Naam : Studiekeuze voor volgend jaar :
STUDIEKEUZENAMIDDAG 1. INFORMEER JE 1.1 WAAR?
Je krijgt massa’s brochures in je brievenbus. Doe er iets mee !
De schepperswebsite (studiekeuze 6 aso) geeft informatie over de SID-in, de beroepenbeurs, opendeurdagen aan universiteiten en hogescholen. Je kan via deze site gemakkelijk online informatie vinden over instellingen, competentie- en andere tests, ..........
De brochure ‘ Wat na het secundair onderwijs’ ( WSO ) oogt misschien wat saai, maar is een bron van informatie. Bewaar deze brochure het hele jaar. Je hebt ze nog nodig tijdens de SID-IN.
1.2 HOE?
Denk na over een beroep, een studierichting of een sector die jou wel interesseren. Maak niet te rap een keuze, verruim je horizon. Binnen je interesseveld zijn er zeker alternatieven die je misschien nog beter liggen.
Wil je graag snel werk vinden? Heb je al aan de lijst van knelpuntberoepen gedacht? (zie site VDAB)
Hoe ga je te werk? Je vindt op verschillende plaatsen lijsten van beroepen, studierichtingen en sectoren (zie ook WSO p. ). Volg het schema:
beroep
studeren
sector
sector
studeren
beroep
studeren
beroep
sector 1
2. KEN JEZELF Maak een genuanceerd portret van jezelf. Denk na over je competenties, je interesses, je karakter en de waarden en normen die je belangrijk vindt.
2.1 KARAKTER 2.1.1 De roos van Leary op papier Hieronder vind je 56 stellingen, telkens per 2 geordend. Bij ieder paar stellingen moet je die stelling aanduiden die het meest op jou van toepassing is. Soms is het moeilijk kiezen… Laat je intuïtie werken. Ga niet te veel redeneren.
1 2
3 4 5
6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
1 2 1 2 1 2 1 2 1 2 1 2 1 2 1 2 1 2 1 2 1 2 1 2 1 2 1 2 1 2
Ik neem gemakkelijk initiatief en beïnvloed medeleerlingen Ik ben begrijpend en geef uitleg aan medeleerlingen Ik oefen veel invloed uit op de groep ik kan mij gemakkelijk akkoord verklaren met anderen en ben bereid samen te werken Ik kan de zaken goed organiseren en structureren Ik vraag liever hulp dan zelf initiatief te nemen Ik zeg gemakkelijk aan anderen hoe het moet en niet moet Ik ben nogal bescheiden en trek mij van anderen niet te veel aan ik neem zelf beslissingen, voer de bijhorende opdrachten uit en ga zelf na of niets vergeten is Ik ben vlug gestoord en ontevreden Ik hou graag de touwtjes in handen Ik val anderen vrij vlug aan en stel me nogal vijandig op als baas zou ik volgzaamheid en gehoorzaamheid vragen Ik kan op eigen benen staan zonder hulp van anderen Ik moedig aan, stimuleer en bevestig (komaan, goed gedaan, …) Ik stem gemakkelijk in met een voorstel en doe dan mee Ik bied aan medeleerlingen sympathie, aandacht en begrip aan Ik kijk op naar het advies, de leiding en de goedkeuring van anderen Ik bemiddel gemakkelijk tussen personen en tussen meningen Ik ben eerder zwijgzaam en gesloten Ik hoor graag iemand zijn mening, luister en laat hem uitspreken Ik voel aan wanneer ik benadeeld ben en protesteer dan Ik zorg ervoor dat niemand uit de groep uitgestoten wordt als ik mij aangevallen weet, kan ik dreigen en een scherpe toon laten horen Ik ontferm mij graag over anderen en bescherm graag Ik ben zeker van mezelf, wat anderen ook zeggen Ik doe met plezier mee met een initiatief Ik voer zeer nauwgezet opdrachten, instructies of werkmethoden uit Ik vind compromissen belangrijker dan met een meningsverschil te blijven zitten Ik ben nogal schuchter en in mezelf teruggetrokken
2
16 1 2 17 1 2 18 1 2 19 1 2 20 1 2 21 1 2 22 1
23 24 25 26 27 28
2 1 2 1 2 1 2 1 2 1 2 1 2
Ik heb graag dat alles volgens plan verloopt Ik twijfel gemakkelijk aan de goede bedoelingen van anderen Ik ben iemand die zich aanpast aan de geldende reglementen en gewoonten Ik ga gemakkelijk in de aanval als het niet naar mijn zin verloopt Ik wil vriendelijk zijn en steun geven aan initiatieven Ik ga mijn eigen weg, zelfs tegen alles in ik ben een trouwe medewerker, die altijd akkoord gaat en zich neerlegt bij beslissingen Ik denk dat de groep weinig aan mij heeft Ik heb bewondering en respect voor de “machtigen” ik wijs gemakkelijk voorstellen af en geef niet gemakkelijk iemand mijn vertrouwen Ik verlang voortdurende begeleiding en leiding Ik ben sarcastisch, kwetsend en kleinerend ik vraag niets liever dan dat men mij zegt wat ik moet doen en hoe ik het moet doen Ik kijk een beetje misprijzend neer op anderen als ik een fout gemaakt heb dan kan ik me verontschuldigen Ik voel me uitgebuit en heb op heel wat zaken kritiek Ik twijfel aan mijn mogelijkheden en heb schuldgevoelens Ik treiter en geef graag “steken onder water” Ik denk dat ik niets waard ben en dat ik het slachtoffer van de situatie word Ik ben zelfvoldaan, zelfs een beetje uit de hoogte Ik ben afwijzend tegenover elke autoriteit Ik ga er desnoods met de blote vuist in Ik zoek achter alles iets en wijs het soms met een gemeen gebaar af Ik heb mezelf boven alles lief Ik laat het niet na anderen eens vlakaf de waarheid te zeggen Ik kom spontaan in discussie met leidende figuren
Noteer, in de tabel hieronder, naast de nummers van de stellingenparen je keuze (1 of 2). Tel hoe vaak je in iedere rij een 2 hebt en noteer dit aantal in de eerste kolom (naast H, I, … en N). Tel hoe vaak je in iedere kolom een 1 hebt en noteer dit aantal in de onderste rij (naast A, B, … en G). H I J K L M N
1 2 3 4 5 6 7 A
8 9 10 11 12 13 B
14 15 16 17 18 C
19 20 21 22 D
23 24 25 E
26 27 F
Kruis, in de tabel hieronder, aan hoeveel je voor iedere rij uitkomt. Neem deze “scores” dan over op de grafiek om zo tot jouw roos te komen.
3
28 G
1
2
3
4
5
A B+H C+I D+J E+K F+L G+M N
6
7 Leidend Helpend Meewerkend Afhankelijk Teruggetrokken Opstandig Agressief Competitief
2.1.2 De roos van Leary op het internet Ga naar http://www.testjegedrag.nl/tjg/zelftest/zelftest.htm. OF www.123test.nl/leary/ 2.1.3 Portret van jezelf In welke mate zijn volgende eigenschappen op jou van toepassing? Duid aan van ++ (helemaal eens), over + en -, tot - - (helemaal oneens). Je mag ook commentaar noteren.
4
o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o
ik sta altijd met beide voeten op de grond ik heb veel verbeelding ik laat me vaak leiden door mijn gevoel ik ben slordig ik ben vlot in de omgang ik wil graag alles weten ik ben erg beïnvloedbaar ik ben snel afgeleid ik doe vaak dingen zonder erbij na te denken ik ben altijd opgewekt ik neem gemakkelijk beslissingen ik hou mij aan afspraken ik voel me gauw verantwoordelijk ik gedraag me spontaan ik ben vlug gekrenkt ik sta graag in de kijker ik ben recht voor de raap ik cijfer mezelf altijd weg ik zorg ervoor dat anderen op mij kunnen rekenen ik plooi me gemakkelijk naar anderen ik heb veel originele ideeën ik ben ijverig ik ben bescheiden ik voel me vaak dom ik heb zin voor humor ik ben leuk gezelschap ik ben vooruitstrevend ik ga conflicten uit de weg ik ben graag onder de mensen ik ben wantrouwig ik heb veel zelfvertrouwen ik ben zenuwachtig ik neem graag initiatieven ik kan alleen onder tijdsdruk presteren ik spreek gemakkelijk onbekenden aan ik laat anderen uitpraten voor ik iets zeg ik kan me vlot inleven in iemand anders ik kan het goed zeggen ik vind dat problemen er zijn om opgelost te worden ik neem graag de leiding ik kan goed organiseren ik kan me soepel aanpassen aan verschillende situaties ik werk snel en efficiënt ik kan onder druk werken ik hou ervan dat iemand me precies zegt wat ik moet doen ik werk liefst in groepsverband ik ben plichtsbewust ik heb veel zelfdiscipline
Kan je een totaalbeeld van jezelf vormen? Waar ben je goed in en waarin minder? 5
Bekijk dit eens samen met iemand die je goed kent (vriend of vriendin, ouders, broer of zus, leerkracht, …). Komen jullie tot dezelfde conclusies?
2.2 COMPETENTIES 2.2.1 Studiecompetenties
In welke mate zijn volgende stellingen op jou van toepassing? Duid aan van ++ (helemaal), over + en -, tot - - (helemaal niet). Je mag ook commentaar noteren. o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o
Ik ben eerder klaar met mijn taken dan strikt nodig. Ik vind mijn notities snel terug als ik ze nodig heb. Ik werk op lange termijn en maak een planning op. Ik kan aan verleidingen (computer, televisie, uitgaan, …) weerstaan als ik nog een taak moet afwerken. Opdrachten en taken pak ik systematisch en planmatig aan. Ik werk nauwgezet en netjes. Ik ben veeleisend voor mezelf en voor anderen. Ik ben niet snel tevreden. Ik kies niet de makkelijkste weg om mijn doel te bereiken. Ik neem initiatief en raadpleeg informatiebronnen (naslagwerken, internet, personen die me uitleg kunnen geven) als ik iets niet begrijp Ik ga kritisch om met verschillende informatiebronnen en durf zaken in twijfel trekken. Ik kan mij voldoende motiveren, ook al volg ik niet graag elk aangeboden vak binnen mijn studierichting. Ik neem spontaan bruikbare notities tijdens de les. Ik heb geen enkele moeite met het tempo in de les. Ik kan me goed concentreren in de les. Ik kan goed samenvatten, schematiseren, mindmappen, enz. Ik vind het makkelijk om hoofd- en bijzaken te onderscheiden. Ik spiegel me niet aan anderen en ben me bewust van mijn sterktes en zwaktes. Ik ben een plichtsbewuste, harde werker. Ik kan vlot werken met een tekstverwerker en ben vlot met ICT. Ik ben ordelijk en gestructureerd. Ik ben goed in helder, logisch denken. Ik laat me niet snel ontmoedigen en geef blijk van veel doorzettingsvermogen.
Kan je een beeld van je studiehouding vormen? Waar ben je goed in en waarin minder?
6
Formuleer enkele werkpunten. Misschien kan je er best nu al iets aan doen!
Even over nadenken: “Maar één op de vijf studenten volgt het advies dat hem of haar voor de uitvoering van taken wordt gegeven. Dat blijkt uit het doctoraat van …” “Het aantal studenten dat tijdens het eerste jaar aan de Universiteit Gent slaagt, is de voorbije vijf academiejaren gevoelig gedaald: van bijna 48 procent naar iets meer dan 43 procent.” 2.2.2 Studiecapaciteit Hoe schat je jezelf in? Duid aan van ++ (zeer sterk), over + en -, tot - - (heel zwak). o Algemene taalvaardigheid o Algemene wiskundige vaardigheid o Geheugencapaciteit (iets van buiten leren) o Studievaardigheid (syntheses en analyses maken)
7
2.3 INTERESSES 2.3.1 Vakgebieden
Voor welke vakgebieden, activiteiten, … heb je belangstelling? Duid voor jezelf op de roos voor ieder item een score van 0 (helemaal geen belangstelling) tot 5 (zeer veel belangstelling) aan. Laat je niet leiden door wat je goed of minder goed kan. Het gaat hier enkel om je belangstelling! Verbind dan deze punten met elkaar en kleur je eigen belangstellingsroos in. Bestudeer goed waar jouw belangstelling naar uit gaat.
2.3.2 Testen op het internet Op http://www.vdab.be/tests vind je o.a. persoonlijkheids-, beroeps- en carrièretesten.
8
2.4 WAARDEN EN NORMEN Je ziet hier een lijst “waarden” staan. Welke hieruit zou je graag in je beroep kunnen beleven? Kleur de tien belangrijkste blauw. Kleur vijf waarden die je niet belangrijk vindt rood. 1 aanleren/les geven/opvoeden 2 aanzien/autoriteit/prestige 3 actie/ondernemen/uitdaging 4 alleen werken 5 adviseren/raad geven 6 afwisseling/geen routine 7 amuseren/entertainen 8 beslissen/knopen doorhakken 9 carrière maken/geld verdienen 10 communicatie/veel praten 11 controleren/evalueren 12 creativiteit/ontwerpen 13 eerlijkheid/rechtvaardigheid 14 expressie/gevoel/lichamelijkheid 15 gezelligheid 16 gezondheid 17 handvaardigheid/fysiek bezig zijn 18 harmonie/evenwicht 19 helpen/ verzorgen/genezen 20 kennis/intellectuele voldoening/inzicht 21 leidinggeven /delegeren/bevelen 22 materieel comfort 23 natuurbeleving/respect voor milieu
24 nut/resultaatsbeleving 25 onderhandelen 26 onderzoeken/ontdekken/uitvinden 27 ontspanning/plezier/geen stress 28 oplossen/herstellen 29 orde/regelmaat 30 organiseren 31 overtuigen/beïnvloeden/motiveren 32 precisie/nauwkeurigheid 33 samenwerken/een team vormen 34 schoonheid/esthetiek 35 solidariteit 36 spiritualiteit/zingeving 37 technologie 38 uitvoeren/instructies opvolgen 39 veiligheid 40 verkopen 41 vriendschap/affectie/liefde 42 vrijheid 43 zekerheid 44 zelfontplooiing/talenten ontwikkelen 45 zelfstandigheid 46 zelfontplooiing/talenten ontwikkelen
3. KIJK KRITISCH NAAR JE STUDIEKEUZE Heb je al een studie gekozen? Ben je al vrij zeker wat je gaat kiezen? Kijk toch nog even kritisch naar je studiekeuze. Aan welke universiteit of hogeschool studeer ik best. Laat je niet leiden door vrienden. Elke instellingen heeft voor- en nadelen. Elke instelling legt eigen accenten die misschien minder of beter bij jouw persoonlijkheid passen. Kijk kritisch naar de vakken die je zal moeten studeren. Vraag advies aan professoren en studenten. Kijk cursussen in. Dit kan tijdens de opendeurdagen en de SID-IN. Denk goed na over het toekomstperspectief dar deze studierichting te bieden heeft. Past dit bij jouw profiel? Denk nog even na over:
verantwoordelijkheid kantoorwerk of ook bewegingsruimte hebben …
sector inkomen gezinsvriendelijkheid doorgroeimogelijkheden mogelijkheden tot sociaal contact 9
TO DO
TO ASK
10