Raad van de Europese Unie Brussel, 30 september 2014 (OR. en) 13538/14 Interinstitutioneel dossier: 2013/0407 (COD) DROIPEN 112 COPEN 230 CODEC 1868 NOTA van: aan:
het voorzitterschap het Comité van permanente vertegenwoordigers/de Raad
Nr. Comdoc.:
17621/13 DROIPEN 158 COPEN 235 CODEC 2929
Betreft:
Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake de versterking van bepaalde aspecten van het vermoeden van onschuld en van het recht om in strafprocedures bij het proces aanwezig te zijn Oriënterend debat over artikel 5 ("bewijslast")
Inleiding 1.
De Raad heeft op 30 november 2009 een routekaart ter versterking van de procedurele rechten van verdachten en beklaagden in strafprocedures ("de routekaart") 1 aangenomen.
2.
Op 10 december 2009 heeft de Europese Raad zich ingenomen betoond met de routekaart en deze in het programma van Stockholm geïntegreerd. De Europese Raad wees erop dat de routekaart niet uitputtend was, en verzocht de Commissie te onderzoeken welke minimale procedurele rechten er verder aan verdachten en beklaagden kunnen worden toegekend, en te beoordelen of er nog andere vraagstukken, bijvoorbeeld het vermoeden van onschuld, dienen te worden aangesneden om op dit gebied tot een betere samenwerking te komen.
1
PB C 295 van 4.12.2009, blz. 1.
13538/14
cle/RTS/sv DG D 2B
1
NL
3.
Tot
nu
toe
zijn
op
basis
van
de
routekaart
drie
maatregelen
aangenomen:
Richtlijn 2010/64/EU betreffende het recht op vertolking en vertaling in strafprocedures 2, Richtlijn 2012/13/EU betreffende het recht op informatie in strafprocedures 3 en Richtlijn 2013/48/EU betreffende het recht op toegang tot een advocaat 4. 4.
De Commissie heeft op 27 november 2013 een wetgevingspakket ingediend met drie voorstellen ter voltooiing van de uitrol van de, inmiddels in het programma van Stockholm geïntegreerde, routekaart: •
een voorstel voor een richtlijn inzake de versterking van bepaalde aspecten van het vermoeden van onschuld en van het recht om in strafprocedures bij het proces aanwezig te zijn; 5
•
een voorstel voor een richtlijn betreffende procedurele waarborgen voor kinderen die verdachte of beklaagde zijn in een strafprocedure; 6 en
•
een voorstel voor een richtlijn betreffende voorlopige rechtsbijstand voor verdachten en beklaagden wie de vrijheid is ontnomen en rechtsbijstand in procedures ter uitvoering van een Europees aanhoudingsbevel. 7
De laatste twee voorstellen gaan vergezeld van aanbevelingen van de Commissie. 8 5.
In juni jl. bereikte de Raad JBZ overeenstemming over een algemene oriëntatie op het voorstel voor een richtlijn betreffende procedurele waarborgen voor kinderen. 9
6.
Het Italiaanse voorzitterschap heeft een aanvang gemaakt met de besprekingen over de andere twee voorstellen: de richtlijn inzake het vermoeden van onschuld en de richtlijn betreffende rechtsbijstand. Deze nota betreft het voorstel over het vermoeden van onschuld.
2 3 4 5 6 7 8 9
PB L 280 van 26.10.2010, blz. 1. PB L 142 van 1.6.2012, blz. 1. PB L 294 van 6.11.2013, blz. 1. 17621/13 + ADD 1 + ADD 2 + ADD 3. 17633/13 + ADD 1 + ADD 2 + ADD 3. 17635/13 + ADD 1 + ADD 2 + ADD 3. 17642/13 + 17643/13. 10065/14.
13538/14
cle/RTS/sv DG D 2B
2
NL
De besprekingen in de voorbereidende instanties van de Raad over de voorgestelde richtlijn inzake het vermoeden van onschuld
7.
Het CATS heeft op 2 juli en 16 september 2014 een oriënterend debat over het voorstel voor een richtlijn inzake het vermoeden van onschuld gehouden. De groep heeft het voorstel besproken op 15 juli, 4/5 september en 29 september.
8.
Tijdens de besprekingen in het CATS en in de groep is wezenlijke vooruitgang geboekt met het oog op een tekst die voor alle lidstaten aanvaardbaar is, althans voor een gekwalificeerde meerderheid daarvan.
9.
Het voorzitterschap is voornemens in de Raad JBZ in december a.s. tot een algemene oriëntatie op de tekst te komen.
Het punt "bewijslast" 10.
Teneinde het werk in de groep te vergemakkelijken zou het zinvol zijn als de Raad sturing zou kunnen geven betreffende artikel 5 inzake de "bewijslast".
11.
In het Commissievoorstel luidt de tekst van dit artikel als volgt: Artikel 5 Bewijslast en vereiste bewijsstandaard 1.
De lidstaten zorgen ervoor dat de bewijslast voor de vaststelling van de schuld van verdachten of beklaagden op de vervolgende instantie rust. Dit doet geen afbreuk aan enige ambtshalve bevoegdheid van de procesrechter om feitenonderzoek te doen.
2.
De lidstaten zorgen ervoor dat elk vermoeden dat de bewijslast naar de verdachten of beklaagden verschuift, van voldoende belang is om een afwijking van dit beginsel te rechtvaardigen en weerlegbaar is. Om een dergelijk vermoeden te weerleggen, volstaat het dat de verdediging voldoende bewijs aanvoert om gegronde twijfel te doen ontstaan over de schuld van de verdachte of beklaagde.
3.
De lidstaten zorgen ervoor dat, wanneer de procesrechter de schuld van een verdachte of beklaagde onderzoekt en er gegronde twijfel bestaat over de schuld van de betrokkene, deze wordt vrijgesproken.
13538/14
cle/RTS/sv DG D 2B
3
NL
12.
Tijdens de vergaderingen van de groep kwamen in verband met artikel 5 onder meer de volgende discussiepunten aan de orde:
Met betrekking tot lid 1 verzochten enkele lidstaten rekening te houden met hun
•
rechtsstelsels, waarin niet alleen de vervolgende instantie, maar ook de rechters belast zijn met het zoeken naar zowel bezwarend als ontlastend bewijs. Er werd geopperd dat aan die verzoeken wellicht zou kunnen worden voldaan met een tekst waarin staat dat de taak van het bewijzen van de feiten en eventuele andere elementen waarmee de schuld van verdachten of beklaagden kan worden vastgesteld, bij de vervolgende instantie of bij de bevoegde rechtbank ligt.
Wat lid 2 betreft, was het concept verschuiving van de bewijslast het onderwerp van
•
uitvoerige besprekingen. Uit deze besprekingen bleek dat vermoedens in rechte of in feite betreffende de strafrechtelijke aansprakelijkheid van iemand die in verband met een misdrijf verdachte of beklaagde is, een instrument vormen waarmee de meeste lidstaten bekend zijn. Uit het debat in de groep kwam naar voren dat dergelijke vermoedens zo werken dat een feit geacht wordt te zijn bewezen op grond van een redenering waarbij het bestaan van een onbekend feit uit een bekend feit wordt afgeleid. Daarom werd voorgesteld om het concept vermoedens te gebruiken, in plaats van verschuiving van de bewijslast. 10
•
10
11
Lid 3 is geschrapt. 11
De groep heeft tevens gesproken over de vraag of bepaald moet worden dat vermoedens weerlegbaar moeten zijn, en, zo ja, of, in verband met kleine verkeersovertredingen die niet op het strafblad kunnen komen, de lidstaten mogen besluiten dat vermoedens niet weerlegbaar zijn. In verband deze kwestie werd verwezen naar de zaak Falk bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (uitspraak van 19 oktober 2004, tweede deel). Deze vraag wordt evenwel niet aan de Raad voorgelegd, maar zal verder in de groep worden besproken. Lid 3 is geschrapt omdat er tussen de lidstaten nagenoeg consensus tover bestond dat deze bepaling te ingrijpend zou zijn. Bijgevolg zijn in de titel de woorden "en vereiste bewijsstandaard" eveneens geschrapt.
13538/14
cle/RTS/sv DG D 2B
4
NL
13.
De Raad wordt verzocht te bevestigen dat de volgende elementen de grondslag moeten vormen voor artikel 5, met dien verstande dat over de andere samenstellende elementen verder zal worden gesproken in de groep: a)
in de tekst moet rekening worden gehouden met het feit dat in sommige lidstaten niet alleen het openbaar ministerie, maar ook rechters zijn belast met het zoeken naar zowel bezwarend als ontlastend bewijs;
b)
er dient te worden verwezen naar de mogelijkheid van het gebruik van vermoedens in rechte of in feite, en tegelijkertijd te worden bepaald dat de rechten van de verdediging altijd moeten worden geëerbiedigd.
14.
In het licht van de besprekingen in de Raad zal de voorbereidende instanties van de Raad worden verzocht de besprekingen over de ontwerprichtlijn voort te zetten, opdat er in de zitting van de Raad JBZ in december 2014 een algemene oriëntatie op de tekst kan worden overeengekomen.
___________________________
13538/14
cle/RTS/sv DG D 2B
5
NL