CSJ u tv-, i^ou
O t
^H
C » rs E MA -[H EATER
■ÜW-
1 &MV.
:'.
\Êt
0*7 J#
«»sei
ft" J# I
F UNEP. rooUFA
^..J
%■
®itnpXicctbe-
s
v■
'- •
•
•.
"■
•. ... -'fr' .... ...
j..
,
Dienares der Schoonheid
EEN VEWiASSING LEZEES... EN LEZERESSEN Door uwe medewerking breidt zich het getal van onze lezers regelmatig uit. Er gaat geen dag voorbij of de post bezorgt ons nieuwe abonnees, die aangebracht worden door bestaande lezers, die uit sympathie voor HET WEEKBLAD hun vrienden aansporen om ook geregelde lezers van dit tijdschrift te worden. Wij apprecieeren deze hulp ten zeerste en zenden lederen abonnee, die een nieuwen abonnee aanbrengt een mooi boek. Wij helpen hun daardoor aan geestelijk voedsel.
1
MET HET OOG OP DE KERSTDAGEN ZOUDEN WIJ NU EENS WAT ANDERS WILLEN DOEN Elke abonnee, die ons uiterlijk 20 December ten minste drie nieuwe abonnees opgeeft krijgt een heerlijke Kerstkrans franco thuisgestuurd.
EEjl VEBBASgIMg W@@® Pi KEgSTDACjM
Het eischt een voortdurende verzorging de huid altijd zacht en soepel en mooi te houden j Pond's Cold Cream dringt dief in de poriën der huid en reinigt deze heter dan zeep en water. Met een Pond's Tissue, zacht en absorheerend als oud linnen, verwijdert U de overtollige cream. Bet daarna Uw gelaat met P o n d's Skin Freshener, die de poriën sluit, U opwekt en verfrischt. E» als laatste behandeling overdag neemt U Pond's Vanishing Cream, welke Ueen bekoorlijke matte teint verleent.
de Pond's Methode stelt U daartoe op een prettige en aangename wijze in staat. Pond's Methode geeft Uw huid juist wat deze noodig heeft om haar te heschermen tegen de nadeelige invloeden van ons grillig klimaat. MONSTERDOOS ; bevattende deze 4 toiletartikelen van Pond ontvangt U na inzending van 50 ct. in porti POND'S EXTRACT COMPANY, AFO.CSS
Prinsengracht 983, Amsterdam.
Pond's Creams in potten f 2,- &/ 1,-
in tubenfofio & f 0,40 Pond's 'Skin Freshener in flacons f 2,- (sf ƒ 0,60 Pond's Cleansing Tissues in doozenf 2,- 14 fiy-
POJVD'S COLD CREAM. CLEANSING TISSUES. SKIN FRESHENER. VANISHING CREAM
iI
En wie er in slaagt ons vijf nieuwe abonnees op te geven heeft recht op TWEE Kerstkransen.
i
i
ZENDEN WIJ FRANCO AAN UW WONING
I HET WEEKBLAD geeft dus niet alleen geestelijk genot, het biedt zijn trouwen vriendinnen en vrienden een smakelijk Kerstdiner. Als nieuwe abonnees kunnen alleen beschouwd worden (e goeder naam en faam bekend staande personen, die ons de hier volgende geschreven en geteekende verklaring per post toezenden. Ik ondergeteekende (naam) wonende (straat, no. en woonplaats) bestel hierdoor een abonnement op „Het Weekblad" Cinema en Theater, voor het Jaar 7931 ad fJ.Q5 per kwartaal of 15 cent per week. Handteekening (Het laatste alleen daar waar agenten zijn gevestigd). Personen die in onze boeken reeds ais abonnee genoteerd staan gelden natuurlijk niet als nieuwe abonnee mee. .:
1
. ••' ■ v :■<-
ftóe iouden _ 0 ) den idirttei tffjflen de deur* 'S-MORGENS schoongeschoren op 't appèl zoo hoort het, zoo kunt U iedereen onder de oogen komen . . . Ge zeept U in met Williams' Shaving Stick, sinds kort gevat in een Houder van glanzend marbelite. Geen tweede zeep zoo zacht, zoo zuiver, zoo rijk aan dik en zwellend schuim! Hoe hard Uw baard is Williams weekt hem. Hoe dun Uw huid - U scheert U pijnloos als U Williams' zeep gebruikt En dan, daarna, 'n weinig Williams'Aqua Velva, de ware huidverkwikking voor oen Man. Begin er morgen mee!
Jben welgekozen JVerstgeschenJ is
zoo ii
jDoltioot.
sierlijke C<eii
fin con
vreuffdc
ilrni om
te
BON
i^olotfiic
«even,
Vraag een monslerfleschje Aqua Velv», a f. 0.10,
een
(voldoende voor den kostelijke huidverfrisschingen),
vreiiffue om te ontvangen \-):n iianr k o.s t e 1 n k e 1 n.sc li lic i o,
aan Kuypers & Co., Ptinsengiacht 983, Amsterdam
neerliik
on rende «cur en sierlijke verpakking, wordt La»
de
v.ologne
iJoldoot
door
ieder om
'n Weldaad .Wi lila ms"
net meest gewaardeerd. tSoludot s
iiiiiHTiate
is
C.aii de Colotfnc van nrt
oooC-fte ^nalle en ^tddl van onus als Op elke Sacoa moet de D a • M boidoot Maan. Alleen dan beeft U deze orlgioccle Eau de Cologne.
standaard-*
kwaliteit voor «Ie allernesle.
-VcriuUc
Imperiale
tl. 1.85 „ t.25
Alono|>ole Flaron . . . U» 3.20 xleele Kropnacon ..... 2.50 Halve lx >l>fla 1.50
w
0.75
5
Aan U w Iverstb oom
Eau de Cologne *
^^
i^
iAi»ri'ftrl
r
Mijnheer Meijer (slachtoffer van een overstrooming i: „Met de garage van de Bruin ? — Ik heb u gevraagd, een taxi te sturen om mij naar den schouwburg te brengen, maar u kunt beter een motorbootje sturen I"
L
Reuiger: „Mag ik een hondenkaartje van u hebben ?" De man achter het raanye: „Neen. mijnheer, u zult op een gewoon kaartje moeten reizen ["
,,Ik geloof, mijnheer," zei de advocaat, „dat u een groote leugenaar is !". „En ik geloof," antwoordde de gedaagde, „dat u een heer is en dat wij ons allebei vergissen I" Vader: „Er zijn heel wat dingen in de wereld, waarvoor we onze oogen moeten sluiten." Het zoontje: „Ja, vader, en zeep is er een van !"
ADVERTEERT IN DIT BI-AD VRAAGT OFFERTES
TEGEN HAARUITVAL gebruike men niet een willekeurig middel, doch uitsluitend dat, wat ook wetenschappelijk be proefd is en waarmede sinds 12 jaren voortreffelijke resultaten bereikt zijn, n.I.:
HUMAGSOL.AN 1 •>——"^ Verkrijgbaar bij Apothekers en Drogisten. Uitvoerige beschrijvingen over deiv aard en de I' j werkingswijze van dit btwendig te gebruiken voedings-praeparaat voor de haarwortels volgens • » Prof. Dr. N. Zuntz, Berlijn, alsmede attesten van tevreden gebruikers, zenden wij U gratis en franco na toezending van deze annonce als drukwerk in open envelop met uw naam en adres op de achterzijde (porto 1J4 Ct.) (CnftTK;
Dr. M. MANNING'S Pbarmaceutisch Chemische Fabriek. DEN HAAG — 2 —
S'
Eigenlijk is dit thans heclcmaal geen vrääg meer. We beschikken immers, dank zij allerlei technische uitvindingen, over zóó vele en zóó uitmuntende verwarmingsbronnen, die naar verkiezing gevoed kunnen worden met gas, electridteit, heete lucht, heet water, stoom of het min of meer ouderwetsche, doch intusschen, ook als primaire warmtebron, toch nog steeds onmisbare „zwarte goud", dat de vraag, hoe wij in het barre jaargetijde in onze huizen den winter in den zomer kunnen doen verkeeren, eigenlijk min of meer een kwestie van smaak en luxe is geworden! Voordat de gesloten ijzeren kachel was uitgevonden — wist u, dat dit pas ongeveer in het midden der achttiende eeuw is geschied en v/el door Benjamin Franklin? — was het verwarmingsprobleem lang niet zóó eenvoudig. Men kende toen niet anders dan het open vuur, dat hoofdzakelijk met hout werd gestookt en waarbij de meeste warmte door den schouw verdween, om van den rook, die de lucht in de vertrekken soms tot stikkens toe benauwde, maar niet eens te spreken! De kachel, die Franklin uitvond, was draagbaar en straalde de warmte uit, hetgeen dus voor onze voorouders inderdaad een heele verbetering beteekende, vergeleken met hetgeen men gewend was. Dat ze geen „afvoer" had, kwam er minder op aan. Aan hygiëne en luchtverversching dacht men in die dagen nog niet! Om zóó „verwend en vecleischend" te kunnen zijn als wij, moest de techniek nog heel wat verbeteringen aanbrengen, als dubbele roosters, meervoudige circulatie, regulateuren, enzoovoort. Tot eindelijk de haard kwam, de moderne en gesloten dan wel te verstaan, die uit aesthetisch oogpunt in onze
Modern comfort: De open haard, gecombineerd met centrale verwarming: gezelligheid èn gelijkmatige warmte. regeld optreden van verkoudheid, longontsteking en keelaandoeningen wordt door de dokters voor het grootste deel toegeschreven aan het vertoeven in te warme lokaliteiten. Hierdoor wordt ons lichaam verwend en zóó abnormaal gevoelig, dat het zijn functie niet meer naar behooren kan vervullen zoodra het plotseling aan de koudere buitenlucht wordt blootgesteld. Te groote warmte ontstaat gewoonlijk doordat men de lucht niet voldoende vochtig houdt. Droge lucht absorbeert al het vocht uit ons lichaam, met het gevolg, dat wij een rillerig gevoel krijgen, terwijl onze keel en huid droog en „geïrriteerd" worden. Om zich behaaglijk te kunnen voelen in een droge atmospheer, zou de warmte moeten worden opgevoerd tot 75 en méér graden.— hetgeen natuurlijk normaal véél te hoog is — terwijl met een behoorlijk vochtige lucht een temperatuur van 65 tot 68 graden voor iemand, die doelmatig gekleed is, het beste is. Den vochtigheidstoestand van de lucht kan men meten door middel van een hygrometer. Met behulp van dit instrument en een thermometer kan men dus precies nagaan of de temperatuur en de lucht in onze vertrekken goed is. De verwarmingssystemen, die in de verschillende landen worden toegepast, houden in niet geringe mate verband met het peil, dat de techniek en de algemeene beschaving er hebben bereikt en met de geaardheid van zijn bewoners. Op den Balkan bijvoorbeeld kent men, evenals in Japan, over het algemeen nog slechts een pot met houtskool als „kachel", terwijl in Engeland de geheel of half open haard (haardstede) nog steeds in zwang is, omdat men daar geen afstand wenscht te doen van den gezelligen aanblik, dien de fUkkerende vlammen opleveren! Dat beiden uit hygienisch oogpunt verre achter staan bij onze verwarmingsbronnen, behoeft geen betoog. Overigens heeft elk land zoowat de kachel, die het meest met zijn temperatuur overcen'stemt. Zoo treft men bijvoorbeeld in Rusland kachels aan, die zóó groot zijn, dat De Japansche men er des avonds zijn bed op legt en er kachel: een pot met op slapen gaat! houtskool
nieuwerwctschc kamers natuurlijk meer voldoet dan de vroegere kachel, maar die als warmtebron eigenlijk minder presteert, omdat haar uitstralend oppervlak verkleind en ook de „warmtegevende pijp" verdwenen is! De kunstmatige temperatuur, die vereischt wordt om ons lichaam gezond te houden, verschilt natuurlijk met den leeftijd en den persoonlijken aanleg, maar over het algemeen kan men toch een temperatuur tusschen de 65 en 70 graden Fahrenheit als de meest gewenschte beschouwen. In landen waar een koudere buitentemperatuur heerscht dan bij ons, heeft men vaak behoefte aan een temperatuur van méér dan zeventig graden! Een te hooge temperatuur is zeker even nadcclig als een, die te laag is. Het ge-
- 3 -
agWMlWM^^ .«. 1.1 .-■.,;/.
Ook diïmaal bieden wij onzen lezers een lanè en spannend compleet verhaal hij sarcastisch, terwijl hij zijn sjambcrals Marie. Waarom zij ieder hun eigen Hij had negen maanden gezeten. loek aantrok. weg gingert, of althans dachten, dat zij Will Craft, en hij was op een „Maar dat kun je toch niet weten?" het deden, want Will wist meer van Donderdagmorgen vrijgekomen. „Niet ? Katten slaan geen deur dicht," zijn Marie dan zij dacht, en Marie wist Twee uur na zijn ontslag was hij bij antwoordde hij. meer van Will, dan hij zou kunnen gezijn vrouw. Op den schoorsteenmanWaardoor mevrouw Bock overtuigd looven, dat een vrouw kon verzwijgen. tel lag een brief voor hem. was. „Lust je een glaasje?" vroeg zij. „Besjoer, Marie," zei Craft, terwijl „Wees voorzichtig hoor, beste," zei „Met wat er in ?" hij zijn vrouw een kus gaf. ze zenuwachtig. „Brandewijn." „Besjoer, Will," antwoordde zij. „Heb „Laat dat maar aan mij over," zei „Hoe kom je daar aan?" je je geamuseerd ?" hij, de revolver, die steeds in het laatje „Van buurvrouw links gehad. Ik heb „Wat ben jij geestig!" viel hij uit. van het nachtkastje lag, in zijn hand twee weken op haar kleine gepast, toen „Geef me liever wat te eten. Ik heb nemend en ze met een grimmig gezicht ze ziek op bed lag." honger en wil nadenken." aan zijn vrouw toonend. „Ja, geef me er een," zei Craft. „In „Waarover ?" „Ik zou Jan maar even wekken," zei langen tijd zooicts niet geproefd." „Over de toekomst." deze. Marie schonk hem in en liet de flesch „Zoo." „Dat doe ik ook," antwoordde hij bij hem staan. Na een half uur rolde „We moeten toch zeker eten; of en zonder eenig gerucht te veroorCraft in bed en sliep als een os, en niét ?" zaken sloop hij naar het kamertje van las Marie den brief van nummer 16. „Natuurlijk I" gaf Marie toe. den huisknecht. Hij tikte den slapenden Toen hij wakker werd, ging hij even „Nou dan," zei Craft. „Ik heb geen jongeman op den schouder. weg om een praatje met „de jongens" geld en ik denk niet, dat jij ook veel „Jan," fluisterde hij, „sta direct op te maken. Ver na middernacht kwam hij zal hebben!" en ga mee naar beneden. Er zijn interug en sliep tot den volgenden och„Eén vijf en zeventig," zei Marie. brekers." tend de zon hoog aan den hemel stond. „Nou dan," zei Craft weer. „Zie je „Inbrekers?" vroeg Jan verbaasd, zijn nou wel." oogen uitwrijvend. Des avonds pakte hij een tasch van Terwijl Marie de kamer verliet om in „Ja! Klets niet en ga mee." zeildoek in en zei, dat hij voor zaken het kleine keukentje van de resten van Jan stond op, trok een overjas aan, de stad uit moest. De brief zat in zijn den vorigen dag wat voor hem te gaan die in de kast van ^ijn slaapkamertje binnenzak. Hij las hem nog eens, prentte klaarmaken, gaf zij met haar hoofd in hing, en kreeg een eindje gaspijp uit den inhoud in zijn geheugen en stond de richting van den schoorsteenmantel de la van zijn waschtafel. juist op het punt zijn overjas van den een wenk en zei: „Daar staat een brief „Klaar? Ga dan mee," beval mijnspijker naast de kachel te halen, toen voor je. Will." heer Bock. Marie naast hem ging staan. „O," zei hij. Hij stond op van zijn Ze slopen de trap af, tot ze heele „Ben je vanavond terug?" vroeg zij, stoel om den brief te krijgen, scheurde maal beneden waren. Toen liep mijneen hand op zijn arm leggend. de envelop open en las: „Als je Vrijheer Bock regelrecht op de deur van Zonder dat hij het merkte viel de dagavond om negen uur in Slagduin de achterkamer toe. Hij legde voorbrief op de tafel. Marie hielp hem aan bent, is er een goeie slag te slaan. Veel zichtig zijn hand op den knop, maar zijn jas en maakte zich terwijl meester kostbaarheden en gemakkelijk mee te tot zijn verbazing kon hij de deur niet van het epistel. nemen. Sta precies negen uur aan het openen. Ze was gesloten. „Ik weet het nog niet," antwoordde eind van de Burglaan, onder de lan „Wie is daar?" riep hij, maar nahij. „Misschien. Anders morgenmiddag taam. Nummer 16." tuurlijk kwam er geen antwoord. bijtijds." De brief droeg adres noch naam „Dat is eigenaardig," zei hij. „Er is Maar hij was ook toen niet terug. van den afzender; alleen maar het numgeen sleutel op de deur. Hoe komt ie mer 16, doch nummer 16 kon iedere dan dicht ?" Mijnheer Bock, die op villa „Mon „handige jongen" zijn, dien Craft kende, Hij krabde aan zijn kin en wist een Repos" in Slagduin woonde, was juist lederen keer, dat hij voor eenigen tijd oogenblik niet wat te doen. Toen keerde werd „opgeborgen", was er een cel op het punt in te slapen, toen hij hij ziCh resoluut om en ging de voorbeneden in de achterkamer leven hoornummer 16 in het gebouw geweest, en kamer binnen. Van daar uit keek hij de cellen waren altijd vol. Craft kende de, gevolgd door het dichtslaan van door de opengeschoven deuren in de een deur. Hij schoot overeind in zijn de hand niet, maar dit beteekende achterkamer. Het openstaande raam niets; de vraag was slechts: wie van bed, bleef twee seconden zoo zitten in het laatste vertrek sprak voor zichen stond er toen naast. Zachtjes trok de nummers 16, dien hij had leeren zelf. Mijnheer Bock stiet een vloek uit. hij zijn pantoffels aan. kennen, had den brief geschreven? „Gevlogen!" schreeuwde hij. „En het „Wat is er?" vroeg mevrouw Bock, Craft wist geen antwoord op deze heeft natuurlijk geen zin te probeeren het licht aandraaiend. vraag, maar dat vond hij niet zoo erg. hem na te gaan." Opeens scheen hij „Ik dacht, dat ik beneden leven De brief kwam ongetwijfeld van iemand, ergens aan te denken. Hij liep op een hoorde," antwoordde hij kort. dien hij kende en de „tip" was stellig bockenkastje toe, trok een deurtje open, „Misschien was het de kat?" verde moeite waard. Daarom besloot hij dat er uitzag als een rij boeken, doch onderstelde zijn vrouw. den volgenden avond in Slagduin te zijn. alleen maar zoo gecamoufleerd was, „Misschien was het de kat niét," zei „Nieuws?" vroeg Marie, toen zij uit en deed van schrik en ergernis een de keuken terugkwam, en ze doelde stap achteruit. Hij had in zijn leege op den brief. safe achter de boekenrij gekeken. „Ge„Nee," antwoordde Craft. Zelden, misschien wel nooit, zult u stolen!" riep hij woedend. „Alles weg! „En die brief dan?" Vijftigduizend gulden aan effecten!" een boeiender verhaal met een meer „Privé," antwoordde hij, zijn mond Intusschen had Jan geprobeerd het verrassend slot hebben ge/ezen dan reeds vol met gebakken aardappelen. geheim van de gesloten deur op te „O!" merkte Marie op. lossen. „De deur is heelemaal niet ge.. VINGERAFDR URREN" Zij waren wel is waar getrouwd, maar sloten, mijnheer," zei hij verbaasd. „Ze ieder van hen had zijn geheimen. Zij door onzen medewerker hebben de deur met een reep blik aan had de hare in de overtuiging, dat den deurpost geschroefd. Dat was er D-ALVAREZ. weten kracht beteekent. En hij was natuurlijk voor klaargemaakt, voor het Ontzeg u 't genoegen der lezing nietl overtuigd, dat hoe minder een vrouw geval de kamer eens geen slot mocht wist, hoe beter het voor den man was. hebben. Zal ik het maar..." Vooral wanneer het een vrouw betrof — 5 -
.-. -,
ü^"^
denj, in de overtuiging, dat nooit een inbreker aandacht aan een slecht bekladderd stuk linnen zou schenken. Hij had daarom steeds gedacht, dat zijn geld en zijn kostbaarheden veilig waren. En mcnschelijkerwijs gesproken waren ze dit ook. Maar nu bleek, dat kl het menschelijke feilbaar is: de safe-deur stond wijd open en alles wat er achter had gelegen, was verdwenen. Mijnheer Daler stond sprakeloos, zoowel door zijn verlies als door het feit, dat de handig bedachte camouflage van zijn safe hem niet had gebaat. Hij keek de kamer rond. Een whiskyflesch lag in scherven op den grond, en een half gevuld glas stond midden op de tafel. Mijnheer Daler werd paars van woede. „De schoft!" schold hij. „Niet alleen, dat-ie je geld steelt, maar hij moet je whisky nog uitdrinken ook!" Hij stak zijn hand naar het glas uit, maar trok ze schielijk terug. „Ik kan er beter afblijven," zei hij. „Dat heb ik tenminste door het lezen van detective-verhalen geleerd. Nooit ergens aankomen, voordat de politie is geweest en er toestemming voor heeft geFoto Gcdfc.
Danspa uistltiiut a
- 6 -
den dader te vinden," zei mijnheer Daler wat ruw. Hij voelde zich teleurgesteld en eigenlijk ook eenigszins terechtgezet, omdat volgens de redeneering van den inspecteur zijn bergplaats per slot van rekening heclemaal niet zoo handig was bedacht geweest. „Ik zal natuurlijk mijn best doen, mijnheer," antwoordde tfe inspecteur op den uitval van mijnheer Daler. „Weet u ook, of er eenige sporen zijn?" „Dit," zei mijnheer Daler, wijzend naar het glas op de tafel. „Ik heb het natuurlijk niet aangeraakt. Die kerel heeft mijn whisky uitgedronken. En deflesch stukgegooid. Dat ergert me het meest. Ik heb alles gelaten, zooals ik het heb gevonden!" „Dat is heel goed, mijnheer, zei de inspecteur. „Dat hoeft u me-JÜet te vertellen. De inspecteur boog zich over het glas, zonder het evenwel aan te raken, haalde een sterk vergrootglas uit zijn zak en zei na een onderzoek vaneeiuge oogenblikken: „Vingerafdrukken; heel stellig. Ik zal het glas meenemen." En hij legde het zeer voorzichtig in een van de doozen, die hij in zijn tasch had, er wèl voor wakend, het slechts aan den rand beet te pakken met zijn gehandschoende hand. „Dat moet helpen, om hem te pakken te krijgen," zei mijnheer Daler.
Dat denk ik ook," zei de inspecteur. „En hoe laat is de inbraak zoowat gebeurd, mijnheer?" ' ,Na elven," antwoordde mijnheer Daler. „Ik was om elf uur naar bed gegaan en was juist ingeslapen. Toen het geluid van de aan scherven vallende flesch mij wakker deed worden, keek ik op de klok. Het was toen bijna half twaalf. Hij moet toen echter al eenigen tijd aan het werk zijn geweest " De inspecteur keek naar mijnheer Bock. „En hij was om elf uur bij ü! Hij moet dus direct hierheen gegaan zijn. Een snelle werker!" Bij mijnheer Daler was mets meer te vinden, dat eenig spoor of aanwijzing zou kunnen geven. Daarom nam de inspecteur afscheid, na beloofd te heb ben, alles in het werk te zullen stellen, den dader zoo snel mogelijk op te sporen en mijnheer Daler zoo gauw mogelijk iets te laten hooren. Met mijnheer Bock begaf hij zich toen naar diens huis. Er was daar sinds het vertrek van den bewoner niets voorgevallen en een onderroek bracht geen andere aanwijzingen aan het licht, dan mijnheer Bock zeit reeds had gevonden, namelijk het tangetje, het eindje sigaar en het stuk blik, dat de inspecteur van de deur schroefde. Natuurlijk met de noodige voorzichtigheid en met gummi handschoenen aan. Toen nam hij ook van mijnheer Bock afscheid. Laat het mij direct weten, als je den schurk hebt," zei deze toen hij de detTTvoor den inspecteur openhield. „Natuurlijk, mijnheer!" „Ja, want ik wil hem persoonlijk onder handen nemen!"
IK KON DE VETWORMPJES GEWOON WEOVEOEN". Er is een nieuwe, afdoende behandeling van vetwormpjes. Ze kunnen volkomen verwijderd worden zonder pijnlijk uitpersen en zonder ontsierende vlekken na te laten. Deze dame probeerde de nieuwe methode; leest eens, wat zij ervan zegt: Ik had erven last van vetwormpjes op mijn kin twee tetle groote en een massa kleme. Ik'behandelde ze met Rado*. opgeostjn een XT heet water en ik was overgrelukk.frtoen iïwdat Ik ze alle met een ruwen handdoek %woonkon wegvegen, ^u heb .k geen enkel vetwormpje meer m myn gezicht. c.o.
U mengt slechts een theelepel Rado* in een glas goed warm water, en behandelt de aangetaste plekken hiermee gedurende eenige minuten. Droog dan af met een ruwen handdoek en de vetwormpjes worden gewoon weggeveegd. Gebruik hierna een goede Told cream. Zorg dan dat de vetwormpjes voorgoed wegblijven door steeds wanneer «e Uw gezicht wascht, wat Radox m het waschwlter te doen. Radox maakt zuurstof vrii, het beste natuurlijke antiseptische middel - en dit zuivert de poriën grondig en voorkomt, dat de vetwormpjes ooit weer terugkomen. Radox is heerlijk geparfumeerd en verkrijgbaar bij alle apothekers en drogisten a H. i.£3 per pak. Een pak is toereikend voor verscheidene weken. Voor Indië verkrijgbaar bij Fa. J. van Gorkom 4 Co., Djocja en hare filialen. hnporteur N.V. R O WNT REE HANDELS MIJ.. Keizersgracht 124, Amsterdam (Cj. HnlUndsche verpakking waarborgt echtheid.
Inspecteur Rousse was een flinke, jongeman, die van niets anders dan een snelle promotie droomde. Tot acht uur des morgens was hij geheel alleen op het bureau, en hierdoor verbeeldde hij zich, dat nu zijn gelegenheid was gekomen. Hij pakte al zijn „aanwijzingen" zorgvuldig in een groote doos, verzegelde ze, adresseerde ze aan de afdeeling Centrale Recherche in de hoofdstad en bezorgde ze zelf aan het station, teneinde den beambte daar op zijn hart te drukken, dat de doos met den eerstvolgenden trein mee moest. Toen keerde hij terug naar zijn bureau en belde de Centrale Recberche op, teneinde den chef daarvan in te lichten over de zending, die onderweg was. Daarna deelde hij aan de twee politie posten van Slagduin mee, dat er een inbreker op het pad was, waarmee zijn taak afgeloopen was. Op de Centrale Recherche had de chef de van inspecteur Rousse ontvangen doos aan een van zijn onder. geschikten gegeven, met de opdracht, de vingerafdrukken op de voorwerpen te fotografeeren e^ te vergelijken met de afbeeldingen in het Vinger-afdrukkenAlbum. Eenige uren later werd hem de uitslag reeds gerapporteerd. Hij beet even Op zijn onderlip, dacht na en zei toen tegen een rechercheur, die opzijn bellen was verschenen: „Ga even naar Will Craft, je weet wel wien ik bedoel. Vraag hem eens waar hij vannacht geweest is, enzoo- 7 -
(Foto: .Foto-Service")
„Jong HoUcoid" voort. Als er iets hapert, breng hem dan hier. Mocht hij nog niet thuis zijn, vraag dan zijn vrouw waar hij is, wanneer ze hem voor het laatst heeft gezien enzoovoort. Je weet het wel." „Ja, mijnheer," zei de rechercheur en vertrok naar de woning van Will Craft
n uhen K „Will...?" zei diens vrouw. „Ik hem in geen weken gezien!" „Zóó kom je er met mij met,' zei de rechercheur dreigend. „Ik wil de waarheid. Je zegt, dat hij met thuis is. Goed. Dan wil ik weten, wanneer jij hem voor het laatst hebt gezien, met andere woorden, wanneer hij hier is weggegaan." „Ik heb hem in geen weken gezien, zei ik toch «1..." „Hoor eens," zei nu de rechercheur, „je' wilt toch zeker zelf ook niet in moeilijkheden komen? Je kunt in dit geval beter op de politie, dan op je man wedden. We hebben zulke fatale aanwijzingen tegen hem, dat... En als wij jöü nu eens gingen vragen, waar je dien bontmantel vandaan hebt, waarmee je lederen dag loopt te flaneeren?" „Cadeau van een vriendin," viel Marie uit. „Ja, ja, dat kennen we. Als we den nkhm van die vriendin eens willen weten, zou je dan óók zoo gauw met je antwoord zijn ?" „Wat wil je eigenlijk weten ?" „Wanneer je je man voor het laatst hebt gezien." „Gisterenavond, als je het dan met alle geweld uit me hebben wilt." Vcrvolp op pan-
SIGAREN 's Morqens, 's Mlddaqs, 's Avonds.
J2
-
^—^^—^-™^
DE MAN, DIE BESLAG LEGT De Koninklijke Vereeniging „Het Nederlandsch' Tooneel" gaf de première van H. M. Harwoods „The Man in Possession", Laat ons hier direct verklarenfda de opvoering een doorslaand succes was. Het stuk is een niemendalletje, jvéiiuchtigd" met af en toe een ietwat pikant grapje, maar het werd voortreffelijk opgediend. Raymond Dabney, de zoon van een handelaar in ondergoederen, is het zwarte schaap in de familie. Hij heeft met den verkoop van een auto een vergissing begaan, waarüi hij in de gevangenis komt. Na afloop van zijn straftijd willen zijn vader en bn-^ hem gaarne naar den overkant van den Oceaan zien vertrekken, doch Raymond vertikt het en wordt deurwaardersassistent. In deze hoedanigheid komt hij op een allergrappigste manier in aanraking met de toekomstige vrouw van zijn broer, de mooie en verleidelijke mevrouw Crystal Wetherby, een vrouwtje van niet geheel onbesproken gedrag. Het einde wil ik u niet verraden; u moet, indien u zich eens een avond wilt amusceren dit blifspel gaan zien. De regie was in handen van Cees Laseur. Hij heeft zich zeer goed van zijn gekweten en ons op eenige smakelijke tooneeltjes vergast. Minny ten Hove was Crystal zooals ze zijn moest. Men begreep, dat ze vele mannenhoofden op ho^ gemaakt. De verdere medespeienden wisten veelal den juisten toon te treffen.
V.l.n.r.: Rien van Noppen, Richard Flink, Antoinette Sohns. Cees Laseux en Bets van Berkel.
Minny ten Hove en Cees Laseux
DE ENQELSCHE PROF Opgevoerd door de Kon. Ver. „Het Nederlandsch Tooneel"
H
ebt U wel eens drie lange acten op iets zitten wachten, dat niet kwam? Nu, dat is erg vervelend; maar-als U „De Engelsche Prof' gaat zien, kan het U overkomen. Circa drie uur heb ik zitten wachten op een zinsnede, die mij kon verraden, waarom Regis Gignoux dit blijspel geschreven kon hebben, maar het verlossende woord wilde maar niet komen, zoodat ik ten slotte maar aangenomen heb, dat hij het geschreven heeft, omdat hij niets beters te doen had. Maar dit was voor de beeren Saalbom en ^k Verbeek toch nog
Loui3 chri3pijn te voe
11 ^T-^""
-
r
JÊ?'
- 'mß7^l.
iW "k
^fek I
? We moeten erkennen, dat regisseur Saalbom er alle zorg ^^ Jan33en3 heeft besteed. De decors en keurig, het spel der medespelenden over het algemeen vlot, al jfte de dwaze tekst het den vertolkers moeilijk hun creatie aannemelijk te maken! jui« verstraete het programma lezen we: „De Engelsche Prof' Helene Treep-VinK en Benjamin-15' oncler de blijspelen der laatste jaren, een der fijnste en ßoyaards luchtigste, die Parijs te zien kreeg..." Arme Parijzenaars! - 8 -
geen
reden
_amhet
Sophie de
-■^—^"^
Gastvrouw : „Dat is kapitein Wolf, die zoojuist terug is van een expeditie naar de Noordpool." Vriendelijke oude dame: „Komt u maar gauw hier zitten, mijnheer, bij de kachel, u zidt het wel koud hebben."
BRENGT STEEDS DE BESTE PROGRAMMA'S
„Maar u kunt niet hertrouwen, mevrouw," zei de advocaat. „Uw overleden man heeft in zijn testament bepaald, dat zijn geld aan zijn broer zal komen, indien u hertrouwt." „Daarom trouw ik ook met zijn broer," antwoordde het jonge weeuwtje.
Onlangs heeil een man negen uur Inng op zijn handen en voeten gekropen. — In zijn plaats had ik een ander hoordenknoopje gekocht. „Indien het programma u niet bevalt, heeft u niets anders te doen dan het stopcontact eruit te trekken," verklaart een radio-specialist. — Ik geloof niet, dat mijn buurman het goed zou vinden, indien ik bij hem. binnenliep om het stopcontact er uit te trekken!
„Ik vind het verschrikkelijk, dat ik naar dat huwelijk moet gaan i" „Ga dan niet !" ,,Ik moet wel. Het is mijn eigen huwelijk !"
Dokter : „Een operatie zou uw leven redden !" Paliëni : „Hoeveel zou dat kosten ?" ,, Vijf honderd gulden !" ..Zooveel bezit ik niet !" .,I)an zullen we zien, wat wc met pillen kunnen bereiken !"
Een bloemlezing van den geestiqsten geïllustreerden humor uit de huitenlandsche tijdschriften.
AMSTEiaBAÏ
„Wat is een landlooper ?" „Dat is iemand, die, wanneer hij geld had, een toerist zou zijn."
„Wij zijn nu zes jaar getrouwd en hebben nooit ruzie gehad. Indien we mecningsverschil hebben en ik heb gelijk, geeft Jan me oogenblikkelijk toe." ,,En wanneer Jan gelijk heeft ?" „Dat gebeurt nooit !"
UM
NEMblfmMOT
m^
k^IXOUT^ VERVANGT CRÈME EN POEDER
PAF
Verkriiffbaar in alle goede parfumerie- en kapperszaken in de nuances Blanche, Naturelle, Ivoire en Ocre, in tuben van f 0.15, f 0.75, £1.20, Z-1.85. CiRATIS ^>m een gratis monster te ontvangen van elk der bovengenoemde kleuren 1_ is het voldoende naam en adres in te zenden, alsmede f 0.25 aan postzegels aan den Imp. voor Ned.: N. E. v. d. Laaken, Leidschekade 98 B, Amsterdam (C), Tel. 36372
HET VROUWENJAARBOEK samengesteld door: J. RIEMENS-KEURSLAG. Met medewerking van: Dr. C. P. Gunning, Dr. W. F. Enklaar, Mr Ina Prins, B. v. d. Oroen-Zeegers, R. Ketjen, H. W. B. Itallie-v. Embden, Emmy v. Lokhorst, Matt. Vigellus, Ro v. Oven, W. Steehouwer-Sligting, J. van Reyn, Clara Meijers, Mr. E. v. Dorp, e. a.
PRIJS GEBONDEN GROOT FORMAAT 19 x 27 c.M. F 3.50
VAN KINDEREN EN KABOUTERS VERHALEN. VERSJES, QEZELSCHAPS-SPELLET3ES. RAADSELS, GRAPJES
Verzameld door MARIE C. VAN ZEGGELEN, met medewerking van: ANNA SUTORlUS,G. HOVENKAMP, DAVID TOMK1NS, WILLY PETICLON, J. J. A. PFAFF, Mevr. HU1SINGA-SCAF, Mevr. CRAMER-SCHAAP, TINE BROEKHUIS-SCHUYTEMAKER, CHRISTINE DOORMAN, TINE COOL, L. ROGGEVEEN, e. a. Met geestige illustraties van NORA SCHNITZLER
PRI3S GEBONDEN F 2.50 groot formaat 19x27 c.M. Deze belangrijke boeken, keurig gebonden, kosten tezamen f9.—, betaalbaar in maandelijksche termijnen van f 1.— of meer, naar verkiezing. Franco toezending der beide boeken geschiedt onmiddellijk na inzending van nevenstaand bestelbiljet. Elk boek is afzonderlijk verkrijgbaar.
BESTELBILJET Ondergeteekende wenscht franco te ontvangen van G. J. GRAAUW, boekhandelaar te Amsterdam (C), Keizersgracht 158, Postgirorekening 48605; Telef. 44505 Ie ex. J. Riemens-Reurslnjj, HET VROUWENJAARBOEK, geb. f 3.50 Ie ex. Marie C. v. Zeggelen. VAN KINDEREN EN KABOUTERS, geb. f 2.50 te betalen in maandelijksche termijnen van f 1.—, of meer naar verkiezing.
WOONPL.:
■ - 10
BEROEP: S.v.p. doorhalen wat niet verlangd wordt.
(Til Hasj
Ergens op de Veluwe heeft men, naar ik hoor, de scherven van een bord en een damesschoen uit den Romeinschen tijd gevonden. — Zeker de restanten van een huiselijke scène, toen „hij" wat laat thuiskwam. „Indien wij maar eenmaal het stijve boord om onzen hals kwijt zijn, zullen wij een gezonde natie worden," verklaart een dokter. — Mijn wasscherij zorgt in dit opzicht uitstekend voor mijn gezondheid.
Er is bij een schrijver van detectiveverhalen ingebroken, las ik. — De man moet nu wel overtuigd zijn, dat er onder hen, die leven van de misdaad, ook al geen eergevoel meer bestaat.
Zij: „Jaa, fT'i J>' nu ■• fi-n eindje w.mdrlcii'f Hij: „Wmuioleu? Nou? \n we lu>bl>en pus ons luns gekocht?'
( Ihf /llllnui S
'rfm
„Wat kunt ge het beste doen, indien ge hoort, dat er inbrekers in uw huis zijn?" vraagt een politie-autoriteit. — Ik zou zeggen: doen alsof je niets hoort! „üe gemiddelde vrijgezel is zoo lui als hij maar zijn kan," verklaart iemand. — En de gemiddelde getrouwde man is zoo lui, als hij maar zijn durft.
i
N.V. KLEEDFRMAKERI)
)i /ustur: „Nu u zich wat boter gevoelt, will u ssrhien wel wat lezen?" s'j.ichtofter van auto-otiffeluk: „in. Vraagt u wm :.i prijscouranten voor mij aan. Ik Honk er ovoi ii inidiTpn auto te koopen I" (The Humorist)
I
Old Bond Streel
tot rust, kal meeren en worden Uw Zenuwen komen
DAMES- EN HEERENKLEED1NG NAAR MAAT LEIDSCHESTRAAT 49 TELEFOON 3 -1 - * - J 2
NAAM:
er/u- Skcrcli)
.... Zijn vrouw: „Kun je.clen sinfjel niet lee?scheppen met je hoed?"
„Het is zeer moeilijk," las ik in een handboek voor den schaatsenrijder, „om met één voet in de lucht een cirkel op het ijs te beschrijven l" — Toen ik leerde schaatsenrijden, kon ik juist niets anders!
Een Japanner heeft een snor, die van het eene tot het andere einde 35 centimeter meet. — Hij ontkent echter ten stelligste, dat hij hem als kamer-antenne gebruikt.
VERKRIJGBAAR OP GEMAKKELIJKE VOORWAARDEN
/.»a/nc (die een radio koopt): „Ja, ik begrijp het nu wel . . . manr aan welk knopje moet ik nu drauien om Beethoven te krijpren?"
l a(hr: „I.celijke luilak I Wat hiidje wol moeton tlm .ils je wits opgevoed temidden van mensrhondiotn hiweet huns aanschijns htm brood moeten verdieneti De zoon: „Ik zou hun zakdoeken hebben vorkoi lo vitderl' (The Passing Sliou
11
daarbij tevens gesterkt door het gehruik van
Mijnhardt's Zenuwtabletten (ila/en Buisje 75 et. Bij Apoth. en Drogisten
■
^^
^-^—
„Goeden middag," zei Marie zachtjes. „Goeden middag," zei de rechercheur. Teruggekomen bij ^ijn chef, legde hij den brief op diens bureau. „Dat is alles, wat ik heb kunnen bemachtigen," zei hij. „Het is voldoende," zei de chef, toen hij den brief gelezen had. „Negen uur precies. Onder de lantaarn in de Burglaan te Slagduin. — Dit bewijst ook, dat het Craft is geweest. We hebben nu zijn vingerafdrukken op de tang en op het stuk sigaar, en dan dezen brief. — Laat dien brief maar fotografeeren. Dat lijkt me het beste, want we kunnen de rechercheur tegen haar had gehem toch nog wel noodig hebben, al bezigd: „Je kunt tot den laatsten dag hebben we al aanwijzingen genoeg. Geef praten, maar ik weet van niks. 'ik me zou gauw mogelijk een afdruk." schreef den brief niet, ik weet niet, wiè hem geschreven heeft en ik weet evenToen de rechercheur was vertrokken, min, wie nummer i6 kan zijn. Ik ben belde de chef inspecteur Rousse op. nog nooit van mijn leven in Slagduin „,We hebben uw man," zei hij. „Het geweest." is een zekere Will Craft. Is eergisterenmorgen pas ontslagen. We hebben het „En het zonderlinge is," zei de chef, toen ze weg was tegen den fotograaf, bewijs, dat hij gisterenavond iemand „dat ik haaf geloof!" in Slagduin moest ontmoeten. En we „En dus ?..." hebben zijn vingerafdrukken gevonden. „Ik ben vanavond vrij," antwoordde Het is een korte, dikke man, van ongede chef. „Ik ga zelf eens naar Slagveer vijf en veertig jaar. Donker bruine duin. Natuurlijk héelemaal niet voor oogen. Groote neus. Roode vlek onder dienstzaken," voegde hij er lachend linker kaak. Ik stuur u een foto voor , . het geval u die noodig mocht hebben.' aan toe. Goeden dag!" Om ongeveer acht uur was hij op Een half uur later werd den chef het politiebureau in Slagduin, waar een afdruk van den bewusten brief geinspecteur Rousse wederom alleen bracht. Het was de fotograaf zelf, die dienst had. Deze ontving den beroemhet deed. Deze was bovendien een den collega uit de stad allerhartelijkst specialist in vingerafdrukken. en vol reverentie. „Kijkt u eens," zei hij tegen den „Waaraan heb ik de eer van uw chef. „Er is iets eigenaardigs met dien persoonlijk bezoek te danken, mijnbrief." heer?" vroeg hij. „Wat dan? Zijn het Crafts vinger„Het betreft de* kwestie met Craft," afdrukken niet ?" zei de chef. „Ik dacht... wel, het,, is „Ja, dat wel. Maar .ik mis er. Kijk, achteraf niet zoo eenvoudig als het deze kleine afdrukken zijn van zijn eerst leek." vrouw, die den brief aan den recherInspecteur Rousse knikte. cheur heeft gegeven; deze hier zijn van „Dat heb ik ook al gemerkt, mijnCraft, maar waar zijn de andere ?" heer," zei hij. „De andere ? Welke andere ?" „Wat bedoelt u ?" „Nou, van dengeen, die den brief Rousse aarzelde even voordat hij antheeft geschreven," riep de fotograaf woordde: „'Ik heb er met den comuit. „Craft heeft den brief niet zélf missaris een heelen tijd over gesproken, geschreven. Dat zou geen zin hebben maar het is een raadsel. Er is geen gehad en bovendien zat hij in de getwijfel aan, of het is Will Craft!" vangenis, dus kon hij het niet eens „Absoluut geen twijfel aan." doen. Kijk maar naar het poststempel. „Wilt u me even volgen, mijnheer?" De brief werd reeds verzonden voorvroeg Rousse toen, en hij ging den dat hij werd ontslagen. Nou, daar chef voor naar een achter het politieCraft den brief niet heeft gezonden, bureau gelegen afzonderlijk, klein moet er, behalve zijn vrouw, nog een steenen huisje. Toen zij weer op de ander zijn geweest, die den brief in kamer van den inspecteur terug waren, handen heeft gehad." had de chef diepe rimpels in zijn „Ja, je hebt gelijk," zei de chef. voorhoofd. „Ik zal den rechercheur i>og eens naar „Ik zei, dat het een zonderling gevrouw Craft sturen." val was, maar het is nu nóg veel zonHij belde. Tien seconden later stond derlinger," zei hij. „Ik zal de menschen de rechercheur weer voor zijn chef. moeten spreken, bij wie er is inge„Haal Crafts vrouw even hier. Neem broken." maar een taxi." „Mijnheer Daler ligt al in bed en „Best, mijnheer!" zegt, dat hij er niet voor • tien uur Marie Craft was wel genoodzaakt morgenochtend uitkomt," antwoordde mee te gaan, ofschoon zij er eerst niets de inspecteur. „Mijnheer Bock is hier voor voelde. Onderweg probeerde zij echter al verscheidene keeren geweest den rechercheur op alle mogelijke en hij maakt het ons vreeselijk lastig. manieren uit te hooren. Hij wil Craft zelf onder handen nemen," „Je kunt tot den laatsten dag pratto, voegde hij er lachend aan toe. „We maar ik weet van niks," antwoordde hebben hem gezegd, dat we al ons deze, hetgeen Marie's ongerustheid nu best deden, maar daar was hij niet juist niet deed verminderen. mee content. Hij zou er zijn vriend Op zijn beurt kon de chef echter Michael, een oud-inspecteur en uitweer niets uit haar krijgen. Marie gestekend kenner van vingerafdrukken, blikte tegen hem dezelfde woorden, die over spreken, zei hij. Hij beweert, dat
BEZOEKT HET
LUXOR PALAST
TE ROTTERDAM
DE GEHEIMEN DER STUDIO. Voor Norma Shearer, een der geliefdste verschijningen van het witte doek, bestaan geen technische microfoonmopilijkheden, daar haar broer Douglas hoofdingenieur der soundafdeelmg" is bij de maatschappij waarbij ZIJ filmt Men ziet hen op onze foto samen proeven nemen. Natuurlijk profiteert Norma hiervan bij haar spell
„Hoe laat ?" ,,Hccl laat." „Hoè laat!" ..Een uur of negen." ,.Waar is hij nu ?" „Weet ik niet. Hoe zou ik dat moeten weten? Ik ben zijn secretaresse niet!" „Ik zie het al; je wilt niet antwoorden. Goed, vrouw Craft. Het spijt me voor je, maar ik zal je voorloopig goedenmiddag moeten zeggen." „Een oogenblikkie," zei Marie, toen de rechercheur zich omdraaide. „Heeft Will zichzelf weer in moeilijkheden gewerkt ?" „Ik ben hier nkt gekomen omvragen te beantwoorden," zei de rechercheur. „Zoo ? Bèn je niet ?" Marie dacht even na. Het was haar natuurlijk duidelijk, dat Wil] weer iets had uitgehaald, en als hij als gevolg daarvan weer voor een poosje zou worden opgeborgen, dan was er voor haar geen enkele aanleiding, om de politie tegen zich in te nemen, want dan zou ze zelf moeten zien, dat ze aan den kost kwam. En daarbij mocht de politie haar niet al te nauwlettend op de vingers kijken. Ze keek den rechercheur glimlachend aan. „Als je even wachten wilt," zei ze. „Goed," zei de rechercheur. Marie ging naar de kamer, kwam na eemge «ogenblikken terug. Ze reikte den rechercheur een brief over. „Dat is alles, wat ik weet," zei ze toen.' „Het zal wel genoeg zijn," was het antwoord. „Een volgenden keer doen wij voor jou ook wat, hoor!"
RUWE HUID Schra/e lippen Gesprongen Handen
- 12 —
die het in een handomdraaien oplost!" „Die Michael wèèt wel wat," antwoordde de chef nadenkend. „Ik heb vaak van hem gehoord. Het moet werkelijk een knappe baas zijn. Hij heeft zelf ook al eens met Craft te doen gehad in zijn tijd. Geef mij de adressen eens van de betrokken personen!" „Wil je zeggen, dat je niets doen kunt in dit geval?" viel mijnheer Bode uit. „Maar mijn waarde ..." „Wat kan ik doen?" vroeg oud-inspecteur Michael. „Ik wil je graag helpen, maar eerlijk, wat kan ik doen ?" „Je was in je tijd een beroemd vingerafdrukken-specialist!" zei mijnheer Bock. „Dat is zoo," antwoordde oud-inspecteur Michael. „Maar dat gedeelte van het 'werk is al gedaan; De vingerafdrukken zijn al herkend. Je man is bekend. Alles wat er te doen overblijft, is hem te arresteeren. En daar kan ik me niet in mengen. Dat zou de politie niet toestaan. Bovendien weten zij zelf hun weetje wel en het is een heel eenvoudige zaak. Indien zij hem met zijn aJlen niet te pakken kunnen krijgen, hoe kan ik het dan alleen, doen?" De beide heerén zaten in de achterkamer van mijnheer Bocks villa, waar de laatste zijn vriend had heengesleept, in de hoop, dat deze er in zou slagen zijn man op te sporen, opdat hij eens „een hartig woordje" met hem kon spreken. „De kwestie is, dat jij dien Craft van gezicht kent, en de politie hier niet. Wil je niet eens een oogje in 't zeil houden en zien of je hem hier of daar ziet ?" „Natuurlijk," zei mijnheer Michael. „Ik wil alles doen, wat je helpen kan. Maar denk je, dat het iets geven zal of ik mijn oogen openhoud? Die kerel heeft voor een kapitaal aan effecten en andere geldswaardige papieren bij zich, en je kunt er mijn woord op krijgen, dat-ie niet meer in Slagduin is." „En als hij er nu eens wèl nog is?" „En ik zie hem, dan zal ik er wel voor zorgen, dat-ie wordt gearresteerd. Maar je zult zien? dat de politie hem wel te pakken krijgt. Doch in ieder geval zal ik mijn oogen open houden." Hij vertrok spoedig en mompelde, toen mijnheer Bock de deur achter hem sloot: „Een typische oude kerel. Denkt zeker, dat ik een soort toovenaar ben. Hij wordt wat oud, denk ik!" Toen hij thuis kwam, deelde het meisje hem mede, dat er in zijn kamer een heer op hem zat te wachten. Tot zijn verbazing trof hij' den chef der Centrale Recherche aan. „Lieve hemel. Duff," riep hij uit. „Wat ter wereld heeft je hier gebracht ?" „Zaken," zei Duff. „Neem me niet kwalijk, dat ik je nu, na je pensionneering, nog kom lastig vallen, maar..." „Het geeft niet, ouwe jongen! Heb je hulp noodig?" „Eigenlijk wel," antwoordde Duff. „Kijk, het gaat over die inbraken hier." „O, dat lijkt me een heel eenvoudige zaak," zei Michael glimlachend. „In zeker opzicht wèl, maar er is een moeilijkheid."
„Welke ? Ik dacht, dat jullie al wisten, dat het Craft was." „Ja, het is Craft ook. Hij is eergisterenmorgen ontslagen, en we hebben een brief waaruit blijkt, dat hij gisterenavond hier heen móest komen. Maar er is een complicatie. Hier is een foto van den brief. Daar je in je tijd een speciahst in vingerafdrukken was, zal je er wel direct iets zonderlings aan zien." Mijnheer Michael bekeek de foto eerst met het bloote oog, toen onder een loupe en schudde daarna zijn hoofd. „Ik zie er niets bijzonders aan, kerel," zei hij. „Er zijn maar twee stel vingerafdrukken op," zei Duff. „Van Craft en van zijn vrouw. Waar zijn de afdrukken van den schrijver van den brief ?" Mijnheer Michael dacht even na en zei toen: „Ik dacht eerst, dat die kleine
afdrukken de afdrukken van den briefschrijver waren." „Neen, die zijn van Crafts vrouw, die den brief verschillende keeren in haar handen heeft gehad!" „Zoo," zei mijnheer Michael. „Je begrijpt, wat dit beteekent ?" „Het beteekent, dat de schrijver het papier met geen vinger heeft aangeraakt voordat hij gummihandschoenen aanhad," antwoordde mijnheer Michael. „Juist," zei Duff. „Wetgeen ons voor de vraag plaatst: wie is de schrijver ?" „Ik kan begrijpen, dat dit de politie hier heel wat hoofdbreken kost!" „Wil je even meegaan en eens met den inspecteur praten ?" „Graag. Als ik je van dienst kan zijn..." Toen zij bij den inspecteur werden binnengelaten, bevond zich juist de commissaris in het vertrek.
Foto Godfried de Groot
Vöoflai MotelnKêlll!,, €0@ — 13 -
..lULlW
Daar de beeren elkaar kenden, begon Michael direct glimlachend: „Ik hoor, dat jullie mijn advies willen. Goed hoor! Als je er maar aan denkt, dat ik dertig gulden per tien seconden reken I" „Dat zal dan niet zóó heel veel bij elkaar zijn," antwoordde Duff, „omdat het niet veel minuten zal duren." „Hebben jullie Will Craft dan soms al?" vroeg Michael verbaasd. „De politie kan ook wel eens vlug zijn, mijnheer Michael," zei de inspecteur met een zelfvoldaan glimlachje. „Ja, we hebben hem " „Mooi! Dat is gauw in zijn werk gegaan. Wanneer kregen jullie hem te pakken ?" „Gisterenavond!" „Gisterenavond? Neen maar... En toen is er pas ingebroken! Denzelfden avond dus nog ? Dat is handig!" „Laten we Craft even laten rusten," merkte Duff op, „en eerst, als we tenminste kunnen, het geheim van dezen brief oplossen." Hij legde, terwijl hij dit zei, de foto van den brief op de tafel en de vier beeren stonden er allen belangstellend om heen. „Ik geloof," zei hij, „dat we het er allen over eens zijn, dat degeen, die den brief schreef, er uitstekend voor heeft gezorgd, dat zijn vingerafdrukken niet op het papier kwamen." „Ja, daar zijn we het over eens,"
«P
zei Rousse. „Tenminste als ook mijnheer Michael..." „Natuurlijk," zei deze. „Maar als er geen vingerafdrukken van hem zijn, hoc kunnen we hem dan vinden ?" vroeg Rousse. „Mijnheer Michael, die een beroemdheid op het gebied van vingerafdrukken is, zal u vertellen, dat er heel wat manieren zijn, nietwaar Michael ?" „Zeker," zei deze. „Heel wat manieren." „Hoor je wel, Rousse?" Duff glimlachte droog. „En ik zal er een noemen. Ik kan niet zeggen, dat we daardoor den schrijver beslist zullen vinden, maar we kunnen het probeeren." Hij haalde bij deze woorden zijn portefeuille uit den binnenzak van zijn jas en nam er den origincelen brief uit, dien hij naast de foto legde. „Deze brief zal ons helpen," zei hij. „Maar laten wc eerst nog even naar de foto kijken. Dan zullen jullie daar iets bijzonders aan opmerken. Kijk echter door de loupe, anders kun je niet zien wat ik bedoel. Zien jullie dezen afdruk van Crafts vinger hier? Kijk, het zevende woord van den derden regel is over den afdruk heengeschreven 1" „Lieve hemel," riep de commissaris, die tot nu toe gezwegen had uit, ,,wat beteekent dat ?" „Dat beteekent natuurlijk, dat de vin-
die verbonden is aan 't ,,Centraal-Tooneel" te Amsterdam, iseendertalentvolsten van de jonge garde. Foto Godfr. de Groot
- 14 -
gerafdruk er reeds was voordat de hrh'f aan Craft werd gepost," antwoordde Duff. „En het is een vingerafdruk van Craft I" Rousse en de commissaris staarden met open mond. „De brief werd geschreven op een velletje van een blocnote," vervolgde Duff, „en daar er vingerafdrukken van Craft op voorkomen, kunnen we veilig aannemen, dat de blocnote eens aan Craft heeft toebehoord. Het is een eigenaardig soort grijsachtig papier!" „Die blocnote moesten we kunnen vinden," zei inspecteur Rousse enthousiast. „Die hèb ik al gevonden," antwoordde Duff. „Hier is ze." Hij wendde zich tot Michael. „Ik heb ze in je lessenaar gevonden, terwijl ik op je zat te wachten," zei hij. „Ik geloof, dat je spel uit is, Michael." „Wat bedoel je ?" viel de oud-inspecteur uit. „Het is aardig verzonnen, en je was er bijna goed doorgerold," zei Duff dreigend. „Je kent Craft heel goed. Ik geloof, dat je hem drie keer hebt gearresteerd. Je moet vaak zijn kamers hebben doorzocht en langzamerhand deze verschillende aanwijzingen — zooals het tangetje, en- het stuk sigaar — hebben verzameld om ze tegen hem aan te wenden. Natuurlijk nam je ook zijn blocnote mee. Je hadt nu niets anders te doen, dan te wachten, tot hij I vrijkwam, hem op zijn papier, waarop 1 dus zijn vingerafdrukken zaten, een brief _;i te schrijven, zoodat hij hierheen zou ' j komen en dan zelf de inbraken te 1 plegen! Je kende de beide personen, waarbij je je slag sloeg, persoonlijk en wist dus, waar ze hun geld enzoovoort bewaarden . .." „Dat is gemeen van je!" viel Michael uit. „Je zoekt mijn ongeluk om promotie te maken! Je hebt geen enkel bewijs. Alle sporen leiden naar Craft en je zegt, dat jullie hem al hebben ook. Denk je soms, dat ze zijn woord ', boven het mijne zullen gelooven ?" „We hebben de blocnote als bewijs!" hielp Duff hém herinneren. „Met die blocnote kun je niet bewijzen, dat Craft niet gisterenavond om elf uur in die twee huizen heeft ingebroken!" viel Michael uit. „Dat is waar," gaf Duff toe. „Maar we hebben nog een ander bewijs. Deze brief wekte alleen mijn nieuwsgierigheid op. Ik zou er niet aan gedacht hebben je te verdenken, indien ik niet ook nog een andere aanwijzing had..." „Je -bedoelt, dat Craft geroddeld heeft? Hij kan je wel zoo veel vertellen! Als je naar hèm luistert..." „Ik bedoel, dat niemand ooit meer naar hem zal luisteren," zei Duff triomfantelijk. „Hij is gisterenavond twee uur voordat de eerste inbraak plaats had en toen hij onderweg hierheen was, door een bus overreden en . gedood. Toen ik zei, dat we hem hadden, bedoelde ik, dat we hem in het doodenhuisje van het politiebureau hadden ... — Je wilt zeker wel gewillig meegaan, Michael? Het spijt me voor jou, maar ik kan er ook niets aan doen. Plicht is plicht!" Vijf minuten later verliet Michael tusschen Duff en inspecteur Rousse het politiebureau in Slagduin... .
' '_
__
Mevrouw : „Dus je komt uit Keulen. Daar is zoo'n mooie kathedraal, hè ?" Het Duitsche dienstmeisje : ,,Ja, mevrouw, maar hij wordt wel wat ouderwetsch !"
MIJN NEEF JANSSEN zat de courant te lezen, toen nicht hem vroeg: ,,Zeg, Janssen, versta jij eigenlijk onder het Gevaar ?" „Een bananeschil op het trottior," antwoordde mijn neef. De leeraar verklaarde het verschil tusschen meervoud en enkelvoud. Om na te gaan, of de klas het heeft begrepen, vraagt hij : ..Wie van jullie weet me nu te vertellen, of broek enkelof meervoud.is ?" Het blijft geruimen tijd stil in de klas, tot eindelijk Jantje zijn vinger opsteekt en zegt: ,,Ja, mijnheer, met broek zit het zóó: van boven is het enkelvoud en van onderen meervoud I" De Meijers hebben hun eigen huisje betrokken. De kamers zijn echter niet groot, de vensters sluiten niet, de vloeren kraken, de muren waggelen, kortom alles is, zooals het bij den modernen revolutie-bouw nu eenmaal blijkt te behooren. En koud is het. Héél koud .... Toen nam mijnheer Meijer een besluit. „Vrouw," zei hij, „pak ook eens aan .... We zullen het huis een beetje dichter bij de kachel zetten !" A : „Ik hoor, dat De Bruin een motorfiets heeft!" B : „Ja, gekregen van zijn oom." A : „En men heeft mij verteld, dat hij er al zijn geld, dat hij bezat, in heeft gestoken !" B : „Ja, twee gulden benzine 1" Kwaad komt zij den kruidenierswinkel binnenstormen .... „U hebt me gisteren een pak lucifers verkocht, die niet branden willen !" roept ze uit. „Dat moet een vergissing zijn," antwoordt de ijverige bediende, nog voor zijn patroon iets zeggen kan, „ik heb ze gisteren nog allemaal geprobeerd en toen brandden ze nog!"
Acht en negentigste vraag. W
Wie onzer lezeressen en lezers kunnen ons zeggen, wie de uitvinder is geweest van het gasgloeilicht ? Onder hen, die ons een goed antwoord zanden, verloten wij een lot van „De Jobdsche Invalide" benevens vijf aardige troostprijzen. Het antwoord gelieve men in te zenden op een briefkaart vóór 31 December (abonné's in overzeesche gewesten vóór 2 April) aan ons adres; Redactie „Het Weekblad", Galgcwatei 22, Leiden. Op de briefkaart vermelde men duidelijk; Acht en Negentigste Vraag.
, _-
—
„Is je nieuwe flat nogal ruim ?" „Hemel, neen! Mijn keuken en eetkamer zijn zóó klein, dat ik altijd gecondenseerde melk moet gebruiken I" Tratsche moeder: „Ik ga vandaag een foto van baby laten maken." .De Vader: „Laat het dan doen wanneer hij slaapt. Ik zou zoo graag eens willen weten hoe hij er dan uitziet !" „U zoudt een heel goed danser zijn, maar u heeft twee gebreken 1" „En welke zijn dat ?" „Uw voeten !" Bezoekster : „Bent u mijnheer Doedes, de grootc dierenschildcr ?" De schilder: „Jawel, Mevrouw. Wilt u uw portret gemaakt hebben ?" Juffrouw Dertig: „O, mijnheer Dorpssen, het is zoo plotseling !" Mijnheer Dorussen: „Dat weet ik. maar ik dacht, u zult wel beter tegen een verrassing dan tegen onzekerheid kunnen !" Tijdens het examen voor het diploma „Eerste Hulp" werd een der candidaten gevraagd: „Wat zoudt u doen, als u bij iemand geroepen werd, die bewusteloos was ?" „Ik zou hem wat brandewijn tusschen de lippen gieten," was het antwoord. „En als er geen brandewijn bij de hand was ?" „Dan zou ik het beloven !" Vader: „Hoe komt het dat er zooveel gaten in den voorband van je fiets zitten ?" Zijn zoontje : „Ik ben over een flesch gereden !" „Zag je die dan niet tijdig ?" „Neen, want de man had ze in zijn zak !"
GARCbO 5PREEKT! ANNA CHRISTIE — 15 —
Echtgenoote (om twee uur des nachts) : „Word wakker, Jan. Er zijn inbrekers in de kamer hiernaast !" Haar man (slaperig) : „Ik heb geen revolver. Ga jij eens even kijken of ze gewapend zijn !" „Mijn zoon," zei de vader ernstig, ,,ik Word ouder en zal me spoedig uit de zaak hebben terug te trekken. Ik zou graag willen, dat jij de affaire dan voortzette. Wat denk je er van ?" „Vader," was het antwoord, „wat denkt u er van, ais u nog een paar jaar langer werkte tot we ons samen konden terugtrekken ?" Vriendin (die den baby heeft bewonderd) ; „Kan hij ai loopen ?" Trotsche en rijke moeder: „Nog niet, maar het zal natuurlijk nooit noodig zijn, dat hij veel loopt I". De duren Het is juist
jongeman: „Zou het nog lang voordat je zuster verschijnt ?" bakvischje: „Ik weet het niet. Ze bezig haar verschijning te maken !"
Tooneelknecht: ,,U kreeg een reusachtige ovatie. Wat hebt u het publiek gezegd ?" Acteur: „Ik heb ze gezegd, dat ik niet'verder zou spelen als ze niet ophielden mij uit te fluiten !"
•]=»
HBM
Vier en negentigste vraag. De volksstam, die in Peru woonde en heerschte tot de Spanjaarden, dit land veroverden, was die der Inca's. Na loting viel het lot van „De.Joodsche Invalide" ten de^l aan den heer A. M. van Schalk, Amsterdam, wien wij een mooien prijs toewenschen ! De troostprijzen vielen, eveneens na loting, ten deel aan mejuffrouw L. Wachters, Groningen, den heer Jan Rademaker, Hcerhugowaard ; den heer G. J. van Doornspeek, Amsterdam ; den heer J. H. van Zeijl, Rotterdam ; den heer G. W. Zandvoort, 's-Gravenhage. Aan de volgende abonné's in de beide Indien zonden wij nog een prijs voor van hen ontvangen goede oplossingen ; mejuffrouw R. van Oosten, Bandoeng (/ 2.50) ; den heer B. Th. van Toledo, Klaten (/2.50) ; den heer A. J. Meijer, Koedoes (troostprijs) ; den heer R. Scenario, Ambarawa (troostprijs) ; mevrouw W. L. van Nugteren, Simpang Haroe (troostprijs) ; den heer C. Valkenburg, Curasao (troostprijs).
-^F
^Bm ,-
kéÊÊÊÊÊk.
UlEBy
—^—^^-—
~
BEROEMDE LEVENS BENJAMIN CONSTANT (1767—1830). Schrijver van „Adolphe", een merkwaardige psychologische roman. ZIJN DRIE GROOTE LIEFDEN. Een zonderlinge figuur onder de groote geesten der menschhcid : een man, die door een keizer — en wel door den grooten keizer Napoleon ■— werd gevreesd om zijn scherpe pen en feilen geest, en die misschien tóch nimmer iets van zich had doen hooren, indien de genegenheid van verschillende vrouwen niet zijn leven had bepaald. Inderdaad: de sprankelende geest, dien wij thans nog bewonderen kunnen in het werk van Constant, is als het ware ontdekt en gecultiveerd door' drie vrouwen van buitengewone gaven. Constant is tweemaal getrouwd geweest en heeft verscheidene amourettes gehad, maar zoowel zijn beide huwelijken als zijn min of meer diepe, tijdelijke verliefdheden, lieten hem zooals hij was : een man vol tegenstrijdige driften, die onbewust was van eigen gaven. Zijn genegenheid echter voor Madame De Charrière, voor Madame De Staël en Madame De Recamicr oefende zoo'n grooten invloed uit, dat zijn leven, zooals hij zelf getuigde, er in feite door werd bepaald. Op twintigjarigen leeftijd bevond Constant zich op allesbehalve aangenamen voet met het leven : terwijl hij moederloos was van af zijn prille jeugd, had hij een vader, die door zijn sarcasme en gestrengheid ieder gevoel van liefde en aanhankelijkheid bij zijn zoon doodde. Zijn grootmoeder, die werkelijk van hem hield en die zelfs zijn kinderlijke vroegrijpheid bewonderde, nam hem toch nauwelijks au sérieux. Bovendien had de jongeman de gewoonte zich op zonderlinge wijze in allerlei liefdesavonturen te storten-, waaruit hij zich niet dan ternauwernood kon redden. Als een mot fladderde hij om de vlam, om zich daarna schielijk, met verbrande vleugels, terug te trekken .... Zoo dobberde hij door het leven, roerloos en zonder richting, wanneer hij Isabelle de Charrière, een dame van Nederlandsche adellijke afkomst, leert kennen .... Zij is vijf en twintig jaar ouder dan hij, maar hij vond in haar een alter ego, die hem, in den spiegel van haar groote tcederheid en vriendelijken geest, een geflatteerd beeld van zichzelf doet zien. Hun verhouding en hun wederzijdsch begrijpen waren volmaakt ; misschien wel tè volmaakt. Nooit verschilden zij van opinie en in hun ironischen lach om het leven, ojn de menschen en toestanden om hen heen, klinkt slechts één accoord ! Een accoord van volkomen, onderlinge harmonie! Madame De Charrière leert hem zichzelf kennen en doet hem voor den eersten keer het leven zóó zien, dat hij er zijn houding tegenover kan bepalen en er zich over kan uiten. Een eerste vereischte voor een publicist ! Acht jaar dunrt deze verbintenis ; dan verschijnt Madame De Staël ten tooneele. Zij was barones, een beroemd schrijfster van romans o.a. van ,,Corinne" - en een jaar jonger dan Constant, die /.ich, als zij hem leert kennen.
als het ware op den rand van een pessimistische levensbeschouwing bevindt. Hij is zóó rationeel en zóó ontbloot van ieder gevoel in zijn redeneeringen, dat zij'zelfs twijfelt aan zijn trouw voor zijn vriendin. Madame De Staël, die een schitterenden salon houdt, gaarne toegejuicht wordt en een hartelijke vriendin is voor allen, die, zooals Constant, om politieke redenen achtervolgd worden, duwt den jongen man uit het geestelijk evenwicht, waarin Madame De Charrière hem had gebracht en maakt hem tot haar enthousiasten slaaf. Een tijdlang koesterde Constant nu de dwaze illusie, dat hij kans zou zien zich van de genegenheid der beide vrouwen te verzekeren. Wanneer hij ziet, dat dit echter onmogelijk is, aarzelt hij niet en verlaat zijn oude vriendin voor zijn nieuwe. Intusschen was Constant ook nog getrouwd geweest : sinds zijn ontmoeting met Madame De Charrière in Parijs, was hij, hoofdzakelijk als een gevolg van zijn speelzucht, in groote financieele moeilijkheden geraakt, waarom zijn vader hem dwong de Franschc hoofdstad te verlaten en zich te Brussel te vestigen. Hier leerde hij een jonge Duitsche barones kennen, met wie hij in het huwelijk trad. Vier jaar later liet hij zich echter weer van haar scheiden. Dit huwelijk was in zijn leven niet meer dan een voorbijgaande episode, waarvan hij geestelijk geen enkele verandering onderging. — Zooveel te grooter was echter de ommekeer, dien Madame De Staël bij hem teweegbracht. Constant, die tot dan toe niets om zijn uiterlijk had gegeven, die ons zelfs wordt beschreven als iemand, die zoo goed als nooit zijn haar verzorgde, werd nu op ende top een dandy, die in het Zwitsersche dorpje Coppet, waar Madame De Staël op een prachtig kasteel woonde en een grooten kring van beroemde mannen om zich heen verzameld had, om zijn verzorgd uiterlijk opzien baarde. Hij frequenteerde de theaters, sprak openlijk van zijn bewondering voor zijn gastvrouw, die hij zijn ,,bonne petite chatte" (zijn goeie, lieve poesje) noemde en meed zelfs geruimen tijd de speeltafel, hetgeen misschien wel het meest verbaast, gezien zijn hartstocht voor het spel. Totdat de „geliefden", door de jaloerschheid van Madame De Staël, „scènes" begonnen te krijgen. Hierdoor kwam waarschijnlijk bij Constant de ommekeer ; hij begon te voelen, dat hij als gast van Madame De Staël miste, waarnaar zijn hart uitging : den vrede van den huiselijken haard. De man, die als kind de sfeer van het huiselijk geluk noode heeft moeten missen en daar altijd onder geleden heeft, verlangt er nu met zóó'n geweldige aandrift naar, dat hij genoeg krijgt van het salon-leven bij de schrijfster. De premières van haar — slechte ! — tooneelstukken staan hem tegen en het eeuwigdurend va-et-vient op haar slot walgt hem, want hij vindt niemand, waaraan hij zich geheel en al kan geven. In alle stilte huwt hij daarom met een onbeduidend persoontje, Charlotte gravin - 18 -
van Hardenburg, om het dan tijdens een hevige scène, waarin de eene zelfbeschuldiging de ander opvolgt en waarin hij zelfs zijn ongelukkige echtgenoote betrekt, aan Madame De Staël mede te deelen. Op deze wijze meende hij een eind te kunnen maken aan de jaloersche buien, waarvan Madame De Staël hem had doen lijden .... Helaas .... zijn huwelijk bracht hem niet het zoo zeer verlangde huiselijk geluk ■ de echtelijke liefde liet ook ditmaal zijn ziel wederom onberoerd en hij moest wachten tot hij zeven en veertig was, eer hij opnieuw, en dit keer voor de laatste maal en vuriger dan ooit, verliefd werd .... Het was nu de beurt van Madame De Recamier, de om haar schoonheid wijd en zijd vermaarde vrouw. Wel is waar was zij haar eerste jeugd reeds gepasseerd, maar wie dit niet wist, zag het haar niet aan. En zoo is het begrijpelijk, dat Constant, wiens diepere genegenheid nog steeds zocht naar een voorwerp van liefdesvereering, weldra onder haar invloed kwam. Zijn ontmoeting en omgang met Madame De Charrière en Madame De Staël hadden zeer veel gedaan voor de .vorming van zijn geest: hij had er zelfvertrouwen door gewonnen en was zich zijn overtuigingen bewust geworden. Zij hadden hem gemaakt, hetgeen hij nu was: een geëerd en gezien staatsman en schrijver van erkend gezag. Zijn passie voor Julie de Recamier had echter een geheel tegengestelde en bijna verderfelijke uitwerking : om haar gunst te winnen was hij bereid, neen verlangde hij er zelfs naar, den behaalden roem op te offeren, te vertreden, en iedere belofte, die hij namens zichzelf voor de toekomst had gegeven, te verzaken .... Hij, de gedistingeerde denker, de vermaarde publicist dacht aan niets anders meer dan aan zijn liefde voor de schoone vrouw en getuigde er in zijn brieven äan haar op zulk een zonderlinge wijze van, dat wij, die ze met een nuchter verstand lezen, een gevoel van weerzin in ons voelen opkomen. Madame De Recamier had echter reeds te veel liefdesbetuigingen ontvangen, om er van onder den invloed te komen. Ze bleef beminnelijk en vriendelijk tegen Constant, zonder meer, en trachtte van een aanbidder een vriend te maken. Maar Constant kon met zijn gevoelens geen compromis sluiten. Hij trok zich terug en deed afstand van de liefde. Voorgoed . . . Gedurende de laatste veertien jaar van zijn leven wijdde hij zich aan de politiek en werd de leider van de Fransche liberale partij. Zijn populariteit was hand over hand toegenomen en toen hij in den winter van 1830 ten grave daalde, volgde het volk, waarvoor hij niet opgehouden had de constitutioneele vrijheid te eischen, bij duizenden zijn baar .... Hij werd tegen het vallen van den avond begraven en studenten en werklieden droegen hem met ontbloot hoofd naar het kerkhof Père Lachaise, waar de groote denker, bij wien de vrede en de rust tijdens zijn leven nooit waren ingekeerd, toen voorgoed ter ruste werd gelegd.
Godfried de Groot ^an £uykenstraat 2ä, Tel. 28474 Amsterdam
Specialiteit in moderne en artistieke foto's nen sie de vele reproducties vnn cr^ verh in „Het Weefebiod ■ Cinema«0'i!.t;-ner
Dokter : ,,■■■■ En vóór alles moet u den eersten tijd alle hoofdwerk vermijden !" Patiënt: „Ja maar, dokter, hoe moet ik dan leven ?'' „Hoczoo? Bent u dan een geleerde of zooiets ?" „Neen, maar friseur!" 1J
,
ADVERTEERT IN
„HET WEEKBLAD" CINEMA & THEATER HET BLAD voor geïllustreerde reklame VRAAGT OFFERTES
Zitmeijer wordt weer eens veroordeeld. Achter den rechter, die het vonnis uitspreekt, hangt een plaat, de gerechtigheid met eön weegschaal in de hand voorstellend. Zitmeijer wijst er op en zegt : „Edelachtbare, ik geloof, dat het tijd is, dat' ude weegschaal weer eens laat ijken."
geeft levenskrachtig, prachtig golvend haar. Zi) verricht ook wonderen voor allen die sukkelen met dun, dood en uitvallend haar. De lichte clcctrischc stroom, die door de beide tandrijen gaat, brengt nieuw leven in de stervende haarwortels. Het haar gaat krachtig groeien, golven en glanzen. De electricitcit is voor het haar wat water is voor de planten NIEUW HAAR GAAT GROEIEN waar het oude uitgevallen is. Dunne plekken, roos of andere belemmeringen in den haargroei verdwijnen. IS DIT OVERDREVEN? Neen, alleen reeds 111 Engeland zijn 700.000 enthousiaste gebruikers dezer electrische Letrik kammen WERP UW DOODE HAARKAM WEG. DE LEVENDE LETRIK RAM GEEFT U JEUGD EN SCHOONHEID, s MORGENS EN 's AVONDS 5 MINUTEN KAMMEN is voldoende, maar dat moet ge doen, anders kunt ge geen goede resultaten verkrijgen. GIJ EN UW VRIENDEN ZULLEN VERBAASD ZIJN hoeveel mooier Uw haargroei wordt, ook warneer ge nu reeds goed haar hebt. VOLKOMEN ONSCHADELIJK. ZELFS VOOR BABIES. Iedereen, dames, beeren en kinderen kunnen de Letrik kam gebruiken. U voelt geen schokken, geen trillingen. Aan mets bemerkt ge, dat de electrische stroom haar heilzaam werk verricht, alleen wanneer ge een clectrisch lampje tegen de tanden houdt, gaat het gloeien. GEEN SCHAKELEN. — GEEN STROOM VERLIES. Een det groote voordcelen van de Letrik kam is, dat de stroom ophoudt zoodra ge niet meer kamt. Ge behoeft de batterij nooit in ot uit te schakelen. Reserve-batterijen verkrijgbaar bij onderstaande adressen a 30 cts. Letrik Ltd., London. Vul onderstaande coupon in.
Aan LETRIK Depot, Amsterdam, Prinsengr. 627 Zend mij per omgaande tegen rembours: Een Letrik kam, gewoon model, a ƒ 5.25 + 3S ets rembourskosten. Letrik, luxe model met handvat, a ƒ 6.2s -)- 35 ets rembourskosten. c.T '%. Naam'
J
Adres
Doorhalen wat niet gewenscht is. Deze coupon opzenden als drukwerk in open envelop met 1 K' et. gefrankeerd..
Fotografie van .v« proej, genomen door Me], A. C. N. te C.
„Ik had een kale plek, die grooter werd. Mijn haar was zeer dun en viel met handen vol uit."
10E DAG „Mijn haar was prachtig, groeide snel. Het is nu golvend en vol kleur. Mijn kennissen zijn verbaasd. Geen permanente of water-ondulatie is noodig, nu ik mijn electrische kam heb."
De LETRIK kam is ook verkrijgb. in fraaie luxe uitvoering met handvat.
[_ƒ 6.25 compl J
Verkoop en Demonstratie bij:
DE BIJENKORF , Mevrouw (tot het nieuwe meisje): „Denk er om, dat je aan tafel links bedient en rechts de borden wegneemt." Het meisje: „U bent zeker ook net zoo bygeloovig als ik, hè?"
AMSTERDAM
- ROTTERDAM
- 19 -
PERRY & Co. A'DAM - DEN HAAG - UTRECHT ARNHEM GRONINGEN
■
■
—
■■
wmmm^^^^^^—n
"—■""
••
-
^^—
^
1
Dt OILDER f BObELDIJK
U denkt aan het geven van een GESCHENK dat ditmaal eens iets bijzonders moet zijn, iets waarvan een geheele kring genoegen heeft ? Welnu, koopt dan een
msmoscoop waarvoor wij duizenden films hebben. Deze worden verkocht en in huur gebracht. Er zijn films op elk gebied. Zonder eenige verplichting wordt U dit apparaat overal gedemonstreerd. Daar waar niet verkrijgbaar, wende men zich tot PATHE~BÄB Y, Dir. Mevr.L. Justet, Raadhuisstraat 42, Amsterdam, Tel. 497V0
IIIÜII!
■'4711' Eau de Cologne-Zeep - "4711" Maü-Creme en Cold Cream
MORNY
Gedurende de terechtzitting moest ook de kamenier van mevrouw worden gehoord. „Waar was n," zoo vroeg de president haar, „om zes uur vijftien minuten van dien bewusten dag ?" „In de kamer van mevrouw." „Wat deed u daar ?" „Mevrouws haar kappen." „Nu," zei de president, ,,denk nu goed na, voordat u antwoordt : was mevrouw toen ook in de kamer of was zij er niet ?"
LONDON Fabrikanten van de
FIJNSTE PARFU MS die gebruikt worden door de Eüte van alle landen.
Tot de eveneens zeer gewaardeerde schilders van het Amstcrdamsche stadsschoon behoort ongetwijfeld de schilder F. Bobeldijk. Meer en meer echter treedt hij de laatste jaren naar voren als portretschilder en het is daarom, dat ik onze lezers op de hoogte zou willen stellen van een en ander uit het leven van dezen kunstenaar. Félicien Bobeldijk komt, ondanks zijn groote voorliefde voor onze hoofdstad, niet uit Amsterdam, doch uit de Zaanstreek. Een gebied, dat meer industrieelen dan kunstenaars heeft voortgebracht. Toch is het geenszins te verwonderen, dat Bobeldijk deze richting is gegaan. Zijn oom reeds vulde zijn vrijen tijd geheel met schilderen en van zijn moeder leerde hij als kind al het schoone. heerlijke in de natuur te waardeeren en te zien! Wat slechts weinig kinderen toqh kunnen. Het bleek zijn ouders dan ook al gauw, welke richting hun zoon zou, neen, moest volgen, en op zijn dertiende jaar kwam Bobeldijk op de Quellinusschool te Amsterdam. Na korten tijd. echter verwisselde hij deze voor de Rijksschool Voor Kunstnijverheid, die o.a. reeds Deysielhof en Lion Cachet had voortgebracht. Het scheen dan ook waarlijk in den aanvang, dat ook Bobeldijk deze richting zou volgen, doch bijtijds besefte hij, dat dit niet zijn kunnen was, niet zijn willen. Spoedig komt Bobeldijk nu op de Rijksacademie van Beeldende Kunsten. Hierna vestigde hij zich aanvankelijk te Amsterdam, in een atelier in de Jan Steenstraat, aangetrokken als hij zich voelde tot
F. BOBELDIJK
het stadsschoen; de Jordaan, de onovertroffen Jodenbuurt. Weinig echter bevredigde hem dit op den duur en plotseling zien we Bobeldijk terug in de Zaanstreek, zijn „geboorteland". En het is met groot enthousiasme, dat hij zich werpt op het uitbeelden van alle, hem uit zijn jeugd zoo bekende plekjes, dorpjes en ook typen. Hier begint zijn werk voor het eerst de aandacht op zich te vestigen, door de schoonheid der kleuren, waardoor deze stukken zich kenmerken. Na zijn huwelijk wordt Bobeldijk echter
weer aangetrokken tot het stadsbeeld, doch niet tot de groote stad, neen, het zijn nu de provinciesteden met haar intiem, eigen karakter die hem boeien. Hij vestigt zich in Brabant, waar hij eenige jaren met succes werkt. Langzamerhand is ook in dien tijd zijn animo tot het weergeven van personen ontstaan, en na vele portretstudies is plotseling ongemerkt de richting bepaald, welke Bobeldijk in de toekomst voor een 'groot deel zal volgen, namelijk portretschilder. In i 9 i 2 vestigt hij zich wederom te Amsterdam: thans voorgoed. En vele zijn de opdrachten welke nu volgen. Ik zie, in zijn atelier aan den Koninginneweg, portretten van vele vooraanstaande industrieelen, Amsterdammers vooral, maar ook van vele eerste kunstenaars. Ik tref er Mengelberg, Urlus, Zimmermann, schitterend van weergave. Ik tref er vele andere groote solisten uit het Concertgebouw, „geschetst" vaak met enkele lijnen, zóó treffend, als hadden zij rustig, urenlang, voor hem geposeerd, doch welke achteraf blijken tijdens een uitvoering, vaak in de pauze, te zijn geteekend, om naderhand, thuis, te worden uitgewerkt. Natuurlijk, ook andere stukken zag ik er, in dat atelier. Stillevens (sporadisch), forsche schepen in Zaansche wateren, een kleurrijk geheel, uitvloeisel van zijn jeugdperiode, en verschillende buitenstukken, maar, tusschen dat alles, portretten! Portretten van groote mannen op velerlei gebied, die zich gaarne lieten schilderen door Félicien Bobeldijk, een eveneens „groot" man. In zijn genre.
PARFUMS „CHAMINADE" „JUNE ROSES" „NUIT DE CARNAVAL" „GARDENIA-MORNY"
LUXE TOILET PREPARATEN: GEZICHTSPOEDER BAD-STROOIPOEDER TALKPOEDER BAD- EN TOILETZEEPEN
Voorbüpangfr: „Wat een zonderling idee om je zelf zoo op te sluiten I Nachtwaker: „W zoudt het niets zonderling vinden, als u ook in je slaap wandelde zooals ik."
REGENT STREET
aI
mijn
vrienden
in
i_
i
mij aan Om _J !_•• i
te vertellen hoe kort bij kas zij zijn."
Voor sportliefhebbers
K € IB M HY
MORNY
„Kortheid is de eisch van onzen tijd." „Ja. Daarom houden zeker
JACQ. UHLUS
geen beter blad dan
BiELO
LONDON
PRIJS PER KWARTAAL F 3.- FRANCO PER POST
Alleen verkrijgbaar io de voornaamste eerste klasse Parfumerie- en Kappersiaken
Administratie: NOORDEINDE No. 10, LEIDEN LOUIS ZIMMERMANN
20
JONQENSPORTRET
■ ■'
von üDrei R
wmyFrU5cb
IOO^'^rtv lO&
':
1M
!
'
'
-
'■
Y e' V ^ee^'r_.,nft Vvee^\e^S * V„ ^ - ^
010
^^Äf^^^' "
^^ CV
i yiih
e
^ imir-
^etv
1
A^
V&v .\eS,,
4
^nlsoos^. O
IH
ie^LU^ 0 lA^' better c %o
oo*
\e^eïV ,: tïve ^.t
\)e^v V ' n.&* s ^ssC Vvew .:c
Ae
•^^^^r „^.f:> >^-..
c^etV
Vo^ t^
cYv
n^evS' ^sie Hefnz Rühmann
■
ran köte//e
?0^
^g." .„^cVvö
.
'
DE DRIE VAN ÉÉN BENZINEPOMP: Willy FrUsch. Oskar Karlweiss en Heinz RQhmann.
■
■
•
•
.
.
,
:
•
^^^—"^"^^-"^^
"
DIAMANTEN EN ROBI]NEN DOOR Toen ze zag, dat er voor de étalage van Ginnens eenige dames stonden, versnelde zij haar pas. Ginnens was beroemd om zijn enorme collectie schitterende edelsteenen en nouveauté's en ze was benieuwd te weten, wat nu weer zijn nieuwste sensatie zou zijn. Men vertelde van haar, van deze vrouw, die zich naar de étalage van den juwelier spoedde zooals een moeder zich spoeden zou naar het sterfbed van haar kind, dat er slechts twee dingen op de wereld waren, waarvan ze hield: juweelen en haar hond. Het was wäär: de hond was zelden niet in haar nabijheid en juweelen waren nooit uit haar gedachten. Ze had het kleine, bruine pinchertje onder den arm genomen om sneller te kunnen loopen. Eindelijk stond ze voor de étalage, tusschen de andere kijksters, die opeens schuw voor haar uitweken en zich misschien wel afvroegen, wat gróóter sensatie was: het schitterende collier van diamanten en robijnen, daar in de étalage, of die mooie vrouw -jnet het bleeke gezicht en den wreeden) fel-rooden mond. „Wat zou dat collier wel kosten ?" vroeg een jong meisje aan een oudere dame, die waarschijnlijk haar moeder was. „Bloed en tranen, kind, voor wie het tot eiken prijs hebben wil ..." De vrouw met het bleeke gezicht en den fel-rooden mond hoorde dit antwoord en drukte den hond zóó vast tegen zich aan, dat het diertje zachtjes kreunde. Ze wendde zich om en mompelde binnensmonds: „Tot iederen prijs!" En toen: „Dodo, we gaan maar weer naar huis. We zullen er eens over denken. Maar we zijn op het oogenbbk juist heel arm." Haar wreede lippen trilden en het hondje likte haar handschoenen. De man van ongeveer veertig jaar, met het haar dat reeds bij de slapen begon te grijzen, had nauwelijks de deur van zijn flat geopend of een weeë geur van viooltjes sloeg hem tegemoet. Onmiddellijk fronste hij zijn voorhoofd. „Ze is er weer," mompelde hij. „Wat zou ze nou weer van me moeten hebben ?" De deur van zijn zitkamer werd opengeduwd en een klein bruin pinchertje vloog keffend naar zijn voeten. In het vuorljijo'-aan nnrhttc hij het dier een
BOLL&DUNLOP'S
OUDE Bon' PER UTERKRUIK ütßU XMMIL
DE ONTDEKKER
FIOR DA BIANCA
„Waf zou dat collier wel hosten?" vroeé een long meisje aan een oudere dame, die waarschunluh haat moeder was, „Bloed en tranen voor wie het lot eiken prys hebben wil..." was het antwoord. — De vrouw met het bleeke gezicht en den felrooden mond drukte haar hond zoo vast tegen zich aan, dat het diertje zachtjes kreunde
nijdigen trap te geven, maar het sprong opzij. Schouderophalend ging hij toen naar binnen. Een mooie, groote vrouw met een bleek gezicht en een felrooden mond stond op van den divan waarop zij languit had gelegen. Uitdagend-lachend keek ze hem aan. De man mat haar met een verachtelijken blik van het hoofd tot de voeten. „John... je bent niets blij, dat je mij ziet!" riep de vrouw uit, met voorgewende hartelijkheid. „Wat moet je hier?" vroeg- hij. Ze wierp haar hoofd in den nek en draaide zich half om. „Ben je vandaag soms nog langs Ginnens gekomen ?" vroeg ze zakelijk. Opeens begreep de man en zijn oogen begonnen gevaarlijk te schitteren. Kon dan niets hem van die vreeselijke vrouw verlossen ? Ze leende een heeleboel geheimen uit zijn verleden, en als zij maar één er van tegenover de juiste personen losliet — tegenover den officier van justitie bijvoorbeeld — dan ... wel, dan zou dit het einde beteckenen van zijn beroep: het succesvol plukken van onnoozele halzen, die zich vroeger eens op de een of andere wijze hadden vergaloppeerd in hun leven ... Alleen dat geval met Lord Ockers zou hem zeker al een paar jaar kosten. Niet gerekend nog, dat zijn reputatie door de gevangenisstraf weg zou zijn. Een golf van haat steeg in hem op en zijn vingers kromden zich toen hij bedacht, hoe sterk die vrouw was door hetgeen zij van hem wist. „Ik ben niet langs Ginnens gekomen," zei hij kort, zonder haar aan te zien. „Dan moet je eens gauw gaan kijken," antwoordde zij sarrend. „Er ligt namelijk een mooi colher, van diamanten en robijnen. Net iets voor mijn hals, dacht ik, toen ik het zag. Ik kan het echter niet koopen, maar ik hoorde, dat jij er nogal goed voorzat .. ." „Onzin," bromde hij. „Ik ben juist ..." Ze viel hem in de rede. „Laten we maar niet veel praten. Je weet wat ik bedoel en als je het niet voor me koopt en maakt, dat ik het morgenochtend voor twaalf uur in mijn bezit heb, dan ..." Ze zweeg en keek hem recht in de oogen. „Wat, dan?" vroeg hij. „Dan loop ik even op het Parket aan..." zei ze luchtig, zich half omdraaiend en zachtjes een populair wijsje fluitend. . Hij vloekte, dreigde, smeekte. Maar /e knoopte onverschillig haar mantel dicht en zei: „Dreigen kan ik alleen. - 24 -
en niet jij, begrepen? Je herinnert je toch zeker wel dat geval met Lord Ockers ? — Welnu, is mijn stilzwijgen te duur betaald met dat collier?' Terwijl ze deze laatste woorden zei, schoof ze langs hem heen naar de deur, in het voorbijgaan tusschen haar tanden sissend: „Lord Ockers!" Hij boog zijn hoofd, om het dan opeens weer op te heffen... Het was stellig een kwade geest -geweest, die hem had ingefluisterd, dat hij het haar beloven moest, want dat dit meteen de manier zou zijn om van haar af te komen ... Met een zegevierend lachje om haar wreeden mond vertrok de vrouw ... Denzelfden avond nog zat de man met het haar, dat bij de slapen reeds begon te grijzen, in zijn kamer. Vóór hem op de tafel lag het collier. Met vlammende blikken keek hij er naar. . „Dat is dus bestemd om je mooien hals te sieren," zei hij zachtjes. „Mijn vingers hunkeren er naar het je vandaag nog om te doen. Want ik wil me wreken! Ik wil van je verlost zijn..." Hij stond op en sloot zorgvuldig de deur van de kamer. Toen kreeg hij uit een la van zijn bureau een kleine blaaspijp, zooals gebruikt wordt voor fijn goud- en zilverwerk, eenige goudsmidsgereedschappen en een 'klein blauw fleschje, dat uiterst zorgvuldig was gesloten. Een jaar geleden had hij dit van een schurk van een kerel in Algiers gekocht. Hij had zich toen van de uitwerking overtuigd dpor een proefneming op een aap. Hij huiverde nog, nu hij zich herinnerde hoe het dier van pijn ineengekrompen was eer het stierf. Eindelijk v/aren zijn toebereidselen gereed. Hij trok een stoel bij de tafel en bij het felle licht van een leeslamp begon hij het collier te onderzoeken ... Wel twee uur lang werkte hij geduldig met zijn fijne gereedschappen, de blaaspijp en het fleschje, dat zoo zorgvuldig gesloten was geweest... De oude vrouw zette de flesch opnieuw aan haar blauwe lippen. „Wat kan er toch in dat pakje zitten ?" mompelde ze toen. „Ik ben toch zóó nieuwsgierig! Ze had al om vóór twaalven hier geweest en nou is het bij half een... Maar ze vindt het niets erg, dat ik op haar moet wachten. Doch zélf kan ze nooit wachten... Als je (Uervolé op pagina 26) GEZOND - LICHT — SOEPEL rijn de Rhythmische Gymnastiekschoenen
MERK „BAHNFREf Vraagt Uwen Leverancier
Imp. v. d. Kar& Sarphati, Amsterdam
i
Fred Kamo, de beroemde Londensche music-hall impresario en ontdekker van Charlie Chaplin en Stan Laurel, heeft een vijfjarig contract afgesloten met Hal I Roach, den maker van de bekende kluch- I ten voor de Metro Goldwyn-Mayer, gedu- | rende welken tijd hij als regisseur voor I . deze maatschappij zal optreden. Kamo kwam dit jaar naar Amerika, | om scenario's voor Paramount voor te bereiden, te spelen door de Four Marx Brothers. De met deze artisten te maken films werden echter uitgesteld, om hun gelegenheid te geven gedurende het komende seizoen op Broadway op te kunnen treden en Fred Karno maakte reeds aanstalten om naar Londen terug te keeren, toen Hal Roach met zijn aanbod kwam. Het contract tusschen den film-producent en den tooneelman is nu geteekend en Mr. Karno is al met zijn werk begonnen. Charlie Chaplin zegt van Karno: „Mijn geheele uitrusting en al mijn eigenaardigheden, die door de film bekend zijn geworden, heb ik medegebracht uit Fred Kamo's beroemde pantomime-groep. Volgens mij bestaat er geen betere school voor een filmspeler." Chaplin verliet Kamo in 1914, toen zijn salaris honderd tachtig gulden per week bedroeg. Zooals men wellicht weet, zag MacSennett Chaplin in New York in het stuk van Karno: ..Ecn nacht in een Engelsch cabaret" waarna hij den komiek een tweemaal zoo groot salaris aanbood, wanneer hij naar Califomië wilde komen om er te filmen. Stan Laurel, die nu beroemd is door de Laurel Hardy-comedics van Hal Roach, verving Charlie bij Kamo. De komst van Kamo in Amerika ging als volgt. Hij kwam in 1910 met veertien andere acteurs naar de Vereenigde Staten om er op tournee te gaan. Het lag in de bedoeling,.Mumming Birds" op te voeren, het bekende stuk, dat sinds 1910 in alle Engelsch-sprekende landen is opgevoerd, én dat op het oogenblik zelfs nóg in Engeland wordt gespeeld. Charlie Chaplin was de ster van het gezelschap en Stan Laurel was de kracht, die op hem volgde, terwijl hij hem tevens bij ziekte verving. Chaplin speelde den dronken man in de stalies, die de geheele voorstelling belachelijk maakte. Chaplin was niet de eenige, die het gezelschap verliet, om zijn geluk te beproeven bij de film, want reeds vóórdat Karno zelf naar Amerika kwam, vertrokken verschillende acteurs telkens uit New York naar Califomië. Karno begreep al heel gauw, dat hij tegen zijn wil als leverancier fungeerde voor de nieuwe film-industrie. Toen hij Charlie Chaplin naar New York stuurde, om iemand te vervangen, die eveneens naar de studio's afgedwaald was, gaf hij hem het voor dien tijd enorm hooge salaris van honderdtachtig guldcri per week, om hem op
^"—
.
die manier bij het gezelschap te houden. Maar Mr. Karno was niet op de hoogte met de zelfs voor dien tijd reeds hooge bedragen, die door de filmmaatschappijen voor goede komieken betaald werden, zoodat de Londensche impresario zeer verbaasd was toen hij een telegram ontving dat Charlie naar MacSennett was overgegaan tegen een salaris van twee maal honderdtachtig gulden.
X CHAPLIE NCHAPLIN Het was twee jaar later, dat Stan Laurel, de dunne en kleine van het Laurel Hardy-team, Kamo's gezelschap verliet om met een eigen gezelschap een tournee door Amerika te beginnen. Stan Laurels nummer was - tusschen twee haakjes een karikatuur van Charlie Chaplin, die toen reeds een onuitwischbaren indruk had gemaakt op het Amerikaansche publiek. Daar Laurel gedurende eenige jaren als doublure van Charlie was opgetreden, kende hij elke beweging en elk gebaar van hem, zoodat hij zeer veel succes had. Het duurde echter tot 1917 voordat Stan zijn ouden vriend Charlie weer ontmoette, bij een voorstelling die hij in Los Angeles gaf, en waar Chaplin hem overhaalde, eveneens zijn geluk bij de film te beproeven. Dezen raad heeft Stan Laurel toen ter harte genomen en
hij heeft er nooit spijt van gehad. Charlie en zijn broer Syd Chaplin, benevens Stan Laurel zijn de beste krachten, die van Karno in de Amerikaansche filmindustrie zijn gekomen. Nog een andere „Mumming Bird" is Alfred Reeves, die nu general-manager is van de Chaplin-studio's in Hollywood. Er zijn echter nog meer Karno-menschen die naam gemaakt hebben, zooals b. v. Betty Balfour en Fred Kitchen, die nu werkzaam zijn in de Elstree studios bij Londen. Fred Kamo komt in de filmindustrie zonder eenige practijk. Maar het grondbeginsel van de film de pantomime
sAU FILM"os
REGlttEUR ..
'•
.
FRED KARNO 25 -
,,,..-, ■
.
■
•-
::"'■
— is Fred Kamo volkomen meester. Bijna al zijn beroemde stukken zijn pantomimen. Hij heeft gedurende de dertig jaren, dat hij directeur was, honderden en honderden pantomime-schetsen geschreven, bewerkt en geregisseerd. Gedurende een paar maanden bleef Mr. Kamo in de Hal Roach-Metro-Goldwyn-Mayer studios om zich van de techische zijde van het filmbedrijf op de hoogte te stellen, voordat hij zelf een film ging regisseeren. Zijn vroegere vriend en collega Stan Laurel wijdde hem in de geheimen van het vak in.
■
.
■
■
■
■
.
.
.
■■"■^^mmm'-
■■
Polo Godfried de Gmot
SARA HEYBLOM van „Het Amsterdamsch Tooneel", die met succes in „De Affaire Dreyfus" optreedt
[Uervolé van pa0na 24} niet direct voor haar klaar staat... Het is eigenlijk een serpent," schold ze in haar dronken opwinding. „Ik geloof, dat ze alleen maar van jou houdt," grijnsde ze toen, een kwaad aardigen blik werpend op het bruine pinchertje, dat op een fluweelen kussen bij de kachel lag. „Ik begrijp niet, dat ze vanmorgen zonder jóu is uitgegaan. Dat doet ze nooit... Wat ze aan je ziet begrijp ik anders niet, want je bent een mormel..." Ze lachte venijnig en nam weer een fikschen slok uit de flesch. „Ik moet tóch eens zien, wat er in dat pakje zit. .. Ik ben haar tante, dus heb ik er recht op te weten wat er in zit..." Haar nieuwsgierigheid niet meer kunnend bedwingen knoopte ze met trillende vingers het dun zijden koord los, wikkelde het zijdepapier af... In haar bevende hand lag een zeemleeren étui. Schuw keek ze om zich heen, liep op haar teenen naar de deur en sloot ze. Toen knipte ze het deksel van het étui open ... Met stomme^ verwondering staarden haar glazige' drankoogen naar een collier van diamanten en robijnen ... „Wat zal dat een hoop centen gekost hebben!" riep ze lallend. „En mij misgunt ze mijn glaasje! Serpent!" Het bruine pinchertje had zich op zijn kussen knorrend uitgerekt en wandelde nu met stijve pootjes door de kamer. De vrouw zag hem gaan en lachte om zijn potsierlijke bewegingen. Opeens kreeg ze een dwazen inval. ONGEWENSCHTE HAARGROEI ALLEEN VOOR DAMES Afdoende Gezichts Ontharing Al hebben anderen U ook teleurfjesteld, wij behandelen reeds meer dan 20 jaar met garantie van nooit meer terugkomen. L. HENSKENS, Prof. & l'Academle de Paris
Leidschestraat 76—78, AMSTERDAM
Gräfiin Maritza" behoort tot de best geslaagde composities van SS ^^^- den bekenden musicus Emmerich Kalman. The Great Symphony Orchestra onder de bezielende leiding van Alois Melichar speelde op Polydor 27215 een potpourri uit deze operette. Temperamentvol worden de Hongaarsche melodieën ten gehoore gebracht. Een serie zeer goede dansplaten is opgenomen door Parlophoon. Op R 740 de fox-trot „Jersey Lightning" en de fox-trot „Walkin the Dog", de eerste gespeeld door Luis Russell en zijn orkest, de tweede door Eddie Langs orkest. De fox-trot ..Dancing with tears in my eyes" en de wals ..The kiss waltz" vindt u op R 744. De trot wordt gespeeld door Joe Venuti's New Yorkers, de wals door de Hotel Pennsylvania Music. „I like that", een fox-trot van HaytonTrumbauer-Kohler. gespeeld door Frankie Trumbauer en zijn orkest en de piano-solo „Shivery Stomp" (Ellis) gespeeld door Seger Ellis, vindt u op nummer R 714. Arthur Rosebery en zijn dansorkest, een uitstekend ensemble, spelen op R 739 „Gibsy Melody", een wals van Harry Cariton-H. Nicholis en de foxtrot „That night in Venice". Een plaat in hetzelfde genre is Odeon A 221244 ..I'd like to do things for you" en „Speaking of Kentucky-Days" gezongen door Zaidee Jackson met orkest. De variaties in het laatste liedje zijn zeer aardig gevonden. Dr. Wejssmann. met groot SymphonieOrkest, begeleidt den pianist Karol Szrcter die een volmaakte vertolking geeft van .Toreador et Andalouse" (A. Rubinstein) en ..Spinnerlied" (R. Wagner). Het nummer van deze interessante plaat is Odeon 1 1294.
Twee tango's zijn opgenomen op Parlophone B. 17645. n.l. „Erika, brauchst du nicht einen Freund?" (W. Meisel) en „Märchen vom Glück" (Robert Stolz). Echte Duitsche tangoes, heel wat kalmer dan Zuidamerikaansche. Uit de operette „Viktoria und ihr Husar" van Paul Abraham zingen Fritz Steiner en Lilly Welly met orkest onder leiding van den componist „Ja. so ein Mädel, Ungarisches Mädel": op de keerzijde van deze plaat speelt Paul Abraham uit zijn operette „Mausi. süss warst du heute Nacht". Het nummer van deze plaat is B. 17646. Polydor liet weer verschillende opnamen vervaardigen van het populaire Duo Hofmann. De volgende nummers zagen dezer dagen het licht: H. 45148 „O. dat zwakke geslacht": „Als moeder gaat vrijen moet Jantje op straat". H. 45150 „De blinde en zijn hond": „Het lied van de klokken". H. 45152 „Langs moeders graf": „Jantjes tweede moeder". H. 45154 „Een moeder dekt warmpjes toe": „De oogen van mijn kindje". H. 45156 „Voor jou". „Geef mij maar de wals van voorheen". H. 45158 „Mijn tante Jo die heeft een radio": „Twee harten slaan in J^ maat".
- 26 -
—— ^^~""
—^^——-
Hij hief zijn hoofd op en keek verschrikt in het bleeke gezicht met den fel-rooden mond ... Vlug wilde hij zich omdraaien, maar het was reeds te laat. Ze was op de treeplank van den rijdenden trein gesprongen geslingerde hem met groote kracht door het portier, dat zij behendig had opengerukt, een regen van kleine kogeltjes in het gezicht... Hij voelde een scherpe pijn tusschen zijn oogen en sloeg naar haar uit al zijn macht. Ze gleed van de treeplank en als in een mist zag hij haar achterover slaan, en voor de wielen vallen van een goederentrein, die.juist binnenreed... Hij lachte wreed toen hij het gegil hoorde dat de lucht doorsneed, maar op hetzelfde oogenblik zag hij iets glinsterends op den vloer van den wagen, iets wat den glimlach om zijn lippen deed verstarren tot een akeligen grijns... „Allemachtig!" fluisterde hij ontzet. „Ze heeft het collier in mijn gezicht gegooid!" Hij bukte zich om h'et op te rapen.
„We zullen haar eens verrassen," riep ze uit. „Kom hier, mormel, ik zal je dat collier omdoen." De hond stribbelde tegen en bleef pas stil zitten, toen ze hem een paar slagen met de vlakke hand gegeven had. Eindelijk klikte het slot van het collier dicht om zijn hals, maar op hetzelfde oogenblik uitte het diertje een feilen kreet van pijn en sprong uit haar handen, om als een dolle door de kamer te rennen ... Opeens was de vrouw ontnuchterd ... „Kom hier, Dodo, ik zal het losmaken," riep ze angstig uit. Maar het dier luisterde niet. Even later lag het onder de tafel als een balletje ineengekrompen en bewoog zich niet meer... Toen de groote, mooie vrouw met het bleeke gezicht en den fel-rooden mond eenigen tijd later thuiskwam, vond ze haar lievelingshondje dood, met het collier om zijn hals. En huilend het"sieraad afdoend, vond ze, half verscholen tusschen het filigraan van de sluiting, een klein vlijmscherp naaldje, dat een bruine kleur had. En ze begreep .-.. Haar oogen vlamden van haat en wraaklust...
maar op hetzelfde oogenblik voelde hij een stekende pijn tusschen zijn oogen. Een verlammend gevoel scheen in al zijn ledematen te zakken. Slechts met groote moeite kon hij zich weer oprichten. Hij haalde een zakspiegeltje uit zijn portefeuille en voelde, dat hij zijn vingers nauwelijks meer bewegen kon... Zijn gezicht zag spookachtig bleek, toen hij het in het kleine stukje glas bekeek, en vlak boven zijn neue, tusschen zijn oogen, zag hij een klein droppeltje bloed. Zijn oogen sperden zich wijd open. Hij deed zijn mond open om te gillen, maar kon zijn kaken niet meer sluiten, en wist, dat hij veroordeeld was om te sterven ... Een hevige benauwdheid maakte zich van hem meester; liet zweet 'drong hem uit alle poriën. Zijn gezicht zag aschgrauw en jvas akelig gezwollen, toen hij van de bank viel en roerloos bleef liggen ... Het vergif in het naaldje, dat Dodo had gedood, had ook bij hèm zijn werk gedaan ...
Geheel alleen in een eersteklascoupé zat de man met het haar, dat bij de slapen reeds begon te grijzen. Nog drie minuten, dan zou de trein vertrekken. Maar ze leken wel uren, zoo langzaam gingen ze voorbij... Zou de vrouw met het bleeke gezicht en den fel-rooden mond nu al dood liggen ? vroeg hij zich af. Met het collier om haar hals ? Zou ze nog den tijd hebben gehad, voordat ze stierf, zijn naam te noemen en zouden ze hem nu misschien al zoeken ? Een panische schrik greep hem aan en hij verwenschte de vrouw, die zich aan hem had vastgeklampt en hem uitzoog, zooals hij op zijn beurt weer anderen uitzoog ... Hij moest weg, de grens over, tot hij wist, in de couranten gelezen had, of zijn daad al of niet ontdekt was... In het buitenland moest hij zijn tijd afwachten... tot het veilig voor hem was om terug te keeren en zijn weiflö opnieuw aan te vangen ... Nog één minuut. Onrustig bewoog hij zich heen en weer... Nog dertig seconden, nog vijftien. Gelukkig, nu gingen ze vertrekken.... Gerustgesteld haalde hij diep adem en nestelde zich behaaglijk in zijn hoek plaatsje en zag daardoor niet, dat er iemand haastig zoekend langs den trein liep, die nog slechts twee seconden zou blijven staan ... Vóór zijn afdeeKng stond zij stil.
FII.M-ENTHOÜSIASTEN C. 5. d. H. £e HEM. Aan Uw verzoek zullen wij spoedig voldoen. J. H. te HAARLEM. Een filmactrice DoUon is ons nie£ bekend. Priscilla Dean (Umi weinig. Zij is te New York geboren. Op veertienjarigen leeftijd werd zij door Griffith voor de film ontdekt. R. L. te 's-GRAVENHAGE. Wij kunnen U heusch geen anderen raad geven. U kunt natuurlijk aan de verschillende filmmaatschappijen schrijven en een foto inzenden, maar de kans van slagen is zóó gering, dat het werkelijk verspilling van kosten is. E. 5. te 's-GRAVENHAGE. „Anna Christie" zal hoogstwaarschijnlijk dit seizoen in ons land vertoond worden. Het is Greta's eerste talkie. L. en M. v. W. te 's-GRAVENHAGE. Leeftijd van artisten vermelden wij principieel niet. De gevraagde foto's worden U spoedig gezonden. Neen hoor, Q bent heusch niet lastig I N. D. te ROTTERDAM. Greta Garbo heeft tof nu toe geen plan om de film vaarwel te zeggen. „Anna Christie is in het Engelsch en in het Duitsch opgenomen. De foto's worden spoedig gezonden. D. L. te AMSTERDAM. Clive Brook is den Isten Juni te Londen geboren. Hij is met Mildred Evelyn getrouwd. Het echtpaar heeft twee kinderen. Zijn adres is Paramount Famous Lasky Studios, 5451 Marathon Street, Hollywood.
HOE EEN DAME IN 4 WEKEN 12,/2 POND LICHTER WERD! Voelt zich veel gezonder en ziet er veel beter uit.
1 i
****** '
«
iß li luipfsS
***
i
PORTRETSTU DIE
Foto Godfried de Groot - 27 -
Waarom behoort deze brief door iedere corpulente vrouw gelezen te worden? Omdat iedere gezette vrouw hierna tot g-ebruik van Kruschen Salts zal overgaan, dat haar slanker, energieker en leveifdiger zal maken en haar een jeugdig uiterlijk zal geven met van gezondheid stralende oogen. En dit alles tegen oribeteekenende kosten. Is 't nu geen tijd, het gezond verstand te laten werken? Leest U eens aandachtig dezen brief: „Ik zag Uw advertentie in een plaatselijk blad en besloot Kruschen Salts te gebruiken. Volgens 't voorschrift gebruik ik het iederen morgen, want ik wilde niets liever dan van mijn corpulentie verlost worden. Vroeger had ik wel getracht, dieet te houden, maar dit was meestal van korten duur, omdat ik steeds eetlust had. Toen besloot ik een proef met Kruschen Salts te gaan doen! Voordat ik begon met Kruschen Salts woog ik 192 pond en nu, terwijl ik gedurende vier weken Kruschen Salts gebruikte, nog maar 17972 pond. En ik moet zeggen, niet alleen voel ik me beter, mijn voorkomen is ook veel aantrekkelijker geworden. Kruschen Salts beveel ik al mijn kennissen aan en onder hen zijn er inderdaad velen, die nu ook Kruschen Salts gebruiken. Ik hoop dat alle menschen, zoowel Dames als Heeren, die slank willen worden, een proef met Kruschen Salts zullen nemen. Bij 't gebruik van één flesch ben ik er reeds zeker van, dat U overtuigd zult zijn. Vandaag kocht ik reeds mijn tweede flesch". Kruschen Salts is verkrijgbaar bij alle apothekers en drogisten a fl. 0.90 en fl. L60 per flacon.
7-— -
^^"^
LICTDES DOOLDEN dooK OUVER 5ANDYS „Maar je zult me tegelijk lief moeten hebben, beste kind. Ik zal daarvoor wel zorgen; dat verzeker ik je." Hij was volmaakt zeker van zichzelf en van zijn groote tooverkracht. „De waarheid is, dat je weer heelemaal opnieuw veroverd wilt worden. Is het niet zoo? Ik heb er in Engeland ook niet lang werk voor gehad, schijn je te vergeten. In Indië doe ik er nóg korter over." Ze schudde haar hoofd. „Ik wil dat niet hebben. Pat. Ik denk, dat ik nu maar mijn koffers ga uitpakken." „ Dan ga ik een beetje dutten op de veranda. Na de thee zullen we naar de club gaan en dan zal ik je aan alle menschen voorstellen." Lame werd plotseling onderworpen. Het leek hem het verstandigste haar wat tot rust te laten komen, dan kon het niet lang meer duren of ze was weer de oude, liefhebbende Eva. „Ga wat in mijn kamer rusten, kindje, dan zal ik je om vijf uur wekken," zei hij.
Foto Godfried do Groot
28 -
Hij ging op de veranda zitten en bekeek de plaatjes van een mondain tijdschrift, waarin alle mogelijke portretten van mooie vrouwen stonden. Zijn vriendinnetje Zoë pronkte op de voorpagina. In die oogenblikken drong het niettemin tot hem door, dat Eva's charme hemelsbreed van die van andere vrouwen verschilde. Ze hield er totaal geen trucjes op na; ze was één stuk natuur. Hoewel hij gedurende haar afwezigheid onverschillig was geworden ten opzichte vein haar, werd zijn verbeeldingskracht nu toch weer op een geweldige manier aangevuurd. Nixons bedienden wekten hem plotseling uit zijn gepeins op door het binnenbrengen van verschillende meubelstukken. Groote goedheid, wat had Eva allemaal te leen gevraagd? Hij ging naar binnen om de lading te inspecteeren, en vroeg op vrij barschen toon wat dit alles te beteekenen had. Een van de mannen overhandigde hem een briefje, dat hij dadelijk opende, ofschoon het epistel aan Eva geadresseerd was. De jonge Nixon schreef daarin dai het hem een groot genoegen was gewee haar te kunnen helpen. Kon hij misschi nog iets voor haar doen? Larne frommelde het briefje in elkaar ei wierp het in een ledigen bloempot. Hij was! volstrpkt niet boos, integendeel, hij glimlachte omdat hij haar plan verijdeld had. „Doe de groeten aan Sahib Nixon, maar jullie kunnen die dingen weer mee terugnemen, want ze zijn niet noodig." Toen Eva haar koffers had uitgepakt, en zoo goed en zoo kwaad als het ging haar kleeren een plaats had gegeven, trok ze de gordijnen dicht en besloot wat te rusten. Het lukte haar echter niet en ze wierp zich onrustig van de ééne zijde op de andere. Haar hersenen leken maar door te wer-
ken en ze was doodmoe. In die momenten drong het reeds ten volle tot haar door, welk een groote vergissing ze had begaan door naar Indië te komen. Larne had haar volstrekt niet noodig, en ze zou geenerlei invloed op hem kunnen uitoefenen. Hij bezat er het karakter niet naar om zich in iets ten goede te laten raden. Daarenboven scheen hij door het vele drinken van den laatsten tijd grover te zijn geworden, waardoor ze eigenlijk niet eens verwachten kon een beroep op zijn ridderlijkheid ten opzichte van haar te kunnen doen. Hij had geen enkele voorbereiding voor haar komst getroffen, waaruit dus maar al te duidelijk bleek hoe weinig hij op haar gerekend of naar haar verlangd had. Met een wanhopig gevoel van verdriet dacht ze aan het oude Heerenhuis en aan Kennings. De wetenschap dat hij even verdrietig en ellendig was als zij door de scheiding, maakte alles nog erger. Ze was zoo onvergeeflijk dom geweest van den verkeerden man te houden, en nu was het te laat. Na een half uur gaf ze het op en kwam overeind. Ze riep den jongen om een bad voor haar klaar té maken en hoopte, dat ze zich daarna wat prettiger zou voelen. Lame's inlandsche bediende ging haar voor naar een klein vertrek, waar in den muur een gat was aangebracht, waardoor het gebruikte water kon wegloopen. Een lang, bruinachtig insect met opgeheven staart zat dicht bij die opening achter het zinken bad, en Eva's oogen vielen daarop, waarna ze er de aandacht van den bediende op vestigde. Hij sloeg het dier kalm met een stok dood en hield de overblijfselen tusschen vinger en duim.
„Heel gevaarlijk, mem-sahib, heel gevaarlijk," merkte hij op, en voegde er nog een waarschuwing aan toe, waarvan ze geen woord begreep, doch welke hierop neerkwam, dat ze nooit met bloote voeten van de eene kamer naar de andere moest gaan, een waarschuwing, die Larne niet had gegeven, omdat hij zich zelf van dergelijke dingen bitter weinig aantrok. Ze verscheen aan de thee en het viel Larne op dat er iets van haar mooie, rose kleur was teruggekomen. „Nu zie je er tenminste frisscher uit dan bij de tiffin. Heb je geslapen?" „Nee, enkel even gerust én een bad genomen. Er zat een schorpioen bij het bad en je bediende doodde hem met een stok. Ik schrok er verschrikkelijk van." „Ze komen dikwijls op die manier naar binnen. Om die reden moet je ook nooit een spons gebruiken, want daar kruipen ze rustig in. Ik dacht wel dat je het land aan die beesten zou hebben. Kijk eens naar de spinnen in dien hoek. Reuzebeesten, hè?" „O, hoe afschuwelijk! Waarom heb je me er op attent gemaakt? Ik zal den bedienden orders geven die webben weg te doen." „O, nee, ze zijn hier al jaren lang geweest en een spin brengt nu eenmaal geluk." Hij stotterde en het was duidelijk merkbaar dat hij nog gedronken moest hebben. „Nee, mijn allerbekoorlijkst Bloemenkind, spinnen mogen niet verjaagd worden. Ze zullen heusch niet naar beneden komen, want ze vinden het daar boven veel te fijn. Dit is nog maar een heel klein soort. Er zijn er wel vier maal zoo groot en die maken een leven als een oordeel. "Wil je wel gelooven, dat ik trotsch op je ben, Bloemenkind? Je ziet er weer precies zoo mooi uit als in Engeland en ik denk dat alle officieren me zullen benijden. Nixon zal vannacht om te beginnen wel niet goed slapen." „Vertel toch niet zulken onzin. Hij is een aardige, vriendelijke jongen." Larne grinnikte. „Natuurlijk is hij vriendelijk en aardig, maar je kent de tropen niet, beste kind. Je
wam Nixon naar haar toe.
- 29 -
>-
sterft in den morgen en ligt 's avonds al onder den grond. Je wordt 's middags verliefd en 's avonds ligt de vrouw van je keuze in je armen. Dat komt allemaal door dit warme klimaat." „Zei je, dat je naar de club ging?" „Ja, we zullen ons gesprek dan wel tot vanavond uitstellen. Trek je mooiste toilet aan. Bloemenkind. En ik zal tot over mijn ooren verliefd op je zijn en je willen liefkoozen." „Nee, Pat, dat gebeurt niet," zei ze op beslisten toon. Er was zulk een harde klank in haar stem, dat Larne verbaasd opkeek. Het was nog niet tot hem doorgedrongen, dat het meisje waarmee hij getrouwd was, niet meer dezelfde was van vroeger. „Ik bedoel dat je me nooit meer verliefd op je zou kunnen maken," zei'ze langzaam en duidelijk verstaanbaar. „Werkelijk niet? " Hij was nog zoo volkomen zeker van zijn groote macht over vrouwen. „Dat zullen we eens zien." Ze schudde haar hoofdje. „Nee, Pat... nooit meer!" zei ze weer. „Ik ben in sommige opzichten volkomen veranderd. Dat moet je goed begrijpen. Vanavond kunnen we praten, als je wilt, en dan zal ik het je nader verklaren." „In orde. Ga nu mee naar de dub." Hij nam haar houding geen seconde ernstig op. Hij veronderstelde dat ze uit haar humeur was omdat de bungalow er zoo onverzorgd uitzag of omdat hij haar niet van het station had gehaald. Welnu, dat kon hij niet helpen, want hij had haar van tevoren gewaarschuwd waar ze moest wonen als ze overkwam, en hij zou werkelijk naar het station zijn gegaan, indien hij niet zulk een barstende hoofdpijn had gehad. Bovendien had hij er volstrekt niet bij haar op aangedrongen over te komen; dit was enkel en alleen op haar eigen verlangen gebeurd. Niettemin gaf hij toe dat de boel er schandelijk uitzag. Hij zou dan ook bij een geldschieter een bedrag opnemen om wat meubelen te koopen. Het maakte bitter weinig verschil of hij nog wat meer schuld had; hij zat er toch al tot over zijn ooren in. Terwijl Eva in de club naar het tennisspel zat te kijken, kwam Nixon naar haar toe. Het leek haar toe dat zijn houding eenigszins verlegen was. „Luistert U eens. mevrouw Lame," begon hij. „Weet u wel heel zeker dat u die verschillende dingen per slot van rekening toch niet noodig hadt? Ik wil ze met pleizier opnieuw bij u laten brengen." Daar ze niet wist wat Larne gedaan had. IM» Je 4e« «uiden aog loren hebt? rj
■
|ul^J^■=3l=^-',-^
begreep ze natuurlijk ook niet wat hij bedoelde. „Het is heel vriendelijk van u. Kunt U die meubelen werkelijk missen? Toen ik wegging waren ze nog niet gebracht." „Maar u zondt alles terug, en zei, dat u het niet noodig hadt. Dat was de boodschap, die mijn bediende me bracht." „O." Een gloeiende blos steeg haar naar de kaken. „Daar weet ik niets van. Dat moet Pat gedaan hebben. Ik had het hem niet verteld, zoodat ik veronderstel, dat hij het niet begreep en alles terugzond. Het komt er eigenlijk niet zoo erg op aan, want ik kan het zoo best stellen." „Het is volstrekt geen moeite ze weer terug te sturen," hield Nixon vol. „Dank u wel. Pat wordt er anders misschien boos om. Ik moet er voor zorgen, dat dit niet den eersten den besten dag al gebeurt," zei ze glimlachend. Ze sprak op luchthartigen toon Om den jongen man en tegelijk zichzelf te sauveeren. „Als mijn zuster niet zoo gauw overkwam, had ik u willen voorstellen van bungalow te ruilen, want u zult zich in die van Lame zeer onbehaaglijk voelen, daar er geenerlei comfort is." „Ik zäl geleidelijk eenige dingen koopen," zei ze, „Over een poosje zult u het huisje niet herkennen." Haar oogen dwaalden in de richting van het tennisveld, waar Pat speelde. „Pat speelt uitstekend," merkte Nixon op. „Hij munt ook in polo uit. Als hij niet zoo dol op alle mogelijke takken van sport was, zou hij het hier nooit kunnen uithouden. Maar het is zoo jammer, dat hij niet meer wilskracht bezit." ,,U bedoelt dat hij te veel drinkt?" Hij knikte bevestigend. „ik had dit eigenlijk niet moeten zeggen, maar per slot van rekening is het niet meer dan eerlijk dat u dit weet. Ik bewonder u ten zeerste; mevrouw Larne, en als er eenige moeilijkheden mochten zijn, ik bedoel wanneer hij te veel gebruikt heeft en in een toestand raakt, waarin ik hem al vaak heb aangetroffen, dan kunt u me altijd roepen." Zijn vriendelijkheid en ridderlijkheid roerden haar en ze begreep dat er een man naast haar zat, op wien ze kon rekenen. Ze zou zich dus niet zoo onbeschrijfelijk eenzaam hoeven te voelen. „Ik dank u van harte," zei ze. „U doet me hoe langer hoe meer aan mijn broer denken, en ik ben erg bang, dat ik u zoo nu en dan per ongeluk „Terry" zal noemen." „Noemt U me dan liever Dick, want zoo heet ik." Ze was het mooiste, bekoorlijkste schep-
1 JMi Willy heefl hem gevonden.
Waar zoek Je dan n« nog naart
*
r- 30 -
SSSlïï
seltje dat hij ooit had gezien, en het eenige wat hij verlangde was haar te mogen dienen. „In orde. Dick," zei ze met een heven glimlach. „Ik dank je wel dat je zulk een goede kameraad bent." „Dat klinkt prachtig," zei hij blozend. „Reken onder alle omstandigheden maar op mij." Hij stond op. „Het spel is uit. U gaat nu zeker naar huis? O, nee, ik merk dat ze opnieuw beginnen. Het zal al donker zijn, voor dat het afgeloopen is, vrees ik." Ze wendde zich tot hem. „Gaat U weg? Mag ik soms meerijden? Ik wilde graag bij daglicht thuis zijn om nog enkele dingen te regelen. We konden dan een boodschap voor mijn man achterlaten." „Met het grootste pleizier. Ik zal het hem vertellen." Hij liep op Larne toe, praatte even met hem en kwam toen terug. „Het is in orde. Zullen we nu maar gaan?" „Heeft Pat geen bezwaren gemaakt?" „Allerminst. Als hij speelt, is hij altijd in een bijzonder goed humeur. Ik moest U vragen Uw mooiste japon aan te trekken en een cocktail te nemen." Na eenige opmerkingen over het paardje gemaakt te hebben, werd er gedurende het verdere gedeelte van den tocht bitter weinig meer gesproken. Evenals een donker gordijn, dat voor een tooneel wordt neergelaten, viel dè duisternis in, toen Eva zich gekleed had en Larne thuiskwam: Ze kon nergens anders zitten dan in de eetkamer, en ze nam haar schrijfmap dan ook mee naar dit vertrek en voltooide een brief aan Kennings, dien ze reeds aan boord was begonnen. De brief bevatte niets anders dan een opsomming van eenige gebeurtenissen gedurende de reis. Ze had hem beloofd te zullen schrijven, maar er was bitter weinig wat ze in woorden kon omzetten. Heel kort schreef ze over haar aankomst in Jungalore. „De mail gaat morgen weg, daarom moet ik me haasten je iets over het leven hier te vertellen. Ik ben hier pas eenige uren geleden aangekomen, en alles lijkt me zoo vreemd toe. Ik geloof niet dat ik van reizen houd: ik ben nu eenmaal huiselijk aangelegd en vind het verre van prettig ergens overgeplant te worden. Ik weet heel zeker dat ik nooit van een ander land zooveel zal kunnen houden als van Engeland. (Wordt vervolgd)
r/^^^ÜË
„Zeg, wat is eigenlijk dividend ?" „Dat is de winst van een vennootschap, die met geen mogelijkheid meer kon worden weggewerkt 1"
EERST BLUE BAND.
Onderwijzer: ,,Uw zoontje belooft altijd beterschap, maar hij houdt nooit zijn woord !" Moeder: „Ja. dat weet ik. Het is altijd zoo'n veelbelovende jongen geweest !"
/
„Zoo, je ziet er veel beter uit, kerel! „Ja. Ik slaap nu normaal. Ik heb namelijk ontdekt, dat ik door mijn eigen gesnork wakker bleef en daarom ben ik in een andere kamer gaan slapen 1"
Doe zooals duizenden andere huisvrouwen reeds gedaan hebben!
A : „Dus Jones is er met je vrouw vandoor gegaan ? Ik kan het nauwelijks gelooven ! Ik dacht altijd, dat hij je beste vriend was !" B: „Dat is hij ook. Maar hij heeft het nog niet ontdekt !"
Proef eerst Blue Band! Voortaan zult U dan geen andere kwaliteit meer
„Wat is eigenlijk de gevaarlijke leeftijd van de vrouw ?" „Van de wieg tot het graf !"
wenschen. De Blue Band - kwaliteit
Anna: „Mevrouw, u wilde immers probeeren, een vaas te krijgen die een pendant zou vormen met de Japansche vaas in den salon?" Mevrouw :'„]&, zeker, Anna. Waarom zeg je dat zoo?" Anna : „Nou, mevrouw, omdat u zich de moeite wel kunt sparen. ïk heb de vaas juist vanmorgen gebroken."
— 30 ct. per hall pond — overtreft de hoogste verwachtingen.
„Die twee meisjes lijken sprekend op elkaar. Is het een tweeling ?" „Neen. Ze komen alleen bij denzelfden schoonheidsspecialist 1" De remmen weigerden. Met groote snelheid reed de autobus den steilen weg terug, vlak langs het water .... Vrouwen gilden, kinderen schreeuwden, mannen snikten onderdrukt . . .' Alleen de bestuurder behield zijn tegenwoordigheid van geest. „Gauw, Hendrik," riep hij, „verander de richtingbordjes I"
•
p:
>% i Jj
^'^^C^rtV^T
B
„Dwaas," zei zijn vrouw, „dat ie nu nog zoo bijgeloovig bent! Herinner je je niet meer den eersten keer, dat wij elkaar ontmoetten ? We wandelden onder een ladder door en je zei, dat er stellig iets verschrikkelijks zou gebeuren . . .." „Nou ?" zei hij alleen maar.
fepr
jjj^är EEi^agzg
„Wat heb ik gehoord, heb je je engagement verbroken ? Wat is de oorzaak ?" „Nou, ze had geen geld en geen werk, waar wil ze dus een man van onderhouden ?"
VERSCH GEKARND -31 -
B. 8. 16- O 226 H
mm^v.
■i
■;-
-
-
■■.
....■
^^ -
'WAT VMOUWJBM OMOOMBN" WOORDEN EN MUZIEK VAN GUUS BETLEM Jr.
-i i^ "JJ r i'--J
^r^r
^ tt
TOGAL.tebI.tton bU alle «poth. en drog. 4 f O.SO en f 2.- Voor langere kuren in kHniekverpekking f S.7S (veel voordeeliger in t gebru.k)
r^p r
HIER HEEFT U EEN AFBEELDING VAN DE BEROEMDE
Wa/t vrou/.v^enölrao.itieii i5 eenvrAd^^öre.. wich.tiaalèhet Ie.. Ven. Wat vrou/.weMdröo.itieM, ^
^^g
r F r
^^
H s ^s
^
g
II iMi 'Mi ( r \>
:A
HET MELKDIÈET VOOR DE HUID 's Morgens en 's avonds ge bruikt voor het wasschen van het gezicht, zult U spoedig bemerken.
-P g
dat Uw teint gezond. Uwe huid zacht, gaaf en stevig wordt en kleine huidaandoeningen verdwijnen.
i
i
ï
99
11 j r
g^
j: ^ r
^^
b
fcjp T b ^ f w ' wil ' * ■ ie j «i i i "i/ i ' ilf ^ [^ Lie.vehelfD, Wie ze^tdxtzoomxa.r e..ven? Wat vrou/.wendrocj.men,3r, ik nl a.13
^a
g j. ^i J ^fc ^^
i
£
P*
^
^
^^
^W
^
^Ö
Niet scheren,Met>roim
^ÏEE^
1
^É tt ik er aanmoet dieH..ken,Wa.nt wa£ devrowwen Jroo.wey\,met?l)dt mo.aenwUze dchen.ken!
3^5
?
1
£
É
^^
3Ê
^^^
^
^
^
i^F^
De „vrouw" van zes a zeven jaar. Die „droomt" van touwtjespring-en. Van koken op een écht fornuis En dergelijke ding-en. De „vrouw" van veertien prefereert Weer leuke meisjesboeken. Of brengt den heelen avond door Met puzzles uit te zoeken.
Haar droomen zijn verbazend kort. En daad'lijk weer vervangen Door wéér een grooter, heftiger. En korter ook, verlangen! Dan komt de vrouw van twintig jaar. Zij droomt van roode rozen. En hém, dien zij tot haar gemaal Voor 't leven heeft verkozen.
Ze droomt weer, als in vroeger tijd. Van dansen, flirten, rooken. En mag graag tusschen jongelui Zoo'n heel klein beetje stoken. De vrouw van veertig, èn getrouwd. Droomt niet meer voor haar eigen. Maar wat voor toekomst of haar zoon. Of dochter wel zal krijgen.
De vrouwtjes van zoo achttien jaar, O jé, wat diè niet droomen! Daar is in één zoo'n enkel vers. Niet zoo maar door te komen! Van dansen, film en radio. Van tennis, autorijden. Van flirt en sigarettenrook. Van trouwen en van scheiden.
Haar droomen zijn wat meer serieus. Zij zal ze nooit verklaren. Maar, wordt ze, steeds nog ongetrouwd. Tenslotte dertig jaren. Blijf dan den vrouwen uit den weg, wanneer ik II mag raden. Want zie, ze voelt zich plotseling Weer achttien in haar daden!
De vrouw van vijftig, zestig, heeft Haar Levensboek gelezen. En kent nog één verlangen slechts: Om grootmoeder te wezen! Is dat tenslotte dan vervuld. Dan staken haar gedachten. En is het enkel en alleen. Nog rustig, droomloos wachten ...
Als een geschoren gazon, zoo groeien ook geschoren haren vlugger aan. Verwijder dat overtollig haar in 't gelaat, in de oksels, in den nek en op de beenen steeds met "Dulmin-Ontharingscrème". "Dulmin" belemmert - geheel in tegenstelling met scheren - op den duur den groei der haren. Het is zoo prettig zich door "Dulmin" van het overtollig haar bevrijd te weten en er ook zeker van te zijn, dat de met zorg gekozen kleur der zijden kousen uiet door doorschijnende haartjes bedorven wordt. " Dulmin-Onthariniscrtme" werkt vlug en pijnloos. Zadrt voor de huid. lost "Dulmin" de haren vlug op. Het Is een witte crème, week en zadit als een ColdCrème en bi)na zonder bilgeur. Ze droogt niet in en beperkt het verwijderen van het haar met het aanbrengen van de crime en het aiwisschen inbegrepen, tot 5 Minuten. Door vaak gebruik groeien de haren steeds langzamer aan. Jarenlange experlmenteele arbeid heeft "Dulmin-Ontharlngscrème" zoo voortreffelijk gemaakt. Ze beteekent een vooruitgang, waarvan geen vrouw afstand kan doen.
Fabriek van Artistiek Zilverwerk Gevestigd m
1930
ODIO"
GBSTRENGHKD
VW
Een *ein* O'tTn t ^^TeSachlopde aVOn
Wanneer U "Dulmin'" eenmaal gebruikt hebt, zult U niet meer in verzoeking komen U te scheren of een ander middel te gebruiken.
Kleine tube Fl 1.— Groot« tube Fl 1.75 GARANTIE! WIJ beialen hel terug, wanneer U met het Proeftube Fl —.40 geld resultaat niet tevreden bent. let op de gebruiksaanwijzing. Overal verkrijgbaar/
DULMI
ONTHARINGSCRÈME
Dr. M. Albersheim. Frankfurt a. M., 21 D 31. London Generaalvertegenwoordiging en Depot voor Nederland: J. WINKEL Jzn., den Haag, Merwedestraat 47, Telefoon 72595.
|S/|/\|SON
Knip deze advertentie irit, zend ze met 50 cent in nostzerels aan France-Import Rijnstraat 5, Den Haag en U ontvangt een keurig doosje monsters.
ABONNEERT U OP DIT BLAD
Maak een Eind aan dat Jeuken! Denk U eens in, wat het beteekent verlost te worden van die vreeselijke jeuk die uw nachtrust stoort Enkele druppels D.D.D. doen het jeuken reeds bedaren en geven onmiddellijk verlichting Geen slapelooze nachten meer, geen hinderlijk jeuken overdag. Waarom nog langer lijden? Reeds n'd de eerste aanwending van D.D.D. zal de aandrang tot krabben verdwijnen. Ekzeem en andere huidaandoeningen wijken spoedig voor D. D. D. Het is geen vettige zalf, doch een heldere vloeistof. Koop nog heden een flacon van f 0.75 of f 2.50 bij Uw Apotheker of Drogist D D D ondersteunt de heilzame Zmmm, walking der D.D.D.-VloeiZ E E P stof en houdt de huid «ezond. f 1.— per stuk. B4
,,Willen wij lang leven ?" vraagt een Engelsch specialist. — Eerlijke menschen willen natuurlijk lang leven om alle termijnen te kunnen betalen van hetgeen ze zooal op afbetaling hebben gekocht.
■
7 PLACE DE LA MADELEINE. PARIJS Specialiteit voor geschenken in zilvei en verzilverd metaal
GROOTE KEUZE IN KUNSTVOORWERPEN UITGEVOERD NAAR ONTWERPEN UIT ELKE STIJLPERIODE
ZUIVERHE1DSWAAKBORG F 10.000 ZUIVERHEIDSWAARBORG 2U1VERHEIDSWAARBORG F 10.000 ZUIVERHEIDSWAARBORG >00 OO
JBOI lD»''AÄB01 10.000 ZUIVERHEIDSWAARBORG ZU1VERHE1DSWAARBORG F ZUIVERHEIDSWAARBORG F 10.000 ZUIVERHEIDSWAARBORG
10.000 ZUIVERHEIDSWAARBORG F 10.0ÖD 10.000 ZUIVERHEIDSWAARBORG F lO.OOO 10.00' 10.000 )00 10.000
io.oo<
lo.ooo
10.000 ZUIVERHEIDSWAARBORG F 10.0CK> 10.000 ZUIVERHEIDSWAARBORG F 10.000
i
-
27 DE.Cit93C
I ^H a V
!
1
i
m
361
Red. en Adm. : Calgewaier 22. Leiden. Tel. 760 Postrekening 41880
Verschönt WekelQks — PrU« per kwartaal f t.05
'
n
&£'•
i N & tnA