T R A N S PA R A N T I E B E N C H M A R K
2 0 0 5 Deel 2: Maatschappelijke Organisaties
Publicatienummer: 05OI22
Transparantiebenchmark 2005 Deel 2: Maatschappelijke Organisaties
Een onderzoek van Berenschot naar de verslaggeving van maatschappelijke organisaties, uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken
Utrecht, 2005
COLOFON Berenschot
Jos Reinhoudt Joyce Brouwers Research
Roos Wagemakers Berenschot
Berenschot is het oudste managementadviesbureau in Nederland. Berenschot adviseert en begeleidt ondernemers, bestuurders en managers van (middel)grote ondernemingen in de profit- en non-profitsector op het gebied van strategie, besturing, beleid, mens en organisatie. Berenschot Groep B.V. Europalaan 40 3526 KS Utrecht Postbus 8039 3503 RA Utrecht T 030 2 916 916 F 030 2 947 090 I www.berenschot.com/mvo E
[email protected]
Dit rapport is gratis te bestellen of te downloaden op de website van het ministerie van Economische Zaken (www.mvo.ez.nl, klik op ‘publicaties EZ’). Hier staat ook de Transparantiebenchmark 2004. Publicatienummer: 05OI22
2
Inhoud 1 2
3
4
5
6
7
8
SAMENVATTING INLEIDING
5 9
2.1 Doel van het onderzoek 2.2 Bedrijven
9 10
METHODOLOGIE
11
3.1 Onderzoeksgroep 3.2 Bronnen 3.3 Methodologie en beoordelingsmodel
11 11 12
BEVINDINGEN
13
4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6
13 13 14 14 15 15
Uitvoering Soorten verslagen Verschijningsvorm Vermelding Transparantiebenchmark 2004 Taal Omvang
TRANSPARANTIELADDER 2005
17
5.1 Hoofdgroepen 5.2 Transparantieladder 2005 5.3 Resultaten vergeleken met de benchmark 2004
17 18 19
ANALYSE
23
6.1 6.2 6.3 6.4
23 29 32 32
Profiel Maatschappelijke aspecten van de bedrijfsvoering Vorm Verificatie
CONCLUSIES
35
7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 7.6
35 35 35 35 36 36
Maatschappelijke organisaties blijven heel transparant Natuurmonumenten is meest transparant Rover stijgt het snelst WNF daalt het hardst Nog steeds weinig openheid over salarissen Vrijwel alle verslagen zijn geverifieerd
BIJLAGEN
37
8.1 Onderzoeksgroep 8.2 Verantwoording methodologie en beoordelingsmodel
37 37
3
4
1
Samenvatting
De transparantie van maatschappelijke organisaties staat op een hoog peil. Uit de Transparantiebenchmark 2005 blijkt dat maatschappelijke organisaties over het algemeen een glashelder jaarverslag uitgeven. Bij enkele organisaties zijn evenwel grote verschillen te zien ten opzichte van 2004. Van de 23 onderzochte organisaties heeft Natuurmonumenten het meest transparante verslag. Ook Amnesty International, de Consumentenbond, ICCO, Cordaid, Greenpeace, Novib, KWF Kankerbestrijding en Pax Christi hebben zeer transparante jaarverslagen. Direct na deze voorhoede komt een groep van tien subtoppers, die eveneens zeer informatieve jaarverslagen uitgeeft.
��
���������������� ��
��������������������� ����
��
���������������
��
�������
��
����������
��
�����
��
�����������
�� ��
��������������������� �
��
��
��
��
���
De voorhoede, score 2005
Snelste stijger op de transparantieladder is Rover, dat zijn score van 41 punten in 2004 ziet stijgen naar 71 dit jaar. Andere snelle stijgers zijn CNV (van 48 naar 69 punten), ICCO (van 63 naar 80) en Natuurmonumenten (van 76 naar 87). Twaalf van de 25 organisaties in de onderzoeksgroep doen het beter dan vorig jaar. Schone Kleren Kampagne gaf vorig jaar geen jaarverslag uit en belandde toen in de ‘bezemwagen’. Dit jaar publiceert Schone Kleren Kampagne wel een verslag en behaalt daarmee 28 punten. Tien organisaties halen minder punten dan vorig jaar. Veruit de snelste dalers zijn WNF (van 65 naar 46 punten) en Fair Trade (van 60 naar 44). De Transparantiebenchmark 2005 is het eerste onderzoek dat inzicht geeft in de ontwikkeling van de transparantie van maatschappelijke organisaties. Het onderzoek van vorig jaar kan beschouwd worden als een nulmeting. Doordat dit jaar de 25 meest invloedrijke maatschappelijke organisaties met dezelfde methodologie beoordeeld zijn als vorig jaar kan een vergelijking gemaakt worden met het onderzoek uit 2004. Het analysemodel van de Transparantiebenchmark is gebaseerd op de aanbevelingen van de Raad voor de Jaarverslaggeving in de Handreiking Maatschappelijke Verslaggeving (2003) en in de Richtlijn Verslaggeving Fondswervende Instellingen (2002).
5
Beoordelingsaspect analysemodel met enkele aandachtspunten
Maximale score (in procenten)
Profiel Financiën (11 punten), missie, doelen en statuten (9), eigen activiteiten, campagnes en geografische reikwijdte (8), structuur, rechtsvorm, achterban (6), bestuur, directie, salarissen en stakeholders (16), samenwerkingsverbanden, autonomie (6)
56
Bedrijfsvoering Impact van de bedrijfsvoering op economie, milieu en werknemers
20
Vorm Verkrijgbaarheid, beschikbaarheid
16
Verificatie Verificatie door extern bureau
8
Beoordelingsaspecten van het analysemodel en puntenverdeling
Als bron voor het onderzoek zijn primair jaarverslagen gebruikt, zowel die op papier als de digitale versies. Hoewel sommige organisaties ook andere uitingen, zoals brochures, toespraken of persberichten gebruiken om verantwoording af te leggen, zijn deze buiten beschouwing gelaten. In totaal kan een organisatie maximaal honderd punten halen. Het percentage van de maximale score bepaalt de positie van de organisatie op de transparantieladder. De transparantieladder onderscheidt zes sporten: voorhoede, subtoppers, kanshebbers, zoekers, hekkensluiters en de bezemwagen. Deze laatste categorie is bestemd voor organisaties die geen enkel jaarverslag uitbrengen. De voorhoede en subtop vormen samen veruit het grootste deel van de onderzoeksgroep (19 van de 25 onderzochte organisaties). Slechts zes organisaties vallen niet in deze twee bovenste sporten van de ladder.
��
���������
�� ���
��
���������� �����������
��
������� �������������� ���������� ���
Verdeling van de organisaties over de sporten van de transparantieladder
Maatschappelijke organisaties in de voorhoede of subtop scoren op de meeste aspecten hoog. Verbetering valt vooral te behalen met informatie over de salariëring van individuele bestuursleden, het beschrijven van de uitgangspunten voor het beleid (zoals statuten of richtlijnen) en uitleg over de impact van de bedrijfsvoering op werknemers, milieu of economie.
6
��������� ������ ������������ ���������
����
������������������������ ���������������������� ���������������������
����
���� �
��
��
��
��
�����������
Gemiddelde score maatschappelijke organisaties per beoordelingsaspect, 2004 en 2005
Het doel van de Transparantiebenchmark is de transparantie van maatschappelijke organisaties te stimuleren. Met een gemiddelde score van 67,8 punten en ruim driekwart van de organisaties in de voorhoede of subtop zal het voor het grootste deel van de onderzoeksgroep echter voldoende zijn de transparantie van het jaarverslag op hetzelfde, hoge peil te houden. Door dit onderzoek in de toekomst te blijven herhalen zal duidelijk worden of dat inderdaad het geval is.
7
8
2
Inleiding
Berenschot voert sinds 2001 jaarlijks een benchmarkonderzoek uit naar verslaggeving op het gebied van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) van Nederlandse ondernemingen onder de titel: MVO in de etalage. Deze onderzoeken zijn erop gericht inzicht te geven in de transparantie van jaarverslagen van Nederlandse bedrijven over MVO. In 2004 kreeg het onderzoek zijn huidige vorm, toen in samenwerking met EIBE/Universteit Nyenrode een nieuwe methodologie ontwikkeld werd. Kern van het onderzoek is het besef dat ‘Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen’ vooral betekent: verantwoording afleggen aan de maatschappij. Welke personen of organisaties ‘de maatschappij’ zijn, is vanzelfsprekend voor ieder bedrijf anders, maar in veel gevallen spelen maatschappelijke organisaties daarin een grote rol. Door hun rol om via een constructieve dialoog met bedrijven de belangen te behartigen van bijvoorbeeld het milieu, werknemers of mensenrechten hebben maatschappelijke organisaties een belangrijke invloed in de samenleving. En wie invloed heeft moet zich verantwoorden. Van deze organisaties mag dezelfde openheid verwacht worden als die zij vragen van het bedrijfsleven. In 2003 werden voor het eerst vijf maatschappelijke organisaties in het transparantie-onderzoek meegenomen. Er kwam een stroom van reacties, van zeer positief tot zeer kritisch. Feit is wel dat de verslaggeving bij maatschappelijke organisaties sindsdien sterk verbeterd is, en inmiddels op een hoog peil staat. De onderzoeken met de titel MVO in de etalage die vooraf gingen aan de Transparantiebenchmark hebben er weliswaar toe bijgedragen dat transparantie meer aandacht kreeg, maar tegelijkertijd wijken ze qua methodologie en onderzoeksopzet zoveel af van de Transparantiebenchmark dat de resultaten niet met elkaar vergeleken mogen worden. De Transparantiebenchmark 2005 is daardoor het eerste grootschalige benchmarkonderzoek dat de ontwikkeling van de transparantie bij maatschappelijke organisaties in kaart brengt. Het beoordelingsmodel is in grote lijnen gelijk gebleven aan vorig jaar. Bij het opstellen van de beoordelingscriteria is onder ander ha da6 van d lerk ond das B de
9
2.2
Bedrijven
Dit rapport beschrijft de uitkomsten van het onderzoek naar de transparantie van maatschappelijke verslaggeving van 25 prominente maatschappelijke organisaties. Het onderzoek naar de transparantie van 100 beursgenoteerde en 79 niet-beursgenoteerde bedrijven verschijnt als separaat verslag. Beide verslagen zijn te downloaden en te bestellen op www.mvo.ez.nl (doorklikken naar ‘publicaties’) of via www.berenschot.com/mvo.
10
3
Methodologie
De Transparantiebenchmark beoordeelt de 25 meest prominente maatschappelijke organisaties van Nederland. Voor het onderzoek is primair gebruik gemaakt van de jaarverslagen van deze organisaties. De belangrijkste thema’s in het model zijn profiel van de organisatie, bedrijfsvoering, vorm en verificatie. In dit hoofdstuk lichten we de onderzoeksgroep, gebruikte bronnen en het beoordelingsmodel toe. 3.1
Onderzoeksgroep
In het onderzoek van dit jaar zijn dezelfde maatschappelijke organisaties beoordeeld als in de Transparantiebenchmark 2004. Een maatschappelijke organisatie is omschreven als een niet-gouvernementele en niet op winst gerichte organisatie. In tegenstelling tot andere benchmarks kunnen maatschappelijk organisaties en NGO’s zich niet zelf aanmelden voor het onderzoek. Vorig jaar bleek al dat er geen algemeen aanvaarde lijst naar omzet, leden, donateurs of andere relevante criteria beschikbaar is. Uiteindelijk is voor de Transparantiebenchmark 2004 gekomen tot een lijst van 25 geselecteerde maatschappelijke organisaties die voldoen aan de volgende criteria: • De organisatie heeft een vestiging in Nederland • De organisatie werkt (minimaal) landelijk • De organisatie is van evident belang voor het transparantie-, MVO- danwel maatschappelijk debat in Nederland. Bij de selectie is verder gestreefd naar een min of meer evenwichtige verdeling tussen actiegroepen, goede doelen en belangenorganisaties. Tevens is bij de actiegroepen rekening gehouden met aanwezigheid van belangrijke sectoren als milieu, ontwikkelingssamenwerking en mensenrechten. Zie voor een compleet overzicht van de onderzoeksgroep bijlage 8.1. 3.2
Bronnen
Voor het onderzoek hebben we het jaarverslag aangemerkt als dé manier voor maatschappelijke organisaties om verantwoording af te leggen. Het wordt over het algemeen speciaal voor dit doel vervaardigd. Alle gepubliceerde (openbare) financiële jaarverslagen zijn beoordeeld in combinatie met een eventueel afzonderlijk maatschappelijk jaarverslag over (een gedeelte van) het jaar 2004. Omdat we bij het uitvoeren van de Transparantiebenchmark 2004 gemerkt hebben dat organisaties ook hun sociaal jaarverslag gebruiken om verantwoording af te leggen, zijn ook deze verslagen meegenomen in de beoordeling. Evenals bij bedrijven is ook voor maatschappelijke organisaties besloten informatie op de website mee te nemen in de beoordeling. Voorwaarde is wel dat het reguliere jaarverslag een heldere verwijzing bevat naar een specifiek onderwerp op de website. Bovendien moet de online-informatie beschouwd kunnen worden als een aanvulling op het jaarverslag en moet de informatie betrekking hebben op het jaar 2004. Niet meegenomen zijn algemene publicaties, zoals folders, speeches en persberichten, hoewel sommige organisaties aangeven vooral deze middelen in te zetten om transparant te zijn. Zo geeft VNO-NCW de VNO-NCW Wegwijzer uit, een publicatie met informatie over de dienstverlening, gelieerde organisaties, contactpersonen per thema en adressen. Deze Wegwijzer is niet meegenomen in de Transparantiebenchmark. De financiële bijlage behorende bij het jaarverslag is wel beoordeeld. Enkele organisaties hebben additionele informatie met het jaarverslag verzonden. In de jaarverslagen van Cordaid en ICCO zit een CD-ROM met alle projecten van deze organisaties per werelddeel en land gerangschikt, met tevens gegevens over de financiering van deze projecten. Novib vermeldt in haar jaarverslag ook een CD-ROM met alle projectinformatie beschikbaar te hebben. Deze zit niet bij het jaarverslag, maar is wel aan te vragen. Hivos heeft naast het jaarverslag 2004 de bijlage Partnerorganisaties 2004. In deze 160 pagina’s tellende uitgave staat per partnerorganisatie het type organisatie vermeld, de beleidssector
11
waarin de organisatie werkzaam is en de manier waarop het project is gefinancierd. Al deze bijlagen zijn te beschouwen als onderdeel van het jaarverslag, en zijn dus meegenomen in de beoordeling. Schone Kleren Kampagne heeft naar aanleiding van ons verzoek om het jaarverslag te ontvangen per e-mail de jaarrekening toegezonden en additionele informatie over de organisatie, zoals het activiteitenverslag van de campagne rond de Olympische Spelen in 2004. Hoewel Schone Kleren Kampagne kennelijk wel transparant wil zijn, is deze informatie niet meegenomen in de benchmark, aangezien we alleen informatie in het jaarverslag meenemen. Wanneer deze informatie wel in het jaarverslag had gestaan was de organisatie waarschijnlijk hoger geëindigd. Verslagen die niet voor 1 oktober 2005 verschenen, zijn niet in het onderzoek opgenomen. Hiermee hanteren we dezelfde deadline als voor bedrijven. Ook het Centraal Bureau Fondsenwerving (CBF) vraagt de aangesloten organisaties negen maanden na afloop van het boekjaar (meestal 31 december) een verslag uit te brengen. 3.3
Methodologie en beoordelingsmodel
De methodologie die in de Transparantiebenchmark 2005 gebruikt is, is voor het grootste gedeelte identiek aan die van 2004. Toen is in samenwerking met EIBE/Universiteit Nyenrode een beoordelingssystematiek ontwikkeld die voldoet aan de eisen van het Ministerie van Economische Zaken. Zie bijlage 8.2 voor een uitgebreide toelichting. In een tabel samengevat ziet het beoordelingsmodel er als volgt uit: Beoordelingsaspect analysemodel met enkele aandachtspunten
Maximale score (in procenten)
Profiel Financiën (11 punten), missie, doelen en statuten (9), eigen activiteiten, campagnes en geografische reikwijdte (8), structuur, rechtsvorm, achterban (6), bestuur, directie, salarissen en stakeholders (16), samenwerkingsverbanden, autonomie (6)
56
Bedrijfsvoering Impact van de bedrijfsvoering op economie, milieu en werknemers
20
Vorm Verkrijgbaarheid, beschikbaarheid
16
Verificatie Verificatie door extern bureau
8
Beoordelingsaspecten van het analysemodel en puntenverdeling
Door het geringe aantal aanpassingen in de methodologie is het mogelijk de scores te vergelijken met die van vorig jaar. Hierdoor wordt inzichtelijk welke maatschappelijke organisaties in hun jaarverslagen meer of juist minder transparant geworden zijn. Met andere woorden: of ze stijgen of dalen op de transparantieladder.
12
4
Bevindingen
In dit hoofdstuk geven we de belangrijkste kwantitatieve onderzoeksresultaten weer. 4.1
Uitvoering
Bij het verzamelen van de jaarverslagen is in eerste instantie de website van de maatschappelijke organisatie geraadpleegd om te zien of de jaarverslagen digitaal beschikbaar zijn. Daarnaast heeft het onderzoeksteam e-mails gestuurd naar de algemene e-mailadressen van de organisaties met het verzoek om de financiële, maatschappelijke en sociale verslagen in papieren vorm toe te sturen. Indien de organisatie niet reageerde op de e-mails, werd telefonisch contact opgenomen. Over het algemeen werd redelijk snel gereageerd op ons verzoek het jaarverslag op te sturen; meestal hadden we één of twee keer contact. Voor enkele organisaties moesten we vasthoudender zijn en hebben we verscheidene keren moeten mailen en bellen. 4.2
Soorten verslagen
Van de 25 maatschappelijke organisaties uit de onderzoeksgroep hebben wij 23 jaarverslagen ontvangen. De jaarverslagen van de Dierenbescherming en van FNV waren, net als vorig jaar, niet op tijd beschikbaar. In tegenstelling tot vorig jaar heeft de Schone Kleren Kampagne ons dit jaar een jaarverslag toegestuurd. Sociale jaarverslagen nemen wij dit jaar voor het eerst mee in het onderzoek. Drie organisatie publiceren een sociaal jaarverslag, namelijk Amnesty International, Novib en het WNF. Het WNF publiceert als enige organisatie een milieujaarverslag. Vorig jaar publiceerde geen enkele organisatie een milieujaarverslag.
��
�������������������������
��
�������������������������
�
����������������������
�
���������������������������������������� �
�
��
��
��
��
Aantal financiële, maatschappelijke (milieu) en sociale verslagen
13
4.3
Verschijningsvorm
Twintig organisaties publiceren naast een papieren versie ook een digitale versie van het financiële jaarverslag op internet. Rover en Schone Kleren Kampagne publiceren geen digitale versie. Amnesty International en Novib publiceren het sociaal jaarverslag in gedrukte en digitale vorm. Het WNF publiceert om papier en geld te besparen het financieel-, sociaal- en milieujaarverslag alleen in digitale vorm.
�� �
�������������������������
������������������ ������������������
�
�������������������� ��
�
�������������������������
� �
�
��
��
��
Verschijningsvorm financiële verslagen
4.4
Vermelding Transparantiebenchmark 2004
Vijf organisaties noemen in het jaarverslag de Transparantiebenchmark 2004. Amnesty International, Greenpeace en Novib noemen de behaalde score van de benchmark. Cordaid en Rover expliciteren daarnaast naar aanleiding van de Transparantiebenchmark 2004 de transparantie van de organisatie te verbeteren.
Cordaid: “Cordaid zal het onderzoek benutten om de transparantie van haar verslaglegging verder te verbeteren.”
Rover: “Dit jaarverslag is wat uitgebreider dan u van ons gewend bent. Dit komt o.a. doordat het jaarverslag van Rover vorig jaar op last van Economische Zaken (in het kader van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen) is onderzocht door Berenschot (…) Uit dit onderzoek blijkt dat men Rover niet transparant genoeg vond, voor wat betreft de verantwoording van de inkomsten, uitgaven en activiteiten. (…) Vandaar dit (uitgebreide) jaarverslag nieuwe stijl. Benieuwd in welke categorie Berenschot ons dit jaar plaatst!”
14
4.5
Taal
Van de 23 ontvangen jaarverslagen worden er 21 uitsluitend in het Nederlands uitgegeven. Novib heeft als enige organisatie het jaarverslag in het Nederlands en in het Engels beschikbaar. Schone Kleren Kampagne heeft haar jaarverslag enkel in het Engels gepubliceerd.
�
�
���������� ������ ��������������������
�� Taal financiële verslagen
4.6
Omvang
Gemiddeld telt een financieel jaarverslag 78 pagina’s. De dikte varieert van twaalf tot 222 bladzijden. Ook het formaat van de jaarverslagen verschilt. Van de papieren jaarverslagen die we ontvingen, verschijnen er acht op het standaard A4-formaat. Overige maten variëren van A3 (tabloid) en A5-formaat, tot vierkant of andere afwijkende formaten. Dit in tegenstelling tot bedrijven, hiervan verschijnt het overgrote deel van de jaarverslagen op A4 formaat. Voor het uitvoeren van de Transparantiebenchmark 2005 heeft het onderzoeksteam in totaal 1.787 gedrukte pagina’s geanalyseerd. Om de informatiedichtheid van de verslagen te beoordelen hebben we per organisatie de score op de transparantieladder gedeeld door het aantal pagina’s van het jaarverslag. De 23 onderzochte organisaties halen gemiddeld 0,9 punten per pagina. Het verslag van Artsen zonder Grenzen heeft de hoogste informatiedichtheid: voor 69 punten in de Transparantiebenchmark gebruikt de organisatie 23 pagina’s. Cordaid en de Hartstichting hebben de meeste woorden nodig, ze behalen beide 0,4 punten per pagina.
15
Hoogste informatiedichtheid
Aantal pagina’s
Score
Punten per pagina
Artsen zonder grenzen
23
69
3,0
WNF
19
46
2,4
Schone Kleren Kampagne
12
28
2,3
Aantal pagina’s
Score
Punten per pagina
Cordaid
222
76
0,4
Hartstichting
152
66
0,4
KWF Kankerbestrijding
136
76
0,6
Laagste informatiedichtheid
Hoogste en laagste informatiedichtheid
16
5
Transparantieladder 2005
5.1
Hoofdgroepen
Op basis van hun score volgens het analysemodel van de Transparantiebenchmark zijn de organisaties ingedeeld in een van de zes sporten op de transparantieladder. De hoofdgroepen zijn: • Voorhoede • Subtoppers • Kanshebbers • Zoekers • Hekkensluiters • Bezemwagen De laatste categorie, de bezemwagen, is gereserveerd voor organisaties die geen jaarverslag uitbrengen en dus volgens de criteria van de Transparantiebenchmark nul punten scoren. De indeling van de onderzochte organisaties in deze hoofdgroepen is gedaan door de laagste score (Schone Kleren Kampagne, 28 punten) van de hoogste score (Natuurmonumenten, 87 punten) af te trekken. Het verschil is door vijf gedeeld, waardoor de grenswaarden bepaald zijn. Alle scores zijn afgerond op hele getallen.
76 t/m 87 punten
Voorhoede Subtoppers Kanshebbers
Bezemwagen
52 t/m 63 40 t/m 51
Zoekers Hekkensluiters
64 t/m 75
28 t/m 39
0 punten (geen jaarverslag)
De Transparantieladder
5.2
Transparantieladder 2005
Onderstaande lijst toont 25 invloedrijke Nederlandse maatschappelijke organisaties, gerangschikt naar de transparantie in hun maatschappelijke jaarverslaggeving. De transparantiescores zijn uitgedrukt in een percentage van het maximaal aantal te behalen punten. De scores van de subrubrieken zijn afgerond op één decimaal, de eindscore is afgerond op hele punten. Organisaties met een score van nul hebben geen jaarverslag uitgegeven.
17
��������� ����������������
^^
���������������������
=
����
^^
���������������
=
�������
=
����������
^
�����
=
�����������
=
��������������������� vv
���������� ����������������������
^
�����
^^
���������������
=
��������������
v
���
^^
���������������������
^
�����
=
�������������
=
���������
��������������
=
������
����
v
������������ ���������
�������
������������������������
��� vv
����������������������
���������� vv
���������������������
��������������
����
�������
^
����������������������
^^
�����������
^^ ^ =
������������������������� �������������������� ������������������� v ������������������������ vv �������������������������
���������� �����������������
=
���
= �
18
��������������������������
��
��
��
��
���
5.3
Resultaten vergeleken met de benchmark 2004
De Transparantiebenchmark 2005 geeft een beeld van de transparantie van de 25 maatschappelijke organisaties. Omdat vorig jaar een nulmeting verricht is, kan dit jaar inzicht gegeven worden in de ontwikkelingen na een jaar. Hoewel de gemiddelde score over de hele onderzoeksgroep nauwelijks gestegen is, blijkt dat per organisatie soms grote verschuivingen opgetreden zijn: sommige organisaties doen het aanzienlijk beter dan vorig jaar, andere zijn dramatisch gedaald op de transparantieladder. Vorig jaar hebben we ICCO ten onrechte twee punten te weinig toegekend. Hun score komt daarmee uit op 65 punten voor 2004. Bij de berekening in dit verslag is uitgegaan van een score van 63 punten voor 2004. 5.3.1 Gemiddelde score
De gemiddelde score in 2005 is 67,8. Dat is 0,4 punten hoger dan in 2004.
��������� ������ ������������ ����
��������� ������������������������ ���������������������� ���������������������
����
���� �
��
��
��
��
�����������
Gemiddelde score maatschappelijke organisaties per beoordelingsaspect, 2004 en 2005
5.3.2 Voorhoede 2005
Zeven organisaties die in 2004 in de voorhoede stonden, staan dat dit jaar ook weer. ICCO en Greenpeace zijn nieuw in de voorhoede; Milieudefensie is dit jaar gezakt naar de subtoppers. Score 2004
Score 2005 Natuurmonumenten
87
Amnesty International
86
Amnesty International
82
KWF Kankerbestrijding
84
Consumentenbond
80
Novib
80
ICCO
80
Consumentenbond
76
Cordaid
79
Cordaid
76
Greenpeace
78
Milieudefensie
76
Novib
77
Natuurmonumenten
76
KWF Kankerbestrijding
76
Pax Christi
76
Pax Christi
76
De voorhoede 2004
De voorhoede 2005
19
5.3.3 Stijgers
Rover stijgt het snelst op de transparantieladder. De organisatie steeg van 41 naar 71 punten. Schone Kleren Kampagne bracht vorig jaar geen jaarverslag uit en deed dat dit jaar wel. Daarmee maken ze zich als enige organisatie los uit de bezemwagen. Score 2005
Score 2004
Stijging t.o.v. 2004
Rover
71
41
30
Schone Kleren Kampagne
28
0
28
CNV
69
48
21
ICCO
80
63
17
Natuurmonumenten
87
76
11
Sterkste stijgers op de transparantieladder
Meer dan de helft van 23 organisaties met een jaarverslag scoort hoger dan in de Transparantiebenchmark van 2004. Van deze organisaties stijgt 22 procent zelfs met 10 of meer punten.
��
20
���
���
���
���
���
���
Van de 23 onderzochte organisaties scoort 43 procent lager dan in het onderzoek van vorig jaar. Negen procent zakt met tien of meer punten.
���
������������������������
���
������������������������
������������������������� ��
�� ���
���
���
���
���
Percentage gedaalde organisaties
21
22
6
Analyse
In het vorige hoofdstuk hebben we de totaalscores van de onderzochte organisaties weergegeven. In dit hoofdstuk behandelen we de resultaten per vragencategorie. 6.1
Profiel van de organisatie
In het eerste onderdeel van het beoordelingsmodel wordt gekeken naar enkele kerngegevens van de organisatie. Aan bod komen: financiële situatie en afhankelijkheid, doelen en statuten, activiteiten, organisatiestructuur en legitimatie, bestuur en stakeholders en verbanden met andere organisaties. Deze categorie levert 56 procent van de maximale score.
������� ������������������������� ���
���� �����������
Verdeling maximaal aantal punten per categorie, profiel van de organisatie
Gemiddeld halen de 23 organisaties met een jaarverslag 36,2 van de maximaal 56 punten. Dit gemiddelde was in 2004 nog 39,0. Er zijn geen organisaties die het maximaal aantal punten halen. Natuurmonumenten en Amnesty International scoren met 48 punten het hoogst van de onderzoeksgroep.
23
De voorhoede haalt 42,4 punten van de 56 punten in deze categorie, de hekkensluiters 14,5.
��������������
��
���������
����
����������
����
�����������
����
�������
����
��������������
����
�����������
���� �
��
��
��
��
��
��
���������������� Profiel van de organisatie, gemiddelde score per sport op de transparantieladder
6.1.1 Financiële situatie en afhankelijkheid
Bij dit onderdeel is bekeken of de onderzochte organisaties een balans en een overzicht van de inkomsten en uitgaven hebben opgenomen in hun jaarverslag. Verder is gekeken in hoeverre organisaties hun inkomsten naar herkomst onderverdelen. Alle organisaties die een jaarverslag uitgeven, scoren minimaal een punt voor financiële situatie en afhankelijkheid. Veertien van de 23 organisaties halen de maximale elf punten. In 2004 waren dat er nog achttien. Fair Trade weet dit jaar slechts één punt te behalen. Deze organisatie publiceert als enige geen balans. Rover en VNO-NCW doen dat dit jaar, in tegenstelling tot in 2004, wél. De gemiddelde score voor financiële situatie en afhankelijkheid is gedaald van 10,2 naar 9,7.
��
��������������
���
�����������
�����������
���� �
�
�
�
���������������� Financiële situatie en afhankelijkheid, gemiddelde score 2004 en 2005
24
�
��
��
6.1.2 Doelen en statuten
Een organisatie scoort op het onderdeel doelen en statuten maximaal negen punten als het jaarverslag verwijst naar statuten of interne richtlijnen en naar de missie van de organisatie. Zeven organisaties scoren het maximaal aantal punten: Amnesty International, ANWB, Artsen Zonder Grenzen, Natuurmonumenten, Nederlandse Rode Kruis, Novib en Rover zijn optimaal transparant. Vier organisaties scoren geen enkel punt: Cordaid, Schone Kleren Kampagne, VNO-NCW en WNF. De gemiddelde score van de maatschappelijke organisaties is gelijk gebleven ten opzichte van vorig jaar.
�
��������������
�����������
���
�����������
��� �
�
�
�
�
�
���������������� Doelen en statuten, gemiddelde score 2004 en 2005
Natuur en Milieu: “Onze vernieuwde missie luidt: Natuur en Milieu zet zich in voor een rijke natuur, een divers landschap en een schone en groene leefomgeving. Wij werken daaraan vanuit een visie op duurzame ontwikkeling: eerlijk delen van welvaart en milieugebruiksruimte, in Nederland en elders, nu en later.”
6.1.3 Activiteiten
In dit onderdeel van het beoordelingsmodel wordt gekeken naar de hoofdactiviteit van de organisatie en daar uit voortvloeiende campagnes. Ook wordt de transparantie beoordeeld op informatie over de geografische reikwijdte van het werkterrein van de organisatie. Zestien organisaties scoren het maximaal aantal punten voor het vermelden van hun activiteiten. Dit is een verdubbeling ten opzichte van vorig jaar. Schone Kleren Kampagne is de enige organisatie die geen enkel punt scoort. De gemiddelde score is ten opzichte van 2004 zeer licht gestegen.
ANWB: “De ANWB komt bij overheden, bedrijven en brancheorganisaties op voor de belangen van de leden binnen de statutaire werkvelden. De belangenbehartiging wordt daarnaast ingevuld met een breed assortiment producten, diensten en activiteiten, vooral in de sfeer van hulpverlening, reizen, verzekeringen en informatie.”
25
De geografische reikwijdte troffen we in zestien gevallen expliciet aan in jaarverslagen. Vaak wordt vermeld dat de organisatie wereldwijd actief is, dan wel in specifieke landen. In alle overige gevallen zijn organisaties actief in het buitenland, zonder daarbij te vermelden of zij wereldwijd opereren of zich beperken tot specifieke landen.
�
��������������
���
�����������
���
����������� �
�
�
�
�
�
�
�
�
����������������
Activiteiten, gemiddelde score 2004 en 2005
6.1.4 Organisatiestructuur en legitimatie
Binnen het onderdeel organisatiestructuur en legitimatie is in de jaarverslagen gekeken naar informatie over de organisatiestructuur, de rechtsvorm en de expliciete vermelding dat de organisatie handelt namens een bepaalde achterban. Cordaid is de enige organisatie die het maximaal aantal punten behaalt, Fair Trade en Schone Kleren Kampagne scoren geen punten. Veel organisaties laten punten liggen, omdat ze niet verantwoorden namens welke achterban zij handelen: alleen Cordaid en Natuur & Milieu doen dat.
�
��������������
���
�����������
���
����������� �
�
�
�
����������������
Organisatiestructuur en legitimatie, gemiddelde score 2004 en 2005
26
�
�
�
Cordaid: “De betrokkenheid bij ontwikkelingssamenwerking verandert van karakter. De ideologische bevlogenheid van vroeger maakt plaats voor pragmatisch idealisme bij de jeugd van nu. Cordaid wil hierbij aansluiten en haar achterban nauwer betrekken bij haar werk. (…) Ownership is ook relevant voor de Nederlandse context: het gaat erom dat de achterban zich ziet als mede-eigenaar van het werk dat Cordaid samen met andere organisaties in het Zuiden verzet.”
Zestien organisaties maken in hun jaarverslag duidelijk hoe de organisatie gestructureerd is. Veelal gebeurt dit door een organogram.
Organogram KWF Kankerbestrijding
27
6.1.5 Bestuur en stakeholders
Binnen het onderdeel bestuur en stakeholders is beoordeeld of organisaties in hun jaarverslag de namen en taken van alle directieleden vermelden. Ook hebben we gekeken naar de namen en taken alsmede externe functies en zittingstermijnen van toezichthouders. Tenslotte hebben we beoordeeld of de salarissen van de directie en de beloningen voor de toezichthouders vermeld worden. Geen enkele organisatie scoort het maximaal aantal punten, Natuurmonumenten scoort het hoogste aantal (twaalf). Drie organisaties scoren geen enkel punt: Schone Kleren Kampagne, VNO-NCW en WNF. Opvallend is dat de gemiddelde score ten opzichte van 2004 met bijna vier punten is gedaald.
��
��������������
���
�����������
����
����������� �
�
�
�
�
��
��
��
��
���������������� Bestuur en stakeholders, gemiddelde score 2004 en 2005
Er is nog steeds weinig openheid rondom de salarissen van de directieleden van maatschappelijke organisaties. Alleen Amnesty International, Greenpeace, Natuurmonumenten en Rover melden individuele salarissen van directieleden en beloningen van toezichthouders. Artsen Zonder Grenzen, de Hartstichting en KWF Kankerbestrijding vermelden alleen het salaris van de directeur. De overige zestien organisaties melden niets op dit gebied. 6.1.6 Verbanden met andere organisaties
Als laatste onderdeel binnen de categorie profiel van de organisatie hebben we gekeken naar samenwerkingsverbanden met andere organisaties op nationaal en internationaal niveau. Ook hebben we onderzocht in hoeverre de organisatie de mate van autonomie en geografische competentie aangaf, indien zij deel uitmaakt van een internationale organisatie. Zeventien organisaties scoren het maximale aantal van zes punten. WNF en Schone Kleren Kampagne halen geen enkel punt.
28
De gemiddelde score stijgt ten opzichte van 2004 met een heel punt naar 5,1.
�
��������������
���
�����������
���
����������� �
�
�
�
�
�
�
���������������� Verbanden met andere organisaties, gemiddelde score 2004 en 2005
Natuurmonumenten: “Er is structurele samenwerking met milieufederaties in de regio’s en er zijn samenwerkingsverbanden van natuur- en milieuorganisaties, zoals Consept in de provincie Zuid-Holland. Ook is er een intensieve samenwerking met de collega-organisaties Staatsbosbeheer en de provinciale landschappen. Daarnaast zijn er vele gelegenheidscoalities, zoals de waddencoalitie en de samenwerking in het deltagebied.”
6.2
Maatschappelijke aspecten van de bedrijfsvoering
Beoordeeld werd of het verslag aangeeft wat de effecten zijn van de organisatie op het milieu en de werknemers, en (indien van toepassing) wat de maatschappelijke invloed is die de organisatie heeft doordat ze ‘partnerships’ met bedrijven is aangegaan. Deze categorie levert 20 procent van de maximale score.
������� ������������������������� ���� ����������� ���
Verdeling maximaal aantal punten naar categorie, maatschappelijke aspecten van de bedrijfsvoering
29
Gemiddeld scoren de onderzochte organisaties 9,8 punten in deze categorie; een stijging van 0,5 ten opzichte van 2004. Geen enkele organisatie scoort het maximaal aantal te behalen punten. De Consumentenbond (18 punten) en ICCO (16 punten) doen het in deze categorie het best. Schone Kleren Kampagne scoort geen enkel punt in deze categorie. De voorhoede haalt 13,0 punten in deze categorie; de hekkensluiters 2,5 punt.
��
�������������� ����
��������� ���
����������
����
�������
���
����������� ���
��������������
���
����������� �
�
��
��
��
���������������� Maatschappelijke aspecten van de bedrijfsvoering, gemiddelde score per sport op de transparantieladder
6.2.1 Economie
Dit jaar is het thema ‘economie’ toegevoegd aan het beoordelingsmodel van de Transparantiebenchmark. Onder economische issues vallen zaken als werkgelegenheid, corruptie en omkoping, concurrentie en prijsvorming, bijdrage aan het concurrentievermogen en de welvaart van een land en de economische gevolgen van (des)investeringen. Slechts twee organisaties scoren hierop punten: de Consumentenbond en ICCO.
ICCO: “Voor leveranciers werd vooral gezocht naar kleinschalige bedrijven in de nabije omgeving van Zeist om de lokale economie te stimuleren.”
6.2.2 Milieu
Bij dit onderwerp is beoordeeld of een organisatie melding maakt van de invloed van de eigen organisatie op milieu. Daarbij gaat het om de onderwerpen zoals vermeld in de Handreiking voor Maatschappelijke Verslaggeving van de Raad voor de Jaarverslaggeving, zoals energieverbruik, stank, afval, stof, gebruik van water en grondstoffen, incidenten en recycling. In dertien van 23 jaarverslagen vermelden organisaties hoe zij met interne milieuzorg omgaan. Vorig jaar waren dat er nog maar negen.
Milieudefensie: “Om inzicht te krijgen in onze eigen milieuprestaties hebben wij dit jaar voor het eerst gebruik gemaakt van de MKB-Milieubarometer die door CE en Stimular ontwikkeld is voor het Midden- en Klein Bedrijf. Deze barometer toont welke milieuaspecten zoals energie, afval, emissies of papierverbruik, het meest bijdragen aan onze totale milieuscore en milieukosten.”
30
6.2.3 Werknemers
Bij het onderwerp werknemers is beoordeeld of een organisatie melding maakt van de invloed van de organisatie op de eigen werknemers. Net als bij het onderwerp milieu gaat het daarbij om de onderwerpen zoals vermeld in de Handreiking voor Maatschappelijke Verslaggeving van de Raad voor de Jaarverslaggeving, zoals ziekteverzuim, opleidingsmogelijkheden, opbouw personeelsbestand en veiligheid en gezondheid. Slechts twee organisaties geven geen enkele informatie over de eigen invloed op de werknemers, daarmee doen 21 organisaties dat wél. Dat zijn er vier meer dan vorig jaar.
Plan Nederland: “Plan Nederland stelt zich de vraag hoe ze haar werknemers een passende regeling kan bieden om werk en zorg voor kinderen te combineren. De organisatie wil daarmee tegemoetkomen aan de reeds bestaande wensen en behoeften van de medewerkers bij de opvang van kinderen. Plan had geen kinderopvangregeling. Hiervoor worden in het komende verslagjaar maatregelen genomen.”
Artsen zonder Grenzen: “In 2004 werd door Artsen zonder Grenzen ook aandacht besteed aan de veiligheid, gezondheid en het welzijn van haar kantoormedewerkers. We verscherpten ons beleid op het gebied van RSI en een gezonde werkomgeving.” “2004 zal voor Artsen zonder Grenzen altijd onlosmakelijk verbonden blijven met het verlies van onze vijf collega’s die werden vermoord in de provincie Badghis in het noord-westen van Afghanistan. Deze moorden benadrukken de kwetsbaarheid van ons werk en herinneren ons er ook aan hoe kwetsbaar humanitaire actie feitelijk is.”
6.2.4 Partnerships
We hebben onderzocht of organisaties deelnemen aan internationale partnerships met bedrijven die actief zijn buiten de Westerse landen. Het kan partnerships betreffen met betrekking tot milieu, arbeid en/of mensenrechten. Twaalf organisaties geven aan dat ze een partnership met een bedrijf hebben dat internationaal actief is. Ten opzichte van vorig jaar toen vijf organisaties dat deden, is dat meer dan een verdubbeling.
Cordaid: “Binnen het bedrijfsleven bestaat een groeiende belangstelling voor de maatschappelijke, economische en ecologische gevolgen van het eigen handelen (maatschappelijk verantwoord ondernemen - MVO). Van haar kant erkent Cordaid de potentieel positieve rol die bedrijven kunnen leveren aan armoedebestrijding. Cordaid en partners stimuleren en ondersteunen de betrokkenheid van bedrijven bij armoedebestrijding op verschillende manieren.”
Novib: “Met Nederlandse multinationals (Unilever, Shell en ABN AMRO) die werkzaam zijn in Novib’s partnerlanden onderzocht Novib wat hun invloed is op de arbeidsrechten in die landen en hoe naleving ervan verbeterd kan worden.”
31
6.3
Vorm
Bij vorm is gelet op de aanduiding in het jaarverslag van de periode waarover gerapporteerd wordt, de publicatiedatum, de reikwijdte van het verslag, de aanwezigheid van voldoende contactinformatie en de verkrijgbaarheid. Deze categorie levert 16 procent van de maximale score.
���
������� ������������������������� ���� �����������
Verdeling maximaal aantal punten naar categorie, vorm
In de categorie vorm laten de maatschappelijke organisaties een verbetering zien ten opzichte van vorig jaar. Dit jaar is de gemiddelde score in deze categorie 15,3; in 2004 was dat 12,1. Zestien organisaties scoren het maximaal aantal punten, geen enkele organisatie scoort nul punten. De voorhoede haalt 16,0 punten in deze categorie; de hekkensluiters 12,5.
��������������
�� ����
��������� ����������
����
�����������
���� ����
�������
����
�������������� �����������
���� �
�
��
�� ��
���������������� Vorm, gemiddelde score per sport op de transparantieladder
6.4
Verificatie
Bij verificatie is gekeken naar de aanwezigheid van een verklaring van een onafhankelijke deskundige die de inhoud van het jaarverslag heeft geverifieerd. Daarnaast is nagegaan hoe de verificatie tot stand is gekomen. Deze categorie levert acht procent van de maximale score.
32
��
������� ������������������������� ���� �����������
Verdeling maximaal aantal punten naar categorie, verificatie
Bij 19 organisaties troffen we een verificatie van een onafhankelijke deskundige aan. Dit zijn er evenveel als in 2004, maar omdat we één financieel verslag meer hebben ontvangen ten opzichte van vorig jaar is de gemiddelde score in deze categorie gedaald van 6,9 naar 6,6. Rover en VNO-NCW hebben evenals vorig jaar geen verificatie, CNV heeft dit jaar voor het eerst het jaarverslag laten verifiëren en bij de ANWB en Fair Trade troffen we in tegenstelling tot vorig jaar geen verificatie aan.
��������������
� ���
��������� ���
�����������
���
���������� �������
���
��������������
���
�����������
��� �
�
�
�
�
�
�
�
�
���������������� Verificatie, gemiddelde score per sport op de transparantieladder
33
34
7 7.1
Conclusies Maatschappelijke organisaties blijven heel transparant
De gemiddelde score van maatschappelijke organisaties is ten opzichte van 2004 nauwelijks veranderd (67,8 in 2005 tegenover 67,4 in 2004). De voorhoede (negen organisaties) en subtoppers (tien organisaties) blijven evenals vorig jaar het grootst. Het aantal organisaties dat een plek heeft in één van deze twee groepen is gestegen van zestien naar negentien en vormt daarmee 76 procent van de onderzoeksgroep.
��
���������
�� ���
��
���������� �����������
��
������� �������������� ���������� ���
Verdeling van de organisaties over de sporten van de transparantieladder
7.2
Natuurmonumenten is meest transparant
Natuurmonumenten bezet dit jaar met 87 punten de eerste plek op de transparantieladder. De organisatie behaalt elf punten meer dan in de benchmark van vorig jaar en stoot daarmee Amnesty International van de eerste plek. Andere organisaties die een plek in de voorhoede verworven hebben zijn: Amnesty International, Consumentenbond, ICCO, Cordaid, Greenpeace, Novib, KWF Kankerbestrijding en Pax Christi. 7.3
Rover stijgt het snelst
Rover stijgt het snelst op de transparantieladder. De organisatie haalt maar liefst 30 punten meer dan in 2004. Ook CNV (21 punten omhoog), ICCO (17 punten omhoog) en Natuurmonumenten (11 punten omhoog) stijgen snel. Schone Kleren Kampagne klimt uit de bezemwagen, omdat de organisatie dit jaar voor het eerst een jaarverslag opstuurde. 7.4
WNF daalt het hardst
WNF daalt in vergelijking met vorig jaar het hardst. In 2004 scoorden ze nog 65 punten, dit jaar zakken ze met 19 punten naar de categorie zoekers. Andere snelle dalers zijn Fair Trade (16 punten lager), KWF Kankerbestrijding (8 punten lager), Milieudefensie en ANWB (beide 6 punten lager).
35
7.5
Nog steeds weinig openheid over salarissen
Er is nog steeds weinig openheid over de salarissen van de directieleden. Alleen Amnesty International, Greenpeace, Natuurmonumenten en Rover melden individuele salarissen van directieleden en beloningen van toezichthouders. Artsen Zonder Grenzen, de Hartstichting en KWF Kankerbestrijding vermelden alleen het salaris van de directeur. 7.6
Vrijwel alle verslagen zijn geverifieerd
Bij 19 van de 23 organisaties met een jaarverslag troffen we een verificatie van een onafhankelijke deskundige aan. Deze verificatie heeft betrekking op de financiële gegevens van de organisatie.
36
8 8.1
Bijlagen Onderzoeksgroep, alfabetisch
Naam organisatie Amnesty International ANWB Artsen Zonder Grenzen CNV Consumentenbond Cordaid Dierenbescherming Fair Trade FNV Greenpeace Hartstichting HIVOS ICCO KWF Kankerbestrijding Milieudefensie Natuur & Milieu Natuurmonumenten Nederlandse Rode Kruis Novib Pax Christi Plan Nederland Rover Schone Kleren Kampagne VNO-NCW WNF 8.2
Score 2005 82 65 69 69 80 79 0 44 0 78 66 69 80 76 70 70 87 73 77 76 66 71 28 39 46
Score 2004 86 71 62 48 76 76 0 60 0 73 65 71 63 84 76 71 76 64 80 76 67 41 0 30 65
Stijging/daling t.o.v. 2004 -4 -6 7 21 4 3 0 -16 0 5 1 -2 17 -8 -6 -1 11 9 -3 0 -1 30 28 9 -19
Verantwoording methodologie en beoordelingsmodel
In deze bijlage verantwoorden we de methodologie van de Transparantiebenchmark. In 8.2.1 gaan we kort in op de wijze van beoordelen. In 8.2.2 beschrijven we de vier aspecten die de kern vormen van het beoordelingsmodel. In 8.2.3 geven we de belangrijkste wijzigingen in het beoordelingsmodel ten opzichte van de Transparantiebenchmark 2004 en in 8.2.4 geven we het beoordelingsmodel zelf. 8.2.1 Wijze van beoordeling
Maatschappelijk verslaggeving geeft informatie over de economische, milieu- en sociale aspecten van de organisatie en over de effecten daarvan op de maatschappij. Het doel van de beoordeling is een weergave van de mate van transparantie in maatschappelijke verslaggeving zoals die op dit moment onder grote maatschappelijke organisaties in Nederland bestaat. Deze weergave vormt een benchmark die gebruikt kan worden om te meten of en in hoeverre de transparantie van de maatschappelijke verslaggeving door deze organisaties groter wordt.
37
Algemeen: De nummering van de vragen loopt door. Dit voorkomt verwarring over identieke vraagnummers in verschillende beoordelingsaspecten. Vraag 24: Het verslag maakt melding van de invloed van de organisatie op economie. Hoewel dit een wezenlijk onderdeel is van de Richtlijn 400 en de Handreiking van de Raad voor de Jaarverslaggeving, ontbrak in de methodologie van vorig jaar het onderwerp ‘economische effecten van de bedrijfsvoering’. Te denken valt dan aan thema’s als fraude, corruptie, eerlijke concurrentie, economische gevolgen van investeringen en desinvesteringen. Gezien het actuele belang van deze issues hebben we vraag 24 tussengevoegd. Vraag 33 en 34: Het verslag bevat een verklaring van een onafhankelijke deskundige die de inhoud heeft geverifieerd en legt uit hoe de verificatie tot stand is gekomen. Deze vragen waren weinig specifiek (organisaties scoorden 0 of 8 punten). Om enige nuance aan te brengen en omdat er verschil is in de soorten verificatie, zijn er tussenstappen voor de puntentoekenning tussengevoegd (verklaring gericht op beperkte/ redelijke mate van zekerheid en beschrijving van reikwijdte van verificatie en verrichte werkzaamheden). 8.2.4 Beoordelingsmodel
A. Profiel van de organisatie (56 punten) Financiën 1. De balans (grootte en samenstelling van het vermogen) van de organisatie betreffende het einde van de verslagperiode is opgenomen [2] 0 = balans wordt niet vermeld 2 = balans wordt vermeld 2. Inkomsten en uitgaven tijdens de verslagperiode zijn opgenomen [2] 0 = inkomsten en uitgaven worden niet vermeld 2 = inkomsten en uitgaven worden vermeld 3. De inkomsten worden onderverdeeld naar herkomst (bv. contributies, subsidies, incidentele schenkingen, collecte, beleggingen etc.) [6] 0 = geen onderverdeling naar herkomst 3 = indien er sprake is van inkomsten uit schenkingen of subsidies door overheidsinstellingen, bedrijven, overige organisaties of particulieren die minstens 5% van de totale inkomsten beslaan: met onderverdeling naar herkomst maar zonder dat namen worden genoemd 6 = met onderverdeling naar herkomst (indien er sprake is van inkomsten uit schenkingen of subsidies door overheidsinstellingen, bedrijven, overige organisaties of particulieren die per stuk minstens 5% van de totale inkomsten beslaan worden: namen worden genoemd) 4. Voor geld dat via fondswerving binnenkomt wordt vermeld dat de organisatie het CBF keurmerk heeft [1] 0 = wel fondswerving, geen keurmerk 1 = geen inkomsten uit fondswerving, of hebben van keurmerk wordt vermeld Missie 5. Missie of doel van de organisatie is opgenomen [4] 0 = geen vermelding 4 = vermelding 6. Het verslag bevat (of verwijst naar gepubliceerde) statuten en/of interne richtlijnen die ten grondslag liggen aan de beleidsvorming en/of uitvoering van de organisatie [5] 0 = geen statuten of richtlijnen genoemd 5 = wel statuten en/of richtlijnen genoemd
39
Activiteiten 7. De algemene hoofdactiviteiten (d.w.z. de primaire activiteiten van de hoofdonderdelen van de organisatie) worden aangeduid [2] 0 = geen vermelding 2 = vermelding 8. De in de verslagperiode uitgevoerde acties/campagnes zijn opgenomen [2] 0 = geen vermelding 1 = vermelding van ten minste 1 actie of campagne 2 = vermelding van meerdere acties of campagnes 9. De door de organisatie gebruikte actiemiddelen (lobby, brieven, media, geldoverdracht etc.) worden genoemd [2] 0 = geen vermelding 2 = vermelding 10. De geografische reikwijdte van het werkterrein van de organisatie wordt expliciet vermeld [2] 0 = geen vermelding 2 = vermelding Structuur 11. De rechtsvorm van de organisatie is opgenomen [2] 0 = geen vermelding 2 = vermelding 12. De organisatiestructuur is opgenomen [2] 0 = geen vermelding 1 = omschrijving van de structuur 2 = structuur wordt weergegeven in een organigram 13. Het verslag rechtvaardigt het handelen van de organisatie door expliciet te vermelden dat ze namens een specifieke achterban (leden, donateurs) handelt [2] 0 = geen vermelding dat de organisatie namens een achterban handelt, of geen aanduiding van wie die achterban vormt 2 = vermelding (inclusief aanduiding van de achterban) Directie 14. Namen van de directieleden en (als van toepassing) toezichthouders zijn opgenomen [3] 0 = geen vermelding 3 = vermelding namen van alle directieleden en (als van toepassing) toezichthouders 15. Taken van directieleden (en toezichthouders: externe functies en zittingstermijn) zijn opgenomen [3] 0 = geen vermelding 3 = vermelding taakverantwoordelijkheden van ieder directielid (en als van toepassing: externe functies en zittingstermijn van alle toezichthouders) 16. Het verslag vermeldt de salarissen van de directieleden en de beloningen voor toezichthouders [2] 0 = geen vermelding 1 = vermelding van salaris directeur, maar niet van alle salarissen en beloningen 2 = vermelding van alle salarissen (directie) en beloningen (toezichthouders)
40
Stakeholders 17. Het verslag noemt welke stakeholders naast de directie (bijvoorbeeld toezichthouders, leden, subsidieverstrekkers, specifieke organisatie-onderdelen, bedrijven, externe adviseurs) betrokken zijn bij de totstandkoming van het beleid [2] 0 = geen vermelding 1 = verslag meldt dat bestuur alle besluiten zelfstandig neemt 2 = stakeholders worden genoemd 18. Het verslag maakt duidelijk op welke wijze deze stakeholders invloed uitoefenen op de totstandkoming van het beleid [2] 0 = geen vermelding 2 = de wijze van invloed van stakeholders wordt genoemd 19. Het verslag geeft aan op welke stakeholders de organisatie invloed heeft [2] 0 = geen vermelding 1 = minstens 1 stakeholder groep (die geen deel uitmaakt van de organisatie) wordt genoemd 2 = minstens 1 stakeholder groep (die geen deel uitmaakt van de organisatie) wordt genoemd en de effecten van deze invloed 20. Het verslag geeft aan welke dilemma’s de organisatie ervaart bij het uitoefenen van invloed op stakeholders (die geen deel uitmaken van de organisatie) [2] 0 = geen vermelding 2 = minstens 1 dilemma wordt genoemd 21. Samenwerkingsverbanden met andere organisaties (excl. partnerships met bedrijven) worden genoemd op nationaal niveau [2] 0 = onduidelijk of er verbanden zijn 2 = verbanden genoemd of het is duidelijk dat er geen verbanden zijn 22. Samenwerkingsverbanden met andere organisaties (excl. eventuele partnerships met bedrijven en de internationale organisatie waarvan de verslaggevende organisatie deel uitmaakt - bijvoorbeeld Amnesty International, Oxfam etc.) worden genoemd op internationaal niveau [2] 0 = onduidelijk of er verbanden zijn 2 = verbanden genoemd of het is duidelijk dat er geen verbanden zijn 23. Als (blijkende uit het verslag) de verslaggevende organisatie onderdeel is van een internationale organisatie (bijvoorbeeld Amnesty International, Oxfam etc.) omschrijft het verslag de mate van autonomie van de verslaggevende organisatie binnen de koepelorganisatie, en de geografische afbakening van de competentie van de verslaggevende organisatie t.o.v. buitenlandse onderdelen van de koepelorganisatie [2] 0 = geen omschrijving van autonomie of geografische competentie 1 = omschrijving van autonomie of geografische competentie 2 = omschrijving van autonomie en geografische competentie of het is duidelijk dat de organisatie geen onderdeel is van een internationale organisatie
41
B. Maatschappelijke aspecten van de eigen bedrijfsvoering (20 punten) 24. Het verslag maakt melding van de invloed van de organisatie op economie [5] 0 = geen vermelding 3 = vermelding in algemene termen of 1 specifiek onderwerp (mogelijke onderwerpen: zie Handreiking Maatschappelijke Verslaggeving 5.26-5.31) 5 = vermelding in algemene termen en meerdere specifiek onderwerpen (mogelijke onderwerpen: zie Handreiking Maatschappelijke Verslaggeving 5.26-5.31) 25. Het verslag maakt melding van de invloed van de organisatie op milieu [5] 0 = geen vermelding 3 = vermelding in algemene termen of 1 specifiek onderwerp (mogelijke onderwerpen: zie Handreiking Maatschappelijke Verslaggeving 5.32-5.44) 5 = vermelding in algemene termen en meerdere specifiek onderwerpen (mogelijke onderwerpen: zie Handreiking Maatschappelijke Verslaggeving 5.32-5.44) 26. Het verslag maakt melding van de invloed van de organisatie op werknemers [5] 0 = geen vermelding 3 = vermelding in algemene termen of 1 specifiek onderwerp (mogelijke onderwerpen: zie Handreiking Maatschappelijke Verslaggeving 5.46) 5 = vermelding in algemene termen en meerdere specifiek onderwerpen (mogelijke onderwerpen: zie Handreiking Maatschappelijke Verslaggeving 5.46) 27. Als de organisatie deelneemt aan internationale ‘partnerships’ met bedrijven van bedrijfstype B maakt het verslag melding van de invloed van het functioneren van de partnerships op milieu, arbeid en mensenrechten. [5] 0 = geen vermelding (terwijl uit het verslag wel duidelijk is dat er partnerships zijn) 2 = vermelding in algemene termen 3 = slechts 1 onderdeel vermeld (milieu, arbeid, mensenrechten) 4 = slechts 2 onderdelen vermeld (milieu, arbeid, mensenrechten) 5 = invloed alle drie terreinen vermeld, of er zijn geen partnerships (voor zover uit het verslag kan worden opgemaakt)
C. Vorm (16 punten) 28. Het verslag geeft aan over welke periode wordt gerapporteerd [3] 0 = geen vermelding 3 = vermelding 29. Het verslag vermeldt de publicatiedatum [3] 0 = geen vermelding 3 = vermelding 30. Er zijn geen beperkingen aan de reikwijdte van de rapportage ten opzichte van de reikwijdte van de organisatie [3] 0 = het verslag behandelt niet alle onderdelen of activiteiten van de organisatie 3 = het verslag is compleet wat betreft onderdelen en reikwijdte 31. Contactinformatie en/of locatie (hoofd-) kantoor is opgenomen [3] 0 = geen vermelding 2 = contactinformatie zonder kantooradres 3 = vermelding contactinformatie en kantooradres
42
32. Het verslag is gemakkelijk te verkrijgen [4] 0 = na meer dan 2 keer mailen/bellen verstrekt 2 = na 2 keer mailen/bellen verstrekt 4 = na 1 keer mailen/bellen verstrekt of te downloaden via internet
D. Verificatie (8 punten) 33. Het verslag bevat een verklaring van een onafhankelijke deskundige die de inhoud ervan heeft geverifieerd [4] 0 = geen verklaring 2 = verklaring gericht op een beperkte mate van zekerheid 4 = verklaring gericht op een redelijke mate van zekerheid 34. Het verslag legt uit hoe de verificatie tot stand is gekomen [4] 0 = geen beschrijving 2 = beschrijving van de reikwijdte van de opdracht en van de verrichte werkzaamheden 4 = idem plus beschrijving van de werkzaamheden
43
T R A N S PA R A N T I E B E N C H M A R K
2 0 0 5 Deel 2: Maatschappelijke Organisaties
Publicatienummer: 05OI22