DIRECTIE GENERAAL PERSONEN MET EEN HANDICAP
Tegemoetkoming hulp aan bejaarden
A. Doel Evenals voor de integratietegemoetkoming voor personen van minder dan 65 jaar, wordt aan bejaarden een tegemoetkoming toegekend wegens verminderde zelfredzaamheid of gebrek aan zelfredzaamheid.
B. Voorwaarden om een tegemoetkoming te ontvangen 1. Leeftijd Men moet minstens 65 jaar oud zijn. 2. Nationaliteit De persoon met een handicap moet ofwel: F
Belg zijn;
F
onderdaan zijn van een Lidstaat van de E.U.;
F
onderdaan zijn van IJsland, Noorwegen, Liechtenstein of Zwitserland en werknemer of zelfstandige te zijn in de zin van de Verordening E.E.G. 1408/71 van 14 juni 1971, weduwe of weduwnaar van een dergelijke werknemer of zelfstandige zijn of echtgenoot, kind, vader of moeder van dergelijke werknemer of zelfstandige zijn en ten laste van deze laatste;
F
vluchteling zijn;
F
staatloos zijn;
F
F
tot de leeftijd van 21 jaar verhoogde kinderbijslag genoten hebben omwille van de handicap van het kind overeenkomstig de wetgeving betreffende de kinderbijslag voor werknemers of zelfstandigen; rechten kunnen laten gelden in het kader van de Europese InterimOvereenkomst; B/THB- 1 -
F
in toepassing van de samenwerkingsovereenkomsten van de Europese Unie met Algerije, Marokko of Tunesië, onderdaan van één van deze landen zijn en de hoedanigheid van werknemer of zelfstandige te hebben, of weduwe of weduwnaar van een dergelijke werknemer of zelfstandige zijn of echtgenoot, kind, vader of moeder van dergelijke werknemer of zelfstandige zijn en ten laste van deze laatste zijn.
3. Woonplaats en verblijf Men moet in België wonen en er effectief verblijven op het ogenblik van de aanvraag en gedurende de periode voor dewelke de tegemoetkoming wordt verleend. Wordt met een verblijf in België gelijkgesteld: F
F
F
F
F
het verblijf in het buitenland gedurende maximaal 90 al dan niet opeenvolgende dagen per kalenderjaar; het verblijf in het buitenland als patiënt in een ziekenhuis of een andere verzorgingsinstelling; het verblijf in het buitenland om beroepsredenen; het verblijf in het buitenland bij een bloed- of aanverwante die verplicht is, of waarvan de echtgenoot of de persoon met wie de bloed- of aanverwant wettelijk samenwoont, verplicht is tijdelijk in het buitenland te vertoeven om er een zending uit te voeren of functies uit te oefenen in dienst van de Belgische Staat; het verblijf in het buitenland gedurende meer dan 90 al dan niet opeenvolgende dagen per kalenderjaar, voor zover uitzonderlijke omstandigheden dit verblijf wettigen en op voorwaarde dat de Minister hiertoe zijn toelating verleend.
De persoon met een handicap die het land verlaat, dient de Dienst voor tegemoetkomingen aan personen met een handicap hiervan in kennis te stellen en daarbij de duur en de reden van zijn verplaatsing mee te delen.
4. Grensinkomens B/THB- 2 -
Het bedrag van de tegemoetkoming wordt verminderd met het bedrag van het inkomen van de persoon met een handicap en van de persoon waarmee hij een huishouden vormt, en dat een bepaalde grens overschrijdt. Bedragen van toepassing vanaf 1 augustus 2005: F
12.516,09 EUR per jaar voor de categorie C;
F
10.016,20 EUR per jaar voor de categorieën A en B.
Deze bedragen volgen de evolutie van het indexcijfer der consumptieprijzen. Er wordt van een huishouden gesproken als 2 personen die geen bloednoch aanverwant zijn in de 1e, 2de of 3de graad samenwonen. Er wordt geen rekening gehouden met de inkomsten van de leden van het huishouden die bloed- of aanverwant zijn in de 1e, 2de of 3de graad. De definiëring van de gezinscategorieën gebeurt aan de hand van het begrip “huishouden”. Hier moet onder verstaan worden: elke samenwoning van 2 personen die geen bloed- of aanverwant zijn tot de eerste, tweede of derde graad. Het samenwonen wordt vermoed wanneer er sprake is van slechts één hoofdverblijfplaats. De persoon met een handicap of de dienst mag met alle mogelijke middelen het tegenbewijs leveren. Behoort tot categorie C: de persoon met een handicap die: F
een huishouden vormt;
F
of één of meerdere kinderen ten laste heeft.
B/THB- 3 -
Onder “kind ten laste” wordt verstaan: F de persoon jonger dan 25 jaar voor wie de persoon met een handicap of de persoon met wie hij een huishouden vormt kinderbijslag ontvangt of een onderhoudsgeld dat bij vonnis is vastgesteld of dat bepaald is in een overeenkomst in het kader van een procedure tot echtscheiding met onderlinge toestemming; F
de persoon jonger dan 25 jaar voor wie de persoon met een handicap onderhoudsgeld betaalt dat bij vonnis is vastgesteld of dat bepaald is in een overeenkomst in het kader van een procedure tot echtscheiding met onderlinge toestemming.
Opgelet! Er kan per huishouden slechts één persoon zijn die tot categorie C behoort. Indien twee of meer personen met een handicap in een huishouden tot categorie C behoren, zal elk van hen aanspraak kunnen maken op de vrijstelling die overeenkomt met de helft van de vrijstelling voor categorie C. Behoort tot categorie B: de persoon met een handicap F
F
die alleen leeft; of die zelf niet behoort tot categorie C en die gedurende 3 maanden dag en nacht in een instelling verblijft
Behoort tot categorie A: de persoon met een handicap die niet behoort tot de categorie B, noch tot de categorie C. 5. Inkomsten Alle inkomens, ongeacht hun aard of oorsprong, waarover de persoon met een handicap en eventueel de persoon met wie hij een huishouden vormt, beschikken, worden in aanmerking genomen. Er wordt evenwel geen rekening gehouden, met het inkomen van de leden van het huishouden van de persoon met een handicap die zijn bloed- of aanverwant zijn in de eerste, tweede of derde graad.
B/THB- 4 -
Opgelet! Elke inkomenswijziging moet binnen de drie maanden meegedeeld worden. Deze mededeling gebeurt met een gewone brief.. Voor de berekening van het inkomen wordt er geen rekening gehouden met: F
de gezinsbijslagen;
F
de uitkeringen die verband houden met openbare of private bijstand;
F
de onderhoudsgelden tussen ascendenten en descendenten;
F
F
F
F
F
F
de frontstrepen- en gevangenschapsrenten alsmede de renten verbonden aan een nationale orde op grond van een oorlogsfeit; de tegemoetkomingen aan personen met een handicap toegekend aan de persoon met wie de persoon met een handicap een huishouden vormt; het vakantiegeld en het aanvullend vakantiegeld; de vergoedingen die in het kader van de plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen toegekend worden aan de persoon met wie de persoon met een handicap een huishouden vormt; het deel van het pensioen dat overeenstemt met het bedrag van het aan de echtgenoot of ex-echtgenoot betaalde onderhoudsgeld door de van tafel en bed gescheiden, de feitelijk of uit de echt gescheiden persoon met een handicap die een pensioen geniet, indien de verplichting tot het betalen van een onderhoudsgeld bij gerechtelijke beslissing werd vastgesteld. de vergoedingen die door de Duitse overheid bij wijze van schadeloosstelling worden betaald voor de gevangenhouding tijdens de tweede wereldoorlog.
Worden als inkomsten beschouwd: F
de beroepsinkomsten, als werknemer of zelfstandige, van de persoon met een handicap of van de persoon met wie hij een huishouden vormt. Principieel wordt in aanmerking genomen: het belastbaar beroepsinkomen van het 2de kalenderjaar dat voorafgaat B/THB- 5 -
aan het jaar waarin de beslissing betreffende het recht op de tegemoetkoming uitwerking heeft. F
F
90% van het pensioen effectief betaald aan de persoon met een handicap of aan de persoon waarmee hij een huishouden vormt. onroerende goederen ◊ Een bedrag van 1.500,00 EUR van het globaal kadastraal inkomen van de bebouwde onroerende goederen die de persoon met een handicap of de persoon met wie hij een huishouden vormt in volle eigendom of in vruchtgebruik bezitten, wordt vrijgesteld. Dit bedrag wordt verhoogd met 250,00 EUR voor elk kind ten laste. Er wordt wel rekening gehouden met het niet vrijgestelde gedeelte van het totaal kadastraal inkomen vermenigvuldigd met drie. ◊ Als de persoon met een handicap of de persoon met wie hij een huishouden vormt slechts de volle eigendom of het vruchtgebruik bezitten van onbebouwde onroerende goederen wordt een bedrag van 60,00 EUR van het kadastraal inkomen vrijgesteld. Er wordt wel rekening gehouden met het niet vrijgestelde gedeelte van het totaal kadastraal inkomen vermenigvuldigd met negen. ◊ Wanneer het onroerend goed met een hypotheek is bezwaard mag het bedrag dat in aanmerking wordt genomen ter berekening van de inkomsten verminderd worden met het jaarlijks bedrag der hypothecaire intresten op voorwaarde dat het gaat om schulden aangegaan voor eigen behoeften van de persoon met een handicap of van de persoon met wie hij een huishouden vormt en dat de aan het ontleende kapitaal gegeven bestemming bewezen wordt. Daarnaast moet ook het bewijs geleverd worden dat de hypothecaire intresten eisbaar waren en werkelijk werden betaald voor het jaar dat datgene van de ingangsdatum van de beslissing voorafgaat.
F
F
roerende kapitalen : 6 % van de al dan niet belegde roerende kapitalen wordt in rekening gebracht. afstand van roerende of onroerende goederen om niet of onder bezwarende titel: wanneer de afstand gebeurt in de loop van de 10 jaren vóór de datum waarop de aanvraag om tegemoetkoming B/THB- 6 -
uitwerking heeft dan wordt een forfaitair inkomen in rekening gebracht op basis van de verkoopwaarde. Dit forfaitair inkomen is gelijk aan 6 % van de verkoopwaarde. In geval van afstand onder bezwarende titel van roerende of onroerende goederen, worden de persoonlijke schulden van de aanvrager of van de persoon met wie hij een huishouden vormt, die dateren van vóór de afstand en die werden afgelost met de opbrengst van de afstand, afgetrokken van de verkoopwaarde van de afgestane goederen, op het ogenblik van de afstand. In geval van afstand onder bezwarende titel van roerende of onroerende goederen en onverminderd de bepalingen van voorgaande alinea, wordt van de verkoopwaarde van de goederen een jaarlijkse vrijstelling van 1.500,00 EUR afgetrokken. Deze aftrekbare vrijstelling wordt berekend in verhouding tot het aantal maanden begrepen tussen de eerste dag van de maand die volgt op de datum van de afstand en de datum waarop de aanvraag om tegemoetkoming uitwerking heeft. Indien de aanvrager of de persoon met wie hij een huishouden vormt meerdere afstanden heeft verricht, mag de vrijstelling slechts eenmaal voor dezelfde periode worden toegepast.
Opgelet! De tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden is een aanvullend inkomen. De bejaarde met een handicap is ertoe gehouden zijn recht op de inkomensgarantie voor ouderen (IGO) en op een rusten overlevingspensioen te doen gelden. Ter herinnering: de persoon met een handicap die vóór 65 jaar een aanvraag tot het bekomen van een inkomensvervangende tegemoetkoming en/of een integratietegemoetkoming heeft ingediend geniet ook na zijn 65ste verjaardag van deze tegemoetkomingen behalve wanneer de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden gunstiger is. 6.
B/THB- 7 -
Handicap Om van de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden te kunnen genieten moet een gebrek aan of een vermindering van zelfredzaamheid vastgesteld zijn. Voor de berekening van de graad van zelfredzaamheid wordt in aanmerking genomen: F de mogelijkheid om zich te verplaatsen; F
F
F
F
F
de mogelijkheid om zijn voeding te nuttigen of te bereiden; de mogelijkheid om voor zijn persoonlijke hygiëne in te staan en zich te kleden; de mogelijkheid om de woning te onderhouden en huishoudelijk werk te verrichten; de mogelijkheid om te leven zonder toezicht, bewust te zijn van gevaar en het gevaar te kunnen vermijden; de mogelijkheid tot communicatie en sociaal contact.
De arts zal voor elke functie onderzoeken welke moeilijkheden de betrokken persoon ondervindt. Er kunnen 4 mogelijke antwoorden verstrekt worden, nl.: F
F
F
F
geen moeilijkheden, geen bijzondere inspanning of geen bijzondere hulpmiddelen : 0 punten worden toegekend; beperkte moeilijkheden, beperkte bijkomende inspanning of beperkt beroep op bijzondere hulpmiddelen : 1 punt wordt toegekend; grote moeilijkheden, grote bijkomende inspanningen of uitgebreid beroep op bijzondere hulpmiddelen : 2 punten worden toegekend; onmogelijk zonder hulp van derden, zonder opvang in een aangepaste voorziening of zonder volledig aangepaste omgeving : 3 punten worden toegekend.
B/THB- 8 -
De punten worden opgeteld en naargelang dit totaal wordt de persoon met een handicap ondergebracht in één categorie: categorie 1
7 tot 8 punten
categorie 2
9 tot 11 punten
categorie 3
12 tot 14 punten
categorie 4
15 tot 16 punten
categorie 5
17 tot 18 punten
Minder dan 7 punten geeft geen recht op de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden.
C. Bedrag van de tegemoetkoming Het bedrag van de tegemoetkoming is afhankelijk van de uitslag van de evaluatie van de graad van zelfredzaamheid. Naargelang van deze uitslag onderscheidt men vijf categorieën (bedragen van toepassing op 01.08.2005): per jaar (EUR) Categorie 1 categorie 2 categorie 3 categorie 4 categorie 5 Deze bedragen volgen consumptieprijzen.
837,87 3.198,34 3.888,67 4.578,79 5.624,40 de
evolutie
per maand (EUR) 69,82 266,53 324,06 381,57 468,70 van
het
indexcijfer
der
B/THB- 9 -
Opgelet Vanaf 1 januari 2003 wordt de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden niet meer verminderd bij opname in een instelling. De persoon zal dan een volledige tegemoetkoming ontvangen. Geen enkele tegemoetkoming wordt uitbetaald in geval van opsluiting in een gevangenis of internering in een instelling voor sociaal verweer.
D. Hoe een tegemoetkoming aanvragen? Belangrijk: voor het vervullen van de administratieve formaliteiten kan de persoon met een handicap zich laten vertegenwoordigen door een persoon die hij daartoe speciaal machtigt. Deze persoon moet meerderjarig zijn en houder van een volmacht. De tegemoetkoming moet aangevraagd worden in de gemeente waar de persoon met een handicap in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister is ingeschreven. De aanvraag kan ten vroegste ingediend worden op de dag dat men 65 wordt. Het recht op een tegemoetkoming gaat ten vroegste in vanaf de eerste dag van de maand volgend op het indienen van de aanvraag. Het aanvraagformulier wordt ingevuld door de gemeenteadministratie en ondertekend door de persoon met een handicap. De persoon met een handicap die de aanvraag niet kan ondertekenen zet er een kruisje op en de burgemeester zal de aanvraag mee ondertekenen. De gemeente moet het aanvraagformulier binnen de 5 werkdagen naar de dienst terugsturen. Vanaf het moment van registratie van de aanvraag zal de dienst de formulieren die nodig zijn om het dossier verder te kunnen behandelen sturen naar de persoon met een handicap. Het gaat hier om medische formulieren die door de arts ingevuld moeten worden en om formulieren inzake het inkomen van de leden van het huishouden. De persoon met een handicap kan ook een aanvraag om herziening indienen bij zijn gemeentelijke administratie wanneer er een nieuw B/THB- 10 -
element is dat aanleiding kan geven tot de toekenning of de verhoging van de tegemoetkoming. De persoon met een handicap is verplicht om binnen de 3 maanden alle nieuwe elementen die aanleiding kunnen geven tot vermindering of opheffing van de tegemoetkoming mee te delen. Deze mededeling gebeurt via een gewone brief. Als deze informatie binnen de 3 maanden wordt meegedeeld dan heeft de beslissing die aanleiding geeft tot een vermindering geen terugwerkende kracht en zal de persoon met een handicap geen terugbetaling moeten doen van onverschuldigd betaalde sommen. Wat daarentegen de wijziging van de gegevens die eveneens in het rijksregister voorkomen betreft, dient de persoon met een handicap deze wijzigingen niet aan de dienst te melden voor zover hij deze heeft gemeld aan de gemeenteadministratie. Deelt de persoon met een handicap het element niet mee, of slechts na het verstrijken van 3 maanden, dan zal de dienst een ambtshalve herziening uitvoeren met terugwerkende kracht en de onverschuldigde betalingen worden teruggevorderd. Ten onrechte betaalde tegemoetkomingen worden door de Staat teruggevorderd. Er zal niet overgegaan worden tot de terugvordering van een onterecht betaald bedrag als de persoon met een handicap ondertussen overleden is, de beslissing tot terugvordering op dat ogenblik nog niet werd betekend en het bedrag niet verworven werd door middel van fraude. Als er op het moment van het overlijden van de persoon met een handicap nog niet uitbetaalde tegemoetkomingen bestaan dan zal de terugvordering gebeuren op de vervallen tegemoetkomingen die nog niet werden uitbetaald. Er wordt niet ambtshalve verzaakt indien de persoon met een handicap arglist, bedrog of bedrieglijke handelingen heeft gepleegd of als op het moment van het overlijden van de betrokkene er vervallen en nog niet uitbetaalde achterstallen bestaan. B/THB- 11 -
E. Behandeling van de aanvraag De gemeentelijke administratie vult de aanvraag in (formulier 1) en stuurt het binnen de 5 werkdagen door naar de Dienst voor tegemoetkomingen aan personen met een handicap van de FOD Sociale Zekerheid. De dienst zal dan formulieren sturen naar de persoon met een handicap die nodig zijn om het dossier te kunnen behandelen (formulieren inzake het inkomen en/of medische formulieren). Het dossier wordt onderworpen aan een administratief onderzoek en desgevallend vindt ook een medisch onderzoek van de persoon met een handicap plaats. Dit medisch onderzoek wordt verricht door een arts van de Medische dienst van de FOD Sociale Zekerheid of door een erkende arts. De persoon met een handicap die zich niet kan verplaatsen wordt in zijn woonplaats onderzocht. De Dienst voor tegemoetkomingen aan personen met een handicap beslist alsdan over het toekennen en over het bedrag van de toegekende tegemoetkoming. Kennisgeving ervan aan de persoon met een handicap gebeurt per brief.
F. Verhaal Indien de persoon met een handicap van mening is dat de door de overheid genomen beslissing onjuist is, kan hij of zij deze beslissing voor de arbeidsrechtbank aanvechten. De zaak moet dan wel aanhangig worden gemaakt binnen een termijn van 3 maanden na betekening van de beslissing.
B/THB- 12 -
G. Uitbetaling De tegemoetkomingen worden per maand en per twaalfden uitbetaald aan de persoon met een handicap of aan diens wettelijke vertegenwoordiger. De uitbetaling van de tegemoetkomingen wordt uitgevoerd door overschrijving op een rekening bij een financiële instelling (of de post) die werd geopend op naam van de persoon met een handicap of waarvan hij co-titularis is. Als de gerechtigde wenst dat de betaling per postassignaties gebeurt dan zal hij daar uitdrukkelijk om moeten vragen en zijn verzoek moeten motiveren. Dit is echter de uitzondering en niet de regel. De termijn tussen de ingangsdatum van een tegemoetkoming en de eerste dag van de maand waarin de betaling wordt verricht, mag niet hoger zijn dan 8 maanden. In geval van overschrijding van deze termijn zijn er verwijlinteresten verschuldigd. In geval van overlijden van de gerechtigde op een tegemoetkoming worden de vervallen en niet uitbetaalde termijnen van ambtswege uitbetaald aan de echtgenoot of aan de persoon met wie de gerechtigde een huishouden vormt.. Bij ontstentenis van hierboven bedoelde echtgenoot of persoon geschiedt de uitbetaling van de vervallen en niet uitbetaalde termijnen, met inbegrip van de uitkering voor de maand van overlijden voor zover de gerechtigde niet overleden was op de in het nationaal compensatiesysteem geldende uitvoeringsdatum of, bij betaling via postassignatie, op de uitgiftedatum ervan, volgens een bepaalde rangorde: 1. aan de kinderen met wie de gerechtigde leefde op het ogenblik van zijn overlijden; 2.
aan de vader en de moeder met wie de gerechtigde leefde op het ogenblik van zijn overlijden; 3. aan ieder persoon met wie de gerechtigde leefde op het ogenblik van zijn overlijden; 4. aan de persoon die tussenbeide kwam in de verplegingskosten; B/THB- 13 -
5. aan de persoon die de begrafeniskosten betaalde. De tegemoetkomingen zijn vrijgesteld van belastingen, en moeten bijgevolg niet aan de controleur der belastingen worden aangegeven.
H. Voorbeelden VOORBEELD 1
Een alleenstaande vraagt op 10 juli 2005 de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden aan. Uit het medisch onderzoek blijkt dat de persoon met een handicap aanspraak kan maken op de tegemoetkoming categorie 2. Betrokkene geniet een rustpensioen ten bedrage van 446,78 EUR per maand en een inkomensgarantie voor ouderen (IGO) ten bedrage van 150,00 EUR per maand. ♦ Betrokkene bezit slechts onbebouwde onroerend goederen met een globaal kadastraal inkomen (K.I.) van 25,00 EUR. Hij heeft op 24 juli 1999 een huis verkocht met een verkoopwaarde van 90.000,00 EUR. Berekening van de tegemoetkoming Maximumbedrag
3.198,34 EUR
Inkomsten F
F
onbebouwde onroerende goederen (K.I. : 25,00 EUR) (Kadastraal inkomen - vrijgesteld bedrag)*9 = (25,00 EUR – 60,00 EUR)*9 = 0 waarde verkoop: 90.000,00 EUR Aantal maanden tussen 1 augustus 1999 (eerste dag van de maand volgend op de datum van afstand) en 1 augustus 2005 (datum waarop de aanvraag uitwerking heeft): 72 maanden
♦
Het is in principe het inkomen van de maand volgend op de maand waarin de aanvraag wordt ingediend, dat als basis wordt genomen. In geval van een ambtshalve onderzoek, wordt het inkomen als basis genomen zoals het wordt vastgesteld voor de maand volgend op de datum waarop het ambtshalve onderzoek wordt ingesteld.
B/THB- 14 -
Verleefd 72 maanden x 125,00 EUR =
9.000,00 EUR
Blijft 90.000,00 EUR - 9.000,00 EUR =
81.000,00 EUR
Bedrag aan te rekenen bij de berekening der inkomsten: 6% van 81.000 EUR = - 4.860,00 EUR IGO/maand x 12 = - 1.800,00 EUR rustpensioen 446,78 EUR x 12 x 90% = - 4.825,22 EUR - 11.485,22 EUR (a) Vrijstelling op categorie B
10.016,20 EUR (b)
Inkomen in mindering te brengen op de tegemoetkoming: 11.485,22 (a) - 10.016,20 (b) 1.469,02 EUR (d) = Maximumbedrag THB categorie 2:
3.198,34 EUR (e)
Toe te kennen tegemoetkoming op 1.8.2005 Jaarbedrag 3.198,34 (e) – 1.469,02 (d) = 1.729,32 EUR Maandbedrag 144,11 EUR VOORBEELD 2
Een alleenstaande vraagt op 10 juli 2005 de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden aan. Uit het medisch onderzoek blijkt dat de persoon met een handicap aanspraak kan maken op de tegemoetkoming categorie 2. Betrokkene geniet een rustpensioen ten bedrage van 446,78 EUR per maand en een inkomensgarantie voor ouderen (IGO) ten bedrage van 150,00 EUR per maand. Betrokkene bezit slechts onbebouwde onroerend goederen met een globaal kadastraal inkomen (K.I.) van 25,00 EUR.
B/THB- 15 -
De laatste situatie wijzigen we lichtjes: hij heeft op 24 juli 1999 een huis verkocht met een verkoopwaarde van 90.000,00 EUR, tegen een lijfrente van 3.000 euro per jaar. Berekening van de tegemoetkoming Maximumbedrag
3.198,34 EUR
Inkomsten F
F
onbebouwde onroerende goederen (K.I. : 25,00 EUR) (Kadastraal inkomen - vrijgesteld bedrag)*9 = (25,00 EUR – 60,00 EUR)*9 = 0 waarde verkoop: 90.000,00 EUR Aantal maanden tussen 1 augustus 1999 (eerste dag van de maand volgend op de datum van afstand) en 1 augustus 2005 (datum waarop de aanvraag uitwerking heeft): 72 maanden Verleefd 72 maanden x 125,00 EUR =
9.000,00 EUR
Blijft 90.000,00 EUR - 9.000,00 EUR =
81.000,00 EUR
Bedrag aan te rekenen: 6% van 81.000 EUR = 4.860,00 EUR Aangezien de uitslag van die berekening hoger ligt dan de lijfrente (3.000 EUR), wordt effectief het bedrag van 4.860 EUR in mindering gebracht. Bedrag aan te rekenen bij de berekening der inkomsten: 6% van 81.000 EUR = - 4.860,00 EUR IGO/maand x 12 = - 1.800,00 EUR Rustpensioen 446,78 EUR x 12 x 90% = - 4.825,22 EUR - 11.485,22 EUR (a) Vrijstelling op categorie B
10.016,20 EUR (b)
B/THB- 16 -
Inkomen in mindering te brengen op de tegemoetkoming: 11.485,22 (a) - 10.016,20 (b) 1.469,02 EUR (d) = Maximumbedrag THB categorie 2:
3.198,34 EUR (e)
Toe te kennen tegemoetkoming op 1.8.2005 Jaarbedrag 3.198,34 (e) – 1.469,02 (d) = 1.729,32 EUR Maandbedrag 144,11 EUR VOORBEELD 3
Een alleenstaande vraagt op 10 juli 2005 de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden aan. Uit het medisch onderzoek blijkt dat de persoon met een handicap aanspraak kan maken op de tegemoetkoming categorie 2. Betrokkene geniet een rustpensioen ten bedrage van 446,78 EUR per maand en een inkomensgarantie voor ouderen (IGO) ten bedrage van 150,00 EUR per maand. Betrokkene bezit slechts onbebouwde onroerend goederen met een globaal kadastraal inkomen (K.I.) van 25,00 EUR. De laatste situatie wijzigen we opnieuw lichtjes: hij heeft op 24 juli 1991 een huis verkocht met een verkoopwaarde van 90.000,00 EUR, tegen een lijfrente van 3.000 euro per jaar. Berekening van de tegemoetkoming Maximumbedrag
3.198,34 EUR
Inkomsten F
F
onbebouwde onroerende goederen (K.I. : 25,00 EUR) (Kadastraal inkomen - vrijgesteld bedrag)*9 = (25,00 EUR – 60,00 EUR)*9 = 0 waarde verkoop: 90.000,00 EUR Aangezien de verkoop dateert van meer dan 10 jaar voorafgaand aan de datum waarop de tegemoetkoming zou kunnen worden toegekend B/THB- 17 -
ingevolge de aanvraag, wordt het bedrag van de lijfrente van 3.000 EUR in mindering gebracht Bedrag aan te rekenen bij de berekening der inkomsten: verkoop = - 3.000,00 EUR IGO/maand x 12 = - 1.800,00 EUR rustpensioen 446,78 EUR x 12 x 90% = - 4.825,22 EUR - 9.625,22 EUR (a) Vrijstelling op categorie B
10.016,20 EUR (b)
Inkomen in mindering te brengen op de tegemoetkoming: 9.625,22 (a) - 10.016,20 (b) = 0 EUR (d) Maximumbedrag THB categorie 2:
3.198,34 EUR (e)
Toe te kennen tegemoetkoming op 1.8.2005 Jaarbedrag 3.198,34 (e) – 0 (d) = 3.198,34 EUR Maandbedrag 266,53 EUR
VOORBEELD 4
Een persoon met een handicap die een huishouden vormt vraagt op 27 juli 2005 de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden aan. Uit het medisch onderzoek blijkt dat de persoon met een handicap aanspraak kan maken op de tegemoetkoming categorie 5. Betrokkene geniet een rustpensioen ten bedrage van 723,46 EUR per maand. Betrokkene is eigenaar van een huis met een kadastraal inkomen van 2.000 EUR, verworven tegen betaling van een lijfrente van 3.000 EUR per jaar. De persoon met wie hij een huishouden vormt, heeft geen inkomsten.
Berekening van de tegemoetkoming
B/THB- 18 -
Maximumbedrag
5.624,40 EUR
Inkomsten F
bebouwde onroerende goederen (K.I. : 2.000 EUR) (Kadastraal inkomen - vrijgesteld bedrag)*3 = (2.000 EUR – 1.500,00 EUR)*3 = 1.500 EUR Aftrek lijfrente, beperkt tot 750 EUR. De reglementering bepaalt immers dat wanneer een onroerend goed werd verworven tegen betaling van een lijfrente, het bedrag dat in aanmerking wordt genomen voor de vaststelling van de inkomsten, verminderd wordt met het bedrag van de lijfrente die werkelijk wordt betaald, zonder dat het bedrag van de vermindering evenwel hoger mag zijn dan de helft van het in aanmerking te nemen bedrag. Resultaat: in aanmerking te nemen inkomsten: 750 EUR Bedrag aan te rekenen bij de berekening der inkomsten: Bebouwde onroerende - 750,00 EUR goederen rustpensioen 723,46 EUR x 12 x 90% = - 7.813,36 EUR - 8.563,36 EUR (a) Vrijstelling categorie C
12.516,09 EUR (b)
In mindering te brengen: 8.563,36 (a) - 12.516,09 (b) =
Maximumbedrag THB categorie 5:
0 EUR
5.624,40 EUR
Toe te kennen tegemoetkoming op 1.8.2005 Jaarbedrag 5.624,40 EUR Maandbedrag 468,70 EUR B/THB- 19 -
YWXZ Augustus 2005
B/THB- 20 -