TECHNISCH JEUGDPLAN
ZBVH Zuid-Beijerland
Inhoudsopgave Blz 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
Inleiding Algemene uitgangspunten jeugdopleiding ZBVH Algemene richtlijnen ZBVH Jeugdreglement Taken jeugdbestuur Taken technische commissie Taken jeugdtrainer Taken van de jeugdleider/ coach Het oplossen van een spelerstekort Taken elftal en die aan de verschillende posities zijn verbonden Jeugdvoetballers/ sters, wie zijn dat? Uitgangspunten Jeugdvoetbaltraining Jaarwerkplannen Sportgezondheidszorg
3 4 5 6 7 7 7 8 11 12 13 14 16 18
Benoemen van Jeugdtrainers Meetrainen en overgang van junioren Selectiebeleid Dispensatiebeleid Vervroegde overgang Blessures Activiteiten voor KNVB en BVO’s Literatuur Taken die aan de verschillende posities zijn verbonden
20 20 20 20 21 21 21 22 23
Bijlagen A. B. C. D. E. F. G. H. I.
Jaarplannen worden jaarlijks geëvalueerd en verstrekt aan de leiders en trainers J. K. L. M. N. O. O.
Jaarplan F jeugd Jaarplan E jeugd Jaarplan D jeugd Jaarplan C jeugd Jaarplan B jeugd Jaarplan A jeugd Jaarplan Keeperstraining
24 25 26 27 28 29 30
2 Technisch jeugdplan ZBVH
conceptversie 1/ 2012
ZBVH
1. Inleiding Aanleiding Elk jaar melden zich weer nieuwe jeugdspelers bij de voetbalvereniging ZBVH. De club ziet het als haar opdracht alles te doen wat in haar vermogen ligt om die spelers de kans te bieden de eigen voetbalcapaciteiten, zowel individueel als in groepsverband, zo goed mogelijk te ontwikkelen en een fijne tijd bij de club door te brengen. Er is bij ZBVH ruimte voor zowel prestatieve als recreatieve ontwikkeling. Waarom jeugdplan? Om haar opdracht goed te kunnen vervullen is ZBVH gestart met de ontwikkeling van een jeugdplan. Dit jeugdplan moet zorgen voor een grotere continuïteit en stabiliteit binnen ZBVH, waardoor de vereniging minder afhankelijk wordt van komende en gaande vrijwilligers (met ieder hun eigen ideeën). In hoofdlijnen ligt het jeugdplan vast en zullen naar aanleiding van evaluatie momenten de aanpak van bepaalde leeftijdgroepen optimaal afgestemd worden. Dit jeugdplan gaat uit van het ideaal beeld dat ZBVH tracht te bereiken. Elk voetballertje (en vrijwilligers) heeft bij ZBVH het recht op een leerproces dat zowel garant staat voor een optimale ontwikkeling van zijn voetbal (kennis)mogelijkheden als voor de beleving die hij zoekt in voetbal als vrijetijdsbesteding. Succesfactoren Belangrijk voor het slagen van dit jeugdplan is dat elk functionaris zich houdt aan de in het Technisch Jeugdplan (TJ) opgestelde richtlijnen en dat het Hoofdbestuur (HB), de Jeugd Technische Commissie (JTC) en het Jeugdbestuur (JB) op 1-lijn zitten, elkaar weten te motiveren en te stimuleren. Het succes van elk opleidingsplan is in belangrijke mate afhankelijk van het kader. De vrijwilligers die bereidt zijn om met elkaar samen te werken, zich in dit jeugdplan kunnen vinden en op de juiste wijze in het belang van de jeugd van ZBVH willen handelen. Dit technisch jeugdplan heeft tevens het doel de vrijwilligers, waar mogelijk, te ondersteunen in hun begeleiding. Resultaat op korte termijn kan en mag je niet verwachten, maar uiteindelijk gaat het erom dat de spelers van het opleidingsplan profiteren en anderen als toeschouwer kunnen genieten. Beheer jeugdplan Met het oog op de onderhoudbaarheid van dit technisch jeugdplan is gekozen voor het samenstellen van een losbladige versie, zodat na aanleiding van de evaluatie momenten het plan eenvoudig aangepast kan worden. In dit technisch jeugdplan komen afkortingen voor en wordt voor het gemak worden alle personen aangeduid met mannelijke aanduidingen als “hem” en “hij”. Het begrip “ouders” in dit technisch jeugdplan moet worden gelezen als ouders/verzorgers. Het Beheer (bewaken) van het technisch jeugd plan is een taak van de jeugdcoördinator. Iedereen die zich bezig houdt met de jeugd binnen ZBVH dient op de hoogte te zijn en een exemplaar in zijn/haar bezit te hebben. Het meest recente jeugdplan zal op de website worden gezet zodat iedereen het plan kan lezen en/of downloaden.
3 Technisch jeugdplan ZBVH
conceptversie 1/ 2012
ZBVH
2. Algemene uitgangspunten jeugdopleiding ZBVH 2.1 De opleiding staat centraal. Het leveren van prestaties komt na de opleiding. Tot en met de C-groep is de training belangrijker dan het resultaat van de wedstrijd. Coaching van de wedstrijden moet gebaseerd zijn op leerdoelen, die centraal staan tijdens de trainingen. Bij selectieteams mag er ook sprake zijn van inspanningsverplichtingen en resultaatsverwachting. 2.2 Het individu mag niet ondergeschikt zijn aan het collectief. Elke speler heeft zijn individuele kwaliteiten die hij moet benutten voor zijn eigen ontwikkelingskansen. Dit verhoogt de spelvreugde. Indien de psychische en lichamelijke eigenschappen het toelaten, moet een jeugdspeler zo hoog mogelijk spelen. Een speler ontwikkelt zich snel op jonge leeftijd. Geef hem de mogelijkheid om op meerdere plaatsen in het team te laten voetballen. 2.3 Buitengewone talenten Talenten die exceptioneel goed zijn en die bij ZBVH niet verder kunnen groeien, moeten gestimuleerd worden om verder te groeien. Ook als dit betekent dat we ze bij een club moeten plaatsen die deze groeimogelijkheden wel biedt. 2.4 Selectie van spelers o.b.v. kwaliteit en/of leeftijd Bij ZBVH wordt in eerste aanleg geselecteerd op kwaliteit. In de groepen E en F wordt soms rekening gehouden met de leeftijd en klasgenootjes. Vanaf D is er wel meer sprake van selectie, mits het aantal teams meer dan 2 bedraagt in die leeftijdscategorie. Bij C,B en A junioren kunnen de meer specifieke kwaliteiten van de spelers worden benut. Het betreft hier een richtlijn waarvan in specifieke gevallen afgeweken kan worden. De beslissing om hiervan af te wijken zal genomen worden door de Technisch Jeugd Coördinator in nauw overleg met de (Technische) Jeugd Commissie. 2.5 Jeugdtraining moet in de eerste plaats gebaseerd zijn op Techniek en Samenspel Dit betekent voor technische oefeningen, vooral in beweging en (later) ook onder weerstand. De techniektraining vormt de rode draad door de totale jeugdopleiding. Omdat voetbal een teamsport is ook samenspel een belangrijk onderdeel in de ontwikkeling van de spelers. Techniek dient uiteindelijk in dienst te staan van het samenspel. Tactiek en ook Conditie worden aan de techniek gekoppeld. 2.6 Individueel en clubbelang staan voorop Jeugdleiders en jeugdtrainers moeten het eigen belang ondergeschikt maken aan het clubbelang en nog eerder aan het individu. De spelers moeten de ruimte krijgen om creatief te zijn en te blijven. Stop ze niet vol met opdrachten. 2.7 Het trainingsmateriaal en omstandigheden moeten optimaal zijn. Elke speler moet individueel met een goede bal (maat en gewicht) kunnen werken en er moet voldoende trainingsmateriaal, zoals doeltjes, hesjes, pionnen, etc. aanwezig zijn. Trainers zorgen voor een duidelijke organisatie op de training en maken hiervoor duidelijke afspraken/ regels met de spelers en zorgen ervoor dat iedereen daar zich aan houdt. 4 Technisch jeugdplan ZBVH
conceptversie 1/ 2012
ZBVH
2.8 Correctief en sportief gedrag staan hoog in het vaandel Op elk moment en in iedere situatie moet correct en sportief gedrag worden bevordert. 2.9 Dames Binnen de KNVB mogen meisjes/dames van 15 al bij de senioren spelen. ZBVH heeft er voor gekozen om de meiden zo lang mogelijk bij de junioren te laten spelen. Dit betekent dat ze tot hun 19e bij de junioren mogen spelen. Afwijkingen zijn in overleg mogelijk. 3. Algemene richtlijnen ZBVH In het jeugdvoetbal mag het wedstrijdresultaat nooit op de eerste plaats staan. Je bent bezig met het opleiden van spelers op de lange termijn. Verlang prestaties maar eis geen resultaat. Probeer te winnen uitgaande van positieve voetbal ideeën en de individuele mogelijkheden en niet uitgaande van het pure resultaat. Een goed middel om de prestaties van selectiespelers te meten is het geven van (schriftelijke) beoordelingen op vaste tijdstippen. Op die momenten kan de speler bijgestuurd worden en trainingen daarop afgestemd worden. De individuele vooruitgang van de spelers is belangrijker dan de stand op de ranglijst. Benadruk dit ook tijdens de trainingen en de wedstrijden. De betere spelers van ZBVH moeten zo hoog mogelijk spelen, wel weer afhankelijk van het aantal teams in de leeftijdscategorie. Bij ZBVH zal dit op dit moment vanaf de F pupillen gelden. Het is voor een speler beter dat hij tijdens het seizoen bij een hoger team kan gaan voetballen dan te blijven in het huidige team, waardoor de individuele ontwikkeling van die speler stil komt te staan. Een speler die zich op jeugdige leeftijd sterk ontwikkelt moet op meerdere plaatsen binnen het team opgesteld kunnen worden. Vanaf de B junioren kunnen de posities binnen het elftal concreter ingevuld worden. Plaats de beste spelers in een aanvallende rol. Dat biedt de meeste ruimte voor hun creativiteit in een kleine ruimte onder grote weerstand. Van aanvallers kan je op latere leeftijd verdedigers maken, andersom is dit een stuk lastiger. Het trainingsmateriaal moet goed zijn voor die leeftijdscategorie. Bij iedere leeftijdsgroep zijn het gewicht en de maat van de bal zeer belangrijk. Bij ZBVH krijgen doelverdedigers minimaal 1x per week een aparte training. ZBVH heeft het streven om per team 2 trainers te krijgen, waardoor individuele aandacht naar spelers uit kan gaan.
5 Technisch jeugdplan ZBVH
conceptversie 1/ 2012
ZBVH
4. Jeugdreglement Iedere speler behoort op tijd op de training te zijn en ook op zaterdag bij de wedstrijden. Bij thuis wedstrijden is dat voor de junioren minimaal 30 minuten voor aanvang wedstrijd en bij pupillen minimaal 20 minuten voor aanvang wedstrijd. Bij uitwedstrijden geldt die tijd die opgegeven wordt door de leider. Voor trainingen dient men 15 minuten voor aanvang aanwezig te zijn en beslist niet eerder. Het tenue wordt door de vereniging verstrekt en dient door de spelers netjes onderhouden te worden en gedragen te worden volgens de voorschriften van de KNVB.. Ook schoeisel dient netjes te worden onderhouden. Iedere speler dient zich correct te gedragen t.o.v. medespelers, tegenstander, leider, trainer en aanwezig publiek. Kleedkamers worden onderhouden en schoongemaakt door vrijwilligers. Vanzelfsprekend dienen de kleedkamers netjes te worden gebruikt en schoon achter gelaten te worden, zodat andere teams hiervan gebruik kunnen maken. De kleedkamer is geen jeugdhonk en wordt alleen ten tijde van omkleden en douchen gebruikt. Douchen is verplicht! Verzorg je lichaam goed en gebruik zeep en badslippers met het douchen. Laat waardevolle spullen altijd thuis. Draag tijdens trainingen wedstrijden geen sieraden. Verlies en/ of diefstal is voor eigen verantwoording!Neem geen volledige warme maaltijd voor een training of wedstrijd. Zorg bij iedere wedstrijd en training voor een goede warming up. Bij een wedstrijd dragen de reserves zorg voor het inspelen van de doelverdediger. De overigen zijn in beweging op het beschikbare veld (geen doelactiviteiten). Ga nooit mopperen op elkaar. Je maakt allemaal fouten. Het voordeel van een teamsport is dat je de fouten van een ander nog kan herstellen. Geef de moed nooit op, ook al gaat het eens niet goed. Zet je iedere wedstrijd voor 100% in. Voetbal speel je met het hele team. Wij verwachten dan ook goed samenspel en geen onnodig gepingel. Probeer zoveel mogelijk aanwezig te zijn op de trainingen. Indien je dringende redenen hebt om niet te komen meld je dan af bij de trainer. Het niet op tijd aanwezig zijn, zonder geldige reden, voor de wedstrijd of training kan consequenties hebben. Trainingen gaan altijd door! Bij extreme weersomstandigheden wordt een ieder hierover via de website of ter plaatse ingelicht. Het trainingsbezoek (en evt. ook de speeltijd in per wedstrijd) wordt geregistreerd. Studie gaat voor. Opkomst en inzet is bepalend voor een basisplaats voor de wedstrijd. ZBVH prefereert dat iedere speler zoveel mogelijk aan spelen toekomt. Indien een speler een bepaald niveau niet aan kan, zal in overleg met de ouders gekeken worden naar alternatieven. Het spelen van (veel) wedstrijden is beter voor de ontwikkeling van iedere voetballer. Iedere voetballer heeft gekozen voor een teamsport hetgeen inhoudt dat de voetballer zijn verplichtingen nakomt ten aanzien van zijn medespelers, leiders en trainers. Iedere speler is op tijd op het trainingsveld en neemt gereed staande materialen mee naar het trainingsveld. Na afloop van de training dragen de spelers er zorg voor dat alle meegenomen materialen weer afgegeven worden bij het materiaalhok. Het materiaalhok is alleen toegankelijk voor de trainers! 6 Technisch jeugdplan ZBVH
conceptversie 1/ 2012
ZBVH
5. Taken jeugdbestuur De taken van het jeugdbestuur zijn: a) leiding geven aan de jeugdafdeling en toezien op realisering van het jeugdplan b) zorg dragen voor informatie voorziening aan het hoofdbestuur over ontwikkelingen in de jeugdafdelingen c) eindverantwoordelijkheid voor de (team)selectie van de spelers d) het organiseren van neven activiteiten e) het aantrekken van vrijwillig kader i.o.m. de technische commissie voor training en begeleiding van de jeugd f) algehele begeleiding van het vrijwillig kader, spelers en ouders g) advisering bij aantrekken van (interne of externe) krachten voor de jeugd regelmatig vrijwillig kader benaderen om functioneren te evalueren 6. Taken technische jeugdcommissie De taken van de technische jeugdcommissie (inclusief jeugdcoördinator) zijn: a) zorg dragen voor informatie voorziening aan het jeugdbestuur over ontwikkelingen in de jeugdafdelingen b) bewaken van de uitgangspunten zoals in het jeugdplan genoemd en pleegt waar nodig overleg met het jeugdbestuur c) in overleg met jeugdbestuur zorg dragen voor de teamselectie van spelers d) ondersteuning van alle jeugdleiders en trainers e) algehele begeleiding van het vrijwillig kader, spelers en ouders f) periodiek bezoeken van trainingen en wedstrijden van jeugd en bijsturen waar dit nodig is g) aantrekken van vrijwillig kader voor training en begeleiding van de jeugd h) zorg dragen voor een goede begeleiding van jeugdspelers, die overgaan naar de senioren i) het aantrekken van vrijwillig kader i.o.m. de technische commissie voor training en begeleiding van de jeugd De jeugdcoördinator is een belangrijke spil in het actualiseren, bewaken en het uitvoeren van het jeugdplan. ZBVH streeft altijd naar een onafhankelijke technische jeugdcoördinator. (lees: iemand die geen kennissen of familie in de ZBVH jeugd heeft spelen). 7. Taken jeugdtrainer De taken van de jeugdtrainer zijn: a) trainingen voorbereiden op basis van wedstrijdervaringen b) overleg voeren met jeugdleider/ coach (maak bijvoorbeeld gebruik van email; maak een kort wedstrijdverslag voor de trainer of in geval naar een leider een trainingsverslag) c) training aangepast aan niveau en leeftijd van spelers d) trainingen geven gebaseerd op informatie uit het jeugdplan 7 Technisch jeugdplan ZBVH
conceptversie 1/ 2012
ZBVH
e) evalueert het jeugdplan met de jeugdcoördinator (aanpassen naar behoefte) f) trainingen geven met accent op techniek en zoveel mogelijk met de bal g) naast trainer ook een beetje opvoeder zijn (discipline; maak goede afspraken met betrekking tot afmelden, blessures, etc) h) periodiek contact met de technische commissie over de ontwikkelingen of bij bijzonderheden i) houdt een gedegen administratie bij met betrekking op opkomst, wedstrijdgegevens, reserves, analyses, inzet, etc. j) bijhouden ontwikkelingen in het voetbalspel (info jeugdcoördinator k) beheer van het oefenmateriaal l) draagt zorg voor het netjes achter laten van kleedkamer 8. Taken van de jeugdleider/coach In dit hoofdstuk wordt beschreven welke taken door een leider/ coach van een jeugdelftal uitgevoerd dient te worden. Wie overweegt leider/ coach te worden kan in dit hoofdstuk lezen wat deze functie inhoudt. 8.1 Activiteiten en gedrag bij wedstrijden Organisatie rond de wedstrijd. Coaching begint met een goede organisatie rond de wedstrijd. De leider/ coach - weet waar, tegen wie en hoe laat er gespeeld wordt - weet waar en hoe laat het team zich dient te verzamelen - of er in de clubkleuren of reserve shirts gespeeld wordt - regelt het vervoer naar een uitwedstrijd - controleert bij thuiswedstrijden of de scheidsrechter er is - vult het wedstrijdformulier in (groep afhankelijk) - weet c.q. regelt wie de kleding wast (is vergoeding voor bij ZBVH) - beheert de kleding en het andere materiaal (clubtassen, ballen, de waterzak, waterflessen en dergelijke) - is verantwoordelijk voor het afsluiten van de kleedkamer na het omkleden voor het begin van de wedstrijd en bij het begin van de 2e helft. Als al deze punten kloppen, geeft dat vertrouwen en ben je duidelijk een referentiepunt voor het elftal. Informatieverstrekking voor de wedstrijd De leider/ coach geeft het team voor aanvang van de wedstrijd informatie over - de opstelling - wie er als wisselspeler beginnen en wanneer er gewisseld wordt - de namen van eventuele spelers uit een ander elftal - waar op gelet moet worden tijdens de wedstrijd: eerst de goede dingen van de vorige wedstrijd aanhalen, dan de fouten en weer afsluiten met een goed punt. De fouten inpakken dus tussen goede punten. De fouten dienen als leermoment gebracht te worden - de tegenpartij als daar iets over bekend is (bijvoorbeeld een snelle spits of een zwakke 8 Technisch jeugdplan ZBVH
conceptversie 1/ 2012
ZBVH
keeper). Hierbij laat je duidelijk merken dat je er vertrouwen in hebt, ook al denk je dat het niets wordt. Probeer positief denken over te brengen zonder dat de spelers naast hun schoenen gaan lopen. Activiteiten op het veld voor de wedstrijd Zodra het team zich op het veld bevindt voor aanvang van de wedstrijd zorgt de leider/ coach ervoor dat - het elftal bij elkaar blijft - de warming up collectief uitgevoerd wordt (daarmee laat je de tegenstander zien dat je een “team” bent) - de gebruikte ballen weer verzameld worden - de groep bij elkaar komt, kort de belangrijkste afspraken herhalen, zodat iedereen gemotiveerd aan de wedstrijd kan beginnen - scheidsrechter respecteren (aanvoerder is contactpersoon) Activiteiten en gedrag tijdens de wedstrijd Tijdens de wedstrijd zijn de volgende punten van belang: - van de leider/ coach mag verwacht worden dat hij rustig blijft en niet meteen na aanvang gaat schreeuwen langs de kant (eerst observeren) - besef dat je langs de kant alleen invloed kan uitoefenen op posities en gemaakte afspraken - aanwijzingen moeten kort, krachtig en begrijpelijk zijn - het continue geven van aanwijzingen geeft verwarring en het effect is weg - aanwijzingen moeten een preventief karakter hebben; het herhalen van de gemaakte fout het op dat moment niet veel zin; bespreek dit in de rust of voor aanvang volgende wedstrijd/ training Activiteiten en gedrag tijdens de rust - laat de spelers even tot rust komen en hun versnaperingen tot zich nemen - geef algemene aanwijzingen (positief/ negatief) - persoonlijke aanwijzingen geven kan, maar ga niet eindeloos in discussie - motiveer het team voor de 2e helft Activiteiten en gedrag na de wedstrijd Na afloop wordt van de leider/ coach het volgende gedrag en de volgende activiteiten verwacht: - blijf kalm bij onnodig verlies en laat je eigen teleurstelling niet laten blijken; let erop dat de spelers niet elkaar of de scheidsrechter de schuld gaan geven - bij verlies zijn complimenten op hun plaats als het elftal zijn uiterste best heeft gedaan - houd geen bespreking na de wedstrijd; dit kan teveel emoties oproepen of een discussie die uit de hand kan lopen - regel na afloop het netjes verzamelen van de tenues - regel na afloop het netjes achter laten van de kleedkamer (ook bij een uitwedstrijd) - zorg voor een correcte afwikkeling van het wedstrijdformulier Als een speler tijdens de wedstrijd (of training) letsel oploopt, waardoor vervolgschade kan ontstaan, moet dit binnen 24 uur worden gemeld bij het jeugdbestuur. 9 Technisch jeugdplan ZBVH
conceptversie 1/ 2012
ZBVH
8.2 Communicatie tussen de leiders en de trainers. Probeer wekelijks contact met elkaar te hebben. Leiders zien in de wedstrijden waar aandacht aan moet worden geschonken op de training. Als dit wordt doorgegeven aan de trainer kan hij/zij er iets mee doen. Kom ook eens op een training kijken. Voor de trainers is het aan te bevelen om regelmatig wedstrijden te bezoeken, zodat hij /zij zelf kan zien waar aandacht aan moet worden geschonken. 8.3 Discipline In teamsport is discipline een belangrijke factor. Men heeft verantwoordelijkheid t.o.v. elkaar en daartoe worden bepaalde afspraken gemaakt. Het bevordert ook het beter luisteren tijdens de bespreking van de wedstrijd. De leider/ coach dient de discipline te bevorderen m.b.t. de volgende punten: 8.3.1 Gedrag T.a.v. het gedrag dient de leider coach te letten op: - het op tijd aanwezig zijn - het dragen van een correct tenue - het gedrag in en buiten het veld - het tonen van respect voor de tegenstander - het zich onthouden van commentaar op scheids- of grensrechter - het netjes achterlaten van de kleedkamer - het afmelden van een wedstrijd of training door de speler zelf 8.3.2 Kleedkamer Het is verstandig om voor de wedstrijd en in de rust geen buitenstaanders (ouders) in de kleedkamer toe te laten. Dit in verband met de aandacht en rust die er moet zijn tijdens het praatje vooraf aan de wedstrijd. In de kleedkamers geldt uiteraard een rookverbod! Zorg ervoor dat de kleedkamer altijd netjes wordt achter gelaten voor de volgende groep. Dit geldt ook voor de uitwedstrijden die wij spelen. 8.3.3 Uitrusting De leider/ coach ziet erop toe dat elke speler de beschikking heeft over en zorg draagt voor een compleet voetbaltenue en andere relevante spullen, bestaande uit - shirt - broek - kousen - scheenbeschermers (verplicht) - voetbalschoenen; indien mogelijk 2 paar (aanbeveling) - vaste nop voor harde velden - schroefnop voor zeer zachte (vaak natte) velden - badslippers voor douchen (zeer aan te bevelen) - handdoek en zeep - schoon ondergoed 10 Technisch jeugdplan ZBVH
conceptversie 1/ 2012
ZBVH
De keeper heeft zijn eigen extra uitrusting bij zich, zoals - handschoenen (door ZBVH worden deze verstrekt) - zonneklep/ pet - knie/ elleboogbeschermers (aanbeveling) 9. Het oplossen van een spelerstekort Het kan voorkomen dat een elftal spelers tekort komt voor een wedstrijd. In dit hoofdstuk wordt allereerst aangegeven welke regels er zijn voor het aanvullen van teams. Verder wordt aangegeven hoe de communicatie tussen en met de diverse betrokkenen dient te geschieden. 9.1 Regels voor het aanvullen van teams Er is in de volgende gevallen sprake van een spelerstekort: - A,B,C en D(11-tal); 11 spelers, indien mogelijk met minstens 12 spelers wedstrijd aangaan - E en F; 7 spelers - keeper is niet beschikbaar Hierbij wordt uitgegaan van het aantal wedstrijd fitte spelers! Voor het aanvullen van een team gelden de volgende regels. Bij een spelerstekort wordt een vervangende speler gehaald uit een lager team van uit dezelfde leeftijdscategorie of het hoogste team uit een jongere leeftijdscategorie. Een laagste team kan zijn vervangende spelers halen uit het 1 na laagste team (de trainer van het team mag dit weigeren als hij dan zelf een tekort heeft) of uit een lagere leeftijdscategorie las de trainer hiervan zo’n hier geen bezwaar tegen heeft en/ of de speler reeds met zijn eigen team gespeeld heeft. Algemeen Bij ZBVH gaat alles in overleg met andere trainers/ leiders en eventueel ouders. Een ieder beseft het belang van het opstellen van een representatief team en daar dient naar gehandeld te worden. Door spelers uit een lager team te halen kan een domino effect ontstaan, wat voorkomen moet worden. Iedere speler dient zijn leider/ coach uiterlijk donderdagavond 20.00 te informeren bij afwezigheid voor de komende wedstrijd, zodat de leider de mogelijkheid heeft om vervanging te regelen. Een speler uit een hoger team mag nooit meedoen met een lager team, behalve in de gevallen die hierboven beschreven zijn. Een TC lid heeft de bevoegdheid een besluit te nemen t.a.v. het aantal spelers.
11 Technisch jeugdplan ZBVH
conceptversie 1/ 2012
ZBVH
10. Taken elftal en taken die aan de verschillende posities zijn verbonden 10.1 Taken elftal De taken van het elftal kunnen worden onderverdeeld in 2 situaties: - het elftal is aan het verdedigen (balverlies) - het elftal is aan het aanvallen (balbezit) Verdedigen - alle spelers hebben een verdedigende taak, dus dekken, zowel direct als positioneel; afhankelijk van de posities in het veld - speelruimte klein houden - verzorgen van rugdekking - elkaar coachen - afspraken maken over spelhervattingen, zoals vrije trappen, inworpen, aftrap, doeltrap, hoekschop, etc. - oog hebben voor de bal en posities tegenspelers en medespelers Aanvallen - alle spelers lopen vrij, zodat ze aanspeelbaar zijn - speelruimte groot maken; ruimte creëren - balbezit houden en van hieruit trachten het doel van de tegenstander te bereiken - positie kiezen; over de linie heen gaan of positie overnemen - afspraken maken over spelhervattingen, zoals vrije trappen, inworpen, aftrap, doeltrap, hoekschop, etc. 10.2 Taken die aan de verschillende posities zijn verbonden Bijlage X bevat een tabel met de taken die aan verschillende posities zijn verbonden.
12 Technisch jeugdplan ZBVH
conceptversie 1/ 2012
ZBVH
11. Jeugdvoetballers/ sters, wie zijn dat? Kenmerken van een jeugdspeler kunnen zijn: 6-8 jarigen: (F) Snel afgeleid. Kan zich niet lang concentreren. Te speels om zo te voetballen als ouderen dat wel van hem/ haar verlangen. Hij/ zij is individueel gericht: geen gevoel om dingen samen te doen. Bij de jongste spelers is bijna iedereen op en om de bal. Een uitzondering vormen de keepers en de spelers die bij voortdurende herhaling worden gemaand om achter te blijven. Van voetbal is nauwelijks sprake. De bal wordt soms half of helemaal niet geraakt. De bal wordt door rennende en schoppende horde voortbewogen. Na enige (ca. 6 maanden) tijd worden de eerste vormen van samenspel zichtbaar. De balbehandeling is gerichter. Niettemin beperkt het zich veelal tot aannemen, dribbelen, drijven, een trap naar voren en een schot op doel. 8-10 jarigen: (E) Al veel meer bereidt deel uit te maken van het team. Ziet het verschil tussen wie goed en wie minder goed kan voetballen (en dat laten ze weten ook). Kan het opbrengen om wat langer een en dezelfde oefening uit te voeren. De balbehandeling begint erop te lijken. De ideale leeftijd om de basisvaardigheden onder de knie te krijgen (noodzaak). Het oefenen van vaardigheden gebeurt veel bewuster en doelgerichter dan op jongere leeftijd. Samenspel in de vorm van de eerste echte combinaties. Het dekken en vrijlopen gaan ze beter begrijpen. 10-12 jarigen: (D) Meer zich geneigd zich te meten met anderen. Kan het aan om in teamverband een doel na te streven. Beheerst de eigen bewegingen en is bewust bezig zijn prestaties op te vijzelen. De D pupillen spelen 11 tegen 11. De basis van het leren van technische vaardigheden is achter de rug (niet overschatten), het gaat nu vooral om het ontwikkelen van het inzicht in het spel. In de wedstrijd moeten ze leren omgaan met de grootte van het speelveld, de spelregels (buitenspel!), het spelen in een opstelling (4-3-3) en vooral de belangrijkste principes bij balbezit en balbezit tegenpartij. 12-14 jarigen: (C) Vermogen tot beoordelen groeit en een eigen mening ontwikkelt zich. Geldingsdrang en de drang zich te vergelijken met anderen nemen toe. In deze leeftijd kan zich een groeispurt voordoen en kondigt zich het begin aan van de pubertijd. Zij kunnen daardoor in betrekkelijke korte periode ineens een stuk zwaarder worden. Aan de C-junioren kunnen met betrekking tot de verdeling van taken binnen het team voorzichtig eisen worden gesteld. De C spelers is voornamelijk bezig met wat zich bij de pupillen begon te ontwikkelen: vrijlopen en samenspelen. De kopduels lijken serieuzer; er wordt minder gekopt met de ogen dicht. Men ziet hier ook in verdedigend opzicht verbetering. Het komt minder vaak voor dat de een aantal spelers zich met een tegenstander bezighoudt. De taken die aan een bepaalde positie kleven, worden zichtbaar en worden geleidelijk opgepikt.
13 Technisch jeugdplan ZBVH
conceptversie 1/ 2012
ZBVH
14-16 jarigen: (B) Groei in de lengte bij de jongens zet door. Minder controle over ledematen lijkt daarvan het gevolg. Meisjes zijn over het algemeen reeds uitgegroeid. Alle kenmerken van de pubertijd, zoals lusteloosheid, onredelijkheid en humeurigheid komen zowel bij jongens als bij meisjes voor. Niettemin is voor jongens winnen belangrijker dan ooit, daar waar meisjes het winnen lijken te relativeren. Een soms te fanatieke houding heeft ermee te maken dat hij/ zij op zoek is naar de eigen grenzen. De B-junior is nog meer in staat echte wedstrijdsport te beoefenen. Hij waagt zich aan acties die voor het team weinig rendement hebben. Zijn soms te laat ingezette sliding en de wijze waarop hij buitenkant voet speelt hebben meer te maken met het feit dat hij zichzelf wil bewijzen. Het tempo is hoger, er wordt korter gedekt. Hij moet leren onder druk te spelen en dat gaat hem soms minder goed af. Zijn individuele mogelijkheden moeten meer rendement voor het team gaan opleveren. Hier moet hij in leren. 16-18 jarigen: (A) Zowel lichamelijk als geestelijk op weg naar meer evenwicht. Een fysieke groei in de breedte en een zakelijke benadering van de gebeurtenissen zijn kenmerkend. In deze leeftijdsfase wordt meestal de keus gemaakt voor prestatieve of voor gezelligheidsport. Beter bestand tegen de moeilijkheden die het met zich meebrengt in de kleine ruimte te spelen. Zonder te beweren dat een A- junior volleerd is kan worden gesteld dat het enigszins een kwestie is van rijpen. Het onrustige dat zo kenmerkend is voor de B-junior maakt plaats voor een beheerster optreden. Er wordt ook door de spelers onderling gelet op het spel van elkaar. Er ontstaat een zekere eigen controle. 12. Uitgangspunten Jeugdvoetbaltraining Het technisch jeugdplan is erop gebaseerd dat er getraind wordt in relatie met het echte spel. Oefenstof is slechts een (hulp) middel om op gesignaleerde tekortkomingen in de wedstrijd of op een specifiek onderdeel te kunnen trainen. Jeugdvoetballers moeten op trainingen veel aan de bal zijn. Zij zullen dan meer gemotiveerd raken, waardoor zij spelenderwijs meer leren. Dit geldt vooral als de training voetbaleigen bedoelingen heeft. Voetbal eigen bedoelingen houden in dat de trainingen een directe relatie heeft met het echte spel. Gedacht moet worden in voetbal eigen weerstanden als tegenstander, medespeler, ruimtelijke verhoudingen, doelen, enzovoort. Voetbaleigen bedoelingen wil zeggen dat de trainingsvorm het meeste rendement heeft als er basiselementen van het voetbalspel aanwezig zijn als - doelpunten maken - de positie t.o.v. de bal - tactisch inzicht - opbouwen om te komen tot scoringskansen - verdedigen om de bal te veroveren om daarna via een goede opbouw te komen tot een scoringskans De inhoud van de voetbaltraining bestaat afhankelijk van aanleg, talent, leeftijd en beleving van kinderen uit oefenvormen die zich bevinden tussen enerzijds de basistechnieken en anderzijds de eindvormen, d.w.z. de partijvormen 7 tegen 7 en 11 tegen 11. 14 Technisch jeugdplan ZBVH
conceptversie 1/ 2012
ZBVH
Afhankelijk van talent en leeftijd zal beïnvloeding via juiste coaching plaats moeten vinden (de juiste accenten op het juiste moment). Bij de F- en E- pupillen is coaching niet direct noodzakelijk. Het is al heel veel waard als de trainer er in slaagt om via de nodige organisatie en discipline het basisspel en de wedstrijdvormen te laten spelen, anders gezegd de jeugd al doende het spelletje te leren. Natuurlijk is er altijd een begin. Een fase die voorafgaat aan de basisvormen. Een fase van bijvoorbeeld 6- en 7 jarigen, die alleen willen oefenen. Een fase waarin zij spelenderwijs technisch zoveel oppikken (trappen, stoppen, dribbelen), dat zij straks klaar zijn voor het basisspel en de wedstrijdvormen. Voor een jeugdvoetbaltraining gelden de volgende uitgangspunten: De voetbalbeleving dient optimaal te zijn Hiertoe moet aandacht worden besteed aan de volgende aspecten; - jeugdspelers zijn gemotiveerd als er een relatie is naar voetbalsituaties - een goede sfeer is onmisbaar om een goed resultaat te bereiken; spelers moeten het naar hun zin hebben (individueel en als team/ groep) - spel- en wedstrijdvormen vormen het hoofdmenu (spanning, strijd, weerstanden overwinnen, prestatie-uitdaging) Het voetbalspel wordt zoveel mogelijk als geheel benadert Dit kan worden bereikt als voldaan is aan de volgende voorwaarden: - training- en oefenvormen moeten afgeleid zijn van de wedstrijd - voetbaltraining is voetballen - behoudt de relaties tot het voetbalspel (materiaal, terrein, spelregels, medespelers, tegenstanders) Coachen is het beïnvloeden van voetbalgedrag en voetbal handelen. Hierbij moet aandacht worden besteed aan de volgende punten: - aangrijpingspunten liggen vooral in de spel- en wedstrijdvormen - coaching in spel- en wedstrijdvormen is omgaan met datgene wat de spelers laten zien - voetbalgedrag van jeugdvoetballers wordt bepaald door leeftijdstypische kenmerken die per leeftijdscategorie globaal verschillend zijn; m.a.w. een 6-jarige vertoont ander voetbalgedrag dan een 12- of 18 jarige. Coachen en training krijgen gestalte volgens een aanpak bestaande uit: - kijk naar handelen en gedrag van de spelers in spel-, partij en wedstrijdvormen - haal hier de voetbalproblemen uit en beantwoord vragen als: - hoe wil je daarna een voetbalprobleem aanpakken? - hoe vertaal je dit in een trainingsvorm - hoe bouw je de trainingsvorm op - ga na of het geoefende in een partij of wedstrijd resultaat heeft - ga na of de spelers vinden dat het verbetert
15 Technisch jeugdplan ZBVH
conceptversie 1/ 2012
ZBVH
13. Jaarwerkplannen Binnen de jeugdtrainingen moeten de technieken zoveel mogelijk in de praktijk worden gebracht. Voor de vele vrijwilligers binnen de jeugdafdeling kan dit problemen opleveren in het daadwerkelijk verzorgen van een goede voorbeelden. Assistentie tijdens de praktijk door huidige en voormalige selectiespelers kan dit probleem verkleinen. Voor alle jeugdspelers zijn deze technieken heel belangrijk, zowel als start maar zeker ook naar de wedstrijd toe. Het streven is om op alle selectieteams gediplomeerde trainers aan te stellen. Bij ZBVH moeten wij de komende 2 jaar streven naar minimaal een gediplomeerde jeugdtrainer voor de pupillen en een gediplomeerde trainer voor de junioren. Tevens zal er een trainer worden aangesteld om de keepers van de senioren, junioren en pupillen te trainen. Techniek is een steeds terugkomend aspect binnen het voetbal. Voor de gehele jeugd van ZBVH moeten de techniekvormen wekelijks meegenomen worden in het programma. In de bijlagen zijn per leeftijdsgroep een aantal oefenvormen opgesteld. Het betreffen hier slechts voorbeelden. Meer informatie over trainingsvormen is beschikbaar bij de Technisch Jeugdcoordinator of op het Internet. De oefenvormen kunnen of (soms) moeten naar eigen inzicht aangepast worden. Dit moet meegenomen worden in de evaluatiemomenten, die 2x per jaar zullen plaats vinden. Het jaarplan kan dan naar de mogelijkheden van de groep aangepast worden en opnieuw uitgegeven worden. Hieronder staat het trainingsmodel omschreven, zodat iedere trainer een vast patroon aan houdt wat voor de spelers een vertrouwd systeem is. 13.1 Trainingsmodel 1. Training voorbereiden
2. Start
4. Oefenvorm wijzigen
3. Oefenvorm
5. Onderbreken
6. Vervolg 16 Technisch jeugdplan ZBVH
conceptversie 1/ 2012
ZBVH
Het trainingsmodel is een hulpmiddel voor elke trainer. Door het model te volgen leer je systematisch “training”te geven. De procedure is als volgt: 1. Trainen voorbereiden. Voordat je naar het complex gaat moet je eigenlijk al weten welke oefeningen gedaan moeten worden. Door een goede communicatie met de leiders naar aanleiding van de gespeelde wedstrijd dien je een analyse te maken om de oefenstof te bepalen voor de volgende training . 2. Start Begin de training met een korte samenvatting van de gespeelde wedstrijd. Laat de spelers zelf ook zeggen wat ze van de wedstrijd vonden (leermoment). Geef aan welke oefenvormen gebruikt gaan worden. 3. Oefenvorm Bepaal zelf de doelstelling van de oefening. Leg de oefening uit en analyseer of de oefening aan het gewenste verwachtingspatroon voldoet. 4. Oefenvorm wijzigen Waarom voldoet de oefening niet? Waarom moet de oefening veranderen? Argumenteren van de wijziging. 5. Onderbreken Onderbreek de oefening en vraag of de oefening goed uitgevoerd wordt. Wat gaat goed en wat gaat minder goed. Worden de doelstellingen gehaald? Waarom komt dat? Welke aspecten zijn nog meer belangrijk bij het uitvoeren van die oefening? Laat de spelers zelf met argumenten en oplossingen komen. 6. Vervolg Je kan de huidige oefening even iets moeilijker maken. Niet te lang! Dit kan leiden tot desinteresse. Een nieuwe oefenvorm starten vanaf 2.
17 Technisch jeugdplan ZBVH
conceptversie 1/ 2012
ZBVH
14. Sportgezondheidszorg Gezondheid van voetballers heeft niet uitsluitend te maken met blessurebehandeling. De organisatie van medische zorg bij een sportvereniging en preventie van incidenten verdient een belangrijke plaats bij zowel beleidsmakers als begeleiders op het veld. Uitgangspunt van de verzorging is de maximale ontwikkeling van sporters. Er wordt altijd gezocht naar een optimale fysieke toestand. Bij bijvoorbeeld een aanhoudende enkelverstuiking zal ernaar gestreefd worden de spieren dusdanig te versterken, dat de kans De sporter zelf heeft de grootste invloed op zijn fysieke capaciteit en revalidatie. Alle voetballende leden van ZBVH kunnen gebruik maken van de volgende diensten - tijdens de wedstrijden van de jeugd op zaterdagmorgen is een lid van het jeugdbestuur aanwezig, die assistentie kan verlenen bij blessures - EHBO doos is aanwezig in de scheidsrechter kleedkamer - spreekuur op donderdagavond van 19.00 uur tot 20.30 uur bij de verzorgers in de behandelruimte op het ZBVH complex. Andere tijden is mogelijk na afspraak. 14.1 Preventie Ter voorkoming van blessures is het noodzakelijk dar zowel sporter als de begeleider enkele voorzorgsmaatregelen in acht nemen. De voetballer zelf moet zich goed op de wedstrijd of training voorbereiden. Na ziekte of koorts kan er 48 uur daarna niet gesport worden. Hij moet een goede hygiëne in acht houden, de nagels kort houden, douchen na het sporten, waarbij het dragen badslippers aanbevolen wordt en de voeten na het douchen goed worden gedroogd om schimmelinfecties te voorkomen. Denk aan waterhygiëne; drink nooit water uit de waterzak of spons. Gebruik in rust niet teveel suiker. Teveel suiker maakt moe. Om stijfheid te voorkomen moet bij kneuzingen in de rust worden blijven bewogen. Vooral het bekende knietje-in-het-dijbeen verergert, wanneer men passief gaat zitten. De klachten worden doorgaans minder door de knieën te buigen en kort spanning op de spier te zetten. Kramp in de loop van de wedstrijd is in de meeste gevallen het gevolg van vochttekort. Deze blessure kan doorgaans worden voorkomen door 3 dagen voorafgaand aan de wedstrijd iets meer te drinken en alcohol te mijden. Er moet gezorgd worden voor een zorgvuldige warming up. Blessure gevoelige spelers hebben ook vaak een behoefte aan een cooling down na training of wedstrijd. De begeleiding dient bovenstaande activiteiten te benadrukken. Hij kan met de medische staf (verzorgers) mogelijke gezinsproblemen bespreken. Begeleiders moeten de basisbeginselen van gezondheid, blessures en eerste hulp beheersen.
18 Technisch jeugdplan ZBVH
conceptversie 1/ 2012
ZBVH
14.2 Blessures Bij blessures dient adequaat gehandeld te worden. Maar ernstige blessures zijn eerder hersteld, wanneer de eerste 48 uur na het ontstaan de correcte aanpak wordt toegepast. Tijdens de wedstrijd is een bloedende wond niet toegestaan. Een scheidsrechter kan de voetballer verplichten de wond te laten verzorgen om bloedcontact met anderen te voorkomen. Verwondingen moeten altijd gereinigd worden met zeep en gedesinfecteerd met bijvoorbeeld betadine. Vervolgens wordt een pleister of dekverband aangebracht. Bij rafelige, grotere en verontreinigde wonden bestaat de kans op tetanus. Spelers tot 14 jaar lopen geen risico, zij zijn afdoende gevaccineerd. Bij oudere spelers is overleg met huisarts zinvol. Een vaste, eerste hulpactie bij sportongevallen is de zogenaamde ICE regel; Immobilisation, Cooling en Elevation. Bij kneuzingen, verstuikingen en acute spierletsels moet het lichaamsdeel de eerste 3 dagen regelmatig gekoeld worden (minimaal 20 minuten), zo weinig mogelijk worden bewogen, een drukverband aangelegd en het lichaamsdeel hoog neergelegd worden. Overleg daarnaast met de verzorgers. Het is niet altijd eenvoudig om te besluiten, dat een speler de activiteiten moet staken. Dit moet echter gebeuren bij: o Bewusteloosheid, hoe kort ook o Hoofdletsel, waarbij een speler verward reageert of duizelig blijft o Blessures waarbij het getroffen lichaamsdeel niet meer normaal gebruikt kan worden o Acuut ontstane spierletsel (ineens een scherpe pijn tijdens een beweging) o Ernstige zwellingen en bloeduitstortingen Elk vereniging dient te beschikken over een beperkte hoeveelheid eerste hulpmiddelen. Aanwezig dient in ieder geval te zijn een schaar, verbandgazen, enkele zwachtels voor wondverbanden (elastische hydrofielwindsels van 4 en 6 cm) en drukverbanden (ideaalwindsels van 6 en 8 cm), een desinfectiemiddel, pleisters, en kleefpleisters. Tevens moet er op het sportcomplex ijs en een brancard aanwezig te zijn.
19 Technisch jeugdplan ZBVH
conceptversie 1/ 2012
ZBVH
15. Bijlagen A. Benoemen van jeugdtrainers Bij ZBVH zijn wij blij met iedereen die een bijdrage kan leveren aan de ontwikkeling van zijn jeugdspelers. ZBVH heeft zich de komende 2 jaar als doel gesteld dat er een bekwame trainer moet zijn voor de junioren, die het hoogste Juniorenteam begeleidt en een bekwame trainer voor de pupillen die de hoogste Pupillengroep begeleidt. B. Selectiebeleid Bij ZBVH staat plezier voorop. Echter voor de meer talentvolle spelers is plezier: voetballen op hoogst mogelijk niveau. Om hieraan gehoor te geven is een besluit genomen dat wanneer een leeftijdgroep uit meer dan 2 teams bestaat het gerechtigd is om een selectie 11/ 7 tal samen te stellen vanaf de D pupillen. We praten hier over teams en dus niet alleen over elftallen. Als er dus 1 elftal en 2 zeventallen zijn dan zal er sprake zijn van selectie in het elftal. Wij denken door de groei in de jeugd dit te kunnen toepassen in seizoen 2012/2013. C. Meetrainen en overgang van junioren Aan het einde van elk voetbalseizoen gaan er A-junioren over naar de senioren. Voor velen is dit helaas ook een reden om te stoppen met voetballen. ZBVH wil dit proberen te voorkomen door overgaande A-junioren zoveel mogelijk bij elkaar in te delen. Om dit mogelijk te maken zal in een vroeg stadium (december) in overleg met de trainer van A1 en de hoofdtrainer worden bepaald welke spelers in aanmerking komen voor een overgang naar de 1e seniorenselectie. Spelers die hiervoor in aanmerking komen, zullen na de winterstop een keer per week meetrainen met de seniorenselectie. De jeugd coördinator zal een en ander coördineren en bewaken. Met de overige spelers van A1 zal de jeugd coördinator en de leiding van A1 in januari een gesprek hebben om hun wensen te inventariseren. Bijvoorbeeld kan dan vastgesteld worden of deze spelers nog gemotiveerd zijn om te proberen via het tweede alsnog de sprong naar het eerste te maken. Op termijn is het de bedoeling om een elftal te creëren dat alleen bestaat uit eerste- en tweedejaarssenioren. Om de continuïteit en de kwaliteit te bewaken ligt het in de bedoeling om een gediplomeerde trainer met dit elftal te laten werken. Het is mogelijk dat na de winterstop ook spelers van andere eerste elftallen een keer per week meetrainen met een hogere leeftijdsgroep. De leden van de technische commissie overleggen gezamenlijk welke spelers hiervoor in aanmerking komen en delen dit mee aan de desbetreffende trainers. D. Dispensatiebeleid Met dispensatie wordt bedoeld het laten voetballen van een speler in een lagere leeftijdsgroep dan de groep waar de speler gezien zijn leeftijd in behoort te spelen. Indien er dispensatie wordt verleend, zal een en ander in overleg moeten gebeuren met de KNVB. -Een jeugdspeler kan dispensatie verkrijgen als dit gebeurt op doktersadvies. Een speler (of zijn ouders) dient dan wel een doktersverklaring te overleggen aan de technisch manager jeugd. Deze overlegt op zijn beurt met de desbetreffende trainers en leiders. -Het kan voorkomen dat er in een bepaalde leeftijdscategorie te veel spelers zijn en in een lagere te weinig. De Technische Commissie dient in een vroeg mogelijk stadium dit probleem te onderkennen. Als zo’n probleem gesignaleerd wordt, dan bepaalt de jeugd coördinator samen met de TC leden en het lid Technische Zaken welke spelers voor dispensatie in aanmerking komen. 20 Technisch jeugdplan ZBVH
Concept 1/2012
ZBVH
E. Vervroegde overgang Met vervroegde overgang wordt bedoeld de overgang naar een hogere leeftijdsgroep dan de groep waar de speler gezien zijn leeftijd in behoort te spelen. In dien een speler fysiek, mentaal en door zijn uitzonderlijke voetbalkwaliteiten in aanmerking komt voor een hogere leeftijdsgroep, dan kan de desbetreffende trainer een verzoek doen aan de technische staf om deze speler hoger te laten voetballen om zijn ontwikkeling en voetbalkwaliteiten beter te laten ontplooien. De Technische Commissie zal dan in overleg bepalen of de speler hiervoor in aanmerking komt. F. Blessures Als een jeugdspeler van ZBVH tijdens een wedstrijd of training dusdanig geblesseerd raakt dat een huisarts of nog erger het ziekenhuis wordt ingeschakeld, dan dient dit binnen een jaar gemeld te worden bij de KNVB- verzekeraar. Meldingspapieren zijn daartoe verkrijgbaar bij de jeugdsecretaris. Jeugdspelers die geblesseerd zijn of andere klachten hebben die het bedrijven van de voetbalsport bemoeilijken, kunnen conform de regels die in de rubriek Medische zaken in het clubblad vermeld staan een afspraak maken met een van de leden van de medische staf. Ernstige blessures van spelers van de eigen en tegenpartij dienen door de leider te worden gemeld bij de jeugdsecretaris. Dit in verband met het verzenden van een presentje door ZBVH. G. Activiteiten voor KNVB en BVO’s De KNVB is in 2007 een initiatief gestart waarin talentvolle 2e jaar E's door de KNVB/BVO's getraind worden in zogenaamde Regionale Voetbal Trainingen (RVT’s). Deze RVT's worden betaald door de KNVB, de BVO's en de grotere amateurverenigingen. De reden voor dit initiatief is voornamelijk dat er jaarlijkse 900 kinderen op stage zijn geweest bij de BVO's, niet verder mogen bij de BVO en terug moeten naar hun oude club, met alle gevolgen van dien. Voor de RVT's kunnen de clubs in het voorjaar de talentvolle 1e jaar E's worden opgegeven. In het najaar worden al deze spelers uitgenodigd en vindt er een selectie plaats. De spelers die door mogen krijgen een aantal (+/- 10) trainingen. Aan het einde van de trainingen is er weer een selectiemoment en daarna worden de supertalenten evt. uitgenodigd door een BVO om op stage te komen. Op deze wijze kunnen de spelers langer bij de eigen club blijven spelen. Er is een afspraak gemaakt dat E- en zelfs F-Pupillen niet meer rechtstreeks door BVO's benaderd worden voor een stage maar dat dit via de RVT’s loopt. Het komt regelmatig voor dat jeugdspelers van ZBVH worden uitgenodigd om deel te nemen aan wedstrijden en trainingen van de KNVB- selecties en BVO’s (Betaald Voetbal Organisatie). De jeugdspelers van ZBVH zijn in deze gevallen verplicht om hun trainer/ leider hiervan in kennis te stellen. Deze deelt op zijn beurt aan de jeugd coördinator mede dat speler X deelneemt aan dergelijke activiteit. De jeugd coördinator bespreekt dit met het lid Technische Zaken en deze brengt de mededeling in als ingekomen stuk op de eerstkomende jeugdbestuursvergadering. Het kan ook zijn dat ZBVH eerder bericht ontvangt da de speler zelf. In dit geval stelt de jeugd coördinator de trainer/leider op de hoogte die op zijn beurt de betreffende speler informeert. 21 Technisch jeugdplan ZBVH
Concept 1/2012
ZBVH
Toestemming Indien een speler wordt uitgenodigd door een BVO dient hij vooraf schriftelijk toestemming te hebben van de vereniging. Ook wordt de BVO schriftelijk op de hoogte gesteld van het meetrainen en/of spelen van wedstrijden door een speler van ZBVH. Als een speler om wat voor reden ook geen toestemming krijgt van ZBVH is hij niet gerechtigd te trainen of te spelen voor een BVO. Samenvallen van verschillende activiteiten Het kan voorkomen dat een wedstrijd of een training bij de KNVB of een BVO samenvalt met de training van ZBVH. Het is in deze gevallen geoorloofd om een keer per week een training van ZBVH te missen door deelname aan een activiteit bij de KNVB of een BVO. Een jeugdspeler van ZBVH zal dus altijd minimaal een training per week bij zijn eigen team moet volgen. ZBVH verwacht van zijn jeugdspelers dat zij een competitie- of bekerwedstrijd laten prevaleren boven KNVB- activiteiten. Bij het samenvallen van boevengenoemde activiteiten kan de speler via zijn trainer/leider contact opnemen met de wedstrijdsecretaris. Deze zal dan via de jeugdsecretaris in overleg treden met de KNVB en proberen tot een oplossing te komen. Bij oefenwedstrijden van ZBVH ligt de keuze bij de speler zelf. H. Literatuur Literatuur is voorhanden. Informeer hiervoor bij de leden van de Technische Commissie. Ook op het internet staan verschillende en gevarieerd voetbalmateriaal. Geef in een zoekprogramma, bijvoorbeeld Google, “voetbal oefenstof” en je krijgt enorm veel pagina’s voorgeschoteld.
22 Technisch jeugdplan ZBVH
Concept 1/2012
ZBVH
I. Taken die aan de verschillende posities zijn verbonden Positie
Verdedigend
Opbouwend
Doelverdediger
- positie kiezen t.o.v. de bal (constant meedoen bij een aanval van de tegenpartij) - organiseren en leiden van de verdediging - duidelijk en tijdig aangeven wanneer wordt uitgelopen en wanneer een verdediger moet ingrijpen
- juiste voorzetting bij balbezit (rollen, werpen of trappen) - leiden van de verdediging (laten aansluiten)
Aanvallend
Vleugelverdediger
- dekken van de vleugelaanvaller van de tegenpartij - geven van rugdekking aan het centrum bij een aanval over de andere vleugel - indien gepasseerd dan herstellen naar het centrum
- vrijlopen om aanspeelbaar te zijn voor doelverdediger, centrale verdediger, middenvelder en vleugelaanvaller - in combinatie spelen met bovengenoemde medespelers
- op het juiste moment inschakelen wanneer er voldoende ruimte is - zo lang mogelijk met de bal doorgaan wanneer er een vrij veld is, dus niet van grote afstand “gedekte”aanvaller bedienen.
Centrale verdediger (vrije man)
- geven van rugdekking aan de overige (vleugelverdediger- voorstopper) - afstoppen van opkomende middenveld spelers - afstoppen van doorgebroken vleugelaanvallers en centrale aanvaller - leiden en organiseren van de verdediging - het klein houden van het speelveld (spelen op buitenspel)
- vrijlopen (ook in achterwaartse richting) om voor de vleugelverdedigers de doelverdediger en middenveld spelers aanspeelbaar zijn - leiding geven aan de verdediging (laten aansluiten bij doeltrap e.d.)
- inschakelen bij balbezit op middenveld - indien mogelijk inschakelen bij hoekschoppen op doel van de tegenpartij - bij een “vrij”veld zolang mogelijk doorgaan, creëren van een numerieke meerderheid
Centrale verdediger
- dekken van de centrumspits van de tegenpartij - ophouden van de aanval bij een numerieke overmacht van de tegenpartij (geen aanval op de bal doen)
- vrijlopen om voor directe omgeving makkelijk aanspeelbaar te zijn - indien mogelijk inschakelen bij combinatie van middenveld
- inschakelen bij vrije trappen of hoekschoppen in overleg met laatste man
Middenvelder
- dekken van een middenspeler van de tegenpartij die het dichtst in de eigen uitgangspositie speelt - rugdekking geven aan de middenvelder van de andere kant van het speelveld - ruimtedekking toepassen bij numerieke overmacht (dus geen aanval op de bal doen, maar aanval ophouden) - zorgen zo lang mogelijk de tegenstander voor je te houden
- vrijlopen om voor verdedigers en doelverdedigers aanspeelbaar te zijn - ruimte creëren om combinatiespel gemakkelijk te maken (vrijlopen naar zijkanten van het veld en vooral ook in voorwaartse richting)
- inschakelen in de aanval (het benutten van de ruimte die wordt gecreëerd door de aanvallers) - slechts een middenvelder tegelijk in de aanval, dus goed onderling overleg - afspeelmogelijkheden creëren voor de aanvallers (terugpass)
Vleugelaanvallers
- afdekken van de vleugelverdediger - het storen van de opbouw van de tegenpartij (in nauwe samenwerking met de andere aanvallers) - tegenstander aan de buitenkant dwingen (centrum- kortste weg naar het doelafschermen) - bij een hoekschop van de tegenpartij op 9.15 meter meeverdedigen
- ruimte creëren t.b.v. de opbouw van de aanval, dus tegenstander naar eigen helft dringen
- trachten zo snel mogelijk met de bal tot de doellijn te komen door combinatiespel of individuele actie - kortste weg naar het doel en oogcontact houden met de opkomende medespelers - het nemen van de hoekschoppen
Centrumaanvaller
- afdekken van een eventuele opkomende verdediger - het storen van de opbouw van de tegenpartij in samenwerking met de beide vleugelaanvallers - voorkomen van passes in de lengterichting van het veld van de centrale verdedigers - “ophouden”van het spel van de tegenstander
- creëren van de ruimte in de lengterichting van het veld (naar het doel van de tegenstander toe) t.b.v. een makkelijkere opbouw van de aanval - beide centrale verdedigers “binden” door steeds de achterste man op te wachten
- d.m.v. individuele acties of combinatiespel komen tot een scoringskans - creëren van ruimte voor opkomende medespelers door “terugvallen” op het middenveld - het benutten van de ruimte die een terug blijvende vleugelaanvaller heeft gecreëerd (het sprinten in de gaten)
23 Technisch jeugdplan ZBVH
Concept 1/2012
ZBVH
J. Jaarplan F jeugd De F-pupil is (nog) niet in staat om het beheersen van de bal in diverse situaties onder de knie te krijgen. Ook is er (nog) geen relatie te leggen tussen het moment in de wedstrijd en de training. F-pupillen zijn heel erg leergierig, ze willen voetballen. Ze dienen hun taken te leren in partijvorm. Doelstelling voetbaltraining: Door te trainen wennen aan het voetballen. Prestatiegericht: Veldtraining minimaal 1x per week; duur 60/90 minuten. Recreatief: Veldtraining minimaal 1x per week; duur 60/90 minuten. Periode 1 2
week 3 en 4 1 t/m 4
Oefenstof de baas worden over de bal het bewerken van de bal hoe raak ik de bal hoe speel je de bal naar je medespeler koppen en trappen van de bal diverse partijvormen
doel/aandachtspunt wennen aan de bal door te spelen probeer je medespeler te bereiken het oefenen en richting geven van de bal balgevoel probeer de spelers op alle posities in het elftal te laten spelen kleine partijen hebben het meest effect; 3 tegen 3 is beter dan 6 tegen 6
3,4 en 5
1 t/m 4
het aannemen en verwerken van de bal lijnvoetbal 6:6/8:8 het koppend scoren in het spel vrij partijspel
de ploeg die in balbezit komt moet zorgvuldig leren opbouwen het koppend leren scoren vooral de beleving (het willen winnen en het niet willen verliezen) geeft de partij inhoud
24 Technisch jeugdplan ZBVH
Concept 1/2012
ZBVH
K. Jaarplan E jeugd De E-pupil is beter in staat de bal te beheersen en diverse situaties onder de knie te krijgen. Is bereid deel uit te maken van het team en ziet wie er goed of niet minder goed zijn. Heeft de ideale leeftijd om de basisvaardigheden onder de knie te krijgen. Oefenen gebeurt bewuster en men probeert het geleerde ook af en toe te passen in de wedstrijd (denk aan 1-2). E-pupillen zijn heel erg leergierig, ze willen voetballen. Ze dienen hun taken te leren in partijvorm en in wedstrijdvorm. Doelstelling voetbaltraining: Door veel te spelen wennen aan het voetballen. Prestatiegericht: Veldtraining minimaal 2x per week; duur 60/90 minuten. Recreatief: Veldtraining minimaal 1x per week; duur 60/90 minuten. periode 1
week 3
4 2
1 2 3 4
3
1 2 3
4
5
Oefenstof Het verwerken van de bal in het positiespel 5:2-4:2 Ruimte groot daarna verkleinen; vrij raken, daarna opdracht Het afwerken op doel vanuit 2:1 situatie, waarbij een opkomende speler met de bal de verdediger opzoekt Het 1:1 duel met afwerken op doel Koppen en trappen van de bal Het balbezit van verdedigers in het positiespel 5:2 Aanval tegen verdediging Aanval tegen verdediging Het verwerken van de bal in het positiespel 5:3 en 4:2 Lijnvoetbal 6:6/ 8:8
4
Het koppend scoren in het spel Lijnvoetbal Afwerken op doel vanuit 3:1 situatie
1
Het vrijlopen in het partijspel 4:4
2
Het verdedigende spel van de verdedigers in het positiespel 5:3
3
Het afwerken op doel vanuit een voorzet
4 1 2
Wisseling van balverlies naar balbezit in partijspel 7:7 Dieptepass in het positiespel 5:2 Opbouw in het partijspel 8:8
3
Het positiespel 4:2 met afwerken op doel
4
Vrij partijspel
doel/aandachtspunt Wennen aan de technische vaardigheden onder weerstand Het verbeteren van het kaatsen Het oefenen van passeeracties en het zo snel mogelijk tot scoren zien te komen Via individuele acties zo snel mogelijk tot scoren zien te komen Het benutten van de ruimte op de vleugels De ploeg die in balbezit komt moet zorgvuldig leren opbouwen Het verwerken van de bal onder hogere weerstand Het zoeken naar de juiste openingen door balbezittende ploeg en zodoende zien te scoren Het koppend leren scoren door een goede positie in te nemen bij een voorzet Coachen naar het zo snel mogelijk afronden op doel Hoe lopen de spelers vrij die niet in balbezit zijn; oplettend coachen De verdedigers moeten samenwerken als zij de bal willen veroveren; een verdediger verovert de bal, terwijl de andere de juiste positie innemen Het positie kiezen voor het moment van afronden door een of twee spelers Goede opbouw, directe omschakeling, vrijlopen op het moment van balbezit Het goede moment kiezen van de dieptepass Het verbeteren van het positiespel in de opbouw van de balbezittende partij De meerderheid van de aanvallers uit laten komen in de snelheid van afronden op doel Vooral de beleving (het willen winnen en het niet willen verliezen) geeft de partij inhoud
25 Technisch jeugdplan ZBVH
Concept 1/2012
ZBVH
L. Jaarplan D jeugd De D-junior is in staat het beheersen van de bal in diverse situaties onder de knie te krijgen. Ook is er een relatie te leggen tussen de wedstrijd en de training. D-junioren zijn leergierig , ze willen voetballen en ze zijn in staat om het uit te voeren; vaak gaat dit gepaard met het zoeken naar een idool. Doelstelling voetbaltraining: Leren voetballen door te spelen. Prestatiegericht: Veldtraining minimaal 2x per week; duur 60/90 minuten. Recreatief: Veldtraining minimaal 1x per week; duur 60/90 minuten. periode 1
week 3
4 2
1 2 3 4
3
1 2 3 4
4
1
Het verwerken van de bal in positiespel 5:3 en 4:2 Lijnvoetbal 6:6/ 8:8 Het koppend scoren in het spel lijnvoetbal Afwerken op doel vanuit een 3:1 situatie Het vrijlopen in het partijspel 4:4
2
Het verdedigende spel van de verdedigers in het positiespel 5:3
3
Het afwerken op doel vanuit een voorzet Wisseling van balverlies naar balbezit in partijspel 7:7 Dieptepass in positiespel 5:2 Opbouw van het partijspel 8:8
4 5
Oefenstof Het verwerken van de bal in het positiespel 5:2 – 4:2 Ruimte groot daarna verkleinen; vrij raken; daarna opdracht Het afwerken op doel vanuit een 2:1 situatie, waarbij een opkomende speler met de bal Het 1:1 duel met afwerken op doelkoppen en trappen van de bal Het balbezit van verdedigers in het positiespel 5:2 Aanval tegen verdediging Aanval tegen verdediggin
1 2 3 4
Het positiespel 4:2 met afwerken op doel Vrij partijspel
Doel/aandachtspunt Wennen aan de technische vaardigheden onder weerstand Het verbeteren van het kaatsen Het oefenen van passeer acties en het zo snel mogelijk tot scoren zien te komen Via individuele acties zo snel mogelijk tot scoren zien te komen Het benutten van de ruimte op de vleugels De ploeg die in balbezit komt moet zorgvuldig leren opbouwen Het verwerken van de bal onder hogere weerstand Het zoeken naar de juiste openingen door balbezittende ploeg en zodoende te scoren Het koppend leren scoren door een goede positie in te nemen bij een voorzet Coachen naar het zo snel mogelijk afronden op doel Hoe lopen de spelers vrij die niet in balbezit zijn; oplettend coachen De verdedigers moeten samenwerken als zij de bal willen veroveren; een verdediger verovert de bal, terwijl de andere juiste positie innemen Het positie kiezen voor het moment van afronden door een of twee spelers Goede opbouw, directe omschakeling, vrijlopen op het moment van balbezit Het goede moment kiezen van de dieptepass Het verbeteren van het positiespel in de opbouw van de balbezittende partij De meerderheid van de aanvallers uit laten komen in de snelheid van afronden op doel Vooral de beleving (het willen winnen en het niet willen verliezen) geeft de partij inhoud
26 Technisch jeugdplan ZBVH
Concept 1/2012
ZBVH
M. Jaarplan C jeugd Doelstelling voetbaltraining: Benader nu de wedstrijd. Prestatiegericht: Veldtraining minimaal 2 x per week; duur 60/90 minuten. Recreatief: veldtraining Minimaal 1 x per week; duur 60/90 minuten. periode 1
week 3 4
2
1 2
2
Het omschakelen naar balbezit van verdedigers in positiespel 5:2 Aanval tegen verdediging Aanval tegen verdediging Alleen C1: het toewerken naar standaardsituaties als corners en vrije trappen Het verwerken van de bal in positiespel 5:3 Lijnvoetbal 6:6/ 8:8
3
Het koppend scoren in het spel
4
Afwerken op doel vanuit een 3 : 1 situatie Het vrijlopen in het partijspel 4:4 Het verdedigende spel van de verdedigers in het positiespel 5:3
3 4
3
4
1
1 2 3 4
5
Oefenstof Het verwerken van de bal in het positiespel 5:2 Het afwerken op doel vanuit een 2:1 situatie, waarbij een opkomende speler met de bal Het 1:1 duel met afwerken op doel
1 2 3 4
Het afwerken op doel vanuit een voorzet Wisseling van balverlies naar balbezit in partijspel 7:7 Dieptepass in het positiespel 5:2 Opbouw in het partijspel 8:8 Het positiespel 4:2 met afwerking op doel Vrij partijspel
Doel/aandachtspunt Wennen aan de technische vaardigheden onder weerstand Het verbeteren van het kaatsen Het oefenen van passeer acties en het zo snel mogelijk tot scoren zien te komen Via individuele acties zo snel mogelijk tot scoren zien te komen Het benutten van de ruimte op de vleugels De ploeg die in balbezit komt moet zorgvuldig leren opbouwen Het verwerken van de bal onder hogere weerstand Het zoeken naar de juiste openingen door balbezittende ploeg en zodoende te scoren Het koppend leren scoren door een goede positie in te nemen bij een voorzet Coachen naar het zo snel mogelijk afronden op het doel Hoe lopen de spelers vrij die niet in balbezit zijn De verdedigers moeten samenwerken als zij de bal willen veroveren, een verdediger verovert de bal, terwijl de andere de juiste positie innemen Het positie kiezen voor het moment van afronden door 1 of 2 spelers Goede opbouw, directe omschakeling, vrijlopen op het moment van balbezit Het goede moment kiezen van de dieptepass Het verbeteren van het positiespel in de opbouw van de balbezittende partij De meerderheid van aanvallers uit laten komen in de snelheid van afronden op doel Vooral de beleving het willen winnen en het niet willen verliezen geeft de partij inhoud
27 Technisch jeugdplan ZBVH
Concept 1/2012
ZBVH
N. Jaarplan B jeugd Doelstelling voetbaltraining: Presteren tijdens de wedstrijd. Prestatiegericht: Veldtraining minimaal 2 x per week; duur 60/90 minuten. Recreatief: Veldtraining minimaal 1 x per week; duur 60/90 minuten. periode 1
week 3 4
2
1 2 3 4
3
1 2 3 4
4
1
Het omschakelen naar balbezit van verdedigers in het positiespel 5:2 Aanval tegen verdediging Het verwerken van de bal in positiespel 5:3 Het toewerken naar standaardsituaties Koppend scoren in partijspel 4:4 met 2 neutrale vleugelspelers De directe omschakeling in een partijspel 7:7/ 8:8 Het vrijlopen in het partijspel 4:4 Lijnvoetbal
2
Verdediging van een voorzet van de tegenpartij De wisseling van balverlies naar balbezit in een partijspel 7:7 Afwerken op het doel vanuit het positiespel 5:3 Het in balbezit blijven in het partijspel 7:7 Het scoren vanuit het kaatsen door de spitsen Het positie- c.q. partijspel 2:2
3 4
Het verdedigen in het positiespel 5:3 Vrij partijspel
2 3 4 5
Oefenstof Het verwerken van de bal in het positiespel 5:2 Het positiespel 3:2 met afwerking op doel De opbouw vanuit de verdediging
1
Doel/aandachtspunt Wennen aan de technische vaardigheden onder weerstand Het zo snel mogelijk creëren van een doelrijpe kans Het verbeteren van de opbouw in balbezit vanuit de eigen doelverdediger Via individuele acties zo snel mogelijk tot scoren zien te komen Het benutten van de ruimte op de vleugels Het verwerken van de bal onder hogere weerstand Verbeteren van positie kiezen voor het doel bij een voorzet vanaf de flanken Het verbeteren van de verdedigende acties op het moment van balverlies Hoe lopen de spelers vrij die niet in balbezit zijn Het verbeteren van de individuele actie t.o.v. de positie in het veld Hoe wordt een voorzet verdedigd en wat is het vervolg Hoe wordt er vrijgelopen op het moment van balbezit Het zo snel mogelijk creëren van een doelkans Het bewust spelen op balbezit Het verbeteren van het direct afwerken van een gekaatste bal door een spits Het coachen van de dribbel, de individuele actie en de overname van de bal Het positie kiezen van de verdedigers Vooral de beleving het willen winnen en het niet willen verliezen geeft de partij inhoud
28 Technisch jeugdplan ZBVH
Concept 1/2012
ZBVH
O. Jaarplan A jeugd Doelstelling voetbaltraining: Presteren tijdens de wedstrijd. Prestatiegericht: Veldtraining minimaal 2 x per week; duur 60/90 minuten. Recreatief: Veldtraining minimaal 1 x per week; duur 60/90 minuten. periode 1
week 3 4
2
1 2 3 4
3
3 4
Lijnvoetbal
1
Verdediging van een voorzet van de tegenpartij Het duel 1:1
1
2 3
2
Afwerken op het doel vanuit het positiespel 5:3 Het in balbezit blijven in het partijspel 7:7 Het scoren vanuit het kaatsen door de spitsen Het positie- c.q. Partijspel 2:2
3 4
Het verdedigen in het positiespel 5:3 Vrij partijspel
4 5
Het aansluiten van het middelveld t.o.v. de spitsen Het storen door de eigen spitsen Het verwerken van de bal in positiespel 5:3 Het toewerken naar standaardsituaties Koppend scoren in partijspel 4:4 met 2 neutrale vleugelspelers Op welk moment en waar wordt balverlies geleden in het partijspel 7:7 Dieptepass in het positiespel 5:3
2
4
Oefenstof Het verwerken van de bal in het positiespel 4:3 Het positiespel 3:2 met afwerking op doel De opbouw vanuit de verdediging
1
Doel/aandachtspunt Wennen aan de technische vaardigheden onder weerstand Het zo snel mogelijk creëren van een doelrijpe kans Het verbeteren van de opbouw in balbezit vanuit de eigen doelverdediger Het verbeteren van het aanspelen van de spitsen in relatie met het aansluiten Hoe en waar kunnen de spitsen de opbouw van de tegenpartij ontregelen Het verwerken van de bal onder hogere weerstand Verbeteren van positie kiezen voor het doel bij een voorzet vanaf de flanken Het verbeteren van balbezit en het snel omschakelen bij balverlies Het verbeteren van de dieptepass en hoe is de reactie van de balbezitters na de pass Het verbeteren van de individuele actie t.o.v. de positie in het veld Hoe wordt een voorzet verdedigd en wat is het vervolg Het onderling coachen van de individuele actie waarna een doelpoging moet volgen Het zo snel mogelijk creëren van een doelkans Het bewust spelen op balbezit Het verbeteren van het direct afwerken van een gekaatste bal door een spits Het coachen van de dribbel, de individuele actie en de overname van de bal Het positie kiezen van de verdedigers Vooral de beleving het willen winnen en het niet willen verliezen geeft de partij inhoud
29 Technisch jeugdplan ZBVH
Concept 1/2012
ZBVH
P. Jaarplan Keeperstraining Seizoensopbouw keeperstraining De seizoensopbouw bij keepers hangt af van het klimaat en hoe de competitie is georganiseerd. In Nederland loopt de competitie van augustus t/m mei. Dit betekent dat het seizoen er in het algemeen als volgt uit ziet: Periode Eerste voorbereiding (juli- aug) Eerste competitiehelft (sep-dec)
Keepende accenten Algemeen en specifiek specifiek
Tweede voorbereiding (jan-feb) Tweede competitiehelft (feb-mei)
Algemeen en specifiek Algemeen en specifiek
Fysieke aspecten opbouwen Onderhouden en verbeteren opbouwen onderhouden
Het voetbalseizoen kent een aantal fasen. Voor een (keepers) trainer is het zaak voor elk van die fasen duidelijk voor ogen te hebben welke accenten (zwaartepunten) centraal moeten staan tijdens de keeperstraining. De keeperstraining kent 3 zwaartepunten: a) Keepende accenten De keepende accenten worden zichtbaar in de volgende situaties. Balbezit tegenpartij Balbezit keeper Balbezit team omschakeling
Schoten op doel, duel 1:1, voorzetten en diepteballen Spelopbouw Terugspeelbal Balbezit- balbezit tegenpartij
Het trainen van keeperaccenten kan gebeuren in algemene en/ of specifieke zin. Algemene training heeft als doel het verbeteren van de keeper in algemene zin. Specifieke training houdt in dat de capaciteiten van de keeper worden getraind in relatie tot het team. Doelstelling van dit type training is het aanleren, verbeteren, onderhouden of perfectioneren van keepende acties. De keepende accenten zijn te zien in de volgende tabel: Coaching Positie/ opstelling voor Het verwerken van de bal Taken bij spelhervattingen
Bal ver van het doel, bal op schietafstand Diepteballen, lobs, duel 1:1, voorzetten, schoten/ kopballen op het doel Komen in de uitgangshouding, voetenwerk, springen, vangen, vallen, tippen, stompen, luchtduel en 1:1 Het organiseren bij eens scheidsrechtersbal, aftrap, inworp, vrije trappen, corners en penalty’s
b) Fysieke accenten De keepersconditie bestaat uit kracht, snelheid, uithoudingsvermogen, coördinatie en lenigheid. Het trainen van de keepersconditie heeft als doelstelling het opbouwen, onderhouden en/ of verbeteren van de bovengenoemde factoren.
30 Technisch jeugdplan ZBVH
Concept 1/ 2012
ZBVH
c) Diverse invloeden Er is daarnaast een aantal andere gegevens dat per situatie kan verschillen: De vorm van de keeper/ het team De speelwijze van eigen team/ tegenstander De weersomstandigheden De terreinomstandigheden Het beschikbare materiaal De vraag is natuurlijk welke zwaartepunten in een bepaalde fase van het seizoen het meest belangrijk zijn. Eisen te stellen aan de jeugdkeeperstraining Bij de invulling van het jaarwerkplan voor een jeugdkeeperstraining moet rekening gehouden worden met een groot aantal elementen. Zo is de doelstelling altijd afhankelijk van het niveau dat een keeper reeds heeft: is de keeper al op een gewenst niveau of moet hij er nog komen? Daarnaast moet de keeperstraining altijd in relatie staan met de behoefte van het team, de ontwikkeling van de keeper als individu in algemeen zin en in relatie toto het team. Er moet een plan worden uitgestippeld zodat een keeper uiteindelijk aan de eisen van het spelconcept van het team voldoet. Bij jeugdkeepers moet allereerst aandacht worden besteed aan het aanleren van techniek en het spelinzicht. Pas daarna mag worden gestreefd naar een vergroting van de lichamelijke factoren. Het voortdurend uitvoeren van een technische onjuiste beweging kan leiden tot beschadigingen van gewrichten, banden en pezen. Het uitgangspunt van elke trainer wordt gevormd door de antwoorden op de volgende vragen: Wat is de beginsituatie? Welke middelen staan mij ter beschikking? Waar willen wij (trainer en keeper) naar toe? Bij het fysiek trainen van jonge keepers is het belangrijk een aantal factoren in acht te nemen: (Biologische) leeftijd Lichamelijke (on)mogelijkheden Geestelijke (on)mogelijkheden Sociale (on)mogelijkheden Houdt er rekening mee dat het groeiproces van kinderen niet geleidelijk verloopt. Kinderen ondergaan niet gelijktijdig de groeispurt. De jeugdkeeperstrainer moet verschil aanbrengen in trainingsintensiteit. Tot aan de groeispurt (11-15 jaar) staat met name de technische ontwikkeling centraal. Pas daarna mogen jeugdkeepers worden onderworpen aan trainingen met het accent de keepersconditie te verhogen zonder dat het plezier verdwijnt.
31 Technisch jeugdplan ZBVH
Concept 1/ 2012
ZBVH