SWOV-Factsheet Verkeersdoden in Nederland Deze factsheet schetst hoe het aantal verkeersdoden in Nederland zich sinds 1950 heeft ontwikkeld. Het aantal verkeersdoden in Nederland vertoont, na een stijging in de jaren vijftig en zestig, een geleidelijke daling sinds 1973. In 2014 vielen er 570 doden in het verkeer in Nederland, net als in 2013. Bijna een derde van de verkeersdoden zijn auto-inzittenden (187), eveneens bijna een derde is fietser (185). Afgemeten naar de bevolkingsomvang, vallen er verhoudingsgewijs veel doden in het verkeer onder jongeren en jongvolwassenen (16-24 jaar) en ouderen (65+), terwijl kinderen (0-15 jaar) juist relatief weinig omkomen in het verkeer. Bij vergelijking van aantallen verkeersdoden in verschillende groepen (zoals leeftijd, vervoerswijze, wegtype) moet worden bedacht dat het aantal verkeersslachtoffers afhangt van de hoeveelheid mobiliteit: hoe meer men reist, hoe vaker men een ongeval kan hebben. Het aantal slachtoffers hangt ook af van de veiligheidskenmerken van die mobiliteit: er zijn veilige en minder veilige wegen en veilige en minder veilige voertuigen. Daarnaast beïnvloedt ook het rijgedrag de kans op een verkeersongeval. Het aantal verkeersdoden in een bepaalde groep wordt dus niet alleen bepaald door hoe gevaarlijk die groep is (het risico van die leeftijdsgroep, sekse, vervoerswijze of wegtype), maar ook door de hoeveelheid mobiliteit van die groep (van dat vervoermiddel, op dat wegtype, enz.). Verschillen in aantallen verkeersdoden kunnen dus zowel komen door verschillen in mobiliteit als door verschillen in risico. Wanneer is iemand een verkeersdode? Een verkeersdode is internationaal gedefinieerd als iemand die ten gevolge van een ongeval op de openbare weg, waarbij ten minste een rijdend voertuig is betrokken, binnen dertig dagen aan de gevolgen van dat ongeval overlijdt. Hoe wordt het aantal verkeersdoden in Nederland vastgesteld? Tot 1996 werden alle verkeersdodenstatistieken in Nederland gebaseerd op de politieregistratie. Sinds 1996 wordt het werkelijke aantal verkeersdoden vastgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), in nauw overleg met het ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM). De informatie over aantallen verkeersslachtoffers verkrijgt het CBS uit drie verschillende bronnen. 1. het Bestand geRegistreerde Ongevallen in Nederland (BRON) waarin het ministerie van IenM de door de politie geregistreerde ongevalsgegevens verzamelt en publiceert; 2. gegevens over de doodsoorzaak van in Nederland overleden personen van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Hierbij is een ‘verkeersongeval’ een van de niet-natuurlijke doodsoorzaken uit de statistiek; 3. justitiële dossiers van verkeersongevallen. Hoe ontwikkelt het aantal verkeersdoden in Nederland zich na 2000? Afbeelding 1 toont de ontwikkeling van het (door het CBS vastgestelde werkelijke) aantal verkeersdoden sinds 2000, naar vervoerswijze. Slachtoffers onder auto-inzittenden dalen sterk, en ook bij voetgangers zien we een gestage daling. Voor de andere vervoerswijzen is deze daling minder duidelijk. Voor fietsers lijkt er in het geheel geen sprake meer van een daling.
SWOV-Factsheet Overname is uitsluitend toegestaan met bronvermelding
1
© SWOV, Den Haag, april 2015
Overig/onbekend
1400
Vracht-/bestelauto 1200
Auto
1166
Jaarlijks aantal verkeersdoden
1083
1066
Motor
1088
Brom-/snorfiets
1000
Fiets
881 817
800
811
791
Lopen 750
720 640
661
650 570
600
570
400 200 0 2000
2002
2004
2006
2010
2008
2012
2014
Afbeelding 1. Verkeersdoden (werkelijke aantal) in Nederland sinds 2000, naar vervoerswijze. Bron: CBS Statline. Hoe ontwikkelt het aantal verkeersdoden zich naar vervoerswijze, leeftijd en geslacht? In Afbeelding 2 vergelijken we het huidige aantal slachtoffers met het aantal in 2000, naar vervoerswijze, leeftijd en geslacht. De figuur maakt duidelijk dat er de laatste jaren verschuivingen hebben plaatsgevonden: bijvoorbeeld van jonge mannelijke automobilisten naar oudere mannelijke fietsers. Vooral het aantal doden onder jonge automobilisten is afgenomen, en daarnaast het aantal doden onder (eveneens mannelijke) motorrijders en vracht- of bestelwagenchauffeurs. Bij de doden onder brom- en snorfietsrijders – inclusief bestuurders van brom- en scootmobielen – zien we een verschuiving van jongere naar oudere mannen.
Mannen Overig/onbekend 7
2000
1
Vracht-/bestelauto 6
3
8
14
Auto 5
6
34
Motor 4
6
1
1
13
6
6
140
67
39
43
23
34
7
24
22
20
13
1
1
Overig/onbekend 7
2014 3
Vracht-/bestelauto 6
1
Auto 5
11
3
1
1 4
2
2
3
2
32
15
7
14
12
15
17
9
14
8
3
2
8
4
2
5
5
7
9
18
15
Motor 4
1 11
Brom-/snorfiets 3
2
35
11
3
8
3
7
12
7
Brom-/snorfiets 3
Fiets 2
17
15
8
12
11
13
22
26
24
Fiets 2
8
3
2
4
14
10
20
34
28
Lopen 1
9
4
15
10
6
9
10
6
11
Lopen 1
2
3
5
1
5
4
2
4
8
0
0
0 1 15-19 2 20-29 3 30-39 4 40-49 5 6 7 8 9 (jaar) Leeftijd 0-14 50-59 60-69 70-79 80+
Vrouwen
Overig/onbekend 7
2000 1
Vracht-/bestelauto 6
1
Auto 5
6
2
33
16
16
2
2
3
8
2
1
13
5
4
7
2
2
2
Brom-/snorfiets 3
Lopen 1
1
2 18
Motor 4
Fiets 2
1
7 Overig/onbekend
1
2014
6 Vracht-/bestelauto
2 17
1 15-19 2 3 4 5 0 6 7 8 9 (jaar) Leeftijd 0-14 20-29 30-39 40-49 50-59 60-69 70-79 80+
15
17
8
1
5 Auto
3
10
4 Motor
1
1
2
1
5
4
3
1
4
3
3 Brom-/snorfiets
4
10
12
25
5
2 Fiets
5
6
1
6
7
8
1 Lopen
1
3
8
1
5
5
3
16
13
2
1
1
3
6
2
6
7
22
10
2
1
7
1
0
0 0 1 2 3 4 5 6 7 8 980+ (jaar) Leeftijd 0-14 15-19 20-29 30-39 40-49 50-59 60-69 70-79
0 1 15-19 2 3 4 5 6 7 8 9 (jaar) Leeftijd 40-49 0-14 20-29 30-39 50-59 60-69 70-79 80+
Afbeelding 2. Verkeersdoden naar vervoerswijze en leeftijd, voor mannen en vrouwen, 2014 vergeleken met het jaar 2000.
SWOV-Factsheet Overname is uitsluitend toegestaan met bronvermelding
2
© SWOV, Den Haag, april 2015
Hoe ontwikkelt het aantal verkeersdoden zich naar de verschillende wegtypen? Als we willen weten hoeveel verkeersdoden er vallen op verschillende soorten wegen, zijn we aangewezen op de registratie in BRON. Dat betekent dat we van een flink deel van de ongevallen (het deel dat alleen door het CBS wordt geregistreerd) niet weten waar het ongeval heeft plaatsgevonden. In Afbeelding 3 zijn de aantallen geregistreerde verkeersdoden (in BRON) weergegeven naar snelheidslimiet en wegbeheerder, op kruisingen en wegvakken, voor de recente jaren in vergelijking met het jaar 2000. Er vallen veel meer verkeersdoden op wegvakken dan op kruispunten, behalve op gemeentelijke 50km/uur-wegen. Bij ruim 70 verkeersdoden is in 2014 niet achterhaald wat de snelheidslimiet op de betreffende weg was. Ook ontbreken in 2014 verhoudingsgewijs meer verkeersdoden in BRON dan in 2000.
Wegvak 2000
Overig 5 Rijk 4 Provincie 3 Gemeente 2 Waterschap 1 0 Snelheidslimiet 0 15 1
5
9
18
28
4
7
113
23
25 153 14
5
190
5
1
1
9
3
30 2 50 3
3
60 4
Overig 5 Rijk 4
76
Provincie 3 2 Gemeente
1
1
1 Waterschap
17
70 5
2014
2
0 Snelheidslimiet 15 0 1
130 11 ? (km/uur) 680 90 7 100 8 120 9 10
20
3
1
13
23
8
2
6
3
1
42
51
45
2
31
1
8
30 2 50 3
60 4
2000 3
4
17
2
70 5
130 11 ? (km/uur) 680 90 7 100 8 120 9 10
Provincie 3
5
7
67
3
6
67
2 Gemeente
4
1 Waterschap
Gemeente 2
3
1 Waterschap
1
180
2
2014
Rijk 4
1
1
Provincie 3
0 0 15 1 Snelheidslimiet
0 Snelheidslimiet 15 30 60 70 80 90 120 130 ? (km/uur) 0 <15 1 15-20 2 50 320-30 4 30-40 5 40-50 6 50-60 7 100 860-70 970-80 10 80+ 11
8
3
Overig 5
Rijk 4
4
34
Kruispunt Overig 5
10
5
6
3
60
15
2
1
2 50 3 30
4 60
6
1
1
21
3
9
20
1
5 70
6 90 7 100 8 120 9 130 10 11 80 ? (km/uur)
Afbeelding 3. In BRON geregistreerde verkeersdoden naar snelheidslimiet en wegbeheerder, voor 2000 en 2014, op kruispunten en wegvakken. Hoe ontwikkelt het aantal verkeersdoden in Nederland zich sinds 1950? In 1950 waren er circa 1000 verkeersdoden. Dat aantal steeg tot 1972 tot ruim 3000. Vanaf 1973 daalt het jaarlijks aantal verkeersdoden geleidelijk. Afbeelding 4 en Afbeelding 5 tonen het door de politie geregistreerde aantal verkeersdoden tussen 1950 en 1995 en het door CBS bepaalde werkelijke aantal verkeersdoden vanaf 1996. In Afbeelding 4 zijn de verkeersdoden ingedeeld naar de vervoerswijze van het slachtoffer, en in Afbeelding 5 zien we het aantal verkeersdoden per leeftijdsgroep. Het CBS hanteert een grovere leeftijdsindeling dan de politieregistratie.
SWOV-Factsheet Overname is uitsluitend toegestaan met bronvermelding
3
© SWOV, Den Haag, april 2015
3500
Overig/onbekend Vracht-/bestelauto
Jaarlijks aantal verkeersdoden
3000
Auto Motor
2500
Brom-/snorfiets Fiets
2000
Lopen 1500 1000
0
1950 1952 1954 1956 1958 1960 1962 1964 1966 1968 1970 1972 1974 1976 1978 1980 1982 1984 1986 1988 1990 1992 1994 1996 1998 2000 2002 2004 2006 2008 2010 2012 2014
500
Politieregistratie
Werkelijk aantal
Afbeelding 4. Verkeersdoden (politieregistratie tot 1995; werkelijke aantal vanaf 1996) in Nederland sinds 1950, naar vervoerswijze. 3500
Jaarlijks aantal verkeersdoden
3000 2500 2000 1500
75+ 70-74 65-69 60-64 55-59 50-54 45-49 40-44 35-39 30-34 25-29 20-24 15-19 10-14 5-9 0-4
80+ 70-79 60-69 50-59 40-49 30-39 20-29 15-19 0-14
1000
0
1950 1952 1954 1956 1958 1960 1962 1964 1966 1968 1970 1972 1974 1976 1978 1980 1982 1984 1986 1988 1990 1992 1994 1996 1998 2000 2002 2004 2006 2008 2010 2012 2014
500
Politieregistrati e
Werkelijk aantal
Afbeelding 5. Verkeersdoden (politieregistratie tot 1995; werkelijke aantal vanaf 1996) in Nederland sinds 1950, naar leeftijd. Voor deze perioden is de leeftijdsindeling verschillend.
SWOV-Factsheet Overname is uitsluitend toegestaan met bronvermelding
4
© SWOV, Den Haag, april 2015
In 1950 waren er vooral veel verkeersdoden onder fietsers en voetgangers. Daarna zette een sterke stijging van het aantal verkeersdoden onder bromfietsers en vooral auto-inzittenden in, en werden deze vervoerswijzen steeds belangrijker voor het totale patroon. Sinds 1973 daalt het aantal verkeersdoden voor vrijwel alle vervoerswijzen. Alleen de ontwikkeling voor motorfietsen en vracht- en bestelverkeer wijken enigszins van dit patroon af; de laatste jaren neemt ook het aantal verkeersdoden onder fietsers nog maar weinig af. Jonge verkeersslachtoffers zijn er nog maar nauwelijks, terwijl jongeren en kinderen in 1950 juist een groot aandeel van de verkeersdoden vormden. Tegenwoordig zijn het juist steeds meer ouderen die in het verkeer overlijden.
SWOV-Factsheet Overname is uitsluitend toegestaan met bronvermelding
5
© SWOV, Den Haag, april 2015