SUPPLEMENT GENEALOGIE TEMMINCK (DEN HAAG) 6e generatie nakomelingen van Anthonie Temminck, begraven 28 oktober 1704
444444444444444444444444444444444444444444444444444444444444444444444444444
Dit supplement met de 6e generatie nakomelingen van Anthonie Temminck sluit aan op de publicatie Genealogie van de familie Temminck (Den Haag) in het maart/april nummer van Gens Nostra, jaargang 2014, nr. 3/4 Deze publicatie omvat 5 generaties en beslaat globaal de periode 1650-1800, inclusief alle kinderen. De 6e generatie beslaat globaal de periode 1800-1950 en heeft een behoorlijke omvang. In overleg met de redactie van Gens Nostra is deze generatie als supplement op mijn website www.vicpoolen.nl geplaatst. Op grond van de privacy-regels met betrekking tot personen die nog geen 50 jaar geleden zijn overleden, zijn de nakomelingen van Antonie Temminck in de 7e en latere generaties- niet meer in de genealogie opgenomen. In de genealogie zijn de volgende verkortingen gebruikt: geb.-geboren ged.-gedoopt zv.-zoon van ev.-echtgeno(o)t(e)van ^-wonende/verblijvende te ovl.-overleden bgr.-begraven dv.-dochter van wed.-weduwe van otr.-ondertrouw tr.-getrouwd kv.-kind van wedn.-weduwnaar van Generatie VI VIa. JOHAN DIDERICH TEMMINCK, ged. (ev.luthers) Zwolle 20-9-1810, officier van gezondheid, medicinae doctor, ovl. Groot-Ammers 16-12-1850, zv. Leonardus Temminck en Eleonora Christina Dellwig (generatie Va). Johan Diderich Temminck werd op 6-10-1824 bij 's-Rijkshospitaal te Utrecht aangesteld als onbezoldigd kwekeling, waar hij op 11-12-1828 als officier van gezondheid 3e klasse afstudeerde en bij de Landmacht werd aangesteld.1 Bij het mobiele leger was hij in 1831 betrokken bij gelegenheid van de opstand in België, waarvoor hij op 5-4-1832 het Metalen Kruis verkreeg. 2 27-7-1832 werd hij overgeplaatst naar de anbulances van het leger te velde en werd hij op 13-11-1835 bevorderd tot officier 2e klasse.3 Op 11-7-1836 werd hij overgplaatst naar het garnizoenshospitaal te Gorinchem. 4 Stamboek na 1835? Johan Diderich Temminck tr. Gorinchem 13-4-1842 met GERTRUDE JEANNETTE DE GRAAFF, geb. Gorinchem 4-4-1804, ovl. Gorinchem 24-3-1877 (^Achter de Kerk, wijk C nr. 520), dv. Dirk de Graaff en Jannette Kruijsweij k, ^Gorinchem. Geertrude Jeanette de Graaff werd op 3-4-1822 ingeschreven als lidmaat van de Waalsekerk te Gorinchem, maar werd per attest dd. 16-8-1822 uitgeschreven.5 In 1828 werd zij komende van Geertruidenberg als lidmaat weer te Gorinchem ingeschreven, maar nu bij de Hervormde gemeente waarin de Waalsekerk inmiddels was opgegaan.6 In 1845 werd Johan Diderich Temminck vanuit Gorinchem op 1-11-1845 te Groot-Ammers ingeschreven als geneeskundige, samen met zijn vrouw, zijn 2 kinderen en zijn schoonmoeder Jannettte Kruijswijk. Zijn dochter overleed daar een half jaar later op 6-5-1846 en hijzelf op 16-12-1850.7 Zijn vrouw Geertrude Jeanette de Graaff keerde op 17-4-1851 terug naar Gorinchem, samen met haar zoon Leonard Diderik Temminck en haar moeder Jannette Kruijswijk die op 13-11-1857 overleed. Zij woonden in wijk B, aan de Appeldijk 271/later 299.8 Op 2-1-1862 staan zij en haar zoon ingeschreven op de Westwagenstraat C93. Als beroep is bij haar vermeld dat zij linnennaaister is; bij haar zoon is zonder datering Kampen aangetekend.9 Vanaf 16-11-1874 woonde Geertrude Jeanette de Graaff in het Oude Vrouwenhuis, Achter de Kerk wijk C nr. 520, waar zij in 1877 overleed.10 Uit het huwelijk van Johan Diderich Temminck en Gertrude Jeannette de Graaff: 1. LEONARD DIDERIK TEMMINCK, geb. Gorinchem 11-8-1843, sergeant-onderwijzer der infantrie (bij overlijden ^Grote Looijerstraat, verm. ongehuwd), ovl. Maastricht 4-2-1891. Vermoedelijk is Leonard Diderik Temminck omstreek 1862 op 18-jarige leeftijd naar Kampen vertrokken en heeft hij daar zijn militaire opleiding bij het Instructie-bataljon gevolgd. Hiervan kon echter nog geen bevestiging worden gevonden.11 Bij zijn overlijden woonde Leonard Diderik Temminck in de Grote Looijerstraat 17. In het bevolkingsregister van Maastricht is opgenomen dat Leonard Diederik Temminck zich aldaar op 14-5-1870 had gevestigd en afkomstig was uit Maastricht (verm. de garnizoenskazerne). Als kerkgenootschap is de Luterse kerk vermeld. Aangetekend is: 3 B. staf (verm. 3e bataljon, staffunctie). Vermoedelijk was Leonard Diderik Temminck ingedeeld bij het het 2e Regiment Infantrie, als sergeant-onderwijzer bij de staf van het 3e bataljon, dat van 1864-1893 in Maastricht in garnizoen lag.12 2. JEANNETTE ELEONORA CHRISTINA TEMMINCK, geb. Gorinchem 22-9-1844, ovl. Groot-Ammers 6-5-1846. VIb. JOHAN JACOB TEMMINCK, geb. Rotterdam 6-4-1812, rijksambtenaar, ovl. Utrecht 6-4-1886, zv. Leonardus Temminck en Eleonora Christina Dellwig (generatie Va).
In de bevolkingsregsters van de diverse gemeente waarin Johan Jacob Temminck en zijn gezin heeft gewoond, wordt hij van beroep als rijksambtenaar aangeduid, behalve in Utrecht. In de Utrechtse adresboeken van 1878 en 1879-1880 staat hij respectievelijk vermeld als ambtenaar Staats Spoor en als gepensioneerd ambtenaar.13 Johan Jacob Temminck tr. 1x Houten 31-5-1844 met DIRKJE VAN TAMMELEN, geb. Soest 26-4-1824, ovl. Houten 3-1-1845 bij geboorte van kind, dv. Jan van Tammelen, daghuurder, en Jannigje Lafeber. Uit het huwelijk van Johan Jacob Temminck en Dirkje van Tammelen: 1. DOODGEBOREN KIND TEMMINCK, geb. 1-1845. JOHAN JACOB TEMMINCK tr. 2x Bunschoten 13-9-1845 met ADRIANA CAROLINA ROMVIEL, geb. Apeldoorn 14-9-1825, ovl. Maartensdijk 20-3-1898, dv. Otto Romviel, officier van gezondheid, later dorpsheelmeester te Bunschoten., en Adriana Carolina Berteaux. Johan Jacob Temminck en zijn vrouw Adriana Carolina Romviel en hun gezin verhuisden regelmatig van standplaats: In 1850 woonde zij en hun zoon Leonardus in de Heerenstraat 224 in Neijenrode (thans gemeente Breukelen), die zij op 13-5-1852 verlaten om naar Kockengen te gaan.14 Van hieruit vestigde zich het inmiddels uitgebreide gezin op 21-2-1856 te Maarssen, vanwaar zij op 29-5-1860 naar Amersfoort vertrokken.15 In Amersfoort woonde zij in wijk D nr.56 en vertrokken op 30-4-1864 naar IJsselstein16 waar zij aan de Kerkstraat nr. 228 gingen wonen.17 En komende van IJsselstein vestigden Johan Jacob Temminck en Adriana Carolina Romviel zich met hun gezin op 1 mei 1867 in Rhenen, Rijnstraat nr. 151. Op 29-9-1875 verhuisden zij vandaar met hun 4 jongste kinderen naar Utrecht.18 Zij betrokken daar de woning Bemuurde Weerd nr. 85 in wijk M,19 maar waren in Utrecht ook niet bepaald honkvast te noemen: Achtereenvolgend verhuisden zij op 21-2-1877 naar de Amsterdamse Straatweg 639 ook in wijk M; op 29-9-1879 naar wijk H - Predikheerenkerkhof nr. 163,20 op 3-3-1881 binnen de wijk H naar de Lange Lauwerstraat 15521 en op 22-2-1884 naar de Vosstraat 12bis in wijk L, waar Johan Jacob Temminck in maart 1886 overleed. Na het overlijden van haar echtgenoot vertrok Adriana Carolina Romviel op 31-5-1886 naar Elst bij Arnhem,22 waar ze bij haar dochter Elisabeth Stephanie Temminck introk. Op 23-8-1887 werd zij uitgeschreven naar de de Bilt,23 waar zij enige maanden woonden bij de familie Hardeman aan de Vianensteeg, wijk C nr. 52.24 Als hoofdbewoonster werd Adriana Carolina Romviel op 2-5-1888 ingeschreven in Maartensdijk waar zij woonde in wijk A nr. 115 (later nr. 59).25 Uit het huwelijk van Johan Jacob Temminck en Adriana Carolina Romviel: 1. ELEONORA CHRISTINA TEMMINCK, geb. Bunschoten 2-8-1846, ovl. Bunschoten 2-9-1846. 2. ELEONORA CHRISTINA TEMMINCK, geb. Nijenrode 16-7-1847, ovl. Nijenrode 27-9-1847. 3. ADRIANA CAROLINA TEMMINCK, geb. Nijenrode 15-2-1849, ovl. Nijenrode 21-3-1849. 4. LEONARDUS TEMMINCK, geb. Nijenrode 17-7-1850, notaris te Hattem (1893-1920), daarna zonder beroep te Oegstgeest, ovl. Oegstgeest 20-9-1940. Leonardus Temminck verliet op 3-11-1870 zijn ouderlijk huis te Rhenen en ging naar Steenwijk.26 Vervolgens liet hij zich als kantoorbediende op 31-5-1873 te Haarlem inschrijven, van waaruit hij op 29-5-1878 naar Montfoort vertrok en zich aldaar op 6-6-1878 liet inschrijven. Als kandidaat notaris werd hij op 1-2-1879 naar Hattem uitgeschreven. 27 Leonardus Temminck tr. Hattem 8-8-1894 met ELISABETH JOHANNA LEONARDA DE VRIES, geb. Amsterdam 29-4-1858, ovl. Vught 4-1-1944, dv. Hendrik Rubertus de Vries en Maria Christina Koning. In het huwelijk van Leonardus Temminck en Elisabeth Johanna Leonarda de Vries werden twee kinderen geboren, waarvan er één jong overleed. 5. JOHAN JACOB TEMMINCK, geb. Kockengen 10-9-1852, majoor der artillerie, ovl./begr. Oegstgeest 5/8-5-1935 (begr. begraafplaats Het Groene Kerkje). Johan Jacob Temminck had zich op 10-6-1868 vrijwillig laten inschrijven voor 10 jaar als kanonier bij het 2e regiment Vestingartillerie en liet zich op 24-7-1868 vanuit Rhenen overschrijven naar Schoonhoven.28 Achtereenvolgens werd hij bevorderd tot korporaal (20-1-1870), fourier (29-7-1872) en sergeant (1-4-1875). Hij verlengde op 10-6-1878 zijn contract met zes jaar en werd op 4-12-1878 benoemd tot 2e luitenant bij het wapen der artillerie voor het leger in Oost-Indië, waarheen hij op 12-2-1878 vanaf Rotterdam vertrok met het stoomschip Gelderland.29 Mogelijk dat hij in de periode 1870-1879 gehuisvest was in de Kazerne nr. 295 te Utrecht30 Op 18-12-1878 werd Johan Jacob Temminck, komende van Delft, ingeschreven als wonende bij zijn ouders aan de Amsterdamse Straatweg nr. 639. Als aantekening staat vermeld BKB.31 In Utrecht werd de aantekening BKB (=Buiten Kennisgeving Bekend) toegevoegd als bekend was waar een persoon zich tijdelijk ophield, bij voorbeeld van militairen. 32 Overigens zijn er in de militaire stamboeken over hem geen gegevens meer terug gevonden over zijn verdere carrière in het Oost-Indische leger. Komende uit Brussel liet Johan Jacob Temminck, kapitein bij de artillerie van het Oost-Indische leger, zich op 21-6-1893 met zijn vrouw en hun zoon Johan Jacob inschrijven in Den Haag, ^Bilderdijkstraat 20. Op 24-4-1894 vertrokken zij weer naar Nederlandsch-Indië.33 Na zijn pensionering aldaar liet Johan Jacob Temminck zich als gepensioneerd majoor der artillerie op 1-9-1899, samen met zijn vrouw en zijn twee kinderen Johan Jacob en Adriana Maria, te Haarlem inschrijven. Op 18-4-1900 verhuisden zij naar de Koninginnestraat 30 te Teteringen (thans gemeente
-2-
Breda), waar zij zich op 2-9-1911 weer lieten uitschrijven om zich definitief in Oegstgeest te vestigen.34 Johan Jacob Temminck tr. Padang-Ned.Ind. 19-12-1885 met ADRIANA MARIA ROSMAN, geb. Ternate-Ned.Ind. 12-5-1859, hulponderwijzeres, ovl./begr. Oegstgeest 27/30-9-1933 (begr. Het Groen Kerkje), dv. Arend Rosman, officier van gezondheid, en Johanna Jeromina Nolthenius. 6. OTTO TEMMINCK, geb. Kockengen 18-7-1854, notaris te Amerongen (1904-1915), ovl./begr. Arnhem/Amerongen 9/12-3-1915. dag ingeschreven in het register van het Instructie-bataljon, met een vertrek op 6-7-1897 naar 's-Hertogenbosch.35 Otto Temminck tr. Rhenen 17-9-1874 met HEIJNTJE TOONTJE VAN HEES, geb. Rhenen 12-3-1850, ovl./begr. Amerongen 6/10-1-1927, dv. Jan van Hees, kleermaker, en Reykje Rigthold. In het huwelijk van Otto Temminck en Heijntje Toontje van Hees werden dertien kinderen geboren, waarvan er twee jong overleden. Otto Temminck, kantoorbediende, werd samen met zijn vrouw Theijntje Toontje van Hees36 op hun trouwdag in 1874 te Rhenen ingeschreven op het adres Rijstraat 151. Later woonden zij aan de Straatweg nr. 279, beiden adressen in wij k A.37 Op 2-11-1895 vertrok Otto Temminck, kandidaat notaris met zijn gezin naar Amerongen,38 waar hij in 1904 opvolger werd van notaris Jacob Willem van Wieringen. Otto Temminck, notaris te Amerongen, liet op 24-10-1907 bij notaris Johan Adrianus van Itterson te Rhenen zijn testament opstellen.39 Ten overstaat van Harm Cornelis van der Ark, kandidaat notaris waarnemend het kantoor van wijlen Notaris Otto Temminck te Amerongen, had zijn oudste zoon Johan Jacob Temmink op 5-6-1915 zijn testament laten opstellen.40 Na het overlijden in 1915 van Otto Temminck bleef zijn weduwe Heijntje Toontje van Hees in het notarishuis aan de Overstraat nr. B365 (in april 1954 gewijzigd in nr. 25) te Amerongen wonen, samen met haar oudste dochter Johanna Reinanda Temminck. Later trok op 5-12-1916 haar jongere dochter Adriana Carolina Temminck, komende uit Hattem, bij hen in. Na het overlijden van hun moeder in 1927 werd Johanna Reinanda de hoofdbewoonster. 7. ELISABETH STEPHANIA TEMMINCK, geb. Maarssen 9-6-1856, ovl./begr. Rotterdam 18/22-4-1927 (begr. Crooswijk). Elisabeth Stephania Temminck verliet op 26-5-1873 Rhenen en ging naar Rheden, maar op 13-11-1873 was zij weer terug en woonde zij aan de Herenstraat 107. Haar beroep is door doorhaling onleesbaar geworden.41 Op 21-3-1879 is vermeld dat zij naar Gouda is vertrokken, waar zij werd ingeschreven als winkeljuffrouw, inwonend bij de familie Schenk aan de Markt A 149.42 Maar al twee maanden later werd zij op 29-5-1879 ingeschreven bij haar ouders, wonende aan de Amsterdamse Straatweg nr. 639 te Utrecht, zijnde op 30-4-1879 gekomen van Gouda.43 Zij verhuisde op 29-9-1879 met haar ouders mee naar de Predikheerenkerkhof nr. 163, waar op 10-10-1879 bij zijn geboorte ook haar zoon Albert Hoolhorst werd ingeschreven. Op 24-5-1880 vertrokken zij en haar zoon naar Roermond.44 Elisabeth Stephania Temminck tr. Utrecht 9-7-1879 met ALBERT HOOLHORST, geb. Rhenen 27-11-1859, oorspr. tabak sorteerder, in 1896 stationschef te Elst, ovl./begr. Bloemendaal/Rotterdam 13/17-4-1933 (^Hengelo, begr. Crooswijk), zv. Aalbert Hoolhorst en Jansjen Philipse. Albert Hoolhorst en Elisabeth Stephania Temminck kregen samen in totaal 12 kinderen, waarvan er 3 jong overleden, 3 kinderen naar Noord-Amerika emigreerden en 3 kinderen naar Nederlandsch-Indië zouden vertrekken. Albert Hoolhorst was op 9-2-1880 als leerling-telegrafist in dienst getreden bij de Staats Spoorwegen, met als standplaats Roermond. Op 1-4-1882 werd hij toegelaten als telegrafist buitendienst en vertrok hij met zijn gezin op 26-4-1881 naar Oudenbosch. Als haltechef werd hij 1-11-1883 overgeplaatst naar het station Vork te Elst, waar hij 1-1-1885 officieel als stationschef 3e klasse werd aangesteld. Hij was daar tot 1-1-1899 gestationeerd, met een tweetal tijdelijke overplaatsingen: van 1-5 tot 1-7-1885 te Biezelingen (Zd.-Beveland) en van 1-10-1888 tot 1-8-1889 te Hemmen (Overbetuwe).45 1-1-1899 werd hij overgeplaatst naar Stavoren, 1-2-1900 naar Uitgeest en als onderstationschef op 1-9-1904 naar Amsterdam (Obgr?). 1-9-1907 werd Albert Hoolhorst eervol ontslagen onder toekenning van pensioen.46 Vanuit Uitgeest had Albert Hoolhorst zich op 30-8-1904 met zijn gezin (toen nog 5 inwonende kinderen) te Amsterdam gevestigd, maar vertrok na zijn pensionering op 25-11-1907 naar Groesbeek. 47 Vandaar kwamen hij en zijn gezin op 22-4-1909 naar Hilversum en werden op 15-4-1913 weer uitgeschreven naar Tiel.48 Op 23-4-1913 werden daar Albert Hoolhorst, zijn vrouw Elisabeth Stephania Temminck en hun dochter Elisabeth Stephania Eleonora Christina Hoolhorst ingeschreven. Op 3-12-1913 kwam hun zoon Otto, machinetekenaar, eveneens van uit Hilversum, bij hen inwonen. 6-9-1915 vertrok het gezin naar Hengelo (Ov.),49 waar op 6-9-1915 ook hun zoon Clasinus Pieter Evert, eveneens machinetekenaar en komende uit Amerika, bij hen introk. 50 Op 25-2-1918 vertrokken Albert Hoolhorst en zijn vrouw naar Rotterdam, waar zij achtereenvolgens woonden in de Hugo Molenaarstraat 11a (27-2-1918), Lieve Verschuierstraat 9a (6-2-1919) en Huijgensstraat 21a (27-2-1924). Hun zoon Clasinus Pieter Evert Hoolhorst komt 6-2-1919 weer bij zijn ouders inwonen, trouwde 10-12-1919 met Johanna Maria ten Bruggencate en vertrok met haar op
-3-
15-1-1920 naar Soerabaja. Ook hun jongste dochter Elisabeth Stephania Eleonora Christina Hoolhorst, kantoorbediende, trok 12-2-1919 bij hen in, trouwde op 9-3-1922 met Frits Willem Maria Kerchman en vertrokken op 17-3-1922 naar Semarang. 51 Hun oudste dochter Adriana Carolina Hoolhorst en haar man Gerard van der Burch verbleven al sinds 1910 in Soerabaja; hun zoon Otto Hoolhorst en zijn vrouw Maria Olink worden vanaf 1921 ook te Soerabaja vermeld.52 Vermoedelijk voor familiebezoek vertrokken Albert Hoolhorst en Elisabeth Stephania Temminck op 20-7-1925 naar Nederlandsch-Indië, naar Soerabaja. Zij waren anderhalf jaar later op 24-1-1927 weer terug in Rotterdam, inwonend in Beukelsdijk 112a. Kort daarna overleed Elisabeth Stephania Temminck en werd zij begraven in een eigen graf 2e klasse, grafnr. 2030 op de begraafplaats Crooswijk. 53 Albert Hoolhorst leidde daarna een rondtrekkend bestaan: 4-2-1929 naar Amsterdam Witte de Withstraat, 8-9-1930 komende van Haarlem ingeschreven bij de familie ten Bruggencate te Hengelo, 17-12-1930 naar Rotterdam, wederom Beukelsdijk 112a en 5-1-1931 Persijnstraat 1a.54 Op 4-8-1931 liet hij zich weer inschrijven in de gemeente Hengelo.55 Na zijn terugkeer uit Nederlandsch-Indië vestigde zijn zoon Casinus Pieter Evert Hoolhorst zich met zijn gezin op 13-3-1933 in de gemeente Bloemendaal,56 waar zijn vader Albert Hoolhorst tijdens familiebezoek een maand later overleed. Hij werd bij zijn vrouw begraven in het eigen graf op de Algemene Begraafplaats Crooswijk te Rotterdam. 57 8. VICTOR TEMMINCK, geb. Maarssen 25-9-1857, ovl. Maarssen 16-10-1859. 9. ADRIANA CAROLINE TEMMINCK, geb. Maarssen 20-11-1859, juffrouw van gezelschap, ovl. Utrecht 7-5-1921. Adriana Caroline Temminck woonde bij haar ouders in de Lange Louwerstraat 155 te Utrecht tot zij op 21-2-1884 naar Zaltbommel vertrok. 58 Als juffrouw van gezelschap kwam zij in huis bij bierbrouwer Johannes Hendrik van Bloemen Waanders en zijn vrouw met toen nog drie dochters, aan de Gamersche Straat 557. 10-1-1885 keerde zij weer terug naar Utrecht.59 Adriana Caroline Temminck tr. Utrecht 16-9-1885 met ALBERTUS JACOBUS LAMMERTS VAN BUEREN, geb. Utrecht 14-5-1857, assistent bij de posterijen te Utrecht, ovl. Utrecht 19-12-1921, zv. Albertus Jacobus Lammerts van Bueren, brievenbesteller, en Anna Elisabeth Verkerk. In het huwelijk van Albertus Jacobus Lammerts van Bueren en Adriana Caroline Temminck zijn 8 kinderen geboren, waarvan 1 jong overleed. Albertus Jacobus Lammerts van Bueren en Adriana CarolineTemminck en hun gezin woonde vermoedelijk vanaf hun trouwen in 1885 in de Renstraat nr. 30 wijk I te Utrecht.60 Op 6 maart 1896 werd Aaltje Potasse -de toekomstige echtgenote van haar jongere broer Victor Temminck- bij hen in de Renstraat 30 te Utrecht ingeschreven en op 9 juni 1896 weer uitgeschreven naar Maartensdijk. 61 10. VICTOR TEMMINCK, geb. Maarssen 21-1-1861, zadelmaker, leerbewerker, behanger, ovl. Maartensdijk 27-10-1930.
Victor Temminck mijn grootvader en postume naamgever Komende uit Utrecht werd Victor Temminck, zadelmaker, op 21-3-1877 ingeschreven te Rhenen, wonende Herenstraat 119. Behorende tot de lichting 1881 was Victor Temminck -zadelmaker ^Rhenen- onder nummer 118 ingeloot voor opkomst in de Nationale Militie en werd hij op 9-5-1881 ingelijfd. Uit hoofde van volbrachte dienst volgde op 8-5-1886 het ontslag.62 Op 29-4-1885 werd Victor Temminck van Rhenen naar Utrecht uitgeschreven,63 waar hij sinds 31-3-1885 al bij zijn ouders in de Vosstraat 12bis stond ingeschreven. Hij verbleef daar gedurende anderhalfjaar, zij het met een zeer korte onderbreking: 18-5-1885 naar IJsselstein en terug 26-5-1885. Op 15-9-1886 vertrok hij naar Lichtenvoorde,64 waar hij als knecht werd ingeschreven bij Fokke Croese, behanger van beroep, wonende in wijk A nr. 100, later in nr. 9 en vervolgens in nr. 33 gewijzigd. 2-12-1888 verliet hij Lichtenvoorde en vertrok naar Maartensdijk.65 Komende uit Haarlem werd Victor Temminck op 26 juni 1893 te Utrecht ingeschreven ten huize van zijn zuster Adriana Caroline Temminck en haar man Albert Jacobus Lammerts van Bueren in de Renstraat nr. 30 wijk J en op 12 oktober 1893 weer uitgeschreven naar Maartensdijk. 66 Tot aan zijn huwelijk in 1896 woonde hij enige jaren bij zijn neef Egbert Berteaux Romviel, die met zijn gezin woonde in wijk D nr. 89 te Maartensdijk.67 Victor Temminck tr. Utrecht 13-5-1896 met AALTJE POTASSE, geb. Wijhe 3-3-1868, dienstbode, ovl. Heemstede 26-8-1960 (in verzorgingshuis voor demente bejaarden), dv. Harm Potasse, arbeider, later
-4-
klompenmaker, en Aaltje Kemper, dienstmeid. Op 30-6-1887 werd Aaltje Potasse, komende uit Wijhe, als dienstbode te Den Haag ingeschreven, ^Borneostraat16.68 Een jaar later op 20-7-1888 werd op dit adres Marinus Hoorenick uit Rotterdam ingeschreven, samen met zijn vrouw en dochter.69 Na zijn overlijden in 1896 vertrok Aaltje Potasse op 6-3-1896 naar Utrecht en trok in bij het gezin van Albert Jacobus van Lammerts van Bueren en Adriana Carolina Temminck ^Renstraat.70 Op 9 juni 1896 werd zij weer uitgeschreven naar Maartensdijk.71 Bij het huwelijk in Utrecht van Victor Temminck en Aaltje Potasse traden als getuigen op: Albertus Jacobus van Bueren, assistent bij de posterijen oud 38 jaren ^alhier, Albert Hoolhorst, stationschef oud 38 jaren ^Elst zwager des bruidegoms, Gerrit Hoenderdaal, bloemist oud vijftig jaren ^alhier en Egbert Backhold Romviel, bakker oud vijfendertig jaren ^Maartensdijk neef des bruidegoms. Het echtpaar vestigde zich te Maartensdijk en betrok 5-9-1896 een woning in wijk D, nr.95.72 Als laatste woonden zij met hun gezin aan de Utrechtseweg (thans Koniningin Wilhelminaweg) 483 te Groenekan (gemeente Maartensdijk, thans De Bilt), waar Victor Teminck in 1930 overleed. Hun huis was gezamenlijk eigendom van zijn broers Johan Jacob en Leonardus Temminck. Na het overlijden van haar man verhuisde Aaltje Potasse in de Groenekan naar de Kastanjelaan 15 en drie en half jaar later even verder op naar de Grothelaan 22, op kamers bij een weduwnaar. Zij bleef hier tot 8-9-1957 wonen toen zij vanwege voortschreidende dementie in huis genomen werd door haar oudste zoon in Haarlem, Vinkestraat 73.73 Zij overleed in 1960 in een verzorgingshuis voor demente bejaarden te Heemstede. Victor Temminck en Aaltje Potasse kregen in hun huwelijk 5 kinderen waarvan 1 jong overleed. 11. JOHAN DIEDERICH TEMMINCK, geb. Amersfoort 21-6-1863, onderwijzer, ongehuwd, ovl. Amerongen 30-1-1931. Johan Diederich Temminck woonde tot 19-1-1883 bij zijn ouders te Utrecht toen hij van de Lange Louwerstraat 155 naar Arnhem vertrok. Op 1-6-1883 keerde hij weer terug74 en werd hij op 19-9-1883 ingeschreven in Kockengen, inwonend Dorp nr. 92 en later op de huisnummers nrs. 32 en 55.75 In Kockengen was hij onderwijzer aan de openbare school, maar tengevolge van de oprichting van een bijzondere school -in 1889 mogelijk geworden door de gelijkstelling met de gesubsidieerde scholen (wet Mackay, schoolstrijd)- werd hij per 1 mei 1895 op wachtgeld gestelde. Per brief dd. 5 maart 1895 solliciteerde hij met succes naar een vacante betrekking in de gemeente Elburg. 76 Op 1-6-1895 vond zijn uitschrijving plaats naar Elburg, 77 waar hij achtereenvolgens stond ingeschreven als hoofdbewoner van de Jufferenstraat huisnummer 28, respectievelijk 26.78 In januari 1912 werd Johan Diederich Temminck door de Gewone Vergadering van het Departement Elburg der Maatschappij tot Nut van het Algemeen benoemd tot lid va het Bestuur der Spaarbank en een paar dagen later door dit Bestuur tot Duplo-boekhouder. In maart 1912 volgde zijn benoeming tot secretaris van het departement Elburg van Maatschappij tot Nut van het Algemeen.79 Kort na 1920 zal hij vanuit Elburg vermoedelijk vertrokken zijn naar Driebergen,80 vanwaar hij op 6-12-1929 te Amerongen werd ingeschreven. Hij trok in bij zijn nichten Johanna Reinarda en Adriana Caroline, dochters van zijn broer Otto Temminck.81 12. ELEONORA CHRISTINA TEMMINCK, geb. IJsselstein 24-11-1864, onderwijzeres te Elburg, ovl. Apeldoorn 7-4-1933. Eleonora Christina Temminck woonde tot 3-5-1883 bij haar ouders te Utrecht toen zij van de Lange Louwerstraat 155 naar Maartensdijk vertrok. 82 Zij werd daar op 4-5-1883 ingeschreven in het/de? "DBR 9/304".83 Toen haar moeder Adriana Carolina Romviel zich op 4-5-1888 in Maartensdijk vestigde op het adres A nr. 115 werd Eleonora Christina Temminck als onderwijzeres daar op dezelfde dag ook ingeschreven. Per brief dd. 2 mei 1899 solliciteerde zij als onderwijzeres aan de openbare school te Maartensdijk met succes naar de vacante betrekking van onderwij zeres bij de gemeente Elburg. 84 Op 11-9-1899 werd zij uitgeschreven naar Elburg, 85 waar zij als hoofdbewoner ingeschreven werd op het adres Z-79 boven, wat op 26-1-1902 werd omgezet als inwonend. Op 15-7-1903 verhuisde zij weer als hoofdbewoner naar het adres N-43, vanwaar zij op 29-5-1908 vertrok naar Apeldoorn.86 Daar werd Eleonora Christina Temminck op 10-6-1908 ingeschreven als inwonend onderwijzeres op wachtgeld, maar zij vertrok weer op 11-12-1909 naar Hilversum.87 Een jaar later kwam zij op 22-12-1911 van uit Haarlem terug en zijn er daarna van haar als inwonende een viertal huisadressen in Apeldoorn bekend.88 Zij overleed in het ziekenhuis aan de Sprengenweg 68. 13. MARIA TEMMINCK, geb. IJsselstein 17-7-1866, ovl. IJsselstein 15-1-1867. VIc. LEONARDUS FREDERIK TEMMINCK, ged. Den Haag 14-11-1803 (Groote Kerk, get. Leonardus Temminck), controleur dir. belastingen en van het kadaster in de provincie Zuid-Holland, ovl. Rotterdam 16-4-1861, zv. Hendrik Christiaan Temminck en Maria Hester Meijer (generatie Vb). Leonardus Frederik Temmink, wonende Nieuwe Molstraat in Den Haag, had in 1822 zijn belijdenis des geloofs gedaan. Leonardus Frederik Temminck tr. 1x Rotterdam 13-1-1830 met JACOBA CELIA VALKENIER, geb./ged. Amsterdam 24/30-8-1797 (Oude Kerk [Bron: huwelijkspapieren, extract geboortebewijs]), ovl. Rotterdam
-5-
3-6-1831 (ovl. in het kraambed), dv. Gabriel Valkenier en Wilhelmina de Wilde. Leonardus Frederik Temminck vestigde zich in 1826 te Rotterdam. Hij was controleur der directe belastingen en van het kadaster in de provincie Zuid-Holland. In 1839 was hij brandmeester in wijk 8.89 Ook fungeerde hij als secretaris van het Rotterdamsche schilderkundig genootschap Hierdoor tot Hooger. Hij vervaardigde twee plattegronden, een van de stad Rotterdam en hare omstreken en een van de stad alleen. Deze werden gegraveerd door D. Veelwaard en Zonen en in 1839 te Rotterdam uitgegeven, de eerste bij van der Meer en Verbruggen, de tweede ter Kunstplaatdrukkerij van de wed. Koning en Brugman. Deze beide plattegronden werden in 1907 vanwege het Gemeentebestuur van Rotterdam gereproduceerd door Cornelis Immig en Zoon te Rotterdam en opnieuw uitgegeven.90 Uit het huwelijk van Leonardus Frederik Temminck en Jacoba Celia Valkenier: 1. MARIA WILHELMINA TEMMINCK, geb. Schiedam 12-6-1830, ovl. Rotterdam 27-7-1830. 2. MARIA WILHELMINA JACOBA TEMMINCK, geb. Rotterdam 30-5-1831, ovl. Rotterdam 9-6-1831. LEONARDUS FREDERIK TEMMINCK tr. 2x Rotterdam 18-5-1836 met JOHANNA WILHELMINA RUIJCHAVER, geb. Rotterdam 3-5-1802, ovl. Rotterdam 11-3-1873, dv. Jan Ruijchaver en Anthonetta Maarschalk. Leonardus Frederik Temminck en Johanna Wilhelmina Ruijchaver lieten ieder voor zich op 27-6-1836 te Rotterdam hun testament opmaken, waarin zij elkaar wederzijds als enige en algehele erfgenaam benoemden.91 NOTEN: Verkortingen gebruikt in de noten: Bev.Reg. - Bevolkingsregister CODA - Cultuur Onderwijs Documentatie Arnhem GAR - Gemeente Archief Rotterdam
HUA - Het Utrechts Archief te Utrecht NA - Nationaal Archief te Den Haag SAMH - Streek Archief Midden Holland te Gouda
1. NA. Toeg.nr. 2.13.62.11, inv.nr. 234 blz. 6 en toeg.nr. 2.13.62.1, inv.nr. 235 blz. 6. 2. NA. Toeg.nr. 2.13.06, inv.nr. 366 blz. 4 en inv.nr. 371 blz. 35. 3. NA. Toeg.nr. 2.13.06, inv.nr. 236, blz. 81 en 101. 4. NA. Toeg.nr. 2.13.06, inv.nr. 371, bld. 35. 5. Regionaal archief Gorinchem, Lidmatenregister Waalse kerk 1686-1825. 6. Regionaal archief Gorinchem, Lidmatenregister Hervormde Gemeente 1785-1840. 7. Regionaal Archief Dordrecht, Bev.Reg. Groot-Ammers, toegangsnummer 789, inv.nr. 28 blad 83. 8. Regionaal archief Gorinchem, Bev. Reg. Gorinchem 1850-1862, deel 2 blad 236. 9. Regionaal archief Gorinchem, Bev. Reg. Gorinchem 1862-1889, alfabetisch geordend. 10. Regionaal archief Gorinchem, Bev. Reg. Gorinchem 1862-1889, instellingen blad 14. 11. E-mail 25-11-2010 van Wim Huijsmans, gemeentearchief Kampen. 12. H. Ringoir, Vredesgarnizoenen van 1715-1795 en van 1815-1940, blz.61. 13. HUA, adresboek Utrecht 1878 en 1879-1880. 14. HUA, Bev.Reg. Breukelen-Nijenrode periode 1850-1860, deel 1 blad 234. 15. HUA, Bev.Reg. Maarssen periode 1850-1860 deel I blad 90. 16. HUA, Bev.Reg. Amersfoort periode 1862-1914 deel T. 17. HUA, Bev.Reg. IJsselstein periode 1860-1880 boek 2 blad 292a. 18. HUA, Bev.Reg.-Rhenen 1862-1889, wijk A blad 630. 19. HUA, Bev.Reg.-Utrecht 1870-1879, wijk M blad 1830. 20. HUA, Bev.Reg.-Utrecht 1870-1879, wijk M blad 1572. 21. HUA, Bev.Reg.-Utrecht 1880-1889, wijk H blad 283. 22. HUA, Bev.Reg.-Utrecht 1880-1889, wijk L blad 2204. 23. Gelders Archief, Bev.Reg. Elst, inv.nr. 517 blad 47. 24. Regionaal Historisch Centrum te Breukelen, Bev.Reg. De Bilt periode 1880-1890 deel 8 blad 238. 25. HUA, Bev.Reg. Maartensdijk-Dorp 1880-1900, deel 1 blad 267. Helaas zijn er geen overzichten bewaard gebleven van de omzetting naar de huidige straatnaamgevingen met huisnummeringen. 26. HUA, Bev.Reg.-Rhenen periode 1870-1879, wijk M blad 1830. 27. HUA, Bev.Reg.-Montfoort deel B nr. 237. 28. HUA, Bev.Reg.-Rhenen 1862-1889, wijk A blad 630. 29. NA. Toeg.nr. 2.13.07, Stamboek inv.nr. 674 bld. 189. 30. HUA, index Bev.Reg. 31. HUA, Bev.Reg.-Utrecht 1870-1879, wijk M blad 1572. 32. Marlou Schrover: Registratie van vreemdelingen in het bevolkingsregister (1850-1920). Artikel in Broncommentaren 5, uitgave: Instituut voor Nederlandse Geschiedenis Den Haag 2002.
-6-
33. Haags Gemeentearchief, Bev.Reg.-Den Haag 1880-1895. 34. Stadsarchief Breda, Bev.Reg.-Teteringen bladen 222 en 232. 35. Gemeentearchief Kampen, inv.nr. 1255-h regel 140. 36. HUA, overgeschreven uit het Dienstbaren Register Rhenen, blad 13. 37. HUA, Bev.Reg.-Rhenen 1862- 1889, blad 628. 38. HUA, Bev.Reg.-Rhenen 1890-1918, blad 1196. 39. NA - Centraal Testamentenregister. 40. NA - Centraal Testamentenregister. 41. HUA, overgeschreven van Bev.Reg. Rhenen 1862-1889, blad 630 naar Dienstbaren Register Rhenen, blad 29. 42. SAMH, Bev.reg. Gouda 1860-1880, wijk A deel 1. 43. HUA, Bev.Reg. Utrecht 1870-1879, wijk M blad 1572. 44. HUA, Bev.Reg. Utrecht 1880-1889, wijk H blad 283. 45. HUA-personeel NS: inv.nr. 150, stamboeknr. 637. 46. HUA-personeel NS: inv.nr. 59 bld.nr. 705. 47. Stadsarchief Amsterdam, Bev.Reg. Amsterdam 1890-1920, overgeboekte deel 173 blad 183. 48. Streekarchief Gooi en Vecht te Hilversum, Bev.Reg. Hilversum 1890-1920 deel H5 blad 887. 49. Regionaal Archief Rivierenland te Tiel, Bev.Reg. Tiel 1816-1939, registr.nr. 84 bld. 330. 50. Gemeentearchief Hengelo, Bev.Reg. gezinskaarten 1900-1938 Albert Hoolhorst. 51. GAR, Bev.Reg. Rotterdam gezinskaarten Hoolhorst. 52. DVD Regerings-Almanak van Nederlandsch-Indië, Nieuw adresboek respectievelijk 1910 ev. en 1921 ev. 53. GAR, toegangsnr. 676-deel 179, begraafregister Crooswijk periode 1927-1928 volgnr. 1236. 54. GAR, Bev.Reg. Rotterdam gezinskaart Albert Hoolhorst. 55. Gemeentearchief Hengelo, Bev.Reg. kostgangerskaart 1900-1938 Albert Hoolhorst. 56. GAA, Bev.Reg. gezinskaart Clasinus Pieter Evert Hoolhorst. 57. GAR, toegangsnr. 676-deel 182, begraafregister Crooswijk periode 1933-1934 volgnr. 1232. 58. HUA, Bev.Reg. Utrecht periode 1890-1899, wijk H blad 274. 59. Streekarchief Bommelerwaard, Bev.Reg.-Zaltbommel 1881-1893, wijk D blad 6. 60. HUA, Bev.Reg.-Utrecht periode 1880-1889, wijk I blad 3679, zonder een verwijzing naar eerder woonadres. 61. HUA, Bev.Reg.-Utrecht 1890-1899, wijk I blad 3679. 62. HUA, Huwelijksbijlage aktenr. 247, afgegeven 20 april 1896 door de Commissaris der Koningin van de provincie Utrecht. 63. HUA, Dienstbaren Register Rhenen 1862-1889, blad 29. 64. HUA, Bev.Reg.-Utrecht 1880-1889, blad 2204. 65. Achterhoeks Archief, Bev.Reg. Lichtenvoorde blad nr. 169. 66. HUA, Bev.Reg.-Utrecht 1890-1899, blad 3679. Nazoekingen in het gemeentearchief van Haarlem hebben geen aanvullende informatie opgeleverd. 67. HUA, Bev.Reg Maartensdijk periode 1880-1900 blad 149. 68. Haags Gemeentearchief, Bev.Reg. -Den Haag, periode 1880-1895, deel 124 blad 89. 69. Haags Gemeentearchief, Bev.Reg. -Den Haag, periode 1880-1895, deel 44 blad 78. 70. Haags Gemeentearchief, Bev.Reg.-Den Haag, periode 1896-1913, deel 94 bladen 3 en 27. 71. HUA, Bev.Reg.-Utrecht 1890-1899, blad 3679. 72. HUA, Bev.Reg.-Maartensdijk periode 1880-1900 blad .58. 73. Persoonskaart. 74. HUA, Bev.Reg. Utrecht 1880-1889, wijk H blad 274. 75. HUA, Bev.Reg. Kockengen 1860-1890, respectievelijk bladen 213, 17 en 33. 76. Streekarchivariaat Noordwest-Veluwe, Gemeente Elburg correspondentie 1895, blad 55. 77. HUA, Bev.Reg. Kockengen 1890-1925, blad 29. 78. Streekarchivariaat Noordwest-Veluwe, Bev.Reg. Elburg 1900-1920, boek V blad 278, respectievelijk boek IV blad 192. 79. Streekarchivariaat Noordwest-Veluwe, Nieuws- en advertentieblad voor Elburg, Hattem, enz., respectievelijk dd. 6-1, 10-1 en 2-3-1912. 80. Streekarchivariaat Noordwest-Veluwe, Bev.Reg. Elburg, het register L t/m Z over de periode 1920-1930 ontbreekt. En in Driebergen gaven de bevolkingsregisters geen informatie over zijn aanwezig aldaar. 81. HUA, Bev.Reg. Amerongen (1914) 1916-1930, blad 59. 82. HUA, Bev.Reg. Utrecht 1890-1899, wijk H blad 274. 83. De betekenis van DBR 9/304 kon niet achterhaald worden. Noch in Het Utrechts Archief, noch in het Bev.Reg. Maartensdijk in het Streekarchief Vecht en Venen te Breukelen. 84. Streekarchivariaat Noordwest-Veluwe, Gemeente Elburg correspondentie 1899. 85. HUA, Bev.Reg. Maartensdijk 1880-1900, deel 1 blad 267. 86. Streekarchivariaat Noordwest-Veluwe, Bev.Reg. Elburg 1900-1920, boek IV blad 191, respectievelijk boek I blad 4 en vervolgens weer boek IV blad 191.
-7-
87. CODA, gemeente archief Apeldoorn, Bev.Reg. deel 117 bladen 67 en 134. 88. CODA, gemeente archief Apeldoorn, Bev.Reg. deel 90 blad 184, deel 111 blad 147, deel 119 blad 110 en deel 127 blad 69. 89. Algemeen Nederlandsch Familieblad jrg. 1884, blz. 3. 90. Bronnen voor de geschiedenis van Rotterdam: Plattegronden van Rotterdam uit de XVIde en XIXde eeuw. 91. GAR, Nieuw Notarieel Archief toegangsnr. 314, inv.nr. 594 blad 313 en blad 316.
-8-