Taxiopleiding “De ZuidHollandse” Woonkreek 34 3206 GT Spijkenisse Mob: 0643987770 www.dezuidhollandse.nl
[email protected] 1) Als een zekering is doorgebrand moet hij worden vervangen door een zekering met? A . de zelfde stroomsterkte. B . een hogere stroomsterkte. C. een lagere stroomsterkte. 2) In welke provincie ligt Zwolle? A . Drenthe. B . Gelderland. C . Overijssel. 3) Welke documenten moeten in uw taxi aanwezig zijn? A . De chauffeurspas, mijn rijbewijs, de polisvoorwaarden van mijn WA verzekering. B . Het APK-keuringsbewijs, de werkmap en, als ik naar het buitenland ga, de Groene Kaart. C . Het taxibewijs, mijn rijbewijs, de polisvoorwaarden van mijn WA verzekering. 4) In welke situatie kiest u (als chauffeur) een voertuig met extra veel bagageruimte? A . Alleen als de klant daarom vraagt. B . Als ik een toeslag kan vragen voor het bagagevervoer. C . Als ik vermoed dat een klant veel bagage bij zich heeft. 5) Een klant wil instappen voor een rit. Waar moet u goed op letten? A . Of de klant alcohol gebruikt heeft. B . Of de klant geen vreemde bagage bij zich heeft. C . Of de klant voldoende geld bij zich heeft. 6) Een klant schopt tegen de stoel voor hem. Hoe omschrijft u dit gedrag? A . Een teken dat de klant waarschijnlijk over zal gaan tot agressief gedrag. B . Non-verbaal geweld. C . Depressief gedrag. 7) Wanneer doet u het stadslicht aan? A . Als ik buiten de bebouwde kom naast de weg parkeer. B . Als ik onder bomen met veel bladeren rijd. C . Als ik overdag rijd en het donker is door slecht weer. 8) U wilt kinderen laten instappen of uitstappen. Wat is juist? A . Ik laat hen alleen aan de rijbaankant instappen en uitstappen als ikzelf of iemand anders goed op hen kan letten. B . Ik laat hen altijd aan die kant van de auto instappen en uitstappen, waar ze ook zitten of gaan zitten. C . Ik laat hen zelf instappen en uitstappen aan de rijbaankant, want ze weten zelf waarop ze moeten letten in het verkeer. 9) Wat wordt volgens de Wegenverkeerswet onder ‘verkeer verstaan? A . Alle bestuurders. B . Alle weggebruikers behalve voetgangers C . Alle weggebruikers.
.
Taxiopleiding “De ZuidHollandse” Woonkreek 34 3206 GT Spijkenisse Mob: 0643987770 www.dezuidhollandse.nl
[email protected]
10) De geschillencommissie besluit dat een klant zijn geld moet terugkrijgen. Hoe kan een taxiondernemer hierop reageren? A . Hij is wettelijk verplicht het geld terug te betalen. B . Hij kan in beroep bij het Landelijk Klachtenmeldpunt Taxi. C . Hij volgt dit advies op als dit volgens zijn eigen klachtenprocedure terecht is. 11) Bij welke taxichauffeur zal een passagier het liefst in willen stappen? Bij een taxichauffeur die A . er knap uitziet, alle talen spreekt en die in een vuile taxi rijdt. B. er netjes en representatief uitziet en die in een schone taxi rijdt. C . op de passagier afstapt, zijn rit met een vlotte babbel aan de man brengt en in een schone taxi rijdt. 12) Welke gegevens moet u doorgeven als u een hulpdienst wilt inschakelen? Uw naam, waar het ongeval is gebeurd en… A. het aantal gewonden. B. het nummer van de Groene Kaart. C . mijn nummer van de ziektekostenpolis. 13) In de taxibranche zijn drie soorten conflicten te onderscheiden. Welke zijn dit? A . Conflicten in het openbaar, op kantoor en thuis. B. Conflicten ten gevolge van niet correcte communicatie, een negatieve beroepshouding en een verkeerde afweging van risico’s. C. Conflicten tussen chauffeur en passagiers, tussen passagiers onderling en tussen chauffeur en medeweggebruikers. 14) In welke provincie liggen de verkeersknooppunten Kethelplein en Va a n Plein? A . Noord-Holland. B . Overijssel. C . Zuid-Holland. 15) Welke uitspraak over het gebruik van de taxameter is juist? A. Als ik wacht voor een open brug laat ik de taxameter aanstaan. De ritprijs loopt nog steeds op maar langzamer dan als ik rijd. B. B. Als ik wacht voor een open brug laat ik de taxameter aanstaan. De taxameter registreert dat ik stilsta en de ritprijs loopt niet meer op C. Als ik wacht voor een open brug zet ik de taxameter uit. 16) Welke gebieden worden verbonden door de A12? A. De Randstad met Duitsland. B. De Randstad met Limburg. C . Noord-Holland met Zuid-Holland. 17) Welke van de onderstaande principes hoort bij goede communicatie? A . Aan het begin van een gesprek vragen hoe het met iemand gaat B . Nettaalgebruik. C . Rekening houden met het feit dat anderen mij ontvangen.
.
Taxiopleiding “De ZuidHollandse” Woonkreek 34 3206 GT Spijkenisse Mob: 0643987770 www.dezuidhollandse.nl
[email protected]
18) Welke stelling over het vergunningsbewijs is juist? A. Een taxiondernemer heeft een vergunningsbewijs nodig als hij contractvervoer verricht B. Een vergunningsbewijs wordt alleen verstrekt aan houders van een chauffeurspas. C. Iedere taxichauffeur moet een, op zijn naam staand, vergunningsbewijs bezitten. 19) Welke uitspraak over de A7 is juist? A. De A7 loopt van Amsterdam naar de Duitse grens. B. Leeuwarden ligt aan de A7. C. Lelystad ligt aan de A7.
20) Wat wordt verstaan onder de Algemene Taxivoorwaarden? A . Een besluit waarin de overheid eisen aan een taxibedrijf heeft gesteld. B. Een regeling van de consumentenbond bedoeld om taxibedrijven te kunnen vergelijken C . Voorwaarden die een taxiondernemer kan hanteren voor het vervoeren van klanten. 21) Welke volgorde van handelingen na een ongeval is juist? A. Persoonlijke veiligheid, veiligheid andere slachtoffers, veiligheid passagiers. B . Persoonlijke veiligheid, veiligheid passagiers, veiligheid andere slachtoffers. C . Veiligheid passagiers, veiligheid andere slachtoffers, persoonlijke veiligheid. 22) Wat is de aanleiding voor de meeste conflicten met klanten? A. De houding van de chauffeur. B. De kosten van de rit. C. Een rit die te lang duurt, 23) U kunt met uw dimlicht tegenliggers verblinden. Wanneer kan dat gebeuren? A. Als het dimlicht van mijn auto te ver naar rechtsaf naar links schijnt B. Als mijn auto zwaar is. Dan komt de voorkant van mijn auto omhoog. C . Als mijn bandenspanning te laag is. Mijn auto staat dan lager op de weg. 24) Uw passagier wil van Rotterdam naar Schiphol. Hoe rijdt u? A. Via Den Haag en Leiden over de A13 en de A4. B. Via Den Haag en Leiden over de A15. C. Via Utrecht. 25) Welke uitspraak over de werkmap is juist? A. Bij ieder voertuig hoort een aparte werkmap. B. In de werkmap noteer ik onder andere mijn rij- en rusttijden. C .Ik mag maximaal vijf maal per jaar mijn werkmap vergeten. 26) Bij een aanrijding is er een prioriteit in de maatregelen die u moet toepassen. In welke volgorde begint u met deze handelingen? A. Ik alarmeer eerst de alarmcentrale en dan de werkgever. B. Ik denk eerst aan mijn eigen veiligheid en dan die van de passagiers. C. Ik kijk eerst of de passagiers niets hebben en dan markeer ik de plaats van het ongeval
.
Taxiopleiding “De ZuidHollandse” Woonkreek 34 3206 GT Spijkenisse Mob: 0643987770 www.dezuidhollandse.nl
[email protected]
27) Welke regel geldt voor gordelgebruik van een 10-jarig kind dat korter is dan 1.35 meter? A. Dit kind mag alleen achterin de auto zitten. B. Dit kind mag alleen voorin zitten met een voor hem geschikt kinderbeveiligingsmiddel. C. Dit kind mag voorin zitten met een gordel of een kinderzitje. 28) Welke plaats ligt tussen Eindhoven en Utrecht? A. Den Bosch. B. Tilburg. C . Venlo. 29) Wanneer is de kans het grootst dat u een aanrijding krijgt? A . Als ik bel, de spiegels afstel of iets in het dashboardkastje zoek. B. Als ik met iemand in de auto praat, als ik op de wegenkaart kijk of als ik berichten lees op de radio. C . Als ik naar muziek luister, de spiegels afstel of naar een ongeluk kijk. 30) U rijdt van Eindhoven naar Venlo. U maakt gebruik van de A. A50. B . A67. C . A73. 31) Welke functie heeft het Landelijk Klachtenmeldpunt Taxi? A. Het adviseert mij over de afhandeling van een klacht. B. Het doet een uitspraak over een klacht als ik er met de klant niet uitkom. C. Het stuurt klachten door naar de betrokken taxiondernemer.
32) U vervoert een passagier van Amsterdam naar Breda. Via welke verkeersknooppunten loopt de kortste route? A. Deil, Empel en Hooipolder B. Everdingen, Gorinchem en Hooipolder C .Oudenrijn, Terbregseplein en Zonzeel. 33) U bent door de geschillencommissie in het ongelijk gesteld. Kunt u hier nog tegen in beroep gaan? A. Ja, ik kan in beroep gaan en krijg dan waarschijnlijk gelijk, maar de procedure is erg kostbaar. B. Ja, ik kan in beroep gaan, maar de kans dat de rechter anders beslist dan de geschillencommissie is klein. C. Nee, ik ben wettelijk verplicht de uitspraak te accepteren. Ik kan niet meer naar de rechter. 34) Welke plaats ligt aan de A50? A. Apeldoorn. B. Hengelo C. Utrecht.
.
Taxiopleiding “De ZuidHollandse” Woonkreek 34 3206 GT Spijkenisse Mob: 0643987770 www.dezuidhollandse.nl
[email protected]
35) Wanneer krijgt u een kentekenbewijs met de vermelding taxi? A. Als de auto eigendom is van een taxiondernemer met een bedrijfsvergunning. B. Als ik blauwe kentekenplaten op mijn taxi heb gemonteerd. C. Als mijn taxi gekeurd is door de Dienst Wegverkeer (RDW).
36) U samen met passagier. De passagier wil uitstappen aan de rijbaankant. Wat doet U? A. Ik laat passagier zelf bepalen wanneer hij uitstapt. B. Ik let goed op het verkeer door in mijn spiegels te kijken en ik laat de passagier zo snel mogelijk uitstappen. C. Ik let goed op het verkeer. Pas als er geen verkeer aankomt, laat ik de passagier uitstappen.
37) Om te voorkomen dat agressie hoog oploopt toont u begrip voor het verhaal van de klant. Waarom helpt dit? A. Ik geef de klant het gevoel dal hij serieus genomen wordt. B. Ik laat blijken dat ik toegeef aan de wensen van de klant. C. Ik win tijd om hulp in te roepen. 38) Welk document moet zichtbaar zijn voor de klant? A. De Groene Kaart; de klant kan zien dat hij in een verzekerde taxi zit. B. Een kopie van de chauffeurspas; de klant weet hierdoor dat ik als bestuurder gediplomeerd ben. C. Het keuringsbewijs van de taxameter; de klant kan zo zien dat de meter is geijkt en ei op vertrouwen dat de aangegeven ritprijs de juiste is. 39) Wat is het belangrijkste bij het voorkomen van vertragingen? A. Altijd op tijd weg gaan. B. De verkeersinformatie beluisteren of bij mijn centrale opvragen. C. Goed bekend zijn met de lokale situatie. 40) Welke stelling over de taxibranche is juist? A. taxibedrijf moet een vergunning hebben. B. Iedereen met een chauffeurspas mag voor eigen rekening met een taxi rijden. C. Om concurrentie tegen gaan is het aantal taxi’s beperkt.
.