Talenquest Frans 2thv: Opdrachten Eindopdrachten In overleg met je docent maak je een keuze uit één van de twee onderstaande eindopdrachten. Voor opdracht A wordt een beroep gedaan op je creativiteit en schrijftalent. Voor opdracht B is een goede samenwerking en nogal wat speurwerk vereist.
Eindopdracht A ‘Perdue à Paris’ bestaat uit acht episodes. In deze opdracht schrijf je ‘episode 9’, een vervolg op het verhaal. Thiememeulenhoff schrijft een wedstrijd uit. De beste producten kunnen ingezonden worden en maken kans op publicatie op het internet én een mooie prijs! Je schrijft episode 9 – in teamverband; – op een creatieve, maar geloofwaardige manier. Het hoeft niet per se op papier Je kunt ook gebruik maken van Word, Powerpoint, video, een website enz. Er is in principe drie lessen de tijd om er in de les aan te werken. Ook na de les zul je er misschien aan willen werken. In de laatste les mag jouw team het vervolg presenteren. Bronnen Episode 1 tot en met 8 zijn jullie belangrijkste bronnen. Je vindt er aanknopingspunten voor jullie vervolgverhaal. Andere bronnen zijn: – de links in de deelopdrachten. Deze kun je ook vinden onder Bronnen. – de vertaalhulp. Zie Babelfish vertaalhulp. Rolverdeling • Stel een team samen van 3-4 personen. • Verdeel de rollen: o Voorzitter. De voorzitter is gespreksleider en zorgt ervoor dat iedereen naar elkaar luistert. Hij/zij maakt afspraken over wie wat doet en wanneer er aan episode 9 wordt gewerkt. o Tekstschrijver. De tekstschijver maakt aantekeningen en schrijft het vervolg, bijvoorbeeld in Word. o Presentator. De presentator presenteert episode 9 aan de klas. o Tijdbewaker. De tijdbewaker zorgt voor planning zodat episode 9 binnen de gestelde tijd klaar is. Als jouw team bestaat uit drie personen dan neemt iedereen de rol van tijdbewaker op zich. Tips 1 Bedenk hoe episode 9 in grote lijnen moet gaan verlopen. Je kunt bijvoorbeeld aansluiten bij het werk dat Tara in haar gastgezin gaat doen, of juist de zwerver meer aan het woord laten. Kies een originele, maar wel levensechte situatie. 2 Bedenk op welke manier je dit verhaal kunt weergeven. Dit kan gewoon op papier, in Word of Powerpoint, met behulp van een kleine website, maar ook door middel van een zelfgeschreven en uitgevoerd toneelstuk of een videoclip. Kies een manier waar jullie allemaal al een beetje vertrouwd mee zijn. Als je niet weet hoe een videocamera werkt en er ook geen hebt dan is het natuurlijk niet verstandig om een videoclipje te maken. 3 Noteer de rolverdeling in je katern.
Eindopdracht B In ‘Perdue à Paris’ zie je heel wat van Parijs. In deze opdracht maken jullie een gids waarmee iedereen uit jouw klas, of een andere klas, zich in Parijs kan redden. Jullie leveren ieder een bijdrage aan de reisgids. De klas wordt onderverdeeld in ‘schrijfteams’ die zich ieder met een bepaald aspect van de gids gaan bezighouden. Zo zal een groep zich bezig houden met het hoofdstuk ‘vervoer’ en een andere groep met het hoofdstuk ‘uitgaan’. Er is in principe drie lessen de tijd om er in de les aan te werken. Hierna moet de eindredactie ermee aan de slag kunnen. Bronnen 'Perdue à Paris' bestaat uit acht episodes. Daarin zijn allerlei aspecten van Parijs aan bod geweest. Je vindt er aanknopingspunten voor jullie reisgids. Andere bronnen zijn: – de links in de deelopdrachten. Deze kun je ook vinden onder Bronnen. – de vertaalhulp. Zie Babelfish vertaalhulp. Schrijfteams Bij de docent kun je aangeven in welk team je graag wilt. Hij of zij heeft een intekenlijst. De maximale grootte van een schrijfteam is 4 leerlingen. Als de teams definitief zijn vul je de namen en rolverdeling van je team in je katern in. Dit zijn mogelijke teams: – Schrijfteam vervoer – Schrijfteam bezienswaardigheden – Schrijfteam uitgaan – Schrijfteam eten, drinken, slapen – Schrijfteam ‘Wat en hoe in het Frans?’ Rolverdeling • Ieder team bestaat uit maximaal 3 tot 4 personen. • Verdeel de rollen: o Eindredacteur. De eindredacteur heeft de leiding binnen de groep en is contactpersoon voor de docent. Hij/zij zorgt ervoor dat iedereen naar elkaar luistert en maakt afspraken over wie wat doet en wanneer er eventueel na de les gewerkt wordt. o Tekstschrijver. De tekstschrijver maakt aantekeningen, schrijft de teksten in Word en zorgt voor een mooie opmaak. o Researcher. De researcher heeft als taak om zaken uit te zoeken, bijvoorbeeld op het internet. De researcher kan ook afbeeldingen zoeken. De gevonden informatie speelt hij/zij door aan de anderen. o Tijdbewaker. De tijdbewaker let op de planning zodat de bijdrage aan de reisgids binnen de gestelde tijd klaar is. Als jouw team bestaat uit drie personen, dan neemt iedereen de rol van tijdbewaker op zich. Tips 1 Verdeel de taken in je schrijfteam slim en eerlijk. Als iedereen tegelijk zit te typen aan hetzelfde ben je niet slim bezig! En als je na 3 lessen nog niets op papier hebt dan klopt je planning niet. Maak dus eerst afspraken. Wie is eindredacteur en heeft dus de leiding? Wie typt er? Wie let op de tijd en de planning? Noteer in je katern wie welke rol op zich neemt. 2 Het is zeker de moeite waard om op zoek te gaan naar reeds bestaande reisgidsen (thuis, in de bibliotheek, van reisbureaus). Of je nu gebruik maakt van internet of van andere reisgidsen, vermeld altijd waar je het vandaan hebt. Doe dat aan het eind van je hoofdstuk.
Deelopdracht 1 In het katern zie je een afbeelding van Tara die opgesloten zit in de taxi en de zwerver die met haar in contact probeert te komen. 1 2 3
Wat zou hij gezegd kunnen hebben? Bedenk dit samen met je buurman of buurvrouw. Werk eerst in klad voordat je de tekstballon in het katern invult. Let op correct gebruik van de onregelmatige werkwoorden.
Ben je snel klaar? Dan kun je ook de verdiepingsopdracht doen.
Verdiepingsopdracht 1 Je gaat met je ouders een weekendje naar Parijs. Ze vragen of jij activiteiten bedenkt die leuk zijn voor het hele gezin. Welke activiteiten ga je aan je ouders voorstellen? Licht je voorstellen toe. De bronnen die je mag gebruiken zijn: La Tour Eiffel Musée du Louvre Centre Pompidou Bateaux parisiens
Deelopdracht 2 De eerste gesprekjes die Tara heeft lopen niet zo lekker. Zou jij, met je buurman of buurvrouw, een gesprekje kunnen instuderen dat wél goed loopt? Het moet een gesprekje zijn tussen iemand die hulp nodig heeft op straat (rol A) en een voorbijganger die de ander zo goed mogelijk probeert te helpen (rol B). 1 2 3
Verzin het gesprekje in tweetallen. Schrijf het gesprekje eerst in klad, daarna in je katern. Oefen het gesprekje heel goed. Uiteindelijk mag je niet meer ‘voorlezen’ maar moet het een echt gesprekje zijn. Waar let je dan op? Presenteer jullie gesprekje aan de klas. Oefen zo goed dat het net is alsof jullie écht in gesprek zijn.
Let erop dat je in deze oefening de vraagwoorden op de juiste manier gebruikt. Ben je snel klaar? Dan kun je ook de verdiepingsopdracht doen.
Verdiepingsopdracht 2 Zoals je al zag bij de skaters, spreken jongeren soms net even anders dan het ‘normale’ Frans dat je op school leert. Voor veel woorden bestaan meerdere varianten, net als in het Nederlands. Als je het normale woord ‘gevangenis’ omzet naar straattaal krijg je bijvoorbeeld het woord ‘bak’. 1 2 3
Maak een overzichtje van een aantal veelgebruikte woorden die je niet in kranten tegenkomt maar wel op straat. Doe dat in het Frans met de bijbehorende vertaling in het Nederlands. Gebruik de volgende bronnen:
Les registres de la langue La langue populaire L’argot ou le langage familier
Deelopdracht 3 Je gaat op vakantie naar een vreemd land en je hebt een reisverzekering afgesloten. Als voorbereiding op de reis maak je een paklijst voor de verzekering. Mocht je in de problemen raken en je bagage kwijtraken, dan komt deze lijst je goed van pas. – Wat voor soort vakantie zou je willen? – Welk land is voor jouw vakantie geschikt? – Welke zaken neem je mee? 1 2 3
Maak gebruik van de lege paklijst in je katern. Noteer daarin je bagage en aanvullende informatie, bijvoorbeeld grootte en kleur. Gebruik zo nodig een digitale vertaalhulp. Deze kun je vinden op: Babelfish vertaalhulp Let erop dat je in deze oefening goed gebruik moet maken van het bijvoeglijk naamwoord om al je bagage te beschrijven.
Ben je snel klaar? Dan kun je ook de verdiepingsopdracht doen.
Verdiepingsopdracht 3 Als je, net zoals Tara op dit moment, dorst hebt of honger dan kun je natuurlijk gewoon een bakker instappen, maar je kunt in Frankrijk ook gebruik maken van hele grote supermarkten waar je werkelijk alles kunt kopen. Je vindt deze ook op het internet. – –
Stel dat je morgen voor jouw familie wilt gaan koken, welke boodschappen heb je dan nodig? Je beschikt over maximaal 20 euro.
1 2 3 4 5
Ga naar de site van cybermarché ‘Houra’ Stel je eigen boodschappenlijstje samen. Kopieer de plaatjes van jouw boodschappen naar Word. Zet bij iedere boodschap het Franse en het Nederlandse woord. Print je lijstje uit.
Maak gebruik van de volgende bron: Cybermarché Houra
Deelopdracht 4 In een reisgids wordt vaak ruimte ingeruimd voor een aantal typisch Franse verschijnselen, zoals de croissant. In een reisgids staat dit soort informatie vaak in een apart tekstvak met een plaatje erbij. De Parijse clochard is ook zo’n verschijnsel. 1
2
Schrijf voor een reisgids een kort stukje over de typisch Parijse clochard. – Waar kom je ze tegen? – Wat voor problemen hebben ze? – Moet je geld geven, of iets anders, of juist niets? – Enz. Zoek er één afbeelding bij.
Afbeeldingen vind je met een zoekmachine. Welke Franse zoekterm gebruik je? Franse Google (zoek op images) Franse Yahoo (zoek op images)
Ben je snel klaar? Dan kun je ook de verdiepingsopdracht doen.
Verdiepingsopdracht 4 In Frankrijk zijn er, net als in Nederland en veel andere landen, straatkranten die door daklozen worden verkocht. In Frankrijk is dat bijvoorbeeld de Macadam. Je stelt een nieuwsbrief samen van berichtjes uit bestaande kranten. 1 Bedenk voor welke doelgroep je de berichtjes gaat verzamelen. 2 Kopieer enkele berichten die voor jouw doelgroep interessant zijn en plak ze op een lege pagina. 3 Leg uit waar de berichten over gaan. 4 Leg uit waarom je juist deze berichten hebt gekozen. Gebruik een on-line krant of tijdschrift: Macadam Journal des jeunes de Paris Les clés de l’actualité Actustar
Deelopdracht 5 Je kunt je voorstellen dat je in een grote stad als Parijs snel de weg kunt kwijtraken. Het is niet alleen handig dat je de weg aan iemand kunt vragen, maar ook dat je de weg aan iemand kunt uitleggen! Om dit te oefenen gebruik je de lijnenkaart van de Parijse metro in je katern. Je werkt in tweetallen, rol A en rol B. De oefening is een soort spel. 1 2 3 4 5
Het startpunt voor A is steeds hetzelfde: Réaumur Sébastopol. De ander, B, kiest in gedachten een ander station. B noemt dit aankomststation niet! B legt aan A in het Frans uit hoe hij/zij moet reizen. Uiteindelijk moet A het goede station kunnen opnoemen. B geeft zonodig meer Franse aanwijzingen. B controleert het station dat A noemt. Wissel van rol.
Let erop dat je bij deze opdracht goed gebruik maakt van de gebiedende wijs. En natuurlijk spreek je alleen maar Frans! Als je nog een voorbeeld wilt horen voordat je in tweetallen gaat oefenen, klik dan op het luidsprekertje. audiofragment: – Salut, c'est Max. Ecoute, on s'est donné rendez-vous quelque part, mais j'ai oublié où exactement. Je me suis perdu dans Paris et je suis.... à la station Réaumur-Sébastopol et je n'ai pas de plan sur moi. Tu peux me dire quelle ligne de métro je dois prendre? – Réaumur-Sébastopol… voyons. Prends la ligne 4 à destination de Porte d’Orléans. Change à e Odéon, prends la ligne 10 à destination de Boulogne. C’est le 3 arrêt. – Ah, bon, c’est la station Vaneau? – Oui, exactement! C’est la station Vaneau. Ben je snel klaar? Dan kun je ook de verdiepingsopdracht doen.
Verdiepingsopdracht 5 Parijs is ook op een heel alternatieve manier te bekijken, namelijk op de fiets. Jij komt aan op het Gare du Nord. Wat heeft Parijs jou als fietser te bieden? 1 2
Maak een lijstje met tips: wat moet je ‘faire’ en wat moet je absoluut ‘ne pas faire’? Maak gebruik van de volgende bronnen:
Promenades Paris on-line transport Location de véhicules Paris vélo
Deelopdracht 6 Tara krijgt in de volgende épisode een heel andere kant van Parijs te zien. Ze maakt kennis met de familie van Ilian en met zijn vrienden, zijn huis en woonomgeving. Wat zou er verder kunnen gebeuren? 1
2 3
Schrijf in groepjes van drie of vier jullie eigen épisode 7. Verdeel de taken een beetje slim: misschien is er wel iemand heel goed in tekenen, terwijl iemand anders weer goed kan schrijven. Noteer de taakverdeling ook in je katern. Kies een originele vorm, schrijf bijvoorbeeld in stripvorm. Let in deze opdracht extra op het goed gebruiken van het bezittelijk voornaamwoord.
Ben je snel klaar? Dan kun je ook de verdiepingsopdracht doen.
Verdiepingsopdracht 6 De voorsteden van Paris worden ook wel ‘la banlieue’ genoemd. Ze staan bekend om hun problemen. Véronique Le Goaziou en Charles Rojzman hebben de problemen in kaart gebracht in een boek, La banlieue. 1 2 3
Welke problemen zijn er volgens hen? Wat zijn de oorzaken? En welke oplossingen dragen zij hiervoor aan? Gebruik de samenvatting (sommaire) van de volgende site: Les Banlieues
Deelopdracht 7 Als je iemand iets over jezelf wilt vertellen – over je hobby’s, je bezigheden, je vrienden – dan kan dat natuurlijk op allerlei manieren, bijvoorbeeld: – met een briefje; – in een rapnummer; – met een beeldend gedicht; – met een aantal afbeeldingen met onderschriften. 1 2
Vertel iets over jezelf op een originele manier. Natuurlijk in het Frans! Let op het juist gebruiken van het lidwoord na werkwoorden als aimer, préférer en détester.
Inspiratie nodig? Kijk op: Sky rock Arbre à poèmes
Ben je snel klaar? Dan kun je ook de verdiepingsopdracht doen.
Verdiepingsopdracht 7 Schrijf een informatief artikeltje in het Nederlands over Franstalige Noord-Afrikaanse muziek. Je schrijft het artikeltje voor de schoolkrant. 1 2 3
Waarin verschilt deze muziek van muziek die jongeren in Nederland kennen? Raad je je medeleerlingen aan om hier af en toe naar te luisteren? En welke artiest in het bijzonder? Of waarom niet? Zoek er één geschikte afbeelding bij.
Gebruik de volgende site: Les Africains de la chanson francophone
Quiz Deze quiz bestaat uit acht vragen. Geef bij iedere vraag het antwoord dat het dichtst bij jouw mening in de buurt komt. Na de quiz krijg je een voorzichtig advies voor de eindopdracht.
1
Je raakt de weg kwijt in een Franse stad. Hoe reageer je dan?
a b c
Ik heb geen idee, ik zie wel. (2) Ik ben redelijk vaak in Frankrijk geweest, dus geen probleem. (1) Dat is een goede gelegenheid om Frans te praten en mensen te ontmoeten. (3)
2
Wat voor type ben jij?
a b c
Ik ben creatief en heb originele ideeën. (3) Ik werk netjes en kan goed samenwerken (1) Ik ben veelzijdig en kan van alles. (2)
3
Welke van de volgende twee opdrachten vond je het leukst?
a b c
Épisode 4 / Deelopdracht 1: een stukje schrijven voor een reisgids. (1) Épisode 6 / Deelopdracht 1: een deel van het verhaal schrijven. (3) Ik vond deze opdrachten ongeveer even leuk. (2)
4
Wat vond je van het verhaal ‘Perdue à Paris’?
a b c
Leuk! (3) Best aardig! (2) Niet geweldig. (1)
5
Aan het einde van het schooljaar is het boek veel te vroeg uit. Wat zou je dan bij het vak Frans nog willen doen?
a b c
Helemaal niets. Het boek is toch uit? Nou dan! (2) Een kleine excursie organiseren voor de hele klas naar Parijs. (1) Een scenario schrijven voor een korte Franse film die je zelf mag opnemen. (3)
6
Je moet, eventueel met andere leerlingen, een Frans project voor leeftijdgenoten maken. Hoe had dit project er dan uitgezien vergeleken met ‘Perdue à Paris’?
a b c
Spannender. (3) Met meer informatie over Parijs. (1) Geen idee. (2)
7
Welk beroep past het best bij je?
a b c
Verslaggever. (1) Uitvinder. (3) Bankmedewerker. (2)
8
Op welke manier denk jij dat je het beste Frans leert?
a b c
Door zelf een heel goed en uitdagend schoolboek te schrijven. (1) Door op verschillende manieren met de taal bezig te zijn. (2) Door contact te hebben met Franse mensen. (3)
Feedback Uitslag 1 (8-13 punten) Type: Producteur/Organisateur Jij bent iemand die goed kan samenwerken. Je werkt het liefst in groepsverband aan een leuke taak, en dan het liefst aan iets waar anderen ook nog iets aan hebben. De avonturen van Tara vond je aardig, vooral omdat je meer van Parijs te weten bent gekomen. En daar valt nog veel meer te beleven! Om deze wereldstad verder te onderzoeken adviseren we je om te kijken of eindopdracht B wat voor je is. Noteer deze uitslag in je katern en schrijf erbij of je het met deze uitslag eens bent, en waarom. Uitslag 2 (14-18 punten) Type: Universel Jij bent echt een universeel type, je vindt van alles en nog wat leuk en bent voor meerdere dingen in. Soms heb je wel wat moeite met kiezen, maar dat is logisch als je zo’n brede interesse hebt! De vraag is nu: welke opdracht vind jij het leukst? Is dat opdracht A of opdracht B? Binnen opdracht A heb je creatieve eigenschappen nodig. Leuk als je houdt van bijvoorbeeld fotograferen, websites maken, enz. Binnen opdracht B vind je misschien ook wel een rol die bij je past. Welke opdracht zou jij het liefste doen? Noteer deze uitslag in je katern en schrijf je reactie erbij. Uitslag 3 (19-24 punten) Type: Créateur Jij bent iemand die graag zelf dingen maakt. Voor jou is Parijs een leuke stad omdat er zo veel valt te beleven. Jij hebt vast al creatieve ideeën over de volgende episode. Een spannend afspraakje, een ontroerend moment, een onverwachte wending… jij kunt er vast iets mee. En omdat je creatief bent houd je ervan om je producten op een aparte manier te presenteren, bijvoorbeeld met een website, een toneelstuk of misschien wel met behulp van een videocamera. Advies: kijk eens of eindopdracht A wat voor je is. Noteer deze uitslag in je katern en schrijf erbij of je het met deze uitslag eens bent, en waarom.