TAALBESCHOUWING
Maak met elk van deze woorden een correcte zin waaruit blijkt dat je de betekenis van die woorden goed begrijpt. De betekenis vind je terug in het kruiswoordraadsel. 1. Scoop _____________________________________________________ 2. Column _____________________________________________________ 3. Katern ____________________________________________________ 4. Rubriek _____________________________________________________ 5. Recensent _____________________________________________________ 6. Redactie _____________________________________________________
1
7. Plagiaat _____________________________________________________ 8. Freelancer _____________________________________________________ 9. Altruïsme (onbaatzuchtigheid) _____________________________________________________ 10. Devotie (bewondering) _____________________________________________________
2
Krantentypes
3
1. Krantentypes. Overloop samen met de leerkracht het schema. (zie bijlage)
2. Duo-opdracht : werk samen en overleg met je buur. a. Vergelijk 2 verschillende kranten van dezelfde datum en vul de onderstaande tabel verder aan.
De krant
KRANT A
Datum
Titel van de krant
Aantal pagina’s
4
KRANT B
b. Bekijk nu enkel de voorpagina’s van deze 2 kranten en vul de tabel verder in.
De krant
KRANT A
KRANT B
Aantal berichten binnenland Aantal berichten buitenland Titel hoofdartikel
Aantal afbeeldingen Lay-out (kleur, grootte van titels, etc)
c.
Ga op zoek naar de inhoudstafel van je krant. Vergelijk de inhoudstafels van de 2 kranten. Noteer enkele opvallende verschillen. ______________________________________________________________ ______________________________________________________________ ______________________________________________________________ ______________________________________________________________ ______________________________________________________________
5
d. Kleef de inhoudstafel van je krant onderaan dit blad.
e. Tot welk krantentype behoort jullie krant? KRANT A: ______________________________________________________________ KRANT B: ______________________________________________________________ f. Vul het schema van de krantentypes verder aan. (bijlage)
6
Humor
We weten allemaal dat de titel van een krantenartikel een krantenkop heet. Maar hoe noemen we alweer de inleiding?
We bekijken de tekstopbouw van krantenartikels van naderbij, want die verschilt toch enigszins van een gewone tekst.
1. De titel Men begint een krantenartikel steeds met een krantenkop.
2. Tekst De tekst is opgedeeld in drie grote delen:
a)
b)
c)
a) noemen we ook ……………………. b) is verder opgedeeld in …………………………….
7
Wat een stuk! Om een artikel op te bouwen, probeert de reporter te antwoorden op 6 belangrijke vragen, namelijk de 5 W’s en de H.
Wat is er gebeurd? Waar gebeurde het? Wanneer gebeurde het? Wie was er bij? Waarom gebeurde het? Hoe is het gebeurd?
Opdracht: Zoek een artikel in je krant waarbij je enkele opdrachten rond tekstopbouw combineert. A) Knip een artikel uit je krant en kleef het in het onderstaande kadertje. Vermeld de bron!
8
B) Duid in het artikel alle tekstonderdelen aan. Gebruik verschillende kleuren. C) Beantwoord de 5 W’s en de Hoe-vraag op hetzelfde bovenstaande artikel Omschrijf kort. !!! Wanneer deze vragen niet te beantwoorden zijn, ga je op zoek naar een tweede artikel waarbij je deze opdracht wel kan uitvoeren !!!
Wat : ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ Waar : ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ Wanneer : ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ Wie : ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ Waarom : ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ Hoe : ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________
9
Meningen in Teksttypes
1. In een objectief stuk beperkt de schrijver zich tot controleerbare feiten Voorbeelden zijn (kies uit de lijst hieronder) : ……………………………………………………………………………………………… In een subjectief stuk komt ook de mening van de schrijver aan bod. Voorbeelden zijn (kies uit de lijst hieronder) : …………………………………………………………………………………………………
Nieuwsbericht - recensie – verslag van een gebeurtenis – lezersbrief (HB p 150) – kookrubriek – commentaar (HB p 151) – column (HB p 152)
10
2. Vermeld bij de volgende voorbeelden of het objectief of subjectief is geschreven.
a
___________________________ b
GENT - De vermiste Tine Brutsaert is vrijdag dood aangetroffen aan Dok Noord in de Gentse haven. Dat gebeurde tijdens een zoekactie die op poten was gezet door haar familie en vrienden. Haar lichaam lag op de oever aan het water. De 27-jarige vrouw was sinds maandag verdwenen.
________________________
Na een draak van een eerste helft en een aangename tweede hebben OH Leuven en Zulte Waregem vrede moeten nemen met een punt. Uit :www.hetnieuwsblad.be 06/01/2012
Uit : www.hetnieuwsblad.be 06/01/2012
C ___________________________
d ________________________________
Dodelijke brand in appartementsgebouw Hoboken allicht aangestoken.
....Insiders menen te weten dat Romelu Lukaku beter nog een jaar had uitgerijpt bij Anderlecht. Ook aftandse romantiek. Als een grote club in een grote competitie wenkt, is er bij een bronstig talent geen houden meer aan. Wellicht heeft geld niet eens de doorslag gegeven. De eerzuchtige spits wil gewoon zijn grenzen opzoeken en dat is een rechtmatig verlangen. Leeftijd doet er niet toe - wie is dan nog kind, vandaag? Lukaku getuigt trouwens van vooruitgeworpen volwassenheid. In zijn spel en in het spreken. Provocaties zijn hem voorlopig vreemd. En ofschoon beslissend voor de laatste titel van Anderlecht stond hij niet te ronken in narcistische egotripperij.
Uit : www.destandaard.be 06/01/2012
________________________________
Uit: Hugo Camps, Als een klaroenstoot, in: De Morgen, 08/08/2011
11
3. Subjectieve teksten in kranten : de commentaar, de column en de lezersbrief.
WB oef 8.4 ev (b richting)
WB oef 8.9 ev ( a-riching)
4. Groepswerk : Zoek in de kranten een voorbeeld van een lezersbrief, een commentaar en een column over een onderwerp dat jullie interesseert. a. Knip de teksten uit en kleeft ze op elk een apart huistakenblad. Noteer telkens de namen van de groepsleden. b. Duid de schrijver aan. c. Vermeld de bron en de publicatiedatum. d. Markeer in het groen de 5 of 6 belangrijkste kernwoorden die duidelijk maken waarover de auteur zijn mening geeft. e. Markeer in het geel 2 duidelijke voorbeelden van subjectief taalgebruik. f. Noteer bij elke tekst in een drietal regels jullie eigen mening over het onderwerp.
5. SCHRIJVEN : de lezersbrief Zie aparte opgave
12
Humor In kranten krijg je enerzijds nieuwsfeiten en opiniestukken. Er moet echter ook voldoende ruimte zijn voor ontspanning. Hier en daar een kruiswoordraadsel, een sudoku, maar ook spotprenten of cartoons kleuren elke dag de krant.
In onze snelle maatschappij is het af en toe nodig dat onze geest zich afkeert van de dagelijkse belasting. Dat kan gebeuren door bijvoorbeeld een cursus relaxatietechnieken, maar ook door middel van een eeuwenoud middel: humor. Humor de verzamelnaam voor alles wat mensen aan het lachen brengt. Je begrijpt dat humor zeer subjectief is, d.w.z. wat de ene als heel amusant aanvoelt, vindt de andere maar flauw of zelfs kwetsend.
a) Lees onderstaand krantenartikel over een uitspraak van stand-up comedian Philippe Gebeuls. Vind jij deze uitspraak grappig? Waarom (niet)? ............................................................................................................................. .............................................................................................................................
13
Philippe Geubels schoffeert joden Stand-upcomedian Philippe Geubels heeft tijdens de eindejaarsconference 'Het Besluit' van Radio 1 uitgehaald naar de joodse gemeenschap. Geubels was één van de gasten op de eindejaarsconference 'Het Besluit' van Radio 1. In een uitverkochte Arenbergschouwburg zei hij: 'Waaraan ik me dit jaar heb geërgerd? Aan de censuur van Michael Freilich (hoofdredacteur van het blad Joods Actueel). Kunnen de joden dan niets verdragen? Als er in Antwerpen een gaslek ontstaat, zal Freilich het stadsbestuur dan aanklagen voor provocatie?', klonk het. De VRT zendt de show zondag 'ongecensureerd' uit. Volgens VRT-woordvoerster Diane Waumans staat het niet vast dat de joodse grap van Geubels de uitzending haalt. Geubels zelf is zich van geen kwaad bewust. 'Vorig jaar maakte ik grappen over Marokkanen. Waarom dan niet over joden?' Uit: Het Nieuwsblad, donderdag 18 december 2008
1. Soorten humor 1.1
(zie HB p 158-159)
Milde humor
1.1.1 Situatiehumor Slapstick is een soort situatiehumor waarin lichamelijke acties de hoofdrol spelen. Er komen veel gooi-en smijtwerk, lawaai, pijn en handtastelijkheden aan te pas. Een klassiek voorbeeld van slapstick is de onvermijdelijke glijpartij over een bananenschil. Bekende meesters van dit genre zijn: ............................................................
...............................................................
14
1.1.2. Karakterhumor = de humor vloeit voort uit de keuze van de geschikte personen, types, groepen of volkeren.
Er wordt vaak gebruik gemaakt van overdrijvingen of
tegenstellingen.
1) Als de auteur of tekenaar bepaalde karaktertrekken fel overdrijft en er daardoor naar streeft het personage belachelijk te maken, spreekt men van een ............................................ . Bij een getekende karikatuur overdrijft de tekenaar geen karaktertrekken, maar ..................................... kenmerken.
2)
De ................................. of de hekeldicht was in
oorsprong een dichtgenre bij de Romeinen, waarin op geestige wijze de zwakheid van een persoon of een gebrekkig maatschappelijke toestand werd gehekeld, bespot. De .............................. heeft dus niet enkel de bedoeling de lezer te vermaken, maar wil daarbij ook kritiek uitbrengen op iets of iemand.
15
3) De .................................. wil een bepaalde manier van schrijven, tekenen, filmen, ... op een grappige spottende manier nabootsen. Dit gebeurt meestal door sterke overdrijving van de typische kenmerken. Als ontvanger/lezer moet je wel het origineel kennen om de parodie te kunnen smaken. Voorbeelden
Dali’s parodie op de Mona Lisa
The Simpsons parodie op Dali’s “De volharding der herinnering"
1.1.3.Taalhumor (zie oefening rond krantenkoppen) De auteur gebruikt een onverwachte, originele en beeldrijke taal.
Word bokser, meer kans op slagen
16
Opdracht : ga op zoek naar prenten in je kranten bij elke soort humor. Vermeld telkens de bron. Omschrijf kort waarmee gespot wordt. A) Karikatuur
B) Parodie
C) Satire
D) Taalhumor
17
1.2 Galgenhumor of zwarte humor Voor zwarte humor haalt de zender de onderwerpen uit de taboesfeer. Hij lacht met de dood, ziekte, handicaps ... bij galgenhumor is de zender vaak ook zelf het voorwerp van de spot.
1.3 Absurde humor of nonsenshumor Absurde humor heeft wel een zeer bijzondere band met de logica. Lees de volgende citaten van een bekende absurde humoroloog over absurde humor. Jan Eelen (regisseur van “In de Gloria”, “Het eiland” en “De ronde”) : Je mag absurde humor niet misbruiken als excuus. Bijvoorbeeld om tegen iemand die er niet om kan lachen, te kunnen zeggen dat hij je humor gewoon niet begrijpt. De kunst bij absurdisme is net dat er meer logica dan iets anders achter zit. Je redeneert enkel tot in het waanzinnige door.
18
2. Stijlen humor Alle humor kan je in verschillende stijlen opdelen. 2.1 Ironie Voorbeeld:”Scholieren, leer nu hoe je je op de bus moet gedragen!”(Roger Schoemans in “De Standaard”) gewone passagiers en die mag je in geen geval eerst laten opstappen.
Beste jongens en meisjes,
Dat opstappen gebeurt zo, vorm een onontwarbaar kluwen. Als de busdeur half open is, begint iedereen tegelijk te duwen, zodat zelfs hij die vlak voor de open deur staat niet binnen kan. Als iedereen nu nog schreeuwt en tiert, begint uw schooldag nog dubbel zo gezellig.
Vandaag nemen jullie de bus naar school. Die bus stopt aan een halte op een vastgelegd uur dat u terugvindt op de dienstregeling. De goede scholier komt een half uur te vroeg ter plaatse en gebruikt de extra tijd om krabbels te maken op de wand van de bushalte. Sportieve jongelui spelen soms vangertje in en rond de bushalte, tot groot genoegen van de automobilisten die zo de gelegenheid krijgen noodstops uit te testen waardoor het loopvlak van hun band en de schoentjes van hun remmen heel snel verslijten. Sommige automobilisten kunnen niet op tijd remmen, wat u de kans geeft de 100 te bellen (zet ook in de telefooncel krabbels) en te kijken naar de drukke werkzaamheden van de ambulanciers en verplegers.
De chauffeur zal uw abonnement willen zien. Een abonnement is een kostbaar stuk papier, en dus bewaar je het helemaal onderaan in je boekentas nog onder de platgedrukte banaan die daar sinds 3 januari 2000 ligt. Toon je rustig en beheerst en haal het abonnement langzaam boven. Intussen kan de chauffeur van een welverdiende rust genieten. Helaas, het aantal zitplaatsen in de bus is beperkt. Maar de wakkere jongens en meisjes die jullie zijn, zullen beslist een plaatsje veroveren. Wisten jullie dat worstelen, vrije tijd, zoals beoefend tijdens de Olympische Spelen, is afgeleid van het zitplaatsveroveren op bussen? Toon hoe sportief je bent, en glunder omdat je als meest sportieve jongen of meisje op de zitplaats kan tronen als op een echte atletentroon.
Let op: boekentassen zet je niet in het halte-hokje, maar midden op de stoep tenzij er elders diepere plassen zijn waarin je je tassen kan zetten. Daar komt de bus! Zoek rap een kameraadje dat minder sterk is dan jij, en duw hem of haar vlak voor de bus op straat. Kijk hoe bleek de chauffeur wordt. In je omgeving heb je gezien dat er mensen op de bus wachten, hoewel ze niet naar school moeten. Dat zijn
Natuurlijk mag je praten in de bus. Spreek steeds zo luid mogelijk, ja, 19
schreeuw,want dit is goed voor je longen. En zie hoe de chauffeur tevreden glimlacht.
moeilijk om te lezen na slechts drie jaar middelbaar, maar misschien vind je wel een volwassene die je deze moeilijke woorden wil voorlezen.
Kijk, hij glimlacht nog meer, nu iemand een boekentas tegen zijn rug gooide. Kijk, hij wordt nog gelukkiger, want heel de bus drukt op de belknopjes. Wat heeft die chauffeur een gelukkig en interessant bestaan. Bedank hem, door hem te laten meespelen in de proppenschietwedstrijd. Ja, hij heeft zijn handen niet vrij, maar hij is graag je schietschijf. Als de bus stopt aan je halte, moet je zo snel mogelijk buiten, want de chauffeur moet een dienstregeling respecteren. Ga dus allemaal tegelijk voor de deur staan. Gebruik alleen de deur waarboven of waar de vermelding ‘ingang’ of ‘geen uitgang’ staat. Ik weet het, dat is al
Vorm opnieuw een kluwen. Duw tegen de deur, zodat het mechanisme dat de deuren moet openen stevig op de proef wordt gesteld. De busmaatschappij houdt van dergelijke realistische materiaalproeven. Gaat de deur uiteindelijk open, storm dan zo snel mogelijk buiten. Daarbij testen jullie meteen het weerstandsvermogen van de passagiers die via dezelfde deur willen binnenkomen. Die mensen, veel ouder dan jullie, hebben ’s morgens immers wat beweging nodig, en ze zullen jullie dankbaar zijn. Ook de chauffeur is dankbaar. Zie hoe gelukkig hij nu kijkt!
2.2 Sarcasme Voorbeeld 1 Ene Bessie Bradcoc, Brits Parlementslid, zei ooit tegen Winston Churchill: “Winston, je bent dronken!”. Churchill antwoordde:”Bessie, jij bent en blijft lelijk. Morgen zal ik weer nuchter zijn.” Voorbeeld 2 Lied: “Dat dan weer wel” Hans Teeuwen Maar al zwanger en verslaafd Een grote schok, Want zelf ben je hardwerkend en beschaafd De manier van met haar omgaan, heeft dus blijkbaar niet gedeugd, Maar haar dood verschaft je inzicht in de sores van de jeugd.
20
Refrein: Dat dan weer wel, dat dan weer wel. Ja, daar moeten we toch eerlijk over wezen. Dat dan weer wel, dat dan weer wel. Zo ben je ziek en zo ben je weer genezen.
Een plastische chirurg ging aan het werk met je gezicht, Maar door een foutje krijg je nu je ogen niet meer dicht. En als je nu zou gapen scheurt je wang tot aan je oor, Maar vrienden heb je nooit gehad dus niemand heeft het door.
Refrein
Omdat je hasjiesj had gesmokkeld zit je in een Turkse cel, Je had nog beter eeuwig kunnen branden in de hel. Het eten is niet lekker en ze slaan je om het uur, Maar daarmee krijg je wel een inkijk in een andere cultuur.
Refrein
Je speelde eerst voor superman, toen viel je van je paard, Nu zit je in een rolstoel starend naar de open haard. Je kan je niet bewegen en je hebt het soms te kwaad, Maar je hoeft niet zelf te ademen dat doet een apparaat,
Refrein
21
2.3 Cynisme Voorbeeld 1 Specialist: “Eerst het goede nieuws, er zal een ziekte naar u genoemd worden.” Voorbeeld 2
Cynisme is een houding die voortkomt uit wantrouwen, scepsis (‘gerede twijfel)’ tegenover de goede bedoelingen van de medemens en kan hoogstens spottend worden opgevat.
Vul het schema nu aan:
.............................. is vriendelijke spot. In principe wordt het tegenovergestelde gezegd van wat er bedoeld wordt. Bij ................................... is hetzelfde het geval, maar nu is het veel harder. ..................................... is nog harder dan sarcasme. Het is vaak afhankelijk van de persoon of situatie of iets ironisch, sarcastisch of cynisch is.
22
Krantenkoppen
1. Vul aan Een goede krantenkop geeft je zin om verder te lezen, bijvoorbeeld doordat hij ____________ is, doordat hij je raakt of je op een of andere manier ________________ maakt. Een typische krantenkop schrijf je in _______________________ , dus met zo weinig mogelijk vervoegde werkwoorden, lidwoorden, signaalwoorden en leestekens. Een journalist gebruikt verschillende technieken om de krantenkop ___________________ te maken. Eén van die technieken is het gebruik van stijlfiguren.
2. Wat is een stijlfiguur?
Voorbeeld:
Pensioenen: aap komt uit de mouw
23
3. Enkele oefeningen. Schrijf een L na de zin als je betekenis ervan letterlijk moet nemen, schrijf een F na de zin als de betekenis figuurlijk bedoeld is. a) De vakantie staat voor de deur. b) Hij bijt zijn tanden stuk op een harde noot. c) Hij bijt zijn tanden stuk op een moeilijk huiswerk. d) Igors vader is een boom van een vent. e) Wat een streng wintertje! f) We hebben een blind vertrouwen in onze leerkracht. g) Ze staat met de mond vol tanden. h) De angstige hond toont zijn tanden. i) Ingrid struikelde over een opstapje. j) Ik struikel steeds over mijn eigen woorden. k) Internetbedrijven schieten als paddenstoelen uit de grond. l) Hoe roder de paddenstoel, hoe giftiger hij is. 4. Soorten stijlfiguren. Hieronder zie je een aantal stijlfiguren die geregeld gebruikt worden in krantenkoppen. Zoek voor elke stijlfiguur een definitie die je zelf begrijpt. Woordspeling ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ Personificatie ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ Alliteratie of stafrijm ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ Hyperbool ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________
24
5. Schrijf bij de volgende krantenkoppen welke stijlfiguur de journalist heeft gebruikt. Let op: soms is er meer dan één antwoord mogelijk.
_______________________________________
___________________________________
ALDERWEILERD: We hebben Anderlecht weggeblazen DM, 17 februari 2011 _______________________________________
___________________________________
6. Groepsopdracht. Zoek nu voor elke stijlfiguur (woordspeling, personificatie, alliteratie, hyperbool) twee voorbeelden uit de kranten die je in deze KIKveertiendaagse krijgt. Knip de acht krantenkoppen uit en kleef ze op een huistakenblad. Opgelet, knip het onderschrift en de lead van de krantenkop mee uit zodat de betekenis duidelijk is. Noteer voor elke krantenkop, de titel van de krant en de datum waarop het artikel is verschenen en benoem elke stijlfiguur.
25