15 februari 2011
Taalbeleid aan de UGent Nota aan de Onderwijsraad, vanuit de studentengeleding en de GSR
Inleiding Deze nota is opgesteld rond twee cruciale aspecten van anderstalig onderwijs binnen een Nederlandstalige opleiding en universiteit, namelijk de balans tussen de meerwaarde van anderstalige vakken en de extra studielast ervan. Hierbij dient verduidelijkt te worden dat met anderstalig onderwijs niet enkel de doceertaal maar ook de taal van het cursusmateriaal werd bekeken. In deze tekst wordt er eerst en vooral gekeken naar alle aspecten van anderstalig onderwijs, vanuit het perspectief van de studenten. Vervolgens worden enkele concrete suggesties naar voor geschoven om zo via de Onderwijsraad en het universiteitsbestuur de balans de juiste richting uit te duwen en zo de meerwaarde van anderstalige vakken te maximaliseren.
Anderstalige vakken: meerwaarde of extra (studie)last? Anderstalige vakken zijn zeker en vast een verrijking voor het universitair onderwijs. Studenten die reeds in contact zijn gekomen met andere talen, binnen de context van hun vakgebied, zijn beter voorbereid op de arbeidsmarkt. Het zich vlot kunnen uitdrukken in de gangbare taal binnen een bepaald vakgebied is een enorme troef in het latere beroepsleven en is dan ook een wezenlijk onderdeel van de kwaliteit van de opleiding. Verder vergemakkelijken anderstalige vakken de internationalisering. Prominente academici uit andere taalgebieden kunnen aangetrokken worden om aan de universiteit (gast)colleges te geven, wat zeker ook een meerwaarde voor het onderwijs inhoudt. En ook internationale studenten, bijvoorbeeld in het kader van een Erasmus-uitwisseling, kunnen zo gemakkelijker lessen volgen en mee de universiteit een internationaal karakter geven. Het spreekt echter voor zich dat het volgen van lessen in een andere taal een extra studielast kan betekenen. Dit in het bijzonder voor studenten die deze taal niet voldoende machtig zijn of studenten die deze taal niet als moedertaal hebben. De doceertaal op zich kan soms zelfs een cruciale rol spelen in de beslissing om keuzevakken al dan niet te kiezen. Er moet dan ook voldoende aandacht worden geschonken aan de extra studielast die een andere taal met zich mee kan brengen. Een ander aspect is het gebruik van anderstalig cursusmateriaal. Tot nu toe bestaat er in het OER enkel een regeling voor vakken die volledig in een andere taal gedoceerd worden. Toch kan een anderstalige cursus of bijkomend studiemateriaal soms ook zorgen voor een extra barrière. Ook hier is extra aandacht nodig voor de impact die een andere taal kan hebben op de studielast.
1
15 februari 2011
Concrete aanbevelingen Voor de studentengeleding moet taal een meerwaarde zijn, geen hinderpaal. Door een andere taal te hanteren moeten studenten in staat zijn andere inzichten te verwerven om de inhoud beter te begrijpen. Verder leren studenten zo communiceren over hun vakgebied, en dit in de internationaal gangbare taal. Om studenten zoveel mogelijk te stimuleren en om de studenten die een extra studielast kunnen ondervinden van deze vakken te ondersteunen, zijn volgende aanbevelingen wenselijk: Taallessen en taalondersteuning Eén van de hoofdredenen voor het opstellen van deze nota was het zoeken naar een concrete implementatie van artikel 45, §2 van het OER. Deze paragraaf stelt dat studenten die een anderstalig opleidingsonderdeel in hun curriculum van een Nederlandstalige opleiding opnemen, recht hebben op taallessen voor die taal. De huidige formulering is echter vrij vaag waardoor er een weinig coherente en soms compleet verkeerde implementatie (bv. studenten laten betalen voor de cursus) van deze taallessen bestaat in de verschillende faculteiten (zie bijlage 1). Taallessen moeten studenten in staat stellen om het vereiste taalniveau voor anderstalige vakken of cursusmateriaal te verwerven en te remediëren in geval van problemen. Voorwaarde is uiteraard goede communicatie over deze taallessen naar de studenten toe zodat deze paragraaf uit het OER geen dode letter wordt, maar echt een meerwaarde kan betekenen. Daarom zijn enkele aanpassingen aan artikel 45, §2 van het OER nodig. Taallessen moeten als keuzevak mogelijk worden indien er een concrete nood aan taalondersteuning is, bepaald door de faculteit of opleiding. Dit kunnen zowel situaties zijn met anderstalige vakken in het curriculum (bv. een keuzevak Wetenschappelijk Engels voor de Engelstalige vakken bij de FWE) als situaties waarbij kennis van het vakjargon in een andere taal een meerwaarde kan zijn (bv. Frans voor Diergeneeskunde voor bij de klinieken van de FDGE). Naast deze volledige taalvakken (die als keuzevak voor studiepunten meetellen), kunnen ook “ondersteunende sessies” ingericht worden, waarbij enkele taalvaardigheden in een specifieke context worden bijgebracht (bv. enkele sessies gericht op het lezen van Franstalige rechtspraak bij de FRE). Deze sessies kunnen dan best ingebed worden in het eerste vak, liefst in de eerste of tweede Bachelor, waar deze vaardigheden nodig zijn (bv. extra begeleiding voor het academisch schrijven bij het eerste vak met een paper aan de FLWI). Dit kan ook gebeuren in een vakantiecursus, naar analogie met bijvoorbeeld de vakantiecursussen wiskunde in de FEB. Zo kunnen studenten die reeds in het middelbaar onderwijs een taalachterstand hebben opgelopen, deze reeds remediëren voor ze aan hun studies aanvatten.
2
15 februari 2011
Gezien de diverse noden die er bestaan rond taalondersteuning, moet dit per faculteit of opleiding worden bekeken en beslist. Samenwerking met het UCT voor de praktische implementatie is hierbij zeer sterk aangewezen. Enkele van de hier vermelde voorbeelden bestaan reeds, maar er is op dit moment absoluut geen coherent beleid. Andere suggesties spelen in op concrete noden, waaraan nu vanuit de faculteiten geen gehoor wordt gegeven (bv. ondersteuning voor Frans in de klinieken bij de FDGE). Daarom moet de centrale administratie hier een coördinerende rol in spelen. De KCO’s dienen aan de Onderwijsraad te rapporteren welke initiatieven de faculteiten nemen rond deze taallessen. Zo kan er op worden toegezien dat deze regel overal gevolg krijgt en kan het cursusaanbod gerationaliseerd worden. Ook dienen vanuit het universiteitsbestuur voldoende middelen te worden voorzien om deze lessen in elke faculteit te organiseren. Verklarende woordenlijsten voor standaardterminologie Verklarende woordenlijsten kunnen een meer laagdrempelige manier zijn om tegemoet te komen aan de extra studielast die cursusmateriaal in een andere taal met zich meebrengt. Dit bevat zowel woordenlijsten voor specifieke vakken (bv. Engelse termen in de thermodynamica bij de FirW) of algemeen voor een hele opleiding (bv. basisterminologie economie in het Frans en Engels bij de FEB). Verder worden studenten op die manier in staat gesteld de vakterminologie aan te leren, zowel in het Nederlands als in de standaardtaal van het vakgebied. Het is dan zeker niet de bedoeling dat de lesgevers zelf Nederlandstalige termen gaan uitvinden. Beter is dan om een standaardterm te gebruiken in een andere taal, met een korte uitleg in een woordenlijst. Kwaliteitszorg anderstalige lessen De kwaliteit van de anderstalige lessen en het cursusmateriaal dient nauwkeurig in de gaten gehouden te worden. Een andere doceertaal dient steeds een concrete meerwaarde te bieden voor het vak. Hier is een coördinerende rol voor de KwaliteitsCellen Onderwijs voorgelegd. Bij de keuze van de taal van een opleidingsonderdeel moet ook gekeken worden naar de specifieke competenties van de lesgevers. Zo wordt vermeden dat een lesgever die het Nederlands niet machtig is plots in het Nederlands moet beginnen doceren of dat anderstalige vakken worden gegeven door professoren die deze taal onvoldoende machtig zijn. Nu biedt het OER reeds de mogelijkheid om anderstalige lesgevers in een andere taal dan het Nederlands te laten doceren. Het is dan ook maar logisch dat een Nederlandstalige professor die in een andere taal wil lesgeven die taal ook machtig moet zijn. Al te vaak worden studenten geconfronteerd met lesgevers die hier niet aan voldoen, met nefaste gevolgen voor de kwaliteit van het verstrekte onderwijs.
3
15 februari 2011
Taal van het examineren Als laatste is het uitermate belangrijk dat examens en begeleidingssessies steeds in het Nederlands kunnen plaatsvinden. Op die manier wordt steeds getoetst op de inhoudelijke kennis van de student en niet op de taalvaardigheid. Dit is nu al vastgelegd in artikel 59, §2 van het OER. Deze regel moet dan ook absoluut blijven bestaan en de procedure hiervoor moet voldoende gecommuniceerd worden naar alle betrokkenen.
Conclusie Het belang en de meerwaarde van anderstalige opleidingsonderdelen kan niet voldoende benadrukt worden. Het is echter cruciaal dat er voldoende aandacht wordt besteed aan de impact op de studielast en de drempel die hierdoor gecreëerd kan worden. Het is essentieel dat de Onderwijsraad en het universiteitsbestuur deze concrete aanbevelingen rond taalondersteuning ter harte nemen. Het is noodzakelijk dat er een centraal beleid hieromtrent wordt uitgedacht en ondersteund. Dit beleid dient vervolgens door de faculteiten uitgediept te worden, om aan hun eigen noden te voldoen. Bij de aanpassingen aan het OER is bijgevolg een herformulering van artikel 45, §2 wenselijk, om het taalbeleid te formaliseren.
Unaniem goedgekeurd op de Algemene Vergadering van de Gentse Studentenraad op 27 oktober 2010
4
15 februari 2011
Taalbeleid aan de UGent bijlage 1 - Overzicht implementatie taallessen per faculteit
Taalbeleid per faculteit Ter omkadering van de discussie rondom taalbeleid en –lessen voor anderstalige vakken binnen Nederlandstalige diplomacontracten is er contact opgenomen met alle individuele faculteiten. Het gaat specifiek om Artikel 45, § 2, uit het Onderwijs- en Examenreglement, dat stelt dat studenten die anderstalige vakken binnen een Nederlandstalig diplomacontract hebben hiervoor ondersteuning voor kunnen aanvragen, die facultair geregeld moet worden. Aangezien de individuele faculteiten zelf invulling aan deze regel moeten geven, geeft dit een weinig coherent beleid. Soms is men zelfs volledig niet in orde met het OER (zie bijvoorbeeld bij de FRE, waar studenten moeten betalen voor de ondersteuning). Hieronder volgt een overzicht van de procedures van de faculteiten. Deze zijn via mail en telefonische gesprekken met betrokken studietrajectbegeleiders of andere medewerkers achterhaald. Veel Bacheloropleidingen aan de verschillende faculteiten zijn geheel Nederlandstalig. Het zijn meer de Masteropleidingen die anderstalige vakken met zich meebrengen, waarbij de kwantiteit van de vakken ook klein is. Wat opvalt is dat veel faculteiten geen procedure hebben ter ondersteuning van anderstalige vakken, zoals besproken in het OER. Omdat het hier meestal om Master niveau vakken gaat wordt er vaak van uitgegaan dat de kennis van een andere taal (meestal Engels) al een bepaald niveau heeft bereikt. Soms biedt de faculteit nog specifieke vakken over het vakjargon in andere talen, maar dit zijn vaak keuzevakken van masterniveau. Faculteit Ingenieurswetenschappen Dit is de enige faculteit waar een procedure is vastgelegd. Individuele leerlingen moeten aan de start van het academiejaar een gemotiveerde aanvraag indienen bij de onderwijsdirecteur. In deze brief moet een duidelijke motivering en duiding bevatten voor de benodigde taallessen. Deze taalondersteuning moet bij het UCT worden gegeven. Directie Onderwijsaangelegenheden zorgt voor de praktische afhandeling. Faculteiten Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen, Wetenschappen en Bio-ingenieurswetenschappen Deze faculteiten hebben geen specifiek beleid rondom de implementatie van het besproken artikel. Alleen in het laatste Bachelorjaar en in de Master kunnen er anderstalige vakken voorkomen. Om dit te ondersteunen kunnen studenten een keuzevak kiezen voor het vakjargon in een andere taal (Engels bij wetenschappen en bio-ingenieurs, Frans bij geneeskunde). Deze faculteiten hebben nog nooit individuele aanvragen voor taalondersteuning gekregen.
5
15 februari 2011
Faculteit Rechtsgeleerdheid Deze faculteit heeft geen algemene procedure betreffende de implementatie van artikel 45. Wel zijn er verschillende soorten beleid per opleiding. De criminologie biedt in de Bachelor een keuzevak Engels vakjargon aan, gegeven door de vakgroep zelf. Men verwacht in de Master een bepaald niveau kennis van Engels. De opleiding rechten bevat geen specifieke taalondersteuning binnen het curriculum. Studenten die taalondersteuning wensen kunnen aan het UCT juridisch Frans of Engels volgen. Dit is echter volledig buiten het curriculum en tegen betaling van €90. Faculteit Economie en Bedrijfskunde Bij deze faculteit komen verschillende Engelstalige vakken voor. In de bachelor jaren zijn er 3 à 4 anderstalige vakken, in de Master wordt het maximum van 50% benut, meestal in specifieke afstudeerrichtingen. In de eerste twee jaar van de Bachelor zijn er plichtvakken over economisch Engels en Frans. Er is een zeer beperkte mogelijkheid om dit te verlengen in het derde jaar. Omwille van deze plichtvakken wordt er geen gebruik gemaakt van artikel 45, § 2 van de OER en is hier ook geen standaard procedure voor. Er zijn nog nooit individuele aanvragen geweest op basis van bovengenoemd artikel. Faculteiten Letteren en Wijsbegeerte, Farmaceutische Wetenschappen en Politieke en Sociale Wetenschappen Deze faculteiten hebben geen procedure rondom taalondersteuning. Daarnaast hebben zij ook geen keuzevakken binnen studies voor ondersteuning. Er zijn weinig tot geen individuele aanvragen voor ondersteuning. In het geval dat er een aanvraag bij de trajectbegeleiders zou komen wordt dit ad hoc bekeken. Faculteit Diergeneeskunde Bij de FDGE geldt bovenstaande praktijk. De studenten hebben echter wel een keuzevak aangevraagd voor vakjargon in het Frans in de klinieken (i.v.m. veel Franstalige paardenhandelaren). Maar hiervan werd gesteld dat de studenten dit onderling moesten regelen. Studenten zijn nu zelf bezig om woordenlijsten samen te stellen om dit probleem te verhelpen. Helaas biedt dit alleen geen verbetering voor spreekvaardigheid van studenten. Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Bij deze faculteit zijn er geen anderstalige vakken, dus is dit artikel niet van toepassing.
6
15 februari 2011
Taalbeleid aan de UGent bijlage 2 - Overzicht implementatie taallessen per faculteit Ter ondersteuning en kadering van Nota Taalbeleid, is het nodig een aantal cijfers te bekijken. Dit gaat om het aantal studenten dat nu gebruik maakt van ondersteunende taallessen (zowel binnen de faculteiten als bij het UCT) alsmede de mogelijke kosten van het UCT voor het ontwikkelen en geven van de ondersteunende taallessen, waarvan er sprake is in de nota. Studentenaantallen met taalondersteuning Bij verschillende opleidingen en faculteiten worden er verplichte vakken of keuzevakken aangeboden die zich richten op ondersteuning van vakjargon in een andere taal (zie bijlage 1). Voor de keuzevakken is het interessant om te zien hoeveel studenten dit gaat.
Vakonderdeel
Opleiding
studenten aj. 2009-2010
English language proficiency
1e master bio-ingenieurs (FBW)
4 (total onduidelijk, meerdere richtingen)
Language and Culture: Spanish (Basic) and Technical English (Intermediate)
European Master Nuclear Fusion 9 (40) Science and Engineering Physics, meerdere studiejaren (FIRW)
Engels voor criminologen
Bachelor criminologie, 2de jaar 56 (264 incl. (FRE) GIT studenten)
Frans voor criminologen
Bachelor criminologie, 2de jaar 26 (264 incl. (FRE) GIT studenten)
Huisarts- patiëntenzorg in Geneeskunde, 4de proef, meerdere Zie tabel 2 de franse taal afstudeerrichtingen. Ook gevolgd met creditcontract (FGGE) Het UCT geeft ook taalondersteuning, in de vorm van taalcursussen gericht op specifieke arbeidssectoren. Het aantal inschrijving als student van deze cursussen geeft een indicatie van studenten die ondersteuning nodig hebben, of nuttig inschatten, maar dit binnen de faculteit niet krijgen. De cijfers gaan over academiejaar 2009-2010. Informatie van het UCT vormt de basis van onderstaande tabel.
7
15 februari 2011
Cursus 2009-2010
Aantal Universiteitsstudenten inschrijvingen
Patiëntenzorg in het Frans (Medisch Frans) Juridisch Frans
119 (119) 89 (89)
Juridisch Engels
23 (22)
Juridisch Duits
Wordt om de twee jaar georganiseerd in jaar 2008-2009: 3 (12) inschrijvingen
Academisch Engels upper-intermediate
50 (32)
Crash Course Academic English
15
Intermediate Academic English (CEF = B1)
28
Preparing for an English test (CEF=B2)
6
Wetenschappelijk Engels voor diergeneeskunde Praktisch Engels niveau 2 (CEF = A2)
15 8
Praktisch Engels niveau 3 (CEF = B1)
25
Praktisch Engels niveau 4 (CEF = B2)
30
Praktisch Engels niveau 5 (CEF = C1)
17
Praktisch Engels niveau 6 (CEF = C2)
6
Praktisch Frans niveau 1 (CEF = A1)
28
Praktisch Frans niveau 2 (CEF = A2)
27
Praktisch Frans niveau 3 (CEF = B1)
110
Praktisch Frans niveau 4 (CEF = B2)
70
Praktisch Frans niveau 5 (CEF = C1)
9
(a) De cursus medisch Frans is een vrij keuzevak (zonder kosten voor de student) in het studiecurriculum, maar alleen studenten geneeskunde uit het laatste jaar mogen instromen. Indien er plaatsen vrij zijn is het ook mogelijk voor eerstejaars Master studenten in te schrijven. (b) de juridische taalvakken zijn niet in het studiecurriculum opgenomen. Er bestaat onduidelijkheid welke partij de cursus betaald. Duidelijk is dat de studenten zelf 70 euro te betalen om het vak te volgen. Daarnaast betaalt de faculteit ook een bedrag aan het UCT voor deze cursus. (c) voor sommige cursussen is er geen totaal gegeven, omdat dit niet duidelijk is en niet direct extra informatie toevoegt. Het UCT benadrukt dat er voor bepaalde vakken geen vrije instroom geldt. Zo is het aantal studenten dat medisch Frans (binnen de cursus geneeskunde, zie tabel 1) volgt beperkt tot een maximum aantal. Een vrije instroom van studenten zou tot gevolg kunnen hebben dat inschrijvingen exponentieel stijgen.
8
15 februari 2011
Kosten ontwikkeling cursus UCT In de Nota Taalbeleid aan de UGent wordt voorgesteld om, indien nodig, het UCT in te schakelen voor facultaire taalcursussen te ontwikkelen. Het UCT heeft deze praktische functie voor faculteiten. Dit brengt natuurlijk wel bepaalde kosten met zich mee. Het UCT heeft hiervoor die volgende kostenindicatie gemaakt: 2.1. De kostprijs van een cursus is afhankelijk van (a) het aantal uren les, (b) het aantal studenten die men wenst toe te laten per klas/groep, (c) het statuut van de lesgever (praktijkassistent of lesgever met een ATP-statuut), (d) de anciënniteit van de lesgever, (e) de werklast van de cursus. 2.2. Daarom volgt hieronder een vork van kostprijsberekening op basis van een gespecialiseerde normtaalcursus. Dit is een cursus bestemd voor een bepaalde professionele doelgroep met een waarde van 3 ects of 1.5 uur/week op jaarbasis en aangeboden aan groepen van gemiddeld 30 studenten. Een dergelijke cursus is vergelijkbaar met de juridische of medische taalvakken, die nu reeds gegeven worden. Hiervoor wordt 0.10 FTE begroot, inclusief pensioenverzekering. Voor een praktijkassistent met een anciënniteit van 0 tot 5 jaar betekent dit grosso modo tussen 6300 en 7300 euro; voor een ATP-statuut (het statuut van de UCTlesgevers) met dezelfde anciënniteit tussen 5700 en 6500 euro. Heeft de lesgever een ATP-statuut met een hogere graad dan wordt het tussen 6500 en 7300 euro. De loonkost neemt 2011-12 als referentiejaar en houdt rekening met een beperkte overhead als marge voor bijkomende kosten. Voor de academische taalvakken, die een grotere arbeidsbelasting van de docent vergen en bestemd zijn voor doctorandi en docenten, ligt de kostprijs hoger. Dit is dus niet van toepassing bij cursussen voor studenten. 2.3. De berekening onder 2.2. gaat ervan uit dat het UCT factureert aan de betrokken faculteit en dat de faculteit uit haar middelen betaalt. Het is echter ook mogelijk dat een faculteit uit haar eigen (vlottende) personeelspunten een vereiste FTE- equivalent van een praktijkassistent inbrengt, eventueel via een openverklaring van een deeltijds mandaat van praktijkassistent. Een derde mogelijkheid is dat de faculteit een som per ingeschreven student betaalt en de student een deel van het saldo van de totale kostprijs laat betalen. Deze laatste oplossing wordt niet aanbevolen, omdat het deelname aan de cursus sterk afremt (Bron: mail wisseling met UCT).
9