TANGO MET Z’N VIJVEN Het plan om met een groepje vrienden 'chambres d'hotes' te beginnen pakte anders uit dan gedacht. Maar ondanks diverse tegenslagen wisten twee stellen en een vriendin een gezamenlijk leven op te bouwen in de DRÔMEPROVENCALE. “Met vijf paar handen is het werk een stuk lichter en leuker”. Iedereen heeft het weleens gedaan tijdens de vakantie: rozig door de zon, uitbundig door de wijn, met familie of vrienden filosoferen over hoe leuk het zou zijn om samen iets te beginnen in Frankrijk. Vrij fantaseren over het grote huis dat je als groep zou kunnen kopen. Alvast besluiten wie de gasten gaat ontvangen en wie het leuk zou doen in de keuken… En dat alles in de veilige wetenschap dat het toch nooit zo ver zou komen.
Maar voor vijf Nederlandse vrienden bleef het niet bij dagdromen. Willemiek Lindeman, Marjolijn Tigchelaar en Sabine Keukenbring, Rob Nonhebel en Marco Boot - twee stellen en een vriendin – begonnen samen chambres d’hotes met gastentafel in de Drôme Provencale. In de Pays de Grignan om precies te zijn, net ten zuiden van Montelimar, niet ver van de Autoroute du Soleil. Een glooiend gebied met truffeleiken, amandelbomen, wijngaarden en niet te vergeten lavendel. Overal langs de weg liggen lapjes paars omzoomd door met mos begroeide muurtjes. Romantisch middelpunt van de streek is het hooggelegen plaatsje Grignan, beroemd om zijn kasteel, dat van ver weg te zien is. De Nederlanders wonen er vlak bij, in een minuscuul dorp met een zingende naam: Chantemerle-lès-Grignan.
Helemaal uit de lucht vallen kwam dit nieuwe leven niet, de drie vrouwen waren al acht jaar eerder samen verhuisd naar de Provence. Daar runden partners Sabine en Marjolijn samen met jeugdvriendin Willemiek een gastenverblijf in een dorpswoning in Bonnieux. De zaken verliepen er prima, maar na verloop van tijd wilden ze op zoek naar een groter huis om meer privacy te hebben ten opzichte van elkaar. De Luberon was te duur en de Drôme trok vanwege de charme. Sabine: “De Luberon is prachtig en Bonnieux blijft een van de mooiste dorpen die ik ken, maar door alle belangstelling heeft het gebied wat van zijn landelijke karakter verloren. Wij ontdekten in de Drôme weer de eenvoud van de Provence een tiental jaar geleden. Intussen waren ook hun vrienden Marco en Rob op zoek naar een eigen plekje in Frankrijk. Sabine en Marco kenden elkaar nog als oud-collega’s van het Parkhotel in Den Haag en tijdens hun vele huisbezoeken in de Provence gingen de mannen regelmatig naar Bonnieux om uit te puffen en op verhaal te komen. Daar ontstond op een warme zomeravond ineens het idee om het samen te gaan doen. Marjolijn: “We wisten van tevoren wat we aan Marco en Rob zouden hebben. Het zijn aanpakkers, geen mannen die met een sigaar in de tuin gaan liggen. Telkens als ze bij ons op bezoek waren, hielpen ze uit zichzelf. Even de stoelen binnen zetten, het zwembad schoonmaken. Kleine, maar veelzeggende dingen, waardoor wij het gevoel kregen dat hetzelfde werk met vijf paar handen een stuk lichter en nog leuker kon worden.”
Vier tegen een De gezamenlijke zoektocht naar een geschikt huis versnelde de zaken in eerste instantie niet, want door het gewenste aantal vierkante meters kwamen er veel uitgewoonde jeugdherbergen en andere onpraktische projecten op hun pad. Totdat ze in 2008 stuitten op een voormalige lavendelboerderij bij Chantemerle: Domaine Le Bois des Dames. Al verbouwd en in redelijk goede staat met gastenkamers, een zwembad en de mogelijkheid er drie aparte woningen te realiseren. Sabine: ”De plek gaf de doorslag. We waren zo enthousiast dat we vrij snel ja zeiden. Maar we hadden het huis alleen in de zomer gezien en toen we er eind november terugkwamen om het contract te tekenen, voelde het anders. Het regende en het was ijskoud. Ik zie nog de kale binnenplaats, een kapotte parasol rolde door de plassen. Het was zo triest ineens. Pas later hebben we toegegeven dat we alle vijf afzonderlijk dachten: dit is een grote vergissing. Maar op het moment zelf durfde niemand meer terug.” Veel tijd om te twijfelen was er bovendien niet, want de eerste reservering stond al in de boeken.
Met oud en nieuw kwam een grote groep gasten en het hele huis moest binnen vier weken aan kant. Een vreselijke storm en een flinke lekkage hielden het vijftal tot op de laatste dag in spanning (en druk in de weer met straalkachels), maar door hard doorwerken kwam alles net op tijd af. Sabine: “Het was zo feestelijk toen we daar om middernacht met ons vijven stonden. Schort om, glas champagne in de hand, toosten op de toekomst met een groep uitgelaten Fransen om ons heen. Even leek alles goed te komen, maar vlak daarna ging het alsnog mis.” De verkoop van de chambres d’hôtes in Bonnieux ketste ineens af en nieuwe kopers waren – midden in een economische crisis - niet zo snel gevonden. Er zat voor Willemiek, Sabine en Marjolijn niets anders op dan terug te keren naar de Luberon om daar gasten te blijven ontvangen. En daar stonden de twee mannen. Zonder ervaring. Met een volgeboekt eerste seizoen voor de deur. Achteraf gezien was deze teleurstellende periode ook meteen de ultieme test voor de samenwerking tussen de vijf. Marco en Rob moesten snel hun eigen weg zien te vinden, maar wilden ook niet alle beslissingen rond de inrichting en de verdere verbouwingen van het huis zelf nemen. De vrouwen lieten hen niet zitten, maar konden slechts beperkt helpen. Het werd subtiel tangodansen op afstand. Marco: ”In het begin hadden we nog de neiging om de dames bij elk wissewasje te bellen om advies. Maar zij hadden ook wat anders te doen dan steeds aan de telefoon te hangen en sommige dingen moet je op het moment zelf oplossen.” Uiteindelijk verliep het eerste seizoen zonder al te grote problemen en ook het tweede jaar draaiden Rob en Marco gastenverblijf hoofdzakelijk met z’n tweeën. Het wat zware begin heeft de basis gelegd voor een openhartige werkrelatie nu de dames eindelijk ook naar het domein zijn verhuisd. Een keer per week is er werkoverleg en worden alle zakelijke beslissingen genomen, met een hoofdelijke stemming indien nodig. Marco: “Het is geven en nemen. In een relatie kun je misschien proberen je zin door te drammen, maar in een groep werkt dat niet. Soms gaat het hoe je wilt en soms ook niet,”zegt hij lachend wijzend naar de luiken die hij liever in een andere kleur had gezien. ”Maar ja, vier tegen een…” Zijn opmerking wordt bevestigd door het geschater van de rest van de groep. Voor de buitenstaander die hen samen hoort praten, valt de samenhorigheid en de ontspannen sfeer op. Er wordt een hoop gelachen, ook over de tegenslagen, en er klinkt respect voor elkaar uit. Ook daar zijn duidelijke afspraken over gemaakt, want er qua werk uitkomen is een ding, maar hoe houd je een privéleven in stand als je zo dicht op elkaar woont? Marco: “We eten hooguit één keer per week als groep. In onze vrije tijd doen we soms dingen samen, maar dat is niet vanzelfsprekend. Als er twee gaan fietsen, voelen zij zich niet verplicht om de anderen ook mee te vragen. We zijn allemaal zuinig op onze schaarse vrije tijd, dus er is geen plek voor beleefdheden.” Verder kozen de Nederlanders bewust voor een niet al te geïsoleerde omgeving. Wat dat betreft hadden ze het niet veel leuker kunnen treffen dan in Chantemerle les Grignan, een dorp van 187 inwoners. In de op toeristen gerichte Luberon was buiten het seizoen alles dicht en kon je in maart nog geen pizza krijgen, herinneren Willemiek, Sabine en Marjolijn zich. Maar Chantemerle leeft het hele jaar rond, is gastvrij en ruimdenkend.
Want een huis met drie vrouwen, twee mannen en voortdurende aanloop van familie en gasten…..wie hoort er nu eigenlijk bij wie? Rob: “In het dorp snappen ze er niet veel van, maar ze hebben er ook niet echt een oordeel over. Iedereen is heel makkelijk en vriendelijk. Wij doen vanaf het begin ook erg ons best om contact te leggen. We hebben een welkomstborrel gehouden voor het hele dorp, inclusief de burgemeester. Ook zijn Marco en ik meteen lid geworden van drie verenigingen: bingo, jeu de boules en kaarten….. En we laten ons vaak zien in de bar-tabac, die tevens dienst doet als restaurant, depôt de pain en cultureel centrum van het dorp. Als ik ’s ochtends brood ga kopen dan moet ik eerst tien mensen zoenen!”
Chansons Ook de gasten vormen een aangename bron van afleiding waarbij vooral de table d’hotes een verbindende factor blijkt te zijn. Op de binnenplaats worden in de zomer maaltijden geserveerd onder een grote acacia en slingers met feestlampjes. De plek is afgeschermd door de muren van het huis en zelfs als de mistral waait, kun je er tot laat buiten zitten. Sabine: “Het is heel leuk om te zien hoe mensen van verschillende nationaliteiten toenadering vinden en aan het eind soms zelfs uitbundig afscheid van elkaar nemen. Zo hebben we een mooie herinnering aan een ouder Frans stel dat door hun kinderen was getrakteerd op een weekje bij ons. Een cadeau voor hun zestigjarige huwelijk.
De eerste dagen zaten ze nog wat onwennig op het diner te wachten en na het eten verdwenen ze steeds weer snel naar hun kamer. Maar na verloop van tijd raakten ze meer op hun gemak en de laatste avond hebben ze met trillende stemmen de mooiste chansons voorgedragen voor een paar dolenthousiaste Nederlandse gasten die zo goed mogelijk probeerden mee te zingen. Een onvergetelijke avond.” Het leuke contact met de gasten geeft genoeg energie om het tijdens het drukke seizoen te kunnen volhouden. Sowieso zijn het vijf harde werkers die met heldere verwachtingen aan deze manier van leven zijn begonnen. Sabine en Marco kwamen al uit de hotellerie en ook de drie anderen hebben veel gevoel voor gastvrijheid. Willemiek: “Een bekende valkuil is denken dat je de gasten er even bij doet en daarna zelf in de zon kunt gaan zitten. Maar je moet het echt leuk vinden om mensen te ontvangen, anders kun je beter iets anders gaan doen. De tijd gaat zeker niet minder snel dan in Nederland, ook hier worden we soms geleefd. Maar we zijn eigen baas, dat is een groot verschil. En nee, we worden hier niet erg rijk van, je ziet ons niet in een BMW door de campagne rijden. Maar we kunnen ervan leven, op de eenvoudigere manier waar wij voor hebben gekozen". “En het feit dat het werk vaak in de zon gebeurt, is natuurlijk wel een prettige bijkomstigheid“, vult Rob aan, “beter dan met een stropdas om in de file staan!” Ondanks het harde werken en alle afspraken over persoonlijke vrijheid zijn er in de winter toch ook genoeg gelegenheden om samen te genieten van de omgeving. Zoals met z’n allen naar een concert in Lyon of een dagje skiën op de Mont Ventoux. Sabine: “Je ziet hem liggen, het is maar anderhalf uur rijden. Op een stralende dag afgelopen winter zei ik tegen de anderen: kom op, we gaan!! Er zijn een zestal skiliftjes en een paar berghutten waar je worsten kunt eten, een heel grappige sfeer. De pistes waren van ons en het weer was prachtig. Dat zijn bijzondere momenten.”
bovenstaand artikel is verschenen in het magazine En France / Leven in Frankrijk (editie Zomer 2011) tekst: Nicky Bouwmeester