Tabellenboek geldig van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2015
TRANSPARANT OVER ELKE FASE
Tabellenboek 2015
Inhoudsopgave Algemeen ............................................................................................................................................ 3 Geldigheid........................................................................................................................................... 4 Uitgangspunten.................................................................................................................................5 Pensioenvervroeging...................................................................................................................... 6 Uitruil tussen partnerpensioen en ouderdomspensioen.................................................. 7 Variëren in de hoogte van het ouderdomspensioen.......................................................... 8 Afkoop .............................................................................................................................................. 12
TRANSPARANT OVER ELKE FASE
2
Tabellenboek 2015
Algemeen In dit Tabellenboek zijn de factoren opgenomen die wij gebruiken om je pensioen te herrekenen als je gebruik maakt van een van de keuzemogelijk heden zoals opgenomen in hoofdstuk V van het Pensioenreglement. Het Pensioenreglement biedt de volgende keuzemogelijkheden: a. pensioenvervroeging; b. deeltijdpensioen; c. uitruil tussen partnerpensioen en ouderdomspensioen; en d. variëren in de hoogte van het ouderdomspensioen. Daarnaast bevat dit Tabellenboek de afkoopfactoren die wij gebruiken indien je een gering pensioen hebt dat wordt afgekocht. We spreken van een gering pensioen indien het pensioenbedrag beneden de afkoopgrens blijft. Voor zowel de tabellen inzake keuzemogelijkheden als de tabellen met afkoop factoren geldt dat de factoren op hele leeftijden worden gegeven. Op tussen liggende leeftijden wordt lineair geïnterpoleerd in hele maanden. Voor de keuzemogelijkheden geldt een vaste volgorde. Je moet eerst kiezen of je je ouderdomspensioen wilt vervroegen en/of je met deeltijdpensioen wilt gaan, daarna of je partner- en ouderdomspensioen wilt uitruilen en als laatste of je de hoogte van je ouderdomspensioen wilt laten variëren. Voor deeltijdpensionering gelden geen aparte tabellen met factoren. Als je kiest voor deeltijdpensionering wordt, voor het deel van het pensioen dat je eerder wilt laten ingaan, gebruik gemaakt van de reguliere tabellen inzake pensioenvervroeging. Daarna worden op dit vervroegde pensioen eventueel nog de factoren inzake overige keuzemogelijkheden toegepast. Als we in dit Tabellenboek bedragen noemen dan zijn dat bruto pensioen bedragen op jaarbasis, net als op je Uniform Pensioenoverzicht. Bij pensioen vormen met een tijdelijke uitkering betekent dit dat als de uitkeringsduur van het pensioen na omzetting korter dan één jaar is, de werkelijke totale uitkering ook lager zal zijn dan het in de tabel vermelde bedrag. Het jaarbedrag van de tijdelijke uitkering wordt dan gedeeld door twaalf maanden, en vervolgens levenslang per maand uitgekeerd tot de vermelde einddatum van de uitkering. Op diverse plekken in dit Tabellenboek zijn rekenvoorbeelden opgenomen. Dit zijn voorbeelden van standaardsituaties en dienen ter illustratie hoe de in de tabellen opgenomen factoren worden toegepast.
TRANSPARANT OVER ELKE FASE
3
Tabellenboek 2015
Uiteindelijk wordt gekeken naar jouw specifieke situatie. Als er sprake is van een afwijkende situatie dan worden de factoren op overeenkomstige manier toegepast, maar indien nodig wel aangepast aan de specifieke situatie. Net als in het Pensioenreglement spreken we je in dit Tabellenboek aan met ‘je’ en ‘jou’. Overal waar in dit Tabellenboek ‘Deelnemer’ staat, bedoelen we ook ‘Ex-Deelnemer’. Als wij over ‘hij’ of ‘zijn’ schrijven, dan bedoelen we ook ‘zij’ of ‘haar’. Waar “ons” of “wij” in de tekst staat bedoelen we het Pensioenfonds.
Geldigheid De factoren in dit Tabellenboek zijn geldig van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2015. Het Pensioenfondsbestuur heeft de vrijheid om het Tabellenboek tussentijds te wijzigen, indien de omstandigheden daar aanleiding toe geven.
TRANSPARANT OVER ELKE FASE
4
Tabellenboek 2015
Uitgangspunten Bij de vaststelling van de factoren in dit Tabellenboek is gebruik gemaakt van diverse actuariële grondslagen en aannames. Deze grondslagen sluiten zo veel mogelijk aan bij de grondslagen die het Pensioenfonds hanteert bij de waar dering van de pensioenverplichtingen, zoals omschreven in de Actuariële en bedrijfstechnische nota (Abtn) van het Pensioenfonds. De belangrijkste actuariële grondslagen vermelden we hieronder: Overlevingstafel: prognosetafel AG2014 (startjaar 2015) Ervaringssterfte: fondsspecifieke ervaringssterfte (TW2014) Rekenrente: de door De Nederlandsche Bank gepubliceerde rentetermijnstructuur voor pensioenfondsen per 30 september 2014 Leeftijdsverschil: voor niet-ingegaan partnerpensioen wordt verondersteld dat een man drie jaar ouder is dan zijn vrouwelijke partner, en dat een vrouw drie jaar jonger is dan haar mannelijke partner Kostenopslag: in de afkoopfactoren is geen excasso-kostenopslag begrepen
Sekseneutraliteit Bij de omzetting van pensioenaanspraken gelden gelijke factoren voor mannelijke en vrouwelijke deelnemers. Om te komen tot sekseneutrale omzettingsfactoren, is uitgegaan van een verhouding van 85% versus 15% voor mannelijke res pectievelijk vrouwelijke deelnemers. Voor de afkoopfactoren geldt een leeftijdsafhankelijke verhouding tussen mannen en vrouwen volgens onderstaande tabel: Leeftijdscohort
% mannen
% vrouwen
tot 35 jaar
61%
39%
35 tot 40 jaar
64%
36%
40 tot 45 jaar
69%
31%
45 tot 50 jaar
72%
28%
50 tot 55 jaar
78%
22%
ouder dan 55 jaar
85%
15%
TRANSPARANT OVER ELKE FASE
5
Tabellenboek 2015
Pensioenvervroeging Volgens artikel 20 lid 1 van het Pensioenreglement kun je kiezen voor pensioenvervroeging. Je ouderdomspensioen gaat dan eerder in dan de Pensioenrichtleeftijd van 67 jaar. Pensioenvervroeging vindt altijd plaats in hele maanden. Onderstaande tabel geeft aan hoeveel het jaarlijkse ouderdomspensioen bedraagt na vervroeging naar de nieuwe pensioenleeftijd. De tabel gaat uit van een opgebouwd pensioen direct vóór pensioenvervroeging van € 1.000 dat ingaat op de Pensioenrichtleeftijd. Bij pensioenvervroeging wijzigt het partnerpensioen niet. Tabel 1.1: Vervroeging van € 1.000 ouderdomspensioen
Nieuwe pensioenleeftijd
Ouderdomspensioen na vervroeging
60
678
61
715
62
754
63
796
64
842
65
890
66
943
67
1.000
Voorbeelden bij tabel 1.1: a. Een Deelnemer wil zijn ouderdomspensioen, dat ingaat op de Pensioen richtleeftijd van 67 jaar, vervroegen naar een ingangsleeftijd van 63 jaar. Op leeftijd 63 jaar bedraagt zijn opgebouwde pensioen € 2.500. Na pensioenvervroeging naar leeftijd 63 bedraagt het ouderdomspensioen dat direct ingaat en levenslang zal uitkeren € 1.990 (= € 2.500 x € 796 / € 1.000). b. Een Deelnemer wil op leeftijd 61 gebruik maken van de mogelijkheid tot deeltijdpensionering. Hij wil zijn ouderdomspensioen op leeftijd 61 voor 25% laten ingaan. Het totale opgebouwde pensioen op leeftijd 61 bedraagt € 8.000. Van dit bedrag zal 25%, zijnde € 2.000 vervroegd worden naar leeftijd 61. Op basis van de tabel bedraagt het pensioen na vervroeging € 1.430 (= € 2.000 x € 715 /€ 1.000). Dit deel van het ouderdomspensioen gaat direct in en keert levenslang uit. Het resterende deel van het oorspronkelijke ouderdomspensioen (€ 6.000) behoudt de reguliere ingangsleeftijd.
TRANSPARANT OVER ELKE FASE
6
Tabellenboek 2015
Uitruil tussen partnerpensioen en ouderdomspensioen Op de Pensioendatum kun je volgens artikel 20 lid 3 van het Pensioen reglement kiezen voor uitruil tussen ouderdomspensioen en partnerpensioen: a. Je kunt de aanspraak op partnerpensioen geheel of gedeeltelijk uitruilen voor een hoger ouderdomspensioen. b. Je kunt je ouderdomspensioen gedeeltelijk uitruilen voor een hogere aan spraak op partnerpensioen, waarbij het partnerpensioen na uitruil niet hoger mag zijn dan 70% van het ouderdomspensioen na uitruil. In onder staande tabel kun je zien met welk bedrag je direct ingaand ouderdoms pensioen wordt verhoogd als je kiest voor uitruil van partnerpensioen, en omgedraaid. Daarbij worden altijd de bedragen gehanteerd die gelden per de werkelijke Pensioendatum. Als je kiest voor pensioenvervroeging en daarna voor uitruil dan geldt voor uitruil het bedrag uit de tabel bij de vervroegde Pensioenleeftijd. Tabel 2.1: Uitruil van € 1.000 partnerpensioen in extra direct ingaand ouderdomspensioen en uitruil van € 1.000 direct ingaand ouderdomspensioen in extra partnerpensioen
Pensioenleeftijd
Extra direct ingaand ouderdoms
Extra partnerpensioen bij
pensioen bij uitruil van € 1.000
uitruil van € 1.000 direct ingaand
niet-ingegaan partnerpensioen
ouderdomspensioen
60
197
5.088
61
207
4.840
62
217
4.605
63
228
4.382
64
240
4.171
65
252
3.972
66
264
3.785
67
277
3.608
Bij uitruil tussen partnerpensioen en ouderdomspensioen gelden een aantal bijzonderheden: a. Als je partnerpensioen wilt uitruilen voor een hoger ouderdomspensioen dan moet je Partner daar schriftelijk toestemming voor geven. b. Bijzonder partnerpensioen dat is toegekend aan een Ex-Partner komt niet in aanmerking voor uitruil. c. Als je Ex-Partner door pensioenverdeling bij scheiding (pensioen verevening) recht heeft op uitbetaling van een deel van je ouderdoms pensioen, dan kan dat deel van het ouderdomspensioen niet worden uit geruild voor een hoger partnerpensioen.
TRANSPARANT OVER ELKE FASE
7
Tabellenboek 2015
Voorbeelden bij tabel 2.1: a. Een Deelnemer van 60 jaar oud heeft zijn ouderdomspensioen vervroegd naar leeftijd 60. Op deze leeftijd bedraagt het direct ingaande ouderdoms- pensioen € 6.780 (na pensioenvervroeging). Het partnerpensioen bedraagt € 7.000. Hij wil zijn volledige partnerpensioen uitruilen voor een hoger ouderdomspensioen. Hij verkrijgt door uitruil € 1.379 (€ 7.000 x € 197 / € 1.000) extra ouderdomspensioen. Het totale ouderdomspensioen bedraagt na uitruil € 8.159. b.
Een Deelnemer van 67 jaar oud heeft een opgebouwd ouderdomspensioen van € 10.000 en een opgebouwd partnerpensioen van € 7.000. Hij wil 50% van zijn partnerpensioen uitruilen voor een hoger ouderdomspensioen. Door uitruil verkrijgt hij een extra ouderdomspensioen ter grootte van € 970 (50% * € 7.000 * € 277 / € 1.000). Na uitruil bedraagt zijn totale ouderdomspensioen € 10.970 en zijn resterende partnerpensioen € 3.500.
Variëren in de hoogte van het ouderdomspensioen Volgens artikel 20 lid 4 van het Pensioenreglement kun je er voor kiezen om je ouderdomspensioen vanaf je Pensioendatum in hoogte te laten variëren. In dit hoofdstuk geven we informatie over deze keuzemogelijkheden.
AOW-overbrugging door omzetting ouderdomspensioen Als je ouderdomspensioen eerder dan de AOW ingaat, kun je er voor kiezen om tot de AOW-ingangsdatum een hoger ouderdomspensioen te ontvangen. Zo wordt het tijdelijk ontbreken van een AOW-uitkering opgevangen. Daar voor zetten we een deel van je levenslange ouderdomspensioen om in een tijdelijk ouderdomspensioen dat dient als AOW-overbrugging. Je hebt de keuze uit tijdelijke verhoging van het levenslange ouderdomspensioen tot de AOW-ingangsdatum met: a. de AOW voor ongehuwden inclusief vakantietoeslag; b. eenmaal de AOW voor gehuwden inclusief vakantietoeslag; c. tweemaal de AOW voor gehuwden inclusief vakantietoeslag. Bij omzetting van direct ingaand ouderdomspensioen in € 1.000,- tijdelijk ouderdomspensioen ter AOW-overbrugging, verminderen we je levenslange ouderdomspensioen met het bedrag in onderstaande tabel 3.1. Hierbij wordt gekeken naar de gewenste duur en de ingangsleeftijd van de tijdelijke AOW-overbrugging, waarbij voor tussenliggende duren en voor
TRANSPARANT OVER ELKE FASE
8
Tabellenboek 2015
tussenliggende leeftijden wordt lineair geïnterpoleerd. De omzetting van ouderdomspensioen in AOW-overbrugging heeft geen gevolgen voor de hoog te van het partner- en wezenpensioen. Tabel 3.1: Vermindering van het levenslange ouderdomspensioen indien het levenslange ouderdomspensioen wordt omgezet in € 1.000 tijdelijk ouderdomspensioen per jaar tot de AOW-ingangsdatum
Pensioenleeftijd
Aantal maanden direct ingaande tijdelijke uitkering ter AOW-overbrugging 12
24
36
60 61 62
100
48
60
72
84
188
233
278
322 330
145
193
240
285
149
198
246
293
253
63
52
103
154
204
64
53
106
158
210
65
55
110
163
66
57
113
67
59
Voorbeeld bij tabel 3.1: Een Deelnemer heeft zijn ouderdomspensioen vervroegd naar 64 jaar. Het ouderdomspensioen bedraagt € 5.000 na vervroeging. Zijn AOW-datum is 65 jaar en 3 maanden. Hij wil tot zijn AOW-datum een AOW-overbrugging ontvangen ter grootte van eenmaal de AOW voor gehuwden. De uitkerings duur van de AOW-overbrugging is dus 15 maanden. Het AOW-bedrag is voor dit rekenvoorbeeld op € 9.400 (op jaarbasis) gesteld. Voor de toekenning van de AOW-overbrugging van € 9.400 per jaar met een uitkeringsduur van 15 maanden verlagen we zijn levenslange ouderdoms pensioen met € 622,75. a. Dit wordt berekend door eerst de verlagingsfactor van het ouderdoms pensioen per € 1.000 tijdelijk ouderdomspensioen te bepalen door te interpoleren naar de duur van de tijdelijke uitkering (15 maanden): [(15-/-12) / 12] x 106 + [(24 -/- 15) / 12] x 53 = 66,250 b. Vervolgens wordt deze factor gedeeld door € 1.000 en vermenigvuldigd met het gewenste tijdelijke ouderdomspensioen: €9.400 x 66,250 / € 1.000 = € 622,75 Na omzetting ontvangt de Deelnemer vanaf leeftijd 64 een levenslang ouderdomspensioen van € 4.377,25 en een tijdelijke AOW-overbrugging tot leeftijd 65 jaar en 3 maanden van € 9.400 op jaarbasis.
TRANSPARANT OVER ELKE FASE
9
Tabellenboek 2015
Variatie in de hoogte van het ouderdomspensioen (hoog/laag en laag/hoog) Je kunt er voor kiezen om de hoogte van het ouderdomspensioen te laten variëren. Daarbij heb je de keuze uit: a. een verhoogd of een verlaagd ouderdomspensioen tot je AOW-ingangs datum geldend op de Pensioendatum en daarna het omgekeerde; b. een verhoogd of een verlaagd ouderdomspensioen tot je 70ste verjaardag en daarna het omgekeerde; c. eerst gedurende drie of vijf jaar een verhoogd of verlaagd ouderdoms pensioen en daarna het omgekeerde. De variatie in de hoogte van de uitkering van ouderdomspensioen heeft geen gevolgen voor de hoogte van het partner- en wezenpensioen. Bij de toepassing van variatie in de hoogte van het ouderdomspensioen hebben de hoge en de lage uitkering een verhouding van 100% staat tot 75%. De hoogte van het ouderdomspensioen wordt onafhankelijk van je Pensioen datum vastgesteld volgens onderstaande tabellen 3.2 en 3.3. Indien je kiest voor eerst een tijdelijke hoge uitkering en daarna een levenslange lage uit kering, wordt gekeken naar de duur van de hoge uitkering (tabel 3.2, hoog/ laag). Indien je kiest voor eerst een tijdelijke lage uitkering en daarna een levenslange hoge uitkering, wordt gekeken naar de duur van de lage uitkering (tabel 3.3, laag/hoog). Voor tussenliggende duren van de hoge of lage uitkering wordt lineair geïnterpoleerd. Tabel 3.2: Omzetting van € 1.000 ouderdomspensioen op de pensioendatum in een tijdelijke hoge uitkering (gedurende een vooraf gekozen duur) en daarna een levenslange lage uitkering
Aantal maanden hoog
Hoge uitkering
Lage uitkering
0
1.333
1.000
12
1.306
980
24
1.281
961
36
1.260
945
48
1.241
931
60
1.224
918
72
1.208
906
84
1.195
896
96
1.182
887
108
1.171
878
120
1.161
871
TRANSPARANT OVER ELKE FASE
10
Tabellenboek 2015
Voorbeeld bij tabel 3.2: Een Deelnemer heeft op zijn Pensioendatum 63 een direct ingaand ouderdoms pensioen van € 8.000. Hij kiest voor een tijdelijk hoge uitkering tot leeftijd 70 (duur tijdelijke uitkering: 84 maanden). De tijdelijke hoge uitkering vanaf 63 jaar tot het bereiken van leeftijd 70 bedraagt € 9.560 (= € 8.000 x € 1.195 / € 1.000). Vanaf leeftijd 70 bedraagt zijn levenslange ouderdomspensioen € 7.168 (= € 8.000 x € 896 / € 1.000). Tabel 3.3: Omzetting van € 1.000 ouderdomspensioen op de pensioendatum in een tijdelijke lage uitkering (gedurende een vooraf gekozen duur) en daarna een levenslange hoge uitkering
Aantal maanden laag
Lage uitkering
Hoge uitkering
0
750
1.000
12
762
1.016
24
773
1.031
36
785
1.046
48
794
1.059
60
804
1.072
72
813
1.084
84
821
1.095
96
830
1.106
108
837
1.116
120
845
1.126
Voorbeeld bij tabel 3.3: Een Deelnemer heeft op zijn Pensioendatum een direct ingaand ouderdoms pensioen van € 5.000. Hij kiest voor een tijdelijk lagere uitkering voor de periode van 3 jaar (duur tijdelijke uitkering: 36 maanden). De tijdelijke lage uitkering gedurende 3 jaar bedraagt € 3.925 (= € 5.000 x € 785 / € 1.000). Na afloop van de tijdelijke lage uitkering bedraagt zijn levenslange ouderdoms pensioen € 5.230 (= € 5.000 x € 1.046 / € 1.000).
TRANSPARANT OVER ELKE FASE
11
Tabellenboek 2015
Afkoop Op grond van artikel 23 van het Pensioenreglement kunnen wij je pensioen of dat van je (Ex-)Partner of Kind in bepaalde situaties afkopen. Dat kan alleen als de pensioenaanspraak lager is dan de afkoopgrens. We noemen dat een klein pensioen. De volledige voorwaarden vind je terug in het Pensioenreglement. De in dit hoofdstuk opgenomen tabellen 4.1 en 4.2 bevatten de factoren die de afkoopwaarde per € 1,- pensioen geven. We bepalen de totale (bruto) afkoop waarde door de pensioenaanspraken die worden afgekocht, te vermenigvuldigen met de afkoopfactoren uit de tabellen. In de volgende situaties kan een pensioenaanspraak worden afgekocht: a. Afkoop van klein pensioen na beëindiging van je deelname aan de pensioenregeling of bij ingang van het ouderdomspensioen. Als je aan spraak op ouderdomspensioen wordt afgekocht, dan worden ook de aan spraken op (bijzonder) partnerpensioen en wezenpensioen afgekocht. De afkoopwaarde van een bijzonder partnerpensioen wordt uitgekeerd aan je Ex-Partner. I. De afkoopwaarde van het ouderdomspensioen berekenen we door je aanspraak op ouderdomspensioen te vermenigvuldigen met afkoopfactor 1 uit tabel 4.1 behorende bij je leeftijd op het moment dat we je pensioen afkopen. II. De afkoopwaarde van het niet-ingegane (bijzonder) partnerpensioen berekenen we door de aanspraak op partnerpensioen te vermenig vuldigen met afkoopfactor 2 uit tabel 4.1 behorende bij jouw leeftijd (leeftijd van de Deelnemer) op het moment dat we het pensioen afkopen. III. Het niet-ingegane wezenpensioen heeft geen eigen afkoopwaarde. De afkoopwaarde van het wezenpensioen is verwerkt als opslag in de afkoopfactor van het partnerpensioen. b. Afkoop van een klein partnerpensioen of wezenpensioen op de ingangs datum van het pensioen. Dit betreft de situatie indien je komt te overlijden en dat het kleine partner- of wezenpensioen tot uitkering komt. I. De afkoopwaarde van het partnerpensioen berekenen we door de aan spraak op partnerpensioen te vermenigvuldigen met afkoopfactor 3 uit tabel 4.1 behorende bij de leeftijd van je (Ex-)Partner op moment van afkoop. Als er sprake is van meerdere (Ex-)Partners dan wordt voor elk van hun de afkoopwaarde op deze manier vastgesteld, waarbij alleen het deel van het partnerpensioen wordt meegenomen waar de betreffende (Ex-)Partner aanspraak op maakt. II. De afkoopwaarde van het wezenpensioen dat tot uitkering komt, berekenen we door de aanspraak op wezenpensioen te vermenigvuldigen met de afkoopfactor uit tabel 4.2 behorende bij de leeftijd van je Kind op moment van afkoop. Deze berekening wordt voor elk Kind dat recht heeft op wezenpensioen uitgevoerd.
TRANSPARANT OVER ELKE FASE
12
Tabellenboek 2015
c.
Afkoop van een klein bijzonder partnerpensioen na beëindiging van je relatie. De afkoopwaarde van het bijzonder partnerpensioen wordt uit gekeerd aan je Ex-Partner. I. De afkoopwaarde van het bijzonder partnerpensioen berekenen we door de aanspraak op partnerpensioen te vermenigvuldigen met afkoopfactor 2 uit tabel 4.1 behorende bij jouw leeftijd (leeftijd van de Deelnemer) op het moment dat we het pensioen afkopen.
Tabel 4.1: Afkoopfactoren voor afkoop van uitgesteld ouderdomspensioen (ingaande op leeftijd 67), afkoop van meeverzekerd niet-ingegaan partnerpensioen en ingegaan partnerpensioen
Afkoopfactor 1:
Afkoopfactor 2:
Afkoopfactor 3:
uitgesteld
niet-ingegaan
ingegaan
Leeftijd bij afkoop
ouderdomspensioen
partnerpensioen
partnerpensioen
18
3,551
0,649
33,292
19
3,690
0,682
33,180
20
3,834
0,717
33,064
21
3,984
0,753
32,943
22
4,139
0,791
32,816
23
4,299
0,830
32,684
24
4,466
0,871
32,545
25
4,638
0,913
32,400
26
4,816
0,958
32,249
27
5,001
1,004
32,090
28
5,192
1,052
31,924
29
5,389
1,102
31,750
30
5,593
1,155
31,569
31
5,804
1,209
31,379
32
6,022
1,265
31,181
33
6,247
1,323
30,974
34
6,478
1,384
30,759
35
6,706
1,477
30,558
36
6,951
1,543
30,326
37
7,203
1,611
30,084
38
7,462
1,681
29,832
39
7,727
1,754
29,570
40
7,977
1,894
29,348
41
8,254
1,974
29,067
42
8,537
2,057
28,776
43
8,825
2,141
28,474
44
9,119
2,228
28,160
45
9,400
2,365
27,874
46
9,702
2,457
27,540
47
10,006
2,552
27,195
TRANSPARANT OVER ELKE FASE
13
Tabellenboek 2015
Afkoopfactor 1:
Afkoopfactor 2:
Afkoopfactor 3:
uitgesteld
niet-ingegaan
ingegaan
Leeftijd bij afkoop
ouderdomspensioen
partnerpensioen
partnerpensioen
48
10,314
2,647
26,839
49
10,625
2,744
26,470
50
10,895
2,965
26,187
51
11,211
3,070
25,798
52
11,531
3,175
25,397
53
11,855
3,280
24,984
54
12,185
3,386
24,558
55
12,457
3,669
24,260
56
12,797
3,780
23,813
57
13,143
3,890
23,355
58
13,497
3,998
22,883
59
13,859
4,104
22,399
60
14,225
4,207
21,902
61
14,598
4,305
21,394
62
14,973
4,399
20,873
63
15,351
4,488
20,339
64
15,728
4,570
19,791
65
16,105
4,644
19,233
66
16,481
4,710
18,663
67
16,859
4,766
18,081
68
16,234
4,729
17,487
69
15,606
4,776
16,885
70
14,973
4,813
16,275
71
14,335
4,840
15,654
72
13,699
4,855
15,028
73
13,064
4,857
14,396
74
12,431
4,847
13,759
75
11,802
4,823
13,119
76
11,179
4,784
12,479
77
10,566
4,730
11,839
78
9,966
4,659
11,205
79
9,379
4,572
10,576
80
8,805
4,471
9,954
81
8,249
4,355
9,345
82
7,715
4,222
8,752
83
7,196
4,078
8,173
84
6,702
3,921
7,612
85
6,229
3,756
7,068
86
5,779
3,583
6,545
TRANSPARANT OVER ELKE FASE
14
Tabellenboek 2015
Afkoopfactor 1:
Afkoopfactor 2:
Afkoopfactor 3:
uitgesteld
niet-ingegaan
ingegaan
Leeftijd bij afkoop
ouderdomspensioen
partnerpensioen
partnerpensioen
87
5,356
3,400
6,047
88
4,956
3,213
5,574
89
4,583
3,020
5,123
90
4,239
2,825
4,703
91
3,917
2,634
4,310
92
3,617
2,444
3,945
93
3,342
2,261
3,608
94
3,089
2,085
3,301
95
2,859
1,917
3,023
96
2,650
1,759
2,771
97
2,461
1,613
2,545
98
2,291
1,478
2,345
99
2,141
1,355
2,169
100
2,011
1,242
2,019
Tabel 4.2: Afkoopfactoren ingegaan wezenpensioen
Leeftijd bij afkoop
TRANSPARANT OVER ELKE FASE
Afkoopfac
Leeftijd bij afkoop
Afkoopfac
tor ingegaan
tor ingegaan
wezenpensioen
wezenpensioen
0
20,198
14
10,094
1
19,598
15
9,231
2
18,980
16
8,349
3
18,343
17
7,449
4
17,688
18
6,532
5
17,013
19
5,849
6
16,320
20
5,150
7
15,608
21
4,437
8
14,878
22
3,713
9
14,129
23
2,980
10
13,360
24
2,240
11
12,572
25
1,496
12
11,765
26
0,749
13
10,939
27
0,000
15