SUBSIDIEMOGELIJKHEDEN Logistieke sector
2014 2014
De overheid ondersteunt de Nederlandse logistieke sector op diverse manieren. In deze brochure treft u niet alle regelingen aan, maar wel de meest relevante. Of het nu gaat om innovatie, R&D, een opleidingsof verbetertraject, of om energievraagstukken; er zit altijd wel een regeling bij waarvan u kunt profiteren.
Thema
Omschrijving
Regelingen
Innovatie / R&D
Productontwikkeling en procesverbetering
- WBSO en RDA - Innovatiekrediet MKB+ - Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) - Herman Wijffels Innovatieprijs - Interreg - NIOF 2013 - Horizon 2020 Logistiek - European Technology Platforms en Joint Technology Initiatives - Topsector Logistiek MIT en TKI - Topsectoren en innovatie (Gelderland)
Duurzaamheid
Milieu- en energiebesparingen
- MIA - VAMIL - EIA - SDE+
HR & Scholing
Personele subsidies (individueel en op projectbasis)
- Cofinanciering Sectorplannen - WVA Onderwijs - Praktijkleren 2014 - Regionaal investeringsfonds MBO - ESF Duurzame inzetbaarheid (2014-2020) - Stimulering vanuit Sociale Fondsen - Premiekorting/vrijstelling/ mobiliteitsbonus voor werkgevers - Diverse UWV regelingen - Provinciale en gemeentelijke regelingen
Specifieke regelingen voor de logistieke branche
Regelingen die specifiek of voornamelijk voor de logistieke sector zijn
Voorbeelden: Financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen Innovatiefonds Brabant Kaderregeling subsidies duurzaamheid verkeer en waterstaat Stimuleringsregeling duurzame initiatieven in de Rotterdamse haven Subsidieregeling kennisondersteuning goederenvervoer over water
Innovatie/R&D 1. WBSO en RDA De Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk (WBSO) biedt een financieel voordeel voor bedrijven die zich bezighouden met speur- en ontwikkelingsactiviteiten (S&O) ten behoeve van product-, procesontwikkeling of procesverbetering. De Research & Development Aftrek (RDA) is een extra aftrekpost op de fiscale winst voor overige R&D kosten en/of uitgaven (investeringen) voor dezelfde S&O activiteiten. In 2013 bedroeg de afdrachtvermindering 38% van de eerste € 200.000,- van het totale S&O loon (50% voor starters) en 14% van de resterende S&O loon. Voor 2014 is het percentage verlaagd naar 35% voor de eerste € 250.000,- van het totale S&Oloon en 14% over het meerdere. Het voordeel bij RDA was in 2013 een extra aftrek van 54% van de in aanmerking komende kosten en uitgaven. Voor 2014 is dit percentage verhoogd naar 60%, wat een netto voordeel oplevert van ca 15%.
2.
Innovatiekrediet MKB+
Voor veelbelovende innovatieprojecten is het mogelijk een innovatiekrediet aan te vragen. Het betreft een risicodragend krediet van 25% van de ontwikkelkosten en maximaal € 5 miljoen. Als het project in technische zin mislukt, kan het ontvangen krediet kwijtgescholden worden. Slaagt het project, dan moet de lening inclusief opgebouwde rente binnen 10 jaar worden terugbetaald. De hoogte van de rente zal afhankelijk van het risicoprofiel 4, 7 of 10% bedragen. Het innovatieve project moet binnen enkele jaren kunnen leiden tot nieuwe producten
3.
Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO)
Het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) is een Europees structuurfonds dat zich in West Europa richt op het versterken van de regionale concurrentiekracht en het vergroten van de werkgelegenheid. Voor de programmaperiode 2014-2020 worden in Nederland momenteel concrete actieplannen en instrumenten vertaald naar vier regionale Operationele Programma’s (OP). Hoewel concrete subsidiemogelijkheden nog niet bekend zijn, zien wij op hoofdlijnen de volgende kansen:
Innovatie/R&D (vervolg)
OP Zuid-Nederland (2014-2020) OP Zuid-Nederland richt zich op bedrijven in de provincies Limburg, Noord-Brabant en Zeeland. Bedrijven worden gestimuleerd zich in te zetten voor innovatie en CO2-reductie. De regeling wordt naar verwachting in het najaar van 2014 opengesteld, waarbij dan ook de bijbehorende subsidieregelingen bekend worden gemaakt. OP Oost-Nederland (2014-2020) OP Oost-Nederland richt zich op bedrijven in de provincies Overijssel en Gelderland. Bedrijven worden gestimuleerd zich in te zetten voor slimme groei en innovatie & duurzame groei. Ook dit programma zal in het najaar van 2014 worden opengesteld. OP West-Nederland (Kansen voor West II) OP West-Nederland richt zich op bedrijven in de provincies Noord- en Zuid Holland, Utrecht en Flevoland. Bedrijven worden gestimuleerd zich in te zetten voor innovatie, CO2-reductie, bevordering werkgelegenheid en bestrijding van armoede. Interreg Middels het Interreg programma stimuleert de Europese Unie bedrijven om grensoverschrijdende samenwerking aan te gaan (Duitsland, Vlaanderen) om gezamenlijke problemen in de regio aan te pakken. Het realiseren van innovatie is één van de kernbegrippen van de regeling die later in 2014 geconcretiseerd zal worden. Zie verder punt 5.
4.
Herman Wijffels Innovatieprijs
Het doel van de Herman Wijffels Innovatieprijs is ondernemers te stimuleren om innovatief en duurzaam te ondernemen. In 2014 zijn er drie categorieën waarvoor kan worden ingeschreven. De winnaar van iedere categorie ontvangt € 30.000 voor zijn of haar innovatie.
Subsidieverstrekker
Rabobank
Status
Open voor indienen van aanvragen
Looptijd
onbepaald
Aanvraagtermijn
vooraf
Budget
Jaarlijks: € 90.000
5. Interreg Interreg focust op innovatie en biedt bedrijven de gelegenheid om innovaties te implementeren en zo hun marktpositie te versterken. Binnen het programma worden MKB bedrijven ondersteunt om grensoverschrijdende samenwerkingsverbanden aan te gaan met onderzoeks- en kennisinstellingen. Op deze manier heeft u sneller de beschikking over bruikbare kennis en kunt u de nieuwste technologieën in bijvoorbeeld uw productieproces inzetten. Hiertoe wordt een vijftal instrumenten ingezet:
Instrument Inhoud instrument Subsidie Diepteinterview
Inhoudelijk gesprek met een externe expert van
100%, maximaal € 3.000,-
een wetenschappelijke instelling. Innovatieadvies
Sterkte-zwakte-analyse van de oplossingsrichtingen
75%, maximaal € 5.250,-
door een vakexpert. Haalbaarheidsstudies
Studie naar de haalbaarheid concrete oplossings-
mogelijkheden door een expert van een weten-
62,5%, maximaal € 15.625,-
schappelijke instelling. Transferprojecten
Voorbereiding van de implementatie van een al
bestaande oplossing in uw bedrijfssituatie door een
62,5%, maximaal € 35.000,-
wetenschappelijke instelling. Innovatieprojecten
Als er geen bestaande oplossing is voor het probleem
wordt een onderzoekscluster gevormd met andere
bedrijven en een nieuwe oplossing onderzocht.
6.
50%, maximaal € 200.000,-
NIOF 2013
Innovatie is noodzakelijk om te kunnen overleven als bedrijf. Maar soms is de financiële kant van deze initiatieven lastig te regelen. Met de NIOF regeling krijgt u een steuntje in de rug. De NIOF regeling staat voor Noordelijke Innovatie OndersteuningsFaciliteit. In deze subsidieregeling worden drie thema’s gesubsidieerd:
Ontwikkeling en vermarkting: Inhuren van een externe adviseur voor de ontwikkeling van een nieuw product, dienst of technisch nieuwe werkwijze. Max. kosten variërend van € 25.000 tot € 100.000,- | subsidie variërend van 35% tot 50%
Innovatie/R&D (vervolg)
Verhoging inzetbaarheid medewerkers: Inhuren van een externe adviseur om sociale innovatie te stimuleren door: •
het laten uitvoeren van een employabilityscan en de direct daarbij horende begeleidingsactiviteiten;
•
het opstellen van een ontwikkelingsplan om het beste uit uw medewerkers te halen en de direct daarbij horende begeleidingsactiviteiten.
Max. kosten € 25.000,- | 50% subsidie
Deelname aan buitenlandse beurzen Wanneer een product en/of dienst is ontwikkeld kan door deelname aan een buitenlandse beurs een afzetmarkt aangeboord worden. Deelname aan deze beurzen is subsidiabel. Max. kosten € 25.000,- | 50% subsidie
Subsidieverstrekker
Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN)
Openstelling
T/m 31 december 2014
Subsidie
Afhankelijk van activiteit
Doel
Versterking van de marktsector in Noord-Nederland door strategische activiteiten, de verbetering van de inzetbaarheid van werknemers en deelneming aan een buitenlandse beurs te stimuleren.
Doelgroep
MKB-ondernemingen in Drenthe, Friesland of Groningen
7.
Horizon 2020 Logistiek
Horizon 2020 richt zich op onderzoek en innovatieprojecten, die worden uitgevoerd in samenwerking tussen universiteiten en bedrijven uit Europa. Het programma omvat drie onderdelen: excellente wetenschap, industrieel leiderschap en maatschappelijke uitdagingen. Deelname aan Horizon 2020 biedt u de mogelijkheid om een internationaal netwerk op te bouwen en geeft u toegang tot actuele wetenschappelijke kennis. Daarnaast is het een goede omgeving om nieuwe transportconcepten voor te leggen en uit te proberen. Verkennen van de mogelijkheden is dan ook de moeite waard.
Mogelijkheden voor projecten op het gebied van Transport & Logistiek: •
Duurzamer transport door bijvoorbeeld het ontwikkelen van schonere vlieg-, voer- en vaartuigen, efficiënter gebruik van (lucht)havens en infrastructuur en daarnaast het verbeteren van mobiliteit in de stedelijk gebieden.
•
Geïntegreerd transport en transportsystemen die naadloos op elkaar aansluiten door het ontwikkelen van volledige intermodale deur-tot-deur oplossingen en betere integratie tussen transportmodaliteiten.
•
Een concurrerende transportsector met de Europese transportindustrie als wereldleider.
•
Meer interactie tussen transport en onderzoek.
8.
European Technology Platforms en Joint Technology Initiatives (ETPJTI)
Binnen European Technology Platforms (ETP’s) stellen bedrijven en onderzoeksinstellingen samen een strategische onderzoeksagenda vast voor een specifiek technologiegebied. De Europese Commissie heeft geen actieve rol binnen de ETP’s en de deelnemers aan een ETP krijgen dan ook geen structurele financiering vanuit het Zevende Kaderprogramma (KP7). De hoogte van de bijdrage is afhankelijk van de JTI.
Subsidieverstrekker
EU
Status
Open voor het indienen van aanvragen
Looptijd
Variabel
Aanvraagtermijn
Na publicatie oproep
Budget
Variabel
9.
Topsector Logistiek MIT en TKI
De Topsector Logistiek wil dat Nederland in 2020 Europees marktleider is in de aansturing van logistieke stromen over land en water. De maritieme en continentale stromen wikkelt de sector af in een Synchromodaal Transportsysteem. Dit is een systeem waarin partijen logistieke diensten aanbieden en deze optimaal op elkaar laten aansluiten (synchronisatie). Duurzaamheid is een algemeen gebruikt besliscriterium geworden. Focus op internationale logistiek en supply chain regie. De focus ligt vooral op internationale logistiek en supply chain regie. Zo wil men Nederland aantrekkelijk maken voor
Innovatie/R&D (vervolg)
buitenlandse bedrijven om zich te vestigen. Nationale of stedelijke distributie kan ook een bijdrage leveren aan de internationale concurrentiepositie. MKB Innovatiestimulering Topsectoren (MIT) subsidiemogelijkheden binnen de Topsector Logistiek De Topsector Logistiek heeft gekozen om in 2014 MKB-ondersteuning op de volgende manieren mogelijk te maken: •
Kennisvouchers
•
Haalbaarheidsstudies
•
Innovatie Prestatie Contracten (IPC)
•
Inhuur hoogopgeleid personeel
•
R&D-samenwerkingsprojecten
Voor de Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI)-ondersteuning bestaan in 2014 de volgende mogelijkheden •
Netwerkactiviteiten
•
Innovatiemakelaars
10. Topsectoren en innovatie (Gelderland) De provincie Gelderland heeft ook in 2014 de regeling Topsectoren en Innovatie opengesteld voor bedrijven die werken aan innovatieve projecten in welke op termijn kunnen zorgen voor extra arbeidsplaatsen en bijdragen aan de Gelderse economie. Subsidie kan worden aangevraagd voor projecten waarbij in samenwerking met andere partijen (bijvoorbeeld een leverancier van grondstoffen) wordt gewerkt aan industrieel onderzoek. Het subsidiebedrag bedraagt 40% van de subsidiabele kosten tot max. € 250.000.
Duurzaamheid 1.
Milieu Investeringsaftrek (MIA) en VAMIL
De MIA levert een fiscaal voordeel bij het investeren in bedrijfsmiddelen met een positief milieueffect. Er kan 36% van de investeringskosten worden afgetrokken van de fiscale winst, bovenop de gebruikelijke afschrijving. Voor MIA komen o.a. de volgende bedrijfsmiddelen in aanmerking: hybride auto, apparatuur voor verminderd grondstofverbruik of waterbesparende installaties. Bij een Vpb-tarief van 25% resulteert de MIA in een netto voordeel van circa 8% op de investeringskosten. Met de VAMIL kan tot 75% van een investering, ook kwalificerend voor MIA, op een willekeurig moment worden afgeschreven. Door sneller afschrijven vermindert de fiscale winst en hoeft er minder belasting in dat jaar te worden betaald. Dit biedt een rente- en liquiditeitsvoordeel.
2.
Energie Investeringsaftrek (EIA)
De EIA biedt een fiscaal voordeel wanneer er wordt geïnvesteerd in energiezuinige technieken en duurzame energie. Er kan 41,5% van de investeringskosten worden afgetrokken van de fiscale winst, bovenop de gebruikelijke afschrijving. Bij een Vpbtarief van 25% resulteert de EIA in een netto voordeel van circa 10% op de investeringskosten. Voor EIA komen in aanmerking: •
bedrijfsmiddelen met energiebesparende eigenschappen en duurzame energie. Voorbeelden hiervan zijn: warmtesystemen, koeling/afzuigsysteem, LED verlichting, aandrijvingsystemen (zoals HR elektromotor) en duurzame energie.
•
kosten voor het uitvoeren van een energieadvies. Middels dit energieadvies wordt dan in kaart gebracht welke mogelijkheden er bestaan om de energie-efficiency te verbeteren.
3.
SDE+ 2014
SDE+ is een subsidie voor de productie en levering van duurzame energie bijvoorbeeld middels zonnepanelen. Voor een aantal geselecteerde duurzame energie technieken geldt dat per energiehoeveelheid die wordt opgewekt een subsidiebedrag wordt uitgekeerd voor een positief rentabiliteit van deze investering. Zo wordt bij het terugleveren van energie aan de energiemaatschappij het vergoedingstarief (€0,041/kWh) aangevuld met een gemiddeld SDE+ bedrag van € 0,06 per kWh. Dit zorgt er voor dat de investering in zonnepanelen een terugverdientijd krijgt van circa 10 jaar (ipv >15 jaar). De SDE+ regeling is op 1 april 2014 weer opengesteld.
HR-subsidies 1.
Cofinanciering Sectorplannen
Het doel van de Regeling cofinanciering sectorplannen is het stimuleren van sectorplannen van organisaties van werkgevers en werknemers, met daarin maatregelen om werkgelegenheid te behouden, werkloosheid te voorkomen en de gevolgen van de crisis te bestrijden. In aanmerking komen samenwerkingsverbanden die minimaal bestaan uit één of meer werknemersorganisaties en één of meer werkgeversorganisaties of samenwerkingsverbanden die bestaan uit één of meer werknemersorganisaties en één of meer bij een werkgeversorganisatie aangesloten arbeidsorganisaties. Cofinanciering kan worden verstrekt voor zowel plannen met uitvoering op sectorniveau als plannen met uitvoering op ondernemingsniveau. Brancheorganisatie Transport en Logistiek Nederland (TLN) heeft een sectoraanvraag ingediend die door het ministerie van SZW is goedgekeurd. De volgende subsidiabele maatregelen staan in dit plan: •
extra instroom van 1.250 leerlingen door extra leerwerkplekken en opleiding
•
1.000 banen voor zij-instroom van werknemers uit andere sectoren en werkzoekenden
•
200 banen voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt
•
1.300 plaatsingen van met name oudere chauffeurs en mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt
•
de inzetbaarheid van 2.000 werkloze ex-werknemers door onderhoud vakbekwaamheid
•
1.283 praktijkopleiders bijscholen
•
scholing van 1.400 werknemers zonder startkwalificatie
•
opleidingsadviezen aan 2.000 bedrijven
•
13.000 werknemers krijgen een check op gezondheid en mobiliteit.
De subsidie ten behoeve van de meeste maatregelen bedraagt 50% van de subsidiabele kosten tot maximaal het in de beschikking tot subsidieverlening vermelde maximumbedrag. Daarnaast geldt een uitzondering bij BBL-trajecten en bij het in dienst nemen van kwetsbare werknemers, de subsidie is dan 20% van het wettelijk minimumloon; Een voorschot en tussentijdse voorschotten zijn mogelijk.
2.
WVA Onderwijs
Met de Wet Vermindering Afdracht Onderwijs (WVA Onderwijs) werden bedrijven gestimuleerd medewerkers een opleiding aan te bieden. Voor iedere medewerker die een werkleer (BBL) traject, HBO Duale leerweg, EVC traject of BOL nivo 1 en 2 stage heeft gevolgd kon maximaal € 2.785,- aan loonbelasting in mindering worden gebracht. Er kan nog met terugwerkende kracht over een periode van 5 jaar voordeel worden verkregen. De regeling is per 1 januari 2014 afgeschaft en is opgevolgd door de Subsidieregeling Praktijkleren (zie 3.).
3.
Subsidieregeling Praktijkleren
Vanaf 1 januari 2014 is de Wet Vermindering Afdracht Onderwijs (WVA Onderwijs) vervangen door de subsidieregeling Praktijkleren. Middels deze regeling wordt het bedrijf gestimuleerd tot het begeleiden van leerlingen op praktijkleerplaatsen en werkleerplaatsen. Het gaat hierbij om deelnemers aan een MBO-opleiding, studenten die een technische HBO-opleiding volgen en promovendi. De maximale subsidie per begeleiding bedraagt € 2.700,-. De hoogte van de subsidie is afhankelijk van het aantal leerwerkplekken waarvoor subsidie wordt aangevraagd. De aanvraag moet uiterlijk 15 september na ieder schooljaar worden ingediend. In vergelijking met de WVA Onderwijs zijn de administratieve vereisten voor de leerbedrijven toegenomen.
4.
Regionaal investeringsfonds MBO
Het doel van deze regeling is het beschikbaar stellen van geld aan samenwerkingsverbanden die bestaan uit publieke en private partijen die ten doel hebben de aansluiting van het beroepsonderwijs op de behoefte van de arbeidsmarkt te verbeteren. Minimaal gaat het om bekostigde MBO-instellingen en bedrijven (overheden zijn optioneel). Indien voor het verbeteren van de aansluiting van het beroepsonderwijs op de behoefte van de arbeidsmarkt een doelmatigere organisatie van het opleidingenaanbod binnen de regio gewenst is, kan aanvullend subsidie worden aangevraagd. Er is in totaal 100 miljoen euro beschikbaar voor de periode 2014-2017. Er zijn meerdere aanvraagrondes. Financiering van het project is als volgt verdeeld: 1/3 rijksoverheidsbijdrage (min. 200k, max. 2 mln. euro) , 2/3 bijdrage uit de regio, zijnde bedrijfsleven en eventueel regionale overheden. Bijdragen in natura zijn toegestaan.
5.
ESF Duurzame inzetbaarheid (2014-2020)
Doel regeling: het stimuleren van duurzame inzetbaarheid van werknemers. De subsidie is bestemd voor het realiseren van oplossingen voor blijvende arbeidsparticipatie met toegevoegde waarde voor alle betrokkenen. Dit kan door het bevorderen van gezond, veilig, gemotiveerd en productief werken, van indiensttreding tot aan pensionering. De hoogte van de subsidie omvat 50% van de gemaakte kosten met min. € 8.000,-, max. € 10.000 subsidie aan adviesuren. Het tarief voor het inhuren van een adviseur is maximaal € 100,- per uur (excl. btw). De looptijd van het project bedraagt max. 10 maanden.
HR-subsidies (vervolg)
Vanaf 15 oktober 2014 kunnen aanvragen worden ingediend. Subsidiabele activiteiten: •
het maken van een bedrijfs- of organisatiescan;
•
het uitvoeren van (periodiek) onderzoek naar duurzame inzetbaarheid van werknemers;
•
het bevorderen van gezond en veilig werken;
•
het bevorderen van een leercultuur voor werknemers;
•
het stimuleren van interne en externe mobiliteit van werknemers, waaronder het begeleiden van werknemers naar ondernemerschap;
•
het bevorderen van een flexibele werkcultuur met oog op het beter kunnen combineren van arbeid en zorg;
•
het invoeren van arbeidstijdenmanagement.
6.
Stimulering vanuit Sociale Fondsen
Sociale fondsen bieden vaak ook subsidiemogelijkheden voor bedrijven. Met name op het gebied van arbeidsmarkt en scholing kan een bijdrage worden aangevraagd bij deze fondsen. De sector Transport en logistiek kent de volgende opleidingsfondsen: SOOB en SLN. De mogelijkheden kunnen voor uw bedrijf worden onderzocht.
7.
Premiekorting/ mobiliteitsbonussen voor werkgevers
Onder een aantal voorwaarden kunnen bedrijven een tijdelijke korting krijgen op de WIA/WAO- en WW-premie wanneer zij arbeidsgehandicapten, ouderen of jongeren in dienst nemen. Het voordeel kan oplopen tot maximaal € 21.000,- per kandidaat (drie jaar; fulltime). Het screenen van personeel op subsidiemogelijkheden kan van grote waarde zijn.
8.
Provinciale en gemeentelijke subsidieregelingen
Er zijn ook Provinciale en gemeentelijke regelingen waar bedrijven voor in aanmerking kunnen komen. De mogelijkheden kunnen voor iedere organisatie nader worden onderzocht.
9.
Diverse UWV regelingen
Voor een werkgever zijn er diverse regelingen vanuit het UWV die benut kunnen worden om risico’s te verlagen en kosten te reduceren. Wanneer bijvoorbeeld een medewerker met een arbeidshandicap in de ziektewet komt, is het mogelijk om bij het UWV doorbetaling van het loon aan te vragen waardoor de organisatie zelf niet meer het salaris hoeft uit te betalen in de periode dat de kandidaat ziek is. Dit is de No risk polis. Andere regelingen zijn: loondispensatie arbeidsgehandicapten, proefplaatsing arbeidsgehandicapten en langdurige werklozen en eigen risicodragerschap. Ook kan onderzocht worden of niet geclaimde bedragen als nog geclaimd kunnen worden.
Specifieke regelingen logistieke sector Voor de Logistieke sector bestaan ook specifieke subsidieregelingen. Voor ieder bedrijf kan bekeken worden wat de mogelijkheden zijn. Hieronder volgt een aantal voorbeelden.
Financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen Het doel van de Financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen (Connecting Europe Facility) is de ondersteuning van projecten van gemeenschappelijk belang in het kader van het beleid voor de trans-Europese netwerken in de sectoren vervoer, telecommunicatie en energie. De CEF verleent steun voor projecten van gemeenschappelijk belang die zijn gericht op de ontwikkeling en aanleg van nieuwe infrastructuur en diensten of de modernisering van bestaande infrastructuur en diensten in de sectoren vervoer, telecommunicatie en energie. Te ondersteunen acties worden opgenomen in de per sector opgestelde meerjarige en jaarlijkse werkprogramma’s, die aanvullende specifieke regels voor het indienen van voorstellen kunnen omvatten. Voorstellen kunnen worden ingediend door een of meer lidstaten of, met instemming van de betrokken lidstaten, door internationale organisaties, gezamenlijke ondernemingen of in de lidstaten gevestigde publieke of private ondernemingen of organen. De vorm van ondersteuning (subsidie, aanbesteding of financieel instrument) en de hoogte van de bijdrage worden per geval bepaald.
Innovatiefonds Brabant Met het Innovatiefonds Brabant wil de provincie Noord-Brabant samen met private investeerders zorgen voor de nodige financiering van innovatieve mkb-bedrijven. Het fonds richt zich met name op de Brabantse topclusters hightech, life sciences, biobased economy, agrofood, logistiek en maintenance én op maatschappelijk relevante innovaties. De middelen uit het fonds – afkomstig uit de verkoop van Essent – worden revolverend ingezet door middel van participaties, leningen en garanties. Het fonds investeert in risicovolle innovatieve mkb-bedrijven. Dit gebeurt door samen met andere investeerders nieuwe fondsen op te zetten of door rechtstreeks in bedrijven te investeren. Zowel startende bedrijven als doorgroeiende mkb-bedrijven komen in aanmerking. De hoogte van de investering wordt per geval bepaald.
Stimuleringsregeling duurzame initiatieven in de Rotterdamse haven Het doel van de Stimuleringsregeling duurzame initiatieven in de Rotterdamse haven is het stimuleren van projecten in het Rotterdamse havengebied die bijdragen aan verduurzaming van de havenlogistiek van het Rotterdamse haven- en industrieel complex. In aanmerking voor ondersteuning komen samenwerkingsverbanden die bestaan uit twee of meer ondernemingen, waarvan ten minste één onderneming operationeel is binnen het Rotterdamse haven- en industrieel complex en ten minste één onderneming gerelateerd is aan het goederen achterlandvervoer. De bijdrage is maximaal 30% van de projectkosten.
Specifieke regelingen logistieke sector Kaderregeling subsidies duurzaamheid verkeer en waterstaat Het doel van de Kaderregeling subsidies duurzaamheid verkeer en waterstaat is de bevordering van duurzame mobiliteit en logistiek en duurzaam waterbeheer door het stimuleren van innovatie met betrekking tot de ontwikkeling en toepassing van milieuvriendelijke technieken. Op basis van de kaderregeling worden subsidieprogramma’s vastgesteld. Een subsidieprogramma staat in principe open voor natuurlijke personen en rechtspersonen. Een subsidieprogramma heeft betrekking op: •
a) activiteiten op het terrein van verkeer en vervoer via water, weg of rail die bijdragen aan en voorzien in de mobiliteitsbehoefte en de logistieke behoefte in Nederland, waarbij zo min mogelijk broeikasgassen worden uitgestoten en een goede luchtkwaliteit, een goede bereikbaarheid en, met het oog op geluid, ruimtegebruik en verkeers- en externe veiligheid, een goede kwaliteit van de leefomgeving in stand gehouden of verbeterd wordt; of
•
b) activiteiten op het terrein van waterbeheer die met het oog op de goede kwaliteit van de leefomgeving bijdragen aan en voorzien in veilig en gezond water, met zo min mogelijk overlast door wateroverschot of watertekort.
•
Er komen projecten over een bandbreedte van fundamenteel onderzoek (aan het begin van de innovatieketen) tot en met marktintroductie (aan het einde van de innovatieketen) voor subsidie in aanmerking.
Er zijn vier soorten bijdrage mogelijk: •
subsidie;
•
kredietsubsidie;
•
garantiesubsidie;
•
voucher.
De bijdrage varieert, afhankelijk van het type project, van 10% tot 100% van de subsidiabele kosten.
Subsidieregeling kennisondersteuning goederenvervoer over water Het doel van de Subsidieregeling kennisondersteuning goederenvervoer over water is het stimuleren van advies en kennisondersteuning over modal shift (verschuiving van goederenstromen van weg en spoor naar binnenvaart). Subsidie kan worden verstrekt voor advies en kennisondersteuning over modal shift. Subsidie kan worden aangevraagd door een publiekrechtelijke rechtspersoon, een stichting of een vereniging. Een aanvraag moet betrekking hebben op advies en kennisondersteuning aan ten minste 40 verladende bedrijven met een vestiging in Overijssel. De subsidie bedraagt 100% van de subsidiabele kosten met een maximale subsidie van € 490.000.
Een heldere kijk op subsidies Of het nu gaat om subsidies op het gebied van innovatie, R&D, HRM of duurzaamheid, voor veel organisaties is het subsidielandschap een onoverzichtelijk bos aan regels, voorwaarden en administratie. Een bos waar ze liever niet te diep in gaan. Finestri is wel thuis in subsidieland en kent alle doorkijkjes. Zo creëren we voor u
windows of opportunity 20 Jaar ervaring met subsidieverwerving op het gebied van innovatie, duurzaamheid en HR, heeft ons geleerd dat subsidieadvies alleen niet voldoende is. Wij begeleiden u bij het hele subsidietraject, van kans tot maximale benutting. Maatwerk subsidiemanagement noemen we dat, en onze dienstverlening is gericht op het maximaliseren van de subsidieopbrengst tegen zo laag mogelijke klantinspanning. Dit betekent o.a.: • • •
Geen kansen missen Bewuste keuzes om subsidietrajecten in te zetten Focus op administratieve verantwoording
Als partner van You Improve (expert op het gebied van continu verbeteren) zijn wij in staat uw bedrijf en uw processen snel te doorgronden en te begrijpen. Gecombineerd met onze ervaring op subsidiegebied, zien wij vaak kansen die anderen niet zien. Kansen waar u van profiteert. Bovendien werkt Finestri op nationaal en internationaal gebied samen met gerenommeerde partners en onderhouden we uitstekende relaties met subsidieverstrekkende instanties. Zo houden we onze kennis up to date en kunnen we u altijd en overal ten dienst zijn. Finestri heeft een heldere kijk op subsidies, en die helderheid bieden we u ook graag door middel van diverse tools en rekenmodellen. Ook als het over resultaat gaat zijn we graag helder. U wilt immers vooraf weten waar u aan toe bent. Vaak is onze vergoeding resultaatafhankelijk en dat doen we natuurlijk alleen omdat we weten dat we een zeer hoog slagingspercentage kennen. Ons doel is u ondersteunen bij het maximaal benutten van alle relevante subsidiekansen. Voor meer informatie over Finestri, onze dienstverlening of concrete subsidiekansen, kijkt u op www.finestri.nl, of kunt u contact opnemen via 088- 833 66 44, of
[email protected].
Sneller, beter, goedkoper en duurzamer worden; welke organisatie wil dat niet? Maar hoe wordt u dat en hoe zorgt u dat het niet bij een eenmalige verbetering blijft? Simpel, door alle lagen van uw organisatie kennis over continu verbetermethodes bij te brengen.
You Improve heeft al meer dan twintig jaar ervaring met het implementeren van continu verbetertrajecten bij een grote diversiteit aan opdrachtgevers. Organisaties van klein tot groot en uit uiteenlopende branches maakten kennis met onze pragmatische manier van werken. In die twintig jaar hebben we een grote hoeveelheid kennis opgebouwd, die we graag overdragen aan anderen. Kennis over World Class Manufacturing, Lean, TPM, TQM, Six Sigma en Operational Excellence. Theoretische kennis, maar vooral praktische kennis. You Improve gelooft dat de kennis over verbetermethodes daar moet liggen waar hij het meeste waarde toevoegt; op de werkvloer! Daar vindt het grootste deel van het proces immers plaats. En daar lopen ook de mensen met de meeste ervaring en wellicht wel de beste ideeën.
Onze ervaring leert dat ook op managementniveau en bij het middenkader behoefte bestaat aan aanvullende kennis. Hoe stem ik de verbeteractiviteiten op de vloer af met onze organisatiedoelen? Hoe ga ik om met toenemende autonomiteit van werknemers? Hoe houden we grip op het verbeterproces? Hoe meten we de effecten ervan? Vanzelfsprekend biedt You Improve ook voor deze organisatielagen trainingen, workshops en opleidingen op maat. You Improve verzorgt ook gecertificeerde en erkende ‘inhouse’ trainingen en opleidingen. Voor actuele overzichten, speciale activiteiten en een overzicht van onze volledige dienstenpakket, kijkt u op www.youimprove.nl.
You Improve • Saal van Zwanenbergweg 3 • 5026 RM Tilburg • Netherlands Tel.: +31 (0)88 8336699 •
[email protected] • www.youimprove.nl