JONGERENPEILING 2008 ZUID-HOLLAND NOORD
De jongerenpeiling heeft als doel om periodiek op systematische wijze ontwikkelingen in gezondheid en gewoonten van jongeren in kaart te brengen. Dit is het eerste jaar waarin de vragenlijst alleen via internet ingevuld kon worden. Ruim 16.000 jongeren in de leeftijd van 12 t/m 18 jaar in de regio Zuid-Holland Noord hebben de vragenlijst ingevuld. Eerder zijn in 1998 en 2003 jongerenpeilingen uitgevoerd. De resultaten van de jongerenpeiling worden gepresenteerd in de volgende factsheets: 1. Onderzoeksopzet en respons 2. Gezondheid 3. Beweging, voeding en (over)gewicht 4. Tabak, cannabis en harddrugs 5. Alcohol 6. Veilig vrijen 7. School 8. Vrije tijd 9. Werk en geld 10. Sociale omgeving 11. Samenvatting
Tabak, cannabis en harddrugs Deze factsheet beschrijft de resultaten van de jongerenpeiling 2008. Het eerste deel gaat over roken. Deel 2 beschrijft het gebruik van cannabis en harddrugs. In de regio heeft 41% van de jongeren van 12 tot en met 18 jaar ooit gerookt, 23% gebruikte ooit cannabis en 4% gebruikte wel eens harddrugs. Het percentage jongeren dat in de afgelopen maand rookte is 23%, dat cannabis gebruikte 10% en dat harddrugs gebruikt heeft 1,9%. Ten opzichte van de vorige jongerenpeiling in 2003 is het roken van tabak en het gebruik van cannabis toegenomen. Het gebruik van harddrugs is gelijk gebleven. In een overzichtstabel op de laatste pagina staan de belangrijkste uitkomsten in kerncijfers samengevat.
DEEL 1 TABAK Regio en gemeenten Van de jongeren van 12 t/m 18 jaar in de regio Zuid-Holland Noord heeft 41% ooit gerookt. Iets minder dan een kwart van de jongeren (23%) heeft ook recentelijk (de afgelopen maand) gerookt en 12% van de jongeren rookt dagelijks. Vier procent van de jongeren rookt gemiddeld meer dan 10 sigaretten per dag. Het gemiddeld aantal sigaretten dat per dag gerookt wordt is 5,9. Wanneer de cijfers per gemeente worden vergeleken met de overige gemeenten in ZuidHolland Noord, vallen een aantal gemeenten op (zie ook kerncijfers). Zo zijn er in Kaag en Braassem en Lisse minder jongeren die ooit hebben gerookt, recent hebben gerookt en dagelijks roken. In de gemeente Katwijk en Nieuwkoop daarentegen zijn er juist meer jongeren die recent hebben gerookt en dagelijks roken.
Leeftijd en geslacht
Colofon auteurs Anouk van de Laar Irma Paijmans Jeannette Rosbach Nienke Terpstra Hanneke Tielen bestellen tel: (071) 516 33 36
[email protected] publicatienummer 09002_4 druk Twigt, Waddinxveen © mei 2009
Figuur 1 P ercentage rokers en dagelijkse rokers naar leeftijd
Roken neemt toe met de leeftijd, waarbij de 70% grootste toename plaatsvindt tussen 12 en 60% 15 jaar (figuur 1). 50% Zo heeft 9% van de 12-jarigen ooit gerookt, op 40% 15-jarige leeftijd is dit percentage al gestegen 30% tot 48% en voor de jongeren van 18 jaar is dit 20% 61%. Dezelfde trend is ook waarneembaar 10% 0% voor het roken in de afgelopen maand en het 12 jaar 13 jaar 14 jaar 15 jaar 16 jaar 17 jaar 18 jaar dagelijks roken. Niet alleen het percentage ooit roken maand roken dagelijks roken jongeren dat rookt neemt toe met de leeftijd, ook het aantal sigaretten dat gemiddeld per dag wordt gerookt stijgt. In de groep 12-13 jarigen worden door de jongeren die afgelopen maand gerookt hebben gemiddeld 3,2 sigaretten per dag gerookt, bij de jongeren van 18 jaar en ouder is dit 7,3. Er zijn geen verschillen gevonden tussen het rookgedrag van jongens en meisjes.
Etniciteit Het ooit roken hangt samen met de etnische afkomst. Jongeren met een westers-allochtone etniciteit geven vaker aan ooit gerookt te hebben dan Nederlandse jongeren of jongeren met een niet-westerse afkomst (48% versus respectievelijk 40% en 40%). Ook geven jongeren met een westers-allochtone etniciteit vaker aan dat ze de afgelopen maand hebben gerookt (westers: 27%, Nederlands: 23% en niet-westers: 21%). Wanneer vervolgens wordt gekeken
of deze verschillen toe te schrijven zijn aan bepaalde etnische groepen, dan blijkt dat er een grote variatie is. Marokkaanse jongeren hebben vaak ooit en de afgelopen maand gerookt. Daartegenover staat dat Turkse, Antilliaanse en Oost-Europese jongeren vaker ooit gerookt hebben en Surinaamse en WestEuropese jongeren rookten vaker in de afgelopen maand. Er zijn echter geen verschillen tussen de etnische groepen als het gaat om het gemiddeld aantal sigaretten dat per dag wordt gerookt.
Onderwijstype In tabel 1 staat een uitsplitsing van het rookgedrag per leeftijdsgroep en type onderwijs. Er is een duidelijk verschil in rookgedrag tussen de leerlingen op de verschillende onderwijstypen. Leerlingen van het vmbo en mbo roken vaker dan gemiddeld en leerlingen op de havo of het vwo roken juist minder dan gemiddeld. Deze verschillen bestaan in alle leeftijdsklassen. De verschillen in rookgedrag uiten zich niet alleen in het wel of niet roken, maar ook in de hoeveelheid roken. Het gemiddeld aantal sigaretten dat per dag gerookt wordt is hoger bij de leerlingen van het vmbo en het mbo dan bij havo- of vwoleerlingen.
3% op 12-jarige leeftijd naar 15% op 18-jarige leeftijd. Als jongeren aangeven dat hun ouders negatief zijn over roken, is de kans dat de jongere rookt kleiner dan als zij aangeven dat hun ouders positief zijn (figuur 2). Van de groep met ouders die roken slecht of heel slecht vinden, rookt 1% van de 12-jarigen. Van de groep met ouders die roken een beetje of helemaal niet slecht vinden, rookt 17% van de 12-jarigen. Het ‘dempende’ effect van een negatieve houding van de ouders op het roken van de jongeren blijft bestaan met toenemende leeftijd. Van de jongeren die roken geeft 37% aan dat hun ouders hiervan niet op de hoogte zijn. Figuur 2 P ercentage rokers in de afgelopen maand per leeftijd, naar mening ouders over roken
Tabel 1 Rookgedrag naar leeftijd en schooltype
Belangrijkste risicofactoren roken De belangrijkste risicofactoren voor roken onder jongeren is toenemende leeftijd, een alleenstaande ouder of stiefouder in het gezin, lager opleidingsniveau van de ouders en een positieve houding van de ouders ten opzichte van roken.
Trends in rookgedrag Gezinssituatie, werk en opleiding ouders Jongeren die wonen in een twee-oudergezin roken minder vaak en minder sigaretten dan de jongeren die wonen in andere gezinssamenstellingen (gezin met maar één ouder of nieuw samengesteld gezin). Jongeren waarbij de ouders opvoeden vanuit co-ouderschap hebben wel vaker dan gemiddeld ooit en de afgelopen maand gerookt, maar roken niet vaker dagelijks. Er is geen verband gevonden tussen het rookgedrag en de arbeidssituatie van de ouders, maar wel voor het opleidingsniveau van de ouders. Voor zowel het opleidingsniveau van de vader als van de moeder geldt dat de kans groter is dat een jongere ooit heeft gerookt wanneer het opleidingsniveau lager is. Dit zelfde geldt voor het roken in de afgelopen maand, het dagelijks roken en het percentage jongeren dat meer dan 10 sigaretten per dag rookt.
Mening ouders over roken 84% van de jongeren geeft aan dat hun ouders roken slecht tot heel slecht vinden; 10% van de ouders vindt roken een beetje tot helemaal niet slecht en 6% van de jongeren weet niet hoe hun ouders over roken denken. De negatieve houding van de ouders daalt van 94% op 12-jarige leeftijd van de jongere, naar 77% op 18-jarige leeftijd. De positieve houding van de ouders stijgt van
Ten behoeve van de vergelijking met de jaren 2003 en 1998 zijn de gemeenten samengevoegd tot zes clusters A tot en met F. In voorgaande jaren zijn geen cijfers per gemeente bekend, met uitzondering van Leiden en Alphen aan den Rijn. In tabel 2 staan de cijfers voor drie peiljaren voor 12-17 jarige leerlingen in het voortgezet onderwijs en mbo. Tabel 2 R oken in afgelopen maand in 1998, 2003 en 2008 in Zuid-Holland Noord en per cluster van gemeenten onder 12-17 jarige leerlingen in het voortgezet onderwijs en mbo
Na een daling van het percentage rokende jongeren tussen 1998 en 2003, is het percentage jongeren dat in 2008 rookte weer gestegen tot 20%. Deze toename is volledig toe te schrijven aan de stijging van het percentage rokers in de leeftijdsgroep 15-17 jaar. Alleen voor de clusters E en F geldt dat er geen significant verschil is tussen het percentage rokende jongeren in 2003 en 2008. Het roken is in Zuid-Holland Noord weer terug op het niveau van 1998. In 2003 was het percentage jongeren dat in de afgelopen maand had gerookt (15%) lager dan het landelijk gemiddelde van 20% (Trimbos-instituut). In 2007 was het landelijke percentage 19% en daarmee dus gelijk gebleven ten opzichte van 2003 (Trimbosinstituut). In de regio Zuid-Holland Noord echter is het percentage rokers toegenomen en in 2008 op hetzelfde niveau als de landelijke cijfers.
Figuur 3 Percentage cannabisgebruik naar leeftijd en geslacht
Figuur 4 Percentage harddrugsgebruik naar leeftijd en geslacht
DEEL 2 CANNABIS EN HARDDRUGS Regio en gemeenten Cannabis
Van de jongeren in Zuid-Holland Noord gebruikte 23% ooit cannabis, 10% van de jongeren heeft in de afgelopen maand cannabis gebruikt. Een aantal gemeenten wijkt af ten opzichte van de overige gemeenten in de regio Zuid-Holland Noord. In Lisse, Hillegom en Kaag en Braassem zijn er minder jongeren die ooit of in de afgelopen maand cannabis hebben gebruikt. In de gemeenten Leiden, Noordwijk en Noordwijkerhout is ooit gebruik van cannabis juist hoger.
Etniciteit
Harddrugs
Vier procent van de jongeren uit de regio heeft ooit harddrugs (waaronder XTC, cocaïne, paddo’s en amfetamine) gebruikt, 1,9% heeft in de afgelopen maand harddrugs gebruikt. Voor het gebruik van harddrugs zijn verschillen waarneembaar tussen de gemeenten in de regio. In Katwijk wordt meer harddrugs gebruikt, zowel ooit als in de afgelopen maand. In Noordwijkerhout is er door jongeren vaker dan in de overige gemeenten ooit harddrugs gebruikt, in Alphen aan den Rijn en Leiden is dat percentage juist lager.
Leeftijd en geslacht
Cannabis en harddrugs
De jongeren met een westers-allochtone etniciteit hebben vaker ooit en in de afgelopen maand cannabis en harddrugs gebruikt dan autochtone of niet-westers allochtone jongeren.
Onderwijstype Cannabis
Uit tabel 3 is af te leiden dat leerlingen op het vmbo eerder beginnen met cannabisgebruik dan leerlingen op havo/ vwo. Op 16-17 jarige leeftijd is het percentage havo/vwo-leerlingen dat cannabis gebruikt gelijk aan het percentage gebruikende
Cannabis
In figuur 3 is het gebruik van cannabis zowel voor jongens als meisjes naar leeftijd weergegeven. Jongens gebruiken vaker cannabis dan meisjes, dit geldt zowel voor het ooit gebruik als het gebruik in de afgelopen maand. Het gebruik van cannabis neemt toe met de leeftijd. De grootste toename van het percentage jongeren dat cannabis gebruikt ligt tussen de 14 en 16 jaar. Harddrugs
Voor het gebruik van harddrugs in de afgelopen maand geldt dat meisjes minder vaak dan jongens harddrugs hebben gebruikt. Voor het ooit gebruik bestaat dit verschil niet. Het harddruggebruik neemt toe met de leeftijd (figuur 4). De sterkste stijging vindt, vooral voor het ooit gebruik, plaats tussen de 16 en 18 jaar.
Tabel 3 Druggebruik naar leeftijd en schooltype
vmbo-leerlingen. Vanaf 16 jaar is het cannabisgebruik onder mboleerlingen even hoog als onder havo/ vwo- en vmbo-leerlingen.
Tabel 5
Heb je wel eens cannabis/harddrugs aangeboden gekregen?
Harddrugs
De leerlingen van het vmbo en het mbo gebruiken vaker harddrugs dan de leerlingen van havo/vwo (tabel 3).
Gezinssituatie, werk en opleiding ouders Cannabis
Jongeren die wonen in een twee-oudergezin gebruiken minder vaak cannabis dan jongeren uit een andere gezinsvorm. Er is geen relatie gevonden tussen de arbeidssituatie van de ouders en het gebruik van cannabis. Voor het opleidingsniveau van de ouders geldt dat er slechts sprake is van een zeer zwakke relatie: jongeren met zeer laag opgeleide ouders hebben vaker ooit cannabis gebruikt. Harddrugs
Jongeren uit gezinnen met twee ouders gebruiken minder vaak harddrugs (zowel ooit als recent), jongeren die wonen in een eenoudergezin gebruiken daarentegen juist vaker harddrugs. Net als voor het gebruik van cannabis, bestaat er ook voor het gebruik van harddrugs geen relatie tussen het gebruik en de arbeidssituatie van de ouders. Het opleidingsniveau van de ouders staat in zwakke relatie tot het gebruik van harddrugs. Voor het ooit gebruik geldt dat jongeren met zeer laag opgeleide vaders vaker gebruiken, voor het recent gebruik geldt dit zowel voor zeer laag opgeleide vaders als voor zeer laag opgeleide moeders.
Frequentie gebruik van cannabis en harddrugs Cannabis
Van de jongeren die de afgelopen maand cannabis gebruikten, rookte 42% minder dan één joint per keer. Het gemiddelde aantal joints dat per keer wordt gerookt is 2,6. Harddrugs
In tabel 4 staat het percentage jongeren dat ooit en de afgelopen maand harddrugs heeft gebruikt en het aantal keer dat is gebruikt, opgesplitst naar type harddrugs. Uit de tabel blijkt dat zowel ooit als in de afgelopen maand XTC door het grootste percentage jongeren wordt gebruikt. Hoewel XTC door het grootst aantal jongeren wordt gebruikt, is dit niet de drugs die ook het meest aantal keer is gebruikt. Voor het ooit gebruik zijn dit namelijk de paddo’s en in de afgelopen maand zijn dat de amfetaminen. Tabel 4 Percentage harddruggebruik en frequentie gebruik
Verkrijgen van drugs Cannabis
Het merendeel van de jongeren heeft nooit cannabis aangeboden gekregen (zie tabel 5). Als ze het wel aangeboden krijgen dan is dat vooral op straat. Van de jongeren die wel eens cannabis
aangeboden hebben gekregen, heeft 65% ooit cannabis gebruikt. Aan de jongeren die ooit cannabis hebben gebruikt, is gevraagd hoe ze aan cannabis komen. Het merendeel van de jongeren (72%) krijgt de cannabis van vrienden, 14% krijgt het van schoolgenoten, 13% van iemand die ze niet goed kennen en 6% via een (huis)dealer. Zes procent van de jongeren geeft aan zelf cannabis te kweken en 8% komt op een andere manier aan cannabis. Tenslotte geeft 29% van de jongeren aan cannabis te kopen in een coffeeshop. Meer dan de helft van deze jongeren (54%) is echter nog geen 18 jaar (de legale leeftijd om te kopen in een coffeeshop). Harddrugs
Het percentage jongeren dat nog nooit harddrugs aangeboden heeft gekregen is aanzienlijk groter dan voor cannabis (zie tabel 5). De meeste jongeren krijgen de harddrugs aangeboden in het uitgaansleven (café’s, discotheken, op feesten of concerten) of op straat. Van de jongeren die harddrugs aangeboden hebben gekregen, heeft 31% ooit harddrugs gebruikt.
Mening ouders over cannabisgebruik 91% van de jongeren geeft aan dat hun ouders cannabisgebruik slecht of heel slecht vinden; 3% vindt het gebruik een beetje of helemaal niet slecht; 6% van de jongeren weet niet hoe hun ouders over cannabisgebruik denken. Als jongeren aangeven dat hun ouders cannabisgebruik (heel) slecht vinden, is het gebruik onder jongeren lager dan als hun ouders het cannabisgebruik een beetje of helemaal niet slecht vinden. Dit verschil in cannabisgebruik tussen jongeren met positieve en jongeren met negatieve ouders, geldt op elke leeftijd (figuur 5). Van de jongeren die cannabis gebruiken, zegt 56% dat hun ouders hiervan niet op de hoogte zijn. Figuur 5 P ercentage cannabisgebruikers in de afgelopen maand per leeftijd, naar mening ouders over het cannabisgebruik
Belangrijkste risicofactoren drugsgebruik De belangrijkste risicofactoren onder jongeren voor drugsgebruik zijn toenemende leeftijd, een alleenstaande ouder of stiefouder in het gezin en een positieve houding van de ouders ten opzichte van het gebruik.
Tabel 6 C annabisgebruik in afgelopen maand in 1998, 2003 en 2008 in ZuidHolland Noord en per cluster van gemeenten onder 12-17 jarige leerlingen in het voortgezet onderwijs en mbo
Trends in drugsgebruik
Ten behoeve van de vergelijking met de jaren 2003 en 1998 zijn de gemeenten samengevoegd tot zes clusters A tot en met F. In voorgaande jaren zijn geen cijfers per gemeente bekend, met uitzondering van Leiden en Alphen aan den Rijn. In tabel 6 staan de cijfers van drie peiljaren voor 12-17 jarige leerlingen in het voortgezet onderwijs of mbo. Cannabis
Ten opzichte van 2003 is het gebruik van cannabis in 2008 bijna verdubbeld (zie tabel 6). Deze stijging is toe te schrijven aan een stijgend gebruik onder de jongeren van 15-17 jaar en onder jongens. Het gebruik van cannabis is door de toename sinds 2003 in 2008 weer op gelijk niveau als in 1998. In 2003 lag het cannabisgebruik in de regio (4,9%) onder het landelijk niveau (9%, Trimbos-instituut). In 2008 is het gebruik in Zuid-Holland Noord gelijk met de landelijke cijfers uit 2007 (8%, Trimbos-instituut). Harddrugs
Het gebruik van harddrugs is in 2008 niet veranderd in vergelijking met 2003 (tabel 7). Ook tussen 1998 en 2003 is er geen sprake van veranderingen in het gebruik van harddrugs. Door verschillen in gebruik van definities is er geen vergelijking mogelijk met landelijke trendgegevens.
Tabel 7 H arddrugsgebruik in afgelopen maand in 1998, 2003 en 2008 in ZuidHolland Noord en per cluster van gemeenten onder 12-17 jarige leerlingen in het voortgezet onderwijs en mbo
Kerncijfers tabak, cannabis en harddrugs 2008 Roken afgelopen maand gerookt
dagelijks roken
dagelijks >10 sigaretten
ooit cannabis gebruikt
afgelopen maand cannabis gebruikt
ooit harddrugs gebruikt
afgelopen maand harddrugs gebruikt
regio Zuid-Holland Noord subregio Leiden en omsteken Rijnstreek Duin en Bollenstreek gemeente Alphen aan den Rijn Hillegom Kaag en Braassem Katwijk Leiden Leiderdorp Lisse Nieuwkoop Noordwijk Noordwijkerhout Oegstgeest Rijnwoude Teylingen Voorschoten Zoeterwoude leeftijd 4 categorieën 12-13 14-15 16-17 18 leeftijd 2 categorieën 12-14 15-17 geslacht jongen meisje etniciteit Nederland westers niet-westers vorm onderwijs brugklas* LWOO/praktijkonderwijs VMBO HAVO/VWO MBO gezinssamenstelling twee-oudergezin éénoudergezin nieuw-oudergezin co-oudergezin arbeidssituatie ouders geen werkt één werkt beide werken opleiding vader zeer laag laag middel hoog opleiding moeder zeer laag laag middel hoog
Drugs
ooit gerookt
Aantal respondenten is 16.178
% 41
% 23
% 12
% 4,2
% 23
% 10
% 4,0
% 1,9
40 39 42
21 23 24
10 13 13
3,7 3,8 4,8
23 22 23
10 9 9
3,8 2,7 4,7
1,4 1,4 2,7
38 37 33 46 42 41 34 42 48 42 43 40 39 36 37
23 19 16 29 23 21 17 28 25 22 21 19 21 20 18
13 10 7 16 12 10 7 15 15 10 9 11 11 9 8
3,8 2,0 1,8 5,8 4,5 4,1 3,2 4,1 6,0 3,7 2,9 3,4 5,3 3,4 1,6
21 19 17 23 25 24 14 25 29 30 25 22 22 22 22
9 6 6 9 10 11 5 10 13 13 12 11 11 11 9
2,2 4,0 3,3 6,3 4,1 4,0 2,9 2,2 3,8 6,4 4,5 4,9 3,4 3,2 2,1
1,2 2,2 1,5 3,9 1,2 1,8 1,9 1,4 2,3 3,4 1,4 2,3 1,5 2,2 0
15 40 55 61
6 22 32 36
1 10 18 24
0,5 3,1 6,7 8,3
3 17 37 46
1 8 16 16
0,5 2,2 5,5 11,3
0,4 1,3 2,7 5,0
22 53
9 31
3 16
0,9 5,9
5 32
3 15
0,9 4,6
0,5 2,4
41 41
21 24
11 12
4,3 4,0
25 21
13 7
4,4 3,5
2,4 1,5
40 48 40
23 27 21
12 15 10
4,0 6,3 3,6
23 31 22
9 16 9
3,7 7,8 2,8
1,8 4,7 1,2
22 39 50 32 63
9 23 30 15 41
3 13 17 5 28
1,5 5,3 6,2 1,7 10,0
4 15 23 19 45
2 9 11 9 15
1,4 2,7 4,8 2,2 9,7
0,6 1,7 2,7 0,8 5,1
37 54 58 47
20 32 35 28
10 18 22 15
3,3 6,7 7,3 5,5
20 33 36 30
8 16 16 14
3,1 7,6 5,0 5,8
1,4 4,1 2,9 2,3
47 41 40
24 23 22
9 13 11
3,3 3,9 4,1
24 22 23
11 10 9
3,6 4,1 3,6
1,3 2,3 1,8
51 41 44 38
33 24 25 19
20 12 14 8
11,1 3,8 4,5 3,2
33 22 25 24
13 8 11 11
8,9 3,8 4,1 3,6
4,8 2,1 1,6 1,9
52 42 42 38
33 25 24 19
20 12 13 9
7,4 4,4 4,4 3,0
33 23 24 25
16 8 10 12
6,7 4,3 3,6 4,2
5,2 2,3 1,5 1,8
vet=significant afwijkend van overige categorieën *eerste of tweede klas niet gedetermineerd vmbo/havo/vwo
Bezoekadres Leiden Parmentierweg 49 Centraal postadres Postbus 121 2300 AC Leiden www.ggdhm.nl