TE KOOP BIJ INSCHRIJVING

TE KOOP BIJ INSCHRIJVING Tilburgseweg 239 te Breda

Monumentale Brabantse langgevel boerderij met bakhuisje en schuur, op het “Heiveld” gelegen in het gebied tussen de Tilburgseweg, Moleneindstraat en de Nieuwe Kadijk. De boerderij, gebouwd in 1892 is een gemeentelijk monument en bevat veel authentieke elementen.

Bouwjaar: Oppervlakte woning begane grond: Oppervlakte woning verdieping: Oppervlakte voormalige stalruimte (aan-/inpandig) Oppervlakte vrijstaande schuur: Grondoppervlakte : Aanvaarding:

ca. 1892 ca. 110m2 ca. 77m2 ca. 140 m2 ca. 130 m2 ca. 5300 m2 zie de inschrijvingsvoorwaarden

Bestemming: maatschappelijke voorzieningen, wonen, al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit, echter uitgezonderd kamerverhuur.

INDELING WOONBOERDERIJ: Begane grond: Entree via de keuken, vanuit de keuken is de half-verdiepte kelderruimte en het opkamertje bereikbaar. Doorloop naar de woonkamer en slaapkamer, beide vertrekken voorzien van vele authentieke elementen zoals bedstedes, en een rookplaats waar de kachel is opgesteld.

Vanuit de keuken is er tevens een doorloop naar de voormalige stal, nu in gebruik als opslag, hierin zijn tevens het toilet en douchegelegenheid gesitueerd.

Eerste verdieping: De zolderruimte boven de stal is niet afgewerkt en niet beloopbaar, vanwege aantasting door houtborders. De zolderruimte boven het woongedeelte is wel beloopbaar en vanuit de keuken middels een vaste trap bereikbaar.

Bakhuisje uit ca 1890

Schets indeling begane grond

Schuur opgetrokken in steen, oppervlak ca. 130m2

TUIN en ERF Het erf is toegankelijk middels een verhard pad vanuit de Moleneindstraat, de entree van het pad bevindt zich tussen nummer 20 en 22. Het erf is voorzien van gras, struiken en bomen.

Planregels Op deze pagina vindt u de regels behorende bij het plan Driesprong. Artikel 5 Gemengd-2 5.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Gemengd-2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a. groen; b. maatschappelijke voorzieningen; c. wonen, al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit, echter uitgezonderd kamerverhuur; met daarbij behorend(e): d. e. f. g.

groen; nutsvoorzieningen; parkeren; verkeer;

h.

water.

5.2 Bouwregels 5.2.1 Gebouwen

a. Gebouwen mogen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘bouwvlak’ worden gebouwd. b. Het aantal woningen mag niet worden vermeerderd. c. Het bebouwingspercentage mag niet meer bedragen dan 50%. d. De goot- en bouwhoogte mag maximaal respectievelijk 6 en 10 meter bedragen. e. Voor zover de gronden gebruikt worden voor wonen, is het gestelde in artikel 12 van overeenkomstige toepassing. 5.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

a. De hoogte van lichtmasten mag maximaal 8 meter bedragen. b. De hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 3 meter bedragen. 5.3 Afwijken van de gebruiksregels Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 17 voor het gebruik en/of (ver)bouwen van een bijgebouw bij een bestaande woning als afhankelijke woonruimte in het kader van mantelzorg, met dien verstande dat:

a. maximaal 60 m² van het bijgebouw voor mantelzorg mag worden aangewend; b. de zorgvraag afgeleid dient te kunnen worden uit een indicatie in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning en beperkt dient te blijven tot het verlenen van zorg aan familieleden; c. de afhankelijke woonruimte niet mag leiden tot een onevenredige aantasting van de omgeving; d. er geen strijd ontstaat met milieuregelgeving op het gebied van geluid en geur en geen belemmering ontstaan in het kader van de bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden voor omliggende bedrijven; zodra de noodzaak van mantelzorg is komen te vervallen het gebruik van het bijgebouw als afhankelijke woonruimte moet worden beëindigd.

Als koper dient u rekening te houden met het feit dat het object een gemeentelijk monument is. Uitgangspunten: De boerderij aan de Tilburgseweg 239 bestaat een boerderij met bakhuis en vrijstaande schuur op een erf. Het complex heeft hoge monumentale waarde en is beschermd als gemeentelijk monument sinds 13 januari 2012. Alle onderdelen zijn beschermd en van monumentale waarde, er zijn bij de aanwijzing geen onderdelen van bescherming uitgezonderd. Gezien de status als gemeentelijk monument zijn er nauwelijks vergunningsvrije werkzaamheden omdat alle denkbare werkzaamheden de monumentale onderdelen zullen raken. Het is van belang dat bij de restauratie gespecialiseerde adviseurs en vakbekwame uitvoerende partijen ingeschakeld worden. Diverse bouwkundige onderdelen verkeren in slechte staat door achterstallig onderhoud. Sommige onderdelen zijn wellicht herstelbaar zoals metsel- en voegwerk, balkkoppen en kozijnen. Andere onderdelen zullen wellicht vervangen moeten worden. Vervanging van monumentale onderdelen is mogelijk mits de juiste materialen en detaillering worden toegepast. Hierbij geldt het uitgangspunt ‘behoud gaat voor vernieuwing’. Herstel van monumentale onderdelen is subsidiabel mits vooraf overleg plaatsvind en zaken in een vergunning worden vastgelegd. De boerderij ontbeert op dit moment enige vorm van eigentijds woon- en leefcomfort. Het aanbrengen van voorzieningen zoals isolatie en eigentijdse voorzieningen als keuken en sanitair is zeer goed mogelijk met behoud van de monumentale kwaliteiten mits hier zorgvuldig naar gekeken wordt. Het realiseren van comfortverbetering is niet subsidiabel. Om zoveel mogelijk monumentale waarden te behouden is het wenselijk dat het vergunningtraject en restauratie binnen een jaar na de overdracht in gang worden gezet. In overleg met de gemeente Breda kunnen maatregelen getroffen worden om het complex wind- en waterdicht te houden. Voor meer informatie hierover kan contact worden opgenomen met M. Buijs van de afdeling Vergunningen en Voorzieningen van de gemeente Breda (076-5293808).

Beschrijving van het monument Inleiding De BOERDERIJ is in 1892 tot stand gekomen. De eerste steen naast de voordeur werd gelegd door een lid van de familie Ingenhousz, hoogstwaarschijnlijk de opdrachtgever. De boerderij is van het Brabantse langgeveltype. Het bijbehorende BAKHUIS is ten oosten van het woongedeelte van de boerderij opgericht. Ten noorden van de boerderij staat een SCHUUR uit de wederopbouwperiode. Beschrijving De boerderij is gesitueerd in de groenstrook ‘Heiveld’ tussen de Tilburgseweg, de Moleneindstraat, de Hoge Schouw en de Nieuwe Kadijk. De groenstrook is vernoemd naar het boerderijcomplex waarvan de onderhavige boerderij onderdeel uit maakte. Op de kadastrale minuut is een complex aangegeven met de naam Heiveld. Op latere kadasterkaarten wordt ook Heiveldhoef en Heiveldhoeve vermeld. In de loop der tijd zijn er nieuwe bouwwerken toegevoegd en ook weer afgebroken. De naastgelegen boerderij op nummer 241 die eveneens onderdeel was van het boerderijcomplex is na WO II herbouwd. Ten noorden van de boerderij op nummer 239 staat een schuur uit de wederopbouwperiode. Mogelijk is de oorspronkelijke schuur in WO II verloren gegaan. Bij de bouw van de boerderij in 1892 was het complex omringd door agrarisch gebied, doorkruist door het spoor in het noorden, de weg naar Tilburg in het zuiden en de huidige Moleneindstraat die oorspronkelijk onderdeel uitmaakte van de doorgaande weg van Ginneken naar Teteringen, in het westen. Net als in de huidige situatie was er vanaf de Moleneindstraat een pad naar de oostelijk gelegen boerderij dat vervolgens naar het zuiden naar de Tilburgseweg afboog. In het tweede kwart van de 20ste eeuw komt langs deze wegen bebouwing tot stand, maar het zou tot in de jaren 60 van de 20ste eeuw – als het gebied door Breda wordt geannexeerd – duren tot de weilanden worden bebouwd met woonwijken. De boerderij is van het Brabantse langgeveltype, telt een bouwlaag onder een zadeldak met wolfseind (N), gedekt door kruispannen; de nok is noord-zuid georiënteerd. Het bouwwerk is boven het trasraam met een bruine baksteen in kruisverband opgemetseld. Het metselwerk is met (tras)mortel uitgevoerd. Tegen het woongedeelte is een gepleisterde plint aangebracht. Het woongedeelte is in het zuidelijk deel gesitueerd; het bedrijfsgedeelte dat ongeveer anderhalf keer zo groot is, in het noordelijk deel. Tegen de zuidgevel is, evenals tegen de muur tussen de stal en het woonhuis, een schoorsteenkanaal gemetseld. De voordeur naar de woning, geflankeerd door twee vensters met luiken, komt uit in de ‘herd’ en is in de westgevel gesitueerd. Naast de deur is de eerste steen ingemetseld. De tekst is niet goed meer te lezen, afgezien van de bovengenoemde naam en jaartal. Het rechter venster met luiken verlicht de voorkamer, evenals het smalle venster met luik in de kopgevel (Z). De keuken is toegankelijk via de deur in de oostgevel met rechts daarnaast een venster. Naast de deur is een gevelsteen ingemetseld met in reliëf Maria met kind. In deze gevel is een klein venster met diefijzers geplaatst dat de kelder verlicht. De opkamer wordt verlicht door een smal venster in de kopgevel. De twee vensters op de kapverdieping verlichten de zolder. Alle vensters zijn voorzien van de zesruits schuiframen. De beide deuren zijn uitgevoerd als eenvoudige opgeklampte houten deuren en voorzien van tweelichts bovenlichten. Zowel de deuren als de vensters van het woonhuis worden ontlast door hanenkammen. Het bedrijfsgedeelte wordt in de westgevel ontsloten door de voor het Brabantse langgeveltype kenmerkende twee dubbele schuurdeuren en een loopdeur tegen de noordelijke kopgevel; in de oostgevel ontsluit een loopdeur de voorstal en is een dubbele schuurdeur tegenover de achterste schuurdeur in de andere gevel geplaatst. Het mestdeurtje tegen de kopgevel hoorde bij de varkensstal in de noordoosthoek van de stal. In

de kopgevel is naast de varkensstal een derde loopdeur geplaatst en de luikopening naar de hooizolder. Her en der zijn halfronde houten vierruits stalramen geplaatst. Tegenwoordig is de stal voorzien van een dubbelrijige grupstal met het middenpad tussen de twee achterste schuurdeuren. Vermoedelijk is de oorspronkelijke potstal in het tweede decennium van de 20ste eeuw verbouwd, na de oprichting van de Vereniging voor Stalverbetering in 1911. De fors bemeten muurankers verankeren de twee onderslagbalken. Alle deuren zijn eenvoudige opgeklampte deuren, afgehangen aan hardstenen duimstenen. De schuurdeuren zijn voorzien van drieruits bovenlichten en worden ontlast door korfbogen. De loopdeuren en de luikopening in de kap zijn voorzien van een halfrond vierlichts bovenlicht en worden ontlast door een rondboog. Zowel de deuren als alle vensters zijn origineel. De gevels worden beëindigd door eenvoudige bakgoten op eenvoudige ijzeren steunen. Het bakhuis is circa 15 meter ten oosten van de boerderij gesitueerd. Mogelijk is het bakhuisje ouder dan de boerderij. De voorgevel is met dezelfde baksteen als de boerderij in kruisverband opgemetseld, de zijgevels en achtergevel met handvorm-/veldovenstenen. Het oost-west georiënteerde zadeldak is gedekt met oud Hollandse pannen. De toegang is voorzien van een eenvoudige houten opgeklampte deur van kraaldelen met een tweedelig bovenlicht. In de noordelijke zijgevel is een houten tweelichtsvenster geplaatst; de zolder wordt verlicht door een vierlichts zoldervenster in de voorgevel. De uitgebouwde veldoven in de oostgevel is verloren gegaan. De schuur ten noorden van de boerderij is van het Vlaamse type. Het bouwwerk is met een roodbruine baksteen in halfsteensverband opgemetseld, afgedekt door een zadeldak met woleinden aan beide zijden. De schuur wordt tegen de westgevel ontsloten in de beide kopgevels door eenvoudige dubbele houten schuurdeuren. In de oost- en westgevel zijn drie betonnen tweelichtsvensters geplaatst. De zolder is enerzijds (Z) voorzien van een vierlichtsvenster en anderzijds (N) van eenvoudige houten luiken. De schuurdeuren worden ontlast door korfbogen; boven de overige muuropeningen zijn rollagen aangebracht. Tegen de zuidgevel stond een kleiner bouwwerk waarvan de gedeeltelijk bepleisterde gevel getuigd. De voordeur ontsluit de herd. Tegen de muur tussen de stal en de woning is een rookplaats gerealiseerd met daarnaast een bedstee, tegenwoordig in gebruik als kast. Een tweede bedstee is tegen de achterwand, de tussenwand met de keuken, gesitueerd. In de stookplaats staat een plattebuiskachel. De rookkap is voorzien van een kordonlijst. De achterwand is betegeld met overhoeks geplaatst tegelwerk in dambordpatroon van rode schildpad- en witte tegels. De bedsteden annex kasten zijn voorzien van een eenvoudige pilasterprofilering. Ook de kastdeuren, evenals alle binnendeuren, paneeldeuren zijn voorzien van een eenvoudige profilering. De vloer van de bedstee in de zuidoosthoek is voorzien van zwart/witte tegels met sterpatroon. De herd ontsluit enerzijds (Z) de voorkamer en anderzijds (O) de keuken. Net als de herd is de voorkamer voorzien van rode vierkante plavuizen, op zand gelegd, en ook hier is het balkenplafond van geprofileerde balken in het zicht. De schouw tegen de kopgevel is bekleed met zwart marmer. Tegen de scheidingswand met de opkamer en kelder (O) is een bedsteewand geplaatst, waar twee bedsteden een kast flankeren. De keuken wordt zowel via de herd als via de oostgevel ontsloten. Bij een verbouwing, vermoedelijk in de jaren 20 van de 20ste eeuw, is de vloer van de keuken voorzien van tegelwerk in dambordpatroon van licht- en donkergrijs. In dezelfde periode is waarschijnlijk het aanrecht onder het venster geplaatst. Tegen de bedsteden in de herd die in de keuken insteken is een inbouwkast geplaatst die stamt uit de bouwtijd. De profilering die de balkenplafonds in de herd en de voorkamer kenmerken, ontbreekt bij het balkenplafond in de keuken. Vanuit de keuken is er een doorgang enerzijds naar de stal en anderzijds naar de kelder en de opkamer. De linker deur leidt naar de kelder; via de rechterdeur en een kwartronde houten trap is de opkamer te bereiken. De vloer van de kelder is weer voorzien van rode plavuizen. Tegen het balkenplafond is een gepleisterde

betengeling aangebracht. In de westelijke wand zijn lage, diepe nissen aangebracht, die vermoedelijk dienst deden als aardappelbergplaats. De opkamer is voorzien van een houten vloer en plafond. Via de opkamer wordt de zolder ontsloten, die oorspronkelijk ongedeeld was, maar waar in de loop der tijd een kamer is afgeschoten. Het zadeldak ondersteund door A-spanten met kreupele stijlen; de spantbenen zijn door trekplaten. Het dak is boven het woongedeelte onderlaten. Vanuit de keuken is de voorstal voor de grupstal bereikbaar. Het stalgedeelte is vervolgens met een dwarsgeplaatste dubbele grupstal ingedeeld. In de noordoosthoek van de stal is een varkenshok gesitueerd. De naastgelegen ruimte werd gezien de laag aangebrachte ringen waarschijnlijk voor jongvee gebruikt. De twee dwarsgeplaatste onderslagbalken worden ondersteund door 2x2 standvinken en dragen de balkenvloer van rondhout. Tegen de standvinken zijn de koestaken zichtbaar waaraan de koeien in twee rijen overdwars waren vastgebonden. Ter weerszijden zijn voergangen aangebracht; het middenpad sluit aan op de schuurdeuren in beide gevels. In tegenstelling tot het houten dakbeschot boven het woongedeelte is de hooizolder niet onderlaten. In het bakhuis zijn de rookkap en de ovendeur nog aanwezig. De rookkap is evenals het overige muurwerk gepleisterd en wit geschilderd. De Vlaamse schuur is niet van binnen bezocht. Zowel het interieur van het woonhuis als van de stalruimte en het bakhuis is zeer gaaf. De aanpassingen die in de loop der tijd hebben plaatsgevonden, zoals de aanpassing van potstal naar grupstal naar aanleiding van de invoering van kunstmest, zijn inherent aan het boerenbedrijf en bovendien zorgvuldig uitgevoerd. Waardering De boerderij, het bakhuis en de schuur hebben algemene historische waarde als uitdrukking van de oorspronkelijk agrarische functie die het gebied tot in de jaren 60 van de 20ste eeuw had. Daarnaast heeft het complex typologische waarde als goed voorbeeld van een boerderij van het Brabantse langgeveltype uit het eind van de 19de eeuw. Bovendien hebben de bouwwerken onderling en met de boerderij op nummer 241 ensemblewaarde. De afleesbaarheid van de bouwgeschiedenis, met name door de verbouw van de potstal naar de grupstal naar aanleiding van de invoer van kunstmest, geeft het ensemble ook bouwhistorische waarde. Het complex heeft zeldzaamheidswaarde als een van de weinige overgeleverde boerderijen in de omgeving. De boerderij is zowel in hoofdvorm als in detail gaaf; het bakhuis is een stuk minder gaaf, maar nog duidelijk als bakhuis herkenbaar en onlosmakelijk verbonden met de boerderij. De Vlaamse schuur is gaaf in hoofdvorm en in detail en door de ensemblewaarde beschermenswaardig.

ALGEMEEN De boerderij dateert uit 1890 en moet grondig gerestaureerd worden, dit dient in overleg met de gemeente te gebeuren. Er is een bouwkundige rapportage beschikbaar. Daarnaast is het object niet aangesloten op het aardgas netwerk.

Voorbehoud : Hoewel gestreefd is naar een zo nauwkeurig mogelijke inventarisatie van de beschikbare gegevens, moet ervan worden uitgegaan, dat het bovenstaande slechts indicatief is. De koper heeft zijn eigen onderzoeksplicht naar alle zaken die voor hem van belang zijn. Hij kan zich nimmer beroepen op onbekendheid met feiten, die hij zelf had kunnen waarnemen of die kenbaar waren vanuit de openbare registers.

Algemene ouderdomsclausule is van toepassing : Koper verklaart ermee bekend te zijn dat deze woning meer dan 120 jaar oud is, hetgeen betekent dat de eisen die aan de bouwkwaliteit gesteld mogen worden lager liggen dan bij nieuwbouwwoningen. Tenzij de verkoper de kwaliteit ervan gegarandeerd heeft, staat hij niet in voor o.a. fundering, bouwkundige constructie, vloeren, elektriciteit, gas- en waterinstallatie, riolering, aanwezigheid van/aantasting door houtworm en/of ander ongedierte.

Asbestclausule : In de onroerende zaak kunnen asbesthoudende stoffen aanwezig zijn. Bij eventuele verwijdering van de asbesthoudende materialen dienen op grond van milieuwetgeving speciale maatregelen te worden genomen. Koper verklaart hiermee bekend te zijn en vrijwaart verkoper van alle aansprakelijkheid die uit de aanwezigheid van enig asbest in de onroerende zaak voortvloeien.

UITNODIGING Deze informatie wordt aan meerdere personen verstrekt en aan deze gegevens kunnen geen rechten worden ontleend. De verkoop vindt plaats middels een inschrijving, de voorwaarden kunt u opvragen bij de stadsmakelaar. Gemeente Breda Voor meer informatie en het maken van een afspraak voor bezichtiging kunt u contact opnemen met: [email protected] De heer W. Melchers (076) 529 44.99 of de heer M. Pak (076) 529 44.99 Kijk voor te koop en te huur staand gemeentelijk vastgoed op http://www.breda.nl/stadsmakelaar

Informatie Inschrijving Uitnodiging voor verkoop bij inschrijving Deze informatie wordt aan meerdere personen verstrekt en aan deze gegevens kunnen geen rechten worden ontleend. De aanbieding van dit object dient te worden gezien als een uitnodiging tot het uitbrengen van een finaal bod. Er kan ook een bod uitgebracht worden op een kleiner deel van het perceel. Koper dient er zich van bewust te zijn dat het gemeentelijk monument betreft en dat veranderingen en restauratie aan regels zijn gebonden. Om de monumentale waarden te behouden is het wenselijk dat het vergunning traject en restauratie binnen een jaar na de overdracht in gang worden gezet. In overleg met de gemeente Breda kunnen maatregelen getroffen worden om het complex wind- en waterdicht te houden. Voor meer informatie hierover kan contact worden opgenomen met M. Buijs van de afdeling Vergunningen en Voorzieningen van de gemeente Breda (076-5293808). Verkoop bij inschrijving: De gemeente vraagt geïnteresseerde kopers uiterlijk maandag 29 juni 2015 voor 11.00 uur een finaalbod uit te brengen, met daarbij de eventuele bijkomende voorwaarden. De finale bieding dient in ieder geval bevatten:  De koopsom in euro’s en kosten koper.;  De afname datum c.q. transport datum;  Naam, Adres, Woonplaats, Telefoonnummer en kopie legitimatiebewijs;  Termijn voor een eventueel voorbehoud om de financiering voor de aankoop te regelen en de hoogte van het te financieren bedrag;  Toelichting wat de koper met het object wil doen, (wonen etc.);  Een aanpassing van de bestemming wordt niet geaccepteerd als bijkomende voorwaarden voor verkoop, een eventuele bestemmingswijziging komt volledig voor risico van de bieder. PROCEDURE Inschrijfbiljetten kunnen in een gesloten envelop, voorzien in de linker bovenhoek van het opschrift "Inschrijfbiljet Tilburgseweg 239 te Breda, niet openen" en op de achterzijde naam, adres, woonplaats en telefoonnummer en emailadres van de aanbieder, worden ingeleverd bij de Gemeente Breda, Claudius Prinsenlaan 10, 4811DJ Breda. Toezending per post kan ook, dan graag de enveloppe richten aan: Gemeente Breda, afdeling Vastgoed Ontwikkeling/Stadsmakelaar, Claudius Prinsenlaan 10, 4811DJ Breda Inschrijven kan middels bijgevoegd inschrijfformulier dat uiterlijk maandag 29 juni 2015 om 11:00 uur in het bezit dient te zijn de bij Gemeente Breda, Claudius Prinsenlaan 10, 4811DJ Breda. Op donderdag 2 juli 2015 om 14:00 uur worden de inschrijfenveloppen op het stadskantoor aan de Claudius Prinsenlaan 10 in een besloten zitting geopend. Deze zitting is toegankelijk voor degene waarvan het inschrijfbiljet tijdig door de gemeente is ontvangen en N.A.W. gegevens op de enveloppe zijn vermeld. De gemeente maakt dan een keuze uit de voor de gemeente meest gunstige aanbieding, dit hoeft niet altijd het hoogste bod te zijn. Daarnaast kan de gemeente altijd besluiten om het object niet te gunnen indien er geen voldoende “gunstige aanbieding” wordt gedaan. Meer Informatie Inschrijfformulier en nadere informatie vindt u op de website van de stadsmakelaar, www.breda.nl/stadsmakelaar vraagt u aan bij de Stadsmakelaar van de gemeente Breda, telefoonnummer 076-5294499, e-mail: [email protected]

De informatie is met zorg samengesteld aan de hand van beschikbare gegevens en tekeningen. Derhalve kunnen wij geen garanties verstrekken, noch kunnen wij op enigerlei wijze eventuele aansprakelijkheid voor deze gegevens aanvaarden.

Inschrijfbiljet Voor de verkoop bij inschrijving van Tilburgseweg 239 te Breda De ondergetekende: (naam) …………………………………………………………………….. Wonende te: (adres huisnummer): ……………………………………………………………… Postcode: ……………………. Plaats: …………………………………………………………… Telefoonnummer: ………………………… Email: ………………………………………. Burger Service Nr: …………………………Nummer Kamer v. Koophandel: .…………………………..

Schrijft hierbij in voor het object Tilburgseweg 239 te Breda Koopsom: € ………………… kosten koper, zegge: …………………………………………………….. Datum eigendomsoverdracht c.q. transport datum: …………………………………………………….. Voorbehoud financiering

Nee / Ja, indien ja, datum financieringsvoorbehoud …………………

Indien financieringsvoorbehoud, hoogte van het te financieren bedrag: ………………………………

Toelichting op het toekomstig gebruik van het object. …………………………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………………………….

Ondergetekende verklaart hierbij dat hij bekend is met de procedure van inschrijving. Plaats: …………………………………… datum: ………………………

De inschrijver,

……………………………. (handtekening)

De enveloppe richten aan: Gemeente Breda, afdeling Vastgoed Ontwikkeling/Stadsmakelaar Claudius Prinsenlaan 10, 4811DJ Breda In de linkerbovenhoek vermelden: Inschrijving Tilburgseweg 239 , niet openen en op de achterzijde graag naam, telefoonnummer en emailadres.