PROJECTDOSSIER MEI
2012
T e c h m O b I e L SAMEN OP WEG M ET
TECHNIEK
E E N F R E I N E T S C H O O L
E N
WETENSCHAP
P R O J E C T
D E
V A N
A P P E L T U I N
1
L E U V E N
Inhoudstafel 1.
Voorwoord
2.
Projectverantwoording 2.1.Inleiding: hoe dit project inspeelt op verschillende noden 2.1.1.Noden in De Appeltuin 2.1.2.Noden in Vlaanderen 2.2.Drie stellingen legitimeren ons project 2.2.1.Het is van groot belang dat er genoeg aandacht wordt besteed aan techniek en wetenschap in de basisschool 2.2.2.Er wordt de dag van vandaag te weinig gewerkt rond techniek en wetenschap in de basisschool 2.2.3.Een van de factoren voor het gebrek aan aandacht voor techniek en wetenschap in de basisschool is het ontbreken van materiaal
3. Informatie over project zelf 3.1. Welke missie en doelstellingen heeft dit project? 3.2. Hoe maakt het die missie waar? 3.2.1.Werking op verschillende (onderwijs-) niveaus 3.2.2.De kracht van de constructie 3.2.3.De website als platform 3.2.4.Benchmarking
4. Verloop realisatie project 4.1.Projectplanning 4.2.Financiering van project
5. Bronnen
2
1. Voorwoord De eindtermen Techniek voor het lager onderwijs in Vlaanderen werden recentelijk geactualiseerd en ook in netgebonden leerplannen gegoten, geïntegreerd binnen de leerplannen Wereldorïentatie (2010). De korte periode waarin deze eindtermen reeds geïmplementeerd werden, legt binnen de onderwijswereld toch al enkele fundamentele noden bloot. Alle signalen uit de literatuur, de media en de onderwijswereld zelf, wijzen erop dat de vernieuwingen die de Vlaamse overheid voor ogen heeft, helaas nog te weinig resultaat tonen. Het project kan een oplossing bieden bij enkele pijnpunten waar die vernieuwing mee te kampen krijgt. De afgelopen jaren zijn er in Vlaanderen al tal van initiatieven geweest, die heel oprecht en verdienstelijk werk maakten van meer techniek in het basisonderwijs. Uit deze belangrijke en waardevolle initiatieven kan er heel veel geleerd worden. Het Techmobiel-project wil het beste van alle voorgaande projecten gebruiken – in combinatie met een doordachte visie en een ruimere projectwerking. Deze visie, waarin de Techmobiel op verschillende niveaus werkzaam is – zowel op microniveau binnen de klas- en schoolwerking als op macroniveau maatschappelijk gezien – kan een significante bijdrage leveren bij het zoeken naar oplossingen op al die actuele noden. Op die manier is het niet de zoveelste druppel op de hete plaat. De Techmobiel is dus een hulpmiddel dat in haar opzet meer is dan een constructie. Het is eerder een concept dat zichtbaar wordt in het driespan van tastbare materialen, inhouden en in samenwerkingsverbanden. De Techmobiel is dit driespan in beweging. Dit projectdossier hoopt alle mogelijke partners te overtuigen van het belang en het potentieel van dit project. De ontwikkeling van de Techmobiel staat in de startblokken en moet tot in de puntjes concreet uitgewerkt worden. Om op eender welk niveau echter iets concreet te realiseren, hebben we nood aan diverse manieren van steun. Dit geeft aan alle projectmedewerkers de garantie op middelen om een waardevol, doortastend en vooral duurzaam initiatief te realiseren.
2. Projectverantwoording 2.1. Inleiding: hoe dit project inspeelt op verschillende noden
2.1.1. Noden in De Appeltuin In de praktijk van elke dag willen we als leerkracht een evenwichtig palet aan cognitieve, sociale, emotionele, muzische en creatieve leerdoelen geconcretiseerd zien. Los van enkele factoren als leerkrachtenstijl, ervaring, en zelfs de pedagogie waarin je als school ingebed ligt, valt ons op dat techniek en wetenschap – bijvoorbeeld bij ons in De Appeltuin – slechts sporadisch aan bod komt. Het technisch-wetenschappelijke aspect van leerinhouden blijft te vaak onaangeroerd . Hierdoor wordt de affiniteit die kinderen in zich dragen t.a.v. techniek en wetenschap, niet frequent genoeg geprikkeld of gevoed. Nochtans is er wel de wil, een stevige dosis know-how en een pedagogisch kader, dat een rijke voedingsbodem is om ook met techniek en wetenschap veel verder te geraken. Al snel bleek dat in onze school het grootste struikelblok de materialen zijn. Buiten wat geïmproviseerde techniekkoffertjes waarin vooral materiaal ontbreekt, blijken er weinig middelen aanwezig om met de kinderen te kunnen experimenteren en te onderzoeken. De Techmobiel kan hieraan verhelpen: de 3
verscheidenheid aan materialen die de Techmobiel herbergt, is een antwoord op de vraag naar specifiek, bruikbaar wetenschappelijk materiaal. Die keren dat kinderen hun exploratiedrang beantwoorden in een technisch of wetenschappelijk experiment, blijven de bevindingen nog te vaak binnen de klasmuren. Ook hieraan kan de Techmobiel verhelpen door de vele presentatiemogelijkheden die er in vervat zitten: variërend van een klassieke ‘kiosk’ tot een smoothboard. De Techmobiel beantwoordt ook aan de reële nood naar inhoudelijke stoffering van toepassingen in het kader van techniek en wetenschap. Een handig fichesysteem in de Techmobiel zelf en zeker ‘de Zoekhoek’ op de site www.techmobiel.be, fungeren als een database waarin leerkrachten én kinderen inspiratie kunnen opdoen. De versnipperde informatie aanwezig op het internet is immers eerder een drempel dan een stimulans. Deze database zal aangevuld worden met alle Techmobiel-ervaringen. 2.1.2. Noden in Vlaanderen Het project biedt ook een antwoord op een nood die er is in het Vlaams socio-economische landschap enerzijds – en (bij gevolg) een specifieke nood in het Vlaamse onderwijslandschap anderzijds. Rapporten van onderzoeken de laatste jaren beschrijven de aard van deze noden en er verschijnt tevens literatuur over de manieren waarop men aan deze noden tegemoet kan komen. Het is algemeen bekend dat een maatschappij nood heeft aan een sterk innovatief karakter om het welvaartsniveau te kunnen vrijwaren. Hiervoor is de aanwezigheid van wetenschappelijk geschoolden op de arbeidsmarkt nodig. Ook de mondialisering van de economie maakt de investering in wetenschappelijk geschoolden noodzakelijk. Uit onderzoek blijkt dat de beroepsstudiekeuze voor technische en wetenschappelijke richtingen echter afneemt. Uit een recente peiling wereldoriëntatie bij meer dan 4000 leerlingen uit het zesde leerjaar, blijken o.m. de zwakke resultaten mbt tot wereldoriëntatie in het algemeen.
2.2. Drie stellingen legitimeren ons project
Wanneer we de verschenen literatuur bestuderen komen we, samengevat, tot drie stellingen: -
Het is van groot belang dat er genoeg aandacht wordt besteed aan techniek en wetenschap in de basisschool; (socio-economische nood in Vlaanderen) Er wordt de dag van vandaag te weinig gewerkt rond techniek en wetenschap in de basisschool; (reële nood in Vlaanderen) Een van de factoren voor het gebrek aan aandacht voor techniek en wetenschap in de basisschool is het ontbreken van specifiek materiaal. (Nood in De Appeltuin en andere scholen)
Ons project wil expliciet een oplossing bieden voor het laatstgenoemde pijnpunt. Maar ons project heeft meer troeven. In zijn totaliteit kan ons project meer impact hebben, doordat het ook oplossingen kan bieden voor andere problemen waar basisscholen die aan techniek willen doen mee te kampen krijgen. Er kunnen vraagtekens gezet worden bij de stellingen die wij poneren. Wat is die nood in het Vlaams socio-economisch landschap dan precies? Hoe is die vastgesteld? Zijn er andere redenen om techniek te promoten? Wat is ‘goed’ of ‘slecht’ werken rond techniek in de basisschool en hoe wordt dat bepaald? Is een beperkte collectie aan technisch-wetenschappelijk materiaal inderdaad de boosdoener en hoe is dat vastgesteld?
4
In deze projectverantwoording bieden wij het antwoord op deze vragen. We behandelen de drie stellingen achtereenvolgens. 2.2.1. Het is van groot belang dat er genoeg aandacht wordt besteed aan techniek en wetenschap in de basisschool Er zijn diverse factoren die samen leiden tot deze stelling. Vlaamse overheid wil meer techniek Laten we beginnen bij de visie van de Vlaamse overheid. Die ziet maar al te graag dat scholen acties ondernemen om techniek en wetenschap zo dicht mogelijk bij de leerlingen uit het basisonderwijs te brengen. Het laatste decennium heeft de Vlaamse overheid met diverse onderzoeken, initiatieven en rapporten geprobeerd om techniek (en wetenschap) meer aan bod te laten komen in Vlaamse scholen. In 2003 zocht men naar onderwijsvernieuwing met het project ‘proeftuinen’. Het initiatief van toenmalig Vlaamse minister van onderwijs Vandenbroucke moest uitwijzen welke aanpassingen er nodig zouden zijn om talentontwikkeling in scholen centraal te stellen. Techniek was een van de drie pijlers waarop het proeftuinproject rustte, met verschillende concrete acties in diverse Vlaamse scholen. In de Stedelijke Basisschool De Kastanjelaar in Vilvoorde werkte men toen onder meer met een mobiele werkplaats, een ‘technobusje’. Wij willen in hun voetsporen treden, maar willen ook nog veel verder gaan. Deze initiatieven kwamen er natuurlijk niet zomaar. Rapporten van onderzoeken in het Vlaamse onderwijslandschap wijzen in die richting. Op 24 maart 2011 publiceerde de Vlaamse Onderwijsraad (VLOR) het rapport ‘ Advies over een stimuleringsplan voor wetenschappen en techniek in het onderwijs’. Daarin onderstreept de VLOR de noodzakelijkheid van een goed stimuleringsbeleid als basis voor een innovatieve maatschappelijke ontwikkeling. De VLOR is heel duidelijk over de nood aan technische en wetenschappelijke scholing in Vlaanderen. U kan het advies van de VLOR ook downloaden op onze webstek. In het secundair onderwijs is een verhoging van de instroom, doorstroom en uitstroom noodzakelijk in diverse studierichtingen zoals bijv. Wiskunde–wetenschappen van het ASO en in de studierichtingen Industriële wetenschappen, Techniek-wetenschappen en Elektro-mechanica van het TSO. Een stimuleringsbeleid moet zeker ook de in-, door- en uitstroom in de kwalificerende studierichtingen van het TSO en het BSO versterken. (Rapport VLOR) Dat men meer doorstroming wil naar technische en wetenschappelijke richtingen in het secundair onderwijs, hoort men de laatste jaren langs alle kanten. Georges Monard, voorzitter van een commissie die in 2008 een discussienota over de verandering van het secundair onderwijs samenstelde, is alvast een voorstander om die doorstroming naar technische richtingen te stimuleren. Techniek en wetenschap geven kansen tot betrokkenheid en welbevinden op school Het steunpunt GOK (Gelijke Onderwijskansen Vlaanderen) bestudeerde de betrokkenheid en het welbevinden van leerlingen op verschillende momenten tijdens de schooluren. Hun studie wijst uit dat leerlingen het beste voelen en het meest intens werken, wanneer ze vakoverschrijdend en praktisch te werk kunnen gaan. Dat zijn twee werkvormen die bijna inherent zijn aan het onderwijs in techniek en wetenschap. Met andere woorden, veel kinderen kunnen zich uitleven bij wetenschappelijke of technische experimenten, constructies – en daarop volgt dat de kinderen zich ook goed in hun vel voelen. Het zou zonde zijn om niets te doen met dat intrinsieke enthousiasme bij de leerlingen. 5
Techniek is een poort naar meer talentontwikkeling en gelijke kansen Een gevarieerd en regelmatig aanbod van techniek en wetenschap in de lagere school biedt nog enkele voordelen. Er wordt zo bijvoorbeeld een groter deel van de leerlingen in de klas bereikt. In het verleden besteedde men vooral aandacht aan taal en wiskunde in het onderwijs. Dankzij initiatieven zoals de Techmobiel, krijgt de leerling die niet goed kan spellen, maar wel een raket de lucht in kan doen vliegen, erkenning voor dat talent. En daar heeft die leerling recht op. Dat was ook de mening van voormalig minister van onderwijs Vandenbroucke. De minister kondigde in 2003 de start van het proeftuinenproject aan, in zijn beleidsnota "Vandaag kampioen in wiskunde, morgen in gelijke kansen". Meer techniek in de lagere school gaat hand in hand met talentontwikkeling, dat is het uitgangspunt. Goed onderwijs impliceert dat kinderen zich in hun talenten aangesproken voelen wat een voorwaarde is om te kunnen groeien en competenter te worden. Een open pedagogische en didactische blik op de talenten van de kinderen zijn daarom noodzakelijk. Open, in de zin van breed, veelzijdig, divers en erkentelijk. Vaardigheden en referentiekaders: jong geleerd, oud gedaan Door kinderen van jongs af aan in aanraking te brengen met techniek en wetenschap, kunnen ze later ook beter kiezen dat iets voor hen is of niet. We willen immers dat leerlingen terecht komen in een onderwijsrichting die het best overeen komt met hun capaciteiten en talenten. Leerlingen die dan voor techniek en wetenschap kiezen, kunnen later hun waarde bewijzen bij verschillende technische of wetenschappelijke uitdagingen in Vlaanderen. Als er op een school echter weinig of geen aandacht aan techniek wordt besteed, bestaat er een grote kans dat leerlingen toch niet voor een technische richting kiezen, terwijl ze er wel het profiel voor hebben. Monard: “Hoe wil je dat meer leerlingen voor techniek kiezen als ze die niet kennen? […] Bijna elke ouder droomt ervan dat zijn kind een aso-opleiding volgt. Maar in onze moderne samenleving hoort techniek toch tot de algemene vorming van elke leerling? Als ons onderwijs niet verandert, leveren we nog altijd dezelfde leerlingen af, terwijl de samenleving ingrijpend verandert. Dan boeren we internationaal achterop.” Ook in de eindtermen techniek word gesteld de component techniek te expliciteren binnen het basisonderwijs. Zodoende volgt ook een betere afstemming tussen basis- en secundair onderwijs en een bewustere beroepskeuze. De technische geletterdheid begint dus net zoals het aanvankelijk lezen vanaf de kleuterklassen.
2.2.2. Er wordt de dag van vandaag te weinig gewerkt rond techniek en wetenschap in de basisschool Enkele jaren geleden verscheen het eindrapport van de werkgroep TOS21 (werkgroep techniek 21ste eeuw) en dit onder de noemer ‘Technische geletterdheid voor iedereen’. De basisprincipes van TOS21 stellen dat techniek tot de noodzakelijke vorming van iedereen behoort en dat techniek bijdraagt tot de totale persoonlijkheidsontwikkeling. Dit onderzoek heeft mee geleid tot de actualisering van de ontwikkelingsdoelen en eindtermen techniek van september 2010 die ook dan vertaald werden in leerplannen. De impuls om de eindtermen techniek te behalen, is door de overheid gegeven, de nood om dit te implementeren in de dagdagelijkse klaspraktijk wordt in het onderwijsveld ook aangevoeld. Hoe kan je echter de brug slaan tussen deze nood en de beoogde eindtermen? Leerlijnen suggereren altijd een mate van volledigheid maar ze zeggen weinig over hoe je ontdekkend kan leren en hoe je de leerlijn optimaal gestalte kan geven.
6
Wij geloven dat de Techmobiel ingeschakeld kan worden in éénder welke manier waarop scholen gestalte geven aan de leerlijnen. Of je techniek nu behandelt volgens de logische hiërarchische opbouw van gemakkelijk naar moeilijk of eerder exemplarisch of gebaseerd op wat het kind tegenkomt in zijn dagelijkse ontwikkeling, de Techmobiel is bij elk van deze processen een handig hulpmiddel. Die visie garandeert mee het schoolnet-overschrijdende karakter van dit project.
2.2.3. Een van de factoren voor het gebrek aan aandacht voor techniek en wetenschap in de basisschool is het ontbreken van specifiek materiaal Educatieve materialen van educatieve uitgeverijen zijn door scholen slechts occasioneel aan te kopen vanwege de kostprijs. Daardoor blijft ‘het gebrek aan materiaal’ het meest gehoorde argument dat vergoelijkt waarom techniek in het vergeethoekje verzeild geraakt. Andere leergebieden worden vanuit de overheid zwaar gesubsidieerd. ICT, bijvoorbeeld, waar de overheid zelfs een minimum aantal computers vooropstelt per klas en hiervoor extra gelden vrijgemaakt. Ondanks het feit dat er al veel schitterende lokale initiatieven bestaan, blijft het leergebied Techniek nog onontgonnen terrein. Een extra impuls zou de implementatie van techniek bewerkstelligen.
7
3. Informatie over het project zelf 3.1. Welke missie en doelstellingen heeft dit project?
We willen met dit project kinderen de mogelijkheid bieden hun nieuwsgierigheid en leergierigheid rond techniek en wetenschap te uiten door exploratie, onderzoek, experimentactie en presentatie – in een omgeving waarin bij zowel intentionele als accidentele leerkansen rond techniek en wetenschap uitgelokt, benut en gestuurd kunnen worden, met een minimum aan beperkingen van authentiek materiaal en andere leermiddelen. De Techmobiel kan zoals eerder beschreven, een antwoord bieden op de actuele noden binnen het onderwijsveld en is een instrument om de beoogde eindtermen waar te maken. Een techniekkoffer doet dat op zijn niveau ook. We geloven echter dat de kracht van dit concept in haar veelzijdigheid ligt: het niveauoverschrijdende karakter, het ingebed zijn binnen structurele samenwerkingsverbanden en het overkoepelende aspect van de ondersteunende website maken de Techmobiel tot een instrument dat op termijn verschil kan maken.
3.2. Hoe maken we die missie waar?
We willen bij de concrete inhoudelijke uitwerking van de Techmobiel niet over een nacht ijs gaan. Zowel de constructie op zich, als de samenwerkingsverbanden als de website worden voortdurend kritisch bekeken en bijgestuurd. Het is wel belangrijk dat wij nu al werk maken van fondswerving en het leggen van contacten. We hopen met dit dossier mogelijke partners te overtuigen van het potentieel van dit project, om te resulteren in nieuwe samenwerkigsverbanden, die op hun beurt dit project praktisch mogelijk maken.
3.2.1. Werking op verschillende (onderwijs-)niveaus De Techmobiel zal in de basisscholen ingezet worden. Het is echter ons doel dat dit instrument een smeltkroes wordt waarin alle actoren vertegenwoordigd zijn: beleid, bedrijfswereld en onderwijsinstellingen. De inhoudelijke werking van de Techmobiel kan gevoed worden door enkele cruciale samenwerkingsverbanden op te zetten: Inhoudelijk kan de werking van de Techmobiel gegarandeerd en verruimd worden door een samenwerkingsverband met: - een hogeschool die garant staan voor de meest actuele benadering en implementatie van wetenschap en techniek in het basisonderwijs (bv: stageopdrachten, eindwerken, stages,…) - bestaande organisaties die wetenschapspopularisering hoog in het vaandel dragen (Technopolis, RVO Society, gelijksoortige regionale initiatieven,…) - de bedrijfswereld die vaak een specifiek didactische aanbod voorziet betreffende hun specifieke bedrijfsactiviteit De verdere concrete uitwerking kan ondersteund worden in een samenwerkingsverband of sponsorschap met:
8
- een hogeschool die bereid gevonden wordt dit concept voortdurend te optimaliseren - de bedrijfswereld door de inbreng van materialen techniek en wetenschap aanschouwelijker en toegankelijker maakt De Techmobiel biedt een aantal didactische troeven. Het is bedacht en ontworpen zodat het inspeelt op de manier waarop kinderen het gemakkelijkste bijleren – en het liefste bijleren. Zelf geleerd, best geleerd Kinderen onthouden het beste wat ze zelf ontdekken. Met vallen en opstaan, door experimenteren, denken en doen, krijgen ze grip op de wereld rondom hen. Bovendien moet je hen daarvoor niet motiveren. Zo goed als elk kind heeft de (natuurlijke) drang om nieuwe dingen te ontdekken, bij te leren, te experimenteren… De Techmobiel biedt die leerkansen aan kinderen en is daardoor een bijdrage tot een krachtige leeromgeving. Studies tonen aan dat 87 % van de jongeren te motiveren valt voor wetenschap en techniek mits ze op aangesproken worden vanuit hun eigen belangstellingssfeer en intrinsieke motivatie. Daarom moet een stimuleringsbeleid voor wetenschap en techniek hiervan uitgaan. (VLOR-advies 2011, 24/03/2011, AR-AR-RHEADV-013, p.28)
Samen sterk De Techmobiel is tevens een handig instrument om samen te exploreren. Volledig benut, is de constructie een volwaardige en veelzijdige ‘techniekklas’ waarrond coöperatief, interactief en betekenisvol geleerd kan worden. Hierbij worden automatisch ook de sociale vaardigheden ingezet en getraind. Breek uit de klas Het mobiele karakter van de Techmobiel bevordert eveneens het klasoverschrijdend leren waarbij ze door interactie met anderen de kans krijgen om hun kennis, vaardigheden en attitudes te ontplooien.
9
3.2.2. De kracht van de constructie De Techmobiel is een modulaire constructie die bestaat uit houten bakken met uitklapbare, uitschuifbare of stapelbare delen zodat je afhankelijk van de aard van jouw activiteit en de locatie, de meest optimale opstelling kan realiseren. Bovendien zijn de verschillende delen uiterst mobiel, wendbaar en gemakkelijk aaneen te schakelen. De Techmobiel voorziet niet enkel een schat aan materiaal dat de leerkracht en kinderen in staat moet stellen tot wetenschappelijke experimenten en activiteiten rond technische systemen of processen. Deze mobiele techniekklas voorziet ook enkele accurate presentatiemogelijkheden zodat wat men proefondervindelijk geleerd heeft, ook door kan geven aan leeftijdsgenoten. Tenslotte willen we de rijkdom van deze ervaringen niet teloor laten gaan en herbergt zowel de Techmobiel als de bijhorende website een steeds groeiende database aan leerrijke activiteiten die voor leerkrachten enthousiasmerend kan zijn en een houvast kan bieden in de realisatie van de eindtermen Techniek . Het uitgekiende ontwerp van de Techmobiel, staat garant voor een veelzijdig gebruik waarbij alle kerncomponenten van Techniek geëxploreerd kunnen worden. De Techmobiel kan perfect ingeschakeld worden bij een occasionele activiteit rond techniek. Het feit dat de Techmobiel modulair is, maakt hem efficiënt in gebruik zodat je enkel die module(s) kan opzetten die aansluit(en) bij de aard en het doel van de activiteit. Zo kan je bijvoorbeeld naar aanleiding van iets dat ter sprake kwam in de klas, een kleinschalig onderzoekje doen met behulp van een microscoop dat al dan niet voorgesteld wordt aan anderen. De dagelijkse realiteit is echter ook doorspekt met tal van technische systemen waar kinderen zich vaak spontaan vragen bij stellen en ongebreideld kunnen over fantaseren. De Techmobiel creëert de mogelijkheid om zelf aan de slag te gaan en heel het technische proces van probleem, over ontwerp, realisatie en ingebruikname tot evaluatie uit te werken en te delen met anderen. De Techmobiel is an sich ook een technische realisatie als antwoord op een didactische vraag hoe te werken rond en met techniek en wetenschap in de basisschool. Vanaf de ingebruikname zal ook zijn werking geëvalueerd worden en zullen de mogelijkheden voortdurend bijgewerkt worden. ’Mobiel’ in het kwadraat dus, omdat wij geloven dat techniek en wetenschap voortdurend in beweging zijn. Concreet vertaalt dit opzet zich in enkele vereisten: - de Techmobiel moet uitermate mobiel zijn (gemakkelijk in gebruik, vlot verplaatsbaar) - ze moet voldoende materiaal bevatten (een uitgebreide collectie van wetenschappelijk en technisch materiaal) - ze moet de ruimtelijke en logistieke mogelijkheden bevatten om op verschillende plekken te kunnen functioneren - ze moet presentatiemogelijkheden voor groepen bevatten - ze moet de mogelijkheid hebben om onderzoeken en experimenten vast te leggen en te verzamelen in een gebruiksvriendelijk classificatiesysteem - ze moet in zijn geheel kindvriendelijk functioneren De Techmobiel moet de kinderen verleiden om met techniek en wetenschap bezig te zijn. Ze creëert een extra dimensie in het leren.
10
3.2.3. De website als platform De meerwaarde en extra dimensie van dit initiatief ligt gedeeltelijk in de bijhorende website. Deze website is een van de componenten die samen de sleutel vormen tot het niveau-overschrijdende karakter van het project. In de eerste fase van het project, waarin de Techmobiel vooral lokaal op micro/meso-niveau in de school werkt, dient de website als platform voor de ouders, leerlingen en leerkrachten van De Appeltuin zelf. Op termijn (in de tweede fase van het project), biedt dit mogelijkheden voor alle scholen in Vlaanderen. De uitwerking is dan ook gericht op gebruiksvriendelijkheid, kwaliteit en vooral uitwisseling. Om te beginnen vindt men er een uitgebreide bibliotheek van informatie rond techniek en wetenschap in het basisonderwijs, gemakkelijk te raadplegen – met garantie op kwaliteit door de persoonlijke kwaliteitsbewaking. Een ander, meer cruciaal onderdeel is de ‘Zoekhoek’. Hierin worden alle activiteiten rond techniek en wetenschap geïnventariseerd. Leerkrachten, leerlingen en ouders kunnen hun ervaringen, activiteiten, inspiratie,.. delen met iedereen. Door een wildgroei van inzendingen zou het opzet van de Techmobiel contraproductief worden; daarom worden alle activiteiten door één administrator toegevoegd. Dit garandeert dan weer de kwaliteitsbewaking. Bij de verdere ontwikkeling van de website is het verhogen van de gebruiksvriendelijkheid een blijvend aandachtspunt omdat dit zal bepalen in welke mate de reflex ontstaat bij leerkrachten én kinderen om deze database te raadplegen. Een prototype van de website staat reeds online. Surf naar www.techmobiel.be en klik op de ‘ZoekHoek’. 3.2.4. Benchmarking In Vlaanderen en ook elders in de wereld zijn er tal van initiatieven die paralleldoelen hebben. Het is verstandig om hiervan in ons project gebruik te maken. Tijdens de uitvoering van de verschillende fasen van het project, willen wij steeds de kwaliteit en het innovatieve karakter bewaken. Operational and processbenchmarking is daartoe een sleutel. We gaan op zoek naar best practices, in het onderwijs in Vlaanderen (zowel op niveau van de basisscholen als op hogeschoolniveau) en ook in het buitenland. Kennis en inzicht dat elders wordt opgedaan, wordt dan gebruikt om de Techmobiel in De Appeltuin op een hoger niveau te tillen. Zo zullen we in de nabije toekomst contact opnemen met de verantwoordelijken van een gelijkaardig project in Italië .
4. Verloop realisatie project 4.1. Projectplanning
We geloven dat het degelijk uittekenen van een concept op termijn meer garanties biedt dan dit initiatief vanuit een naïef enthousiasme overhaast te lanceren. We focussen ons sinds april 2012 op het inhoudelijk uitwerken van dit concept en het aanschrijven van mogelijke partners op alle niveaus: (hoge-)scholen, bedrijven, overheidsinstellingen,… Deze samenwerkingsverbanden zijn immers cruciaal. Ondertussen staat de Techmobiel ook in de steigers. Hij wordt gebouwd en stapsgewijze voorzien van de nodige materialen. Tijdens de maand juni zal hij in onze school testdraaien. Op 1 september 2012 is de Techmobiel klaar om binnen Vlaams – Brabant ingezet te worden. 11
4.2. Financiering van het project
Elk idee kent zijn prijs. We vertrouwen erop dat zowel de overheid als de bedrijfswereld het innoverende karakter van de Techmobiel ontdekken en dat zij dit initiatief ook financieel, materieel of inhoudelijk willen ondersteunen. De kostprijs van de Techmobiel (de constructie op zich, de presentatiemogelijkheden en de technische/wetenschappelijke materialen die er in vervat zitten) wordt gedeeltelijk door onze school gedragen. Daarnaast willen we ook het bedrijfswezen betrekken voor financiële, materiële of inhoudelijke ondersteuning van het project. De concrete uitwerking van de Techmobiel wordt nog voortdurend geoptimaliseerd. Daardoor is het opstellen van een definitieve inventaris met het daarbij horende kostenplaatje nog niet mogelijk. Wat betreft het sponsorschap zijn er verschillende mogelijkheden. We trachten zowel financiële, materiele en inhoudelijke ondersteuning uit te tekenen met zowel particulieren, overheidsinstanties als bedrijven. De partners die vanuit publicitair standpunt baat hebben bij het plaatsen van een logo op de frontpagina van de website en/of op de publicaties omtrent de Techmobiel, kunnen hier aanspraak op maken. Indien u zelf een mogelijkheid tot ondersteuning ziet, gelieve ons te contacteren. Hoe gaat dat praktisch? Grote en kleine bijdragen kan u steeds storten op het rekeningnummer van de Techmobiel: BE52 0835 8005 0909. Kunnen wij de naam van uw bedrijf of instelling op onze website plaatsen? Is uw winkel/firma bereid om korting te schenken? Kan u ons verder helpen door materiaal te leveren? In deze gevallen kan u ons best even contacteren. Onze contactgegevens vindt u op de website. (www.techmobiel.be)
12
5.Bronnen
Project TOS21: "Techniek Op School voor de 21ste eeuw", Departement Onderwijs, 2008 Advies over een stimuleringsplan voor wetenschappen en techniek in het onderwijs, Vlaamse Onderwijsraad, maart 2011 Peiling wereldoriëntatie, Departement Onderwijs, mei 2010 Welbevinden, betrokkenheid en leerwinst, F. Laevers, E.Bertrands, G.Snoeck, Steunpunt GOK Leerkrachtprofielen en onderwijs in Wetenschap en Techniek in het basisonderwijs , Werkzame bestanddelen voor deskundigheidsbevordering en attitudeverandering , KU Leuven, december 2010
13