Octrooien Merken Tekeningen en Modellen Kwekerscertificaten Auteursrecht
Uitgave februari 2009
De Belgische Dienst voor de Intellectuele Eigendom
De Belgische Dienst voor de Intellectuele Eigendom
Octrooien Merken Tekeningen en Modellen Kwekerscertificaten Auteursrecht
ADRES Voor alle informatie kunt u ons bezoeken in onze leeszaal en onze burelen die zich op het gelijkvloers bevinden, in het gebouw: North Gate III Koning Albert II-laan 16 B-1000 Brussel Voor directe informatie kunt u onze site bezoeken: http://economie.fgov.be/opri-die.htm
4
Contacteer ons: Voor een aanvraag van kopieën of onderzoek: e-mail:
[email protected] fax: +32 2 277 52 61 Voor iedere vraag omtrent indieningen, procedures,… e-mail:
[email protected] fax: +32 2 277 52 62 Verantwoordelijke uitgever: Lambert Verjus Voorzitter van het Directiecomité Vooruitgangstraat 50 B-1210 Brussel Samenstelling: Georges Francis Wettelijk Depot D/2009/2295/22 S4-09-0071/0128-09
“De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België.”
De Belgische Dienst voor de Intellectuele Eigendom Inleiding U vindt in deze brochure een praktische gids met informatie over: Belgische, Europese of internationale (PCT) aanvragen van een uitvindingsoctrooi; de indiening van een Benelux-merk, een Benelux-tekening of -model; de aanvraag van een kwekerscertificaat; de bescherming via het auteursrecht. De onderdelen van de verschillende aanvragen voor de gewenste beschermingstitels worden besproken. In deze gids vindt u ook antwoorden op vragen zoals: wie kan een octrooiaanvraag indienen?, waar en hoe moet dat gebeuren?, wat is de inhoud van een dossier?, welke zijn de tarieven?, in welke taal moet de aanvraag worden opgesteld? De beschikbare brochures en formulieren worden bovendien vermeld. U kunt de informatie, vervat in de octrooien, gratis raadplegen op cd-rom/dvd in de leeszaal van de dienst of via het internet (Esp@ cenet).
5
Onderzoek in databanken van octrooien levert een massa aan technische en economische informatie: onderzoek naar de stand van de techniek, bewaking van de octrooidocumenten in een bepaald technisch gebied, onderzoek voorafgaand aan de indiening van een octrooi, onderzoek naar het juridische statuut van een octrooi, de octrooifamilie of de naam van de indiener van een octrooi, onderzoek naar de vrijheid van exploitatie van een octrooi, 6
onderzoek voor offensieve of defensieve juridische procedures evenals statistische analyses.
“De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België.”
Wettelijke en reglementaire teksten Octrooien Wettelijke basis (te downloaden in pdf op de website van de FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie: http://economie.fgov. be/opri-die.htm): Wet van 08 juli 1977 houdende goedkeuring van volgende internationale akten: 1. Verdrag betreffende de eenmaking van enige beginselen van het octrooirecht, opgemaakt te Straatsburg op 27 november 1963; 2. Verdrag tot samenwerking inzake octrooien, en Uitvoeringsreglement, opgemaakt te Washington op 19 juni 1970; 3. Verdrag betreffende de verlening van Europese octrooien (Europees Octrooiverdrag), Uitvoeringsreglement en vier Protocollen, opgemaakt te München op 5 oktober 1973; 4. Verdrag betreffende het Europees octrooi voor de Gemeenschappelijke Markt (Gemeenschapsoctrooiverdrag), en Uitvoeringsreglement, opgemaakt te Luxemburg op 15 december 1975 (Belgisch Staatsblad van 30/09/1977). Koninklijk besluit van 27 februari 1981 betreffende het indienen van een Europese octrooiaanvraag, het omzetten ervan in een nationale aanvraag en het registreren van Europese octrooien met rechtsgevolgen in België (Belgisch Staatsblad van 05/03/1981) gewijzigd door het koninklijk besluit van 2 december 1986 (Belgisch Staatsblad van 06/12/1986).
7
Koninklijk besluit van 21 augustus 1981 betreffende het indienen van een internationale octrooiaanvraag in België (Belgisch Staatsblad van 05/11/1981) gewijzigd door het koninklijk besluit van 2 december 1986 (Belgisch Staatsblad van 06/12/1986). Wet van 28 maart 1984 op de uitvindingsoctrooien (Belgisch Staatsblad van 09/03/1985) gewijzigd door de wet van 9 maart 1995 (Belgisch Staatsblad van 07/06/1995) en de wet van 28 januari 1997 (Belgisch Staatsblad van 04/04/1997) en de wet van 26 juni 2000 (Belgisch Staatsblad van 29/07/2000) en de wet van 12 juni 2001 (Belgisch Staatsblad van 07/07/2001) en de wet van 28 april 2005 (Belgisch Staatsblad van 13/05/2005) en de wet van 27 december 2005 (Belgisch Staatsblad van 30/12/2005). 8
Koninklijk besluit van 2 december 1986 betreffende het aanvragen, verlenen en instandhouden van uitvindingsoctrooien (Belgisch Staatsblad van 06/12/1986) gewijzigd door het koninklijk besluit van 25 mei 1987 (Belgisch Staatsblad van 04/06/1987).
“De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België.”
Koninklijk besluit van 18 december 1986 betreffende de taksen en bijkomende taksen verschuldigd inzake uitvindingsoctrooien en inzake aanvullende beschermingscertificaten (Belgisch Staatsblad van 23/12/1986) gewijzigd door het koninklijk besluit van 14 februari 1989 (Belgisch Staatsblad van 14/03/1989) en het koninklijk besluit van 21 september 1993 (Belgisch Staatsblad van 29/09/1993) en het koninklijk besluit van 3 februari 1995 (Belgisch Staatsblad van 28/02/1995) en het koninklijk besluit van 17 juni 1999 (Belgisch Staatsblad van 07/08/1999) en het koninklijk besluit van 20 juli 2000 (Belgisch Staatsblad van 30/08/2000) en het koninklijk besluit van 21 december 2006 (Belgisch Staatsblad van 29/12/2006). Koninklijk besluit van 31 mei 1994 betreffende het verstrekken, door de Dienst voor de Industriële Eigendom, van documenten en gegevens inzake industriële eigendom, gewijzigd door het Koninklijk besluit van 17 juni 1999 (Belgisch Staatsblad van 07/08/1999) en door het koninklijk besluit van 20 juli 2000 (Belgisch staatsblad van 30/08/2000) en door het koninklijk besluit van 21 december 2006 (Belgisch Staatsblad van 29/12/2006).
Merken, Tekeningen of Modellen Zie op de internetsite van het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom (BBIE): www.boip.int
Kwekerscertificaten Wet van 20 mei 1975 tot bescherming van kweekproducten, gewijzigd door het koninklijk besluit van 27/03/1981 en door de wet van 17/03/1993 betreffende de oprichting van een begrotingsfonds voor de productie en de bescherming van planten en plantaardige producten (Belgisch Staatsblad van 05/09/1975).
9
Koninklijk besluit van 22 juli 1977 tot bescherming van kweekproducten gewijzigd door de koninklijke besluiten van 18 oktober 1978, 16 juli 1981, 11 december 1981 en 20 december 1984 (Belgisch Staatsblad van 13/10/1977). Koninklijk besluit van 1 oktober 1993 tot aanwijzing van de plantensoorten voor dewelke een kwekerscertificaat kan worden verleend en tot bepaling van de duur van de bescherming voor die soorten (Belgisch Staatsblad van 10/10/1999).
Auteursrecht 10
Zie op de internetsite van de Dienst voor de Intellectuele Eigendom (DIE): http://economie.fgov.be/opri-die.htm
“De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België.”
Het octrooi Het octrooi verschaft een krachtige bescherming aan de hand van een wettelijke eigendomstitel die de houder ervan toelaat om derden te verbieden om gedurende een bepaalde termijn en binnen een bepaald territorium, de technische uitvinding zonder zijn toestemming te vervaardigen, te gebruiken of in de handel te brengen. Naast bron van bescherming voor de titularissen, zijn de octrooien tevens een krachtige bron van technische en strategische informatie voor de concurrerende ondernemingen. Men schat dat 80% van de technische informatie, vervat in de octrooien, nergens anders verkregen kan worden. Teneinde een wettelijke bescherming te genieten, moet een uitvinding: nieuw zijn, in de zin dat zij nog niet gepubliceerd mag zijn of in het openbaar gebruikt mag zijn. Een uitvinding wordt als nieuw beschouwd indien zij geen deel uitmaakt van de stand van de techniek. De stand van de techniek wordt gevormd door al hetgeen vóór de datum van indiening van de octrooiaanvraag openbaar toegankelijk is gemaakt door een schriftelijke of mondelinge beschrijving, door toepassing of op enige andere wijze. De inhoud van bepaalde nog niet gepubliceerde octrooiaanvragen kan ook worden beschouwd als behorende tot de stand van de techniek. niet evident zijn. Een uitvinding wordt als het resultaat van uitvinderswerkzaamheid aangemerkt, indien zij voor een deskundige niet op een voor de hand liggende wijze voortvloeit uit de stand van de techniek. industrieel toepasbaar zijn, dit wil zeggen dat haar onderwerp vervaardigd of toegepast moet kunnen worden op enig gebied van de nijverheid of de landbouw.
11
Octrooien kunnen slechts worden afgeleverd voor bepaalde vormen van innovatie. Worden in het bijzonder niet als uitvindingen beschouwd: a) ontdekkingen alsmede natuurwetenschappelijke theorieën, en wiskundige methoden; b) esthetische vormgevingen; c) stelsels, regels en methoden voor het verrichten van geestelijke arbeid, voor spellen of voor de bedrijfsvoering, alsmede computerprogramma’s; d) presentatie van gegevens. 12
Deze uitsluitingen van de octrooieerbaarheid hebben enkel betrekking op de bovenvermelde elementen als zodanig. Het octrooisysteem speelt een belangrijke rol in de verspreiding van technische informatie en bij de overdracht van technologieën, waardoor de technische innovatie wordt gestimuleerd. Het is noodzakelijk voor elke economische operator voordeel te halen uit deze informatiebron die hem, dankzij de modernste toegangsmethoden, in weinig tijd, de maximale gegevens levert omtrent een bepaald domein van de technologie. De sectie Octrooi-informatie van de Dienst voor de Intellectuele Eigendom beschikt over alle werkinstrumenten die noodzakelijk zijn om aan uw vragen en behoeften inzake informatie over octrooien te voldoen. Een uitgebreide collectie van gemakkelijk te gebruiken informatiebronnen staat te uwer beschikking om u te helpen bij uw activiteiten en uw ontwikkelingsprojecten: een collectie van cd-roms/dvd’s, microfilmen, microfiches en papieren documenten van meer dan 21 miljoen publicaties die alle technische domeinen omvatten;
“De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België.”
meerdere databanken met technische, juridische en bibliografische gegevens van meer dan 40 miljoen octrooien die online toegankelijk zijn. Een eerste mogelijkheid is om zelf een eerste anterioriteitsonderzoek uit te voeren via het internet. Vervolgens geniet het de voorkeur om met de bekomen resultaten naar de dienst te Brussel te komen teneinde een diepgaandere opzoeking te vragen.
13
Voor het internetonderzoek kunt u het volgende adres gebruiken: http://be.espacenet.com Een schriftelijke aanvraag kan worden gestuurd naar de dienst Productie, Boekhouding en Informatie van de Dienst voor de Intellectuele Eigendom: e-mail:
[email protected] fax: +32 2 277 52 61 Voor meer informatie kunt u de internetsite van de Dienst voor de Intellectuele Eigendom raadplegen: http://economie.fgov.be/opri-die.htm
Octrooi en octrooiinformatie: stimulans voor de technische innovatie Het octrooisysteem speelt een voorname rol bij de overdracht van technologie, waardoor de technische vernieuwing wordt gestimuleerd. Door het exclusief recht om een uitvinding te exploiteren, zullen bedrijven eerder geneigd zijn middelen te investeren in onderzoek naar en ontwikkeling van nieuwe producten of werkwijzen.
14
De exclusieve exploitatierechten die een verleend octrooi verschaft, versterken de concurrentiële positie van een bedrijf op de markt. Licenties op octrooien bevorderen de verspreiding van nieuwe technieken en zijn een bron van inkomsten voor de octrooihouder.
Wie kan een Belgisch octrooi aanvragen? Iedere natuurlijke of rechtspersoon en iedere vennootschap gelijkgesteld aan een rechtspersoon kan, ongeacht zijn nationaliteit en woonplaats, een Belgisch octrooi aanvragen. Een octrooiaanvraag kan ook door meerdere aanvragers gezamenlijk worden ingediend. Niemand is ertoe verplicht om zich, inzake uitvindingsoctrooien, voor de Dienst voor de Intellectuele Eigendom (DIE) door een erkende gemachtigde of advocaat te doen vertegenwoordigen.
“De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België.”
Echter, de natuurlijke en rechtspersonen die geen woonplaats of werkelijke vestiging in één van de lidstaten van de Europese Unie hebben, moeten, inzake uitvindingsoctrooien, voor de dienst optreden door tussenkomst van een professionele vertegenwoordiger, behalve voor het indienen van een octrooiaanvraag indien het depot door de octrooiaanvrager zelf gedaan wordt. Een professionele vertegenwoordiger kan zijn: een door de DIE erkend octrooigemachtigde; een in een lidstaat van de Europese Unie erkende octrooigemachtigde en die de nationaliteit heeft van één van de lidstaten van de Europese Unie; een advocaat die ingeschreven is op het tableau van de Orde in België of op de lijst van stagiairs; een advocaat die gemachtigd is in België het beroep uit te oefenen krachtens een wet of een internationale overeenkomst; een advocaat die de nationaliteit heeft van één van de lidstaten van de Europese Unie en die gemachtigd is dit beroep uit te oefenen in één van de lidstaten van de Europese Unie. De natuurlijke en rechtspersonen die hun woonplaats of een werkelijke vestiging in één van de lidstaten van de Europese Unie hebben, kunnen, inzake uitvindingsoctrooien, voor de DIE optreden door tussenkomst van één van hun werknemers. Deze moet over een volmacht beschikken, doch behoeft geen professionele vertegenwoordiger te zijn. Een erkende gemachtigde mag, inzake uitvindingsoctrooien, niet optreden voor de DIE door de bemiddeling van één van zijn werknemers, tenzij deze werknemer zelf een erkende gemachtigde is.
15
Waar een aanvraag indienen? De Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie Algemene Directie Regulering en Organisatie van de Markt Dienst voor de Intellectuele Eigendom Koning Albert II-laan16 B-1000 Brussel tel.: +32 2 277 52 91 fax: +32 2 277 52 74 16
“De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België.”
Hoe de aanvraag indienen? in persoon (openingsuren van de dienst: 09.00 tot 12.30 uur en 13.30 tot 16.00 uur); per post; per fax (een originele versie ter bevestiging moet binnen een termijn van 15 dagen bij de dienst toekomen).
Inhoud van het aanvraagdossier 1. een tot de minister van Economie gericht verzoek tot verlening van een Belgisch octrooi; 2. een beschrijving van de uitvinding; 3. één of meer conclusies; 4. de eventuele tekeningen waarnaar de beschrijving en/of de conclusies verwijzen; 5. een uittreksel; 6. eventueel een volmacht voor een vertegenwoordiger (erkende octrooigemachtigde, advocaat, werknemer,...). De documenten bedoeld in punten 1 tot en met 5, moeten worden ingediend in 3 exemplaren. Richtlijnen voor het opstellen van deze documenten zijn opgenomen in het koninklijk besluit van 2 december 1986 betreffende het aanvragen, verlenen en instandhouden van uitvindingsoctrooien, zoals gewijzigd door het koninklijk besluit van 25 mei 1987.
17
Taksen te betalen voor een octrooiaanvraag: een indieningstaks (50 euro); een aantal rechten (5 euro): 4 + 1 per blad met tekeningen; eventueel een taks voor de opeising(en) van een voorrangsrecht (12 euro per ingeroepen voorrang); een taks voor het nieuwheidsonderzoek (300,00 euro); in voorkomend geval een bijkomende taks (6 euro) voor het bekomen van een nieuwheidsonderzoeksrapport van het internationale type. 18
De onderzoekstaks moet betaald zijn ten laatste 18 maanden na de indieningsdatum of na de eerste voorrangsdatum, indien een voorrang werd ingeroepen; voor de overige taksen geldt een betalingstermijn van 1 maand na de indieningsdatum. Zwitserland (voor beperkte materies en in het bijzonder uurwerkmakerij), Nederland en Frankrijk zijn met België een wederzijdse erkenning van hun nieuwheidsonderzoeksrapporten in het kader van een nationale octrooiaanvraag overeengekomen. Bijgevolg kan in dergelijk geval het buitenlands onderzoeksrapport worden ingediend voor een Belgische octrooiaanvraag binnen dezelfde termijn die van toepassing is voor de betaling van een onderzoekstaks.
“De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België.”
Jaartaksen voor een octrooiaanvraag of een verleend octrooi Met het oog op de instandhouding ervan geeft iedere octrooiaanvraag of ieder octrooi aanleiding tot de betaling van jaarlijkse instandhoudingstaksen, vanaf het begin van het derde jaar te rekenen vanaf de indieningsdatum van de octrooiaanvraag. €
Jaartaks
€
3de jaar
Jaartaks
35
9de jaar
145
15de jaar
330
4de jaar
50
10de jaar
170
16de jaar
370
5 jaar
65
11 jaar
195
17de jaar
410
6 jaar
85
12 jaar
220
18 jaar
455
7de jaar
100
13de jaar
250
19de jaar
500
8ste jaar
125
14de jaar
290
20ste jaar
545
de de
€
Jaartaks
de de
de
bijtaks voor laattijdige betaling van de 3de tot en met de 10de jaartaks: 75 euro bijtaks voor laattijdige betaling van de 11de tot en met de 20ste jaartaks: 210 euro
Opgelet! De hierboven vermelde taksen kunnen veranderen. De jaartaks is vooraf te betalen. De betaling vervalt op de laatste dag van de maand waarin de verjaardagsdatum van de indiening van de octrooiaanvraag valt.
19
Voorbeeld Gegeven een octrooiaanvraag ingediend op 04 mei 2005: de 3de jaartaks is verschuldigd op 31 mei 2007 (DUS NIET op 31 mei 2008); de 4de jaartaks is verschuldigd op 31 mei 2008; enz. Voormelde bedragen zijn netto bedragen zoals die ontvangen worden door de Dienst, na afhouding van al de kosten die de betaalinstelling eventueel aanrekent. 20
Voor meer informatie omtrent de betaling van procedure- en jaartaksen kunt u contact opnemen met de verantwoordelijken van de sectie Boekhouding van de DIE: tel.: +32 2 277 52 96 e-mail:
[email protected] fax: +32 2 277 52 76
Taal van de aanvraag Indienen is mogelijk in het Nederlands, het Frans en het Duits, dit in toepassing van de gecoördineerde wetten aangaande het taalgebruik inzake bestuurszaken. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de dienst Juridische en Internationale Zaken van de DIE, tel.: +32 2 277 52 88.
“De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België.”
Beschikbare brochures en formulieren bij de Dienst voor de Intellectuele Eigendom Brochure “Reglementering octrooien”. Verzoekformulier aan de minister van Economie tot verlening van een Belgisch octrooi + toelichtingsnota. Formulier voor aanduiding van de uitvinder. Formulier voor de registratie van een licentie.
Indiening van een Europese of internationale octrooiaanvraag Bij de Dienst voor de Intellectuele Eigendom (DIE) kunnen ook Europese (EP) en internationale (PCT) octrooiaanvragen ingediend worden. Iedere natuurlijke of rechtspersoon en iedere vennootschap gelijkgesteld aan een rechtspersoon kan onafhankelijk van zijn nationaliteit, zijn woonplaats of vestigingsplaats een Europese octrooiaanvraag indienen bij de DIE. Enkel natuurlijke of rechtspersonen en vennootschappen gelijkgesteld aan een rechtspersoon, met de Belgische nationaliteit, met een woonplaats of vestigingsplaats in België kunnen een internationale octrooiaanvraag indienen bij de DIE.
21
Voor meer informatie, brochures of formulieren betreffende deze octrooiaanvraagprocedures kunt u contact opnemen met de verantwoordelijken voor de Sectie Octrooien van de Dienst voor de Intellectuele Eigendom.
Telefoonnummers: +32 2 277 52 91 +32 2 277 52 93
22
Het octrooi als rijke bron van technische informatie De eerste rol van de octrooien is het beschermen van uitvindingen op een bepaald grondgebied. De voorwaarde is wel dat die octrooien gepubliceerd worden en ter inzage liggen van het publiek. Bij een normale procedure wordt de aanvraag van het octrooi gepubliceerd vanaf de 18de maand na de datum van indiening of na de datum van voorrang indien een recht van voorrang werd ingeroepen, op cd-rom, dvd en op Esp@cenet op het internet.
“De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België.”
De octrooiinformatie is toegankelijk en betaalbaar De Sectie Octrooiinformatie houdt het documentair fonds “octrooien” bij van de Dienst voor de Intellectuele Eigendom. Ze verzorgt de promotie en stelt de octrooiinformatie ter beschikking voor een breed publiek.
Leeszaal In de leeszaal van de Dienst voor de intellectuele Eigendom kan men een zeer grote collectie van gepubliceerde octrooiaanvragen en octrooien raadplegen, ofwel op cd-rom/dvd, ofwel in de ‘Verzamelingen’ op papier ofwel online via het internet door middel van het onderzoekssysteem Esp@cenet: http://be.espacenet.com.
Internet
cd-rom/dvd
Dienst kopieën Door een schriftelijke aanvraag kan men op een gemakkelijke en vlugge wijze afdrukken ontvangen per fax, per post of per e-mail, dit evenwel tegen betaling. Het huidige tarief voor deze dienst kunt u terugvinden op onze internetsite: http://economie.fgov.be/opri-die.htm.
23
Verder is het mogelijk tegen een zeer gereduceerde kost kopieën te nemen in onze leeszaal. North Gate III Koning Albert II-laan 16 1000 BRUSSEL e-mail:
[email protected] fax: +32 2 277 52 61 tel: +32 2 277 90 11
Online onderzoek 24
Dit betalend onderzoek wordt door deskundigen uitgevoerd te Brussel bij de Dienst voor de Intellectuele Eigendom. Het doel van dit diepgaande onderzoek in een reeks databanken kan van verschillende aard zijn. Onderzoek naar de stand van de techniek (Dit houdt in dat vroegere relevante/pertinente publicaties gezocht worden). Zo’n onderzoek geeft u een globaal overzicht van de laatste ontwikkelingen binnen een technologisch domein. Het zal u toelaten kennis te nemen van de door uw concurrenten bekomen en beschermde resultaten. U kunt zo uw werkzaamheden aanvatten op basis van de actuele “stand van de techniek”. Binnen uw werkgebied kan een documentatie aangelegd worden die de meest pertinente octrooien bevat; Anterioriteitsonderzoek Dit onderzoek, gebaseerd op de beschrijving van uw uitvinding, helpt u bij het nemen van de beslissing tot het opstellen van een octrooiaanvraag en tot het indienen ervan;
“De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België.”
Evaluatie van de vrijheid van exploitatie Deze evaluatie kan u leren of een product voorwerp is van een geldig octrooi van een derde voordat u het op de markt brengt. Zo kunnen inbreuken op dergelijke octrooien vermeden worden en kan eventueel een licentie aangevraagd worden; Onderzoek met als doel een octrooi nietig te verklaren of in oppositie te gaan Dit onderzoek is nuttig om zich te verdedigen tegen een vordering wegens namaak, door het octrooi van de tegenpartij nietig te laten verklaren of de geldigheid van het verleende octrooi te betwisten; Opzoeken van informatie betreffende de activiteit van andere ondernemingen over het indienen van octrooiaanvragen; Opzoeken van bedrijven voor een eventuele samenwerking, bijvoorbeeld voor het verlenen van een licentie, al dan niet met een exclusief karakter; Uitspitten van de meest actieve bedrijven om octrooiaanvragen in te dienen binnen een bepaald technisch domein of nog specifieker voor een concreet procédé of een chemische structuur; Opzoeken van voorbeelden die informatie geven over een te ruime conclusie van de octrooiaanvraag of omgekeerd het wijzen op een goed doordachte conclusie. Hier dient aan toegevoegd te worden dat de nationale dienst eventueel een voorbeeld kan geven. Niettemin blijft de uitvinder in samenspraak met zijn octrooigemachtigde verantwoordelijk voor de keuze van een formulering.
25
26
Technische bewaking Indien u zou wensen regelmatig de laatste gepubliceerde octrooidocumenten betreffende een bepaald technisch domein of uitgaande van een bepaald bedrijf te ontvangen, dan kan een onderzoeksprofiel opgesteld worden, aangepast aan uw behoeften. Onderzoek naar de octrooifamilie, het juridisch statuut, naam van indiener Met dit onderzoek wordt het geografische gebied van de octrooibescherming omschreven, de geldigheid van een octrooi nagegaan of de portefeuille van octrooien van een indiener bepaald. Statistische analyse Met het oog op het inschatten van de waarde van het octrooi of het analyseren van de tendensen in de techniek. Het octrooi is een strategisch instrument dat toelaat de technische domeinen te onderscheiden die morgen belangrijk kunnen zijn. Deze lijst is zeker niet exhaustief.
“De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België.”
Merken, tekeningen en modellen Het Benelux-verdrag inzake de intellectuele Eigendom (Merken en tekeningen of modellen) Sinds 1958 vormen België, Nederland en het Groothertogdom Luxemburg de Benelux Economische Unie, die met name instaat voor het vrije transport van goederen, diensten en kapitaalgoederen. Om het vrije verkeer van goederen te stimuleren, was er een eenvormige bescherming van de intellectuele eigendom vereist. De Benelux-landen hebben bijgevolg hun nationale wetgevingen inzake merken en tekeningen of modellen ééngemaakt door de invoering van de eenvormige Benelux-wet op de merken, die in werking is getreden op 1 januari 1971 en van de eenvormige Benelux-wet op tekeningen of modellen, die in werking is getreden op 1 januari 1975. Er werd een gemeenschappelijke administratie voor de drie Benelux-landen opgericht: het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom (BBIE) in Den Haag. Op 25 februari 2005 hebben de regeringen van de drie Beneluxgroepen het Benelux-verdrag inzake de intellectuele eigendom (merken en tekeningen of modellen) aangenomen. Dit verdrag vervangt de twee vorige wetten door één enkele tekst die zowel het merkenrecht als het recht inzake tekeningen en modellen op systematische en doorzichtige wijze regelt. Het verdrag vervangt bovendien de twee Benelux-bureaus door de Benelux-organisa-
27
tie voor intellectuele eigendom die beschikt over internationale rechtspersoonlijkheid. De drie organen van de organisatie zijn het Comité van Ministers, het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom en de Raad van Bestuur van dit Bureau. Sinds 1 september 2006 is het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom dus de officiële instantie geworden voor de registratie van merken, tekeningen en modellen in de Benelux. Zijn zetel blijft in Den Haag.
Wat zijn de taken van het Benelux-Bureau? 28
Het Benelux-Bureau dat de opvolger is van de voormalige Benelux-bureaus is belast met de uitvoering van het Benelux-verdrag inzake de intellectuele eigendom (merken en tekeningen of modellen) en met de desbetreffende reglementen. Het Benelux-Bureau is de officiële instantie die verantwoordelijk is voor de inschrijving van merken en tekeningen of modellen in de Benelux. Het Benelux-Bureau heeft bovendien als taak: het beheren en bijhouden van het Benelux-register voor het deponeren en inschrijven van merken en tekeningen of modellen; informatie verschaffen die gehaald wordt uit het register over de geregistreerde en gepubliceerde merken en tekeningen of modellen; zorgen voor de bevordering van de bescherming van merken en tekeningen of modellen in de Benelux-landen. Contact: Afdeling Merken, Tekeningen en Modellen Tel: +32 2 277 52 97 Fax: +32 2 277 52 77
“De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België.”
De merken Wat is een merk? Volgens het Benelux-verdrag worden als individuele merken beschouwd de benamingen, tekeningen, afdrukken, stempels, letters, cijfers, vormen van waren of van verpakking en alle andere voor grafische voorstelling vatbare tekens, die dienen om de waren of diensten van een onderneming te onderscheiden. Een merk dient dus om de producten of diensten van een onderneming te onderscheiden van die van de concurrerende ondernemingen .
Kenmerken Het alleenrecht op een merk wordt verkregen door de inschrijving van het merk, waarvan het depot is verricht binnen het Beneluxgebied. De inschrijving heeft een geldigheidsduur van 10 jaar en kan op verzoek onbeperkt worden hernieuwd voor verdere periodes van 10 jaar. Om geldig te zijn, moet het merk beantwoorden aan een aantal criteria. Het moet met name onderscheidend, geoorloofd en beschikbaar zijn. Onderscheidend: het merk moet het mogelijk maken om de producten of de diensten van een onderneming te onderscheiden van die van andere ondernemingen. Geoorloofd: het merk mag niet in strijd zijn met de goede zeden of met de openbare orde van één van de landen van de Benelux. Beschikbaar: het merk mag geen afbreuk doen aan een eerder recht zoals vb een merk, een handelsnaam, een auteursrecht.
29
Tekeningen of modellen Volgens het Benelux-verdrag wordt als tekening of model beschouwd het uiterlijk van een voortbrengsel of een deel ervan. Het uiterlijk van een voortbrengsel wordt afgeleid uit de kenmerken van met name de lijnen, de omtrek, de kleuren, de vorm, de textuur of de materialen van het voortbrengsel zelf of de versiering ervan. Onder voortbrengsel wordt verstaan elk op industriële of ambachtelijke wijze vervaardigd voorwerp.
Wat is een tekening? 30
Een tekening wijst op tweedimensionale vormen. Denken we vb. aan een “tekening” op behang, textiel, tegelvloer, vaatwerk. Deze tekening kan door bedrukking aangebracht zijn (tekening op behang) maar ook op een andere wijze zoals het verven van stof.
Wat is een model? Een model is een voortbrengsel met een driedimensionale vorm. De voorbeelden zijn legio: bureau-uitrusting, elektrische huishoudapparaten, meubels, wagens, verpakkingen, bouwmaterialen, sanitair, speelgoed, vaatwerk, …
Combinatie van een tekening en een model De combinatie van een tekening en een model kan eveneens worden beschermd, bijvoorbeeld de tekening die op een drie-dimensionaal gebruiksvoorwerp is aangebracht, zoals de decoratie van een vaas.
“De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België.”
Kenmerken Het alleenrecht op een Benelux-tekening of -model wordt verkregen door de inschrijving van het depot verricht voor het Beneluxgrondgebied. De inschrijving heeft een geldigheidsduur van 5 jaar en kan voor 4 achtereenvolgende termijnen van 5 jaar worden vernieuwd tot een maximale geldigheidsduur van 25 jaar. Om beschermd te worden moet een tekening of model nieuw zijn en een eigen karakter hebben. Nieuw zijn: vóór de datum van depot mag geen identieke tekening of identiek model voor het publiek beschikbaar zijn gesteld. Een eigen karakter hebben: de algemene indruk die deze tekening of model bij de gebruiker wekt, moet verschillen van de algemene indruk die bij die gebruiker wordt gewekt door tekeningen of modellen die vóór de datum van het depot voor het publiek beschikbaar zijn gesteld. Voor bijkomende informatie betreffende de formaliteiten voor het depot, de procedures, taksen, enz., kunt u terecht op de website van het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom op het volgende adres: www.boip.int.
31
De kwekerscertificaten Hoe een plantenras beschermen in België? In België kan een plantenras op twee manieren worden beschermd: via het Belgische kwekersrecht of via het communautaire kwekersrecht. De Belgische bescherming geldt voor rassen op het Belgische grondgebied. De communautaire bescherming is van toepassing op rassen op het grondgebied van alle lidstaten van de Europese Gemeenschap. 32
Hoe een Belgisch kwekerscertificaat bekomen? Om een Belgisch kwekerscertificaat te verkrijgen, moet de aanvrager vooreerst een aanvraag indienen bij de Dienst voor de Intellectuele Eigendom. Hiertoe moeten verscheidene formulieren behoorlijk worden ingevuld en ondertekend en er moet tevens een indieningstaks van 150 euro betaald worden.
Het gaat om de volgende formulieren:
een aanvraagformulier, een aanvraagformulier van rasbenaming, een technisch formulier, eventueel een volmacht waarbij een mandataris gemachtigd wordt te handelen in naam van de aanvrager.
“De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België.”
Na ontvangst van het volledige dossier (d.w.z. de formulieren en het betaalbewijs van de indieningstaks) wordt een officiële indieningsdatum en een officieel nummer toegekend. Daarna volgt een technisch onderzoek van het ras. Dit onderzoek kan één of meerdere jaren in beslag nemen, naargelang de soort. De prijs ervan wordt gedekt door de onderzoekstaksen. Via dit technische onderzoek wordt vastgesteld of het plantenras onderscheidbaar, homogeen en bestendig is. Naast die drie criteria, moet het bovendien ook nieuw zijn. Dat betekent dat het in België nog niet in de handel is, of de laatste vier jaar niet in het buitenland is verhandeld. Het ras moet ook een eigen benaming krijgen, die elke verwarring met andere rassen uitsluit en de gebruiker niet misleidt. Zodra deze vijf voorwaarden (onderscheidbaar, homogeen, bestendig, nieuw en benaming) zijn vervuld mag het certificaat worden afgeleverd.
Hoe een communautair kwekerscertificaat bekomen? De te volgen procedure is vrij gelijklopend met de procedure voor het aanvragen van een Belgisch kwekerscertificaat. U vindt gedetailleerde informatie op de site van het Communautair Bureau voor Plantenrassen (CBP): www.cpvo.europa.eu.
33
Hoe te weten komen of een plantenras in België beschermd is? In België kan een plantenras beschermd worden ofwel via het Belgische kwekersrecht (grondgebied van België), ofwel via het communautaire kwekersrecht (grondgebied van alle lidstaten van de Europese Gemeenschap).
34
De lijst van de door het Belgische kwekersrecht beschermde plantenrassen kan op de site van de Dienst voor de Intellectuele Eigendom geraadpleegd worden. De lijst van de door het communautaire kwekersrecht beschermde rassen is beschikbaar op de site van het Communautair Bureau voor Plantenrassen: www.cpvo.europa.eu. Aangezien deze twee lijsten echter zeer regelmatig moeten worden bijgewerkt, raden wij u aan om u rechtstreeks tot onze dienst of tot het CBP te wenden. Contactpersoon bij de sectie Kwekerscertificaten: Mevr. Camille Vanslembrouck tel: +32 2 277 82 75 fax: +32 2 277 52 62
[email protected]
“De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België.”
Wat kan men doen met een beschermd plantenras? Een Belgisch kwekerscertificaat verleent aan zijn houder het alleenrecht op de voortbrenging van teeltmateriaal voor handelsdoeleinden. Het verhandelen ervan is aan zijn voorafgaande toestemming en aan de door hem gestelde voorwaarden onderworpen. Wie, met andere woorden, zaad, stekken, potgoed of bloembollen van een beschermd ras wenst te verkopen of te telen met het oog op verkoop, dient daartoe op voorhand de toestemming van de certificaathouder te vragen en zich te schikken naar de voorwaarden die door de certificaathouder gesteld worden. Het is gebruikelijk hiertoe een licentie aan te vragen.
Voor sommige handelingen is echter geen toestemming van de certificaathouder vereist. Zo mag het teeltmateriaal vrij worden gebruikt als variatiebron (vertrekbasis) voor het kweken van andere rassen, voor wetenschappelijk onderzoek of voor handelingen die in de particuliere sfeer en voor niet commerciële doeleinden zijn verricht.
35
Het auteursrecht 1. Wat kan beschermd worden door het auteursrecht?
36
Het auteursrecht verleent volgens de termen van artikel 1 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten (hierna “Auteurswet”) bescherming aan “werken van letterkunde of kunst”. In de Auteurswet zelf worden verder geen voorbeelden gegeven van voorwerpen die beschermd worden door het auteursrecht. Dit betekent dus dat we moeten kijken naar de rechtspraak om te weten wat nu uiteindelijk beschermd wordt. Algemeen wordt aangenomen dat volgende werken beschermd worden door het auteursrecht: muzikale, literaire of wetenschappelijke werken, boeken, bouwwerken, schilderijen, beeldhouwwerken, toneelstukken, films. Al deze zaken zullen dus beschermd worden door het auteursrecht, omdat zij beschouwd worden als “werken van letterkunde of kunst”. Maar wat met andere creaties? Wanneer wordt iets beschouwd als een “werk van letterkunde of kunst”? Een eerste (voorafgaande) voorwaarde is dat de creatie in een concrete vorm is gegoten, “gematerialiseerd” is. Het auteursrecht beschermt immers slechts de vorm, de veruitwendiging van een idee. Een louter idee of concept kan dus niet via het auteursrecht worden beschermd. Het is echter niet noodzakelijk dat er een materieel, tastbaar exemplaar bestaat: aan de voorwaarde van de veruitwendiging wordt bijvoorbeeld ook voldaan wanneer een redevoering uitgesproken wordt of een lied gezongen of gespeeld wordt (b.v. een jamsessie). In deze laatste gevallen is het voor-
“De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België.”
werp immers “hoorbaar”, “waarneembaar” voor derden en heeft het werk aldus “een concrete uitdrukkingsvorm” gekregen. Naast deze voorafgaande voorwaarde moet het werk ook “origineel” zijn. Een werk wordt door de rechtspraak als “origineel” beschouwd wanneer het “de uitdrukking is van de intellectuele inspanning van de maker ervan, welke voorwaarde onontbeerlijk is om aan het werk het vereiste individuele karakter te geven waardoor een schepping ontstaat”. Deze criteria worden in de rechtspraak vrij ruim geïnterpreteerd: niet alleen Kunst met hoofdletter K wordt beschermd, maar bijvoorbeeld ook wetenschappelijke werken, foto’s, kalenders, bloemlezingen … kunnen beschermd worden, op voorwaarde dat zij origineel zijn. Computerprogramma’s en databanken nemen een ietwat bijzondere plaats in. Zij worden principieel beschermd door het auteursrecht, maar er zijn enkele bijzonderheden aan verbonden. De rechtspraak zal geval per geval moeten oordelen of een werk “origineel” is. Er is dus geen enkele instantie die u op voorhand kan garanderen dat wat u gemaakt hebt beschermd wordt door het auteursrecht.
2. Hoe verkrijgt men een auteursrecht? Auteursrecht ontstaat automatisch door de creatie zelf van een origineel werk. Er dienen dus geen administratieve formaliteiten vervuld te worden met het oog op de verwerving van dit recht. Wel is het nuttig om bewarende maatregelen te treffen zoals een registratie of een depot, om te bewijzen dat het werk op een bepaalde datum bestond. Let wel: dit depot garandeert niet dat het werk auteursrechtelijk beschermd wordt. Het depot en de datering betekenen enkel dat u tegenover derden
37
(bv. inbreukmakers) en voor de rechtbank kunt aantonen dat u het document op die bepaalde datum gedeponeerd/laten registreren hebt. Stel dat iemand anders bijvoorbeeld uw werk gebruikt zonder uw toestemming, dan kunt u voor de rechter aantonen dat u het werk voordien al liet registreren. Anderzijds zou het ook kunnen dat u een werk laat registreren dat in feite door iemand anders gecreëerd werd. In dat geval zal de ware auteur moeten aantonen (dit kan met alle rechtsmiddelen zoals getuigen, vermoedens, …) dat hij de ware auteur is en het werk gemaakt werd vóór uw registratie. Met andere woorden: het depot vergemakkelijkt het bewijs dat u het werk op die datum gecreëerd heeft, maar zonder u een bescherming door het auteursrecht te garanderen. 38
Om een vaste datum te bekomen, bestaan er volgens het gemene recht meerdere mogelijkheden. Zo kunt u zich onder meer wenden tot om het even welk registratiekantoor van de Federale Overheidsdienst Financiën. U kunt hier enkel papieren documenten laten registreren (dus geen diskettes, cd-roms, enz.). Een registratie van een “niet getarifeerde akte” (dus andere zaken dan b.v. huurcontracten of verkopen van onroerende goederen die in het wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten specifiek worden geregeld) kost momenteel (2007) 25 euro per document. Er wordt o.a. een datumstempel op het document aangebracht. Een andere mogelijkheid is het opstellen door de notaris van een authentieke akte, m.b.t. het bestaan van het werk. De notaris kan aangeboden documenten “onder de minuten bewaren” en van een vaste dagtekening voorzien. U kunt ook b.v. diskettes en cd-
“De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België.”
roms neerleggen bij de notaris die deze exemplaren bij zich zal bewaren. Een derde middel om de creatiedatum van een werk te bewijzen is het indienen van een i‑DEPOT bij het Benelux-Bureau voor de Industriële Eigendom (hierna BBIE). Dit kan online of met een i-DEPOT-envelop. U krijgt een betrouwbaar hulpmiddel om te bewijzen dat een bepaald idee, concept of procédé op een bepaalde dag al bestond. Het BBIE registreert uw naam en de datum waarop u uw creatie heeft ingediend. U kunt uw i-DEPOT online indienen. Dat gaat snel en eenvoudig en is vooral ook veilig. In een aantal stappen wordt u gevraagd uw referentiegegevens in te vullen en een omschrijving van uw concept of idee toe te voegen. Nadat de betaling is verwerkt, ontvangt u een bevestiging per e-mail en kunt u uw i-DEPOT-bewijs meteen downloaden. De i-DEPOT-envelop kunt u gebruiken, als u uw concept of idee niet in een elektronisch formaat wilt vastleggen, of als u niet elektronisch wilt of kunt betalen. De i-DEPOT-envelop bestaat uit twee delen. In elk van de beide delen stopt u een identiek document waarin uw creatie zo helder mogelijk omschreven of afgebeeld wordt. Dit document kunt u vastleggen op de gegevensdrager van uw keuze: papier, microfilm, floppy, cd-rom, enz. U plakt de envelop dicht en stuurt hem terug naar het BBIE. Bij ontvangst wordt uw i- DEPOT envelop door het BBIE verzegeld. Aan beide delen van de envelop wordt een vignet gehecht waarop de ontvangstdatum en -tijd duidelijk staan vermeld.
39
Deel 1 wordt naar u teruggestuurd. Dit deel bewaart u ongeopend op een veilige plaats: zo blijft de inhoud geheim. Deel 2 wordt gedurende een periode van 5 jaar ongeopend in de archieven van het BBIE bewaard. Op ieder ogenblik kunt u – eenmalig – het tweede deel als bewijsmiddel bij een rechtsvordering opvragen. De bewaartermijn van 5 jaar kan met (een onbeperkt aantal) aanvullende termijnen van 5 jaar worden verlengd. Een online i-DEPOT kost 35 euro (2008) voor vijf jaar. Meer informatie en andere prijzen (ondermeer over een creditrekening) vindt u op www.boip.int.
40
De i-DEPOT-envelop kost 45 euro voor een periode van 5 jaar en 65 euro voor een periode van 10 jaar (2008). U kunt de i-DEPOTenvelop eveneens bestellen via de Dienst voor de Intellectuele Eigendom (DIE). Hiervoor kunt u terecht bij de Afdeling Merken, Tekeningen en Modellen van de DIE: tel: 02 277 52 97. Ook sommige privé-organisaties bieden een dienst aan om documenten te bewaren en van een datum te voorzien. In de laatste twee gevallen (i-DEPOT en privé-organisaties) gaat het evenwel niet om het verlenen van een “vaste datum” in de zin van de wet, maar om het verlenen van een middel om de datum van het bestaan van een document te bewijzen, waarvan de rechter de bewijskracht zal beoordelen.
“De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België.”
3. Kan men een idee beschermen door het auteursrecht? Een idee op zich, hoe origineel of nieuw ook, is niet beschermbaar door het auteursrecht (of een ander intellectueel eigendomsrecht). Dit vloeit voort uit het principe van de vrijheid van handel en vrijheid van ideeën. Zoals aangegeven onder vraag 1 moet het idee vorm hebben gekregen, m.a.w. veruitwendigd zijn, uitgewerkt zijn, geconcretiseerd zijn. Anderzijds is niet alleen de definitieve vorm van een werk beschermbaar: ook een schets, plan, ontwerp voldoet aan de vereiste van “vormgeving”. Enkele voorbeelden: een idee voor het ontwerpen van een kanaal zonder rak is niet beschermbaar (Brussel, 16 januari 1954, Pas. 1956 II,17 – Albertkanaal) een methode om notenleer te onderwijzen aan kinderen is op zichzelf niet beschermd (Cass. Fr., 29 november 1960, R.I.D.A.,XXI, 78). De vraag naar het onderscheid tussen idee en vorm rijst ook vaak bij de vraag in welke mate het concept van een televisieprogramma (“format”) beschermd kan worden. Ook hier zal moeten uitgemaakt worden of men te maken heeft met een louter idee, of met een uitgewerkt idee dat vorm heeft gekregen en origineel is. Om voor een auteursrechtelijke bescherming in aanmerking te komen moet een idee inderdaad origineel zijn en vorm hebben gekregen (zie vraag 1).
41
Met andere woorden: een idee voor een programma kan voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komen mits het voldoende uitgewerkt en geconcretiseerd is. De vraag wanneer het voldoende is uitgewerkt, zal geval per geval moeten beantwoord worden door de rechter. Men kan evenwel stellen dat elementen die uitwerking geven aan een idee voor een televisieprogramma onder andere betreffen: het spelverloop, de spelregels, het decor, de opstelling van het spel, de presentator of presentatoren, de panelleden, de belichting, de tunes, de zinsbouw, het woordgebruik, de rekwisieten, enz., m.a.w. elementen die een beeld geven van hoe het eindproduct er zal uitzien.
42
Indien het concept tevens origineel is, d.w.z. de uitdrukking is van de intellectuele inspanning van de auteur en aldus diens persoonlijke stempel draagt, dan komt het concept voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking (zie tevens vraag 1).
4. Kan een idee beschermd worden via andere rechtsmiddelen dan het auteursrecht? In een contractuele relatie moet in eerste instantie gedacht worden aan contractuele middelen om waardevolle ideeën te beschermen. Wanneer men een waardevol idee of concept gaat voorstellen aan een onderneming kan men in een contract bepalen in welke mate de meegedeelde gegevens kunnen gebruikt worden (geheimhoudingsbeding). Bij een overnemen of slaafs kopiëren van een idee of concept, zal desgevallend een beroep gedaan kunnen worden op de regels van de onrechtmatige daad, verrijking zonder oorzaak of de onrechtmatige mededinging.
“De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België.”
Van onrechtmatige daad is sprake wanneer iemand door een fout schade toebrengt aan een ander persoon. De fout kan bestaan in de schending van een rechtsregel of in het handelen op een andere manier dan een normaal voorzichtige persoon zou doen (schending van de zogenaamde “goede huisvader”-norm). Van onrechtmatige mededinging is sprake wanneer een “verkoper” zoals omschreven in artikel 1 van de wet op de handelspraktijken en bescherming van de consument, een onrechtmatige handeling stelt (zoals verwarringstichting, parasitaire mededinging, …).
5. Hoe kan men een computerprogramma beschermen? Computerprogramma’s, alsook het voorbereidende materiaal (waarbij gedacht kan worden aan analyses, organigrammen, vragenlijsten), worden overeenkomstig artikel 1 van de wet van 30 juni 1994 houdende omzetting in Belgisch recht van de Europese richtlijn van 14 mei 1991 betreffende de rechtsbescherming van computerprogramma’s (hierna “Softwarewet”) auteursrechtelijk beschermd en gelijkgesteld met werken van letterkunde. Om een computerprogramma te beschermen, moet het voldoen aan dezelfde voorwaarden die gelden voor andere auteursrechtelijke werken, namelijk zintuiglijk waarneembaar zijn en origineel zijn. Artikel 2 van de Softwarewet bepaalt: “Een computerprogramma geniet bescherming indien het oorspronkelijk is in die zin, dat het een eigen intellectuele schepping van de auteur is. Om te bepalen of het programma voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komt, mogen geen andere criteria worden aangelegd.
43
De bescherming overeenkomstig deze wet wordt verleend aan de uitdrukkingswijze, in welke vorm ook, van een computerprogramma. De ideeën en beginselen die aan enig element van een computerprogramma ten grondslag liggen, met inbegrip van de ideeën en beginselen die aan de interfaces daarvan ten grondslag liggen, worden niet auteursrechtelijk beschermd”. Het feit dat ideeën op zich niet beschermbaar zijn door het auteursrecht, betekent voor computerprogramma’s bijvoorbeeld dat de erin voorkomende algoritmen op zich niet beschermbaar zijn via het auteursrecht, wanneer zij in wezen gelijk zijn aan mathematische formules.
44
Tevens betekent het bijvoorbeeld, zoals artikel 2, tweede lid van de Softwarewet uitdrukkelijk vermeldt, dat de ideeën en beginselen die aan de interfaces van computerprogramma’s ten grondslag liggen, niet beschermd worden. Net zoals voor de auteursrechtelijke werken moeten geen formaliteiten vervuld worden om beschermd te worden door het auteursrecht: de bescherming ontstaat automatisch door de creatie van het computerprogramma. Nochtans verdient het aanbeveling om, net als voor de andere categorieën van werken, bewarende maatregelen te treffen om te kunnen bewijzen dat het programma bestond op een bepaalde datum. De gelijkschakeling van computerprogramma’s met letterkundige werken, betekent dat de bepalingen van de Auteurswet in verband met de letterkundige werken ook van toepassing zijn op computerprogramma’s telkens wanneer de Softwarewet geen afwijkende regeling voorziet. Sommige zaken worden in de Softwarewet evenwel anders geregeld dan in de Auteurswet.
“De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België.”
De voornaamste verschillen tussen de Softwarewet en de Auteurswet zijn: wanneer het werk tot stand komt in een arbeidsrelatie is er bij computerprogramma’s een vermoeden van overdracht van de vermogensrechten naar de werkgever (art. 3 Softwarewet). De Auteurswet voorziet dergelijk vermoeden van overdracht niet voor de andere catagorieën letterkundige of kunstwerken, tenzij voor audiovisuele werken en voor databanken. er gelden specifieke uitzonderingen voor computerprogramma’s. Deze uitzonderingen zijn : het reproduceren of aanpassen van het computerprogramma is toegestaan om de rechtmatige gebruiker in staat te stellen het programma te gebruiken, of fouten te verbeteren (art. 6, § 1 Softwarewet); het maken van een reservekopie (art. 6, § 2 Softwarewet); de rechtmatige gebruiker van een computerprogramma is gemachtigd om zonder toestemming van de rechthebbende de werking van het programma te observeren, te bestuderen en uit te testen, ten einde vast te stellen welke ideeën en beginselen aan een element van het programma ten grondslag liggen (art.6, §3 Softwarewet); de “decompilatie-uitzondering”. Dit betekent dat de rechtmatige gebruiker van een computerprogramma de code mag reproduceren of vertalen teneinde de compatibiliteit met andere programma’s te verzekeren (art. 7 Softwarewet). Inlichtingen: tel: +32 2 277 52 88 fax: +32 2 277 52 62
45
46
Belangrijke raadgeving De informatie in deze brochure wordt noodzakelijkerwijs in grote lijnen weergegeven. Dit betekent dat bepaalde nuances en verduidelijkingen ontbreken, omdat dit document daardoor te uitgebreid zou worden. Meer gedetailleerde informatie wordt u vanzelfsprekend verstrekt indien u zich rechtstreeks tot de Dienst voor de Intellectuele Eigendom richt. Dienst voor de Intellectuele Eigendom North Gate III Koning Albert II-laan 16 1000 Brussel tel: +32 2 277 51 11 fax: +32 2 277 52 62 http://economie.fgov.be/opri-die.htm
Vooruitgangstraat 50 B-1210 Brussel Ondernemingsnummer: 0314.595.348 http://economie.fgov.be