Accenten verschijnt twee keer per jaar en is bestemd voor de medewerkers van CVO die betrokken zijn bij de zorg voor leerlingen. Via Accenten wil Accent Onderwijsondersteuning de medewerkers op de hoogte brengen van de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van onderwijs en zorg. Graag willen we ook de praktijkervaringen van scholen opnemen die voor anderen interessant kunnen zijn. Schroom niet om verhalen te sturen of ontwikkelingen aan te kaarten.
In dit nummer onder meer:
2
‘Mooi om te zien dat het praktijkonderwijs zich in tien jaar tijd zo enorm heeft ontwikkeld’.
4
Onderwijs voor leerlingen die geen vmbo-diploma kunnen halen.
5
Wijkrestaurant ‘De Eetsalon’ in de school
6
Passend Onderwijs en Decentralisatie van de Jeugdzorg
6
Toeleiding naar jeugdhulp vanuit voortgezet onderwijs
8 Ouderbetrokkenheid 9 Arie Kooyman geridderd 10 Enkele nieuwe producten
Redactie: Hanneke Visser Ron van Rossum Redactieadres: Accent Onderwijsondersteuning Postbus 84017 | 3009 CA Rotterdam Tel. 010 - 2099926 | Fax 010 - 2095640 E-mail:
[email protected]
Periodieke uitgave van Accent Onderwijsondersteuning te Rotterdam • Jaargang 2013-2014 / nr. 2 / juni 2014
VA N D E R E D AC T I E Geachte lezer, In deze uitgave maakt u nader kennis met Jacqueline Bevaart, inmiddels ruim een half jaar in dienst als lid van de algemene directie van Accent. Hoe ervaart zij haar werk bij Accent tot nu toe? Verder komt het praktijkonderwijs in beeld door een bijdrage van Marlene de Groot, vestigingsleider van Accent Centrum en een beschrijving van een bijzondere samenwerking tussen Accent Capelle en de wijk. Renate de Wit (sinds april senior beleidsadviseur
bij het CVO-bureau) informeert u over de wijze waarop in Rotterdam de aansluiting tussen passend onderwijs en de decentralisatie van de Jeugdzorg wordt vormgegeven. Ook vindt u o.a. informatie over ons aanbod. Meer kunt u vinden op onze website: www.accentonderwijsondersteuning.nl Veel leesplezier. Hartelijke groet, Ron van Rossum
Succesvolle training dyslexiecoach Zo snel mogelijk doelgericht op school aan de slag. Met dat doel voor ogen is door Accent Onderwijsondersteuning een training tot dyslexiecoach ontwikkeld. En met succes! In de maanden februari en maart zijn zes docenten van de Melanchthonvestigingen Kralingen, Mathenesse en Prinses Irene getraind tot dyslexiecoach. Als kartrekkers binnen de school zullen zij het bestaande taalbeleid uitbreiden door extra aandacht te vragen voor technisch lezen en (niet-werkwoord) spelling. Tijdens drie bijeenkomsten is besproken hoe beleid rond dyslexie ingebed kan worden in het bestaande taalbeleid op school. Er is ingegaan op het ontdekken van ernstige lees- en spellingsproblemen bij leerlingen, het organiseren van extra ondersteuning op school en het coachen van de leerlingen. Alles praktisch
en direct toepasbaar in de eigen school. De cursus heeft geleid tot een concreet stappenplan waarin dyslexiescreening, onderzoek en passende begeleiding een plek krijgen binnen de organisatie van de school. De dyslexiescreeningen en onderzoeken zijn inmiddels gedaan en er is enthousiasme over de onderlinge samenwerking. Samen zijn we doelgericht op school aan de slag, zodat ook leerlingen met een ernstig leesprobleem passend taalonderwijs kan worden geboden. Voor meer info: Inge Griffioen
[email protected]
“Concreet aan de slag, duidelijk, toepasbaar en behapbaar, gericht op eigen locatie/beleid” G. Römer Decaan/Taalcoördinator Melanchthon Kralingen
J A A R G A N G 2013 /2014 • N U M M E R 2 • PAG I N A 2
JAARGANG 2013 /2014 • NUMMER 2
‘Mooi om te zien dat het praktijkonderwijs zich in tien jaar tijd zo enorm heeft ontwikkeld’ In gesprek met Jacqueline Bevaart, lid van de algemene directie van Accent. Je bent sinds 1 november 2013 in dienst als lid van de algemene directie van Accent. Wat is je opgevallen? Het eerste half jaar leverde voor mij nieuwe inzichten in het praktijkonderwijs op. Ik kende het praktijkonderwijs van tien jaar geleden, met de betrokkenheid en de bevlogenheid van de mensen die er werken, maar er is heel veel veranderd. Bijvoorbeeld de leerlijnen rekenen en taal met geschikte materialen, portfolio’s en het werken met branchecertificaten. Men is veel doelgerichter en vol ambitie aan het werk om de leerlingen voor te bereiden op de arbeidsmarkt of evt. vervolgonderwijs. Er zijn grote stappen gemaakt en praktijkonderwijs is beslist volwassener geworden in die tien jaar. Het is een uitdaging om met ouders en leerlingen te werken aan een realistisch uitstroomperspectief; arbeid. De toelating tot een ROC wordt momenteel steeds moeilijker, want de criteria zijn aangescherpt. De voorbereiding op de arbeidsmarkt zal voor meer leerlingen het doel worden van het praktijkonderwijs. Ik vind het een belangrijke taak van onze scholen om met leerlingen te werken aan realistische verwachtingen en hierover duidelijk, vroegtijdig en consequent te communiceren met ouders. En de andere onderdelen van Accent? Het avondonderwijs voor volwassenen met een beperking was voor mij nieuw. Mooi dat het al zo lang bestaat in Rotterdam. Deze doelgroep van mensen die afkomstig zijn uit het praktijkonderwijs en het onderwijs aan zeer moeilijk lerenden heeft het recht om zich te blijven ontwikkelen. Helaas zien we dat de subsidie onder druk staat en steeds weer aantoonbaar gemaakt moet worden dat het onderwijs aan deze deelnemers ook onderwijs is en geen dagbesteding. Mogelijk kunnen we voor de leerlingen uit het praktijkonderwijs die wellicht minder kansen krijgen op de ROC’s , vanuit de nazorg avondonderwijs bieden om hun verdere kansen te optimaliseren. Een samenwerking met bijvoorbeeld de Pameijer Stichting kan er wellicht toe leiden dat leerlingen van de avondschool met een lager niveau toch begeleid kunnen blijven worden in hun verdere ontwikkeling. Het expertisecentrum van Accent kende ik ook nog niet. Wel was ik bekend met de ambulante dienst van Yulius, ook een expertisecentrum. Ik zie duidelijk het belang van ons expertisecentrum voor CVO en voor Accent. De medewerkers van het expertisecentrum kennen de scholen en kunnen op basis van partnerschap kennis en ervaring beschikbaar stellen en met de scholen zoeken naar antwoorden op hun vragen. Er is veel kwaliteit en ervaring in huis. De onderwijsopvangvoorziening kende ik goed vanuit mijn vorige werk bij Yulius. Toch is elke onderwijsopvangvoorziening weer anders georganiseerd. Het bijzondere aan de OOVR van
Accent is de nauwe samenwerking met de jeugdhulpverleners van Stek. Zorg en onderwijs, aan leerlingen die tijdelijk niet in het regulier onderwijs kunnen verblijven, worden op een goede manier geïntegreerd aangeboden. Helaas kent CVO zwaar weer v.w.b. de financiën, Accent ook. Ik viel met mijn neus in de boter, er moet gewerkt worden aan het financieel gezond maken van de organisatie. We zoeken naar maatregelen om het tij te keren en houden alles tegen het licht om gezond verder te kunnen gaan. Ik wil in dat proces zorg dragen voor tijdige en volledige communicatie om medewerkers die het betreft zo transparant mogelijk te informeren over de te zetten stappen. Wat is er te vertellen over de taakverdeling met Jan van Dijk binnen de algemene directie? Veel taken en verantwoordelijkheden lopen door elkaar heen. De ‘hardere kant’ zoals de financiën en de huisvesting zijn met name de portefeuilles van Jan van Dijk. Bij een aantal zaken is een integrale benadering nodig. Daarin treden wij samen op. Personeelszaken kun je bijvoorbeeld niet los zien van de inrichting van de formatie bij de begroting. Eigenlijk is er niet één portefeuille die helemaal bij Jan of bij mij ligt. Mijn voornaamste taken en verantwoordelijkheden liggen op het terrein van personeel, onderwijs, deskundigheidsbevordering, kwaliteitsontwikkeling, OPDC-ontwikkeling en externe
• PAG I N A 3
contacten zoals met Koers VO en het overige praktijkonderwijs, naast onze eigen scholen. Dat betekent ongetwijfeld veel voor jullie samenwerking. Klopt. En dat verloopt heel plezierig gelukkig. Veel afstemming is nodig en we slagen er goed in om zorgvuldig vanuit verschillende invalshoeken met de ontwikkelingen om te gaan, ieder met zijn/haar kwaliteiten. Met het zoeken naar effectieve oplossingen voor de financiële situatie van de organisatie, kijken wij als algemene directie ook naar onze eigen rollen en taken. Is het op termijn nog nodig dat de algemene directie bestaat uit twee personen of kan dat met het veranderen van Accent ook een algemeen directeur worden, met integraal verantwoordelijke vestigingsleiders? Er is nog geen panklaar antwoord op te geven, er zijn nu veel ontwikkelingen tegelijkertijd, maar bij alle afwegingen die we maken, schuwen we niet ook kritisch naar de directievoering te kijken. Belangrijk vind ik het dat er binnen ons verantwoordelijke werk ook plaats is voor humor. Relativeren is m.i. gezond om zaken niet zwaarder te maken dan nodig is. Gelukkig vind ik dat ook bij Accent. Accent kent een prettige bedrijfscultuur. Het arbeidsethos van de mensen is groot en men voelt zich verbonden bij de organisatie. Daar voel ik mij bij thuis, ik heb het erg naar mijn zin. Je levert je bijdrage aan de totstandkoming van een OPDC (orthopedagogisch didactisch centrum) waar de huidige OOVR in ondergebracht zal gaan worden. Wat kun je daar over vertellen? CVO is momenteel samen met LMC en BOOR bezig met de voorbereiding van een stichting OPDC, waar de medewerkers van de huidige OOVR-locaties vanuit de betrokken besturen naar zullen worden gedetacheerd. We richten ons op versterking van de belangen, eenheid in beleid, thuisnabij onderwijs, gericht op doelgroepen. Koers VO wordt de inkoper van de leerlingplaatsen bij het OPDC. De vijf huidige OOVR-locaties worden centraal aangestuurd en komen te vallen onder een stichtingsbestuur. We inventariseren op dit moment wat er nu is en wat de consequenties zijn om
PRAKTIJKONDERWIJS AV O N D S C H O O L ONDERWIJSONDERSTEUNING O N D E R W I J S O P VA N G
D E R D E
E T A G E
te voldoen aan de eisen die er gesteld zijn aan een OPDC. De stichting zou op 1 augustus 2014 gevormd moeten worden. Op dat moment verandert er nog niet veel, maar de verwachting is dat er een doelgroepverschuiving zal plaatsvinden in de OPDC. Zo zal de thuiszittersproblematiek naar verwachting behoorlijk de aandacht vragen van het samenwerkingsverband en zal het oneigenlijk gebruik van OPDC plaatsen aangepakt worden. Of dit op termijn zal leiden tot een vermindering van het aantal plaatsen OPDC is nog maar de vraag. Er moet bij Accent bezuinigd worden; gaat dat ten koste van de kwaliteit van ons onderwijs? Ik geloof er in dat dingen in ons onderwijs efficiënter geregeld kunnen worden. We moeten veel en de middelen zijn soms beperkt, dat vraagt van ons creatieve manieren om naar het werk te kijken. Ik vind het een misvatting dat je alleen maar kwaliteit kunt leveren als je veel mensen en tijd inzet. De onderwijskwaliteit wordt bepaald door de kwaliteit van de medewerkers, niet door de kwantiteit. De ontwikkeling van onze medewerkers vind ik daarom van groot belang om de kwaliteit van ons onderwijs te behouden of te verbeteren. Bezuinigen mag m.i. dan ook niet ten koste gaan van de ontwikkeling van medewerkers. Het bewustzijn hiervan vind ik erg belangrijk. Daarnaast kunnen zaken vaak ook geregeld worden zonder er oeverloos over te praten in verschillende gremia. Het is de kunst de gremia met elkaar in contact te brengen en zo meer efficiëntie te bereiken en zaken niet dubbel te doen. Verbindingen maken dus, zowel binnen de organisatie als daarbuiten. Misschien heeft het ook wel met een van mijn eigenschappen te maken. Ik ben van nature wat ongeduldig en houd bijvoorbeeld niet van vergaderen om het vergaderen, het moet wel functioneel zijn, liefst niet te lang. Vaak komt goede interactie tussen mensen tot stand als zij met elkaar in contact worden gebracht in een praktijksituatie, over elkaars werk praten of elkaar dingen laten zien in de praktijk. En er is enthousiasme en vakmanschap genoeg in onze scholen om van te leren! (Ron van Rossum)
J A A R G A N G 2013 /2014 • N U M M E R 2 • PAG I N A 4
JAARGANG 2013 /2014 • NUMMER 2
Onderwijs voor leerlingen die geen vmbo-diploma kunnen halen.
Wijkrestaurant ‘De Eetsalon’ in de school Op 7 april j.l. is, na jaren praten, netwerken en lobbyen, een pilot gestart met een wijkrestaurant op Accent Capelle. Het Algemeen Dagblad schreef op vrijdag 11 april:
Marlene de Groot werkt als vestigingsleider op Accent Centrum, school voor praktijkonderwijs. Wat inspireert haar?
Burgemeester opent eetsalon.
Capelle aan den IJssel is een nieuw restaurant rijker. Burgemeester Frank Koen opende op 10 april op het adres Wisselspoor 2 in Capelle Eetsalon Schollevaar. Het speciale van dit restaurant is dat het wordt gerund door horecaleerlingen van Praktijkonderwijs Accent Capelle. Het leerelement is dat de leerlingen op deze manier “leren in de echte wereld”. Maar dat is niet het enige: de leerlingen koken in deze pilot van 8 donderdagen voornamelijk voor wijkbewoners die in Schollevaar wonen.
‘In 2000 heb ik de overstap gemaakt van cluster 4-onderwijs naar het praktijkonderwijs. Van leerlingen met gedragsproblemen, die daardoor vaak niet aan leren toekomen, naar leerlingen met leerproblemen. Er wordt wel gezegd dat op het praktijkonderwijs ook leerlingen met gedragsproblemen zitten. Dat klopt. Maar deze problemen komen door de cognitieve beperking van de leerlingen. Praktijkonderwijs is een vorm van Voortgezet Onderwijs. Leerlingen in het praktijkonderwijs zijn wel allemaal zorgleerlingen. Een hele kwetsbare doelgroep. Om als leerling geplaatst te worden in het praktijkonderwijs, moet je voldoen aan de volgende criteria. Intelligentie tussen 55 en 80 en leerachterstanden van drie jaar of meer op tenminste twee van de vier leerdomeinen Technisch lezen, Begrijpend lezen, Spelling, Inzichtelijk rekenen. Daarnaast kan er nog wel eens sprake zijn van sociaal-emotionele problematiek. Dat is de zakelijk kant van het verhaal. Op een school voor praktijkonderwijs komen dus leerlingen, die het niveau van eind groep 4 van het basisonderwijs niet gehaald hebben. Niet omdat zij hun best niet doen of slecht onderwijs hebben gekregen, maar gewoon omdat het niveau van onderwijs te hoog is. Voor deze kinderen is het nodig dat er onderwijs gegeven wordt op hun eigen niveau, in kleine groepen, door betrokken docenten, in een veilige omgeving. Op school wordt gewerkt aan het vergroten van de eigenwaarde van de leerlingen en bereidt men hen voor op een passende plek in de maatschappij. Wat een passende plek is, kan per leerling verschillen. Er wordt veel les in de praktijk gegeven. De theorielessen zijn ondersteunend aan de praktijkvakken. In 2005 heb ik een reis door Noord-India gemaakt met mijn (bijna volwassen) kinderen. Op doorreis belandden wij op een treinstation. Daar zouden wij moeten overstappen op een andere trein. Ik reis in Nederland ook regelmatig met de trein, dus maakte ik mij geen zorgen. Overal waren informatieborden. Helaas alleen in het Hindi. Dan maar vragen. Ieder sprak vloeiend Hindi. Wij niet. Ik kan u vertellen, dat is geen fijn gevoel. Ineens realiseerde ik me dat een leerling van het praktijkonderwijs zich vaak zo moet voelen. Je snapt niets van de wereld om je heen. Mensen gaan steeds harder tegen je praten, net alsof je het dan ineens wel begrijpt. Je wilt iets vragen, maar niemand begrijpt wat je nu bedoelt. “Help! Hoe kom ik hier weg!” Daar in India ben ik me eigenlijk pas echt gaan realiseren welke
• PAG I N A 5
wat mede komt door het informele en laagdrempelige karakter van het ‘wijkrestaurant’. De leerlingen, die zelf koken, verzorgen de menu’s en serveren de gerechten ook uit. Een mooie combinatie ; voor ouderen om sociale contacten te onderhouden en voor de leerlingen om in de praktijk om te leren gaan met complimenten en klachten. Het project wordt ondersteund door het internationaal Vrouwennetwerk Schollevaar, de dames treden onder andere op als gastvrouw. Daarnaast is er een samenwerking met een horecabedrijf vanuit Dordrecht, die een kelner aanbiedt om de leerlingen de bedieningsvaardigheden aan te leren. De toekomst van Wijkrestaurant zal binnenkort besproken worden. Al met al hebben we kunnen ervaren, dat er veel animo is voor het wijkrestaurant. Schollevaar begint Accent Capelle steeds meer te ontdekken. Renee van der Spoel Docent Horeca Accent Capelle
‘Wall of fame’ in de kantine van de bovenbouw. belangrijke taak er voor het praktijkonderwijs is weggelegd. Ik heb een gereedschapskist vol met instrumenten om mij in heel veel situaties staande te houden. Op school geleerd, van thuis meegekregen. In 2009 volgden in Rotterdam 1600 leerlingen praktijkonderwijs (bron: folder Koers-VO). 1600 leerlingen, die ons nodig hebben om ook hun gereedschapskist te vullen met gereedschap om een passende plaats in de maatschappij te verwerven. 1600 leerlingen, die niet in staat zijn een VMBO-diploma te halen. Niet omdat ze geen huiswerk willen maken, of hun best niet doen. Leerlingen waaraan je niet ziet dat zij een licht verstandelijke beperking hebben. Leerlingen voor wie veel dingen die voor de meeste mensen “gewoon” zijn al heel ingewikkeld zijn. Leerlingen, die misschien wel hun hele leven een beroep moeten doen op anderen om hun verworven gereedschap te kunnen gebruiken. Maar leerlingen die net als ieder ander waardering willen krijgen voor de dingen die ze wel kunnen.’ Marlene de Groot, vestigingsleider Accent Centrum
Burgemeester Frank Koen van Capelle opent de Eetsalon Bij introductie van dit plan tijdens de Nieuwjaars borrel van het WOP (wijkoverlegplatform) Schollevaar bleek grote belangstelling voor het wijkrestaurant. De pilot is mogelijk gemaakt door een onderbouwd financieel plan in te dienen bij het WOP. Mede hierdoor hebben we met de aangeschafte middelen de aula van de school kunnen inrichten tot restaurant. Het concept is eenvoudig. Buurtbewoners die wat extra gezelligheid behoeven, sociale contacten willen hebben of gewoon buiten de deur willen eten kunnen in het ’restaurant’ van de school terecht tegen een schappelijke prijs. Het onderwijsprogramma past prima in dit initiatief om leerlingen vanuit de praktijk te begeleiden naar de arbeidsmarkt. De leerlingen kunnen met branche-certificaten en met deeldiploma’s van de Stichting Vakopleiding Horeca (SVH) of het niveau 1 diploma horeca-assistent de school verlaten. Bovendien stimuleert het project de samenwerking tussen school en maatschappij ( de wijkbewoners). De opzet is dan ook dusdanig dat iedereen zich thuis moet voelen,
J A A R G A N G 2013 /2014 • N U M M E R 2 • PAG I N A 6
JAARGANG 2013 /2014 • NUMMER 2
Passend Onderwijs en Decentralisatie van de Jeugdzorg CVO zoekt, samen met andere Rotterdamse schoolbesturen, proactief naar de aansluiting van het onderwijs op de Jeugdhulp De decentralisatie van de Jeugdzorg naar de Sinds april 2014 ben ik niet gemeente per januari 2015 en de invoering meer werkzaam bij Accent van passend onderwijs per augustus 2014 Onderwijsondersteuning, maar heeft in Rotterdam geleid tot intensieve werk ik als senior beleidsadviseur en zinvolle discussies tussen het onderwijs, bij het CVO bureau. Hier houd de gemeente, het Servicepunt SMW, ik me onder andere bezig met aanbieders van schoolmaatschappelijk de aansluiting van passend werk (SMW) en het CJG. In deze gesprekken onderwijs op de decentralisatie staat de aansluiting van ondersteuning van van de Jeugdzorg. Via Accenten jongeren op school en de jeugdhulp vanuit wil ik u informeren over de Rotterdamse wijkteams centraal. doelen die we bereikt hebben Vanuit een gezamenlijke ambitie en voor de Rotterdamse situatie. gedeelde uitgangspunten is een eerste Renate de Wit aanzet gemaakt tot samenwerkingsafspraken voor scholen en wijkteams. Daar waar meer of andere hulp nodig is dan school de jongere of het gezin kan bieden, komt het wijkteam in beeld en werken school en
wijkteam in elkaars verlengde. Tevens heeft een herijking van de positie en de rol van het SMW plaatsgevonden: in Rotterdam is de SMW-er, vanuit de school, de verbindende schakel naar de jeugdhulp die door de gemeentelijke wijkteams wordt geboden. De eerste afspraken die tussen de Rotterdamse schoolbesturen en de gemeente Rotterdam zijn gemaakt staan in onderstaande factsheet weergegeven (tevens te vinden via www.rotterdam.nl/ onderwijsenjeugdhulp). Op dit moment en in de komende periode worden deze afspraken verder in detail uitgewerkt. Renate de Wit senior beleidsadviseur CVO
Toeleiding naar jeugdhulp vanuit voortgezet onderwijs De invoering van passend onderwijs en de decentralisatie van de jeugdzorg naar de gemeenten vraagt om samenwerking tussen het onderwijs, gemeenten en zorgaanbieders. Om het Rotterdamse onderwijs en het Nieuw Rotterdams Jeugdstelsel (NRJ) met elkaar te verbinden, zijn afspraken gemaakt door FOKOR, gemeente Rotterdam, Servicepunt schoolmaatschappelijk werk en het Centrum voor Jeugd en Gezin. In deze factsheet staan de afspraken op een rij.
Aanspreekpunt vanuit de school en vanuit het wijkteam
Vanuit de school zijn de schoolmaatschappelijk werker (SMW’er), de jeugdverpleegkundige (JVK) en de zorgcoördinator voortgezet onderwijs (VO) de centrale schakels voor afstemming over zorg op school. De SMW’er schakelt naar de wijkteams, als aard en ernst daartoe aanleiding geven. Met de invoering van het NRJ wordt de rol van de JVK herijkt. Het aanspreekpunt voor de school binnen het wijkteam bij de melding is de voorman. Op het moment dat hulp is ingezet, is de casusregisseur het aanspreekpunt. Er vindt nauw overleg plaats tussen de casusregisseur en de betrokken professional vanuit de school voor afstemming en voortgang.
Voortgezet onderwijs
Stappenplan voor het voortgezet onderwijs 1. Bij de bepaling van de ernst en zwaarte van de problematiek en de benodigde hulp maakt de school gebruik van hetzelfde risicotaxatie/ vraaganalyse-instrument dat de jeugd- en gezinscoaches in de wijkteams gebuiken.
• PAG I N A 7
De school is verantwoordelijk voor de deskundigheidsbevordering van de SMW’ers. 2. Als het schoolondersteuningsteam en/of het zorgadviesteam (ZAT), in overleg met ouder of jongere voorziet dat jeugdhulp nodig is, neemt de SMW’er in afstemming met de zorgcoördinator en JVK (telefonisch) contact op met de voorman van het wijkteam van de wijk waar de jongere woont. 3. De voorman in het wijkteam zet de casus uit en wijst een jeugd-en gezinscoach aan als casusregisseur. 4. De casusregisseur maakt een afspraak met de jongere, ouders en de school (zorgcoördinator, JVK of SMW’er). 5. Tijdens dit gesprek tussen jongere, ouders, de casusregisseur vanuit het wijkteam en de zorgcoördinator, JVK of SMW’er, komen ook onderwijsdoelen aan de orde en worden afspraken gemaakt over de samenwerking en een integraal plan. SMW Extra uren Vanuit het VO schakelt de SMW’er met het wijkteam uit de wijk waar de jongere woont. Wanneer de locatie te maken heeft met een hoge caseload, verspreid over meerdere Rotterdamse wijkteams, dan kan aanspraak gemaakt worden op de SMW Extra uren. Het gaat hierbij niet om extra formatie of bekostiging, maar om flexuren die alleen in afstemming met de gemeente worden ingezet. Aan de hand van een analyse wordt voor de scholen een richtlijn opgesteld voor aanspraak op SMW Extra uren. SMW-poule per gebied De Rotterdamse schoolbesturen stellen op basis van de gebiedsindeling van Koers VO een SMWoverzicht beschikbaar voor de wijkteams. De SMW’ers vormen hiermee per gebied een poule die vijf dagen per week bereikbaar is voor het wijkteam.
Stappenplan voor het wijkteam
1. Ouders zijn als eerste aan zet om de school te informeren over betrokkenheid en inzet van het wijkteam. De jeugd- en gezinscoach maakt dit in het eerste gesprek met ouders duidelijk. 2. In afstemming met de ouders of leerling neemt de jeugd- en gezinscoach van het wijkteam vervolgens contact op met de SMW’er om de school te informeren, informatie in te winnen en - afhankelijk van de problematiek - een afspraak te maken voor een gesprek. De SMW’er stemt dit af met de IB’er (PO) of de zorgcoördinator (VO). 3. Tijdens het eerste gesprek tussen kind/jongere, ouders, de jeugd- en gezinscoach van het wijkteam, de SMW’er (of JVK) en eventueel de intern begeleider (PO) of zorgcoördinator (VO) komen ook onderwijsdoelen aan de orde en worden afspraken over samenwerking, een integraal plan en casusregie gemaakt. Het uitgangspunt is dat de jeugd- en gezinscoach van het wijkteam de casusregisseur is. Alleen als
het zwaartepunt van de problematiek in de schoolsituatie ligt, blijft de regie op school.
Hulpverlenings- en ondersteuningsplan
Het format van het hulpverleningsplan SMW is overdraagbaar naar het wijkteam en maakt onderdeel uit van het ondersteuningsplan van het wijkteam. Het ondersteuningsplan is gekoppeld aan het informatieplatform van het NRJ.
Eén integraal plan
Het ondersteuningsplan van het wijkteam is een integraal plan, met ruimte voor de verschillende leefgebieden: thuis, school, vrije tijd. De SMW’er is in afstemming met school verantwoordelijk voor het vullen van het leefgebied school. Het ondersteuningsplan is gekoppeld aan het informatieplatform van het NRJ.
Evaluatie
De school, SMW-aanbieders en het wijkteam evalueren jaarlijks de samenwerking op procesen inhoudsniveau. De analyses en de hieruit voortvloeiende conclusies worden op bestuurlijk niveau besproken. In het ontwikkelen, uitzetten en verwerken van de evaluaties is een rol weggelegd voor het Servicepunt Schoolmaatschappelijk Werk.
Diagnostisch onderzoek
Als vanuit de schoolondersteuningsroute van het PO en VO blijkt dat de problematiek niet alleen onderwijsgerelateerd is, wordt na beoordeling door en in afstemming met het wijkteam, een diagnostische vraag bij het consultatie- en diagnoseteam neergelegd. Het doel is dat de specialisten uit het consultatieen diagnoseteam en het onderwijs tot een integrale aanpak en advies komen en in samenspraak vaststellen welke vorm van jeugdhulp en welk onderwijstraject passend is.
J A A R G A N G 2013 /2014 • N U M M E R 2 • PAG I N A 8
JAARGANG 2013 /2014 • NUMMER 2
• PAG I N A 9
Op donderdag 2 oktober 2014 is Accent voornemens om, i.s.m. de medewerkers ouderbetrokkenheid van CVO, een bijeenkomst te organiseren voor mentoren om van elkaars ervaringen te leren m.b.t. ouderbetrokkenheid. (15.30-17.00 u.) leerlingen volgen een apart traject om goed voorbereid te zijn op hun ondersteunende rol tijdens de verdere opleiding van hun kinderen.
Effect: toenemend partnerschap
Uitbreiding schoolmaatschappelijk werk in eigen dienst van CVO Sinds januari 2013 zijn de schoolmaatschappelijk werkers van de Rotterdamse vestigingen van CVOscholen niet meer in dienst van Flexus Jeugdplein, maar van ons eigen schoolbestuur. Behalve op de scholen voor praktijkonderwijs van Accent en Calvijn de Meerpaal. Vanaf 1 augustus 2014 zullen ook deze scholen een schoolmaatschappelijk werker in dienst van CVO hebben. Zij zijn afkomstig van Stichting MEE.
In Rotterdam is in de periode 2010 - 2014 veel veranderd als het gaat om betrokkenheid van ouders bij de schoolloopbaan van hun kinderen. Een meerderheid van de ouders in het po en vo geeft aan dat ze de afgelopen drie jaar door de school meer worden betrokken worden bij het onderwijs aan hun kinderen (Waarderingsonderzoek Beter Presteren, Kenniswerkplaats Rotterdams Talent 2013). De inzet van scholen heeft dus voor veel ouders geleid tot merkbare effecten.
Kansen voor het nieuwe onderwijsbeleid
Ouderbetrokkenheid Uit: Voorjaarsrapportage Beter Presteren gemeente Rotterdam 2014.
‘Betrokken ouders, ambitie en aanpak
Meer leertijd, professionele scholen en betrokken ouders zijn de pijlers van het programma Beter Presteren van de gemeente Rotterdam. Betrokken ouders dragen bij aan de onderwijsresultaten van hun kinderen. Keer op keer bewijzen onderzoeken het belang van betrokken ouders voor de taalontwikkeling, de motivatie, het zelfvertrouwen en het schoolsucces van leerlingen. In het programma Beter Presteren is de afspraak gemaakt dat alle scholen investeren in een gelijkwaardig, educatief partnerschap met ouders en hen stimuleren tot effectief onderwijsondersteunend gedrag. De school is hierbij de eenheid van verandering. Dit wil zeggen dat de school op basis van een analyse van de eigen specifieke situatie bepaalt welke interventie het meest bijdraagt aan een versterking van de ouderbetrokkenheid. De aanpak binnen het project is vastgesteld met mensen uit het po, vo en mbo, vertegenwoordigers van de schoolbesturen en met de afdeling Onderwijs.
Resultaat
Voortgezet onderwijs n Handvaten ontwikkeld door de Hogeschool Rotterdam; op een kwart van de vo-scholen geïmplementeerd; nulmeting
op 10 andere vo-scholen; Best practices, filmmateriaal en uitwisseling op een werkconferentie hebben verdere ontwikkeling gestimuleerd. n Er is een start gemaakt met het combineren van ouderbetrokkenheid met loopbaanleren, in samenspraak met het programma Aanval op Uitval. Pilot op vier scholen breder gedeeld. n Op vier gymnasia zijn ‘Talentklassen’ gestart voor leerlingen van groep 8 uit achterstandswijken. De ouders van deze
Er is nog veel meer winst uit ouderbetrokkenheid te halen! Het blijft van belang scholen een steun in de rug te bieden bij het zoeken naar de juiste manieren om de samenwerking met ouders vorm en inhoud te geven. Er zijn goede vorderingen gemaakt, maar er is nog veel groei mogelijk. Die verdere ontwikkeling kan worden gestimuleerd door in te zetten op: n De aansluiting bij moeilijk bereikbare ouders / laaggeletterde ouders; n De implementatie van een geïntegreerde aanpak van loopbaanoriëntatie en ouderbetrokkenheid; n Het vinden van geschikte vormen om ouders van mbostudenten te betrekken; over dit onderwerp is een artikel en een bundel met inzichten tot nu toe gepubliceerd.’
Arie Kooyman geridderd De burgemeester van Barendrecht, Jan van Belzen, heeft op 25 april j.l. Arie Kooijman benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Arie Kooyman begon al in zijn tienerjaren met vrijwilligerswerk. Hij was jarenlang betrokken bij het Interkerkelijk Vredesberaad. Ook zet hij zich sinds 1990 in voor Stichting Stedenband Barendrecht-Oost Europa, waarvan vele jaren als voorzitter. Van 1986 tot 2013 was hij directeur van Accent Praktijkscholen. Hij staat regionaal bekend als pleitbezorger voor van het realiseren van kansen voor mensen met een verstandelijke beperking. Hij wordt zeer gewaardeerd vanwege zijn kennis, ontoombare energie en hartgrondige liefde voor de doelgroep. Van 1986 tot 2002 was Arie bestuurslid van Stichting Het Zwakzinnige Kind (de stichting veranderde enkele keren van naam in deze periode). Van 2002 tot 2013 was hij voorzitter van de Adviescommissie Aanvragen en Beleid van de Stichting Samenwerkende Steunfondsen Verstandelijk Gehandicapten Rijnmond. Vanaf 1996 is hij betrokken geweest bij het ontstaan van pastoraal diaconale zorg voor mensen met een licht verstandelijke beperking, later het Kerkplein genoemd. Tenslotte was Arie Kooyman medeoprichter van GroenLinks in Barendrecht waarvan hij van 2001 tot april 2014 voorzitter was. Hij bleef ook daarna betrokken bij deze partij.
J A A R G A N G 2013 /2014 • N U M M E R 2 • PAG I N A 10
Enkele nieuwe producten We willen u informeren over enkele producten die wellicht interessant zijn op de korte termijn.
Workshop Ontwikkelingsperspectief
Per 1 augustus 2014 wordt het verplicht om te werken met een ontwikkelingsperspectief (OPP) voor leerlingen voor wie extra zorg is geïndiceerd. In overleg met de school kan een workshop worden gegeven over: n Het aanpassen van bestaande formats naar een format dat voor de eigen school werkbaar is én voldoet aan de wettelijke vereisten. n Het invullen van een OPP aan de hand van het dossier van de leerling en het intakegesprek. n Het eciënt werken met een OPP gedurende de schoolloopbaan van de leerling. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Hanneke Visser,
[email protected]
Benen- op- tafel overleg over ondersteuning in de school
In veel scholen leven vragen over wat er voor volgend schooljaar concreet geregeld moet worden als het gaat om het geven van ondersteuning aan leerlingen die dat nodig hebben. n Hoe kunnen we de voormalig rugzakleerlingen blijven ondersteunen? n Hoe kunnen we als school zo efficiënt mogelijk werken? n Hoe kunnen we de expertise inzetten van begeleiders passend onderwijs, de schoolmaatschappelijk werker, de jeugdverpleegkundige en de gedragswetenschapper? n Wat is de rol van de zorgcoordinator? n En hoe zorgen we voor goede samenwerking tussen docenten en het ondersteuningsteam op school? Met enkele scholen zijn er brainstormbijeenkomsten geweest over deze onderwerpen: ‘met de benen op tafel’ is er met vestigingsleiding, zoco’s en anderen gepraat over werkbare structuren in de school.
Dit heeft geleid tot meer duidelijkheid en concrete plannen. Ook een sparring partner nodig? U kunt contact opnemen met Hanneke Visser,
[email protected]
Informatiebijeenkomst Passend Onderwijs
We kunnen langskomen op school om het team te informeren over de consequenties van Passend Onderwijs voor de dagelijkse onderwijspraktijk. In overleg met de school worden de onderwerpen bepaald, bijvoorbeeld: n Het schoolondersteuningsplan n Ondersteuningsbehoeften van docenten n Werken met groepen en individuen die ondersteuning nodig hebben n Effectieve leerlingbesprekingen. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Elionora Schravendeel,
[email protected]
Verder
Basistraining Crisisinterventie op een van de volgende data: n dinsdag 3 juni 2014, 13.00-16.30 uur n woensdag 24 september 2014, 13.00-16.30 uur n woensdag 14 januari 2015, 13.00-16.30 uur Info:
[email protected] Informatiebijeenkomsten over Executieve functies op een van de volgende data: n woensdag 11 juni 2014 14.00-16.00 u n woensdag 17 september 2014 14.00-16.00 u n woensdag 12 november 2014 14.00-16.00 u Info:
[email protected]
Zie voor meer informatie onze website: www.accentonderwijsondersteuning.nl