België – Belgique P.B. 2000 Antwerpen 1 BC 30265
3de jaargang, nummer 1 Verschijnt 4 x per jaar, in maart, juni, september & december Afgiftekantoor 2000 Antwerpen 1 – P 706164 Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen vzw De Wittestraat 2, 2600 Berchem T (03)226 40 83 – F (03) 226 40 85
[email protected] – www.formaat.be V.U.: Sep Kindt, Jan De Graefstraat 11, 2600 Berchem
maart 2009
Betoog I maart 2009 I Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen vzw
Sven Ornelis over fuiven Fuifcultuur in jeugdhuizen Beleggen in fuiven: Beursfuif 2009
Party & fuiven
FuifCultuur
Fuifcultuur en fun met de grote f Waarom een boekje over fuiven? En wat is de link met het jeugdhuiswerk? In de eerste tekst van deze Betoog (p.4) willen we prikkelen over fuivende jongeren, fuifcultuur en verantwoord fuiven (organiseren). Want fuiven is fun. Tim De Vogel is dj, fuiforganisator én jeugdhuismedewerker. Hij beleeft de fuifcultuur van op de eerste rij. Als organisator van het festival City Sounds en voorzitter van jeugdhuis Zenith is hij de perfecte gastheer voor een introductie tot fuifcultuur en party in het jeugdhuis (p.8).
Fuiven in het jeugdhuis
What’s in a name? Let’s get the party started! p.7 _ Jeugdhuizen Lodejo en ’t Molentje brengen de party op gang. Ariane en Nicolas vertellen hoe en waarom ze in hun jeugdhuis fuiven. Elk jeugdhuis heeft meestal wel een reden voor een feestje. En als er eens geen reden is, dan zorgen ze gewoon wel voor een leuk concept. In de reportage ‘What’s in a name’ (p.12) serveert Betoog enkele originele fuifideeën. Financieel nieuws hoef je in Betoog niet te verwachten. Maar het jeugdhuis en de beurs gaan soms lekker samen. De beursfuif van jeugdhuis Malmejo groeide in korte tijd uit tot een samenwerkingsverband (lees feestverband) onder Vlaamse jeugdhuizen. Op p.14 vertelt een lid van Malmejo’s werkgroep beursfuif het ontstaan en de succesformule. Want beleggen in fuiven kan veel opbrengen.
Sven Ornelis
Over fuivende jongeren en jongerenfuiven p.16 _ Sven Ornelis van Q-music heeft iets met fuiven. Omdat hij regelmatig achter de draaitafel staat en omdat heel wat jeugdhuizen zijn collectie foute cd’s hebben, stelden we Sven enkele vragen die verband houden met het thema van deze Betoog.
Fuiven Organiseren
Goed georganiseerd en van fuiven gesproken p.18 _ Kwestie van organisatie. Dat is het motto voor een geslaagde fuif. Een medewerker van Team Jeugd (jeugddienst Kortrijk) leert de kneepjes van het vak. Handige tips en een kijk op de juiste m/v met organisatietalent. p.24 _ Onze oren zijn niet ongevoelig voor fuifmuziek. Bart Vinck van de Gentse universiteit is gedreven in deze thematiek en doet onderzoek naar gehoorschade bij jongeren. Hij heeft ook bruikbare ideeën hoe je een fuif gehoorsvriendelijk maakt.
FuifBeleid
Tienerfuiven en gemeentelijk fuifbeleid p.27 _ Elk jeugdhuis wil nieuwe generaties in het jeugdhuis. Maar wat doen we met tieners op onze fuif? We werpen enkele praktische en inhoudelijke vragen op. Daarnaast staan we ook stil waarom jeugddiensten met fuiven op tieners mikken. In de marge vertellen jongeren die ervaring hebben met bakvissen in het jeugdhuis. Ook de gemeente heeft haar aandeel in een geslaagde fuif. Drie jonge jeugdconsulenten verdiepen zich in het fuiven met buddy’s en coaches. Voor Betoog zetten ze een stand van zaken op papier (p.30).
“Alright” dacht ik bij mezelf, toen we het thema van deze Betoog kozen. Want fuiven… daar kan ik persoonlijk wel over mee praten. Zowel vanuit mijn privé, als uit mijn job: Mijn eerste tong… ik draaide ze op een fuif. Mijn eerste plaatjes… ik draaide ze op een afterparty. In het weekend eens stevig uit de bol gaan, als jonge gast. Ik deed en doe het nog steeds. Het jeugdhuis dat er in slaagt om honderden jongeren te lokken naar de fuif en waar de vrijwilligers alles in goede banen leiden. Tot de opkuis toe. Betoog I maart 2009 I Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen vzw
Mijn vroegere studentenclub die jaarlijks het galabal organiseert en waar ik ooit zelf mee in de organisatie zat. Jeugdhuizen uit de buurt die een dj-battle organiseren. Want elke gelegenheid is goed voor een feestje. Of het jeugdhuis dat zijn jubileum viert met een fuif. Happy birthday! Feestje bouwen? En het ontwaken op zondag met fijne herinneringen aan de nacht… Ook dat is fuiven. Betoog maakt van deze gelegenheid gebruik om de fuivende jeugd en jeugdhuizen aan het woord te laten. C u on the dancefloor… (ld)
Kritisch en diepgaand thematisch tijdschrift van Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen vzw De Wittestraat 2, 2600 Berchem (T) 03 226 40 83 – (F) 03 226 40 85
[email protected] – www.formaat.be
Betoog verschijnt 4 x per jaar, in maart, juni, september & december. Het tijdschrift is gratis voor leden, extra exemplaren kunnen verkregen worden aan 10,80 euro (leden) of 18,30 euro (niet-leden) per jaar.
Verantwoordelijke uitgever Sep Kindt, Jan De Graefstraat 11, 2600 Berchem
Kernredactie Joren Camerlinckx, Lennert Deleu, Kara Eestermans
Met medewerking van Tim De Vogel, Hans Vandenberghe, Bram Uvyn, Tim Hendrickx, Koen Arys, Bruno Smet, Katrien Voorspoels, Gerd Vanmeenen, Joren Camerlinckx, Jos Meers
Eindredactie Lennert Deleu
Vormgeving & lay-out Pepijn Haghebaert
Foto’s Formaat, lokale jeugdhuizen, Yannick Bryssinck, Q-music
Druk De Wrikker vzw, Patriottenstraat 29, 2600 Berchem
Alles mag overgenomen worden, als er maar bij staat dat het uit Betoog komt!
3
Betoog I maart 2009 I Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen vzw
Fuiven is fun
Jeugdhuismethodiek op de dansvloer Het vergt heel wat engagement en doorzettingsvermogen om een feestje van aanvang tot de zwabber (opkuis) te organiseren. Bovendien wordt het de feestende jeugd niet altijd gemakkelijk gemaakt. Er zijn de noodzakelijke eisen naar veiligheid. Soms is het een kwelling om zowel de eisen van de bezoeker als deze van politie, gemeente en buren in te willigen. Om nog maar te zwijgen over al het papierwerk van o.a. SABAM en Billijke Vergoeding. Wilde experimenten en vernieuwende ideeën zijn hierdoor vaak moeilijk te verwezenlijken. Tot zover de minder leuke kantjes. Want – en voor de jeugdhuizen staat dat buiten kijf – : Fuiven is fun! Zo was het, zo is het en zo moet het ook morgen zijn.
Vader en vrijgezel Onderstaande anekdote van mijn vader en een snapshot van een jonge vrijgezel op een fuif anno 2009 bewijzen het.
Mijn vader in de jaren ‘60 “Om 20u ontmoete ik haar voor de deur van het Parochiecentrum te Wuustwezele. Ze durfde nogal, olifantenpijpen, talk of the town! Binnen grijp ik een bloemetje van de tafel behangen met papieren feestmotief. Alle moed bijeengeschraapt stap ik parmantig naar haar toe en verzoek deze waltz de onze te maken. Onder de drie spots leid ik haar 1-2-3-gewijs de zaal rond, hopend dat de volgende een kusjesdans zal zijn.” Een gesprek met mijn vader over het uitgaansleven en t-dansants van toen brengt enkele beelden naar boven. Klein, gezellig, bloemetjes op de tafel, sandwiches voor het grijpen en om 1 uur een kusje op de wang en elk naar de eigen kamer. Een wereld van ver-
4
schil met de huidige uitgangscultuur. Al blijft de baseline dezelfde. Voor en door jongeren.
2009: De Vrijgezel “Eén van de plekken om een meisje te ontmoeten is, naast het jeugdhuis, op een feestje. Al is de combinatie nog beter. Een feestje in het jeugdhuis. De kans is groot ze de week erop weer te zien. Maar in plaats van samen de dansvloer onveilig te maken, is het dan de uitgelezen kans om elkaar ook op een andere manier te activeren. Ik heb het over een gesprek natuurlijk, wat dacht je?
Jeugdhuisfeestjes verschillen niet veel van de feestjes in de jonge jaren van onze ouders. In die zin dat ze gedragen worden door een groep vrienden. Een kleine aanzet of een gek idee aan de bar kan uitmonden in een succesformule. Samen bouwen aan een onvergetelijke avond voor de bezoekers was en is één van de grote doelstellingen bij een fuif organiseren en beleven.
Een feestje organiseren staat vaak gelijk aan het uitbouwen van een breed netwerk van contacten.
Jeugdhuizen en hun fuiven vormen vaak podia om deze stijlen te testen en onder de aandacht te brengen. Beginnende dj’s vinden er hun eerste publiek en met wat geluk leert hij/zij werken met professioneel materiaal. Het jeugdhuis biedt de kans een talent te ontwikkelen voor een gekend publiek en ondertussen raakt de werking aan een prijselijke en aantrekkelijke ‘plaatjesdraaier’. Een win-winsituatie dus.
Profe(e)s(t)ioneel
Feestjes zijn onlosmakelijk verbonden met een jeugdhuiswerking. Ze kunnen de noodzakelijke financiële en motivationele boost geven. Daarnaast is het een kans om als jeugdhuismedewerker jouw stijl eens naar boven te laten komen door je eigen feestje te organiseren.
Maar er zijn zeker ook heel wat verschillen met de feestjes in vaders wilde jaren. In eerste plaats al het verschil in jongerencultuur en verwachtingen. Sinds de jaren negentig is er een wildgroei aan stijlen. Genres worden op hun kop gezet. Subculturen van subculturen zijn een deel van de jongerencultuur geworden. Een kruisbestuiving van melodieën, ritmes en bijhorende klederdracht. De voorbeelden zijn legio. Van de mainstream muziek tot happy breakcore, drum ’n bass, rave, pompende techno… Heilige muzikale huisjes worden omgebouwd tot een speeltuin voor iedereen die iets of wat weet heeft van de muzikale tools op het internet.
Spontane feestjes zijn vaak nog de beste. Drie spots en een sympathisant die af en toe met een muisklikje een knaller van een nummer uitkiest zijn hier al voldoende. Maar bij het plannen en uitbouwen van een echte fuif komt er heel wat meer kijken. Creativiteit is hier het codewoord voor succes. Naast een professionele aanpak is dit noodzakelijk. De houdbaarheidsdatum van een succesformule is niet eindeloos. Daarom worden jeugdhuismedewerkers continu uitgedaagd een nieuwe formule te vinden in het promoten, het creëren van sfeer en het zoeken naar een goed evenwicht tussen wensen en mogelijkheden.
Feestjes zijn onlosmakelijk verbonden met een jeugdhuiswerking. Ze geven de noodzakelijke financiële en motivationele boost. Daarnaast is het een kans om als jeugdhuis jouw stijl naar boven te laten komen. 5
Betoog I maart 2009 I Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen vzw
Een gesprek over de vorige fuif bijvoorbeeld. Wat beter kon, organisatorisch dan. Een analyse van mijn danspasjes probeer ik uit zelfbescherming steeds te vermijden. Misschien is het een uitgelezen moment om samen het ideale feestje in elkaar te boksen. Als feestvarken leerde je alle goede en slechte voorbeelden. Om je nog wat beter voor te bereiden kan je ze uitnodigen op een excursie. Een goed excuus om met haar de baan op te gaan is een educatieve uitstap naar plaatselijke feestjes. Het is maar dat je gezamenlijk project een knaller wordt. Ik zweer het, scoren geblazen! Hopen maar dat haar muzieksmaak overeenkomt met de mijne.”
Jeugdhuizen en fuiven zijn een podium om stijlen te testen en onder de aandacht te brengen.
Betoog I maart 2009 I Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen vzw
Daarnaast worden jeugdhuisfeestjes geconfronteerd met heel andere uitdagingen. Het aanbod uitgaansmogelijkheden is gigantisch geworden. Even de auto inkruipen voor een avondje stappen in de naburige grootstad is niet meer zo abnormaal voor de lokale jeugd. Daar zien ze feestjes en evenementen met poen. Een zeer professionele aanpak in lichttechnieken, geluid en concepten zijn legio. Deze commerciële/professionele feestjes worden geprojecteerd op de regionale en kleinere feestjes, door vrijwilligers gedragen. Dit heeft onvermijdelijk tot gevolg dat ook zij een meer professionele aanpak moeten hanteren. Gelukkig zorgt dit net voor hoogst originele en warme feestjes. Een warmte die in geen van al die grootstadfeesten te vinden is. Feestjes worden vaak gemuilkorfd door onbegrip. De doelstelling van zowel lokaal beleid als buren is vaak eentje van het op zoek gaan naar de aanpak met zo min mogelijke overlast. Deze vrij eenzijdige benadering van jeugdhuiswerk en –feestjes leidt dan weer tot een overreglementering en soms ondermijning van vrijwillige initiatieven. Nochtans zijn er minstens evenveel voordelen aan lokale feestjes voor door (jeugdhuis)jongeren. Ze zijn vaak goedkoper, dichter bij huis, veiliger en kleinschaliger (dus gezelliger). Naast deze praktische voordelen vallen ook de jeugdhuisfeestjes helemaal in het kader van de jeugdhuismethodiek. Onze vrijgezel raakte alle elementen van de jeugdhuismethodiek in feestjes al zijdelings aan. Toch kan je hier veel verder in gaan. Laten we ingaan tegen de negatieve interpretatie van jeugdhuisfeestjes door even op een rijtje te zetten waar een ogenschijnlijk banale fuif eigenlijk, vaak onbewust, rond draait.
De jeugdhuismethodiek op de dansvloer In eerste instantie is het ontmoetingselement een grote factor. In de vrijgezellencase draait het rond het vinden van een partner. Maar ook heel andere ontmoetingen staan centraal binnen jeugdhuisfeestjes. Je creëert een ruimte waarin jongeren vriendschappen kunnen starten in een ontspannen sfeer. Maar ook dient er onderhandeld te worden met brouwer, gemeente, eventueel eigenaar van de zaal, buren, politie… Een feestje organiseren staat vaak gelijk aan het uitbouwen van een breed netwerk van contacten. Feestjes zetten aan tot beweging. Van heupgewieg tot spastisch rondspringen. Niets leuker dan je even compleet te verliezen in stevig feestgedruis. Niets moet, zowat alles kan. Maar ook op een abstracter niveau beweegt een fuif. Jongeren worden geactiveerd hun vrije tijd zinvol te besteden. Het in elkaar steken van een feestje vraagt heel wat inspanning en engagement van de organisatoren. Een derde element in de jeugdhuismethodiek werd hierboven al aangehaald en is zeker één van de factoren om een activiteit te organiseren. Namelijk samen de schouders onder één project steken. Bij een optelsom van deze drie elementen kom je sowieso uit bij het laatste element van de jeugdhuismethodiek. Met name educatie. Door samen actief een feest op poten te zetten leer je gigantisch veel bij. Visieontwikkeling, onderhandelen, consensus sluiten, veiligheid, reclametechnieken en de praktische kant van de zaak zijn stuk voor stuk competenties die ontwikkeld worden. Daarom een warme oproep tot een andere visie op jong feestend Vlaanderen. Eentje van aanmoediging en ondersteuning. Maar ook van het creëren van zowel fysieke feestruimte als het minder definieerbare experimenteerruimte. Viva la fiesta!
(jc)
6
Let’s get the party started! Fuivende jongeren in het jeugdhuis
Hoe fuift de Vlaamse jeugd in hun jeugdhuis? Ariane Aris van jeugdhuis Lodejo en Nicolas Moreau van ’t Molentje leiden ons rond in hun fuifzaal en jeugdhuis. We komen alvast te weten hoe ze respectievelijk in Lochristi en Kuurne fuiven. Superstar dj’s here we go. Jeugdhuis ‘t Molentje:
BETOOG: Fuiven jullie veel in het jeugdhuis?
‘Door de bomen het beestenbos niet meer zien.’
Lodejo: “Ja, er wordt veel gefuifd in Lodejo. We hebben grote fuiven, maar ook kleintjes. De grote fuiven vinden voornamelijk in september, november, februari en juni plaats. Dit omdat de andere periodes al druk bezet zijn met andere activiteiten.” ‘t Molentje: “Wij fuiven geregeld spontaan. Maar we hebben ook georganiseerde fuiven.“
Zijn er ook moeilijkheden of nadelen aan al dat fuiven? Wie organiseert al die feestjes?
Welke muziek speelt op jullie fuiven? En wat is bij jullie de absolute fuifhit?
Lodejo: “Lodejo is gehuisvest in het centrum van Lochristi waardoor fuiven wel eens voor overlast in het dorp zorgen. Zeker in het verleden zijn er vervelende voorvallen geweest. Daarom werd alles gereguleerd en treffen we de nodige voorzorgen om veilig te kunnen fuiven.” ‘t Molentje: “Bij ons is vooral het geluid een probleem. Luid kunnen we niet gaan, anders klagen de buren.”
Ken je een fijne fuifanekdote uit jullie jeugdhuis?
Lodejo: “De muziek wordt meestal gedraaid door de enige echte Lodejo-dj’s. De organisatie van een verhuurfuif heeft natuurlijk de keuze om met interne of externe dj’s te draaien.” ‘t Molentje: “Iedereen die dat wil, tenzij we bewust een dj inhuren.”
Lodejo: “Enkele maanden geleden was hier een verjaardagsfeestje aan de gang, compleet met alles erop en eraan. Confetti kon niet ontbreken. De kernleden waren zo lief om ’s nachts de confetti op te ruimen. Met de waterslang en een bezem zorgden zij dat alle confetti buiten op het terras terecht kwam. Waar niet aan gedacht werd is dat het nogal vroor die avond. Nog dagen later hebben wij een confetti-ijsbaan in Lodejo gehad.” ‘t Molentje: “Bij een fuif moest iedereen zich in een dier verkleden. Het thema was namelijk beestenbos. De politie kwam ter plaatse omdat er klachten waren van het lawaai. Bij hun intrede konden ze zich niet inhouden van het lachen. Die zelfde avond werd een van onze leden in zijn kippenkostuum tegengehouden door de politie. Hun eerste vraag was meteen: “Jij komt van ‘t Molentje zeker?”
Wat is er zo leuk aan fuiven?
Vul aan: “You gotta fight… “
Lodejo: “Gezellig samen met vrienden in jouw eigen jeugdhuis je kunnen uitleven op hits van vroeger en nu. En/of de succes ervaring om met je werkgroep een vet feestje te organiseren waar iedereen zich goed voelt. Plezier en vertier. Amusement.” ‘t Molentje: “De fun, de ambiance en de ‘scheve stoten’.”
Lodejo: “Je probeert als jeugdhuis jongeren kansen te bieden om o.a. op een veilige manier te fuiven. Dit kan natuurlijk voor overlast zorgen in de gemeente. Daarom is het belangrijk te waken over het feit dat de direct omwonenden en overige mensen die overlast ervaren, de positieve kant van een jeugdhuis blijven zien. Van tijd tot tijd moet er inderdaad gevochten worden om fuiven te kunnen blijven garanderen en hoeveel voorzorgsmaatregelen je ook neemt, soms heb je geen grip op overlast waardoor er weer harder gevochten moet worden. Fight for your right to party dus!” ‘t Molentje: “… for your barkruk, want er zijn er niet veel in ’t Molen tje.” (lacht)
Lodejo: “Welke muziek gedraaid wordt, ligt aan de organisatie. Het is in ieder geval erg divers. De absolute fuifhit is op dit moment nog steeds ‘Grandmother’ van The Violent Husbands.” ‘t Molentje: “Alle muziekstijlen draaien we. Dé hit bij ons is ‘Soldiers of love’ (Lilianne St.-Pierre, ld) of ‘Take my love’ (Good Shape, ld).”
Wie draait de muziek?
Jeugdhuis Lodejo:
‘Ijsbaan met confetti.’
(ld)
7
Betoog I maart 2009 I Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen vzw
Lodejo: “Als de zaal verhuurd is, wordt de fuif volledig georganiseerd door externen. Het kan ook dat Lodejo zelf organiseert. Het zijn dan de werkgroepen die een fuif organiseren, bijvoorbeeld Beachnight of Fjestivalfuif.” ‘t Molentje: “Vooral het bestuur. Maar ook leden die vragen naar een specifiek genre kunnen bij ons een feestje organiseren.”
Fuifcultuur met de grote F?
Kennismaking met de fuif- en partycultuur in Vlaanderen en jeugdhuizen
Betoog I maart 2009 I Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen vzw
Jongeren worden rijkelijk bediend van fuiven. In het eigen jeugdhuis en in het circuit van evenementen en clubs kunnen ze naar hartenlust dansen. Tim De Vogel is dj, fuiforganisator en voorzitter van jeugdhuis Zenith. Een perfecte gastschrijver dus voor een introductie tot de fuifcultuur en party in het jeugdhuis. Stilstaan bij fuiven en fuifcultuur: het lijkt paradoxaal. Toch zijn er diverse aspecten waar vele bezoekers – maar ook organisatoren, verenigingen en jeugdhuizen – nog niet over nagedacht hebben. Bij fuiven zijn niet enkel de voeten in beweging, ook de hele organisatie en beleving rondom maakt constant veranderingen mee. Dit is logisch, gezien het nachtleven uiterst trendgevoelig is. Ook het muzikale landschap evolueert voortdurend. Er komen op regelmatige basis nieuwe subgenres bij en de muziek die vandaag nog hip is, komt binnen enkele jaren weer helemaal in de vergeethoek te liggen. Het is dan ook een wereld waar professionele organisatoren voortdurend de vinger op de pols moeten houden om mee te zijn met de laatste ontwikkelingen, en waarbij sporadische organisatoren zoals verenigingen of jeugdhuizen traditioneel eerder de trends achterna hollen in plaats van ze te zetten. Op zich is dit natuurlijk niet zo erg, maar ook de sporadische organisatoren hebben zich de laatste vijftien jaar moeten aanpassen aan diverse nieuwe uitdagingen die deze verschuivingen met zich meebrachten. Soms heel bewust, maar vaak ook organisch zonder daar veel bij te moeten stilstaan. Dit uit zich op diverse vlakken: van de manier waarop promotie aangepakt wordt tot extra aandacht die nodig is voor het muzikale aspect. Daarnaast komt ook nog bij dat de wetgeving op vele vlakken strenger is dan vroeger, ook hier moeten extra maatregelen getroffen worden.
Evolutie Tot begin de jaren negentig waren fuiven in jeugdhuizen bijna automatisch gewone, of in sommige gevallen thematische, fuiven. Zeer vaak werden ze georganiseerd door het jeugdhuis of ver-
Ook de wetgeving die betrekking heeft op fuiven heeft de laatste vijftien jaar wijzigingen ondergaan. Bijvoorbeeld het rookverbod. Organisatoren voorzien rokerszones zodat ze de mensen die buiten willen roken de mogelijkheid kunnen bieden.
enigingen die weinig of geen ervaring hadden met het opzetten van een evenement. Hun doelpubliek bestond in de eerste plaats uit mensen van het verenigingsleven en lokale jeugdbewegingen die ze meestal ook makkelijk konden bereiken. Het promotionele aspect kreeg dan ook zelden enige aandacht: snel getypte en gekopieerde flyers waren een evidentie. Er waren vrij weinig verwachtingen betreffende inkleding of muzikale programmering, algemene muziek met een resem klassiekers uit de rock en pop was de grootste evidentie op dit soort fuiven. De organisatie van dergelijke evenementen gebeurde dan ook vrij eenvoudig: eens de vereniging de zaal in kwestie geboekt had, vroeg men aan enkele mensen uit de eigen vereniging om zelf “achter de discobar plaats te nemen”. Dankzij de verkoop van steunkaarten door de leden van de vereniging was de opkomst bijna automatisch gegarandeerd.
Het concept van de traditionele fuiven kreeg rond de eeuwwisseling een oubollig imago. Verenigingen die ongewijzigd doorgingen met de organisatie zagen hun publiek slinken. 8
Een fuif moet verkocht worden aan een publiek. In die zin moet ze aan dezelfde wetmatigheden als andere producten voldoen. De klassieke marketingmix van een goed product tegen de juiste prijs bieden, met voldoende promotie en op een toegankelijke plaats, blijft essentieel.
Tegen het midden van de jaren negentig, deed er zich echter een nieuwe fenomeen voor: clubs en discotheken schoten in heel Vlaanderen uit de grond en kenden een gigantisch succes, ondanks de hogere kostprijs voor zowel de inkom als de dranken.
Toch waren er ook fuiven en evenementen die konden doorgroeien door in te spelen op deze nieuwe marktsituatie en op een efficiënte manier gelijkaardige promotiestrategieën uit te werken. Door hun professionalisering te koppelen aan een brede muzikale invulling, konden sommige hiervan uitgroeien tot “megafuiven” waarbij ze vaak succesvol duizenden bezoekers over de vloer kregen.
Ondertussen hebben de organisatoren, weliswaar vaak onbewust, op een zeer efficiënte manier een oplossing gevonden die een tegengewicht kan bieden, en wel op zo’n manier dat het vandaag de dag de clubs zijn die in nauwe schoentjes komen te staan omdat fuiven vaak kunnen terugvallen op vrijwilligers en een andere kostenstructuur hebben. Daarenboven hebben vele fuiforganisatoren geleerd dat ze hun fuif best vereenzelvigen met een imago dat aanspreekt bij de jeugd. De trend hierbij werd destijds ondermeer gezet met de fuiven van Studio Brussel, zoals bijvoorbeeld de Afrekeningsfuiven. Later werd die tendens ook doorgetrokken naar de individuele programmamakers of radio-dj’s. Ze werden gewillig geboekt door organisatoren omdat ze zich daarmee konden linken aan het imago dat Studio Brussel uitdraagt. Eén van de meest bekende voorbeelden is Discobar Galaxie. Maar ook andere dj’s hebben het succes hiervan ontdekt en profileren zich met plezier op fuiven in plaats van clubs. Deze formule heeft zoveel succes dat ook boekingskantoren zich specifiek op deze sector gaan richten. Daardoor vlogen de prijzen waartegen deze dj’s geboekt worden de laatste jaren pijlsnel de hoogte in. Vaak liggen ze veel hoger dan de gages die betaald worden aan klassieke club-dj’s.
Maar desondanks kreeg het concept van de traditionele fuiven ergens rond de eeuwwisseling een oubollig imago. De verenigingen die ongewijzigd doorgingen met het organiseren zoals ze dit in het verleden deden, zagen hun publiek slinken. Enkel grote verenigingen die hun leden als ruggengraat konden inzetten of verenigingen die hun fuifconcept herbekeken – en zichzelf opnieuw uitvonden in combinatie met een verdere professionalisering – mochten op een grote aanhang blijven rekenen.
Maar voor de organisatoren is dit om diverse redenen zeer interessant. Zo kunnen ze zich zonder veel kennis ter zake toch een modern imago aanmeten. Bovendien werkt dit zelfbevestigend: de dj’s die vaak op grote fuiven aan bod komen worden alsmaar bekender, wat er ook voor zorgt dat ze vaker gevraagd worden door andere organisatoren die deze namen vaak zien opduiken. Muzikaal bevinden ze zich niet in één specifiek genre; hoewel toegankelijke elektronische muziek, die ook op de radio vaak aan bod komt, bij velen een belangrijk deel van de selectie uitmaakt.
Heden
Overlast
Wat vroeger vaak uit het oog verloren werd, is dat een fuif nu eenmaal moet verkocht worden aan een publiek. In die zin moet ze aan dezelfde wetmatigheden als andere producten voldoen. De
Eén van de grotere uitdagingen waar organisatoren en jeugdhuizen bij het inrichten van fuiven mee te maken hebben, is een antwoord bieden op het overlastprobleem. Los van het feit of er al dan niet vandaag meer overlast wordt veroorzaakt door bezoekers
9
Betoog I maart 2009 I Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen vzw
Gezien clubeigenaars vaak veel geld in hun zaak investeerden en vaak ervaring hadden opgedaan in het bedrijfsleven, kozen ze dan ook steevast voor een efficiënte en gecoördineerde aanpak. De promotie kreeg dan ook een professionele omkadering, met dure glossy flyers, gemaakt door designers of designbureaus. De verspreiding ervan gebeurde over een veel grotere regio. Muzikaal konden deze clubs op dat moment, door in te spelen op de opkomst van divers elektronische genres, een ongeziene hippe factor brengen bij de jeugd. Dit kon men met traditionele fuiven op dat moment niet evenaren en vele kleinere of lokale fuiven, waaronder ook die in jeugdhuizen, moesten door deze tendens een terugval laten opteken. De verwachtingen voor het publiek waren gestegen, en wie er niet op kon inspelen verloor stilaan publiek.
klassieke marketingmix van een goed product kunnen aanbieden tegen de juiste prijs met voldoende promotie en op een toegankelijke plaats, blijft een essentieel gegeven.
Uitgaan is ten slotte ontspanning en dat moet dan ook centraal staan.
van fuiven, staat het vast dat er een aanzienlijke verhoging van de gevoeligheid ervoor aanwezig is bij de bevolking. Het is dan ook een factor die, jammer genoeg, bijna onherroepelijk aan fuifcultuur wordt gelinkt. Overlast kan zich op diverse terreinen afspelen, ondermeer bij veiligheid, geluid en milieu.
Betoog I maart 2009 I Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen vzw
Het is dan ook belangrijk om hierbij preventief te werken om evenementen een zo positief mogelijk imago mee te geven naar zowel de bezoekers, de omgeving als de politie en het stadsbestuur. Uitgaan is ten slotte nog steeds ontspanning en dat moet dan ook centraal staan. Als organisator ben je dan ook medeverantwoordelijk om dit de nachtrust van de omwonenden zo min mogelijk te verstoren. Vroeger werd het vaak als overbodig aanzien om hier veel aandacht aan te besteden, omdat er niet aan de langere termijn gedacht werd. Vandaag beseffen organisatoren echter dat ze hier wel degelijk aan moeten werken, om ook in de toekomst de mogelijkheid te hebben hun fuif te organiseren. In dat opzicht is het zeker niet slecht overleg te plegen met de politie en te tonen dat er bereidwilligheid bestaat van beide kanten om een evenement of fuif binnen een positief kader te laten verlopen.
ger. Het ontspanningsaanbod is groter geworden, jongeren zijn kritischer en hebben hogere verwachtingen over het aanbod. Als een jeugdhuis een fuif houdt, dient ze hier dan ook rekening mee te houden. Voor grote fuiven zullen ze rekening moeten houden met de evoluties (een gestructureerde en sterke promotie, een aantrekkelijke muzikale line-up en een sterk imago). Maar voor jeugdhuizen met een sterke voeling qua jongerencultuur is er ook een opportuniteit als ze slim inspelen op de diverse tendensen. Door gericht te programmeren binnen subgenres kunnen ze een aanbod creëren dat uniek is in hun regio en waarmee ze een zeker enthousiasme kunnen aanwakkeren bij de aanhangers van die subgenres. Enkele voordelen die hieraan verbonden zijn: - de muzikale invulling is vaak goedkoper, - de promotie kan gebeuren in samenwerking met jongeren die met deze muziekgenres bezig zijn, - en jongeren sluiten makkelijker aan in een project dat aansluit bij hun leefcultuur. Maar dit scenario heeft ook valkuilen: indien er een gebrek is aan inzicht binnen deze genres vervalt men al snel in een aanbod van middelmatigheid. Daarom zijn inspraak en communicatie belangrijk.
Wetgeving Ook de wetgeving die betrekking heeft op fuiven heeft de laatste vijftien jaar diverse wijzigingen ondergaan, denk bijvoorbeeld aan het rookverbod waardoor op vele locaties het roken niet langer toegestaan is. Hiervoor dienen organisatoren rokerszones te voorzien, zodat ze de mensen die buiten willen roken die mogelijkheid kunnen bieden. Ideaal is dan een afgebakende zone die vanuit de zaal vrij toegankelijk is voor bezoekers. Daarnaast heeft ook de wetgeving rond portiers zijn invloed, die ervoor zorgt dat vooral kleinere evenementen vaak zelf moeten instaan voor de veiligheid en het toezicht, omdat gespecialiseerde firma’s voor deze fuiven financieel moeilijk te verantwoorden zijn. Anderzijds heeft het ook de professionaliteit van de grotere fuiven helpen verhogen.
Jeugdhuizen Zoals al werd aangegeven heeft deze evolutie een impact op de manier waarop jeugdhuizen binnen het fuiflandschap meegetrokken worden in deze trends. Ze moeten zich professionaliseren en ook van hen wordt meer verwacht door de jongeren uit de regio. De taak die ze hebben als een sociale ontmoetingsplaats voor jongeren is vaak moeilijker in te vullen dan vroe-
10
Jeugdhuis Zenith
Fuif als garantie en meerwaarde Jeugdhuis Zenith (Dendermonde) bestaat in 2009 veertig jaar. Het is uitgegroeid van een klein jeugdhuis tot een stedelijke trekpleister die in zijn huidige infrastructuur plaats biedt aan 450 bezoekers in de club/concertzaal, en een vijftigtal personen in een tweede, kleinere zaal. De voorbije jaren ging Zenith, na een financieel moeilijke periode, door een sterke groeifase. De reden van het succes is vooral toe te schrijven aan de conceptontwikkeling en het concentreren op een kwaliteitsvol aanbod van concerten en evenementen in diverse muziekgenres, rekening houdend met het beperkt beschikbare budgettair kader. De werking telde in september 2008 meer dan 1.250 leden. Ten opzichte van 2002 is dat een stijging van bijna 700%. De omvang van het jeugdhuis en de vaste kosten zorgen er voor dat er succesvol moet geprogrammeerd worden. In plaats van commerciële fuiven, heeft Zenith er voor gekozen om cultureel en hedendaags voor jongeren te programmeren. Op die manier wil het jeugdhuis niet alleen het voortbestaan te garanderen, maar ook een meerwaarde voor de regio bieden.
Het bieden van meerwaarde via deze weg is budgettair echter niet altijd evident. Voor vele jeugdhuizen is de financiële steun die ze krijgen beperkt en fuiven worden dan ook vaak gezien als een manier om geld in het laatje te brengen, hoewel ze in werkelijkheid meer kunnen zijn dan dat. Ze zijn uiterst geschikt als laagdrempelige activiteit die jeugdhuizen toelaat een belangrijke schakel te zijn binnen de leefwereld van jongeren, en dit wordt zeer vaak over het hoofd gezien door zowel de jeugdhuizen zelf als de beleidsmakers. Er wordt dan ook zelden geld vrijgemaakt om fuiven kwalitatief aantrekkelijk te maken en beleidsmatig wordt het als een noodzakelijk kwaad aanzien. Gelukkig zijn beide scenario’s te combineren: jeugdhuizen kunnen zowel fuiven organiseren die een zeer brede basis aantrekken om zo financiële middelen op te bouwen op een gelijkaardige manier als verenigingen dit aanpakken, maar daarnaast hun eigen muzi-
kale weg zoeken binnen de lokale gemeenschap om via een muzikaal aanbod een sterk imago op te bouwen bij jongeren. Op deze manier groeit het enthousiasme en het draagvlak, maar ook de relevantie van jeugdhuizen voor jongeren in Vlaanderen. Tim De Vogel
Tim De Vogel is voorzitter van jeugdhuis Zenith (Dendermonde) en organisator van diverse evenementen, waaronder het City Sounds festival. Onder zijn djnaam E-phonk draait hij letterlijk al meer dan tien jaar mee in het nachtleven.
Betoog I maart 2009 I Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen vzw
Organisatoren willen hun fuif vereenzelvigen met een imago dat aanspreekt bij de jeugd. De trend hierbij werd destijds ondermeer gezet met de Afrekeningsfuiven van Studio Brussel. Later werd die tendens ook doorgetrokken naar de individuele programmamakers of radio-dj’s. Ze werden gewillig geboekt door organisatoren om zich daarmee te linken aan het imago dat Studio Brussel uitdraagt.
11
What’s in a name?
Fuifideeën voor en door jongeren Wekelijks fuiven jongeren her en der in Vlaanderen. Veel van die feestjes organiseren ze zelf in hun eigen jeugdhuis. Betoog toerde door Vlaanderen op zoek naar originele fuifconcepten en de laatste trends.
After examens
een middelbare Jeugdhuizen in de buurt van ns hun deuren school zetten na de exame het studeren van ess str de open. Want om aal. ide jd af te laten, is een fuifje alti
Geur-dj
Betoog I maart 2009 I Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen vzw
Een geur-dj mixt geuren. Net als een muzikale dj werkt hij met een mengtafel. In pannen en op verwarmingselem enten verbrandt of verbrouwt hij mengsels van extracten en oliën, gedroogde organisch e producten en verdampende kristallen. In plaats van speakers geb ruikt de geur-dj ventilatoren om de geuren door de ruimte te verspreiden. De aromajockey speelt in op de sfeer en stemming van het publiek en de locatie. Hierdo or tra zintuiglijke ervaring gen kan een aromajockey een exereren en brengt hij het pub in een ontspannen gemoed liek stoestand. Een geur-dj noemt men ook een ‘aroma jockey’ of ‘aro madj’.
Herfstfuif
uis ’t Schipke Rond oktober is het in jeugdh Op zateruif. fstf Her de r voo tijd (Lauwe) geren van het dagmiddag vegen de jon n bladeren van alle gev alle dan jeugdhuis . Ook de auto uis gdh jeu de bomen rond het veegbeurt. een gt krij op der ver parking iets en in kruisam en ger jon Alle bladeren scheppen de Heel ooi jeugdhuis uit te str en. wagens om die dan in het olbed dan ligt g, too en svloer concreet: het jeugdhuis, dan bladeren. In de eur ekl fstg her van ijt ven onder een dik tap ele bestuur ook elk jaar enk de bladerhoop verstopt het drankbonnen.
iPod & iDJ party
De iPod Party is overgewa aid uit de Verenigde Staten en Engela nd. nemen hun iPod (of andere Bezoekers mp3-spelers) met zelf gekozen, zelf gem aakte of zelf gemixte muziek mee naar een feest. Dit levert een unieke mix op van mu ziekstijlen en veel interactie met het (danse nde) publiek. De iDJ party wordt gehost door een professionele iDJ (iHost), met interactie van het publiek.
Rookvrije fuivenopenbare
gebouwen Het rookverbod in Jeugden. fuiv heeft ook zijn impact op ij zijn. kvr roo n ete mo en zal huizen en fuif r een voo t bes Als organisator zorg je dus mige Som l. zaa fuif de st rokershoek naa bouere and t, ten jeugdhuizen zetten dan een . ken hek asHer t me k hoe wen een open rokers
Schuimfuif
Bij een schuimfuif spuit een apparaat schuim in het jeugdhuis of de feestzaal. Je kan dan dansen en eventueel ook je drankje drinken in het schuim. Sommige organisatoren voorzien een schuimzone, anderen late n de volledige zaal onderspuiten. Het sch uim is gemaakt uit water, zeep en lucht. Voo r je kledij of huid hoef je niet te vrezen, het beschadigt niet. Handige tips voor toekom stige organisatoren: voorzie een vestiaire en scherm de dis cobar af. Op zoek naar voorbeelden en meer info? Jeugdhuis De Moeve uit Lier heeft een sterke traditie. Surf eens naar www.schuimfuif.be.
12
uth or legend? Zout op de vloer: Tr er mensen die geloven
VJ is een afkorting van Vid eo Jockey of Visual Jockey. De vj projecteert bewegende beelden op grote schermen, in de zaal of vlak achter de draaitafel. Men mixt dan beelden live uit de zaal of van de dj met vooraf opgenomen beelden of fragment en uit films en clips.
Messageparty
concepten. Elke Een klassieker onder de fuif bij het binnenaanwezige op de fuif krijgt fuif is voor elk de Op r. me komen een num rzien (enveloppe, nummer een postbus voo ens de fuif kan Tijd …). bus een echte brieven r naa elkaar. iedereen berichten posten gefuif is het zenssa me de Een recente variant op groot scherm. den van sms-berichten op
13
Betoog I maart 2009 I Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen vzw
In het fuifwereldje zijn strooit, mensen ook dat als je zout op de grond zout zou oplossen Het n. ere meer zullen consum volgens verdampen met de gemorste drank, ver zaken. oor ver st dor en uiteindelijk meer eren dat het zout bew die n tije par ook Maar er zijn er te maken en oev str er svlo eerder dient om de dan valpartijen te vermijden. van het zout studies over de efficiëntie Harde wetenschappelijke , deelt maar ren ule stim wil st de fuifdor zijn er niet. Maar wie echt beter pindanootjes uit.
VJ
Beleggen in fuiven
Beursfuif 2009 overtuigt 70 jeugdhuizen
Betoog I maart 2009 I Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen vzw
Wie vandaag veilig en rendabel wil beleggen, moet op de Beursfuif van jeugdhuis Malmejo intekenen. Wat ooit begon als een kleine activiteit groeide uit tot een collectieve fuif in de Vlaamse jeugdhuizen. Via het internet beïnvloeden ze elkaars prijzen en sms’en fuivende jongeren het jeugdhuiswereldje plat. In deze bijdrage vertelt Tim Hendrickx, onze Paul D’hoore van dienst, het ontstaan en de succes formule. De beursfuif, hoe een feestje van toekomstige ingenieurs het jeugdhuiswereldje inspireerde. Ergens begin de jaren ‘90 had de toenmalige beheerraad van Malmejo, uit het Kempense Oostmalle, een tof idee: men wilde een beursavond houden, waarbij de drankprijzen varieerden tijdens het verloop van de avond. Het jeugdhuis bedacht een systeem met drankkaarten. Hoe het precies in z’n werk ging, is ons niet meer helemaal duidelijk. Het kwam ongeveer neer op het volgende: hoe meer men dronk, hoe goedkoper de drankprijzen. Meteen een schot in de roos, al resulteerde de avond voor sommige aanwezigen wel eens in een ferme kater… Enkele jaren later belandde Wim Willemsens, ondertussen bestuurslid van Malmejo en student elektronica, geheel toevallig op een beursavond van de burgerlijk ingenieurs in Leuven. Deze studenten hadden een computerprogramma ontwikkeld, waarbij de drankprijs de ganse avond schommelde, afhankelijk van het consumptiepatroon van de aanwezigen. “Dat moet ik ook kunnen”, dacht Wim en hij schreef toen zelf een eerste computerprogramma voor de beursfuif in Malmejo. Het moet zo ergens halfweg de jaren ‘90 van de vorige eeuw geweest zijn. Deze eerste automatische beursfuif werd een gigantisch succes. Vanaf dan schreef Wim bijna elk jaar een ander programma. De basis bleef telkens hetzelfde, maar het programma werd elk jaar fijner: in het begin enkel een kassamodule achter de toog, vervolgens extra monitors waar het publiek de prijsschommelingen kon volgen. Nog later een aparte module met allerhande grafieken waar de bezoekers zich konden aan vergapen. Met de opkomst van de gsm, ontwikkelde Wim een extra functionaliteit waardoor de aanwezigen sms’jes konden sturen, die dan in de visualisatiemodule werden getoond.
Goed idee Andere jeugdhuizen hoorden van het programma en stelden ons meermaals de vraag of we het programma konden doorgeven. Dat was echter niet zo eenvoudig en door tijdsgebrek werd het programma ook nooit verfijnd om in andere jeugdhuizen te kunnen draaien.
14
Wim had echter een ander idee: als we nu eens proberen om één grote beursfuif te organiseren? Alle jeugdhuizen kunnen deelnemen als ze willen. Uiteraard een geweldig idee, maar dit omzetten naar de praktijk bleek niet eenvoudig: jeugdhuizen verbinden via het internet op hetzelfde programma, met een online database… Wat met het verschillende drankaanbod, verschillende prijzen? Na een jaartje hard nadenken en programmeren lukte het in 2006 om de eerste editie te organiseren: meteen goed voor een tiental deelnemende jeugdhuizen. Natuurlijk werd (en wordt) het programma nog elk jaar verder verfijnd. Het succes groeide ook gestaag: 2007 was goed voor 25 deelnemers, 2008 voor 45 jeugdhuizen. In 2009 eindigde de teller uiteindelijk op 69 deelnemende jeugdhuizen, een zeventigtal dus. Het onmogelijke doel van 100 jeugdhuizen lijkt plots niet meer zo onbereikbaar…
Het concept Het beursprogramma is een programma dat via het internet draait (applet), waarachter een database hangt. Elk deelnemend jeugdhuis krijgt een aparte login waarmee het zich toegang tot het programma verschaft. Vooraf moet men het programma configureren, het programma aanpassen aan de eigen situatie. Niet elk jeugdhuis heeft immers dezelfde dranken in huis en een frisdrank of pintje kost ook niet overal hetzelfde. Na configuratie is het programma gebruiksklaar. Het programma zelf is opgebouwd uit twee modules. De kassamodule wordt gebruikt achter de toog. De bestellingen worden via het toetsenbord ingegeven en het te betalen bedrag automatisch berekend. Alle bestellingen verdwijnen netjes in de centrale database en daar worden voortdurend de nieuwe prijzen berekend. Het kassaprogramma haalt steeds de nieuwe drankprijzen uit de database. De andere module heeft tot doel om de aanwezigen van de fuif zo goed mogelijk te informeren over het schommelen van de drankprijzen. Bijkomend worden ook statistieken getoond over het ver-
‘Wij zien de beursfuif als een leuke interactieve avond. Het succes biedt jeugdhuizen de kans om op een gezamenlijke manier naar buiten te treden en de sector positief te profileren. Zo hopen we om jongeren te overtuigen van de leuke en nuttige tijd die ze in een jeugdhuis beleven.’
Succes In de Malmejo was en is de beursfuif steeds een geweldige avond. We hebben echter nooit onderzocht waarom dit zo is. We zetten even enkele eigen bevindingen en bedenkingen op een rijtje. Eigenlijk is de beursfuif een zeer laagdrempelige interactieve avond. Elke fuifganger neemt deel aan de het beursspel door te doen, wat de gemiddelde aanwezige op een fuif placht te doen: iets drinken. Het sms’en versterkt de interactiviteit nog verder. Het is immers een plezante gedachte dat jouw sms’je over het scherm rolt in tientallen jeugdhuizen en dat andere aanwezigen jouw (grappige) boodschap kunnen opmerken. Met de gezamenlijke beursfuif hebben we gemerkt dat er een leuke rivaliteit ontstaat tussen de verschillende jeugdhuizen. Enerzijds zijn alle aanwezigen op de verschillende locaties via het programma met elkaar verbonden. Dat zorgt voor een wij-gevoel
Fuiven en EVC
Zowel Wim als Tim hebben enorm veel te danken aan de vaardigheden die ze tijdens hun jeugdhuistijd en de beursfuif hebben opgedaan. Door het schrijven van het beursprogramma heeft Wim zich kunnen ontwikkelen als programmeur. Die vaardigheid heeft ervoor gezorgd dat hij nu een interessante functie heeft in de IT-sector. Tim heeft dankzij zijn jeugdhuiservaring de kans gekregen om jeugdconsulent te worden op een gemeentelijke jeugddienst, ondanks dat hij er niet het geschikte diploma voor had. Fuiven, al doende leren en ondertussen je eigen kansen verruimen. Waar een fuif toch niet toe leiden kan. (ld)
onder de verschillende jeugdhuizen. Langs de andere kant wil men juist het eigen jeugdhuis onderscheiden van de anderen: het eergevoel en de trots van het jeugdhuis staan voor een deel op het spel. Dit creëert een geweldig samenhorigheidsgevoel onder de aanwezigen van een jeugdhuis, waardoor zij zich met hun jeugdhuis identificeren. De laatste jaren is de beurs meer dan ooit in het nieuws geweest: journaals en kranten staan en stonden bol van het beursnieuws. Eerst was er de geweldige groei, waardoor Jan met de pet plots ook op de beurs belegde. Het laatste jaar is de slechte gang van zaken niet meer uit het nieuws weg te branden met de financiële en economische crisis. Misschien heeft dit er ook voor gezorgd dat er ook voor de beursfuif meer aandacht is gekomen. Zo is het vorig jaar gelukt om de journaals van VTM en ATV te halen.
Goedkoop amusement? Is de beursfuif gewoon een avondje bier drinken? Misschien ligt de focus voor sommige aanwezigen op het consumeren, gouden zaakjes doen en het nuttigen van goedkope drankjes. Wat ons betreft zeker niet. Wij zien de beursfuif gewoon als een leuke interactieve avond. Het succes van de beursfuif biedt de jeugdhuizen vooral de kans om op een gezamenlijke manier naar buiten te treden om de hele sector op een positieve manier te profileren. Hierdoor hopen we om nog meer jongeren te overtuigen van de leuke en nuttige tijd die ze in een jeugdhuis kunnen beleven! Tim Hendrickx
Tim Hendrickx was in de periode 1999-2006 bestuurslid en even voorzitter van jeugdhuis Malemjo uit Oostmalle. Sinds 2006 is hij lid van de werkgroep beursfuif. Deze werkgroep helpt Wim Willemsens (bezieler en programmeur van de beursfuif) met de praktische organisatie van de fuif en wil zoveel particimogelijk jeugdhuizen overtuigen om te . sfuif beur peren in hun
www.beursfuif.be
15
Betoog I maart 2009 I Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen vzw
loop van de avond in de andere jeugdhuizen: welk jeugdhuis heeft de meeste bestellingen, de hoogste bierprijs, enz. Het leukste snufje is echter de sms! Fuifgangers kunnen die sturen naar het programma. De boodschappen worden apart in deze module getoond en dat was de vorige jaren een enorm succes. Vorig jaar ontvingen we meer dan 5000 sms’jes, die zelfs het programma lieten vastlopen. Daarom hebben we nu een verkort nummer gehuurd, zodat de doorstroming van de sms’jes naar het programma vlot genoeg kan gebeuren. Om deel te nemen, heeft een jeugdhuis minstens één computer met internetverbinding nodig. Beide modules kunnen op 1 computer draaien, maar met twee pc’s (of laptops) is het toch comfortabeler. Het is dan eenvoudiger om meerdere monitors of een projector tegelijkertijd aan te sluiten.
Het juiste interview Sven Ornelis over fuiven
Betoog I maart 2009 I Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen vzw
Q-musicman Sven Ornelis heeft iets met fuiven. Plaatjes draaien, foute cd’s samenstellen; het staat allemaal op de cv van deze levensgenieter. Omdat hij regelmatig achter de draaitafel staat en omdat heel wat jeugdhuizen de collectie foute cd’s hebben staan, wilden we Sven enkele vragen stellen die verband houden met het thema van deze Betoog. Sven Ornelis over fuivende jongeren en (jongeren)fuiven. BETOOG: Sven, jij staat zelf veel achter de draaitafel. Word je ook door jeugdhuizen geboekt? En hoe vind je de feestjes daar? Sven Ornelis: “Ik word inderdaad wel eens door jeugdhuizen geboekt. Nogal wat jeugdhuizen hebben een ijzersterke traditie van fuiven en feesten. Ze hebben een publiek dat meestal gigantisch veel zin heeft in dikke ambiance. En daar sta ik wel voor: gewoon dikke fuifmuziek draaien voor een publiek dat er erg veel goesting in heeft.”
Hoe ziet jouw perfecte fuif er uit? Ornelis: “Een jeugdhuis, tent, zaal of club zonder wipneuzen. Van mij moet je niet verwachten dat ik de meest spectaculaire onwaarschijnlijke onbekende platen in een nog nooit gehoorde mix ga gooien. Ik ben gewoon een feest-dj; klassiekers, sfeer, ambi. Ik gebruik bijvoorbeeld ook mijn microfoon en ik ben niet vies van foute muziek. Meer nog, dat onze foute cd’s zo goed verkopen wil toch gewoon zeggen dat de meeste mensen ook nog wel eens zin hebben in dat soort muziek: niks pretentie, gewoon feesten.”
Heel wat tracks van de Foute Cd’s worden op jeugdhuisfuiven gespeeld. Welke hit zou jij zeker in je set gooien voor een goede party in het jeugdhuis? Ornelis: “Daar mag zeker een goede rockplaat niet ontbreken. I Love Rock And Roll bijvoorbeeld, wordt meestal zo luid meegebruld dat het dak van zo’n jeugdhuis er wel eens dreigt af te knallen.”
Niet iedereen is even opgezet met fuiven. Er zijn mensen die een fuif associëren met luide muziek en overmatig alcoholgebruik. Wat zeg jij tegen mensen die in fuifcultuur alleen maar negatieve aspecten zien? Ornelis: “Echt waar? Zijn dat compleet verzuurde mensen of zo? Komaan zeg, iedereen is toch al eens jong geweest. “Eens lekker feesten is gewoon gezond voor uw geestelijk evenwicht” zou de dokter zeggen. Je hoeft toch ook niet per se dronken te zijn om je te amuseren. Eerlijk gezegd: ik wil de zatte uitbuikende en flauwe moppen makende nonkels op vrijdag en zaterdag geen eten geven. In tegenstelling tot de oudere generaties merk ik dat de jeugd bijvoorbeeld veel meer uitkijkt als het over alcoholgebruik en auto rijden gaat. Dus al dat geklaag vind ik dik overdreven.”
‘In tegenstelling tot de oudere generaties merk ik dat de jeugd veel meer uitkijkt als het over alcoholgebruik en auto rijden gaat. Al dat geklaag vind ik dik overdreven.‘
16
‘Ik hoor geweldig veel straffe lokale gasten die het draaien technisch goed onder de knie hebben.’
swingt natuurlijk net iets vrolijker dan een kleerkast. Ik hoor trouwens geweldig veel straffe lokale gasten, jongens die het draaien technisch vaak erg goed onder de knie hebben.”
Ornelis: “Ik denk dat jullie door jullie vrijwilligerswerk gewoon enorm veel jongeren super veel plezierige momenten bezorgen. Voor het leven van huisje-tuintje-boompje start, is het goed om tussen het studeren door de bloemetjes buiten te zetten. Dankzij dat vrijwilligerswerk lukt dat gewoon volle bak. Knap werk.”
Met Kurt Rogiers presenteer je op Q-music de ochtendshow. Draaien op een fuif speelt zich dan weer af in het holst van de nacht. Wat verkies jij: dj in de nacht of presenator in de ochtend?
Veel jonge dj’s leren hun eerste platen mixen achter de djtafel in een jeugdhuis. Welke tip heb jij voor beginnende dj’s? Ornelis: “Gewoon heel veel oefenen, op feestjes èn thuis. Dat is trouwens ook zo met dj’en op de radio. Enkel door thuis in de slaapkamer radiootje te spelen, of fuifjes te draaien voor twee hoofdkussens en een kleerkast, leer je het vak. En dat dan in de praktijk omzetten als je even kan, want een jeugdhuispubliek
Ornelis: “Ik houd van peper en zout, van wit en zwart, van ochtendshow en nachtdraaien. Ik bedoel maar: ik zou geen van beide kunnen missen. Ochtendshows op de radio zijn gewoon de leukste programma’s om te doen en zo ‘s nachts fuiven draaien is gewoon keiplezierig. Laat het nog maar even duren, deze heerlijk waanzinnige combinatie.”
(ld)
‘Ochtendshows op de radio zijn de leukste programma’s om te doen en ‘s nachts fuiven draaien is gewoon keiplezierig. Ik zou geen van beide kunnen missen.’
17
Betoog I maart 2009 I Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen vzw
Elk weekend organiseren jeugdhuisjongeren wel ergens een fuif. Ze staan zelf achter de draaitafel of bar. Ze ontwerpen hun affiches. Wat zou jij al die vrijwilligers willen meegeven als ultieme motivatie voor hun inzet?
18
Betoog I maart 2009 I Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen vzw
Goed Georganiseerd
De juiste m/v met organisatietalent Kwestie van organisatie. Behalve een song op de debuut-cd van Flip Kowlier, is dit ook het motto voor een geslaagd fuifevenement. In deze bijdrage geeft Hans Vandenberghe van Team Jeugd (de Kortrijkse jeugddienst) zijn kijk op een goed gesmeerde fuiforganisatie. Fuiven organiseren is de max! Maar de tijden waarin je enkel met een gekopieerde flyer aan de schoolpoort staat om succes te halen, zijn helaas voorbij. Niet alleen zijn de regels een stuk strenger geworden, ook het publiek is veel meer gewoon dan vroeger en het aanbod voor de artistieke invulling piekt naar ongekende hoogtes. Als organisator moet je dus verdomd goed weten wat je wil, want een fuif van dertien in een dozijn is gedoemd om te falen.
Meestal ontspruit het idee om een fuif te organiseren niet uit één brein. Vaak is het een clubje mensen, leden van een jeugdvereniging, een jeugdhuis, een bende muziekfreaks… die het vuur aan de lont steken. De beweegredenen om een fuif te organiseren liggen over het algemeen al in de oorsprong van de groep vervat: een jeugdbeweging wil geld verdienen om op kamp te kunnen, een djcollectief wil een statement maken in hun scène… De groep waarmee je organiseert is dus de eerste bepalende factor van hoe de fuif er uiteindelijk zal uitzien. Je kan hierin drie duidelijk verschillende soorten fuiven onderscheiden:
1. Moneymakers Jeugdverenigingen die een fuif organiseren om het weekend of een stuk materiaal mee te bekostigen, studenten die hun clubkas willen spijzen… kortom fuiven gebouwd om andere zaken te financieren. Jaar na jaar ziet elke gemeente zijn klassiekers uit dit segment terug keren. Dit soort evenementen is het moeilijkst om te lanceren: de look en feel van de promotie en de programmatie van de artiesten spreekt het best van al iedereen aan. Ofschoon dit al een heel moeilijke op-
2. Artistieke nichefuiven Een heel belangrijk aspect binnen fuiven is uiteraard de programmatie van de DJ’s. Voor veel organisatoren is dit zelfs dé beweegreden om aan de organisatie van een fuif te beginnen. Een groepje Drum ’n Bass fanaten, een HipHopCrew… benadert het organiseren dan ook anders: voor hen is het de kerndoelstelling om een sterk programma neer te zetten binnen hun scene. Tot zo ver dat het er soms zelfs op lijkt dat de algemene organisatie van, bijvoorbeeld, de bar of de vestiaire slechts bijkomstig is. Afhankelijk van gemeente tot gemeente is het organiseren van fuiven met deze insteek gemakkelijker: niet overal is er immers een aanbod rond één bepaalde muzikale stijl. Voor veel jongeren uit kleinere gemeentes is zo’n fuif een geweldig geschenk uit de hemel. Maar laat je ook niet verblinden: niet overal is de scène rond één bepaalde muziekstijl groot genoeg om een succesvol evenement rond te breien. Het komt er dus vooral op neer om kennis te hebben van die locale scènes. Stel je de vraag of je met een minder bekende line-up wel voldoende volk bijeen kan brengen en of het al dan niet zal nodig zijn om met een grotere naam ook mensen van buiten de gemeentegrenzen te bereiken.
3. Party like you have never done before Een laatste soort fuiven – die steeds meer aan belang inwint – zijn deze die de bezoeker een onvergetelijke avond willen bieden. Het is niet alleen de muziekprogrammering, de look & feel of het
Als organisator moet je goed weten wat je wil, want een fuif van dertien in een dozijn is gedoemd om te falen. De tijden waarin je enkel met een gekopieerde flyer aan de schoolpoort staat om succes te halen, zijn voorbij. 19
Betoog I maart 2009 I Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen vzw
Point blanc – waarom organiseren we een fuif?
dracht is, bestaat het risico dan ook dat het geheel zó identiteitloos is dat niemand zich nog aangesproken voelt. Zoals reeds aangehaald, bestaat dit segment uit een aantal succesvolle klassiekers en moet je van goeden huize zijn om binnen het bestaande aanbod iets nieuws te lanceren. De basis die er ligt om dergelijke fuiven te lanceren is dus hyperbelangrijk; een succesvol jeugdhuis, een grote jeugdbeweging, een populaire studentenclub zal daarin gemakkelijker slagen dan iemand die van scratch begint. De adjectieven succesvol, groot en populair zijn hier echt niet zomaar gekozen. Het is quasi onmogelijk om vandaag een nieuwe party op de kaart te zetten als de basis voor succes er niet ligt.
aanbod aan de bar die het evenement doen slagen. Het gaat hem om de totaliteit, de verschillende uiterlijke kenmerken van de fuif die zó zitten verweven dat het geheel meer wordt dan de som van de delen. Dit zijn de moeilijkste evenementen om te organiseren, maar het zijn tevens deze die gemakkelijk een lang leven zijn beschoren. Dit soort fuiven wordt georganiseerd door een groep mensen die er simpelweg van houdt om fuiven te organiseren. De samenstelling van het team is echter zo gemaakt dat iedereen zijn eigen specialiteit heeft en elk een luik voor zich neemt.
Betoog I maart 2009 I Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen vzw
The supreme dream team Nu we weten dat de achtergrond van het team de kiemen in zich draagt om een fuif te maken tot wat hij wordt, is het ook nodig om even te focussen op de samenstelling van de organisatieploeg. Het heeft immers totaal geen zin om met vijf muziekprogrammatoren een fuif te organiseren, want dan hinkt hoe dan ook een ander aspect van de organisatie achterop. Stel het team organisatoren niet zomaar samen met wie geïnteresseerd is, maar zoek de juiste kwaliteiten in de juiste personen. In het volgende hoofdstuk willen we je dan ook tonen welke skills aanwezig moeten zijn en wie best welke zaken, op welk moment organiseert.
Hoofdorganisator M/V De hoofdorganisator houdt in een fuifgezelschap de kerk in het midden. Zowel voor insiders als externen is hij of zij hét gezicht van het event. De hoofdorganisator heeft ‘X-factor’ en slaagt erin de violen van alle medewerkers te stemmen zodat het evenement een duidelijk profiel heeft. Hij weet ook wat een fuif organiseren inhoudt want hij brieft en budgetteert alle teams. Last but not least is het een geboren communicator: hij brengt de buren op de hoogte, is de contactpersoon voor de hulpdiensten en het gemeentebestuur en motiveert alle medewerkers. Profiel: • Hij of zij is een alom bekend gezicht in de gemeente. Dankzij zijn vele contacten is hij of zij niet alleen in staat om een voldoende groot en gemotiveerd medewerkersteam samen te stellen, hij/ zij is hierdoor ook de graadmeter of het kwaliteitslabel voor het event. • De hoofdorganisator is een geboren communicator; hij kan aan de medewerkers overbrengen wat het einddoel is, kan de buren overtuigen* van het nut van de fuif en is hét gezicht naar het gemeentebestuur en de hulpdiensten. • Als hoofdorganisator weet je niet alleen welk team je moet samenstellen, je kan alle onderdelen ook naar waarde schatten; hoeveel heeft het decorteam nodig en valt dit wel te rijmen met het budget van de programmatoren? Het opstellen van een begroting als onmisbaar werkinstrument is voor de hoofdorganisator een fluitje van een cent.
20
• Organiseren is een middennaam. De hoofdorganisator weet wat er waarom, van wie en voor wie de zaal binnen komt, van de grootste toestellen tot de kleinste pietluttigheden. Bij de op- en afbouw zorgt hij dat iedere medewerker de nodige tools in handen heeft.
* Damn… de buren!!
Buren kunnen de doodsteek zijn voor jouw fuif, want zeg nu zelf: als de politie al voor de derde keer is komen vertellen dat het stiller moet, dan kan je net zo goed inpakken… Het doet wonderen om vooraf eens langs te gaan bij de buren, eventueel met een klein presentje (twee pralines of zo). Draai hen geen rad voor de ogen, maar zeg waar het op aan komt: er zal veel lawaai zijn op de avond van de fuif. Maar zeg er meteen bij wat voor werk je in het event hebt gestoken en nodig hen meteen uit om de avond voor de fuif (of een paar uurtjes voor de fuif als de zaal klaar is en er schitterend uitziet) een aperitiefje te komen drinken, gratis van het huis…
Veiligheidscoördinator M/V Voor een fuif op onbekend terrein zijn we op zoek naar iemand die niet aan zijn of haar organisatieproefstuk toe is. Achter de schermen is hij/zij het die de meeste technische bagage heeft en van daaruit regulerend werkt voor alle andere teams. Hoewel de rol van de veiligheidscoördinator minder belangrijk wordt als de zaal zeer goed gekend is bij de organisatoren blijft hij/zij onmisbaar voor elk evenement! Profiel: • Hij of zij kent de regels en weet er de juiste weg in te vinden zonder ten onder te gaan aan regelneverij. Hij kan met andere woorden creativiteit kanaliseren: bijsturen zonder te beknotten. • Onze m/v met talent heeft ook juridische skills: welke verzekeringen kan ik nemen, maar welke kan ik ook laten vallen. Hij weet welke risico’s er acuut zijn en welk risico kan worden ingecalculeerd. Om vakjargon te gebruiken: de veiligheidscoördinator doet aan risk management. • Bovenal heeft de veiligheidscoördinator ervaring. Hij weet dat één centimeter nooduitgang één bezoeker vertegenwoordigt en kan zo de maximumcapaciteit van de zaal berekenen. Hij is er ook van op de hoogte dat fuivers in panieksituaties een zootje ongeregeld zijn en schikt de zaal dan ook met slechts één duidelijke vluchtlijn richting nooddeuren. Uitdaging: • De veiligheidscoördinator inspecteert de zaal ruim op voorhand en brieft van daaruit elk meewerkend team met info over wat kan, mag en moet. Zo zegt hij welke decoratie echt niet door de beugel kan (vb. watten op het dak van de bonnetjesbar om een après-skifuif te decoreren, branden heel erg goed) en verbiedt hij de mannen van de cocktailbar om voor de nooddeur post te vatten.
• Als juridisch onderlegde medewerker sluit hij/zij ook de verzekeringspolissen af. Hij vraagt aan de zaaluitbater of hij een clausule ‘afstand van verhaal in zijn polis heeft’*, neemt vast en zeker een verzekering burgerlijke aansprakelijkheid en checkt bij de uitbater of hij een verzekering objectieve aansprakelijkheid heeft. Voor de grote evenementen overweegt hij zelfs productaansprakelijkheid. • Als volleerd fuiver weet de veiligheidscoördinator perfect waar hij de securitymedewerkers post laat vatten. Hij speelt de namen, adressen en geboortedata van de vrijwillige medewerkers (min.18 jaar voor medewerkers, min. 21 jaar voor leidinggevenden) door aan de burgemeester en werkt enkel met erkende agenten in het geval het op professionele medewerkers gaat. Ook hier past hij de wetgeving toe: vrijwilligers zijn vast verbonden aan de organisatie (geen extern karateteam bijvoorbeeld) en kunnen bepaalde beroepen (wapenhandelaar, privé-detective, politieagent…) niet uitoefenen. Check www.vigilis.be voor alle details.
Burgerlijke aansprakelijkheid: verzekert alles waarbij de drie sleutelfacturen ‘derde’, ‘fout’ en ‘schade’ aanwezig zijn. In een volzin is dat: een derde die schade geleden heeft door uw fout. In een mooi voorbeeld is dat een fuiver die een flinke jaap heeft overgehouden aan het sfeerlicht die naar beneden kwam. In deze gevallen komt de burgerlijk aansprakelijkheidsverzekering zonder probleem tussen. Afstand van verhaal: in veel gevallen heeft de uitbater van een zaal de clausule ‘afstand van verhaal’ in de brandpolis staan. Dit wil zeggen dat de verzekering van die uitbater nooit naar de bezoekende organisator zal stappen in geval van brand. Vaak inspireert dit de organisator om geen brandpolis af te sluiten, maar let op: vergewis u ervan dat het gebouw niet onderverzekerd is, anders kan de uitbater wel schade verhalen op de organisator. Bovendien valt de inboedel die je binnensleurt niet in de clausule afstand van verhaal. Dit slaat enkel op het gebouw. Wees dus extra voorzichtig en vraag zeker of het gebouw naar reële waarde verzekerd is. Objectieve aansprakelijkheid: dit is hetzelfde als burgerlijke aansprakelijkheid, maar de term ‘fout’ als sleutelfactor is verdwenen. Zelfs al heb je als uitbater geen schuld aan de geleden schade, toch moet je opdraaien voor de kosten. Deze verzekering is verplicht voor alle uitbaters maar is voor organisatoren ook belangrijk als de fuif doorgaat in tijdelijke accommodatie zoals een tent. Als in de tent een bliksem invalt (factor schuld is niet aanwezig!) met drie scheenbeenvliesontstekingen als gevolg, dan ben je als organisator ook hiervoor verzekerd. Productaansprakelijkheid: stel; een bezoeker loopt salmonella op dankzij een braadworst die hij at op jouw fuif… De arme man kan niet alleen de pot op (letterlijk dan), hij kan ook kiezen wie hij aansprakelijk stelt; de organisator, de uitbater van het worstenkraam, de worstenfabriek… Voor kleine fuiven is dit een risicofactor waarvan je je echt kan afvragen of je het risico niet gewoon kan nemen zonder je te verzekeren.
Onze zakelijk organisator heeft een neus voor business en is een vat vol commerciële contacten. Hoewel we momenteel in een financiële crisis terecht zijn gekomen weet de zakelijk organisator als geen ander waar hij moet aankloppen om sponsoring te bekomen. Dankzij zijn ruime ervaring als fuiver weet hij wat commercieel werkt en wat niet en kan hij de zaal zo organiseren dat er geen geld of drank over de balk wordt gegooid. Profiel: • Hij of zij staat in nauw contact met alle toeleveranciers en zoekt van hieruit mogelijke ‘materiële’ sponsors. Na het opstellen van het eerste sponsordossier, gevuld met info over de ‘wie wat wanneer waarom en hoe van de fuif’, stapt hij naar brouwers, klank- en lichtfirma’s, securitybedrijven… om daar eventueel goedkoper gediend te kunnen worden. • Als de programmator klaar is met de lijst van de artiesten kan de zakelijk organisator een gedetailleerd sponsordossier opmaken om naar bedrijven te stappen die een gelijkaardig doelpubliek beogen als die van de fuif. Zo kan je als organisator van pakweg een skatepunk fuif sponsoring gaan zoeken bij een skateshop. • De zakelijk organisator weet waar jongeren komen en weet zo een dicht netwerk van voorverkooppunten vast te leggen. Uitdaging: • Als doorgewinterd fuiver kent de zakelijk organisator alle trucs om gratis binnen te komen en pintjes te jatten. Nauwgezet geeft hij of zij deze sluwe werkmethodes door aan het team die de avond zelf van dienst is. Zo brieft hij of zij dat de bonnetjes worden genomen bij het afgeven van de dranken en niet bij het bestellen en bouwt men de inkomkassa zo dat de in- en uitgang netjes van elkaar gescheiden zijn om oncontroleerbare situaties te vermijden. • Als eindverantwoordelijke voor de geldzaken wil deze M/V geen negatief saldo voorleggen. Door allerlei dubbelcontroles in te lassen weet hij of zij zeker dat het legertje medewerkers die in contact komt met geld (of waardevolle zaken zoals drank of bonnetjes) te vertrouwen is*.
* Dubbelcontrole bonnetjesbar
Hoe kan je er zeker van zijn dat de bonnetjesbar geen sjoemelbar wordt? Simpel => de zakelijk verantwoordelijke geeft aan het begin van de shift aan elke medewerker een persoonlijke enveloppe met daarin voor pakweg 100 euro drankbonnen en 50 euro wisselgeld. Als alle drankbonnen verkocht zijn moet de medewerker aan de bonnetjesbar dan ook een enveloppe met exact 150 euro kunnen geven aan de zakelijk verantwoordelijke. In functie daarvan loopt de zakelijk organisator dan ook op gezette tijdstippen langs de geldpunten (inkom, bonnetjes, vestiaire en eventueel toiletten). Is er een tekort in de enveloppe, dan weet je ook meteen bij wie je moet aankloppen voor een sterke uitleg.
21
Betoog I maart 2009 I Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen vzw
* Verzekeringen… What’s in a name?
Zakelijk organisator M/V
Profiel: • De communicator heeft marketingbloed. Hij kent de ideale kanalen waarlangs partypromotie verloopt en weet deze ook te bespelen om ervoor te zorgen dat niemand meer naast de aankondigingen kan kijken. • Copywriten is een middelnaam; de teksten waarin het evenement wordt verpakt zijn welgekozen en spreken de doelgroep meteen aan. • De communicator spreekt het team aan: zonder de input van de programmator (line-up) en van de zakelijk coördinator (sponsors) kan hij niet vooruit!
De technicus is niet één M/V maar een team. Niemand slaagt erin om in zijn eentje een fuifzaal klaar te zetten.
Betoog I maart 2009 I Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen vzw
Programmator M/V De programmator is het artistieke brein achter het fuifgebeuren. Afhankelijk van de keuze over ‘welk soort fuif’ (zie eerste hoofdstukje) bepaalt hij wie er komt plaatjes draaien of optreden. De programmator weet welke artiest er volk op de been brengt en toch nog betaalbaar is. Bovendien kent hij de trends in het fuiflandschap en weet dat een grote naam op de affiche niet noodzakelijk een garantie is om volk te trekken. Profiel: • Hij of zij is een muziekkenner pur sang. Men weet contacten te leggen met dj’s en hun boekingskantoren. Uit het overvolle aanbod weet hij een lijst artiesten vast te leggen die niet alleen betaalbaar is, maar die in totaliteit ook een sterke line-up vormt waar fuivers voor buiten komen. • De programmator is technisch onderlegd. Hij ziet niet alleen de gage van de artiest, maar ook zijn technische eisen: ook deze moeten haalbaar en betaalbaar zijn. • Hij of zij is een realist. Hij kent de capaciteit van de zaal en weet dat dit de graadmeter is waarlangs gewerkt moet worden. Te veel bezoekers door een te bekende line-up heeft geen zin, te weinig bezoekers is een ramp. Uitdaging: • De programmator moet goed de timing respecteren. Als de communicator niet snel genoeg weet wie er komt optreden, dan kan hij ook geen affiches klaar maken. Als de zakelijk organisator niet weet wie er komt spelen, dan kan hij ook geen afgewerkt sponsordossier opmaken. Als de technici de riders niet hebben, dan kunnen ook zij hun benodigd materiaal niet bestellen…
Communicator M/V De communicatieman zorgt voor de buzz. Lang voor de line-up bekend is, weet hij al een geroezemoes van geruchten over een nakend evenement te lanceren.
22
Uitdaging: • De communicator maakt een bekendmakingsplan op die specifiek wordt opgesteld voor de fuif: een routing voor de afficheplak, een evenementenlijst om te flyeren, een overzicht van alle interessante websites… Hij zorgt er niet alleen voor dat dit op papier staat, maar dat een team van medewerkers die verdeelpunten ook effectief bezoekt. • Al van bij het begin van de organisatie ontwerpt de communicator een geschikte look and feel die kan doorgetrokken worden naar affiches, tickets, flyers, t-shirts, website, medewerkersbadges, indoor bewegwijzering… Hoewel de middelen beperkt zijn weet de communicator er het maximum uit te halen. Hoe professioneler het geheel eruit ziet, hoe beter*
* Hoe meer in vorm hoe beter
Zou het niet zalig zijn om drankbonnen te hebben met dezelfde visual als de affiche? Dan zou niemand de drankbonnen kunnen namaken en zetten we ons nog eens extra in de kijker! Jammer dat het zoveel kost…. Of toch niet? De communicator kent immers de grootte van de drukpers en zet op de rand van het afficheontwerp een hele rij kleine drankbonnen. Eenmaal het geheel gedrukt is hoeft hij maar een snijmachine in de affiche te zetten en heeft hij per affiche een groot aantal bonnetjes, gratis en voor niets.
Technicus/decorateur M/V De technicus is eigenlijk niet een M/V maar een team. Niemand slaagt erin om in zijn eentje een fuifzaal klaar te zetten op een behoorlijke periode. Toch is er één leidende figuur die de hele inrichting in goede banen leidt. Tijdens de voorbereiding van het event is die persoon vooral bezig met materiaal te verzamelen en te maken. Profiel: • Hij of zij heeft oog voor detail. In een leegstaand gebouw wordt de inspiratie van de decorateur geprikkeld en rolt er meteen een basisidee over de compartimentering uit zijn brein. • Hij of zij heeft contacten in de wereld van klank- en lichtfirma’s, aanbieders van eventmeubilair, misschien zelfs met kringloopcentra en meubelgiganten.
Stel het organisatieteam niet zomaar samen met wie geïnteresseerd is, maar zoek de juiste kwaliteiten in de juiste personen. • De technicus is vooral een handige Harry die in staat is om een idee op papier tot een tastbaar gegeven om te zetten . Uitdaging: • De decorateur moet erin slagen om van een lege ruimte een zaal te maken die het fuifpubliek niet licht zal vergeten. Uiteraard moet het gebouw zicht lenen om creatief uit de hoek te komen, maar het onderste uit de kan moet voor de decorateur het minst te bereiken doel zijn. Verrassende hoekjes, uit de band springende tools, niets mag als onmogelijk beschouwd worden… Ah, waarom geen oude Porsche als ticket booth?
bij Team Jeugd (stedelijke Hans Vandenberghe werkt volgt de organisatie van Hij k. trij Kor jeugddienst) te de stad op en coördineerde evenementen en fuiven in delijke fuifinfrastructuur ook het verhuur van de ste s hij actief als coördiwa Kleizaal. In zijn vorige job urcentrum Entrepot waar nator van het jongerencultu organiseert. men ook fuiven en optredens
Betoog I maart 2009 I Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen vzw
Hans Vandenberghe
23
Betoog I maart 2009 I Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen vzw
Over fuiven gesproken
Prof. Vinck spitst de oren over fuiven en gehoorschade Fuiven en muziek zijn twee handen op een buik en hebben samen ook impact op ons lichaam. Met onze armen en benen leven we ons al dansend uit op de plaatjes van de dj. En wie even te diep in het glas keek, zal dat ook aan zijn hoofd voelen. Ook onze oren zijn niet ongevoelig voor fuifmuziek. Professor Bart Vinck van de Gentse universiteit is gedreven in deze thematiek. Hij doet onderzoek naar geluidsimpact en gehoorschade bij jongeren en heeft ook bruikbare ideeën hoe je een fuif gehoorsvriendelijk maakt. Een man met een mening dus en daar wilde Betoog wel het fijne over weten. BETOOG: Professor, wat moet een dummy zeker over gehoorschade weten? Prof. Bart Vinck: “Gehoorschade bij jongeren is de laatste dertig jaar gigantisch toegenomen. Ten opzichte van 1977 zijn er anno 2009 18,3% meer jonge mensen met ernstige gehoorschade, wat neerkomt op een stijging van 20.000 jongeren per jaar, alleen al in Vlaanderen. Deze schade uit zich niet alleen in minder en minder goed horen maar ook in een toename van het probleem van oorsuizen, het constant horen van piepgeluiden in het oor. Uit ons eigen onderzoek blijkt dat 1 op de 4 personen die naar een fuif, concert of festival gaat onherstelbare gehoorschade oploopt. Deze schade is, in tegenstelling tot wat velen denken, niet herstelbaar. Het spreekt dus voor zich dat preventie, het voorkomen van deze schade, heel belangrijk is.”
In het weekend gaan veel jongeren fuiven. Omdat dat plezant is, want je ontmoet er andere mensen en je kan je op de dansvloer uitleven. Wegen al die voordelen op tegen de risico’s van gehoorschade? Vinck: “Muziek en dans zijn van alle tijden en het spreekt voor zich dat daar op zich geen probleem mee is. Het probleem ligt veeleer in de geluidsniveaus die actueel door elektronisch versterkte muziek worden geproduceerd. Deze niveaus zijn van die aard dat in minder dan 10 minuten permanente gehoorschade kan ontstaan. Het is dan ook aangewezen enerzijds aan de bron het geluidsniveau te reduceren, en anderzijds ook de personen te beschermen door het dragen van aangepaste gehoorbescherming.”
Bart Vinck
‘Het is aangewezen om aan de bron de geluidsniveaus te reduceren en personen te beschermen met gehoorbescherming.’ 24
‘Muziek en dans zijn van alle tijden. Daar is op zich geen probleem mee. Het probleem ligt veeleer in de geluidsniveaus die door elektronisch versterkte muziek worden geproduceerd.‘ Op welke manier kunnen jongeren die in het jeugdhuis een fuif organiseren preventief te werk gaan? Kwestie van veilig te fuiven voor ons gehoor. Vinck: “Vooreerst lijkt het me een goed idee om een fuif een logo van gehoorsvriendelijke fuif mee te geven, waarbij de geluidsniveaus op een wettelijk niveau worden gehouden, d.w.z. niet luider dan 90 dB A. Bovendien kan men de mogelijkheid bieden aan fuifgangers om gehoorbeschermers te dragen, door ze bijvoorbeeld aan de ingang van de fuif ter beschikking te stellen.”
Vinck: “Het grote verschil tussen de moderne versie van persoonlijke muziekspelers en de oudere varianten ligt hem in de kwaliteit van de luidsprekers, die met een zeer goede kwaliteit zeer hoge geluidniveaus halen (>120 dBA). Ze hebben ook een groter batterijvermogen, waardoor 8 uur permanent luisteren naar muziek geen probleem meer is. En uiteraard is er de combinatie van het dragen van de mp3-speler met alle andere activiteiten, zoals het bijwonen van concerten of een film in de bioscoop.”
In een jeugdhuis zijn er veel activiteiten. Men fuift er, luistert naar optredens of er is achtergrondmuziek tijdens een instuifavond. Op zaterdagmiddag repeteert soms een bandje in een achterkamer. Wat is het meest risicovol?
Gehoorschade wordt meestal geassocieerd met bejaarde leeftijd. Wellicht is het daarom moeilijker om jongeren te sensibiliseren rond deze problematiek. Kent u enkele goede voorbeelden van projecten voor jongeren hierover? Vinck: “Er zijn de laatste tijd heel wat initiatieven. Zoals de geluidskoffer ‘Amai mijn (h)oren’ van de provincie Oost-Vlaanderen en de campagne ALL EARS van de provinciale jeugddienst Limburg (zie kader).”
Jeugdhuizen vs. decibels Elf Limburgse jeugdhuizen schreven zich in voor het weekend ‘Limburg Unplugged’, in het kader van de provinciale campagne ALL EARS. Deze campagne beoogt een bewustmaking rond luide muziek en gehoorschade bij jongeren. In het weekend van 20 en 21 maart organiseren de deelnemende jeugdhuizen een originele activiteit rond het thema gehoorschade. Het jeugdhuis met de meest originele en best uitgewerkte activiteit kaapt een passende prijs: een volledig akoestisch onderzoek en een aantal infrastructurele aanpassingen ter waarde van 5.000 euro. De jeugdhuizen Apollo (Lanaken), ’t Alibi (Maasmechelen), De Molen (Alken), De Zool (Helchteren), De Mans (Meeuwen), De Kaller (Zutendaal), De Put (Heusden-Zolder), Club 9 (Koersel-Beringen), De Stip (Ham), HJ-Kaffee (Leopoldsburg) en N8W8 (Zonhoven) nemen deel aan dit project.
Ten opzichte van 1977 zijn er anno 2009 18,3% meer jonge mensen met ernstige gehoorschade.
ALL EARS van jeugddienst Limburg loopt in samenwerking met Formaat, Muziekodroom en KIDS.
25
Betoog I maart 2009 I Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen vzw
Een mp3-speler, en specifiek de oortjes, wordt als belangrijke oorzaak van gehoorschade gezien. Maar jongeren luisterden toch vroeger ook al naar een walkman of discman?
Vinck: “Het risico van geluid is afhankelijk van vooral geluidssterkte (in dBA) en blootstellingduur. Geluiden van 75 dBA mogen 8 uur per dag worden beluisterd vooraleer permanente schade in het binnenoor zal optreden. Per 3 dB meer dien je de luistertijd te halveren. Dat wil dus zeggen 78 dB A gedurende 4 uur, 81 dB A gedurende 2 uur enz. Welk risico een activiteit heeft, hangt dus af van sterkte en duur, en tevens van de ruimte waarin wordt gespeeld. Een kleinere ruimte zal voor een grotere geluidsdruk zorgen en dus een verhoogd risico op schade.”
‘Welk risico een activiteit inhoudt, hangt af van sterkte, duur en de ruimte waarin gespeeld wordt. Een kleinere ruimte zorgt voor een verhoogd risico op schade.’
Betoog I maart 2009 I Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen vzw
U wilt voor meer aandacht voor deze problematiek op politiek niveau. Welke maatregelen moeten politici volgens u ondernemen? Vinck: “Vooreerst dient de wetgeving aangepast te worden. In die zin dat er gefocust moet worden op bescherming van de persoon. Op dit moment zijn kelners en dj’s verplicht tijdens hun arbeidstijd gehoorbescherming te dragen, terwijl de jongeren die in dezelfde ruimte aanwezig zijn geen enkele verplichting hebben en het risico voor hen even groot is. Bovendien dienen mp3-spelers onmiskenbaar begrensd te worden op een veilig niveau en duidelijk het risico op gehoorschade aangeven. Gehoorbeschermers dienen te worden gereglementeerd met opgave van kwaliteitscriteria. Een goede gehoorbeschermer is een op maat gemaakte, die verplicht getest dient te worden op lekdichtheid. Teveel hoorcentra verkopen nu gehoorbeschermers aan argeloze jongeren die niet gecontroleerd zijn en waardoor jonge mensen een groot risico op schade blijven lopen. Informeer voor u koopt!”
Tot slot, was u in uw studententijd een fuifbeest? Vinck: “Ik heb net als velen genoten van mijn jeugd en ook mijn oren belast met muziek. Alleen stond de muziek toen niet zo hard en kan ik vandaag nog altijd zonder problemen communiceren, wat voor velen van de jongere generatie later niet meer mogelijk zal zijn zonder het gebruik van gehoorapparaten.”
(ld)
26
Uit onderzoek van Bart Vinck blijkt dat 1 op de 4 personen die naar een fuif of concert gaat onherstelbare gehoorschade oploopt. De professor pleit daarom voor preventie en meer politieke aandacht voor de problematiek.
Bakvissen in het jeugdhuis
Over het wat en waarom van een tienerfuif Jeugdhuizen experimenteren in het aanspreken van verschillende doelgroepen. Een aanbod voor tieners is daarmee niet nieuw, maar zit de laatste jaren duidelijk in de lift. Zeker fuiven voor tieners zijn populair. En ook hier zien we dat jeugddiensten vaak een trekkende rol spelen in het organiseren van tienerfuiven. Betoog ging op zoek naar de tendensen in het tieneraanbod in jeugdhuizen en zoomde in op de tienerfuiven.
Govio wil de band weer verstevigen met zijn tienerwerking Tienerfuiven zijn hot in Kalmthout. Sterker nog, het lijkt erop dat dit de meest succesvolle fuiven zijn de laatste jaren. Govio organiseert al jaren fuiven exclusief voor jongeren vanaf 13 jaar en ze doen dat goed. Elke fuif trekt veel volk. Er is in het jeugdhuis een aparte werkgroep die de tieneractiviteiten organiseert. “Onze werkgroep draait zeer goed. Het jeugdhuis zat de laatste jaren in een mindere periode maar onze tienerfuiven boomden. Daardoor zijn we wat weggedreven van het jeugdhuis.” zegt Sofie Kwanten die de werkgroep trekt. “De vernieuwde kern heeft nu opnieuw interesse in ons getoond, nu het jeugdhuis weer wat op de rails zit. Zij zien de werkgroep tienerfuiven graag opnieuw als volwaardige werkgroep naast de anderen, geïntegreerd in de jeugdhuisstructuur dus. We hopen zo de oorspronkelijke doelstelling van de tienerwerking – doorstroming naar het jeugdhuis stimuleren – opnieuw waar te kunnen maken. Ze kunnen daarenboven de knowhow van onze werkgroepleden goed gebruiken: tieners, evenementen organiseren, promotie…”
Jeugddiensten fuiven met tieners De laatste jaren bieden jeugddiensten naast SWAP- of andere tieneractiviteiten ook meer en meer fuiven aan. Laagdrempelig,
ontmoeting en op maat zijn de steeds weerkerende codewoorden. Een fuif komt daardoor waarschijnlijk het meest voor in het tieneraanbod. Een aantal gemeentes in de Noorderkempen sloegen zelfs de handen in elkaar voor een huis tienerfestival. T-day wordt nu al voor de vierde keer georganiseerd en bereikt om en bij de 3000 tieners. T-day is een dag boordevol activiteiten voor jongeren tussen 10 en 16 jaar. Er worden allerhande workshops aangeboden, voor elk wat wils in een festivalsfeer. Er kan ook gefuifd worden en er zijn optredens, maar dat is niet waar deze dag in hoofdzaak om draait. Wouter Vandewal van de jeugddienst van Brecht geeft aan dat tieners de minst evidente doelgroep zijn om met een gemeentelijk aanbod te bereiken. “Ze vormen een zeer diverse groep met een eigenzinnige vraag wat betreft vrijetijdsaanbod. De trends volgen elkaar daarenboven razendsnel op.” Zo verklaart hij waarom de verschillende jeugddiensten samenwerken aan T-Day.
Kroenkel: De Joeng van Nijlen doen hun eigen ding Kroenkel organiseert al een decennium lang een goeddraaiende tienerwering in het jeugdhuis. Daarmee zijn ze een van de weinige ‘oude rotten’ in het vak tienerwerking. De Joeng ontstond nadat de Plusserswerking was stilgevallen. Een aantal grabbelpasmonitoren hebben dan samen met het jeugdhuis een aparte werking voor tieners uit de grond gestampt. Het opzet is een beetje zoals de Grabbelpas of SWAP; jongeren kiezen uit een breed aanbod de activiteiten waaraan ze willen deelnemen. De tienerwerking gaat door tijdens de schoolvakanties. De Joeng wil jongeren tussen 13 en 16 jaar bereiken; te oud voor de grabbelpas en net te jong voor het jeugdhuis. Ze richten zich op
27
Betoog I maart 2009 I Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen vzw
Jeugdhuizen Govio en Kroenkel uit de Antwerpse Kempen zijn oude rotten in het vak als het aankomt op tienerwerking in het jeugdhuis. Allebei hebben ze een aanbod voor 13- tot 16-jarigen, maar allebei doen ze dat anders. Govio bouwde een sterke aparte fuifcultuur met de jongste generatie in het jeugdhuis uit. Kroenkel bedankt dan weer voor het idee van een aparte tienerfuif en bekijkt tieners als een deel van het fuifpubliek. We vroegen hen wat hen drijft en vooral hoe een werking met tieners een plaats krijgt in hun jeugdhuiswerking.
Betoog I maart 2009 I Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen vzw
Doorstroming naar het jeugdhuis is ook de bedoeling. jongeren die niet in een jeugdbeweging zitten en dus een beetje door de mazen van het net vallen in het jeugdwerkaanbod in Nijlen. Met 75 leden en een gemiddelde van 10 deelnemers per activiteit is De Joeng tevreden met zijn werking. Samen met het jeugdhuis zitten ze onder vzw Kroenkel. In de Raad van Bestuur zitten de twee werkingen geregeld rond de tafel. “Uiteraard is het ook de bedoeling dat er doorstroming is naar het jeugdhuis,” zegt Kristof Verreydt, verantwoordelijke voor De Joeng. “Dat werkt ook. Ik zie veel oud-leden van De Joeng terugkeren in het jeugdhuis, ook als actieve vrijwilliger en kernlid. Dat is ook de reden waarom het jeugdhuis onze uitvalsbasis is. Ze kennen het jeugdhuis al als ze lid zijn van De Joeng of deelnemen aan de activiteiten.” Tienerfuiven organiseert De Joeng eerder uitzonderlijk. “Aanvankelijk organiseerden we regelmatig tienerfuiven. Maar daar zijn we van terug gekomen; we kiezen ervoor om een tienerwerking te organiseren die activiteiten van alle slag aanbiedt en af en toe een feestje. Het is zeer moeilijk onze tieners op die aparte tienerfuiven te krijgen. Tieners zijn al vanaf zeer jonge leeftijd aanwezig op onze gewone fuiven. Dat is althans een trend die ik zelf zie in de fuiven in Nijlen en in het jeugdhuis. Jongeren mogen gewoon veel vroeger uit gaan. Een fuif exclusief voor hun leeftijdscategorie is daarmee een slag in het water. Daarenboven kunnen we geen fuiven organiseren in het weekend, want dan is het jeugdhuis open. We zijn dus gebonden aan weekdagen.” Daarmee spreekt De Joeng andere initiatieven, die met hun fuiven mikken op een exclusieve fuif voor tieners, een beetje tegen. Zij pakken hun fuiven inclusief voor tiener aan.
De jeugdhuismethodiek geknipt voor tieners De jeugdhuizen hebben duidelijk wat in hun mars voor tieners. Wat is het dan dat maakt dat een jeugdhuis zo toegankelijk is voor deze jonge garde? We vonden het antwoord in de jeugdhuismethodiek. De laagdrempeligheid en de ruimte voor experiment zorgen ervoor dat een jeugdhuis een plek is waar de tiener zich thuis kan voelen. Ze kunnen er gewoon rondhangen zonder te consumeren, iets drinken kost niet veel, ze ontmoeten leeftijdsgenoten en oudere jongeren in een ongedwongen sfeer. De sociale controle die er meestal heerst in een jeugdhuis maakt ook dat het een veilige plek is voor een jonge en kwetsbare groep in het uitgaansleven. In het werken met tieners en tienerfuiven zitten, zoals blijkt uit bovenstaande verhalen, kansen voor het jeugdhuis. De doorstroming naar de werking wordt het meest aangegeven als reden om een tienerwerking op poten te zetten. Dit loopt echter niet altijd
28
vanzelf. Je moet bewust omgaan met de link die je wil leggen. Getuige jeugdhuis Govio, waar de tienerfuiven boomden en er geen doorstroming was naar de werking. De link leggen in je promotie en communicatie is de meest voor de hand liggende optie. Maar een goede werking is dat natuurlijk ook. Het moet plezant zijn om als jonge gast het jeugdhuis te gaan ontdekken. Een goede inbedding in de werking is ook cruciaal. Zo blijkt in Nijlen waar De Joeng – met een eigen naam – toch doorstroming garandeert.
Risico Tienerfuiven lopen uiteraard niet overal van een leien dakje. Het gaat om een groep jongeren die des te meer wil experimenteren, zichzelf profileren en wil deelnemen aan de maatschappij. Ze doen dat niet altijd even doordacht en beheerst. Vele organisatoren zijn zich hier van bewust of krijgen er mee te maken. Er zijn daarom nogal wat vragen op organisatorisch niveau. Zit de verzekeringspolis nog goed als de doelgroep jonger wordt? Je schenkt geen alcohol maar de jongeren komen al dronken toe na een bezoek aan de nachtwinkel, wat nu? De verzekeringsagent op de hoogte houden is hier cruciaal. Als je ervan uitgaat dat de tieners een deel van je werking zijn, jouw doelgroep als organisator, dan kan je dat zo meegeven aan de verzekeringsmaatschappij. Zij kunnen dan aangeven of ze daarin meegaan of niet. Je extra verzekeren voor tieners vinden wij minder opportuun. Belangrijker is je op deze doelgroep voor te bereiden; ervoor zorgen dat je er organisatorisch klaar voor bent. Daarom is het belangrijk na te denken over zaken zoals tijdstip van de fuif, regels in en om de fuifzaal omtrent roken en drankgebruik (en wat met overtredingen), hoe krijgen we onze fuif écht alcoholvrij, enz. Ouders spelen – hoewel onze jongeren steeds vroeger losgelaten lijken te worden – nog steeds een cruciale rol in het uitgaansleven van tieners. Ze houden scherp in de gaten hoe er gefuifd wordt en vooral wie de verantwoordelijken zijn. Je hebt ze dan ook onmiddellijk aan de lijn als er wat misliep. Het zijn ook de ouders die je mee zal moeten hebben in de weg naar een succesvolle activiteit. Zij bepalen nog in de meeste gevallen of zoon- of dochterlief naar jouw fuif mag komen. Het imago van het jeugdhuis, van de tienerfuif, zijn daar van doorslaggevende betekenis en ouders vormen daarmee een belangrijke speler in jouw netwerk. Met medewerking van jeugdhuis Govio (Kalmthout), Kroenkel (Nijlen) Met dank aan de inbreng van de jeugddiensten van Wijnegem, Mortsel, Schoten en Brecht. (kv)
Tienerfuif praktisch Tot zover de theoretische beschouwing over fuivende tieners. In deze bijdrage bekijken we ook de praktische kant van de zaak. Betoog ging op interview bij de jeugdhuizen Kroenkel (Nijlen), Govio (Kalmthout) en Sjarelkot (Bredene). Ook de jeugddiensten van Wijnegem, Schoten en Mortsel vertellen ons hun ervaringen.
JEUGDHUIZEN OVER FUIVENDE KIDS BETOOG: Welke muziek is populair bij tieners?
Sommige ouders vinden het niet opportuun om tieners al te laten fuiven. Waarom hebben zij volgens jou ongelijk? Govio: “Wij behandelen onze jongeren als jonge volwassenen. Er is continu iemand aanwezig, voor als er een probleem is dat ze zelf niet kunnen oplossen. De jongeren worden als het ware voorbereid op de uitgaanswereld voor als ze zestien jaar zijn.” Kroenkel: “Een tienerfuif is echt speciaal voor tieners bedoeld. Er wordt bijvoorbeeld geen alcohol geschonken. Er zijn hoofdzakelijk leeftijdsgenoten en geen oudere zatte mensen.” Sjarelkot: “Wij verschaffen ouders toegang in ons praatcafé zodat ze hun tieners niet echt hoeven alleen te laten. Op deze manier leren ze kennis maken met het hele fuifgebeuren en aangezien beide zalen van elkaar zijn afgeschermd is er voor de tieners toch al het gevoel dat ze onder vrienden kunnen fuiven. Ook door ons vroege sluitingsuur proberen we het vertrouwen te winnen bij de ouders.”
Hoe reageren oudere, ervaren jeugdhuismedewerkers op een tienerfuif in hun jeugdhuis? Govio: “Onze jongerenfuiven bestaan al jaren. Vele medewerkers en bestuursleden zijn zelf ook als 13-of 15- jarige naar de fuif geweest.” Kroenkel:” Ons jeugdhuis vindt het een leuk initiatief en begrijpt ook dat het niet zo makkelijk is om tieners aan te trekken voor een tienerfuif. Er mogen tegenwoordig al veel tieners naar gewone fuiven gaan.”
JEUGDDIENSTEN OVER 10ERFUIVEN BETOOG: Waarom organiseren jullie een fuif specifiek voor tieners? JD Mortsel: “In de eerste plaats omdat sommige tieners het leuk vinden om al eens een keer naar een fuif te gaan. Ze voelen zich niet altijd goed voor een fuif met 16+’ers en volwassenen. In tweede instantie organiseren we het omdat tieners op die manier het jeugdcentrum en het jeugdhuis leren kennen en later kunnen doorgroeien naar het jeugdhuis.” JD Wijnegem: “Wij doen het omdat er heel wat tieners zijn die nog niet mogen weggaan, maar wel willen weggaan.” JD Schoten: “Onze fuif startte als initiatief van de jeugdraad in 1996. Maar wegens gebrek aan motivatie en duidelijke nood aan zo’n fuif heeft de jeugddienst dit initiatief verder gezet.”
Welke muziek is populair bij tieners? JD Schoten: “Allerlei muziek. Van jump tot metal, van ska tot de kusjesdans.” JD Mortsel: “R&B en techtonic bij ons.” JD Wijnegem: “Volgens mij is het hetzelfde als 16-plussers.”
Zijn er duidelijke verschillen tussen een tienerfuif en een doorsnee jongerenfuif? JD Mortsel: “De tieners lopen enorm veel binnen en buiten. Ze drinken ook minder. Soms is er wat drempelvrees om te beginnen dansen.” JD Schoten: “Onze jongeren dansen vanaf het begin van de fuif tot het einde. Daarnaast vind ik dat deze doelgroep beter luistert naar de opgelegde richtlijnen.”
(kv & ld)
29
Betoog I maart 2009 I Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen vzw
Kroenkel: “Het is zeer moeilijk om hier een bepaald genre te zeggen.” Govio: “Dit is heel verschillend bij de jongeren. Wij proberen een uitgebreid aanbod te bieden door meerdere dj’s op een avond te laten draaien. Zo komt alles aan bod. Ze kunnen ook hun voorkeur aan ons laten weten via de website.” Sjarelkot: “De hedendaagse muziek zoals Katy Perry, Milk Inc. en andere nummers uit de ultratop doen het goed. Klassiekers als de macarena , Chacha Slide of kabouterdans zijn ook populair.”
Fuifbeleid met coaches en buddy’s Studerende en fuivende jeugdconsulenten
Ook de gemeente heeft haar aandeel in een geslaagd feestje. Drie prille jeugdconsulenten maken voor hun eindwerk bij VVJ een thesis over jongeren die zich als fuifbuddy of –coach engageren binnen het gemeentelijk fuifbeleid. Voor Betoog zetten ze een stand van zaken op papier.
Betoog I maart 2009 I Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen vzw
In 2007 startten we met ons drieën de opleiding jeugdconsulent bij de Vereniging voor Vlaamse Jeugddiensten & jeugdconsulenten (VVJ). De opleiding, die alle taken van een jeugdconsulent zowel praktisch als theoretisch behandelt, sluit binnenkort af met een eindwerk. Zo’n thesis handelt telkens over een onderwerp dat gerelateerd is aan het jeugdbeleid en dat we samen uitwerken. Na een brainstorm concludeerden we dat er in onze eigen gemeente dringend moet gewerkt worden aan het fuifbeleid. In Ninove is het nieuwe jeugdcentrum net open en in Merelbeke is de verbouwing van het jeugdcentrum (met ruimte voor het jeugdhuis en een polyvalente (fuif)zaal) volop aan de gang. In beide gemeentes wil men met de komst van het nieuwe jeugdcentrum ook van het moment gebruik maken om het gemeentelijk fuifbeleid nieuw leven in te blazen. De gemeentes willen ervoor zorgen dat de organisatie van fuiven en evenementen vlekkeloos kan verlopen, niet alleen voor de organisatoren maar ook voor andere betrokken partijen zoals de beheerder van het jeugdcentrum, de buren en andere gebruikers van het jeugdcentrum. Laarne heeft geen gemeentelijke fuifzaal maar vindt het opportuun om ook het fuifbeleid aan te pakken, aangezien een goed fuifbeleid niet alleen mag gericht zijn op gemeentelijke infrastructuur maar ook voor particulieren en verenigingen zeer nuttig kan zijn. We beslisten om het aspect van fuifcoaches en fuifbuddy’s uit te werken. Zij kunnen namelijk een grote rol spelen bij de organisatie van een fuif of evenement; zowel voor, tijdens als na!
Coaches en buddy’s Zo zullen we een studie verwerken over wat er in Vlaanderen i.v.m. fuifcoaches en fuifbuddy’s al bestaat. We behandelen de wetgeving rond het thema en maken een aantal casestudies.
De opleiding van fuifbuddy’s en fuifcoaches zorgt er voor dat de toepassing van het fuifbeleid wordt verzekerd. Het is dan ook aan de jeugddienst om een inhoudelijk sterke opleiding te organiseren en om voldoende vrijwilligers te vinden die deze functie op zich willen nemen.
Op basis van onze bevindingen wil ons trio tot een overzicht komen waarmee we in onze eigen gemeente aan de slag kunnen, om zo’n opleiding te organiseren volgens het eigen fuifbeleid. Daarnaast hopen we natuurlijk dat ons document ook een basis kan zijn voor andere jeugddiensten om zo’n opleiding in elkaar te steken, zonder dat het voor hen veel extra tijd kost. We hebben er expliciet voor gekozen om een onderscheid te maken tussen fuifcoaches en fuifbuddy’s. Het onderscheid wordt gemaakt op basis van de wet op de private en bijzondere veiligheid. Rudimentair uitgelegd komt het er op neer dat enkel leden van de organiserende vereniging kunnen instaan voor de veiligheid op hun evenement en in beperkte mate controle mogen uitoefenen op de personen die naar hun evenement komen. De leden van de organiserende vereniging staan dus met andere woorden in voor het goede en veilige verloop van hun fuif of evenement. Deze personen komen dan overeen met wat wij fuifbuddy’s noemen. Het
Een fuif organiseren wordt hoe langer hoe meer specialistenwerk. Een opleiding fuifbuddy of fuifcoach kan zorgen dat de organisatie met alles rekening houdt. 30
Organisatoren hebben het niet in de hand wanneer er al eens een jongere vrolijk begint te roepen bij het vertrek of dat er al eens wordt gevochten. Het zijn deze voorvalletjes die volwassenen bijblijven en ervoor zorgen dat ze een verkeerd beeld van de fuivende jeugd hebben.
Verkeerd beeld en veel regels Fuiven jongeren in het jeugdhuis of jeugdcentrum dan onverantwoord dat de gemeente er fuifbuddy’s en –coaches wil bij betrekken? Neen! De meeste organisatoren van fuiven zijn dikwijls een voorbeeld van hoe het wel moet. Maar de organisatoren hebben het meestal niet in de hand wanneer er – al dan niet als gevolg van overmatig drankgebruik – al eens een jongere vrolijk begint te roepen als hij of zij vertrekt, dat er al eens wordt gevochten en de politie ter plaatse moet komen (of dat de maag van een jongere beslist om voor de deur van een buur iets achter te laten wat er eerder is ingegaan). Het zijn deze voorvalletjes die volwassenen bijblijven en ervoor zorgen dat ze een verkeerd beeld krijgen van de fuivende jeugd en dat beeld gaan veralgemenen. Met het initiatief van fuifbuddy’s en fuifcoaches wil het gemeentebestuur preventief te werk gaan door ervoor te zorgen dat organisatoren weten hoe ze moeten reageren om deze situaties te voorkomen of in ieder geval niet te laten uitdeinen, zodat volwassenen het onverantwoord gaan noemen. In dit geval geldt dat voorkomen beter is dan genezen. In vergelijking met vroeger, wordt fuiven steeds meer gereglementeerd. Organisatoren zien op de duur door de bomen het bos niet meer. Een fuif organiseren wordt hoe langer hoe meer specialistenwerk waardoor een opleiding als fuifbuddy of fuifcoach zelf kan zorgen dat er binnen een organisatie met (zo goed als) alles
kan rekening gehouden worden. Aangezien het gegeven van fuifbuddy’s en/of fuifcoaches dikwijls in het vaarwater komt van de wet op de private en bijzonder veiligheid, moet er alleszins steeds over gewaakt worden dat er geen verwarring ontstaat in de bevoegdheden. De politie heeft nu eenmaal bevoegdheid over een aantal zaken, zoals o.a. de veiligheid op openbare terreinen. Het kan niet de bedoeling zijn dat fuifcoaches deze bevoegdheden – als vrijwilligers – gaan overnemen. Een lokale jeugddienst kan op verschillende manieren helpen om optimaal en verantwoord te fuiven. Het ter beschikking stellen van infrastructuur en het juiste materiaal is een beleidsmatige en financiële kwestie en alvast één zaak. Natuurlijk zullen er nog heel wat manieren zijn om jeugdhuizen en verenigingen te helpen om optimaal te fuiven, maar in elke gemeente zullen deze anders zijn omdat men afhankelijk is van heel wat factoren zoals omgevingsfactoren, fuifcultuur, samenstelling van de verenigingen, fuifbeleid, bereidheid van het gemeentebestuur… Het is vooral aan de jeugddiensten om ervoor te zorgen dat er een goed kader wordt geschept in de vorm van een fuifbeleid en dat dit ook goed wordt overgebracht aan de organisatoren van fuiven. Goede afspraken leiden immers tot goede vrienden en hier is dat meer dan elders van belang. De opleiding van fuifbuddy’s en fuifcoaches zorgt er voor dat de toepassing van het fuifbeleid wordt verzekerd. Vanuit de jeugddienst kan via een inhoudelijke ondersteuning (bijvoorbeeld via opleiding fuifcoach of –buddy) gewerkt worden aan een professionalisering van organisaties en organisatoren. Het is dan ook aan de jeugddienst om een inhoudelijk sterke opleiding te organiseren en om voldoende vrijwilligers te vinden die deze functie op zich willen nemen.
Koen Arijs, jeugdconsulent Ninove Bram Uvyn, dienst jeugd Merelbeke Bruno Smet, Jeugd & Cultuurdienst Laarne
31
Betoog I maart 2009 I Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen vzw
zijn als het ware de experts van een vereniging die regelmatig een fuifje organiseren. Hun opleiding zal dan eerder gericht zijn op de praktische organisatie van een evenement. EHBO, crowd control en preventie zijn enkele mogelijke topics van hun opleiding. Daarnaast willen wij ook nog de optie open laten voor een opleiding van ‘fuifcoaches’. Dit zijn dan personen die verenigingen kunnen bijstaan bij de organisatie van hun evenement in het jeugdcentrum en de brug vormen tussen de organisator en het gemeentebestuur/jeugddienst. Ze zijn onafhankelijk van de vereniging waardoor ze enerzijds onbevooroordeeld kunnen toezien op de naleving van het huishoudelijk reglement van het jeugdcentrum maar anderzijds ook als bemiddelaar kunnen optreden wanneer de buren vinden dat er geluidsoverlast is. Hun opleiding kan dan, naast de thema’s van de fuifbuddy’s, ook gericht worden op assertiviteitstrainingen en het specifiek coachen van groepen.