In de samenwerkingsovereenkomst tussen partijen betreffende de zogenaamde 'media-eenheid', die duurde van 1990 tot begin 1994, is bepaald dat Landmark (rechtsvoorganger van Vroom) al haar ... eventuele octrooirechten ... overdraagt aan Holec. Uit het bij de stukken gevoegde verslag blijkt dat de 'media-eenheid' de inrichting volgens conclusie 1 van het octrooi omvat. Ten aanzien van de vraag wie op het tijdstip van indiening van de aanvrage recht had op de uitvinding van de media-eenheid, blijkt uit de briefwisseling (van begin 1994) dat de rechten m. b. t. het 'Project Media-eenheid' door Holec aan Landmark of een derde ter overname worden aangeboden. Niet is gebleken dat er daadwerkelijk een overdracht heeft plaatsgevonden, zodat er voorshands van moet worden uitgegaan dat de rechten op de 'media-eenheid' nog altijd aan Holec toebehoren en dat ten tijde van de indiening van de aanvrage de rechtsvoorganger van Vroom, Landmark, niet gerechtigd was tot indiening van de aanvrage. De vernietigingsgrond van art. 75, eerste lid onder e wordt van toepassing geacht op het octrooi. BureauI.E., 15 nov. 1999, nr. 33,blz. 180.
Ter zitting is door de octrooihouder in persoon toegelicht dat het nieuwe en inventieve van het octrooi t.o.v. de stand van de techniek volgens zijn oudere aanvrage is gelegen in de toepassing van een dubbele pompopstelling, gevormd door de als rootsblower uitgevoerde dampcompressor en een vacuümpomp in een seriële opstelling. Naar het oordeel van het Bureau kan de gemiddelde vakman voor deze seriële opstelling onvoldoende basis vinden in de beschrijving en conclusies van het octrooi, hetgeen meebrengt dat de vraag of in deze toepassing een uitvinding kan worden gewaardeerd in het advies buiten beschouwing moet blijven. De nieuwheids- en inventiviteitsbezwaren tegen de uitvinding zoals in het octrooi te lezen treffen doel. Bureau I.E., 24 juli 2000, nr. 51, blz. 244.
III Uitvoeringsbesluit ROW 1995
Art. 75 i.v.m. art. 24, lid ie De vermelding onder het hoofd 'Conclusie' van de aanhef: 'Korte aanduiding: Werkwijze en inrichting voor de verwerking van vloeistoffen die verontreinigd zijn met vaste, zwevende, opgeloste stoffen en emulsies, met het kenmerk,' gevolgd door 22 afzonderlijk genummerde kenmerken wordt opgevat als 22 afzonderlijke conclusies. Ook verzoekster gaat daar in wezen van uit. BureauI.E., 24juli 2000, nr. 51, blz. 244. Art. 75 i.v.m. artt. 36 en 32 en art. 6, lid 5 Uitvoeringsbesluit ROW1995 Het bezwaar dat het octrooi ten onrechte voor een duur van 20 jaren is verleend vormt geen nietigheidsgrond genoemd in artikel 75, lid 1. In het advies kan derhalve daarover geen uitspraak worden gedaan. Ten overvloede wordt vastgesteld dat aan de voorwaarde voor een 20-jarig octrooi is voldaan, omdat aanvrager heeft verzocht om een onderzoek naar de stand van de techniek. Daarbij heeft aanvrager gebruik gemaakt van de mogelijkheid gegeven in artikel 6 lid 5 Uitvoeringsreglement door het resultaat van een eerder onderzoek op een overeenkomstige aanvrage over te leggen; daaraan doet niet af dat er tussen de datum van dat onderzoek (6 mei 1997) en de indieningsdatum van de aanvrage (12 mei 1998) een periode ligt waarover het onderzoek zich niet heeft uitgestrekt. Bureau I.E., 17 juli 2000, nr. 41, blz. 212.
Art. 6, lid 5 en art. 75 i.v.m. artt. 36 en 32 Het bezwaar dat het octrooi ten onrechte voor een duur van 20 jaren is verleend vormt geen nietigheidsgrond genoemd in artikel 75, lid 1. In het advies kan derhalve daarover geen uitspraak worden gedaan. Ten overvloede wordt vastgesteld dat aan de voorwaarde voor een 20-jarig octrooi is voldaan, omdat aanvrager heeft verzocht om een onderzoek naar de stand van de techniek. Daarbij heeft aanvrager gebruik gemaakt van de mogelijkheid gegeven in artikel 6 lid 5 Uitvoeringsreglement door het resultaat van een eerder onderzoek op een overeenkomstige aanvrage over te leggen; daaraan doet niet af dat er tussen de datum van dat onderzoek (6 mei 1997) en de indieningsdatum van de aanvrage (12 mei 1998) een periode ligt waarover het onderzoek zich niet heeft uitgestrekt. BureauI.E., 17JUÜ 2000, nr. 41, blz. 212. B BESLISSINGEN VAN DE RECHTER Ia Rijksoctrooiwet (1910) Art. 2, lid 2 Openbaar toegankelijk betekent dat een willekeurige derde toegang moet kunnen hebben gehad tot het product en daarbij heeft kunnen onderkennen waaruit de uitvinding bestond. In dit geval moet worden aangenomen dat vele willekeurige derden (niet alleen de patiënten, maar ook hun bezoek) toegang hebben gehad tot het product. Zij hebben daarbij echter niet kunnen onderkennen waaruit de uitvinding bestond. Zulks zou alleen mogelijk zijn geweest door het Medidek aan een inwendig onderzoek te onderwerpen, waartoe het opengesneden zou moeten worden. Een patiënt of zijn bezoek zal dit normaal gesproken niet doen. De openbare toegankelijkheid is hiermee dus niet gegeven. Hetzelfde geldt voor het personeel van het ziekenhuis. Wel nieuwheidschadelijk is het openbaar voorgebruik dat heeft plaatsgevonden van het dekbed dat aan de conclusies van het octrooi voldoet. Het uitsluitend recht is verleend voor een product waarvan de vulling bestaat uit kunststofvezels die thermisch zij n gebonden. Deltex heeft niet deugdelijk weersproken dat de vulling van haar stretch dekbed ook vóór de datum
2 0 0 1
B I J B L A D
I N D U S T R I Ë L E
E I G E N D O M
5 0 5
waarop het octrooi is aangevraagd uit thermisch gebonden vezels bestond, zodat het door Texincare gestelde feit als vaststaand moet worden beschouwd. Het octrooi is daarom nietig wegens gemis aan nieuwheid. Rb. 's-Gravenhage, 14 febr. 2001, nr. 61, blz. 296.
gelijke inbreuk uit haar stellingname met betrekking tot de geldigheid van het Genetics-II-octrooi rechtstreeks voortvloeit. Kirin Amgen betoogt immers dat (vrijwel) alle CHO-cellen in staat zijn tot N- en O-gebonden glycosylering, terwijl vaststaat dat voor de vervaardiging van Eprex/Erypo gebruik wordt ge-
Art, 2A Met de in 1985 bekende techniek (het artikel in Tobacco Science) lag het voor een deskundige voor de hand het nadeel dat de Ten Cent sigaret maar vijf inhaleringen toestand, op te heffen door de vrije verbrandingssnelheid te verlagen. Dat een deskundige de grafieken in Tobacco Science niet zo maar zou hebben geëxtrapoleerd ligt niet voor de hand. Extrapolatie mag in een dergelijk geval in wetenschappelijk opzicht onverantwoord zijn om reden dat onderliggende experimentele gegevens ontbreken, dat neemt niet weg dat iedere vakman in de praktijk zal proberen of een grafiek eenvoudig valt door te trekken naar het voor hem interessante, maar niet door de grafiek bestreken gebied. Als dat het geval blijkt te zijn, kan niet wor-
Voor het geven van een inbreukverbod zoals door Roche gevorderd is echter geen plaats. Daarvoor wordt verwezen naar hetgeen is overwogen omtrent de afhankelijke verhouding tussen het Amgen-octrooi en het Genetics-II-octrooi. Daarvan uitgaande is niet op voorhand aannemelijk dat het in de bodemprocedure zal komen tot een onvoorwaardelijk verbod van Eprex/Erypo zoals thans door Roche gevorderd. Pres. Rb. 's-Gravenhage, 26 jan. 2000, nr. 1, blz. 4. Art. 30, lid ïb Krachtens artikel 30, lid 1 onder b, ROW1910 (en artikel 53, lid 1 onder b ROW 1995) is het voortbrengsel dat rechtstreeks verkregen is door toepassing van de werkwijze als omschreven
A a-n c ^ i n ' l f l r r u T i / M i i - l o t i A -1t- aart n i o m i r i a / i n l r l p l / l / i n f T 1c ( T / ^ r l - T l t l U.t-J.1 O L e i e i i i V - H - 5 ^ i i u u u v . u u . a x ^ V , I ± . J - L J U - U . VV V- i_ii.i.tvj.v-j.vi.vi.j-i£, ±.j £,V.*J.CIU.J.J.O
i n m n r l n c i p n i n n n p l - n r l - r n n i \?on T f i r i n A m c r p n m p p n p c r V i p r m H
Rb. 's-Gravenhage, 12 juli 2000, nr. 7, blz. 33.
Hierbij doet niet terzake of het verkregen voortbrengsel nu nieuw of niet nieuw is; ook een niet nieuw voortbrengsel verkregen met die werkwijze valt dus onder het octrooi. Nu onder conclusie 1 ook humaan cDNA is begrepen (conclusie 27 is voor dat gedeelte dus niet nietig), valt ook onder het octrooi humaan EPO verkregen langs de cDNA-weg volgens conclusie 27, ook al zou dat humane EPO volstrekt identiek zijn aan urinair EPO.
Art. 2A i.v.m. art. 51, lid 1 De rechtbank overweegt dat de Bijzondere Afdeling van oordeel is dat, gelet op de constructieverschillen, een zodanig aantal stappen moet worden genomen om te komen tot een constructie volgens het onderhavige octrooi, dat deze constructie als inventief moet worden bestempeld. Hiermee heeft de Bijzondere Afdeling kennelijk tot uitdrukking willen brengen dat het nemen van die stappen voor de deskundige niet voor de hand ligt. De rechtbank kan het oordeel van de Bijzondere Afdeling onderschrijven. Rb. 's-Gravenhage, 26 mei 1999, nr. 34, blz. 190. Art. 14, lid 1 onder b Uit paragraaf 7.3.5. van de beslissing van de KvB blijkt dat deze uitvinding van het litigieuze octrooi daarin zag dat middelen worden verschaft om, onmiddellijk nadat de U-bocht is voltooid en dus nog vóór het bereiken van de plaats waar de fout was gemaakt, de chauffeur een correct instruction te geven over het vervolg van zijn route. Uit de summiere beschrijving van het octrooi (kolom 3, regel 42 tot kolom 4, regel 30) wordt echter op geen enkele manier duidelijk hoe het daarin geopenbaarde systeem de bestuurder, direct nadat hij de U-bocht heeft voltooid, de correct instruction zou kunnen geven over het vervolg van zijn route. De uitvinding is dus in de oorspronkelijke stukken niet zodanig beschreven dat de gemiddelde vakman in staat is deze na te werken. Rb. 's-Gravenhage, 26 april 2000, nr. 3, blz. 13. Art. 30 Van een 'viewing area' volgens het octrooi van Augustine is bij twee van de drie Reusable Blankets van Gibeck geen sprake. De derde Reusable Blanket van Gibeck vormt evenmin inbreuk, omdat het probleem dat het Augustine octrooi beoogt op te lossen zich daar niet voordoet. Rb. 's-Gravenhage, 23 dec. 1998, nr. 27, blz. 161. Art. 30, lid 1 Voorshands uitgaande van de geldigheid van het GeneticsII-octrooi is duidelijk dat er inderdaad sprake is van inbreuk als door Roche gesteld. Kirin Amgen heeft dit niet voldoende kunnen ontzenuwen, hetgeen ook moeilijk denkbaar is nu een der-
W n f ' c-fZr?\T&rt npo-p 7-71111 -yrtr\r\ n r Sn Hl 7 A A r\
Art. 30, lid 2 In conclusie 1 is sprake van snee aanbrengende middelen die elk een paar messen omvatten die onder een helling ten opzichte van elkaar en die verticaal staan en die op een contactpunt onder een hoek met de verticaal bijna met elkaar in contact komen, welk paar messen onder voorspanning in benedenwaartse richting staat, waarbij elk mes de vorm heeft van een platte schijf en de buitenzijde van elke schijf naar buiten toe afgeschuind is, zodanig dat de buitenrand van de schijf een doorgaande cirkelvormige lijn vormt. De snee aanbrengende middelen in de inrichting van Veenhuis omvatten elk een platte schijf met een scherpe cirkelvormige omtreksrand, terwijl tegen elke zijde van deze schijf nog een platte schijf met een diameter die geringer is dan die van de middenschijf vast is gemonteerd, waarbij van beide zijschijven de omtreksrand in axiaal buitenwaartse richting is afgeschuind en waarbij elk snee aanbrengend middel in een vaste stand in de inrichting is gemonteerd. De stelling van Vredo dat de inrichting van Veenhuis letterlijk inbreuk maakt, zou meebrengen dat de gemiddelde vakman, die conclusie 1 leest in het licht van de beschrijving en de tekeningen, zal menen dat het onder het kenmerk als nieuwe constructieve maatregel gepresenteerde messenpaar als een nietwezenlijk aspect van de geoctrooieerde uitvinding uit conclusie 1 mag worden weggeïnterpreteerd; met andere woorden dat conclusie 1 onder het kenmerk zou mogen worden verruimd tot elk snede aanbrengend middel dat tijdens het gebruik van de inrichting in staat is een zodanig smalle snede in weiland te vormen dat geen beschadiging van gras optreedt en de uitstoot van ammoniaK minimaai is. Dit is echter in strijLi met de letterlijke en op zichzelf begrijpelijke tekst van conclusie 1, zodat de gemiddelde vakman zal begrijpen dat de geclaimde inrichting voorzien dient te zij n van een zeer bepaald middel, namelijk het constructief in details beschreven messenpaar. Niet uit te sluiten is echter dat de gemiddelde vakman die het gehele octrooi-
5 0 6
B I J B L A D
I N D U S T R I Ë L E
schrift leest met zijn normale vakkennis toch zal menen dat het octrooi zich mede uitstrekt tot het gebruik van andere snee aanbrengende middelen met name een enkelvoudig mes. Daarvoor dienen in de beschrijving en tekeningen dan wel duidelijke aanknopingspunten aanwezig te zijn. De vakman, die met zijn normale vakkennis de beschrijving van het octrooi en de tekeningen bekijkt, zal inzien dat de uitvinding berust op de (welbewuste) keuze voor het specifieke messenpaar. Het messenpaar is dan ook een essentieel aspect van de geoctrooieerde inrichting en het kenmerkende gedeelte van conclusie 1 mag dus niet worden verruimd tot willekeurige snede aanbrengende middelen. Er is daarom geen sprake van letterlijke inbreuk. Er is evenmin sprake van inbreuk met een equivalent middel. Het door Vredo toegepaste messenpaar is een wezenlijk ander snede aanbrengend middel dan een enkelvoudig mes - aan dit verschil ontleent de geoctrooieerde inrichting haar nieuwheid en inventiviteit - zodat Veenhuis door (een nadere uitwerking van een) enkelvoudig schijfvormig mes volgens de stand van de techniek toe te passen - derhalve tegen de leer van het Vredo octrooi in - geen gebruik maakt van dit wezenlijke aspect van de geoctrooieerde inrichting, in casu het messenpaar. De inrichting van Veenhuis valt niet onder de beschermingsomvang van het octrooi van Vredo. Hof's-Gravenhage, 13 juli 2000, nr. 53,blz. 261. Moet de aanduiding 'microcapsule form' in het octrooi zodanig uitgelegd worden dat niet alleen de zogenaamde 'microbubbles', maar ook de 'micro-sponges' daaronder vallen? Neen. De vakman die kennis neemt van de conclusies van het octrooi en deze tracht te begrijpen in het licht van de beschrijving, zal tot de slotsom komen dat met 'microcapsule form' slechts een vorm bedoeld is waarin de werkzame stof zich in een kern bevindt, waaromheen zich een omhulsel van polymeer materiaal bevindt, d.w.z. een vorm die door partijen ook als 'microbubbles' is omschreven. Die slotsom geldt te meer, nu de beschrijving geen enkele aanwijzing bevat, die de vakman er toe zou kunnen brengen 'microcapsule form' anders te interpreteren. Zij wordt ten overvloede ook bevestigd door een artikel in het verleningsdossier, waarin een uitleg wordt gegeven van de drie fasen van vrijgeven van de werkzame stof uit de microcapsules. Syntex is er in geslaagd door een geschikte keuze van materialen en parameters de tweede fase te ecarteren, waardoor de eerste en derde fase elkaar kunnen overlappen en de invloed van de tweede fase wordt uitgeschakeld. De uitleg van de drie fasen veronderstelt (en vereist) een omhulsel van polymeer materiaal rond een kern van LH-bevattende stof. Bij een constructie, waarbij LH-RH is gedispergeerd in een matrix van polymeer materiaal (de 'micro-sponge' vorm) zullen de drie fasen zich niet voordoen, omdat het omhulsel, dat die drie fasen veroorzaakt niet aanwezig is. De 'micro-sponges', zoals door Debiopharm toegepast, worden niet als een octrooirechtelijk equivalent van de 'micro-bubbles' volgens het octrooi beschouwd, omdat met 'micro-sponges' weliswaar eenzelfde resultaat wordt bereikt, maar wel op wezenlijk andere wijze. Hof's-Gravenhage, 2 nov. 2000, nr. 42, blz. 223. De rechtbank geeft een globaal en voorlopig oordeel omtrent de vraag welke van de ten processe ter sprake gebrachte goten wel [categorieën 2A en 2B] en welke niet [categorie 3A] onder de beschermingsomvang van het octrooi vallen. Rb. 's-Gravenhage, 20 jan. 1999, nr. 4, blz. 16.
E I G E N D O M
2 0 0 1
Een redelijke rechtszekerheid voor derden zou illusoir worden indien de - door opname van de borstel door Compas c.s., op instigatie van de Octrooiraad aanvaarde - 'beperking' van de beschermingsomvang alsnog na octrooiverlening door weg interpreteren van de borstel weer geheel ongedaan gemaakt zou worden. Anders dan Compas c.s. betogen, geldt deze vuistregel niet slechts voor beperkingen aangebracht ter afbakening van de stand der techniek, maar ook voor (hernieuwde) beperkingen aangebracht ter voorkoming van ongeoorloofde uitbreiding ten opzichte van de aanvraag. Het zou in dit geval onredelijk zijn indien derden de gevolgen zouden hebben te dragen van een achteraf beschouwd in relatie tot de uitvinding wellicht te eng geformuleerde aanvraag. In het onderhavige geval kan geen sprake zijn van een mogelijke toepassing van het leerstuk der equivalentie. De borstel kan niet worden weggedacht en van een aan de borstel equivalente maatregel is bij de inrichting van Schouten dan per definitie geen sprake. Rb. 's-Gravenhage, 27 okt. 1999, nr. 20, blz. 122. De gemiddelde vakman die kennis neemt van het octrooi zal daaruit begrijpen dat er tenminste één loket moet zij n waar tenminste twee diensten worden aangeboden en waar derhalve klanten uit tenminste twee verschillende deelrijen wachtenden (die samen een gemeenschappelijke rij vormen) kunnen worden geholpen, en waarbij het systeem ervoor zorgt dat bij het betreffende loket steeds de klant uit de in aanmerking komende rijen die het eerst een nummer heeft getrokken ook als eerste wordt geholpen. Bij het beschreven systeem bij IKEA Delft is geen sprake van een gemeenschappelijke rij met drie deelrijen (afhankelijk van de keuze van de klant), maar van drie afzonderlijke rijen, die als rijen niets gemeenschappelijks hebben en onafhankelijk van elkaar moeten worden afgewikkeld. Op grond hiervan is de rechtbank van oordeel dat United Electric en Nemo-Qj?een inbreuk hebben gemaakt op het octrooi. Rb. 's-Gravenhage, 10 nov. 1999, nr. 18, blz. 117. Ook al wordt met de Nabento-mat in wezen dezelfde functie vervuld en in wezen hetzelfde resultaat bereikt als met de mat volgens het octrooi, de wijze waarop dit gebeurt is allerminst, en dus ook niet in wezen, dezelfde. Zowel de gebruikte materialen van de lagen zijn verschillend alsook de toegepaste techniek van vereniging van die lagen. De rechtbank verenigt zich met het oordeel van de Technische Kamer van Beroep en de daarvoor gegeven motivering dat een tussenlaag bestaande uit bentoniet en vezels die daar door een naaldbewerking zijn ingebracht geen gelijke werking heeft als een Aerovlies. Evenals de Technische Kamer van Beroep is de rechtbank voorts van oordeel dat Vernadelung en Vernahung zozeer van elkaar verschillen, dat niet van equivalente verbindingen kan worden gesproken. Rb. 's-Gravenhage, 10 mei 2000, nr. 2, blz. 10. De beschermingsomvang van het Amgen octrooi is in eerdere uitspraken aldus uitgelegd, dat dit octrooi elke wijze van vervaardigen van EPO virecombinant DNA-techniek omvat, derhalve ook het vervaardigen van EPO via cDNA. Die uitleg voerde noodzakelijkerwijs tot een verbod om Recormon te verhandelen, nu dat middel als werkzaam bestanddeel bevat EPO, verkregen via recombinant DNA-technologie, en het in die uitleg niet terzake doet dat het in Recormon toegepaste EPO via cDNA is verkregen.
2 0 0 1
B I J B L A D
I N D U S T R I Ë L E
De omstandigheid dat op het vervaardigen van EPO via cDNA aan Genetics een octrooi was verleend betekende slechts dat Genetics voor humaan cDNA mogelijk een afhankelijk octrooi kan verkrijgen. De TBA heeft bij zijn beslissing van 19 oktober 1999 het Genetics-I-octrooi, nadat dit eerder door de oppositieafdeling was Herroepen, in stanu gei±ouuen. j_^it 15 evenwei ongenoegzaam om op voorhand de conclusie te rechtvaardigen dat hetgeen Hof en rechtbank omtrent de beschermingsomvang hebben beslist onjuist is, zodat ook in dit kort geding als uitgangspunt heeft te gelden de ruime beschermingsomvang van het Amgen-octrooi, zoals door Hof en rechtbank omschreven. Indien het al zo zou zijn dat het toepassen van CHO-cellen die in staat zijn tot N- en O-gebonden glycosylering, zoals beschreven in het Genetics-II-octrooi, moet worden beschouwd als een nieuwe en inventieve variant binnen het via recombinant DNAtechniek verkrij gen van EPO, dan doet dat er niet aan af dat ook die nieuwe en inventieve variant valt onder het Amgen-octrooi, uitgaande van de brede beschermingsomvang die ook in dit kort geding is aangenomen. Dat betekent dan ook dat het GeneticsII-octrooi hoogstens kan worden beschouwd als een afhankelijk octrooi ten opzichte van het Amgen-octrooi. Pres. Rb. 's-Gravenhage, 26 jan. 2000, nr. 1, blz. 4. Art. 30, lid 4 De octrooihoudster en de inbreukmaker hebben na de uitspraken van het Landgericht en het Oberlandesgericht Düsseldorf met elkaar onderhandeld over een buitengerechtelijke afdoening. De octrooihoudster koos er toen voor om ter afdoening van de zaak uit te gaan van een licentievergoeding van 5 % van de opgegeven omzet. Deze omzet had betrekking op de levering van telkens één vormmachine aan drie afnemers, waaronder Gieterij Neede. In feite is de octrooihoudster aldus nagegaan welke vergoeding de inbreukmaker aan haar verschuldigd zou zijn geweest als de inbreukmaker de vormmachines met licentie aan - onder meer - Gieterij Neede zou hebben geleverd. Vervolgens heeft zij deze gemiste licentievergoeding alsnog gevorderd en ontvangen. Hiermee heeft zij haar octrooirecht althans tegen Gieterij Neede uitgeput en staat het haar niet meer vrij tegen Gieterij Neede uit hoofde van het Nederlandse deel van haar Europese octrooi op te treden. Rb. 's-Gravenhage, 26 april 2000, nr. 11, blz. 89. Art. 39 i.v.m. artt. 6:265 i.v.m. 3:166 en 3:169 BW De uit te spreken ontbinding van de overeenkomst tussen partijen op grond van wanprestatie van Boal en mogelijkerwijze ook van Bom, zal in elk geval niet tot gevolg hebben dat reeds daardoor voor Boal de verplichting ontstaat om haar gedeelte van het octrooi om niet aan Bom over te dragen. Voorop staat dat partijen blijkens het octrooischrift een volledig gelijkwaardige positie innemen met betrekking tot het onderhavige octrooi, nu de aanvraag - uiteindelijk - op beider naam is gesteld en zij - derhalve - in het octrooischrift beiden als octrooihouder worden aangemerkt. Zij hebben zich in de periode daarna ook als zodanig gedragen. Uit niets blijkt dat Boal zich ooit jegens Bom heeft verplicht om haar aandeel in het octrooi bij een eventueel eindigen van de samenwerking aan Bom over te dragen, al dan niet tegen vergoeding. Dat betekent dat de aanstaande ontbinding van de overeenkomst tot gevolg zal hebben dat ten aanzien van het octrooi een gemeenschap zal (blijven) bestaan die slechts kan worden verdeeld op basis van het voor verdeling geldende wettelijke regime. Zolang die verdeling niet heeft plaatsgevonden, zal - bij gebreke van enige afspraak terzake - ieder
E I G E N D O M
5 0 7
van partijen gerechtigd zijn de aan de octrooihouder voorbehouden handelingen te verrichten zonder daarvoor aan de andere partij enige vergoeding verschuldigd te zijn. Anderzijds zal geen van partijen, gelet op het bepaalde in art. 39 lid 2 ROW 1910, zonder toestemming van de ander een licentie onder het octrooi aan derden kunnen verlenen. Rb. 's-Gravenhage, 20 jan. 1999, nr. 4, blz. 16. Art. 43 Aan Diverseys betoog ligt de onjuiste opvatting ten grondslag dat het mogelijk is de beschermingsomvang van een octrooi voor de eeuwigheid deugdelijk te formuleren. Dit is in het algemeen niet mogelijk omdat een dergelijke formulering veelal wordt geïnspireerd door de specifiek te beoordelen inbreukvraag en een daarbij passende keuze van de bekende stand van de techniek zodat de resulterende formulering of te ruim uitvalt of tekortschiet of anderszins niet passend blijkt voor (andere) gevallen waarin een vraag van inbreuk op het desbetreffende octrooi moet worden beantwoord. Het Rapidfoam systeem maakt noen letterlijk noch op equivalente wijze inbreuk op het octrooi, zelfs niet als zou moeten worden aangenomen dat in wezen hetzelfde resultaat wordt bereikt, omdat fiocking in dit systeem een wezenlijk andere wijze van aanbrengen van de wasvloeistof op het vaatwerk inhoudt dan het sproeien in a fine, gentle mist-like spray volgens conclusie 1 van het octrooi. Hof's-Gravenhage, 30 jan. 2001, nr. 62, blz. 298. Art. 4 3 , lid 2 en art. 43, lid 1 TRIPs De bepaling van art. 45 lid 1 TRIPs heeft rechtstreekse werking zodat sedert 1 januari 1996 niet meer geldt de in art. 43 lid 2 ROW voor de verschuldigdheid van schadevergoeding gestelde eis dat de inbreuk desbewust moet zijn gepleegd. Rb. 's-Gravenhage, 1 april 1998, nr. 19, blz. 119. Art. 43, lid 2; art. 45 TRIPs Gedaagden mochten in eerste instantie afgaan op de mededeling van de leverancier dat de onderhavige partij in Duitsland vrij op de markt mocht worden gebracht en vervolgens door de leverancier vrij mocht worden verhandeld in de Europese Unie. Zelfs indien het juist zou zijn dat aan artikel 45 lid 1 TRIPs onder alle omstandigheden rechtstreekse werking toekomt met als gevolg dat niet het desbewustlieidscriterium doch het in dat artikel genoemde criterium geldt, dan nog zijn de door eiseressen gestelde feiten (die er globaal op neerkomen dat gedaagden als apotheken op de hoogte hadden moeten zijn van de octrooirechten) te weinig concreet om te concluderen dat (zelfs maar) aan dat criterium is voldaan. Rb. 's-Gravenhage, 28 juni 2000, nr. 8, blz. 37. Art. 43, lid 3 Onder het regime van de ROW 1910 is voor winstafdracht naast schadevergoeding geen plaats. De rechtbank ziet in de omstandigheden van dit geval geen aanleiding voor een veroordeling tot winstafdracht en bovendien heeft Mistral haar keuze klaarblijkelijk bepaald op schadevergoeding. Voorshands is de Rechtbank van oordeel dat de door Mistral geleden schade moet worden begroot op de door haar gemiste licentievergoeding. Zo dat redelijk zal blijken zal Mistral haar schade echter ook mogen begroten op de winst die zij heeft gederfd doordat haar eigen verkopen tengevolge van de (vermeende) octrooi inbreuken zijn teruggelopen. Zij zal de omvang van die winstderving dan moeten aantonen. Rb. 's-Gravenhage, 1 april 1998, nr. 19, blz. 119.
5 1 2
B I J B L A D
I N D U S T R I Ë L E
duet een hoger percentage werkzame chemische verbinding bevat dan het andere. 3 De omstandigheid dat een marktvergunning moet worden verkregen voor het nieuwe gewasbeschermingsmiddel waarvan de verhouding tussen werkzame chemische verbinding en verontreiniging verschilt van die in het oude gewasbeschermingsmiddel, is irrelevant bij de beoordeling of de bestanddelen van deze gewasbeschermingsmiddelen dezelfde zijn. 4 De voorwaarden van artikel 3, lid 1, sub a en d, zijn hoe dan ook niet allemaal vervuld, wanneer een product als gewasbeschermingsmiddel volgens een geoctrooieerde werkwijze is vervaardigd, voor dat product een marktvergunning is verleend, het slechts van een vroeger als gewasbeschermingsmiddel toegelaten product verschilt door de verhouding tussen werkzame chemische verbinding en verontreiniging, in die zin dat eerst genoemd product een hoger percentage werkzame chemische verbinding bevat dan laatst genoemd product, en het betreffende werkwijzeoctrooi als basisoctrooi is aangewezen. Hof van Justitie E. G., 10 mei 2001, nr. 52, blz. 253.
E I G E N D O M
2 0 0 1
melding van hun nummers. Dat Denda haar product wellicht ook op andere wijze zou kunnen aanduiden, doet hieraan niet af, nu er ten aanzien van een product uiteraard meer uitsluitend beschrijvende aanduidingen van toepassing kunnen zijn. Pres. Rb. Almelo, 19 juni 2001, nr. 55, blz. 272. De aanduidingen staatsblad, staatscourant, staatsalmanak en wettenbank worden gebruikt voor het bestaande Staatsblad, de Staatscourant, de Staatsalmanak en de bestaande Wettenbank. Niet bedoeld wordt een generieke categorie bladen die door of vanwege de overheid worden uitgegeven. Pres. Rb. Amsterdam, 23 dec. 1999, nr. 76, blz. 359. De woordcombinatie 'webstudio' moet worden aangemerkt als een algemene aanduiding voor een bedrijvigheid die beoogt gebruikers van het internet te informeren over techniek en vormgeving van websites. Het merk is aldus in hoge mate beschrijvend en daarmee ongeschikt om het product van een onderneming als die van eiser te onderscheiden. Pres. Rb. Amsterdam, 27 juli 2000, nr. 22, blz. 133.
Ha Benelux Merkenwet Art. 1 Ook al zou het woordmerk Topjobs oorspronkelijk geen of maar zwak onderscheidend vermogen hebben gehad, dit woordmerk is door langdurig intensief gebruik ter onderscheiding van haar diensten ingeburgerd geraakt. Niet van belang is dat dit merk niet in België en Luxemburg is ingeburgerd; de vordering strekt zich immers alleen uit tot Nederland. Hof Amsterdam, 16 maart 2000, nr. 84, blz. 406. Aangenomen moet worden dat een niet onbelangrijk deel van het in aanmerking komende publiek van in beleggingen geïnteresseerde personen het begrip 'Beursplein 5' niet opvat als uitsluitend een weergave van het adres van Amsterdam Exchanges. Door de aannemelijke vereenzelviging van het begrip 'Beursplein 5' met Amsterdam Exchanges als effectenbeurs heeft dit teken het vermogen de onderneming te identificeren en is het gebruik van dit teken voor waren of diensten voldoende geschikt om de identiteit van waren of diensten als afkomstig van Amsterdam Exchanges te demonstreren. (Anders: de President). Hof Amsterdam, 27 juli 2000, nr. 21, blz. 127. Het merk TEKNO mist niet ieder onderscheidend vermogen; het teken verschilt immers - zowel in schrijfwijze als in uitspraak - in voldoende mate van het woord 'techno' dat, als voorvoegsel, deel uitmaakt van de Nederlandse taal ter aanduiding van waren of diensten die een technisch aspect bezitten, om te kunnen dienen ter onderscheiding van modelauto's. Rb. 's-Gravenhage, 26 aug. 1998, nr. 5, blz. 21. Aan de vorm van een gebruikelijk voor het verpakken van Champagne gebruikte fles en de opmaak en de uitvoering daarvan kan op zichzelf geen onderscheidend vermogen worden toegekend. Dat geldt evenwel niet voor het gekruiste label met de goudgestreepte randen en het rode zegel dat op het gebied van champagneflessen uitsluitend door Moet wordt toegepast en dat maakt dat het merk een sterk onderscheidend vermogen bezit. Rb. 's-Gravenhage, 8 nov. 2000, nr. 64, blz. 304. Het woord 'telefoongids' is gewoon een generieke term voor een naamlijst van de aangeslotenen op een telefoonnet met ver-
Het begrip clearing house is in de sector van de (administratieve) dienstverlening in de Benelux een gangbaar begrip dat aldaar (uitsluitend) wordt gebruikt ter aanduiding van een 'uitwisselingsplaats voor informatie' dan wel '(virtueel) steunpunt'. Dat ook PinkRoccade zich presenteert als een clearing house in (dergelijke) beschrij vende zin is door haar niet ontkend en blijkt o.a. uit haar eigen website. Dat aan de presentatie van PinkRoccade commerciële motieven ten grondslag liggen, doet in dit verband niet terzake. Geen onderscheidend vermogen. Pres. Rb. 's-Gravenhage, 28 juli 1999, nr. 37, blz. 203. Aan de vorm van een gebruikelijk voor het verpakken van Champagne gebruikteflesen de opmaak en de uitvoering daarvan kan op zichzelf geen onderscheidend vermogen worden toegekend. Dat geldt evenwel niet voor het gekruiste label met de goudgestreepte randen en het zegel dat op het gebied van champagneflessen uitsluitend door Moet wordt toegepast en dat maakt dat het merk een sterk onderscheidend vermogen bezit. Pres. Rb. 's-Gravenhage, 6 dec. 2000, nr. 88, blz. 424. Het merk Horselover heeft voldoende onderscheidend vermogen binnen de Benelux en is als zodanig niet uitsluitend beschrijvend van aard. Dit zou wellicht anders zijn in een Engelstalig land. Pres. Rb. Groningen, 25 febr. 2000, nr. 23, blz. 134. Art. 1, tweede zin Als het in een meegroeistoel geïnteresseerde publiek ondanks de hogere prijs en de alternatieve, minder fraai vormgegeven ontwerpen toch de Tripp Trapp koopt, moet worden aangenomen dat de fraaie, oorspronkelijke vormgeving bij de aankoop kennelijk de doorslag geeft. De vorm van de waar is daarom als merk niet toelaatbaar. Rb. 's-Gravenhage, 4 okt. 2000, nr. 78, blz. 363. Artt. 1 en 5, lid 2 In het zich hier - voorshands oordelen - niet voordoende geval dat toch zou moeten worden aangenomen dat het woord 'telefoongids' door inburgering voldoende onderscheidend vermogen heeft verkregen als autonoom woordmerk van KPN, zal toch in ieder geval moeten worden aangenomen dat dat onder-
2 0 0 1
B I J B L A D
I N D U S T R I Ë L E
scheidend vermogen weer is verdwenen als gevolg van verwording tot soortnaam. Pres. Rb. Almelo, 19 juni 2001, nr. 55, blz. 272. Artt. 1 en 14 A, lid 1 i.v.m. art. 6quinquies B, 2 Unieverdrag f~««- ~ -. , . n , f „ . . l r ~ . ~ . . ~ : - . l - . « - i : : . ^ V c t l L . 3 , X i . iV±GllVfclJL1.14.11l.llJlI/ CT n
Een benamin van oors ron CT en^of herkomstaanduiding kan een geldig merk zijn voor zover (i°) de deposant gerechtigd is tot gebruik, en (20) voldoende onderscheidende elementen worden toegevoegd, zodat het depot slechts als complex merk kan geschieden. Uitzonderingen gelden slechts voor geografische fantasiebenamingen, of wanneer het geografisch gebied, waarop de benaming van oorsprong en/of herkomstaanduiding betrekking heeft, in zijn geheel aan één exploitant toebehoort in eigendom of concessie. Aan deze vereisten voldoet de door eiseres gedeponeerde geografische aanduiding 'Rustenburg' voor natuursteen niet. Nietigverklaring in reconventie. Rb. Brugge, 18 april 2000, nr. 46, blz. 234. Art. 1 i.v.m. artt. 2 en 3, lid 1 Merkenrichtlijn Het Benelux-Gerechtshof stelt, alvorens de vragen VI-VIII van de Hoge Raad te beantwoorden, vragen van uitleg aan het Hof van Justitie E. G. (zie het slot van het arrest). Benelux-Gerechtshof, 26 juni 2000, nr. 24, blz. 136.
E I G E N D O M
5 1 3
Art. 4 , 6 Gedaagde Kars was op grond van zijn rechtstreekse relatie met eiseres Prandell bekend met het gebruik dat deze in Duitsland van het merk maakte. Het aanbod om te bewijzen dat zij het door haar verrichte depot achteraf heeft gemeld aan de directeur van Pranuen s recutsvoorgangster, die daartegen geen bezwaar zou hebbeu CTeuit doet niet terzake omdat het merkrecht in Duitsland op dat moment reeds was overgedragen aan Prandell, zodat die directeur daarover geen bindende uitspraken meer kon doen. Of Kars wist of kon weten dat Prandell de Duitse merkrechten had is niet relevant omdat de wet voor een depot te kwader trouw reeds voldoende acht dat een derde het merk te goeder trouw heeft gebruikt. De stelling dat Kars de goederen afnam van een derde en dat Prandell alleen de facturering deed wordt onvoldoende aannemelijk gemaakt. Rb. Arnhem, 7 dec. 2000, nr. 56, blz. 275. De vraag rijst of van kwade trouw wel sprake is in het zich in de visie van Disney voordoende geval dat een teken wordt gedeponeetu terwijl ue ueposant weet uat een anuer uuiten net Beneluxgebied dit teken, zij het niet als merk, gebruikt en hij kan vermoeden dat deze ander dit teken, al dan niet als merk, in de Benelux wil gaan gebruiken. Deze vraag is in de literatuur omstreden en het is niet uit te sluiten dat een vraag van uitleg aan het BenGH moet worden gesteld. Rb. 's-Gravenhage, 16 febr. 2000, nr. 36, blz. 198.
Art. 1 i.v.m. art. 3, lid i e Merkenrichtlijn T~\a T T n r n . v.->« Aa rTT2TT>T> HPT} A TITT ~ t - ~ o l T^-.« .-,.*~*- -*!,-. f ~ ~ . - l > ,,~~i-/\- v u i u i v a n VL\. ï f t i i i - L J X r l r j : o L u ^ i i v c t n 111V.L ALO l l l k - l l i * U U 1
de waar 'kinderstoelen' dienen, aangezien die vorm de wezenlijke waarde van de waar beïnvloedt (als bedoeld in artikel 1 BMW), respectievelijk door de aard van de waar bepaald wordt (als bedoeld in artikel 3 lid 1 sub e van de Eerste Merkenrichtlijn). Aan te nemen valt immers dat de TRIPP TRAPP-stoel gewild is bij het publiek juist om de aantrekkelijke vorm daarvan, die dan ook (vrijwel) geheel verantwoordelijk zal zijn voor het commerciële succes van de stoel. De gebruiksmogelijkheden van de stoel - het 'meegroeikarakter' - zij n ook bij andere, minder fraai ontworpen kinderstoelen te vinden. Pres. Rb. 's-Gravenhage, 13 okt. 1999, nr. 81, blz. 378 (met noot). Art. 1 i.v.m. art. 6 bis De enkele omstandigheid dat het Benelux Merkenbureau de inschrijving van Webstudio niet heeft geweigerd, houdt geenszins in dat het woord uiteindelijk voor merkenrechtelijke bescherming in aanmerking komt. Pres. Rb. Amsterdam, 27 juli 2000, nr. 22, blz. 133. Art. 3, lid 2 i.v.m. art. 14B, 1° Disney heeft aangevoerd dat de redelijkheid en billijkheid zich tegen toewijzing van de vordering tot nietigverklaring op grond van art. 3 lid 2 verzetten omdat Pogola geen serieuze onderneming is die de oprechte bedoeling heeft Fa Mulan normaal als merk te gaan gebruiken, maar alleen maar probeert te profiteren van Disney's inspanningen rondom de productie van de film Mulan. De rechtbank kan niet inzien dat dit, op zichzelf beschouwd, omstandigheden zijn die een beroep van Pogola op de vernietigingsgrond naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zouden maken. Het betoog van Disney dat onder deze omstandigheden Pogola geen (handhaafbaar) merkrecht heeft verkregen is onjuist, omdat, gezien het limitatieve karakter van de regeling in de BMW voor de verkrijging (en nietig-/vervallenverklaring) van een merk, niet van belang is voor welk doel een merk wordt gedeponeerd. Rb. 's-Gravenhage, 16 febr. 2000, nr. 36, blz. 198.
Art. 4> 6 e.v. Het depot van de handelsnaam Nedweb als merk is niet te kwader trouw gedaan, ook al was Nedweb inmiddels op de hoogte van het bestaan van Netweb. Immers voerde Nedweb haar handelsnaam al eerder rechtmatig. Rb. 's-Hertogenbosch, 7 maart 2000, nr. 77, blz. 360. Artt. 5, lid 2 en 1 In het zich hier - voorshands oordelen - niet voordoende geval dat toch zou moeten worden aangenomen dat het woord 'telefoongids' door inburgering voldoende onderscheidend vermogen heeft verkregen als autonoom woordmerk van KPN, zal toch in ieder geval moeten worden aangenomen dat dat onderscheidend vermogen weer is verdwenen als gevolg van verwording tot soortnaam. Pres. Rb. Almelo, 19 juni 2001, nr. 55, blz. 272. Art. 5, lid 2b Niet aannemelijk is dat Beursplein 5 een soortnaam is geworden. Hof Amsterdam, 27 juli 2000, nr. 21, blz. 127. Art. 5, lid 2b Op grond van een groot aantal overgelegde producties, waarin het woord moorddiner als aanduiding voor een evenement als het onderhavige wordt gebruikt, stelt de rechtbank vast dat het woord moorddiner in het Nederlandse taalgebruik inmiddels een gangbare aanduiding is voor een soort spel waarbij de deelnemers tijdens een diner volgens een bepaalde plot een rol spelen bij de oplossing van een fictieve moord. Voorts blijkt dat dit woord wordt gebruikt zonder dat daarbij op de een of andere wijze aan een bepaalde onderneming wordt gerefereerd, laat staan aan de door Agatha gevoerde onderneming. Het woord is daarom thans de soortnaam voor het onderhavige spel. Agatha heeft onvoldoende onderbouwd dat enig deel van het in aanmerking komende publiek het woord anders opvat dan als de aanduiding van het soort spel of evenement waar het om gaat.
5 1 4
B I J B L A D
I N D U S T R I Ë L E
Nu vaststaat dat het merk thans een soortnaam is, ligt het op de weg van Agatha om aan te tonen dat zij als merkhouder voldoende maatregelen heeft genomen om te voorkomen dat het merk een soortnaam wordt. Agatha gebruikt het woord moorddiner niet, en in ieder geval niet uitsluitend, als herkomstaanduiding van bepaalde waren en diensten, maar als de omschrijving van het evenement of van (de inhoud van) het product dat zij aanbiedt. Aan de toevoeging'®' op enkele plaatsen aan het woord moorddiner kan in dit kader overigens geen doorslaggevende betekenis worden toegekend. Door het woord op deze wijze te gebruiken heeft Agatha de verwording tot soortnaam in de hand gewerkt. Hierbij is nog van belang dat het merk op zijn minst genomen sterk beschrijvend van aard is en bovendien een voor de hand liggende aanduiding vormt voor het onderhavige spelconcept. Dit brengt met zich dat Agatha des te meer ervoor had moeten waken dat de wijze waarop zij het merk gebruikt niet aan de verwording tot soortnaam zou bijdragen. Ook indien Agatha in voldoende mate is opgetreden tegen het gebruik van het merk door anderen, doet dit niet af aan het feit dat zij zelfheeft bij gedragen aan de verwording van het merk tot soortnaam. In het midden kan blijven of het woord moorddiner ook los van het feit dat het een soortnaam betreft uitsluitend beschrijvend van aard is. Het antwoord leidt immers niet tot een ander oordeel. Agatha kan zich daarom thans niet tegen het gebruik van het merk door anderen verzetten. Rb. Utrecht, 16 april 2000, nr. 29, blz. 166 (met noot). Art. 6C i.v.m. art. 13A Er bestaat geen reden om aan te nemen dat het depot niet tot een rechtsgeldige inschrijving zal leiden. Wanneer het merk eenmaal is ingeschreven, heeft de bescherming terugwerkende kracht tot de datum van het depot. Nedweb heeft derhalve eveneens belang bij bescherming van haar merkrecht. Voor het geval evenwel dat het depot niet tot een rechtsgeldige inschrijving mocht leiden, zal worden bepaald dat deze veroordeling vervalt vanaf de datum waarop die beslissing genomen wordt. Rb. 's-Hertogenbosch, 7 maart 2000, nr. 77, blz. 360 (met noot). Artt. 6bis en 6ter Van een beslissing ingevolge artikel 6ter staat beroep in cassatie open indien en voorzover het nationale burgerlijk procesrecht tegen door de burgerlijke rechter op verzoekschrift gegeven beslissingen toelaat. Bij de in artikel 6bis lid 1 BMW bedoelde oordelen van het Benelux-Merkenbureau (BMB) en vervolgens bij de beoordeling van de juistheid van het door het BMB gegeven oordeel in een procedure ex art. 6ter BMW, dienen het BMB resp. de rechter zich niet uitsluitend te baseren op het teken zoals dat is gedeponeerd en de daarbij vermelde waren, maar mede rekening te houden met alle relevante, behoorlijk te hunner kennis gebrachte feiten en omstandigheden. In een procedure ex art. 6ter BMW mag de rechter uitsluitend rekening houden met het gebruik dat van het gedeponeerde teken is gemaakt tot het tijdstip van de aanvrage om inschrijving. Bij de beantwoording van de vragen VI-VIII van de Hoge Raad (zie het arrest) legt geen gewicht in de schaal dat volgens het Gemeenschappelijk commentaar der regeringen, het BMB ingevolge artikel 6bis 'slechts evident ontoelaatbare depots' zal mogen weigeren. Benelux-Gerechtshof, 26 juni 2000, nr. 24, blz. 136.
E I G E N D O M
2 0 0 1
Art. 11C De ratio van het voorschrift van artikel 11C BMW moet vooral worden gezocht in bescherming van derden in geval van vervreemding van het merk, beslag e.d. In een geval als het onderhavige, waarin bovendien de merkhoudster en de niet ingeschreven licentiehoudster tezamen optreden, verzet dit voorschrift noch het systeem van de BMW zich ertegen dat de niet ingeschreven licentiehoudster in kort geding voorlopige maatregelen vordert die de strekking hebben handelingen te doen verbieden en ongedaan te maken die inbreuk maken op het merk dat zij in (exclusieve) licentie gebruikt. Hof Amsterdam, 27 juli 2000, nr. 21, blz. 127. Art. 11C i.v.m. art. 8 Uitvoeringsreglement Het Benelux-Merkenbureau had niet tot inschrijving van het uittreksel van een akte van overdracht (wijziging tenaamstelling) dienen over te gaan, nu de in verband met het verzoek tot inschrijving overgelegde stukken hem aanleiding hadden behoren te geven tot gerede twijfel of er sprake was van een rechtsgeldige overdracht. Er is immers geen enkel door of namens de geregistreerde merkhouder getekend stuk overgelegd, waaruit blijkt dat de wil van die merkhouder tot overdracht aanwezig is (geweest). Deze controleverplichting van het Bureau wordt onder meer gerechtvaardigd door de vérgaande consequenties die bedoelde inschrijvingen (ten opzichte van derden) hebben. Artikel 11C BMW spreekt ook over een akte waaruit de overdracht blijkt. Deze controleverplichting betekent niet dat het Bureau, indien de overgelegde stukken geen aanleiding geven tot twijfel, een diepergaand onderzoek dient in te stellen naar bijvoorbeeld de bevoegdheid van de ondertekenaars of de echtheid van de handtekeningen. Hof's-Gravenhage, 21 sept. 2000, nr. 65, blz. 306. Art. 11D De Hoge Raad stelt het Benelux-Gerechtshof vragen van uitleg met betrekking tot de bevoegdheid van de licentiehouder om een verbods- of gebodsvordering alsmede nevenvorderingen strekkende tot het verkrijgen van gegevens omtrent de omzet van beweerdelijk inbreuk makende producten en tot verificatie van deze gegevens in te stellen. Hof van Justitie E.G., 22 juni 2000, nr. 9, blz. 65. Art. 13A i.v.m. art. 6C Er bestaat geen reden om aan te nemen dat het depot niet tot een rechtsgeldige inschrijving zal leiden. Wanneer het merk eenmaal is ingeschreven, heeft de bescherming terugwerkende kracht tot de datum van het depot. Nedweb heeft derhalve eveneens belang bij bescherming van haar merkrecht. Voor het geval evenwel dat het depot niet tot een rechtsgeldige inschrijving mocht leiden, zal worden bepaald dat deze veroordeling vervalt vanaf de datum waarop die beslissing genomen wordt. Rb. 's-Hertogenbosch, 7 maart 2000, nr. 77, blz. 360 (met noot). Art. 13A, lid 1 Aannemelijk is dat PBS de motorolie te koop heeft aangeboden niet uitsluitend voor verhandeling buiten de EER, maar tevens voor verhandeling binnen de EER. Gelet op het feit dat motorolie te koop is aangeboden aan in Nederland gevestigde supermarkten en een detaillist, is aannemelijk dat zij deze motorolie zullen doorleveren aan de lokale filialen, zodat daarbij geen sprake is van transitohandel. In de nieuwe offerte is onvoldoende tot uitdrukking gebracht dat de afnemer/
2 0 0 1
B I J B L A D
I N D U S T R I Ë L E
wederverkoper toestemming behoeft van de merkhouder en niet van de douanedienst. Hof's-Gravenhage, 29 juni 2000, nr. 38, blz. 204. Roobol zou zich tegen het gebruik door Rijnmond van het tcKen van Rijnrnonu Kunnen verzetten muien uoor uat geuruiK Kii 11 Al- nnHli^tr^rlir^>/"tA r>f i n Air(*rt&\ \7f>r\xjirrir\
staan. Dit verwarringsgevaar dient globaal te worden beoordeeld, welke beoordeling, wat de visuele, auditieve en begripsmatige gelijkenis betreft, dient te berusten op de totaalindruk die door de merken en het teken wordt opgeroepen, daarbij in het bijzonder rekening houdend met hun onderscheidende en dominerende bestanddelen. De namen 'Roobol' en 'Holland' in de merken en het teken vormen het onderscheidende en dominerende bestanddeel daarvan. Nu die namen - die bovendien in een ander lettertype zijn afgedrukt - geen enkele gelijkenis vertonen en de merken en het teken ook overigens nog verschillen doordat in het logo van Rijnmond, in afwijking van de merken van Roobol, een brede witte of gele band om het groene ovaal voorKomt, waarin in uonKere ictters UÊ wooruen tuin ot serre meubelen' (in de bovenrand) en 'decoratieartikelen' zijn vermeld, kan door het gebruik van het teken van Rijnmond geen verwarring ontstaan. In dit geval zijn de punten van verschil meer bepalend dan de punten van overeenstemming. Niet aannemelijk is dat het beeldmerk van Roobol een bekend merk is. Verder is onvoldoende weersproken dat op de markt van tuinmeubelen en aanverwante artikelen de ovale vormen en de kleur groen meer voorKomen ais uitingen van een trenu wence wTei wordt aangeduid als de 'English Country Style'. Het beroep op nawerking gaat niet op, omdat Rijnmond haar eerdere logo, behalve gedurende korte tijd voor de opening, niet heeft gebruikt. Hof's-Gravenhage, 14 sept. 2000, nr. 47, blz. 235. Het teken Disney's Mulan is niet (vrijwel) identiek aan het merk Fa Mulan (art. 13A lid 1 onder a). Wanneer de soortgelijke producten op hetzelfde verkooppunt aangeboden zouden worden kan, gezien de bekendheid van de naam Disney en het in het oog springende verschil tussen de elementen Fa en Disney's niet worden aangenomen dat de gemiddelde, oplettende consument zal kunnen menen dat beide producten van dezelfde of aan elkaar verbonden ondernemingen afkomstig zijn. In deze situatie doet zich dus geen gevaar voor verwarring voor (art. 13A lid 1 onder b). Het merk van Pogola is nog niet gebruikt en daarom niet bekend te achten in de zin van art. 13A lid 1 onder c en ook art. 13A lid 1 onder d komt niet voor toepassing in aanmerking nu niet is in te zien dat het louter 'papieren' merk van Pogola aan verwatering zou kunnen blootstaan. Het publiek zal de woorden Disney's Mulan op merchandising artikelen niet opvatten als een verwijzing naar de herkomst van de waren, maar als een verwijzing naar de film of de figuur Mulan. De aantrekkelijkheid van die artikelen is klaarblijkelijk in deze verwijzing gelegen. Geen gebruik in de zin van art. 13A lid 1 onder a en b BMW. Rb. 's-Gravenhage, 16 febr. 2000, nr. 36, blz. 198. Het enkele feit dat aan de domeinnaam klm-alitalia.com geen actieve website is gekoppeld neemt niet weg dat de mogelijkheid van gedaagde om de domeinnaam daadwerkelijk te gaan gebruiken en dus de dreiging merkinbreuk te plegen blijft bestaan. Het (enkel) gereserveerd houden van de domeinnaam moet worden aangemerkt als een gebruik voor waren waarvoor de merken van eiseressen zijn ingeschreven en daarmee als inbreuk. Weliswaar heeft gedaagde aangevoerd dat eiseressen zich
E I G E N D O M
5 1 5
in een ander dan het .com-domein kunnen manifesteren, maar voor eiseressen als bij uitstek internationaal opererende bedrijven, is het wereldwijde gebruik van hun (domein)naam commercieel gezien noodzakelijk. Het door gedaagde gebruiken van de domeinnaam als reclame in het kader van een spaarpuntenactie ter bevordering van de aankoop van haar produc1-^Ti p n i j l y-l o t- v p r l i i n H i T n l i i A r l A n i n n i r l i * s ( r t - i r V p t - c i n n A H n - n r
H-t-
lië, valt onder dezelfde of soortgelijke waren/diensten als die welke eiseressen aanbieden. Pres. Rb. Arnhem, 25 okt. r999, nr. 48, blz. 238. Art. 13A, lid 1,1 (oud) Voor zover de feiten zich hebben voorgedaan vóór 31 december 1992 moet artikel 13A eerste lid, aanhef en onder 1 (oud) BMW worden uitgelegd overeenkomstig de bewoordingen van dit wetsartikel; voor zover de feiten zich nadien hebben voorgedaan moet in het licht van artikel 5 lid 1, aanhef en onder b van de Eerste Richtlijn van de Europese Gemeenschappen van 21 december 1988 (89/104/EEG), dit artikel aldus worden uitgcicgu.
a dat de merkhouder zich op grond van zijn uitsluitend recht tegen het gebruik van een met het merk overeenstemmend teken voorwaren waarvoor het merk is ingeschreven of voor soortgelijke waren, slechts kan verzetten indien daardoor bij het publiek verwarring kan ontstaan, inhoudende de mogelijkheid van associatie met het oudere merk; b dat het gevaar voor verwarring niet reeds aanwezig kan woruen geacnt, muien net puuiieK twee rnerKen wegens hun overeenstemmende begripsinhoud met elkaar zou kunnen associëren. Het artikel moet zowel vóór als na 31 december 1992 aldus worden uitgelegd dat er van gevaar voor associatie, respectievelijk verwarring sprake is zo dit gevaar aanwezig kan worden geacht bij de gemiddeld geïnformeerde, omzichtige en oplettende gewone consument van de betrokken waren of diensten. Benelux-Gerechtshof, 2 okt. 2000, nr. 30, blz. 169. Art. 13A, lid 1 aenb Het is bij gelijke waren moeilijk voorstelbaar dat een merk ten aanzien van de waren/diensten waarvoor het is ingeschreven onderscheidend vermogen heeft en ten aanzien van de waren/diensten van een ander louter beschrijvend is, maar ondenkbaar is het niet. Onderscheidend vermogen is immers pas afwezig wanneer zich (in abstracto) geen ander dan beschrijvend gebruik laat denken, terwijl het aan de zijde van de 'ander' enkel aankomt op de (al dan niet beschrijvende) wijze waarop de term in concreto wordt gebruikt. Toepassing van het Polygot-arrest voert tot het oordeel dat eiseres zich niet kan verzetten tegen het gebruik door gedaagde van de term Meeting of Minds, omdat gedaagde daarmee aangeeft dat de door haar georganiseerde bijeenkomsten een bepaalde hoedanigheid bezitten en er een aanprijzend bestanddeel in zit. Gedaagde gebruikt de term niet ter onderscheiding van haar diensten van die welke door anderen worden aangeboden, m.n. omdat zij spreekt van een 'Meeting of Minds'. Pres. Rb. Haarlem, 10 dec. 1999, nr. 75, blz. 357. Art. 13A, lid ïb De Hoge Raad stelt het Benelux-Gerechtshof de vraag of deze bepaling een uitleg toelaat overeenkomstig de uitleg die het Hof van Justitie aan art. 5, lid ïb van de Eerste Merkenrichtlijn geeft. Hof van Justitie E. G., 22 juni 2000, nr. 9, blz. 65.
5 1 6
B I J B L A D
I N D U S T R I Ë L E
De tekens XS4 Components en XS4Dealers stemmen auditief, visueel en begripsmatig sterk overeen met het merk XS4ALL, mede in aanmerking genomen dat in de door gedaagden gehanteerde tekens sterk de nadruk valt op de aanduiding XS4. Toegang verschaffen tot Internet en de handel in hardware (waaronder modems) zijn zodanig van elkaar verschillende activiteiten, dat niet kan worden gesproken van soortgelijke waren en diensten. Dat Internet en computers onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden is evident, maar de daarmee verband houdende omstandigheid dat gedaagden ook adverteren in op Internet gerichte bladen en op Internet zelf, maakt hun waren en diensten nog niet soortgelijk aan die van de access-provider XS4ALL (anders: Pres.). Hof Amsterdam, 3 juni 1999, nr. 90, blz. 454. Het feitelijke verschil in wervingsactiviteit - bij Top Jobs on the Net het bieden van de gelegenheid aan bedrijven en instellingen om op haar Internet-site een advertentie voor het werven van personeel te plaatsen, waardoor beide partij en met elkaar in contact kunnen komen; bij Topjobs het (mede d.m.v. advertenties) vinden van (potentiële) bedrijven en (potentiële) werknemers, die door Topjobs met elkaar in contact gebracht - is niet zodanig wezenlijk verschillend, dat dit aan hun diensten het soortgelijk karakter ontneemt. Aan het feit dat Topjobs on the Net haar domeinnamen (topj obs.com en topjobs.net) eerder heeft geregistreerd dan Topjobs (topjobs.nl), komt geen relevantie toe. Deze registraties bij private ondernemingen verschaffen partijen geen rechten welke zij tegen derden kunnen geldend maken. Het gaat bij het gebruik van domeinnamen niet uitsluitend om een (verkort en gemakkelijk te onthouden) adres waardoor en waarop het bedrijf bereikbaar is, maar de domeinnaam heeft tevens de functie het publiek bekend te maken met de onderneming en haar diensten ter onderscheiding van die van anderen, al was het maar omdat haar bedrijfsactiviteiten zich op Internet afspelen en met de toegang tot de Internet-site haar wervingsactiviteiten worden gerealiseerd. Hof Amsterdam, 16 maart 2000, nr. 84, blz. 406. In het economisch verkeer heeft de domeinnaam 'beursplein5.nl' tevens de functie van aanduiding van de naam of herkomst van de onderneming en dus mede betrekking op de waren of diensten die deze onderneming op haar website aanbiedt. Aldus is de domeinnaam tevens geschikt om waren en diensten te onderscheiden van die van anderen. Voorzover de onder de domeinnaam 'beurspleins. nl' op te roepen website van Blue 7 de vorm zal krijgen van een 'digitaal tijdschrift' is het in ieder geval soortgelijke waar als bedoeld in deze bepaling. Ook voorzover de website moet worden beschouwd als het verlenen van toegang tot door anderen te verhandelen waren of te verlenen diensten opfinancieelgebied is van gelijksoortigheid sprake, en kan verwarringsgevaar ontstaan. Hof Amsterdam, 27 juli 2000, nr. 21, blz. 127. Meubelen en keukenmeubelen moeten als soortgelijke waren worden beschouwd. De depots zijn verricht voor meubelen in het algemeen, daaronder vallen ook keukenmeubelen. Keukens zijn ten minste soortgelijk aan keukenmeubelen. Keukenmeubelen hebben de bestemming een (ruimte als) keuken in te richten en te laten functioneren. Het merk MEXX geniet in de Benelux grote bekendheid als merk voor kleding, maar niet voor meubels. Reeds door die grote bekendheid is aannemelijk dat beide MEXX-merken ook voor meubels een groot onderscheidend vermogen hebben. Te meer nu het woord
E I G E N D O M
2 0 0 1
MeXX een 'onzin-woord' is, dat niets betekent, waardoor dit teken een merk met een groot onderscheidend vermogen is geworden. Voorts verschilt het publiek dat kleding van Mexx pleegt te kopen, m.n. als dit publiek keuken(meubels) koopt, niet (in samenstelling) van het publiek dat afkomt op de keuken(meubel)s van Keukenmaxx. De bekendheid van het MEXXpubliek met de producten van Keukenmaxx is voldoende aannemelijk, nu Keukenmaxx adverteert in het landelijk ochtendblad 'Het Algemeen Dagblad' en vanaf de snelweg een van de onderscheidingstekens zichtbaar is op de buitengevel en op vlaggen bij de vestiging van Keukenmaxx. Sprake van merkinbreuk (anders: Pres.). Gezien het (hoogstens) zeer geringe onderscheidend vermogen van het merk XX en gezien de ongelijksoortigheid van de waren (Mexx heeft dit niet voor meubels gedeponeerd), is de mogelijkheid dat het betreffende publiek de door Keukenmaxx als aanprijzing gebruikte tekens XX zal associëren met een van beide merken XX van Mexx, voorshands niet aanwezig. Hof 's-Gravenhage, 29 okt. 1999, nr. 67, blz. 311. Het enkele feit dat de waren van appellante en de diensten van geïntimeerde beide bestemd zijn voorhonden(bezitters), is onvoldoende om soortgelijkheid aan te nemen. Nu het gaat om totaal verschillende 'producten' die bovendien via verschillende kanalen aan het publiek worden aangeboden, kan niet worden volgehouden dat er een gerede kans bestaat dat het publiek zal menen dat zij dezelfde herkomst hebben. Geen soortgelijkheid. Hof's-Gravenhage, 18 nov. 1999, nr. 58, blz. 280. Het merk TEKNO is een zwak merk. Het ligt immers dicht tegen het voorvoegsel 'techno' aan en heeft dan ook een verwijzend, toespelend karakter. Ook voor de in het aangevallen teken voorkomende woorden TECHNO HOBBY geldt dat, zo die al niet als een beschrijvende aanduiding moeten worden aangemerkt, zij in sterke mate verwijzen naar de aard van de waren waarvoor gedaagde de aanduiding gebruikt. Daar komt bij dat de toevoeging van 'hobby' als tweede woord de afstand tot het merk TEKNO nog vergroot. Van verwarringwekkende overeenstemming kan daarom niet worden gesproken. Rb. 's-Gravenhage, 26 aug. 1998, nr. 5, blz. 21. De merken Cordo en Condor komen zozeer overeen dat verwarring kan ontstaan wanneer zij voor soortgelijke waren als fietsdragers worden gebruikt. Zij gelijken zowel auditief als visueel sterk op elkaar. De klank is sterk gelijkluidend, men haalt beide woorden bij het uitspreken gemakkelijk door elkaar en ook visueel verwart men ze gemakkelijk. De omstandigheid dat het merk van Agu is gedeponeerd met verticale streepjes (/C/O/ R/D/O/) maakt de visueel sterke gelijkenis niet zodanig geringer dat deze komt te vervallen. De auditieve gelijkenis wordt er evenmin door verminderd. Dat er begripsmatig verschil is tussen de fantasienaam Cordo en de vogelnaam Condor zal bij het gewone publiek nauwelijks gewicht in de schaal leggen, nu de condor een - in Nederland niet voorkomende en ook niet bekende - exotische vogel is, die bij het (grote) publiek weinig bekendheid geniet. Rb. Leeuwarden, 22 maart 2000, nr. 86, blz. 412. Het standpunt van TeleCD dat het merk Miles louter beschrijvend is en onderscheidend vermogen mist, wordt verworpen. De Miles-merken genieten inmiddels grote bekendheid bij het publiek als aanduiding van het Air Miles-spaarprogramma, waaraan diverse grote en bekende bedrijven meedoen en waar-
2 0 0 1
B I J B L A D
I N D U S
bij voor diverse cadeaus, waaronder cd's gespaard kan worden. Het merk Music Miles wordt gebruikt ter aanduiding van soortgelijke diensten als waarvoor de Miles-merken zijn gedeponeerd, namelijk het bieden van de gelegenheid tot sparen, bedoeld als prikkel ter bevordering van de verkoop. Grote kans op verwarring tussen beide merken. U i - a r "Dl-* A m r>t-ot*r1 i m
1 /C Aar
± L*~J.
i-W V^W\_. ±yyy)
IVL/i M J i l J L ^ l U O I l l ,
-inru-i
«r
Qr
\\\ T
l i l . U J J urn.
A -I n ^J-^J,
Het onderscheidend vermogen van het merk Ceres voor meel en granen is niet bijzonder groot, nu Ceres de mythologische beschermgodin van het graan is en die term op grote schaal wordt geassocieerd met al hetgeen met graan te maken heeft. Bovendien is het teken talrijke malen door anderen als merk in de Benelux gedeponeerd voor soortgelijke waren. Aldus zal verwarringsgevaar niet licht mogen worden aangenomen. Tussen Ceres en Maxeres bestaat begripsmatig en visueel in het geheel geen overeenstemming; auditieve overeenstemming geldt slechts voor het tweede gedeelte van het woord Maxeres, maar van de auditieve totaalindruk valt geen verwarring met Ceres te duchten. Dit te minder, nu Ceres haar merk slechts gebruikt ten opzichte van professionele bakkerijen, van wie op dit punt een kritischer instelling mag worden verwacht dan van de gemiddelde consument. Pres. Rb. 's-Gravenhage, 14 dec. 1999, nr. 57, blz. 278. Bij de beantwoording van de vraag of sprake is van soortgelijke waren geldt als uitgangspunt dat voor het vaststellen van de soortgelijkheid beslissend is in hoeverre het publiek de waren of diensten als naar hun aard - commercieel, technisch of anderszins - verwant met de waren of diensten van de merkhouder beschouwt (BenGH 16 juni 1995, Polyglot). Meer concreet komt het aan op de vraag of het in aanmerking komende publiek kan menen dat, los van de merken, (medicinale) voeding voor huisdieren enerzijds en vlooienbestrijdingsmiddelen en jeukstillende shampoos voor huisdieren anderzijds van één en dezelfde onderneming afkomstig zijn. Deze vraag wordt voorshands bevestigend beantwoord. Nagenoeg alle fabrikanten van producten van huisdieren brengen een compleet assortiment op de markt, ze richten zich alle tot bezitters van kleine huisdieren en de producten hebben verwantschap in gebruiksdoel. Tevens sprake van auditieve, visuele en begripsmatige gelijkenis tussen het merk Consult en het beeldmerk Beaphar Consult. Tegen de achtergrond van de onweersproken stelling van Virbac dat kort na introductie haar Consult merk bij het relevante publiek bekend zal zijn, kan Virbac in redelijkheid niet worden tegen geworpen dat het merk Consult niet bekend is in de Benelux. Daarmee zou te zeer afbreuk worden gedaan aan de bescherming die een merkhouder dient te genieten in de fase waarin hij voorbereidingen treft om zijn product op de Benelux-markt te introduceren. Verwarringsgevaar, tussen het merk Consult van Virbac en het beeldmerk van Beaphar zoals gebruikt, aangenomen. Pres. Rb. Zwolle, 17 nov. 1999, nr. 39, blz. 208. Art. 13A, lid ie De totaalindruk van de flessen van Koverko stemt geheel overeen met de flessen zoals afgebeeld in de merken van Moet. Door het gebruik van de gewraakte flessen badschuim kan ongerechtvaardigd voordeel worden getrokken uit of afbreuk worden gedaan aan het onderscheidend vermogen of de reputatie van het bekende merk van Moet. Rb. 's-Gravenhage, 8 nov. 2000, nr. 64, blz. 304.
R I Ë L E E I G E N D O M
5 1 7
Gezien de bedrijfsomschrijving van Name Space en het feit dat alle omstreden domeinnamen toegang geven tot de website van Name Space, waarop zij informatiediensten en advertentieruimte aanbiedt aan de gebruikers van internet, moet voorshands worden aangenomen dat de omstreden domeinnamen woruen gcuruiKt in iiet economiscn verKeer. oovenu-ien staan op de website advertenties van ^°xote^ bedri' ven waarvoor Name Space onweersproken inkomsten ontvangt voor iedere keer dat de website wordt bezocht door een bezoeker. Er is sprake van inbreuk op de betreffende merken van eisers. Er is immers sprake van gebruik in de zin van artikel 13A, lid 1 onder c van de Benelux Merkenwet. Name Space maakt van die merken gebruik zonder geldige reden. Zij wordt niet in strijd met enig fundamenteel recht in haar vrijheid beperkt, indien haar het recht op het gebruik van de omstreden domeinnamen wordt ontzegd. Nog ervan afgezien dat uit de presentatie van Name Space op het internet niet blijkt dat achter de omstreden domeinnamen 'dualcommunication pleintjes' zouden schuilgaan, miskent Name Space dat de door Unilever c.s. gevraagde V U U l Z j l C l l l l l g d l — U i t Z*I\_li U1L31L11LC11U llV-llLt-11 \J\J l l l - l OLcll\l_Il V a l l
het gebruik en op het overdragen van de voornoemde domeinnamen - haar de mogelijkheid tot die beoogde communicatie niet ontnemen. Zij kan die pleintjes onder een andere (bijvoorbeeld haar eigen) naam op het internet onderbrengen. Voorts geldt dat het gebruik door Name Space schade oplevert, althans kan opleveren aan de merken. De aanmerkelijke kans bestaat dat de raadpleger van de website in de veronderstelling vefKeert uat u£ informatie a±Komstig 15 van ^nilever c.s. \hei.~ geen het gevaar van afbreuk van hun reputatie in zich draagt), althans wordt door de handelwijze van Name Space de suggestie gewekt dat Unilever c.s. op een of andere manier bij het maken van de website zij n betrokken. Daarnaast ontneemt het handelen van Name Space Unilever c.s. de mogelijkheid zelf een website onder de hiervoor weergegeven namen te openen. Volgt onder andere een bevel tot overdracht van de domeinnamen. Pres. Rb. Amsterdam, 7 april 2000, nr. 91, blz. 457. De totaalindruk van de gewraakte producten stemt voldoende overeen met defleszoals afgebeeld in het merk van Moet om die producten te kunnen aanmerken als een met dat beeldmerk overeenstemmend teken. Door het gebruik van de gewraakte producten kan ongerechtvaardigd voordeel worden getrokken uit of afbreuk worden gedaan aan het onderscheidend vermogen of de reputatie van het bekende merk van Moet. Het aanbrengen van een sticker waaruit duidelijker blijkt dat er sprake is van een kaars of waardoor de aanduiding 'Champagne' onzichtbaar wordt gemaakt kan de vastgestelde merkinbreuk niet wegnemen. Pres. Rb. 's-Gravenhage, 6 dec. 2000, nr. 88, blz. 424. Art. 13A, lid 1 c en d De letters XS en het cijfer 4 zijn als onderdeel van het merk XS4ALL onmisbaar en hebben een functionele betekenis in verband met de activiteiten van de onderneming (de 'ideologische boodschap' van de provider: access for all), wat niet kan worden gezegd van X, S en 4 in de door gedaagden gebruikte aanduidingen; iedere redelijke beschrijvende betekenis ontbreekt daar. Hierin ziet het hof een aanwijzing dat gedaagden met het gebruik van de met het merk XS4ALL overeenstemmende tekens aanhaken bij en voordeel (willen) trekken van het imago, de reputatie en de goodwill van het merk XS4ALL. Hof Amsterdam, 3 juni 1999, nr. 90, blz. 454.
B I J B L A D
I N D U S T R I Ë L E
Art. 13A, lid ie en d i.v.m. art. 5, lid 2 Merkenrichtlijn Het is niet aannemelijk dat door het gebruik van de aanduiding Pluto door geïntimeerde voor verzekeringen die verband houden met honden, aan het onderscheidend vermogen van het merk Pluto van appellante voor hondenvoer e.d. afbreuk kan worden gedaan. Vast staat dat Pluto voor de waren van appellante een bekend merk is. Dat neemt niet weg dat bij het woord Pluto door het grootste deel van het publiek direct gedacht wordt aan een hond, namelijk de Walt-Disney figuur Pluto. Daardoor heeft de aanduiding Pluto voor waren en diensten die met honden verband houden, zeer weinig onderscheidend vermogen. Evenmin is aannemelijk dat aan de reputatie van het merk van appellante afbreuk kan worden gedaan door de negatieve gedachte aan de sterfelijkheid van het huisdier, die zou worden opgeroepen door de crematiepolissen voor huisdieren en door de onwenselijke associatie tussen Pluto diervoeding en Pluto crematieverzekeringen. Een richtlijnconforme uitleg van de in art. 13A lid ie en d gebruikte woorden 'kan worden' (richtlijn: 'wordt') brengt mee dat een uitsluitend theoretische kans op ongerechtvaardigd voordeel of afbreuk onvoldoende is. Er moet sprake zijn van (te verwachten) reëel voordeel of reële afbreuk. De merkhouder moet feiten en omstandigheden stellen waaruit valt af te leiden dat daarvan sprake is. Hof's-Gravenhage, 18 nov. 1999, nr. 58, blz. 280. Art. 13A, lid ld Pres.: Door de publicatie van merkgegevens zonder toestemming van de rechthebbenden op Internet plegen Infocom c.s. merkinbreuk. Het gaat hier immers om gebruik in het economisch verkeer, namelijk het gebruik van die merken op de website, waarmee zij inkomsten beogen te genereren, door (andere) merkhouders te bewegen de gewraakte inschrijvingskosten te betalen. Een geldige reden daarvoor ontbreekt. Hof: Dit oordeel is niet in strijd met het grondrecht van vrijheid van meningsuiting; de wet kan elk grondrecht (binnen zekere grenzen) inperken, en een voorbeeld van zodanige inperking is te vinden in deze bepaling. Aan een en ander doet niet af dat de door appellanten openbaar gemaakte informatie ook is te vinden in 'verschillende merkenbladen'. Hof Amsterdam, 14 sept. 2000, nr. 50, blz. 239. TeleCD gebruikt het teken Music Miles blijkens de registratie in de registers van de Kamer van Koophandel als handelsnaam en bovendien als hyperlink, als metatag en als trefwoord in de web identification. Deze wijzen van gebruik van het teken Music Miles in het economisch verkeer zijn in strijd met art. 13A lid 1 onder d BMW. Voorshands is voldoende aannemelijk dat dit 'ander gebruik' verwatering van de Miles-merken van eiseressen tot gevolg heeft en TeleCD van de bekendheid van die merken voordeel trekt. Pres. Rb. Amsterdam, 16 dec. 1999, nr. 85, blz. 410. De door De Kreek geregistreerde domeinnamen staatsblad.nl, staatscourant.nl, staatsalmanak.nl en wettenbank.nl worden zonder geldige reden in het economisch verkeer gebruikt, terwijl in zoverre aan het onderscheidende vermogen van de merken van de SDU afbreuk wordt gedaan, dat SDU haar merknamen niet als website-namen kan gebruiken. Dit gebruik door De Kreek schept bij het publiek bovendien verwarring, nu het hier merken betreft die het publiek kent als aanduiding van uitgaven van SDU. Pres. Rb. Amsterdam, 23 dec. 1999, nr. 76, blz. 359.
E I G E N D O M
2 0 0 1
Gedaagde profileert zich als domeinmakelaardij en heeft ter zitting erkend dat zij ook domeinnamen verkoopt. Daarom moet worden aangenomen dat de omstreden domeinnaam en het daarmee overeenstemmende merk wordt gebruikt in het economisch verkeer als bedoeld in deze bepaling. De omstandigheid dat zij de domeinnaam thans slechts gereserveerd houdt, zonder deze te koppelen aan een website, en (nog) niets verdiend heeft met de verkoop ervan, kan niet tot een ander oordeel leiden. Ook al kan een merk als zodanig worden gebezigd door verschillende merkhouders voor verschillende categorieën waren en diensten, in een dergelijk geval is het een kwestie van de merkhouders onderling, wie van hen tot de (inderdaad unieke) domeinnaam gerechtigd is (hetgeen in beginsel de eerste aanvrager zal zijn). De positie van gedaagde, die niet gerechtigd is tot het gebruik van het merk, wordt daardoor niet anders. Pres. Rb. Amsterdam, 6 juli 2000, nr. 68, blz. 319. Art. 13A, lid ld en artt. 5 en 5a Hnw Gezien de grote verschillen in totaalindruk bestaat geen gevaar dat bij het betreffende publiek door het voeren van de handelsnaam Keukenmaxx een associatie wordt gewekt tussen deze handelsnaam en een van de merken of de handelsnaam van Mexx. De vordering van Mexx is niet toewijsbaar voor zover deze het opleggen van een verbod behelst in het geval het onderdeel MAXX niet dominerend door Keukenmaxx wordt gebruikt in een combinatie, zoals in de handelsnaam Keukenmaxx. Hof's-Gravenhage, 29 okt. 1999, nr. 67, blz. 311. Art. 13A, lid d en ie i.v.m. art. 5, lid 2 Merkenrichtlijn Het is niet aannemelijk dat door het gebruik van de aanduiding Pluto door geïntimeerde voor verzekeringen die verband houden met honden, aan het onderscheidend vermogen van het merk Pluto van appellante voor hondenvoer e.d. afbreuk kan worden gedaan. Vast staat dat Pluto voor de waren van appellante een bekend merk is. Dat neemt niet weg dat bij het woord Pluto door het grootste deel van het publiek direct gedacht wordt aan een hond, namelijk de Walt-Disney figuur Pluto. Daardoor heeft de aanduiding Pluto voor waren en diensten die met honden verband houden, zeer weinig onderscheidend vermogen. Evenmin is aannemelijk dat aan de reputatie van het merk van appellante afbreuk kan worden gedaan door de negatieve gedachte aan de sterfelijkheid van het huisdier, die zou worden opgeroepen door de crematiepolissen voor huisdieren en door de onwenselijke associatie tussen Pluto diervoeding en Pluto crematieverzekeringen. Een richtlijnconforme uitleg van de in art. 13 A lid ie en d gebruikte woorden 'kan worden' (richtlijn: 'wordt') brengt mee dat een uitsluitend theoretische kans op ongerechtvaardigd voordeel of afbreuk onvoldoende is. Er moet sprake zijn van (te verwachten) reëel voordeel of reële afbreuk. De merkhouder moet feiten en omstandigheden stellen waaruit valt af te leiden dat daarvan sprake is. Hof's-Gravenhage, 18 nov. 1999, nr. 58, blz. 280. Procter heeft niet-aannemelijk gemaakt dat de website www.ariel.nl wordt gebruikt in het economisch verkeer. De omstandigheid dat Magenta (die de site voor een van haar medewerkers heeft geregistreerd) voor de registratie heeft betaald, is daarvoor onvoldoende. Voorlopig is voldoende aannemelijk geworden dat Eissens de site uitsluitend voor privé-activiteiten gebruikt, die geheel los staan van de werkzaamheden van Magenta. Niet is gebleken dat hij met zijn activiteiten economisch voordeel beoogt, noch valt
2 0 0 1
B I J B L A D
I N D U S T R I Ë L E
in te zien dat hij afbreuk doet aan het onderscheidend vermogen of de reputatie van het merk Ariel. Geen merkinbreuk. Evenmin is aannemelijk geworden dat Magenta zich schuldig maakt aan domeinnaamkaping. De enkele omstandigheid dat Procter de domeinnaam niet kan gebruiken is onvoldoende om onrccutmatig iianu.Cicn uoor rvxagcnta jegens x roctcr aan te nemen. Pres. Rb. Amsterdam, 24 febr. 2000, nr. 49, blz. 239. Divoza heeft zonder toestemming van Hyporama de domeinnaam Horselover.nl geregistreerd. Met het gebruik van deze domeinnaam maakt Divoza inbreuk op het merkrecht van Hyporama. Het registreren levert gebruik op in de zin van art. 13A lid 1 sub d BMW omdat deze domeinnaam zonder geldige reden in het economisch verkeer wordt gebruikt, terwijl tevens aan het onderscheidingsvermogen van het merk afbreuk wordt gedaan, daar de merkrechthebbende haar merknaam niet als websitenaam in Nederland kan gebruiken. Van een geldige reden kan slechts sprake zijn in het geval van noodzaak tot genamen Divoza.nl en Divoza.com. Voorts kan zij iedere andere (beschikbare) domeinnaam kiezen. Pres. Rb. Groningen, 25 febr. 2000, nr. 23, blz. 134. Art. 13A, lid ld i.v.m. art. 5a Hnw Nu het oudere merk van verweerster niet voor een jongere handelsnaam hoeft te wijken, komt aan verzoeksters handelsnamen niCi. \J.C L^esciieriïiing LOC waarop zij zien jegens u£ Handelsnamen van verweersters beroept, ook al zouden zij die handelsnamen later zijn gaan voeren dan verzoekster de hare. Ktr. Amsterdam, 28 aug. 2000, nr. 16, blz. 104. Art. 13A, lid ld i.v.m. artt. 5 en 5a Hnw Voor een verweer, gebaseerd op een gebruik van de handelsnaam, zal er sprake moeten zij n van een gebruik van de handelsnaam in het economisch verkeer; enkele voorbereidingshandelingen zijn daartoe onvoldoende. Niet-daadwerkelijk gebruik van een handelsnaam kan geen geldige reden in de zin van artikel 13A, lid ld BMW opleveren. Hof's-Gravenhage, 3 dec. 1998, nr. 32, blz. 177. Art. 13A, lid 2 i.v.m. art. i3bis Mogelijk moet het in-transito-aanwezig-hebben van de gemerkte waren op Schiphol krachtens wetsduiding worden aangemerkt als merkgebruik in Nederland. Van inbreuk is echter eerst sprake bij merkgebruik in het (Nederlandse) economisch verkeer, hetgeen onaannemelijk is. Ook is in geen geval sprake van moedwillige inbreuk, nu de zaken onderweg zijn naar een land waar zij rechtmatig kunnen worden verhandeld, zodat bij Cidesport niet de moedwil voorzit om waar ook ter wereld slinks te profiteren van de werfkracht van de merken van Nike International. Daaraan doet niet af dat Cidesport mogelijk in China merkinbreuk heeft gepleegd door de monstercollectie aldaar te laten vervaardigen en merken, noch het betoog van Nike International dat Cidesport zich op slinkse wijze meester heeft gemaakt van de Spaanse rechten op het merk Nike, nu de Spaanse Hoge Raad daarin klaarblijkelijk geen aanleiding heeft gezien Nike International de overwinning te gunnen. Pres. Rb. Haarlem, 8 sept. zooo, nr. 14, blz. 97.
E I G E N D O M
5 1 9
Art. 13A leden 3 en 4 en art. i3bis; art. 3:296 BW Er is geen aanleiding de gevorderde nevenvorderingen toe te wijzen aangezien niet valt in te zien waarom door deze merkinbreuk schade is veroorzaakt. Rb. 's-Gravenhage, 28 juni 2000, nr. 8, blz. 37. Art. i'3 A lid ~* ^voorheen: lid 6^ ^art. 6 Merkenrichtlijn^ Bovendien moet de vordering in conventie afgewezen worden, omdat de houder van een geografisch merk zich op grond van deze bepaling niet kan verzetten tegen het gebruik door een derde van een aanduiding inzake de geografische herkomst van diens waren. Rb. Brugge, 18 april 2000, nr. 46, blz. 234. Art. 13 A, lid 8 Van der Vossen heeft door Europolis verstrekte fietsverzekeringspolissen en -brochures, voorzien van het beeld- en woordmerk Bovag gebruikt en geadverteerd met het Bovagmerk, terwijl hij geweigerd is als lid van de vereniging Bovag. -oOvag üCej-t europolis geen toestemming gegeven om x>ovag fietsverzekeringen aan Van der Vossen ter beschikking te stellen. Bovag heeft voorts onweersproken gesteld niet te hebben geweten dat Europolis deze verzekeringen aan Van der Vossen heeft aangeboden. Het betoog dat het merkrecht van Bovag is uitgeput door het voor het eerst in het verkeer brengen door Bovag van deze polissen en brochures, kan dan ook niet slagen. Inbreuk op de merkrechten van Bovag. J.±VJI fini3i.i_iU£iiii, J- j - j u n i l y y o , 111. u y , L»IZ*. 3 - ^ - L .
Vaststaat dat niet is voldaan aan de voor ompakking van geneesmiddelen geldende voorwaarden nu op de verpakkingen niet is vermeld door wie het ompakken heeft plaatsgevonden, terwijl de merkhouder al evenmin tevoren van het op de markt brengen van het omgepakte product in kennis is gesteld. Daarnaast staat met betrekking tot een tweetal afleveringen vast dat de tabletten niet alleen uit de bui ten verpakking zijn gehaald, doch ook uit de binnenverpakkingen oftewel de doordrukstrips. Aldus leveren de thans besproken afleveringen merkinbreuk op. Rb. 's-Gravenhage, 28 juni 2000, nr. 8, blz. 37. Art. I3bis en art. 13A leden 3 en 4; art. 3:296 BW Er is geen aanleiding de gevorderde nevenvorderingen toe te wijzen aangezien niet valt in te zien waarom door deze merkinbreuk schade is veroorzaakt. Rb. 's-Gravenhage, 28 juni 2000, nr. 8, blz. 37. Art. i3bis i.v.m. art. 13A, lid 2 Mogelijk moet het in-transito-aanwezig-hebben van de gemerkte waren op Schiphol krachtens wetsduiding worden aangemerkt als merkgebruik in Nederland. Van inbreuk is echter eerst sprake bij merkgebruik in het (Nederlandse) economisch verkeer, hetgeen onaannemelijk is. Ook is in geen geval sprake van moedwillige inbreuk, nu de zaken onderweg zijn naar een land waar zij rechtmatig kunnen worden verhandeld, zodat bij Cidesport niet de moedwil voorzit om waar ook ter wereld slinks te profiteren van de werfkracht van de merken van Nike International. Daaraan doet niet af dat Cidesport mogelijk in China merkinbreuk heeft gepleegd door de monstercoilectie aldaar te laten vervaardigen en merken, noch het betoog van Nike International dat Cidesport zich op slinkse wijze meester heeft gemaakt van de Spaanse rechten op het merk Nike, nu de Spaanse Hoge Raad daarin klaarblijkelijk geen aanleiding heeft gezien Nike International de overwinning te gunnen. Pres. Rb. Haarlem, 8 sept. 2000, nr. 14, blz. 97.
5 2 0
B I J B L A D
I N D U S T R I Ë L E
Art. i3bis, lid 5 Blijkens het Gemeenschappelijk Commentaar van de regeringen bij invoering van art. i3bis lid 5 is geen steun te vinden voor de opvatting dat voor toepassing hiervan kwade trouw is vereist, dan wel dat de toepassing beperkt is tot bestrijding van piraterij. Hof's-Gravenhage, 29juni 2000, nr. 38, blz. 204. Artt. 14 A, lid 1 en 1 i.v.m. art. 6quinquies B, 2 Unieverdrag (art. 3,1 c Merkenrichtlijn) Een benaming van oorsprong en/of herkomstaanduiding kan een geldig merk zijn voor zover (i°) de deposant gerechtigd is tot gebruik, en (20) voldoende onderscheidende elementen worden toegevoegd, zodat het depot slechts als complex merk kan geschieden. Uitzonderingen gelden slechts voor geografische fantasiebenamingen, of wanneer het geografisch gebied, waarop de benaming van oorsprong en/of herkomstaanduiding betrekking heeft, in zijn geheel aan één exploitant toebehoort in eigendom of concessie. Aan deze vereisten voldoet de door eiseres gedeponeerde geografische aanduiding 'Rustenburg' voor natuursteen niet. Nietigverklaring in reconventie. Rb. Brugge, 18 april 2000, nr. 46, blz. 234. Art. 14B, i° i.v.m. art 3, lid 2 Disney heeft aangevoerd dat de redelijkheid en billijkheid zich tegen toewijzing van de vordering tot nietigverklaring op grond van art. 3 lid 2 verzetten omdat Pogola geen serieuze onderneming is die de oprechte bedoeling heeft Fa Mulan normaal als merk te gaan gebruiken, maar alleen maar probeert te profiteren van Disney's inspanningen rondom de productie van de film Mulan. De rechtbank kan niet inzien dat dit, op zichzelf beschouwd, omstandigheden zijn die een beroep van Pogola op de vernietigingsgrond naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zouden maken. Het betoog van Disney dat onder deze omstandigheden Pogola geen (handhaafbaar) merkrecht heeft verkregen is onjuist, omdat, gezien het limitatieve karakter van de regeling in de BMW voor de verkrijging (en nietig-/vervallenverklaring) van een merk, niet van belang is voor welk doel een merk wordt gedeponeerd. Rb. 's-Gravenhage, 16 febr. 2000, nr. 36, blz. 198. Ilb Uitvoeringsreglement Benelux Merkenwet Art. 8 i.v.m. 11C BMW Het Benelux-Merkenbureau had niet tot inschrijving van het uittreksel van een akte van overdracht (wijziging tenaamstelling) dienen over te gaan, nu de in verband met het verzoek tot inschrijving overgelegde stukken hem aanleiding hadden behoren te geven tot gerede twijfel of er sprake was van een rechtsgeldige overdracht. Er is immers geen enkel door of namens de geregistreerde merkhouder getekend stuk overgelegd, waaruit blijkt dat de wil van die merkhouder tot overdracht aanwezig is (geweest). Deze controleverplichting van het Bureau wordt onder meer gerechtvaardigd door de vérgaande consequenties die bedoelde inschrijvingen (ten opzichte van derden) hebben. Artikel 11C BMW spreekt ook over een akte waaruit de overdracht blijkt. Deze controleverplichting betekent niet dat het Bureau, indien de overgelegde stukken geen aanleiding geven tot twijfel, een diepergaand onderzoek dient in te stellen naar bijvoorbeeld de bevoegdheid van de ondertekenaars of de echtheid van de handtekeningen. Hof's-Gravenhage, 21 sept. 2000, nr. 65, blz. 306.
E I G E N D O M
2 0 0 1
lic Merken Richtlijn 89/104/EEG Artt. 2 en 3, lid 1 i.v.m. art. 1 BMW Het Benelux-Gerechtshof stelt, alvorens de vragen VI-VIII van de Hoge Raad te beantwoorden, vragen van uitleg aan het Hof van Justitie der EG (zie het slot van het arrest). Benelux-Gerechtshof, 26 juni 2000, nr. 24, blz. 136. Art. 3, lid i e i.v.m. art. 1 BMW De vorm van de TRIPP TRAPP-stoel kan niet als merk voor de waar 'kinderstoelen' dienen, aangezien die vorm de wezenlijke waarde van de waar beïnvloedt (als bedoeld in artikel 1 BMW), respectievelijk door de aard van de waar bepaald wordt (als bedoeld in artikel 3 lid 1 sub e van de Eerste Merkenrichtlijn). Aan te nemen valt immers dat de TRIPP TRAPP-stoel gewild is bij het publiek juist om de aantrekkelijke vorm daarvan, die dan ook (vrijwel) geheel verantwoordelijk zal zijn voor het commerciële succes van de stoel. De gebruiksmogelijkheden van de stoel - het 'meegroeikarakter' - zijn ook bij andere, minder fraai ontworpen kinderstoelen te vinden. Pres. Rb. 's-Gravenhage, 13 okt. 1999, nr. 81, blz. 378. Art. 3,1c (artt. 1 en 14 A, lid 1 BMW) i.v.m. art. 6quinquies B, 2 Unieverdrag Een benaming van oorsprong en/of herkomstaanduiding kan een geldig merk zijn voor zover (i°) de deposant gerechtigd is tot gebruik, en (20) voldoende onderscheidende elementen worden toegevoegd, zodat het depot slechts als complex merk kan geschieden. Uitzonderingen gelden slechts voor geografische fantasiebenamingen, of wanneer het geografisch gebied, waarop de benaming van oorsprong en/of herkomstaanduiding betrekking heeft, in zijn geheel aan één exploitant toebehoort in eigendom of concessie. Aan deze vereisten voldoet de door eiseres gedeponeerde geografische aanduiding 'Rustenburg' voor natuursteen niet. Nietigverklaring in reconventie. Rb. Brugge, 18 april 2000, nr. 46, blz. 234. Art. 5, lid ï b Verwarringsgevaar mag niet op grond van een vermoeden worden aangenomen. Blijkens het arrest Puma/Sabèl kan de bijzondere onderscheidingskracht van het oudere merk het verwarringsgevaar vergroten en, in geval van een begripsmatige gelijkenis tussen merk en teken, aan het ontstaan van dit gevaar bijdragen. Hieruit mag geenszins een vermoeden van verwarringsgevaar bij het bestaan van gevaar voor associatie in enge zin worden afgeleid. Het Hof heeft de nationale rechter niet ontheven van de noodzakelijke positieve vaststelling van verwarringsgevaar, waarvan het bewijs moet worden geleverd. Hof van Justitie E.G., 22 juni 2000, nr. 9, blz. 65 (met noten). Art. 5, lid 2 i.v.m. art. 13A, lid i e en d BMW Het is niet aannemelijk dat door het gebruik van de aanduiding Pluto door geïntimeerde voor verzekeringen die verband houden met honden, aan het onderscheidend vermogen van het merk Pluto van appellante voor hondenvoer e.d. afbreuk kan worden gedaan. Vast staat dat Pluto voor de waren van appellante een bekend merk is. Dat neemt niet weg dat bij het woord Pluto door het grootste deel van het publiek direct gedacht wordt aan een hond, namelijk de Walt-Disney figuur Pluto. Daardoor heeft de aanduiding Pluto voor waren en diensten die met honden verband houden, zeer weinig onderscheidend vermogen. Evenmin is aannemelijk dat aan de reputatie van het merk van appellante afbreuk kan worden gedaan door de nega-
2 0 0 1
B I J B L A D
I N D U S T R I Ë L E
tieve gedachte aan de sterfelijkheid van het huisdier, die zou worden opgeroepen door de crematiepolissen voor huisdieren en door de onwenselijke associatie tussen Pluto diervoeding en Pluto crematieverzekeringen. Een richtlij nconforme uitleg van de in art. 13 A lid ie en d gebruikte woorden 'kan worden' (richtlijll. n
W U i U L ) U l U i l g L l i l t * - U d L C C i l U i L D l U l L C i l U L l i C U i CL131.11C lVctllÖ
o ongerechtvaardigd voordeel of afbreuk onvoldoende is. Er moet sprake zijn van (te verwachten) reëel voordeel of reële afbreuk. De merkhouder moet feiten en omstandigheden stellen waaruit valt af te leiden dat daarvan sprake is. Hof's-Gravenhage, 18 nov. 1999, nr. 58, blz. 280.
E I G E N D O M
5 2 1
land verhandelde Zyban onder vigeur van deze bepaling in Duitsland is afgezet. Daarom kan voorshands niet geoordeeld worden dat de door gedaagde verhandelde Zyban verpakkingen betreft die door of met toestemming van Glaxo Wellcome in de EU/EER in het verkeer gebracht zijn geweest, zodat het beroep op uitputting faalt. Pres. Rb. 's-Gravenhage, 3 maart 2000, nr, 45, blz. 231.
Art. 6 (art. 13 A, lid 7 (voorheen: lid 6) BMW) Bovendien moet de vordering in conventie afgewezen worden, omdat de houder van een geografisch merk zich op grond van deze bepaling niet kan verzetten tegen het gebruik door een derde van een aanduiding inzake de geografische herkomst van diens waren. Rb. Brugge, 18 april 2000, nr. 46, blz. 234.
Art. 51, lid 1 In de Gemeenschapsmerkenverordening is aan de rechtbanken voor het Gemeenschapsmerk niet de bevoegdheid toegekend om een aanvrage om een Gemeenschapsmerk nietig te verklaren. Bovendien bestaat de bevoegdheid tot nietigverklaring alleen wanneer de vordering daartoe bij reconventionele vordering in een inbreukprocedure is ingesteld en i.c. is van een inbreukvordering van Disney geen sprake. Voor een afzonderlijke nietigheidsvordering moet de weg van de art. 55-63 van de verordening worden bewandeld. Rb. 's-Gravenhage, 16 febr. 2000, nr. 36, blz. 198.
l i d Verordening Gemeenschapsmerk
III Benelux Tekeningen- en Modellenwet
Art. 7, lid 1 b Het teken 'Companyline' is uitsluitend samengesteld uit de in de Engelstalige landen gebruikelijke termen 'company' en 'line'. De term 'company' geeft aan, dat het product of de dienst bestemd is voor ondernemingen. Het woord 'line' heeft meer-
Art. 2, lid 1 Het voorlopig oordeel dat het uiterlijk van de scheepsromp niet zichtbaar is en in de eerste plaats lijkt te zijn bepaald door technische aspecten, brengt mee dat er een redelijke kans bestaat dat de bodemrechter de nietigheid van het depot zal aannemen. Pres. Rb. Rotterdam, 30 dec. 1999, nr. 80, blz. 375 (met noot).
u \ - i v vi_L*-i\.Ciii;3C3^ii. ±11 u*_ i i i i a n n c i v *-ii vit, v i _ i z . c i i c i i n g 3 3 t c n j i
ug-
tekent het met name een verzekeringstak of een productenpakket of-groep. Het zijn dus twee generieke termen voor een producten- of dienstenpakket voor ondernemingen. Door het aaneenschrijven van deze termen, zonder enige wijziging van de grafische voorstelling of de betekenis, krijgt het teken geen extra kenmerk, waardoor het zin zijn geheel geschikt zou kunnen worden om die diensten van verzoekster te onderscheiden. De omstandigheid dat het woord Companyline als zodanig niet in woordenboeken voorkomt, ook niet in twee woorden geschreven, verandert niets aan deze vaststelling. Gerecht van Eerste Aanleg van de E.G., 12 jan. 2000, nr. 13, blz. 95. Art. 7, lid 2 De in artikel 7 genoemde weigeringsgronden vinden blijkens het tweede lid ook toepassing, indien zij slechts in een deel van de Gemeenschap bestaan. Bijgevolg was de weigering tot inschrijving in casu gerechtsvaardigd, aangezien het woord Companyline in het Engels taalgebied niet voor bescherming vatbaar is. Gerecht van Eerste Aanleg van de E.G., 12 jan. 2000, nr. 13, blz. 95. Art. 9, lid i a i.v.m. art. 13, lid 1 Het beroep op de uitputtingsregels houdt in dat de door gedaagde verhandelde Zyban door, resp. met toestemming van Glaxo Wellcome zelf in de Europese gemeenschap (namelijk in Duitsland) in het verkeer is gebracht. Ten processe staat vast dat een Duitse vennootschap die onderdeel uitmaakt van het Glaxo Wellcome-concern vanuit de V. S. Zyban zoals die daar in de handel wordt gebracht, heeft ingevoerd in Duitsland. Ondanks het feit dat het geneesmiddel aldaar nog niet was (en nog niet is) toegelaten, heeft zij dat kunnen doen onder vigeur van par. 73 lid 3 van het Arzneimittelgesetz. Het is niet aannemelijk dat de door gedaagde vanuit Duitsland verkregen en weer naar Duits-
Art. 2, lid 1 en art. 3 De subsidiaire grondslag van de vordering is niet genoegzaam deze te dragen. Mondial heeft het uiterlijk van de Top Scan - het windmolensilhouet - niet, ingevolge het bepaalde in artikel 3 BTMW, gedeponeerd. Zou zij dat wel hebben gedaan, dan zou het bepaalde in artikel 2 lid 1 BTMW aan bescherming van dat silhouet in de weg hebben gestaan. Hof Amsterdam, 9 dec. 1999, nr. 87, blz. 415 (met noot). Art. 4, lid 1 Als depotdatum geldt 3 september 1996, aangezien eerst op die datum een bewijs van betaling van het verschuldigde recht aan het Benelux-bureau is overgelegd. Het betoog van eiseressen dat haar stand op de meubelbeurs pas op 3 september 1996 om 9:00 uur is geopend, kan haar niet baten, nu is gebleken dat op 30 augustus 1996 reeds de zogenaamde 'voorbeurs' heeft plaatsgevonden, waarbij de inkopers van de twee grootste inkoopcombinaties van meubelen de collectie van eiseressen hebben bezichtigd. Dat betekent dat de modellen reeds zijn gezien door de voornaamste inkopers voordat de depots hadden plaatsgevonden, zonder dat daarbij van bedongen vertrouwelijkheid sprake is geweest. Geoordeeld moet daarom worden dat de depots hoogstwaarschijnlijk nietig zullen worden verklaard door de bodemrechter, nu er sprake is geweest van feitelijke bekendheid in de belanghebbende kring van nijverheid of handel voorafgaande aan de datum van de depots. Pres. Rb. 's-Gravenhage, 4 maart 1998, nr. 31, blz. 175. Art. 14 Het gaat erom of het product van Grada een in hoofdzaak met het product van Kortman Intradal overeenstemmend uiterlijk vertoont. Dat is hier het geval. De overeenkomsten zijn op de volgende punten aan te wijzen: dezelfde afmetingen en dezelfde inhoud, dezelfde ronde vorm
5 2 2
B I J B L A D
I N D U S T R I Ë L E
bij vooraanzicht, dezelfde halve cirkelvormen die op elkaar passen, verticale uitsparingen op de onderste helft van de houder. De door eisers ter zitting getoonde alternatieven tonen aan dat juist ten aanzien van genoemde punten andere oplossingen heel goed mogelijk zijn. Gedaagdes argument dat de overeenkomsten van haar product met dat van eisers te wijten zijn aan technische eisen gaat niet op. Pres. Rb. 's-Gravenhage, 1 nov. 2000, nr. 83, blz. 403. Art. 14, lid 1 Vergelijking van de sigarettensafe van gedaagde met het gedeponeerde model voert tot de conclusie dat de safes - wat het uiterlijk betreft - volstrekt verschillend zijn. De wel aanwezige overeenkomsten betreffen het schuifsysteem van de laden en zijn als zodanig technisch bepaald. Voor het uiterlijk van de safes zij n deze van ondergeschikte betekenis. Voor zover eisers bedoelen te stellen dat gedaagde de techniek van het gedeponeerde model heeft nagebootst, geldt - waar van inbreuk op enig ander recht van intellectuele eigendom van eisers geen sprake is - dat zulks in beginsel niet onrechtmatig is, ook niet indien zij daarvan schade ondervinden. Rb. 's-Gravenhage, 29 maart 2000, nr. 59, blz. 284. Art. 14, lid 5 (oud; thans lid 8) i.v.m. art. 6:162 BW Artikel 14 lid 5 BTMW staat aan een vordering wegens slaafse nabootsing in de weg, nu De Breedendam ten aanzien van haar sloepen, die als model in de zin van die wet zijn te beschouwen en die na het in werking treden van de BTMW zij n ontwikkeld, geen modeldepot heeft verricht. Bijzondere feiten en omstandigheden op grond waarvan De Breedendam een vordering op grond van ongeoorloofde mededinging zou toekomen, zijn niet gesteld of genoegzaam aannemelijk geworden. Hof's-Gravenhage, 5 nov. 1998, nr. 79, blz. 370. Ingevolge het Prince-arrest van het Benelux-Gerechtshof heeft een vordering gebaseerd op oneerlijke mededinging slechts kans van slagen indien de in art. 14 lid 1 BTMW genoemde handelingen gepaard gaan met bijkomende omstandigheden die op zichzelf ook oneerlijke mededinging zouden opleveren. Eiseressen benadrukken de rol van een oudwerknemer van Fonkel, die is overgegaan naar Pema. Weliswaar is zeker niet uitgesloten dat deze zijn nieuwe werkgever heeft geïnspireerd tot nabootsing, maar daarin ligt naar het voorlopig oordeel van de president nog geen bijkomende omstandigheid die de nabootsing als onrechtmatig bestempelt. Pres. Rb. 's-Gravenhage, 4 maart 1998, nr. 31, blz. 175. IV Handelsnaamwet Art. 5 De handelsnaam Nedweb is niet louter beschrijvend van aard. Dat geldt wel voor de toevoegingen 'Internet Productions' resp. 'Internet Services'. Weliswaar liggen de vestigingsplaatsen van beide ondernemingen op een redelijke afstand van elkaar, maar, gelet op het feit dat beide ondernemingen zich profileren op het internet, valt het verschil op grond van de vestigingsplaats weg. Door de aard van het internet in verband met de aard van de beide ondernemingen maakt het immers niet uit waar zij gevestigd zijn. Netweb maakt ook met haar domeinnaam www.netweb.nl inbreuk op het handelsnaamrecht van Nedweb. Nedweb heeft er
E I G E N D O M
2 0 0 1
derhalve belang bij dat de registratie van deze domeinnaam ongedaan gemaakt wordt. Rb. 's-Hertogenbosch, 7 maart 2000, nr. 77, blz. 360. Eiseresses handelsnaam Eurolimo wijkt niet slechts in zo geringe mate af van gedaagde's (voormalige) handelsnaam Europcar Limousine Service dat gevaar voor verwarring te duchten was. Aan eiseres komt derhalve het oudste recht op de handelsnaam Eurolimo toe. Gedaagde neemt de telefoon op met Eurolimo en presenteert zich door middel van haar website www.eurolimo.nl aan het publiek; aldus gebruikt zij Eurolimo als handelsnaam. Partijen opereren in dezelfde branche en bieden soortgelijke diensten in dezelfde regio aan. Aldus ontstaat verwarringsgevaar bij het publiek. Pres. Rb. 's-Gravenhage, 31 mei 2000, nr. 25, blz. 144. Gelet op de aard van de ondernemingen - locale detailhandel in geluidsdragers - en de respectieve, ver uiteengelegen vestigingsplaatsen, was er toen gedaagde tussen 1988 en 1993 de handelsnaam van haar winkel begon te voeren geen gevaar voor verwarring te duchten. De omstandigheid dat sinds een jaar of twee ook locale detailhandelsondernemingen massaal een website op internet openen, in welk nieuw medium ieder afstandsbegrip wegvalt, maakt het eenmaal rechtmatig voeren van de handelsnaam door gedaagde nog niet onrechtmatig. Met betrekking tot de platenproductiemaatschappij en groothandel van gedaagde ontbreekt verwarringsgevaar reeds omdat het om een onderneming van andere aard gaat, nog daargelaten dat gedaagde de handelsnaam voor die onderneming mogelijk eerder voerde dan eiseres. Ktr. Leiden, 26 april 2001, nr. 92, blz. 459. Artt. 5 en sa Op dezelfde gronden als hierboven weergegeven wordt de stelling dat de handelsnaam Maxeres inbreuk maakt op de handelsnaam en het merk Ceres afgewezen. Pres. Rb. 's-Gravenhage, 14 dec. 1999, nr. 57, blz. 278. Art. 5 en sa en art. 13A, lid ld BMW Voor een verweer, gebaseerd op een gebruik van de handelsnaam, zal er sprake moeten zijn van een gebruik van de handelsnaam in het economisch verkeer; enkele voorbereidingshandelingen zijn daartoe onvoldoende. Niet-daadwerkelijk gebruik van een handelsnaam kan geen geldige reden in de zin van artikel 13A, lid ld BMW opleveren. Hof's-Gravenhage, 3 dec. 1998, nr. 32, blz. 177. Gezien de grote verschillen in totaalindruk bestaat geen gevaar dat bij het betreffende publiek door het voeren van de handelsnaam Keukenmaxx een associatie wordt gewekt tussen deze handelsnaam en een van de merken of de handelsnaam van Mexx. De vordering van Mexx is niet toewijsbaar voor zover deze het opleggen van een verbod behelst in het geval het onderdeel MAXX niet dominerend door Keukenmaxx wordt gebruikt in een combinatie, zoals in de handelsnaam Keukenmaxx. Hof's-Gravenhage, 29 okt. 1999, nr. 67, blz. 311. Art. 5a In het bijzonder gezien het geringe onderscheidende vermogen en het ontbreken van soortgelijkheid van de waren en
2 0 0 1
B I J B L A D
I N D U S T R I Ë L E
diensten, valt niet aan te nemen dat er sprake is van verwarringsgevaar. Hof's-Gravenhage, 18 nov. 1999, nr. 58, blz. 280. Art. 5a en 5 en art. 13A, lid ld BMW Voor een verweer, gebaseerd op een ge^ruiK van u£ nan^CiSnaani; zal er sprake moeten zijn van een gebruik van de handelsnaam in het economisch verkeer; enkele voorbereidingshandelingen zijn daartoe onvoldoende. Niet-daadwerkelijk gebruik van een handelsnaam kan geen geldige reden in de zin van artikel 13A, lid ld BMW opleveren. Hof's-Gravenhage, 3 dec. 1998, nr. 32, blz. 177. Gezien de grote verschillen in totaalindruk bestaat geen gevaar dat bij het betreffende publiek door het voeren van de handelsnaam Keukenmaxx een associatie wordt gewekt tussen deze handelsnaam en een van de merken of de handelsnaam van Mexx. De vordering van Mexx is niet toewijsbaar voor zover deze het opleggen van een verbod behelst in het geval het onderdeel MAXX niet dominerend door Keukenmaxx wordt gebruikt in een combinatie, zoals in de handelsnaam Keukenmaxx. Hof's-Gravenhage, 29 okt. 1999, nr. 67, blz. 311. Art. 5a i.v.m. art. 13A, lid l d BMW Nu het oudere merk van verweerster niet voor een jongere handelsnaam hoeft te wijken, komt aan verzoeksters handelsnamen niet de bescherming toe waarop zij zich jegens de handelsnamen van verweersters beroept, ook al zouden zij die handelsnamen later zijn gaan voeren dan verzoekster de hare. Ktr. Amsterdam, 28 aug. 2000, nr. 16, blz. 104. Art. 6 i.v.m. art. 116 Rv Art. 116 Rv, waarin de bevoegdheid van de kantonrechter tot het geven van een voorlopige voorziening in handelsnaamzaken wordt geregeld, maakt met zoveel woorden een uitzondering voor het geval dat reeds een vordering in kort geding als bedoeld in art. 289 Rv is ingesteld. Hof's-Gravenhage, 3 dec. 1998, nr. 32, blz. 177. Va Auteurswet 1912 (uitputting) De kwestie of, indien het auteursrecht in een lidstaat als verwerkt wordt aangemerkt, dit meebrengt dat het auteursrecht op de j uist in die lidstaat geproduceerde en van daaruit gedistribueerde goederen in andere lidstaten als uitgeput moet worden aangemerkt, kan de rechtbank in het midden laten, daar er op dit moment geen onherroepelijke rechterlijke uitspraak in een andere lidstaat van de EG bestaat, waarin is beslist dat Stokke es. hun auteursrecht ten opzichte van Hauck hebben verwerkt. Overigens is de rechtbank van oordeel dat het bij de uitputting van een auteursrecht gaat om een geval waarin een werk met daadwerkelijke toestemming van de rechthebbende in het verkeer is gebracht, terwijl het bij rechtsverwerking van een auteursrecht gaat om een geval dat een werk zonder daadwerkelijke toestemming van de rechthebbende in het verkeer is gebracht. Rechtsverwerking kan derhalve niet gelijkgesteld worden met (stilzwijgende) toestemming. Rb. 's-Gravenhage, 4 okt. 2000, nr. 78, blz. 363.
E I G E N D O M
5 2 3
Art. 1 i.v.m. art. 10 Een - in verband met het daarmee opgeroepen visueel effect - oorspronkelijke beweging kan voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komen. Hoewel aan het ontwerp van de Top Scan een zekere mate van oorspronkelijkheid niet kan worden ontzegd, gaat het daarbij naar het oordeel van het Hof om inventiviteit, te weten de oplossing van het technische probleem om een door drie assen samengestelde beweging tot stand te brengen voor een toepassing als kermisattractie. De beweging van de Top Scan - die het visueel effect van een windmolen, of, zo men wil, een propeller of ventilator oproept - is naar het voorlopig oordeel van het Hof (vrijwel) volledig door de technische oplossing bepaald. Het Hof kan in die beweging geen vormgevend element ontdekken dat een eigen oorspronkelijk karakter heeft en dat het persoonlijk stempel van de maker draagt. De door de president omschreven combinatie van elementen stoelen in de langsrichting, des dat deze de arm of wiek (de gondel) opvullen, (éénpersoons) zitplaatsen zonder voetensteuri zodat de benen van de passagiers los in de lucht hangen - kan niet worden beschouwd als een uiting die het persoonlijk stempel van de maker draagt, nu alle drie elementen een technische of commerciële functie hebben. Met betrekking tot de zitplaatsen zonder voetensteun moet gelden dat dit type zitplaatsen algemeen bij kermisattracties wordt toegepast en derhalve moet gelden als een stijlkenmerk. Het loshangen van de benen draagt bij aan de door de attractie bij de passagier opgewekte sensatie. Dit kenmerk is derhalve eveneens door technische en functionele eisen bepaald. De beweging van de Top Scan - het silhouet van de windmolen - en het daaraan ten grondslag liggende ontwerp is niet een vormgeving die moet worden beschouwd als een werk in de zin van artikel 10 Auteurswet. Hof Amsterdam, 9 dec. 1999, nr. 87, blz. 415 (met noot). De Bigfoot was in 1995 niet slechts een zoveelste variant op een heersende trend, stijl of mode, maar bezit hij een zodanige combinatie van - op zich inderdaad niet nieuwe - eigenschappen dat hij wel degelijke een eigen oorspronkelijk karakter heeft en het persoonlijk stempel van de maker(s) draagt. Hieraan doet niet af dat een element (de ruimte tussen poten en bladuitsnede) mogelijk functioneel is bepaald (het opvangen van de werking van het hout van het blad). Voor auteursrechtelijke bescherming gaat het immers om de totaalindruk die zowel auteursrechtelijk beschermde als onbeschermde trekken maken op het relevante publiek. Hof Amsterdam, 2 nov. 2000, nr. 93, blz. 460. Mede in het licht van het verweer van gedaagde (in hoofdzaak: traditionele bouwwijze alsmede bepaaldheid van de vorm door eisen van deugdelijkheid en bruikbaarheid) acht het Hof het door De Breedendam geproduceerde materiaal onvoldoende om de vraag of De Breedendam-sloep als een auteursrechtelijk werk kan worden aangemerkt bevestigend te beantwoorden, nog daargelaten dat onduidelijk is welke Breedendam-sloep, gelet op de erkende variatie in details op wens van de klant, onderwerp van onderzoek naar het auteursrechtelijk karakter zou moeten zijn. Pres.: Nu het rapport van de deskundigen geen reden geeft aan te nemen dat het kenmerkend onderdeel van het ontwerp - de keuze voor een karveel onderwaterschip en overnaads bovenwaterschip - overwegend technisch bepaald zou zijn, is er geen enkele grond aan het ontwerp auteursrechtelijke bescherming te onthouden.
5 2 4
B I J B L A D
I N D U S T R I Ë L E
Hof's-Gravenhage, 5 nov. 1998, nr. 79, blz. 370. Het ontwerp van de Tripp Trapp-stoel vertoont een oorspronkelijk karakter met het persoonlijk stempel van de maker, binnen de grenzen die door de technische en functionele eisen worden bepaald. De stelling, dat de schuine verticaal waarin de voet en de zitplaat onderling verplaatst kunnen worden in het publieke domein gekomen is, miskent dat een trap op verschillende wijzen kan worden uitgevoerd. De Tripp Trapp-stoel komt derhalve auteursrechtelijke bescherming toe. Rb. 's-Gravenhage, 4 okt. 2000, nr. 78, blz. 363. De slagzin: 'De stoel die met uw kind meegroeit' kan niet worden aangemerkt als een auteursrechtelijk beschermd werk. Daarvoor ligt de slagzin teveel voor de hand. Ook beschrijft zij slechts waarin een meegroeistoel zich onderscheidt van een gewone baby - of kinderstoel, welke beschrijving Stokke es. niet kunnen monopoliseren. Rb. 's-Gravenhage, 4 okt. 2000, nr. 78, blz. 363. De Bigfoot bevat een combinatie van eigenschappen die de Bigfoot een eigen oorspronkelijk karakter met een persoonlijk stempel van de maker geven. De door Framas overgelegde voorbeelden van in hun ogen op de Bigfoot gelijkende eerdere tafels, althans tafels die naar een gelijk concept zijn ontworpen, wijken herkenbaar af van de Bigfoot. Het voorgaande leidt dan ook voorshands tot het oordeel dat de Bigfoot als een werk in de zin van de Auteurswet dient te worden beschouwd. Pres. Rb. Amsterdam, 9 dec. 1999, nr. 94, blz. 465 (met noot). Voorshands is de president van oordeel dat de meubelontwerpen geen werken in auteursrechtelijke zin vormen. Weliswaar wordt niet enkel teruggegrepen op traditionele elementen van één bepaalde stijl, maar anderzijds is niet aannemelijk dat de modellen in hun geheel, dan wel bepaalde ornamenten daarvan een oorspronkelijk karakter bezitten, terwijl ook de combinatie van de verschillende ornamenten niet het persoonlijk stempel van de maker draagt. Pres. Rb. 's-Gravenhage, 4 maart 1998, nr. 31, blz. 175. De Bigfoot is het resultaat van een combinatie van op zichzelf niet oorspronkelijke elementen, die de Bigfoot evenwel een eigen, oorspronkelijk karakter verleent. Door gedaagde zijn geen afbeeldingen van vóór 1995 bekende tafels geproduceerd waarop tafels met een overeenkomstige totaalindruk zijn te zien. Dat het ontwerp van de Bigfoot wellicht in een trend past - te weten van 'poten door het blad' en eenvoud, gepaard aan stevige, vierkante poten - laat onverlet hetgeen hierboven is overwogen omtrent het herkenbaar oorspronkelijke karakter van de Bigfoot. Pres. Rb. 's-Gravenhage, 21 juli 2000, nr. 95, blz. 467. Dat de vorm van de romp uitsluitend esthetisch zou zijn bepaald is niet aannemelijk nu deze vorm zich (grotendeels) onder water bevindt en daarom bij normaal gebruik van het schip niet zichtbaar is. Mede gelet op het belang dat in de onderhandelingen tussen eisers en IHDA is gehecht aan het gewicht van het casco, welk gewicht beduidend lager zou zijn dan gebruikelijk, ligt het meer voor de hand dat deze vorm in de eerste plaats is bepaald door technische aspecten, zodat voorshands geen
E I G E N D O M
2 0 0 1
sprake lijkt te zijn van een auteursrechtelijk beschermenswaardig uiterlijk. Pres. Rb. Rotterdam, 30 dec. 1999, nr. 80, blz. 375 (met noot). Art. 1 i.v.rn. art. 13; art. 6:265 e.v. BW Dat Venta en DMA de tekening van het Ms. Muscari na 7 november 1999 niet meer zou mogen gebruiken is niet duidelijk geworden nu, tegenover de gemotiveerde betwisting door Venta, onvoldoende is gesteld en gebleken dat eisers gerechtigd waren tot ontbinding van de samenwerkingsovereenkomst danwei welke gevolgen deze ontbinding zou hebben voor de reeds gebouwde en in aanbouw zijnde casco's. Pres. Rb. Rotterdam, 30 dec. 1999, nr. 80, blz. 375. Art. 10 i.v.m. art. 1 Een - in verband met het daarmee opgeroepen visueel effect - oorspronkelijke beweging kan voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komen. Hoewel aan het ontwerp van de Top Scan een zekere mate van oorspronkelijkheid niet kan worden ontzegd, gaat het daarbij naar het oordeel van het Hof om inventiviteit, te weten de oplossing van het technische probleem om een door drie assen samengestelde beweging tot stand te brengen voor een toepassing als kermisattractie. De beweging van de Top Scan - die het visueel effect van een windmolen, of, zo men wil, een propeller of ventilator oproept - is naar het voorlopig oordeel van het Hof (vrijwel) volledig door de technische oplossing bepaald. Het Hof kan in die beweging geen vormgevend element ontdekken dat een eigen oorspronkelijk karakter heeft en dat het persoonlijk stempel van de maker draagt. De door de president omschreven combinatie van elementen stoelen in de langsrichting, des dat deze de arm of wiek (de gondel) opvullen, (éénpersoons) zitplaatsen zonder voetensteun zodat de benen van de passagiers los in de lucht hangen - kan niet worden beschouwd als een uiting die het persoonlijk stempel van de maker draagt, nu alle drie elementen een technische of commerciële functie hebben. Met betrekking tot de zitplaatsen zonder voetensteun moet gelden dat dit type zitplaatsen algemeen bij kermisattracties wordt toegepast en derhalve moet gelden als een stijlkenmerk. Het loshangen van de benen draagt bij aan de door de attractie bij de passagier opgewekte sensatie. Dit kenmerk is derhalve eveneens door technische en functionele eisen bepaald. De beweging van de Top Scan - het silhouet van de windmolen - en het daaraan ten grondslag liggende ontwerp is niet een vormgeving die moet worden beschouwd als een werk in de zin van artikel 10 Auteurswet. Hof Amsterdam, 9 dec. 1999, nr. 87, blz. 415 (met noot). De Bigfoot was in 1995 niet slechts een zoveelste variant op een heersende trend, stijl of mode, maar bezit hij een zodanige combinatie van - op zich inderdaad niet nieuwe - eigenschappen dat hij wel degelijke een eigen oorspronkelijk karakter heeft en het persoonlijk stempel van de maker(s) draagt. Hieraan doet niet af dat een element (de ruimte tussen poten en bladuitsnede) mogelijk functioneel is bepaald (het opvangen van de werking van het hout van het blad). Voor auteursrechtelijke bescherming gaat het immers om de totaalindruk die zowel auteursrechtelijk beschermde als onbeschermde trekken maken op het relevante publiek. Hof Amsterdam, 2 nov. 2000, nr. 93, blz. 460.
2 0 0 1
B I J B L A D
I N D U S T R I Ë L E
Het ontwerp van de Tripp Trapp-stoel vertoont een oorspronkelijk karakter met het persoonlijk stempel van de maker, binnen de grenzen die door de technische en functionele eisen worden bepaald. De stelling, dat de schuine verticaal waarin de voet en de zitpiaat onuetiing verplaatst Kunnen woruen in net puuiicKe uom p i n c r p t n m p n ie m i c V p n f Ait
ppn f r o r i n n vprcr-Titllprirlp y n i T p n
kan worden uitgevoerd. De Tripp Trapp-stoel komt derhalve auteursrechtelijke bescherming toe. Rb. 's-Gravenhage, 4 okt. 2000, nr. 78, blz. 363.
E I G E N D O M
5 25
Art. 10, lid 1 Voor de beoordeling van de gestelde auteursrechtinbreuk zou het noodzakelijk zijn elk i ndi vidueel merk te toetsen aan de eisen die aan auteursrechtelijke bescherming worden gesteld, wat in dit kort geding niet mogelijk is. Het standpunt van BMM c.s. uat ciK mei'K uit zijn aaru auteursrecnteiijK zou zijn ueschermd is in zi'n algemeenheid niet 'uist. De xrorderincr^n k ll nnen daarom alleen worden toegewezen voor het Beneluxgebied. Hof Amsterdam, 14 sept. 2000, nr. 50, blz. 239.
De slagzin: 'De stoel die met uw kind meegroeit' kan niet worden aangemerkt als een auteursrechtelijk beschermd werk. Daarvoor ligt de slagzin teveel voor de hand. Ook beschrijft zij slechts waarin een meegroeistoel zich onderscheidt van een gewone baby - of kinderstoel, welke beschrijving Stokke es. niet kunnen monopoliseren. Rb. 's-Gravenhage, 4 okt. 2000, nr. 78, blz. 363.
geschriftenbescherming De tekeningen van GEC waarop aandrijfassen en uitgaande assen zijn getekend hebben geen eigen origineel karakter dat het persoonlijk stempel van de maker draagt. De tekeningen zijn wel aan te merken als 'andere geschriften' waaraan auteursrechtelijke bescherming toekomt. Hieraan doet niet af dat de tekeningen niet openbaar zijn gemaakt. Het is in overeenstemming met de ratio van het auteursrecht ten aanzien van geschriften zonder eigen of persoonlijk karakter, dat in een geval als het
De Bigfoot bevat een combinatie van eigenschappen die de Bigfoot een eigen oorspronkelijk karakter met een persoonlijk stempel van de maker geven. De door Framas overgelegde voorbeelden van in hun ogen op de Bigfoot gelijkende eerdere tafels, althans tafels die naar een gelijk concept zijn ontworpen, wijken herkenbaar af van de Bigfoot. Het voorgaande leidt dan ook voorshands tot het oordeel
drijven onder de verplichting tot geheimhouding ter beschikking stelt, uitsluitend aan GEC als degene(n) die op schrift stelt/ stellen, het voordeel van het exploiteren in auteursrechtelijke zin toekomt. Vergelijking van de tekeningen van GEC met die van IJsselstein wijst uit dat bij die laatste duidelijk sprake is van ontlening. Derhalve is sprake van inbreuk. Hof Leeuwarden, 22 sept. 1999, nr. 60, blz. 286 (met noot).
UllUCllldVlgC, Wddllll U t ^
L C J V C l l i l l g C l l 51CL11L3 t t d l l UCJJd.cllUC U t "
U d L U C D I g l U U L eU3 CC1I W C l K l l l U t Z.111 V£tll U t A U L t U l S W t L U l t l I L IC
worden beschouwd. Pres. Rb. Amsterdam, 9 dec. 1999, nr. 94, blz. 465 (met noot). Voorshands is de president van oordeel dat de meubelontwerpen geen werken in auteursrechtelijke zin vormen. Weliswaar wordt niet enkel teruggegrepen op traditionele elementen van één bepaalde stijl, maar anderzijds is niet aannemelijk dat de modellen in hun geheel, dan wel bepaalde ornamenten daarvan een oorspronkelijk karakter bezitten, terwijl ook de combinatie van de verschillende ornamenten niet het persoonlijk stempel van de maker draagt. Pres. Rb. 's-Gravenhage, 4 maart 1998, nr. 31, blz. 175. De Bigfoot is het resultaat van een combinatie van op zichzelf niet oorspronkelijke elementen, die de Bigfoot evenwel een eigen, oorspronkelijk karakter verleent. Door gedaagde zijn geen afbeeldingen van vóór 1995 bekende tafels geproduceerd waarop tafels met een overeenkomstige totaalindruk zijn te zien. Dat het ontwerp van de Bigfoot wellicht in een trend past - te weten van 'poten door het blad' en eenvoud, gepaard aan stevige, vierkante poten - laat onverlet hetgeen hierboven is overwogen omtrent het herkenbaar oorspronkelijke karakter van de Bigfoot. Ptes. Rb. 's-Gravenhage, 21 juli 2000, nr. 95, blz. 467. Dat de vorm van de romp uitsluitend esthetisch zou zijn bepaald is niet aannemelijk nu deze vorm zich (grotendeels) onder water bevindt en daarom bij normaal gebruik van het schip niet zichtbaar is. Mede gelet op het belang dat in de onderhandelingen tussen eisers en IHDA is gehecht aan het gewicht van het casco, welk gewicht beduidend lager zou zijn dan gebruikelijk, ligt het meer voor de hand dat deze vorm in de eerste plaats is bepaald door technische aspecten, zodat voorshands geen sprake lijkt te zijn van een auteursrechtelijk beschermenswaardig uiterlijk. Pres. Rb. Rotterdam, 30 dec. 1999, nr. 80, blz. 375 (met noot).
Art. 10, lid 1, n ° Het ontwerp van deflessenvan Moet kan niet gelden als een nieuw en ootspronkelijk werk dat het persoonlijk stempel draagt van de maker. Rb. 's-Gravenhage, 8 nov. 2000, nr. 64, blz. 304. Art. 13 Pres.: Bij de beantwoording van de vraag of de Sound Machine een nabootsing in gewijzigde vorm is van de Top Scan mag slechts acht worden geslagen op aspecten van liet ontwerp die - gegeven de wens tot realisatie van een bepaald, op zichzelf niet auteursrechtelijk beschermd concept - binnen het - daardoor afgepaalde - auteursrechtelijk wèl beschermde domein van de keuzevrijheid van de maker ligt. De keuzevrijheid van de ontwerper wordt verminderd door eisen die op het punt van commerciële en technische exploitatiemogelijkheden (gewicht, omvang, spanwijdte) redelijkerwijs moeten worden gesteld. Nadruk moet worden gelegd op het belang van vergelijking met inachtneming van de totaalindruk, voorzover die althans door de auteursrechtelijk beschermde elementen wordt bepaald, waarbij in het algemeen gesproken aan overeenkomsten van die elementen meer gewicht toekomt dan aan verschillen. De gezichtsbepalende kenmerken van de Top Scan komen in het ontwerp van de Sound Machine terug. De omstandigheid dat bij de votmgeving van de Sound Machine is gekozen voor vijf armen met per arm zes stoelen, is onvoldoende om in de context van de ovetige elementen een betekenisvolle invloed op de totaalindruk te kunnen uitoefenen. Gegeven de totaalindruk wijkt het ontwerp van de Sound Machine naar het oordeel van de president onvoldoende af om als een nieuw oorspronkelijk werk te kunnen worden beschouwd. Hof Amsterdam, 9 dec. 1999, nr. 87, blz. 415 (met noot). De tafels vertonen een frappante gelijkenis. De onderlinge verschillen zijn slechts bij nauwkeurige inspectie van de tafels
5 2 6
B I J B L A D
I N D U S T R I Ë L E
waarneembaar en kunnen niet afdoen aan de identieke totaalindruk. Hoewel de vorm van een tafel grotendeels wordt gedicteerd door eisen van functionaliteit, waardoor de beschermingsomvang slechts een geringe is, is de onderlinge gelijkenis van de beide tafels dermate groot dat moet worden gesproken van ontlening. Dat sprake is van een bewust kopiëren van de Bigfoot door Van Stralendorff acht het Hof voorshands onvoldoende aannemelijk geworden. Van Stralendorff heeft evenwel onvoldoende aannemelijk gemaakt dat zijn tafel een zelfstandige creatie is waarbij van ontlening, bewust of onbewust, geen sprake is. Hof Amsterdam, 2 nov. 2000, nr. 93, blz. 460. Eerst wanneer is vastgesteld dat en in hoeverre de Breedendam-sloep als auteursrechtelijk werk kan worden aangemerkt, kan worden onderzocht of de sloep van Overbeek daarop inbreuk maakt. De vraag of de sloep van Van Overbeek inbreuk op het auteursrecht van de Breedendam maakt kan niet bevestigend worden beantwoord. Hof's-Gravenhage, 5 nov. 1998, nr. 79, blz. 370. Wanneer in aanmerking wordt genomen dat het motief'beschuit met muisjes' vrij is, kan niet staande worden gehouden dat er een zodanige mate van overeenstemming bestaat tussen beide zegelontwerpen dat aannemelijk is dat van ontlening van auteursrechtelijke trekken sprake is. De totaalindruk van de zegel van Regiopost verschilt - binnen de grenzen van het gegeven motief - sterk van dat van de zegel van de PTT. Geen inbreuk. Rb. 's-Gravenhage, 29 maart 2000, nr. 40, blz. 211. Naar het oordeel van de rechtbank maken de Alpha en Bètastoelen inbreuk op dit auteursrecht. Bij oppervlakkige waarneming van de Alphastoel lijkt deze niet te verschillen van de Tripp Trapp-stoel. De Bètastoel verschilt van de Alphastoel op één punt: de Bètastoel heeft in plaats van een (verwijderbare) beugel een (verwijderbaar) blad. Rb. 's-Gravenhage, 4 okt. 2000, nr. 78, blz. 363. Hoewel de poten van de Opmaat in verhouding tot de verdere maatvoering van de tafel opvallend aanwezig zijn, blijft de uitstraling van de Opmaat die van een eetkamertafel voor een gemiddeld hedendaags interieur, zulks in tegenstelling tot de Bigfoot, die veeleer uit de oertijd lijkt te stammen. Op grond van de verschillen in samenhang beschouwd, zijn de verschillen in de totaalindrukken van de beide tafels zodanig groot dat niet gezegd kan worden dat de Opmaat een gehele of gedeeltelijke nabootsing van de Bigfoot is. Als enig opvallend punt van overeenstemming blijft over het idee om de bovenkant van de tafel te laten doorlopen in de hoeken van het tafelblad. De wijze waarop dit idee is uitgevoerd is echter bij beide tafels wezenlijk verschillend. Pres. Rb. Amsterdam, 9 dec. 1999, nr. 94, blz. 465 (met noot). Tussen de door Jakotrade verhandelde kinderstoel van het model SIT UP en de TRIPP TRAPP-kinderstoel van Stokke bestaat een dusdanige gelijkenis, niet alleen wat betreft het totaalbeeld maar zelfs op het niveau van de uitvoering van de afzonderlijke onderdelen, dat de SIT UP als een verveelvoudiging van de laatstgenoemde moet worden beschouwd en niet als een nieuw, oorspronkelijk ontwerp, zodat Jakotrade met de verhandeling van de SIT UP-kinderstoel inbreuk maakt op de auteursrechten van Stokke. Pres. Rb. 's-Gravenhage, 13 okt. 1999, nr. 81, blz. 378.
E I G E N D O M
2 0 0 1
Bij de beoordeling van de vraag naar de auteursrechtelijke verveelvoudiging gaat het om vergelijking van de totaalindruk die de beide tafels maken. Die wordt bij de Bigfoot in overwegende mate bepaald door de dimensionering. De Elephant, in elk geval in de versie met poten van 14 x 14 cm, moet als verveelvoudiging van de Bigfoot worden aangemerkt. Naar voorlopig oordeel is ook met de variant van de Elephant met poten met doorsnede 11,3 x 11,3 cm onvoldoende afstand genomen tot het ontwerp van de Bigfoot. Pres. Rb. 's-Gravenhage, 21 juli 2000, nr. 95, blz. 467. Art. 13 i.v.m. art. 1; art. 6:265 e.v. BW Dat Venta en DMA de tekening van het Ms. Muscari na 7 november 1999 niet meer zou mogen gebruiken is niet duidelijk geworden nu, tegenover de gemotiveerde betwisting door Venta, onvoldoende is gesteld en gebleken dat eisers gerechtigd waren tot ontbinding van de samenwerkingsovereenkomst danwei welke gevolgen deze ontbinding zou hebben voor de reeds gebouwde en in aanbouw zijnde casco's. Pres. Rb. Rotterdam, 30 dec. 1999, nr. 80, blz. 375. Art. 25, lid 1 d Het gaat erom of sprake is van een zodanige verminking dat deze nadeel kan toebrengen aan de eer of de naam van de maker of aan zijn waarde in deze hoedanigheid. De nadruk ligt hier dus op de auteur en niet op diens werk. Voorts is er op voorhand minder aanleiding tot inbreuk als hier aan de orde te constateren, indien het - zoals hier - gaat om reproducties/ massaproducties en niet om authentieke kunstvoorwerpen waarvan slechts één of enkele exemplaren bestaan. Bovendien kan niet gezegd worden dat door de twee plankjes bij de Alphastoel (en bij de Bètastoel bovendien door de vervanging van een blad door een beugel) sprake is van een verminking van het ontwerp van de Tripp Trapp-stoel. Rb. 's-Gravenhage, 4 okt. 2000, nr. 78, blz. 363. Art. 26
Pres.: Gedaagden (van der Beek es) hebben de door eiseres gestelde feitelijke band tussen Knijpstra Konstruktie B.V. en eiseres niet betwist. Uit de overgelegde producties blijkt dat de markt de Top Scan ziet als een attractie die door eiseres op de markt wordt gebracht. Onder die omstandigheden is voldoende aannemelijk dat eiseres mede-auteursrechthebbende is op het ontwerp van de Top Scan, hetgeen op grond van artikel 26 Aw meebrengt dat eiseres in dit geding zelfstandig voor haar rechten kan opkomen. Hof Amsterdam, 9 dec. 1999, nr. 87, blz. 415 (met noot). Art. 27a Stokke es. hebben hun schadebeperkingsplicht verzaakt en met andere woorden de schade geheel aan zichzelf te wijten, door eerst kort na 8 mei 1998 een sommatiebrief aan Jako Trade te doen uitgaan, die ook Hauck betrof. Niet meer dan een bedrag gelijk aan het grootste van de totaalbedragen aan gevorderde winstafdracht respectievelijk schade bestaande uit gederfde winst kan worden toegewezen. Uit de vorderingen en stellingen van Hauck es. leidt de rechtbank af dat zij ten deze kiezen voor het bedrag van de winstafdracht. Schade per 1 juli 1998 uit anderen hoofde dan gederfde winst hebben Stokke es. niet of onvoldoende gesteld, zodat de vordering tot schadevergoeding en de daarop gerichte nevenvorderingen zullen worden afgewezen. Rb. 's-Gravenhage, 4okt. 2000, nr. 78, blz. 363.
B I J B L A D
2 0 0 1
I N D U S T R I Ë L E
Art. 27a i.v.m. art. 6:162 BW Van Stralendorff zet gemotiveerd uiteen dat hij als kleinschalige ondernemer in de onmogelijkheid verkeert te voldoen aan de in het dictum onder 3 en 4 vervatte - door een dwangsom versterkte - veroordelingen. Kopiefacturen of andere document-Cli W d c t l U l L i V d l l U i l j l V t l l
WCÜS. L V p t L d i t l l l l j d d l i W i t i l C t i L V t L "
Trorht hp7Ït-hii n i p t p n l ^ n hii H I K nipt nyprlpcrupn
riP7p cfpllin-
gen van Van Stralendorff omtrent de wijze van administratie van zijn verkooptransacties komen, gezien de aard en omvang van zijn onderneming, vooralsnog niet onaannemelijk voor. Van Stralendorff maakt terecht bezwaar tegen de in het dictum opgenomen veroordelingen en de daaraan gekoppelde dwangsom. Hof Amsterdam, 2 nov. 2000, nr. 93, blz. 460. Art. 47; Nederlands IPR In elke lidstaat afzonderlijk zal moeten worden beoordeeld of volgens het nationale recht van een lidstaat een bepaalde gedraging al dan niet tot rechtsverwerking aanleiding geeft. JAL*. a - v j i t i v t - i i i i i A g ' - , 4
ulYl
- . ^•L'V-'U, 111. / u , L » Ü . J U J .
Vb Europese Richtlijn 96/9/EG van 11 maart 1996, (Pb. L.77/20, betreffende de rechtsbescherming van databanken) Art. 4 sub c Richtlijn 91/250 (Computerprogramma-richtlijn) i.v.m. artt. 85 en 86 (oud) EEG-Verdrag (thans artt. 81 en 82 Verhindering parallelimport van Microsoft-artikelen uit Canada. Strijd met communautaire mededingingsregels? Uit de door verzoekster verstrekte gegevens blijkt dat MC en MF een economische eenheid vormen waarbinnen MF over geen enkele zelfstandigheid beschikt om haar marktgedrag te bepalen. Het verbod van artikel 85, lid 1 van het Verdrag nu is echter niet van toepassing op eventuele beslissingen die binnen een groep worden genomen om de relaties tussen de verschillende componenten van die entiteit te regelen. Zelfs aangenomen dat het invoerverbod het gevolg is van een gezamenlijke beslissing van MC en MF, kan er dus geen sprake zijn van een inbreuk op artikel 85, lid 1 van het Verdrag. Ofschoon het juist is, dat de verkoop door Microsoft van kopieën van software in Canada ingevolge artikel 4, sub c, van richtlijn 91/250 op zichzelf niet Microsofts auteursrechten op die producten in de Gemeenschap uitput, vormen de door verzoekster verschafte feitelijke gegevens op zijn minst een aanwijzing, dat Microsoft voor equivalente transacties lagere prijzen toepaste op de Canadese markt dan op de communautaire markt, en dat de communautaire prijzen te hoog waren. Het is vaste rechtspraak, dat in beginsel de uitoefening van auteursrechten door de rechthebbende, evenals het verbod op de invoer van producten vanuit een gebied buiten de Gemeenschap naar een lidstaat van de Gemeenschap, op zichzelf geen schending van artikel 86 van het Verdrag oplevert, maar dat die uitoefening in uitzonderlijke omstandigheden misbruik kan opleveren. In casu kon de Commissie dus niet zonder grondiger onderzoek van de klacht stellen, dat de gegevens waarover zij bij de vaststelling van de bestreden beschikking beschikte, geen aanwijzing voor misbruik door Microsoft opleverden. Gelet op de verplichtingen die op de Commissie rusten wanneer zij een krachtens artikel 3, lid 2, van verordening nr. 17 bij haar ingediende klacht behandelt, diende zij op zijn minst na te gaan, of de door verzoekster op basis van documenten met althans een zekere bewijskracht verstrekte gegevens al dan niet vastston-
E I G E N D O M
5 2 7
den, en eventueel of er in casu geen bijzondere omstandigheden waren die meebrachten, dat artikel 86 van het Verdrag was geschonden. Bij de vaststelling van de bestreden beschikking is dus een kennelijke beoordelingsfout gemaakt. Gerecht van Eerste Aanleg van de E.G., 16 dec. 1999, nr. 72, blz. 331 (met noot). VI Domeinnamenrecht 'Domeinnamenrecht' i.v.m. art. 700 e.v. Rv. Nu KPN geen (betere) rechten dan Denda kan doen gelden op het enkele woord 'telefoongids', kan naar het voorlopig oordeel van de president niet gezegd worden dat DM door de domeinnaam 'telefoongids.nl' op haar naam te laten stellen, onrechtmatig heeft gehandeld j egens KPN. DM heeft voortvarend gehandeld door de haar ter hand staande en toelaatbare middelen aan te grijpen om deze tenaamstelling voor elkaar te krijgen. Het conservatoire uesiag tot levering van ueze uorneinnaarn wordt evenwel niet opgeheven, nu niet onaannemelijk is dat in de bodemprocedure enige vorm van schadevergoeding aan KPN zal worden toegekend, waarbij een al dan niet gedeeltelijke vergoeding van die schade in natura (zie art. 6:103 BW), en wel in de vorm van overdracht van de domeinnaam, niet is uit te sluiten. Rb. Almelo, 19 juni 2001, nr. 55, blz. 272. VII Burgerlijk Wetboek (rechtsverwerking) Het enkel stilzitten leidt naar Nederlands recht niet tot rechtsverwerking. Nodig is de aanwezigheid van bijzondere omstandigheden als gevolg waarvan bij de schuldenaar het gerechtvaardigd vertrouwen is gewekt dat de schuldeiser zijn aanspraak niet (meer) geldend zal maken, of de positie van de schuldenaar onredelijk zou worden benadeeld of verzwaard in geval de schuldenaar zijn aanspraak alsnog geldend zou maken. De gebeurtenissen op de Duitse markt rechtvaardigen nog geen beroep op rechtsverwerking in Nederland. Zelfs als de dochteronderneming Stokke België' in 1995 op de beurs te Brussel te kennen heeft gegeven geen problemen te hebben met de verkoop van Alpha en Bètastoelen, is dat nog niet voldoende om aan te nemen dat Stokke es. daardoor hun recht hebben verwerkt om in Nederland op te komen tegen auteursrechtelijke inbreuken van Hauck en haar Nederlandse distributeur. De rechtbank is wel van oordeel dat het tot medio 1998 passieve optreden van Stokke es. Tegen Hauck es. in Nederland van invloed is op de beslissing om schadevergoeding toe te kennen. Rb. 's-Gravenhage, 4 okt. 2000, nr. 78, blz. 363. Artt. 3:166 en 3:169 i.v.m. 6:265 i.v.m. art. 39 ROW (1910) De uit te spreken ontbinding van de overeenkomst tussen partijen op grond van wanprestatie van Boal en mogelijkerwijze ook van Bom, zal in elk geval niet tot gevolg hebben dat reeds daardoor voor Boal de verplichting ontstaat om haar gedeelte van het octrooi om niet aan Bom over te dragen. Voorop staat dat partijen blijkens het octrooischrift een volledig gelijkwaardige positie innemen met betrekking tot het onderhavige octrooi, nu de aanvraag - uiteindelijk - op beider naam is gesteld en zij - derhalve - in het octrooischrift beiden als octrooihouder worden aangemerkt. Zij hebben zich in de periode daarna ook als zodanig gedragen. Uit niets blijkt dat Boal zich ooit jegens
5 2 8
B I J B L A D
I N D U S T R I Ë L E
Bom heeft verplicht om haar aandeel in het octrooi bij een eventueel eindigen van de samenwerking aan Bom over te dragen, al dan niet tegen vergoeding. Dat betekent dat de aanstaande ontbinding van de overeenkomst tot gevolg zal hebben dat ten aanzien van het octrooi een gemeenschap zal (blijven) bestaan die slechts kan worden verdeeld op basis van het voor verdeling geldende wettelijke regime. Zolang die verdeling niet heeft plaatsgevonden, zal - bij gebreke van enige afspraak terzake - ieder van partijen gerechtigd zijn de aan de octrooihouder voorbehouden handelingen te verrichten zonder daarvoor aan de andere partij enige vergoeding verschuldigd te zijn. Anderzijds zal geen van partijen, gelet op het bepaalde in art. 39 lid 2 ROW 1910, zonder toestemming van de ander een licentie onder het octrooi aan derden kunnen verlenen. Rb. 's-Gravenhage, 20 jan. 1999, nr. 4, blz. 16. Art. 3:296; art. 13A leden 3 en 4 en art. i3bis BMW Er is geen aanleiding de gevorderde nevenvorderingen toe te wijzen aangezien niet valt in te zien waarom door deze merkinbreuk schade is veroorzaakt. Rb. 's-Gravenhage, 28 juni 2000, nr. 8, blz. 37. Art. 3:300 (reële executie) Het gebod aan gedaagde om SIDN te verzoeken de domeinnaam over te dragen aan eiseres omvat een machtiging om dit vonnis in de plaats te doen stellen van een wilsverklaring van gedaagde indien deze met de nakoming van het gebod in gebreke is. Pres. Rb. Amsterdam, 6 juli 2000, nr. 68, blz. 319. Art. 3:303 DWF heeft als verweer gevoerd dat, zelfs als sprake zou zijn van inbreuk op enig aan Baume & Mercier toekomend model- of auteursrecht, deze geen belang heeft bij haar vorderingen. DWF is een verhoudingsgewijs kleine importeur, die door Baume & Mercier slechts in rechte zou zijn betrokken om een veroordelend vonnis te verkrijgen met het oogmerk dat vervolgens tegen de fabrikant van de betreffende horloges in te roepen. Dit verweer faalt, reeds omdat ter terechtzitting is gebleken dat DWF de enige importeur van de betreffende horloges in Nederland is. Aan Baume & Mercier kan niet het recht worden ontzegd om tegen een dergelijke importeur - hoe klein ook - op te treden, indien is vastgesteld dat er sprake is van inbreuk op haar intellectuele eigendomsrechten, bij handhaving waarvan zij uiteraard een (al dan niet commercieel) belang heeft. Pres. Rb. 's-Gravenhage, 26 aug. 1999, nr. 71, blz. 329. Art. 6:162 Het staat Van der Beek in beginsel vrij de door technische eisen bepaalde elementen van de Top Scan na te volgen, voorzover zij althans niet door een octrooi zijn beschermd. Hof Amsterdam, 9 dec. 1999, nr. 87, blz. 415 (met noot). Pres.: BMM c.s. hebben door het handelen van Infocom c.s. schade gelden. Zij hebben immers kosten moeten maken voor telefoongesprekken en voor mailings aan hun cliënten en relaties. Voorschot op schadevergoeding ad ƒ 25.000,- toegewezen. Hof Amsterdam, 14 sept. 2000, nr. 50, blz. 239. Het Hof neemt wel inbreuk op het auteursrecht aan, maar niet tevens een los daarvan gepleegde onrechtmatige daad omdat Van Stralendorff willens en wetens nabootsingen van de Bigfoot op de markt zou hebben gebracht. Vooralsnog wordt niet aannemelijk geacht dat Van Stralendorff wist of had behoren te
E I G E N D O M
2 0 0 1
weten dat hij met zijn producten inbreuk maakte op de rechten van derden. Bekendheid van een ontwerp in de internationale wereld van het meubeldesign kan niet worden gelijkgesteld met bekendheid bij een kleine zelfstandige meubelmaker als Van Stralendorff. Enig spoedeisend belang bij het gevraagde voorschot op schadevergoeding is niet gesteld en evenmin aannemelijk. Toekenning zou ook afstuiten op het voorshands niet aannemelijk zijn geworden van een toerekenbare onrechtmatige daad - buiten de auteursrechtinbreuk - van Van Stralendorff. Hof Amsterdam, 2 nov. 2000, nr. 93, blz. 460. Evenmin is sprake van onrechtmatig gebruik van hetzelfde winkelconcept. Niet aannemelijk is dat Roobol zich door haar winkelconcept onderscheidt van andere (soortgelijke) winkelbedrijven, terwijl het uiterlijk van de winkels, de bestelbusjes en de (plaatsing van) de vlaggen van Roobol en Rijnmond zodanig verschillen, dat niet gezegd kan worden dat Rijnmond aanhaakt bij Roobol en verwarring te duchten is. Hof's-Gravenhage, 14 sept. 2000, nr. 47, blz. 235. Gegeven de vrijheid van de PTT om voor haar voor het specifieke doel bestemde zegels te kiezen voor de afbeelding van een zo ingeburgerd motief als beschuit met muisj es - al stonden haar ook andere symbolen ter beschikking - is voor het oordeel dat de handelwijze van de PTT onrechtmatig is, vereist dat de zegel van Regiopost nodeloos is nagebootst op een zodanig wijze dat het publiek in verwarring wordt gebracht. Gegeven de geringe mate van gelijkenis tussen de zegelontwerpen, gevoegd bij de omstandigheid dat de zegels van Regiopost duidelijk haar naam vermelden en die van de PTT als 'postzegel' zijn aangeduid, valt niet aan te nemen dat het publiek een van de zegels van partij en voor een van de ander zal aanzien. Geen verwarringwekkende nabootsing. Rb. 's-Gravenhage, 29 maart 2000, nr. 40, blz. 211. Indien Hauck es. de slagzin: 'De stoel die met uw kind meegroeit' op de Nederlandse markt slaafs zouden navolgen, hetgeen niet is gesteld, dan zou zulks onrechtmatig kunnen zijn. Stokke es. voeren echter slechts aan dat Hauck de slagzinnen: 'Der Stuhl, der mitwachst; the chair that develops with the child' bezigt. Rb. 's-Gravenhage, 4 okt. 2000, nr. 78, blz. 363. Bestudering van de uitdraai van het voorportaal van de website belles.nl leert dat DDS zich evident heeft ingespannen om die website te tooien met de voor KPN zo specifieke kleurencombinatie 'KPN groen', blauwpaars, rood en wit. Dit wordt versterkt door een forse aanduiding KPN in de linkeronderhoek, die geen (aanklikbaar) doel dient en dus kennelijk in samenhang met voormelde kleuren alleen bedoeld kan zij n om te doen voorkomen dat het hier een met KPN gelieerde website betreft. Met de op de website van DM voorkomende aanduiding 'U wordt binnen enkele ogenblikken doorgelinkt naar de eerste interactieve telefoongids van Nederland' werkt DM uitdrukkelijk mee aan het onrechtmatig leunen op KPN, nu de eerste interactieve telefoongids in Nederland niet van Denda is, maar van KPN. Een en ander is niet alleen in strijd met door DDS met KPN gemaakte afspraken, maar levert ook onrechtmatig handelen van DM en DDS jegens KPN op. Pres. Rb. Almelo, 19 juni 2001, nr. 55, blz. 272. De onder B gevorderde opgave wordt niet toegewezen, nu E15 reeds is medegedeeld dat Ambiance zelf als producente valt
2 0 0 1
B I J B L A D
I N D U S T R I Ë L E
aan te merken, het enkele in voorraad hebben van de auteursrechtelijke verveelvoudigingen nog geen auteursrechtinbreuk oplevert en de voor de berekening van behaalde winst benodigde gegevens thans nog niet beschikbaar behoeven te zijn. De onder C gevorderde maatregel gaat in het kader van een kort geding te ver, terwijl aannemelijk is dat Ambiance (vrijwel) uitsluitend aan particulieren zal hebben geleverd, zodat voor een recall geen plaats is. Pres. Rb. 's-Gravenhage, 21 juli 2000, nr. 95, blz. 467. De kaarsen zijn op het eerste gezicht niet van echte nessen Champagne te onderscheiden. Doorslaggevend is daarbij dat op het etiket prominent vermeld staat Champagne. Door gebruikmaking van deze aanduiding, in combinatie met de overige kenmerken van de verpakking van Champagne, is onmiskenbaar sprake van onrechtmatig aanhaken bij het (kwaliteits)product Champagne, aangezien voor dat aanhaken geen enkele noodzaak of rechtvaardiging valt aan te wijzen terwijl anderzijds schade kan worden toegebracht aan de kwaliteitsassociaties die het prouuct Cnampagne nu eenmaal oproept. Onuer meer is aannemelijk dat het product ook zal worden gekocht om het als een 'fop-cadeau' aan derden ten geschenke te geven, een actie die het vertrouwen in het kwaliteitsproduct Champagne kan aantasten. Pres. Rb. 's-Gravenhage, 6 dec. 2000, nr. 88, blz. 424. Niet meer als een zakelijke weergave van standpunten aan te mensen zijn ue uiijKuaar uit ue monu van Rinus van DIJKC opgetekende citaten: Ik denk dat DMA niet meer dan ƒ 10.000,in kas heeft, Ze deinzen nergens voor terug, waarmee wordt verwezen naar de betrouwbaarheid en moraliteit van DMA en Venta. Dat deze stellingen van Rinus van Dijke, voorzover zij al correct door de pers zijn weergegeven, onjuist danwei misleidend zijn, hebben DMA en Venta niet met zoveel woorden aangevoerd. Overigens zijn deze stellingen ook niet zodanig grievend of onzorgvuldig dat zij een rectificatie zouden behoeven. Pres. Rb. Rotterdam, 30 dec. 1999, nr. 80, blz. 375. Art. 6:162 en 289 Rv Het is vaste rechtspraak dat in beginsel - behoudens bijzondere omstandigheden moet worden aangenomen dat degene die door dreiging met executie zijn wederpartij heeft gedwongen zich naar een in kort geding gegeven verbod te gedragen, onrechtmatig heeft gehandeld wanneer hij, naar achteraf blijkt uit de uitspraak in het bodemgeschil, niet het recht had van de wederpartij te vergen dat deze zich van de desbetreffende handelingen onthield. Voorts mag er gegeven de aard van het kortgedingvonnis van worden uitgegaan dat degene die met executie dreigt, wist althans behoorde te weten dat hij zij n handelen baseerde op een voorlopige maatregel, zodat de door zijn handelen veroorzaakte schade in beginsel als door zijn schuld veroorzaakt heeft te gelden. Rb. 's-Gravenhage, 4 okt. 2000, nr. 82, blz. 400. Art. 6:162 i.v.m. art. 14, lid 5 (oud) BTMW Artikel 14 lid 5 BTMW staat aan een vordering wegens slaafse nabootsing in de weg, nu De Breedendam ten aanzien van haar sloepen, die als model in de zin van die wet zijn te beschouwen en die na het in werking treden van de BTMW zijn ontwikkeld, geen modeldepot heeft verricht. Bijzondere feiten en omstandigheden op grond waarvan De Breedendam een vordering op grond van ongeoorloofde mede-
E I G E N D O M
5 2 9
dinging zou toekomen, zijn niet gesteld of genoegzaam aannemelijk geworden. Hof's-Gravenhage, 5 nov. 1998, nr. 79, blz. 370. Ingevolge het Prince-arrest van het Benelux-Gerechtshof heeft een vordering gebaseerd op oneerlijke mededinging slechts kans van slagen indien de in art. 14 lid 1 BTMW genoemde handelingen gepaard gaan met bijkomende omstandigheden die op zichzelf ook oneerlijke mededinging zouden opleveren. Eiseressen benadrukken de rol van een oudwerknemer van Fonkel, die is overgegaan naar Pema. Weliswaar is zeker niet uitgesloten dat deze zijn nieuwe werkgever heeft geïnspireerd tot nabootsing, maar daarin ligt naar het voorlopig oordeel van de president nog geen bijkomende omstandigheid die de nabootsing als onrechtmatig bestempelt. Pres. Rb. 's-Gravenhage, 4 maart 1998, nr. 31, blz. 175. Art. 6:162 i.v.m. art. 27a Aw Van Stralendorff zet gemotiveerd uiteen dat hij als kleinschalige ondernemer in de onmogelijkheid verkeert te voldoen aan de in het dictum onder 3 en 4 vervatte - door een dwangsom versterkte - veroordelingen. Kopiefacturen of andere documenten waaruit kan blijken welk type tafel hij aan wie heeft verkocht, bezit hij niet en kan hij dus niet overleggen. Deze stellingen van Van Stralendorff omtrent de wijze van administratie van zijn verkooptransacties komen, gezien de aard en omvang van zijn onderneming, vooralsnog niet onaannemelijk voor. Van Stralendorff maakt terecht bezwaar tegen de in het dictum opgenomen veroordelingen en de daaraan gekoppelde dwangsom. Hof Amsterdam, 2 nov. 2000, nr. 93, blz. 460. Art. 6:194 In het beeldmerk is duidelijk te lezen 'lid Bovag', hetgeen moeilijk anders is uit te leggen dan dat Van der Vossen lidmaatschap van Bovag pretendeert. Hieruit blijkt dat Van der Vossen, die immers geen lid van Bovag is, zich schuldig maakt aan misleiding van het publiek. Hof Amsterdam, 11 juni 1998, nr. 69, blz. 321. De combinatie van alle op zichzelf staande misleidende elementen, zoals die in rov. 5 van het vonnis zijn weergegeven, maakt dat de mailing misleidend is. Daaraan doet niet af dat er ook onderscheid is tussen die mailing en hetgeen de (potentiële) merkhouders van het Benelux Merkenbureau kennen of verwachten. Hof Amsterdam, 14 sept. 2000, nr. 50, blz. 239. De door de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) en het Kon. Ned. Gen. van Fysiotherapeuten (KNGF) aan hun leden verzonden brieven zijn aan te merken als reclame van Meeüs, nu Meeüs de mededelingen omtrent de aangeboden polis heeft opgesteld, en nu de mededelingen met toestemming en medewerking van Meeüs zijn verzonden. Gestandaardiseerde mededelingen, gedaan per gesloten brief of als drukwerk (zgn. 'direct mail') dienen te worden aangemerkt als openbaar gemaakte mededelingen in de zin van art. 6:194 BW.
Mededelingen over beweerdelijk voordeliger arbeidsongeschiktheidsverzekering misleidend geacht (zie r.ov. 3.8 t/m 3.10 van het vonnis). Pres. Rb. Breda, 22 jan. 2001, nr. 10, blz. 67.
5 3 0
B I J B L A D
I N D U S T R I Ë L E
Art. 6:195 Beroep op onvoldoende voorbereidingstijd voor kort geding van de hand gewezen: van Meeüs kan in redelijkheid worden verlangd dat zij, alvorens massaal potentiële verzekeringnemers aan te schrijven, beschikt over voldoende bewijsmateriaal ter staving van de daarbij vermelde claims. Pres. Rb. Breda, 22 jan. 2001, nr. 10, blz. 67. Vast staat dat het in de advertentie geciteerde artikel een zogenaamde 'meta-analyse' is en niet aan de eisen voor individueel vergelijkende reclame voor geneesmiddelen voldoet, aangezien het artikel niet het resultaat van een rechtstreeks vergelijkend onderzoek inhoudt. Er is geen aanleiding om na te gaan of de publicaties waar Ipsen zich ter ondersteuning van de juistheid van een dose-ratio van 1:3 overigens nog op beroept wèl aan de eisen voldoen, omdat in elk geval vaststaat dat er tenminste één publicatie voorhanden is die aan genoemde eisen voldoet en waarvan de inhoud de juistheid van de waarde 1:3 weerspreekt. De vordering van Allergan, strekkende tot een verbod en een rectificatie, is dan ook toewijsbaar. Pres. Rb. 's-Gravenhage, 22 juli 1999, nr. 6, blz. 23.
E I G E N D O M
2 0 0 1
Art. 6:265 e-v.; art. 1 i.v.m. art. 13 Aw Dat Venta en DMA de tekening van het Ms. Muscari na 7 november 1999 niet meer zou mogen gebruiken is niet duidelijk geworden nu, tegenover de gemotiveerde betwisting door Venta, onvoldoende is gesteld en gebleken dat eisers gerechtigd waren tot ontbinding van de samenwerkingsovereenkomst danwei welke gevolgen deze ontbinding zou hebben voor de reeds gebouwde en in aanbouw zijnde casco's. Pres. Rb. Rotterdam, 30 dec. 1999, nr. 80, blz. 375. Art. 7:611 Het stond IJsselstein tijdens zijn dienstbetrekking niet vrij om zonder toestemming van GEC met Belliss in zee te gaan en hij heeft daarmee niet gehandeld zoals een goed werknemer betaamt, ook al bevat de arbeidsovereenkomst te dezen geen specifieke bepaling. Evenmin stond het hem vrij tekeningen die hij uit hoofde van zijn functie mee naar huis mocht nemen, zonder toestemming van GEC aan derden aan te bieden en op deze wijze zijn werkgever te beconcutreren. Hof Leeuwarden, 22 sept. 1999, nr. 60, blz. 286. VIIIaE.G.-Verdrag
Art. 6:196 Verbod. Bevel tot rectificatie (voor tekst zie dictum vonnis): - in 13.500 brieven voor artsen en fysiotherapeuten op briefpapier van Meeüs, binnen twee dagen af te leveren bij eiseres Movir; - op de homepage van de website van Meeüs, binnen 12 uur na betekening van het vonnis; - met een advertentie op pagina 3 met tenminste een omvang van twee kolommen in Het Financieele Dagblad, De Volkskrant, De Telegraaf en het Algemeen Dagblad, en wel zo spoedig als technisch mogelijk. Dwangsom ƒ 1.000.000,- met matigingsclausule. Pres. Rb. Breda, 22 jan. 2001, nr. 10, blz. 67. Artt. 6:265 i.v.m. 3:166 en 3:169 i.v.m. art. 39 ROW (1910) De uit te spreken ontbinding van de overeenkomst tussen partijen op grond van wanprestatie van Boal en mogelijkerwijze ook van Bom, zal in elk geval niet tot gevolg hebben dat reeds daardoor voor Boal de verplichting ontstaat om haar gedeelte van het octrooi om niet aan Bom over te dragen. Voorop staat dat partijen blijkens het octrooischrift een volledig gelijkwaardige positie innemen met betrekking tot het onderhavige octrooi, nu de aanvraag - uiteindelijk - op beider naam is gesteld en zij - derhalve - in het octrooischrift beiden als octrooihouder worden aangemerkt. Zij hebben zich in de periode daarna ook als zodanig gedragen. Uit niets blijkt dat Boal zich ooit jegens Bom heeft verplicht om haar aandeel in het octrooi bij een eventueel eindigen van de samenwerking aan Bom over te dragen, al dan niet tegen vergoeding. Dat betekent dat de aanstaande ontbinding van de overeenkomst tot gevolg zal hebben dat ten aanzien van het octrooi een gemeenschap zal (blijven) bestaan die slechts kan worden verdeeld op basis van het voor verdeling geldende wettelijke regime. Zolang die verdeling niet heeft plaatsgevonden, zal - bij gebreke van enige afspraak terzake - ieder van partijen gerechtigd zijn de aan de octrooihouder voorbehouden handelingen te verrichten zonder daarvoor aan de andere partij enige vergoeding verschuldigd te zijn. Anderzijds zal geen van partijen, gelet op het bepaalde in art. 39 lid 2 ROW 1910, zonder toestemming van de ander een licentie onder het octrooi aan derden kunnen verlenen. Rb. 's-Gravenhage, 20 jan. 1999, nr. 4, blz. 16.
Artt. 85 en 86 (oud) (thans artt. 81 en 82 EG) i.v.m. art. 4 sub c Richtlijn 91/250 (Computerprogramma-richtlijn) Verhindering parallelimport van Microsoft-artikelen uit Canada. Strijd met communautaire mededingingsregels? Uit de door verzoekster verstrekte gegevens blijkt dat MC en MF een economische eenheid vormen waarbinnen MF over geen enkele zelfstandigheid beschikt om haar marktgedrag te bepalen. Het verbod van artikel 85, lid 1 van het Verdrag nu is echter niet van toepassing op eventuele beslissingen die binnen een groep worden genomen om de relaties tussen de verschillende componenten van die entiteit te regelen. Zelfs aangenomen dat het invoerverbod het gevolg is van een gezamenlijke beslissing van MC en MF, kan er dus geen sprake zijn van een inbreuk op artikel 85, lid 1 van het Verdrag. Ofschoon het juist is, dat de verkoop door Microsoft van kopieën van software in Canada ingevolge artikel 4, sub c, van richtlijn 91/250 op zichzelf niet Microsofts auteursrechten op die producten in de Gemeenschap uitput, vormen de door verzoekster verschafte feitelijke gegevens op zijn minst een aanwijzing, dat Microsoft voor equivalente transacties lagere prijzen toepaste op de Canadese markt dan op de communautaire markt, en dat de communautaire prijzen te hoog waren. Het is vaste rechtspraak, dat in beginsel de uitoefening van auteursrechten door de rechthebbende, evenals het verbod op de invoer van producten vanuit een gebied buiten de Gemeenschap naar een lidstaat van de Gemeenschap, op zichzelf geen schending van artikel 86 van het Verdrag oplevert, maar dat die uitoefening in uitzonderlijke omstandigheden misbruik kan opleveren. In casu kon de Commissie dus niet zonder grondiger onderzoek van de klacht stellen, dat de gegevens waarover zij bij de vaststelling van de bestreden beschikking beschikte, geen aanwijzing voor misbruik door Microsoft opleverden. Gelet op de verplichtingen die op de Commissie rusten wanneer zij een krachtens artikel 3, lid 2, van verordening nr. 17 bij haar ingediende klacht behandelt, diende zij op zijn minst na te gaan, of de door verzoekster op basis van documenten met althans een zekere bewijskracht verstrekte gegevens al dan niet vaststonden, en eventueel of er in casu geen bijzondere omstandigheden waren die meebrachten, dat artikel 86 van het Verdrag was geschonden.
2 0 0 1
B I J B L A D
I N D U S T R I Ë L E
Bij de vaststelling van de bestreden beschikking is dus een kennelijke beoordelingsfout gemaakt. Gerecht van Eerste Aanleg van de E.G., 16 dec. 1999, nr. 72, blz. 331 (met noot). VUIb Piraterijverordening Art. 2 Alleszins aannemelijk is dat Cidesport de beslagen zaken in Spanje op de markt zal kunnen brengen, ongehinderd door Nike International, nu de Spaanse Hoge Raad heeft geoordeeld dat Cidesport in Spanje oudere en sterkere rechten bezit op het merk Nike dan Nike International. Eveneens aannemelijk is dat de beslagen zaken terstond na de opheffing van het beslag naar Spanje zullen doorreizen. Het gaat dus om de vraag of Nike International in Nederland afgifte kan vorderen van gemerkte waren, die zich in transito op Schiphol bevinden, en die Cidesport in Nederland niet, maar in het bestemmingsland Spanje wel mag verhandelen. De Piraterijverordening is daarop niet van toepassing; uit de verordening zelf en de slotwoorden van rov. 34 van het arrest Polo/Lauren v. Dwidua [HvJ 6 april 2000, zaak C-383/98. Red.] valt af te leiden dat de verordening het oog heeft op goederen die in geen enkele Lid-Staat van de Gemeenschap legaal in het verkeer gebracht kunnen worden. Pres. Rb. Haarlem, 8 sept. 2000, nr. 14, blz. 97. IX E. G.-Executieverdrag (EEX) Art. 2 Nu het hier gaat om een Nederlandse gedaagde acht de president zich tevens bevoegd om kennis te nemen van de vordering van Colgate om deze Nederlandse gedaagde te veroordelen zich van inbreuk in andere landen waarvoor het octrooi geldig is te onthouden. Uitgaande van die bevoegdheid is er geen reden Colgate niettemin niet ontvankelijk te achtten in haar vordering. De enkele omstandigheid dat de inbreukvraag ten gronde in België zal worden beoordeeld is daarvoor onvoldoende redengevend, waarbij zij aangetekend dat het SmithKline Beecham in elk geval vrijstaat de geldigheid van het octrooi ter beoordeling aan de Nederlandse bodemrechter voor te leggen. Pres. Rb. 's-Gravenhage, 10 okt. 2000, nr. 54, blz. 267.
E I G E N D O M
5 3 1
verbod aan derden, te weten marktdeelnemers uit een andere verdragsluitende staat, om die onderdelen in die verdragsluitende staat te fabriceren, te verkopen, door te voeren, in te voeren of daarnaar uit te voeren, niet in strijd is met de openbare orde. Hof van justitie E. G., 11 mei 2000, nr. 70, blz. 325. X Unieverdrag van Parijs Art. 4 i.v.m. art. 4, lid 3 ROW1995 De in de PCT-aanvrage geopenbaarde tandenborstelkop met segmenten die in ruststand een gehoekte positie ten opzichte van elkaar innemen kwam niet reeds voor in GB 9517450.5. Daaruit volgt dat de PCT-aanvrage ten onrechte prioriteit claimt voorzover het betreft de tandenborstelkop die is omschreven in de in die aanvrage voorkomende volgconclusie 4 en de bij die aanvrage gevoegde tekeningen 30 tot en met 35. Voor deze tandenborstelkop geldt ingevolge arikel 4 F van het Verdrag van Parijs dat slechts een recht van voorrang ontstaat onder de gewone voorwaarden, hetgeen inhoudt dat daarvoor bepalend is de datum van indiening van de PCT-aanvrage zelf. Nu die datum is gelegen na de prioriteitsdatum van het octrooi van Colgate, is er geen aanleiding te veronderstellen dat dit octrooi op basis van deze PCT-aanvrage nieuwheid ontbeert. Pres. Rb. 's-Gravenhage, 10 okt. 2000, nr. 54, blz. 267. Art. 6quinquies B, 2 i.v.m. artt. 1 en 14 A, lid 1 BMW (art. 3,1 c Merkenrichtlijn) Een benaming van oorsprong en/of herkomstaanduiding kan een geldig merk zijn voor zover (i°) de deposant gerechtigd is tot gebruik, en (2°) voldoende onderscheidende elementen worden toegevoegd, zodat het depot slechts als complex merk kan geschieden. Uitzonderingen gelden slechts voor geografische fantasiebenamingen, of wanneer het geografisch gebied, waarop de benaming van oorsprong en/of herkomstaanduiding betrekking heeft, in zijn geheel aan één exploitant toebehoort in eigendom of concessie. Aan deze vereisten voldoet de door eiseres gedeponeerde geografische aanduiding 'Rustenburg' voor natuursteen niet. Nietigverklaring in reconventie. Rb. Brugge, 18 april 2000, nr. 46, blz. 234. XI TRIPs-Verdrag
Art. 21 en 22 Het beroep op litispendentie en connexiteit ten aanzien van het gevraagde gebod om inbreuken op het auteursrecht te staken en gestaakt te houden wordt verworpen. Het gaat om de uitleg van het Nederlandse auteursrecht alsmede om de vraag of - naar Nederlands recht - sprake van rechtsverwerking is. Er wordt na vermindering van de eis geen verbod gevraagd dat zich uitstrekt tot Duitsland. De uitspraak van de Nederlandse rechter kan derhalve niet leiden tot een uitspraak die onverenigbaar is met die van de (appèl)rechter in Hamburg en die tot executieproblemen in Duitsland aanleiding zou kunnen geven. Bovendien gaat het in Hamburg niet om dezelfde partijen als voor dit gerecht. Rb. 's-Gravenhage, 4 okt. 2000, nr. 78, blz. 363. Art. 27 Artikel 27, punt 1 moet aldus worden uitgelegd, dat een beslissing van een rechter van ene verdragsluitende staat, waarbij het bestaan van een recht van intellectuele eigendom op carrosserieonderdelen van auto's wordt erkend en de houder van dat recht bescherming wordt verleend in de vorm van een
Art. 43, lid 1 en art. 43, lid 2 ROW(i9io) De bepaling van art. 45 lid 1 TRIPs heeft rechtstreekse werking zodat sedert 1 januari 1996 niet meer geldt de in art. 43 lid 2 ROW voor de verschuldigdheid van schadevergoeding gestelde eis dat de inbreuk desbewust moet zijn gepleegd. Rb. 's-Gravenhage, 1 april 1998, nr. 19, blz. 119. Art. 45; art. 43, lid 2 ROW (1910) Gedaagden mochten in eerste instantie afgaan op de mededeling van de leverancier dat de onderhavige partij in Duitsland vrij op de markt mocht worden gebracht en vervolgens door de leverancier vrij mocht worden verhandeld in de Europese Unie. Zelfs indien het juist zou zijn dat aan artikel 45 lid 1 TRIPs onder alle omstandigheden rechtstreekse werking toekomt met als gevolg dat niet het desbewustheidscriterium doch het in dat artikel genoemde criterium geldt, dan nog zijn de door eiseressen gestelde feiten (die er globaal op neerkomen dat gedaagden als apotheken op de hoogte hadden moeten zijn van de octrooi
5 3 2
B I J B L A D
I N D U S T R I Ë L E
E I G E N D O M
2 0 0 1
rechten) te weinig concreet om te concluderen dat (zelfs maar) aan dat criterium is voldaan. Rb. 's-Gravenhage, 28 juni 2000, nr. 8, blz. 37.
van de verleningsprocedure een kennelijke misslag heeft plaatsgevonden. Daarvan is in casu geen sprake. Pres. Rb. 's-Gravenhage, 10 okt. 2000, nr. 54, blz. 267(met noot).
XIIEVRM
Art. 289 en art. 6:162 BW Het is vaste rechtspraak dat in beginsel - behoudens bij zondere omstandigheden moet worden aangenomen dat degene die door dreiging met executie zijn wederpartij heeft gedwongen zich naar een in kort geding gegeven verbod te gedragen, onrechtmatig heeft gehandeld wanneer hij, naar achteraf blijkt uit de uitspraak in het bodemgeschil, niet het recht had van de wederpartij te vergen dat deze zich van de desbetreffende handelingen onthield. Voorts mag er gegeven de aard van het kortgedingvonnis van worden uitgegaan dat degene die met executie dreigt, wist althans behoorde te weten dat hij zij n handelen baseerde op een voorlopige maatregel, zodat de door zijn handelen veroorzaakte schade in beginsel als door zijn schuld veroorzaakt heeft te gelden. Rb. 's-Gravenhage, 4 okt. 2000, nr. 82, blz. 400.
Art. 6 Er zijn geen redenen terug te komen van het oordeel in het vonnis van 23 juni 1999 (zieBIE 1999, blz. 275) dat de Afdeling van Beroep niet is aan te merken als een onafhankelijk en onpartijdig gerecht in de zin van artikel 6 EVRM. Dit brengt mee dat BAT het recht heeft om haar geschil met de Octrooiraad over de vraag of de aanvrage om octrooi openbaar diende te worden gemaakt aan het oordeel van de burgerlijke rechter voor te leggen zonder dat de beschikking van de Afdeling van Beroep aan haar kan worden tegengeworpen. Rb. 's-Gravenhage, 12 juli 2000, nr. 7, blz. 33. XIII Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering Art. 51 Aangezien in dit vonnis enkel de provisionele vorderingen aan de orde zijn, gaat het om een voorlopig oordeel waarbij de maatstaf wordt gehanteerd of er een niet te verwaarlozen kans bestaat dat het octrooi bij een beoordeling ten gronde zal worden vernietigd. Rb. 's-Gravenhage, 15 maart 2000, nr. 12, blz. 90. Art. 116 i.v.m. art. 6 Hnw Art. 116 Rv, waarin de bevoegdheid van de kantonrechter tot het geven van een voorlopige voorziening in handelsnaamzaken wordt geregeld, maakt met zoveel woorden een uitzondering voor het geval dat reeds een vordering in kort geding als bedoeld in art. 289 Rv is ingesteld. Hof's-Gravenhage, 3 dec. 1998, nr. 32, blz. 177. Art. 289 Mondial heeft ruim een jaar laten verstrijken tussen haar eerste kennisname van de Soundmachine en de mondelinge behandeling van het kort geding. Hoewel het Hof begrip heeft voor de bezwaren van Van der Beek tegen deze gang van zaken, kan niet worden gezegd dat daardoor het spoedeisend belang van Mondial bij de door haar gevorderde voorzieningen is vervallen. De dreiging van (verdere) inbreuk op de door Mondial gestelde auteursrechten is immers blijven bestaan. Zoals de president met juistheid heeft overwogen, kan aan de belangen van Van der Beek voldoende recht worden gedaan door de gevolgen van de ontstane vertraging te betrekken in de afweging welke voorzieningen te dezen zijn aangewezen. Dit heeft de president gedaan, in het bijzonder door de gevorderde voorziening tot staking van het gebruik eerst te laten ingaan op 1 november 1999 en voorts door de nevenvoorzieningen, in het bijzonder de door Mondial gevorderde rectificatie, te weigeren. Hof Amsterdam, 9 dec. 1999, nr. 87, blz. 415 (met noot). Art. 289 i.v.m. art. 6 Row 1995 Het bestek van een kort geding leent zich niet voor een uitgebreid onderzoek naar de inventiviteitsvraag. Er zou slechts aanleiding zijn om een op afwezigheid van inventiviteit gericht verweer te honoreren, wanneer evident is dat een combinatie van literatuurplaatsen zonder meer tot de uitvinding leidt en tevens evident is dat de vakman de desbetreffende documenten met elkaar zou combineren of wanneer (bijvoorbeeld om de zojuist genoemde reden) op het eerste gezicht is dat in het kader
Art. 700 e.v. i.v.m. 'Domeinnaamrecht' Nu KPN geen (betere) rechten dan Denda kan doen gelden op het enkele woord 'telefoongids', kan naar het voorlopig oordeel van de president niet gezegd worden dat DM door de domeinnaam 'telefoongids.nl' op haar naam te laten stellen, onrechtmatig heeft gehandeld jegens KPN. DM heeft voortvarend gehandeld door de haar ter hand staande en toelaatbare middelen aan te grijpen om deze tenaamstelling voor elkaar te krijgen. Het conservatoire beslag tot levering van deze domeinnaam wordt evenwel niet opgeheven, nu niet onaannemelijk is dat in de bodemprocedure enige vorm van schadevergoeding aan KPN zal worden toegekend, waarbij een al dan niet gedeeltelijke vergoeding van die schade in natura (zie art. 6:103 BW), en wel in de vorm van overdracht van de domeinnaam, niet is uit te sluiten. Rb. Almelo, 19 juni 2001, nr. 55, blz. 272. XIV Nederlands IPR In elke lidstaat afzonderlijk zal moeten worden beoordeeld of volgens het nationale recht van een lidstaat een bepaalde gedraging al dan niet tot rechtsverwerking aanleiding geeft. Rb. 's-Gravenhage, 4 okt. 2000, nr. 78, blz. 363.
B I J B L A D
WE TG
E V
N D U S T B I E L E
E I G E N D O M
N
Aanpassing van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek aan richtlijn (EG) nr. 97/55 van het Europees Parlement en de Raad van 6 oktober 1997 tot wijziging van richtlijn nr. 84/450/EEG inzake misleidende reclame teneinde ook vergelijkende reclame te regelen Besluit van 26 september 2001 tot wijziging van het Octrooireglement en het Uitvoeringsbesluit ROW 1995 (omrekening naar euro)
B O E K B E S P R
109
Rijkswet van 27 september 2001, houdende aanpassing van rijkswetten in verband met de vervanging van de gulden door de euro (Rijkswet aanpassing rijkswetten euro) Wet van 5 april 2001 tot wijziging van bepalingen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens
470
384
429/30
I N G E N
Prof. Mr. Ir. A. Louë't-Feisser, Octrooibescherming, Handboek voor het D.W.F. Verkade/D. J. G. Visser, Inleiding in de Parlementaire Geschiedenis Databankenwet, Boom Juridische Uitgevers, 1999, beMidden-en Kleinbedrijf, besproken door dr. J. H. J. den Hartog, sproken door mr. T. Cohen Jehoram, blz. 382. blz. 427. Beatrice Ponet, De bescherming van benamingen van oorsprong, geo- J.-J. Evrard et Ph. Peters, La défense de la marque dans Ie Benelux. Marque Benelux et marque communautaire. 2e druk, Brussel grafische aanduidingen en herkomstaanduidingen; een juridische analyse naar Belgisch, Frans, Nederlands, Europees en internatio- (Larcier) 2000, besproken door prof. mr. J. H. Spoor, blz. 214. naal recht, Antwerpen-Groningen, 1998, besproken door jhr. mr. J. L. R.A. Huydecoper, blz. 514/5.
O NT
V A N G È N
B O EK
E N
A. Stevenhagen en H.B. van Leeuwen, bewerkt door J.H. J. den Hartog, Octrooien in de praktijk. 4e herziene druk. ISBN 90 5454 099 o.
Den Haag, Boom Juridische Uirgevers, 2001. 101 blz. Prijs ƒ49»--