Studeren in het Buitenland Faculteit CiTG

Studeren in het Buitenland Faculteit CiTG 8e Editie - November 2011

Het Gezelschap "Practische Studie" en International Office CiTG Challenge the future VoorkantNov11.indd 1

11/4/2011 3:10:24 PM

De studentervaringen in de bijlage komen uit het periodiek "ExtraCT" van Het Gezelschap "Practische Studie", de rechten blijven behouden. Het International Office CiTG en het Gezelschap "Practische Studie" aanvaarden geen enkele (wettelijke) aansprakelijkheid voor de informatie uit deze handleiding.

VoorkantNov11.indd 2

11/4/2011 3:12:13 PM

Studeren in het buitenland, november 2011

Voorwoord

Beste student, Op het moment dat je dit leest heb je al op enige wijze interesse getoond in studeren in het buitenland. Het kan zomaar zijn dat je bij de Study Abroad voorlichtingsdagen geweest bent, die elk jaar in de 2e periode georganiseerd worden door het International Office (k 2.73), en aan de hand hiervan je opties om in het buitenland te studeren wil onderzoeken. Voor de wat vrijere geesten onder ons ben je misschien zelf al naar het International Office gestapt met de vraag: Hoe zit dat nou, met naar het buitenland gaan? De afgelopen jaren zijn er enorm veel opties bijgekomen om je studie in het buitenland voort te zetten. Zo zijn er studenten die hun stage, project of afstuderen in het buitenland doen. Een enkeling laat Delft zelfs achter zich om hun master geheel bij een andere universiteit te doen. Maar het beperkt zich niet alleen tot de master: In de bachelor gebruiken veel studenten hun vrije minor al om het buitenland op te zoeken. Vaak vergeten wordt echter het Athens-programma, die korte maar zeer leuke projecten aanbiedt op verschillende universiteiten in Europa. Het is voor veel van jullie al duidelijk dat studeren in het buitenland niet alleen leuk is, maar ook nog eens zeer nuttig. De brede visie op het werkveld, in binnen- en buitenland, maakt de Nederlandse Civiel ingenieur aantrekkelijk in de wereldmarkt. Eén van de manieren om dat te bereiken is door een periode binnen je studietijd in het buitenland door te brengen. Het ervaren van een andere cultuur, opdoen van nieuwe inspiratie en een zelfstandiger persoon worden zijn een paar van die heerlijke steekwoorden. Deze brochure bevat veel practische informatie die de voorbereiding van je minor, reis, stage of project zo makkelijk mogelijk maken. Ook zitten achter in deze brochure enkele studentreisverslagen, mocht je nog niet helemaal overtuigd zijn of op zoek zijn naar ervaringsdeskundigen. Rest ons als de studievereniging Het Gezelschap “Practische Studie” nog te zeggen dat we je erg veel succes en plezier wensen in het komende jaar! Lotte de Vos en Vincent van der Sleen, Commissarissen Onderwijs Bestuur van Het Gezelschap “Practische Studie” 2011/2012

1 poging 3.indd 1

11/4/2011 2:50:28 PM


Inhoudsopgave 1. Inleiding

3

2. Studeren in het buitenland 2.1 Oriënteren 2.2 Uitwisselingsprogramma’s 2.3 Studieprogramma en -resultaten 2.4 Aanmelden

4 4 4 5 5

3. Stage in het buitenland (CIE4040-09) 3.1 Hoe? 3.2 Belangrijke informatie 3.3 Stroomschema stage

7 7 7 9

4. Project in het buitenland (CIE4061-09)

10

5. Afstuderen in het buitenland 5.1 Additional MSc Thesis (CIE5050-09) 5.2 MSc Thesis (CIE5060-09)

12 12 12

6. Financieringsmogelijkheden 6.1 DUO-zaken 6.2 Beursprogramma’s

13 13 13

7. Overige belangrijke zaken 7.1 Huisvesting 7.2 Osiris buitenland 7.3 Taal 7.4 Cultuur 7.5 Verzekeringen 7.6 Inentingen 7.7 Visum en werkvergunning 7.8 Reisadviezen

16 16 16 16 16 16 17 18 18

8. Informatiebronnen 8.1 Practische websites 8.2 Practische adressen

19 19 19

9. Uitwisselingslanden

20

Bijlage (studentervaringen): 1. MSc Project, Brazilië 2. Minor, Australië 3. Minor, London 4. MSc Project, Kenia 5. MSc Project, Zuid-Afrika 6. Master MIT, Boston 7. Stage, Hong Kong 8. Stage, Australië 9. MSc Project, Peru 10. Na je studie in het buitenland

22 23 26 28 30 32 34 37 38 39 40

2 poging 3.indd 2

11/4/2011 2:50:30 PM


1. Inleiding Jaarlijks vertrekken duizenden Nederlandse studenten naar alle uithoeken van de wereld voor studie. Dit geldt ook voor studenten CiTG. In het studiejaar 2010-2011 waren 73 studenten een periode voor hun studie in het buitenland. Sommigen deden dit als uitwisselingstudent (15), anderen liepen stage in het buitenland (13) of deden een project (45). Ten slotte is er nog een kleine groep studenten die in het buitenland hun minor thesis deden. Deze groep studenten die naar het buitenland zijn geweest heeft wat ons betreft één opvallend kenmerk: zij vertellen allemaal een enthousiast verhaal over hun buitenlandervaring. Als je met hen praat reis je dus ook een beetje virtueel mee. Het is dus duidelijk dat studeren in het buitenland over het algemeen een leuke ervaring oplevert. Maar waarom zou je het eigenlijk doen? Want het levert natuurlijk iets op maar het kost ook wat. Meestal leidt zo’n buitenlandervaring tot studievertraging. Is dat het waard? Er zijn veel redenen te bedenken waarom je in het buitenland zou kunnen gaan studeren. We noemen er vijf, te weten: • het maakt je positie als afgestudeerde op de arbeidsmarkt sterker en vergroot je carrièrekansen. Als je op je CV kunt vermelden dat je een deel van je studie in het buitenland hebt doorgebracht, geef je er blijk van over grenzen van je studie heen gekeken te hebben, letterlijk en figuurlijk. • het scherpt je sociale en culturele vaardigheden aan • het vergroot je (actieve) talenkennis • het geeft je de mogelijkheid om colleges te volgen op je vakgebied die in Nederland niet aangeboden worden. • het is een echte uitdaging en een heel leuke ervaring Zoals gezegd, zit er ook een kostenaspect aan de keuze wel of niet naar het buitenland te gaan. Studievertraging is niet te vermijden als je naar het buitenland gaat. Op de buitenlandse universiteit geven ze misschien niet alle vakken die je zou willen volgen, of op een hoger of lager niveau dan hier. Het kan zijn dat het collegejaar anders verloopt dan hier, zodat je buitenlands verblijf niet goed aansluit bij de rest van je studie. Ook koppelen studenten nog wel eens een korte vakantie aan hun studietijd. Je komt tenslotte niet iedere dag in bijvoorbeeld Vietnam! Het is niet aan te raden naar het buitenland te gaan als je al veel studievertraging hebt. En als je gaat, maak dan een meerjaren planning voor je Masterstudie zodat je een beeld krijgt van wat het je aan tijd gaat kosten. Studenten die een tijd doorbrengen in het buitenland geven blijk van initiatief, van ondernemingszin. Ze durven het avontuur aan te gaan. Want je kunt natuurlijk ook gewoon hier blijven. Dan heb je minder kans op studievertraging, is je bedje beter gespreid. En buitenlanders, die kun je hier op de faculteit ook tegenkomen met al die uitwisselingsstudenten en die buitenlandse MSc-studenten! De faculteit CiTG wil stimuleren dat studenten een buitenlandervaring opdoen. In welke vorm dan ook. Het is goed voor je academische vorming. Maar ook vooral goed voor je persoonlijke ontplooiing. De wereld verandert, hij wordt kleiner. We globaliseren. De ingenieur van morgen is internationaal georiënteerd. Nederland is op het gebied van Civiele Techniek en Geowetenschappen nog steeds een kennisland. Jullie als aankomend ingenieurs zijn hard nodig, niet alleen in Nederland. Een buitenlandervaring is voor jou een duidelijke meerwaarde! Marion van Eijck en Maaike Kraeger, International Office CiTG

3 poging 3.indd 3

11/4/2011 2:50:31 PM


2. Studeren in het buitenland 2.1 Oriënteren

2.2 Uitwisselingsprogramma’s

Wanneer je een deel van je studieprogramma aan een universiteit in het buitenland wil doen, zijn de vragen die je jezelf eerst moet stellen:

De TU Delft heeft met diverse buitenlandse universiteiten een uitwisselingsverband. In de overeenkomsten over de uitwisseling van studenten zijn afspraken gemaakt over bijv. vrijstelling van collegegeld en de opvang en begeleiding van uitwisselingsstudenten.

•

Waar wil je heen?

•

Wat wil je daar precies gaan doen?

•

Hoe lang wil je naar het buitenland?

•

Hoe ga je je studieverblijf financieren?

Een buitenlands verblijf voorbereiden kost tijd. Een verblijf van korter dan een half jaar is eigenlijk niet de moeite. Een heel jaar weggaan heeft voordelen. Je volgt dan een heel academisch jaar en kunt dus een keuze maken uit alle vakken die worden aangeboden. Bovendien kun je je echt ‘onderdompelen’ in het academisch leven ter plekke zonder al te veel het gevoel te hebben even op bezoek te zijn. Begin op tijd met de voorbereidingen: minimaal een half jaar voor vertrek, liefst eerder. Het International Office CiTG (kamer 2.73) heeft een infomap met algemene informatie, ga hier altijd langs! Als je in het buitenland vakken wilt doen, moet je dit hier in een zo vroeg mogelijk stadium kenbaar maken zodat wij je verder kunnen adviseren en kunnen helpen bij de aanmelding. Bij het centrale International Office van TU Delft is veel informatie te vinden over de verschillende buitenlandse universiteiten en de beurzen en fondsen waar je gebruik van kunt maken. Ook heeft het International Office veel nuttige tips voor studeren in het buitenland. De informatie is te vinden op: www.buitenland.tudelft.nl.

Het ERASMUS programma is zo’n verband. Alle universiteiten die aan het ERASMUSprogramma meedoen zijn te vinden in de TU Delft Uitwisselingsdatabase (uitwisseling.tudelft.nl). Bij uitwisselingen die in het kader van het ERASMUS programma plaatsvinden moet het gaan om een studieperiode van minimaal 3 en maximaal 12 maanden. Selecteer in de uitwisselingsdatabase die universiteiten waar de faculteit CiTG een uitwisselingsovereenkomst mee heeft en let daarbij op de geldigheidsduur van die overeenkomst. De IDEA league is een partnership met het Imperial College Londen, ETH Zürich, RWTH Aachen en ParisTech. Aan deze universiteitenw kun je niet alleen een periode van 3 tot 12 maanden studeren, maar kun je ook een onderzoeksproject doen. Vanuit IDEA League zijn hier beurzen Aan het UNITECH International Programme doen verschillende Europese universiteiten en bedrijven mee. Je gaat een heel jaar naar het buitenland waarin je studeren combineert met een stage bij één van de corporate partners. Het programma is georiënteerd op het aanleren van management vaardigheden (“soft skills”: teamwork/coaching/ presentatie/communicatie/project-management/ interculturele communicatie). Het ATHENS Programme bestaat uit korte cursussen die elk jaar in november en maart gegeven worden bij verschillende Europese universiteiten. Deze cursussen zijn geschikt voor derdejaars- en masterstudenten. Gedurende een week volg je een vak over een specifiek onderwerp en bezoek je verschillende culturele bezienswaardigheden in en om de universiteitsstad. Na je studie is het ook nog mogelijk om een jaar verder te studeren of onderzoek te doen. Enkele studieprogramma’s bijv. in Japan, het Leonardo da Vinci programma en het VSBfonds beurzenprogramma bieden deze mogelijkheid. Zie “Na je studie” op www.buitenland.tudelft.nl.

4 poging 3.indd 4

11/4/2011 2:50:34 PM


Een overzicht van alle landen waarmee de faculteit CiTG een uitwisselingscontract heeft, kun je vinden in bijlage 1.

de uitwisselingsdatabase van de TU, via het International Office en op de website van de betreffende universiteit.

2.3 Studieprogramma en -resultaten

2.4 Aanmelden

Elke faculteit heeft zijn eigen coördinator internationale uitwisseling. Hier kunnen ze je vertellen welke eisen er worden gesteld aan het te volgen studieprogramma. Voor Civiele Techniek is dit Maaike Kraeger-Holland (kamer 2.73) en voor Technische Aardwetenschappen is dat Pascal de Smidt (kamer 2.79)

Het is verstandig je op tijd aan te melden bij een buitenlandse universiteit. Een jaar tot een half jaar van te voren is aan te raden wil je zeker zijn van een plaats aan de universiteit (let op: de deadlines verschillen per universiteit!) en de daarbij mogelijke beurs, huisvesting en taalcursus.

Stel een vakkenpakket samen dat binnen jouw eigen studieprogramma past en bespreek dit met je afstudeercoördinator. Zijn goedkeuring is absoluut noodzakelijk, als je verplichte vakken van je Mscvariant wilt vervangen. Ook is het verstandig je plannen met de studieadviseur te bespreken. Het kan voorkomen dat je studieprogramma in het buitenland er onverwacht anders uit komt te zien. Neem in dat geval zo spoedig mogelijk contact op met je coördinator internationale uitwisseling.

Bij veel uitwisselingen, bijvoorbeeld met het Imperial College London en de University of Melbourne, is maar een beperkt aantal plaatsen beschikbaar. Hier geldt de regel: wie het eerst komt wie het eerst maalt. Meld je daarom z.s.m. bij het facultaire International Office CiTG (kamer 2.73).

Je moet de examencommissie van je faculteit vooraf schriftelijk verzoeken de in het buitenland te behalen studieresultaten en de bijbehorende studiepunten te erkennen. Voor studenten die vanaf 2008 zijn begonnen met de BSc bestaat de mogelijkheid een minor te volgen in het buitenland. Het gaat dan om een zogenaamde “vrije minor”. Het moet hier gaan om een samenhangend pakket van vakken, in totaal 30 ects. De vakken van de minor moeten van 3e jaars niveau zijn en MSc-vakken zijn niet toegestaan. De examencommissie van je opleiding beslist erover of je toestemming krijgt voor het opvoeren van jouw vrije minor in je bachelorprogramma. Je moet je keuze tijdig (minimaal 2 maanden van tevoren) aan de examencommissie voorleggen. Als je van plan bent om een beurs aan te vragen bij één van de mobiliteitsfondsen van de TU Delft, houd er dan rekening mee dat de aanvraag voorzien moet zijn van de verklaring van de examencommissie. In deze verklaring wordt aangegeven hoeveel ECTSpunten de commissie zal toekennen. Om in aanmerking te komen voor een beurs dient het studieverblijf minimaal 11 ECTS-punten op te leveren. De studieprogramma’s van de verschillende universiteiten zijn onder andere te vinden in

Bij de aanmelding worden door de gastuniversiteit vaak de volgende documenten gevraagd: •

Aanmeldingsformulier Het aanmelden bij een buitenlandse universiteit gebeurt via een aanmeldingsformulier van die buitenlandse universiteit.

•

Learning agreement Naast het aanmeldingsformulier is ook een learning agreement nodig. Hierin spreken de examencommissie/docent van de TU, de coördinator/docent van de gastinstelling en de student af welke studieonderdelen in het buitenland gevolgd zullen worden.

•

Andere documenten De meeste universiteiten vragen ook om een transcript of records (een gewaarmerkte Engelse cijferlijst), een motiveringsbrief en soms een curriculum vitae of een portfolio.

5 poging 3.indd 5

11/4/2011 2:50:38 PM


De aanmeldingsformulieren en het formulier voor de learning agreement zijn te vinden in de TU Delft Uitwisselingsdatabase, bij het International Office, de coördinator internationale uitwisseling CiTG en het International Office van de buitenlandse universiteit. Contact •

International Office CiTG, Maaike KraegerHolland kamer 2.73 Telefoon: 015-2781174 E-mail: [email protected] Internet: studyabroad.citg.tudelft.nl

•

International Telefoon: E-mail: Internet:

Office, Jaffalaan 9a 015-2788012 internationaloffi[email protected] www.buitenland.tudelft.nl

6 poging 3.indd 6

11/4/2011 2:50:40 PM


3. Stage in het buitenland (CIE4040-09) Natuurlijk bestaat er ook de mogelijkheid je stage in het buitenland te doen. Het vinden van een stageplaats in het buitenland is vaak moeilijker en kost meer tijd en geduld dan een stage in het binnenland. Groot pluspunt is natuurlijk wel dat je werkervaring opdoet en kennis maakt met een andere cultuur. Dit wordt door veel studenten als zeer positief ervaren voor hun persoonlijke ontwikkeling en voor hun toekomstplannen. Ook het bedrijfsleven stelt het zeer op prijs wanneer je werkervaring in het buitenland hebt. Al met al moet je ongeveer een half jaar vóór je op stage wilt gaan, beginnen met het zoeken naar een stageplaats in het buitenland. Meer nog dan in Nederland kunnen buitenlandse stages enorm uiteenlopen: het ene uiterste is met beperkte middelen in de “bush” van bijv. Kenia of Nepal, met veel contact met de plaatselijke bevolking. Het andere uiterste is een stage, van alle gemakken voorzien in een wereldstad als bijv. Singapore, maar dit kan wel vaak een beetje eenzaam zijn. De duur van een buitenlandse stage is (minimaal 2 maar) meestal 3 maanden en hiervoor staan ‘vast’ 10 ECTS-punten (bij voldoende resultaat). Vóór aanvang van je stage moet je je Bachelor hebben afgerond. 3.1 Hoe? Het vinden van een stageplaats in het buitenland kan op verschillende manieren. Bepaal goed voor jezelf of je een stage bij een Nederlands bedrijf in het buitenland wilt lopen, via een (buitenlandse) niet-gouvernementele organisatie of bij een buitenlands bedrijf. De werkomstandigheden en de aard van de werkzaamheden zijn namelijk behoorlijk verschillend. Ook is het belangrijk om voor jezelf te bepalen in ‘welk buitenland’ je stage wilt lopen: Europa of verder weg, westers of niet-westers. Laat je gerust voorlichten bij het stagebureau.

Stage HSM, Noorwegen

Eigen contacten Natuurlijk kun je je stageplaats regelen door contacten die je in de privésfeer hebt of die je bijvoor beeld via bedrijvendagen hebt opgedaan. Ook contacten met medestudenten die al op stage zijn geweest, kunnen leiden tot een stageplaats in het buitenland. Verder is internet een manier om meer te weten te komen over lokale bedrijven en organisaties of over bedrijven/ instellingen die in het buitenland actief zijn. Ook zijn docenten van de opleiding vaak een prima invalshoek om te pogen een plek in het buitenland te verwerven. Open sollicitatiebrief In een aantal gevallen wordt een stageplaats in het buitenland verkregen via een open sollicitatiebrief. Voor informatie omtrent adressen, contactpersonen en voor documentatie over bedrijven, kun je bij het stagebureau terecht. Stagebureau Als bedrijven/instellingen via het stagebureau een stageplaats in het buitenland aanbieden, wordt dit op de stagepublicatieborden op de gang bij kamer 2.73 aangekondigd. Ook vind je al deze stageplaatsen op Blackboard (CIE4040-09). Het stagebureau heeft verschillende contacten met bedrijven en organisaties die werkzaam zijn in het (verre) buitenland. Het is dus raadzaam om contact op te nemen met het stagebureau voor adviezen en eventuele mogelijkheden in het buitenland. Bij het stagebureau zijn vele stageverslagen en samenvattingen in te zien van verschillende soorten stages in het buitenland. Hieruit kun je wellicht ideeën opdoen.

Stage St. Tamsarya, Nepal

7 poging 3.indd 7

11/4/2011 2:50:43 PM


3.2 Belangrijke informatie Als je in het buitenland op stage gaat, is er naast de genoemde zaken in hoofdstukken 6 en 7 van deze brochure, een aantal zaken die je moet doen of weten. Dit staat allemaal beschreven in de stagehandleiding die samen met een inschrijfformulier is af te halen bij het stagebureau CiTG. Stagebureau Civiele Techniek & Geowetenschappen Bij het stagebureau CiTG werken stagecoördinator Peter van Eck en assistent-stagecoördinator Maaike Kraeger- Holland. Bij de stagecoördinator/docent, ir. Peter van Eck, (kamer 4.25) kun je terecht voor: - advisering bij de keuze van je stageplek - advisering bij problemen voor, tijdens of na je stage. Bij Maaike Kraeger-Holland (kamer 2.73) kun je terecht voor: - inschrijving - alle praktische informatie over stagemogelijkheden - informatie over stagemogelijkheden in het binnen- en buitenland - informatie over bedrijven/instellingen (bedrijvendossiers) - landeninformatie, publicaties zoals Civiel Profiel en de Nobiles Ingenieursgids - het maken van een afspraak met de stagecoördinator - de afwikkeling van de formaliteiten (o.a. stagecontract en stageovereenkomst) - contact tijdens je stage - inlevering van je stageverslag/beoordeling van je stage.

Stage Matunkha, Malawi

Contact Stagebureau Civiele Techniek & Geowetenschappen, kamer 2.73 Telefoon: 015-2781174 Fax: 015-2784889 E-mail: [email protected] Internet: www.citg.tudelft.nl/stagebureau

8 poging 3.indd 8

11/4/2011 2:50:46 PM


3.3 Stroomschema stage De procedure voor het stagelopen staat hieronder in een stroomschema weergegeven. Ik wil op stage!

Stagemap met uitgebreide handleiding afhalen

Inleveren inschrijfformulier bij stagebureau

Zoeken van interessante bedrijven/instellingen

Inlichten stagebureau CT

Benaderen van enkele bedrijven/instellingen middels schriftelijke sollicitatie

Voldoen aan de eisen: BSc behaald

Op gesprek Vakbegeleider vinden

Voor buitenlandstage: * Regelen van: - vaccinatie - verzekeringen - fonds/beurs - OV-vergoeding - evt. werkplan - reis en verblijf * Aanmelden bij Osiris Buitenland (inclusief adres contactpersoon in Nederland, emailadres, verblijfadres, e.d.)

Stageovereenkomst en stagecontract (laten) tekenen en samen met opdrachtomschrijving inleveren bij stagebureau

Op stage! Tijdens stage terugkoppeling met vakbegeleider/stagebureau Stageverslag binnen 1 week na einde stage inleveren bij stagebureau; evaluatie en beoordeling

9 poging 3.indd 9

11/4/2011 2:50:48 PM


4. Project in het buitenland (CIE4061-09) Tijdens het masterproject zijn er ruime mogelijkheden om naar het buitenland te gaan. Dit is een zeer leerzame en bijzondere ervaring voor de studenten. Er is voldoende aanbod van onderwerpen. Groepen studenten zijn de afgelopen jaren onder andere naar de volgende landen geweest: Verenigde Staten, Kenia, Indonesië, Cambodja, China, Vietnam, Bolivia, Brazilië, Cuba, Mexico, Chili en Argentinië. Het MSc-project wordt in een groep van minimaal 4 en maximaal 6 studenten uitgevoerd. Het project levert 10 ects punten op voor de duur van minimaal 8 weken werkzaam aan het project in het buitenland. Meestal komt het erop neer dat projectgroepen 10 weken op locatie bezig zijn aan het project. Naast de werkzaamheden op locatie is de groep van te voren bezig met de voorbereidingen en na terugkomst moet het project worden afgerond en gepresenteerd worden. De samenstelling moet multidisciplinair zijn, dat betekent dat er verschillende afstudeerspecialisaties in vertegenwoordigd moeten zijn. De toelatingseisen die op blackboard staan vermeld zijn van toepassing. Dit betekend dat elke deelnemende student in het bezit moet zijn van zijn Bachelor diploma bij aanvang van het project. Het beste is dat je daaraan voldoet 3 maanden voor vertrek. Laat die harde eisen niet op het laatste moment aankomen. Een groep van 5 heeft de voorkeur voor het geval er iemand om welke reden dan ook uitvalt. Een groep van 3 wordt niet als projectgroep beschouwd. De bedoeling van een MSc-project is dat je een concreet probleem van begin tot eind aanpakt, dus beginnen met de interpretatie van het probleem van de opdrachtgever, dat vertalen in technische termen, een oplossing trachten te vinden, en het resultaat weergeven in voor de opdrachtgever begrijpelijke termen. Een project heeft dus vooral breedte. In tegenstelling tot afstudeerwerk moet je hierbij natuurlijk wel terugvallen op “handbook engineering”. Afhankelijk van het onderwerp wordt bepaalde vakkennis uit het MSc-programma vereist. Het is namelijk zo dat het bedrijf, de universiteit of de instelling in het buitenland tijd en moeite steekt in het vinden van een goed onderwerp, zonder dat daar een financiële vergoeding tegenover staat. Het is dan ook logisch dat van de studenten verwacht wordt dat het probleem dat ze voorgeschoteld krijgen op een behoorlijk niveau aangepakt wordt.

Het meest ideale moment om een MSc-project te doen is het einde van het 4e jaar. Op dat moment heb je de meeste kennis vergaard en kun je die gaan toepassen in de praktijk. Jullie zijn het visitekaartje van de TU Delft en wij hopen dat jullie een goede indruk achterlaten en dat volgende groepen weer welkom zijn. Het MSc-project is een goede voorbereiding op het afstuderen. Daarnaast is het zeer leerzaam om nauw in een groep samen te werken en ervaring op te doen in het buitenland. Het beste is dat je zelf een groep vormt, want 2 maanden in het verre buitenland zitten en op elkaar zijn aangewezen, vereist veel verdraagzaamheid van elkaar. Ook als je geen groep hebt kun je je aanmelden. Wij proberen dan te bekijken wat de beste match zou zijn om een volledige groep te vormen. Het is wel belangrijk om dit ruim op tijd te doen omdat we hiervoor wel wat tijd nodig hebben om een goede groep te vormen. De volgende acties moeten worden ondernomen om aan een MSc-project deel te nemen: -

-

groep vormen (multidisciplinair), 4 – 6 studenten inschrijven via de MSc coördinator (niet via Blackboard) Marion van Eijck (m.vaneijck@ tudelft.nl). onderwerp zoeken: via MSc coördinator of Marion van Eijck. als onderwerp bekend is op 1 A4-tje een omschrijving van het probleem inleveren bij Marion Eijck in overleg met Marion van Eijck, hoofdbegeleider en verantwoordelijk hoogleraar voor het project bepalen; zij verlenen goedkeuring aan het onderwerp en de samenstelling van de groep vervolgens een werkplan opstellen en sponsoren aanschrijven tijdelijke teruggaaf OV-jaarkaart kosten regelen (downloaden bij de DUO en laten tekenen bij Marion van Eijck) aanvraag TU Fonds. Meer informatie hierover bij Marion van Eijck eventueel vaccinaties regelen (formulier voor vergoeding verkrijgbaar bij Marion van Eijck) begroting indienen (format zie blackboard) indien voor vertrek bij Marion van Eijck. Na terugkomst definitieve begroting eveneens

10 poging 3.indd 10

11/4/2011 2:50:50 PM


-

indien bij Marion van Eijck. na goedkeuring onderwerp en toelatingseisen, tickets regelen, huisvesting ter plekke, etc. studenten moet zich binnen Osiris in de buitenland module inschrijven voor de periode dat ze naar het buitenland gaan. bij aankomst in het buitenland een bericht sturen van aankomst naar Marion van Eijck met de hoofdbegeleider van de Faculteit wekelijks email-contact houden

Contact Coördinator MSc-project: Kamer: Telefoon: E-mail:

Marion van Eijck 2.73 015-2783511 [email protected]

11 poging 3.indd 11

11/4/2011 2:50:52 PM


5. Afstuderen in het buitenland 5.1 Additional MSc Thesis (CIE 5050-09)

5.2 MSc Thesis (CIE 5060-09, afstudeerwerk)

De verschillende mastervarianten bieden in de keuzeruimte ook de Additional MSc Thesis aan. Dit extra afstudeerwerk moet afzonderlijk van het daadwerkelijke afstudeerwerk (MSc Thesis) worden gedaan. Er moet dus een apart verslag worden ingeleverd. Wel mag de Additional MSc Thesis in relatie staan tot het onderwerp van je afstudeerwerk. Het kan een soort toevoeging zijn, bijvoorbeeld in de Additional MSc Thesis worden metingen in het laboratorium gedaan waarvan de data dan in de MSc Thesis worden gebruikt. Sommige studenten doen hun Additional MSc Thesis in het buitenland. De Additional MSc Thesis wordt individueel gedaan of door een tweetal studenten. Hierin verschilt het van het multidisciplinaire MSc project (CIE 4061-09) dat door een groep van minimaal vier studenten wordt gedaan, tegenwoordig meestal in het buitenland. Een ander verschil met het multidisciplinaire MSc project is dat de Additional MSc Thesis meer diepgang heeft en minder breed is. De Additional MSc Thesis wordt begeleid en beoordeeld door een hoogleraar (of UHD) en een docent. Uiteraard moeten zij eerst akkoord gaan met het onderwerp van de onderzoeksopdracht.

Hoewel het niet heel vaak voorkomt, is het ook mogelijk de MSc Thesis in het buitenland te doen. Studenten studeren dan meestal af bij een universiteit of bedrijf waar de mastervariant nauwe relaties mee heeft. Het regelen van een afstudeer plek gaat meestal via de afstudeerhoogleraar, soms via de MSc-coördinator. De MSc Thesis heeft een omvang van 42 EC (CT5060) dan wel van 40 EC (CIE 5060-09). De MSc-coördinatoren zijn: Structural Engineering: ir. L.J.M. Houben, Stevin II kamer 2.27 Building Engineering: ir. K.C. Terwel, Stevin II kamer 1.54 Hydraulic Engineering: ir. W.F. Molenaar, kamer 3.75 Geo-Engineering: ir. J.P. Oostveen, kamer 00.480 Water Management: ir. W.M.J. Luxemburg, kamer 4.59 Transport and Planning: ir. P.B.L. Wiggenraad, kamer 4.05

12 poging 3.indd 12

11/4/2011 2:50:54 PM


6. Financieringsmogelijkheden Wanneer je besloten hebt in het buitenland te gaan studeren, is één van de belangrijkste zaken om op tijd mee te beginnen het regelen van je financiering. Er zijn vele mogelijkheden om extra geld te regelen. Zo verstrekken de EU, de overheid, de TU en overige instanties diverse beurzen. Er is een beurswijzer die te vinden is op beurswijzer.tudelft.nl. 6.1 DUO-zaken Als je tijdelijk studeert in het buitenland is het in de meeste gevallen mogelijk je studiefinanciering te behouden. Het is dan wel van belang dat je als voltijdstudent staat ingeschreven bij de TU en dat de studie of stage in het buitenland deel uitmaakt van je opleiding. Verder gelden dezelfde regels als voor studenten die in Nederland blijven studeren. Wanneer je je gehele studie in het buitenland aflegt, zijn er ook situaties waarbij je recht hebt op studiefinanciering. Voor meer informatie hierover, zie www.nuffic.nl. Aandachtspunten: Uitwonende Studiebeurs Mocht je nu nog ingeschreven staan als thuiswonende student is het van belang je studiefinanciering om te zetten naar een uitwonende beurs voor de periode dat je naar het buitenland gaat. Dit kun je doen op de DUO site. Eigen giro- of bankrekening De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) stort alleen geld op Nederlandse banken girorekeningnummers. Geef daarom een Nederlands rekeningnummer door dat op jouw naam staat. Machtigen van derden In sommige situaties kan het handig zijn iemand anders je studiefinancieringszaken te laten regelen. Hiervoor kun je iemand machtigen. Stel dan een brief op aan de DUO-groep waarin staat wie jij machtigt om je zaken waar te nemen. Geef daarin aan om welke periode het gaat. Vergeet niet je eigen handtekening en de handtekening van degene die je machtigt. Het adres van de gemachtigde kun je opgeven als jouw postadres. Vergoeding Studenten OV-chipkaart Alle studenten die minstens een maand in het buitenland gaan studeren of stage gaan lopen, kunnen kiezen tussen een Studenten OV-chipkaart of een maandelijkse vergoeding.

OV-vergoeding aanvragen Alle studenten die ten minste een maand in het buitenland gaan studeren of stage gaan lopen kunnen kiezen tussen een OV kaart of een maandelijkse vergoeding.

Stappen voor terugvragen OV vergoeding: 1. Vraag de vergoeding minimaal twee maanden voor de ingangsdatum van je verblijf in het buitenland aan met het formulier Aanvragen OVvergoeding buitenland. 2. Vul het formulier in. 3. Laat het formulier tekenen door je faculteit. 4. Lever je chipkaart niet in. DUO zet je week- of weekendabonnement stop per de maand waarin je recht krijgt op de vergoeding. Je Studenten OV-chipkaart mag je houden. Je hoeft hem niet op te sturen of in te leveren. Je kunt na je verblijf in het buitenland je abonnement weer op je Studenten OV-chipkaart laden.

Voor informatie over hoeveel vergoeding je kunt krijgen en over de voorwaarden moet je ook kijken op de website van de DUO. De vergoeding kun je alleen krijgen als je op de eerste dag van deze maand stage loopt of in het buitenland studeert. BELANGRIJK Regel je TUD inschrijving voor het nieuwe studiejaar - het jaar waarin je voor studie of stage naar het buitenland gaat - op tijd. Dit kan al vanaf oktober van het huidige studiejaar. Tijdens het verblijf in het buitenland moet je inschrijving aan de TU Delft in orde zijn!

6.2 Beursprogramma’s ERASMUS ERASMUS is een onderwijsprogramma van de Europese Commissie om samenwerking te bevorderen tussen de deelnemende landen op alle onderwijsniveaus. Studenten die een tijdje in het buitenland willen studeren, kunnen in aanmerking komen voor een ERASMUS studiebeurs of een ERASMUS stagebeurs. ERASMUS studiebeurs Eén van de voorwaarden van deze studiebeurs is dat de faculteit en de gastinstelling een ERASMUS uitwisselingsovereenkomst moeten hebben afgesloten. Verder moet je bij voorkeur je BSc-

13 poging 3.indd 13

11/4/2011 2:50:56 PM


opleiding hebben afgerond en moet je ingeschreven staan bij de TU Delft. De buitenlandse studieperiode moet minimaal drie en maximaal twaalf maanden omvatten en de TU stelt als extra voorwaarde dat de studieperiode minimaal 10 ECTS moet opleveren. De ERASMUS studiebeurs bestaat uit een tegemoetkoming in de extra kosten die een studieverblijf in het buitenland met zich meebrengt. De aanvraagformulieren voor de ERASMUS studiebeurs zijn bij het centrale International Office verkrijgbaar. Wanneer je in aanmerking komt voor de beurs kom je vervolgens niet meer in aanmerking voor eventuele andere mobiliteitsfondsen van de TU Delft. Je hebt gedurende je studietijd ook maar één keer recht op deze beurs. Handig om te weten is dat je als ERASMUS-student voorafgaand aan je studieperiode in het buitenland gratis een taalcursus ter voorbereiding kunt volgen. Op buitenland.tudelft.nl kun je meer informatie vinden over de mogelijkheden voor ERASMUS studenten om de kosten van een taalcursus vergoed te krijgen. ERASMUS stagebeurs Als je gaat stage lopen bij een bedrijf, organisatie of aan een buitenlandse universiteit in de EU/ EER landen kom je misschien in aanmerking voor een ERASMUS stagebeurs. Check of je aan de voorwaarden voldoet op de buitenlandwebsite: buitenland.tudelft.nl De uiteindelijke beoordeling van je aanvraag, de administratieve afhandeling en uitbetaling heeft de TU Delft uitbesteed aan het Regionale Leonardo Bureau (RLB) van de TU Eindhoven (TU/e). Als het budget voor ERASMUS stagebeurzen is uitgeput, heeft het geen zin meer om een aanvraag in te dienen. Daarom is het verstandig om vooraf bij TU Eindhoven te informeren of er nog subsidie mogelijk is. STIR-beurs Het College van Bestuur beoogt met de instelling van het Stimuleringsfonds Internationale Universitaire Samenwerkingsrelaties (STIR) de studentenmobiliteit met buitenlandse universiteiten te stimuleren door middel van het beschikbaar stellen van STIR beurzen aan studenten. Het moet gaan om universiteiten waarmee een uitwisselingsovereenkomst is afgesloten op instellingsniveau dan wel op facultair niveau. De hoogte van een STIR beurs wordt bepaald door de TU Delft en is afhankelijk van de duur van de buitenlandse studieperiode, het aantal gegadigden

en het land dat wordt bezocht. Houd er rekening mee dat een STIR beurs niet volledig kostendekkend is. Het gaat om een (beperkte) tegemoetkoming in de extra kosten die je moet maken om in het buitenland te studeren. Aanvraagformulieren zijn verkrijgbaar bij het International Office. Indien de aanvraag wordt gehonoreerd vindt de uitbetaling van de STIR beurs in twee termijnen plaats, de eerste termijn omstreeks de datum van vertrek en de tweede termijn na inlevering van een reisverslag. College van Bestuur (CvB) Fonds De fondsen onder beheer van het College van Bestuur kunnen financiële steun verlenen aan individuele studenten die in het kader van hun studie aan de TU Delft een studieperiode doorbrengen aan een buitenlandse universiteit waarmee geen uitwisselingsovereenkomst is afgesloten. Fonds Internationale Stages Het College van Bestuur beoogt met de instelling van het Fonds Internationale Stages (FIS) de internationale ervaring en vakkennis van studenten te stimuleren door middel van een stage bij een buitenlands bedrijf, (onderwijs) instelling of organisatie. Het FIS biedt aan een bepaalde categorie TU Delft studenten de mogelijkheid om een deel van de internationale reiskosten vergoed te krijgen. Overige beursprogramma’s TUD-StuD fonds is bedoeld om studenten die tijdens hun studie enige tijd naar een ontwikkelingsland gaan financieel te steunen. Het TUD-StuD fonds is bedoeld als tegemoetkoming in de kosten die een dergelijke stage, project of afstuderen met zich mee brengt. Studenten die door hun verblijf in het buitenland een duurzame bijdrage aan armoedebestrijding leveren komen in aanmerking voor het fonds. Fonds Virtuele Mobiliteit biedt studenten, die aan een cursus of project met een buitenlandse universiteit via internet deelnemen en ter afronding bij deze universiteit op bezoek gaan, de mogelijkheid een deel van de internationale reiskosten vergoed te krijgen. Stichting Universiteitsfonds Delft, hier kun je een aanvraag indienen als je een buitenlandse studiereis gaat maken met als doel het houden van een voordracht of posterpresentatie of voor

14 poging 3.indd 14

11/4/2011 2:50:58 PM


afstudeerstage/-werk in het buitenland. Een belangrijke voorwaarde is dan wel dat zowel de aanvrager als de faculteit (vakgroep/sectie/ werkverband) een financiële bijdrage leveren.

de verslagen kan leiden tot terugvordering van je beurs. De reisverslagen worden geplaatst op de buitenlandwebsite in de uitwisselingsdatabase (uitwisseling.tudelft.nl).

Wil je uitgebreide informatie over alle beschikbare beurzen en fondsen bij TU Delft, kijk dan op beurswijzer.tudelft.nl. Door hier in het linkermenu voor TU Beurzen te kiezen, krijg je een compleet overzicht van alle beurzen. Beursmogelijkheden ná je TUD-studie VSBfonds Beurs Het VSBfonds stelt elk jaar beurzen beschikbaar voor bevlogen en gemotiveerde studenten, die zich graag verder willen ontwikkelen. Je hoeft geen bolleboos te zijn, maar je hebt wel goede studieresultaten behaald. Jij bepaalt zelf wat je gaat doen, waar en waarom. Vervolgens overtuig je ons waarom wij jouw plannen zouden moeten ondersteunen. Een VSBfonds Beurs is een gift van maximaal €10.000,Per onderwijsinstelling is een beperkt aantal studiebeurzen beschikbaar. De selectie bestaat uit een schriftelijke en mondelinge fase. Als je door de schriftelijke fase komt, word je uitgenodigd om persoonlijk voor de selectiecommissie te verschijnen. Deze mondelinge toelichting is een verplicht onderdeel van de selectie. De onderwijsinstellingen dragen de geselecteerde kandidaten vervolgens voor aan het VSBfonds. Kijk voor aanmelding en informatie over de richtlijnen en criteria op www.vsbfonds.nl/ beurzen. Je kunt je jaarlijks aanmelden bij het centrale International Office vóór 1 maart. Ook kun je daar terecht voor een adviesgesprek. Je vindt meer over beurzen na je studie op buitenland.tudelft.nl onder Stap 1 Oriëntatie, ‘Na je studie naar het buitenland’. Verslaglegging Veel fondsen stellen als eis dat je na afloop van je verblijf in het buitenland en meestal voor een bepaalde datum een verslag inlevert. Na inlevering wordt dan (het restant van) je beurs uitbetaald. In het geval dat je als de inlevertermijn verstrijkt nog in het buitenland verblijft, kun je je verslagen per post of per fax naar het centrale International Office opsturen. Zorg dat je op tijd bent, want te laat inleveren van

15 poging 3.indd 15

11/4/2011 2:50:59 PM


7. Overige belangrijke zaken 7.1 Huisvesting Informeer altijd ruim van tevoren bij de buitenlandse universiteit hoe je aan een kamer kunt komen. Bij uitwisselingsprogramma’s is het vaak mogelijk dat de gastuniversiteit huisvesting voor de inkomende studenten regelt. Meld je hiervoor tijdig aan. Via de TU Delft uitwisselingsdatabase kun je naar de webpagina’s van universiteiten voor meer informatie (uitwisseling.tudelft.nl). 7.2 Osiris Buitenland Vanaf 1 januari 2011 is het voor elke student van TU Delft die voor studie of stage naar het buitenland gaat verplicht om zich tijdig vóór vertrek te registreren in Osiris, module buitenland. Dit in verband met de zorgplicht van TU Delft ingeval van onverhoopte calamiteiten. Aan deze registratie zit ook een ’Travel Insurance’ verbonden. Kijk goed in OSIRIS buitenland naar de voorwaarden! Neem zelf de adresgegevens van je faculteit en de coördinator internationale uitwisseling mee, evenals de gegevens van de betreffende Nederlandse ambassade of consulaat in het buitenland (www. minbuza.nl). Laat het International Office CiTG na aankomst weten dat je goed bent aangekomen! 7.3 Taal Zorg ervoor dat je de taal (enigszins) beheerst door middel van een taalcursus of door zelfstudie. Soms moet je een taaltoets afleggen om toegelaten te worden tot een buitenlandse universiteit. Het Instituut voor Techniek & Communicatie (IT&C) van de faculteit TBM geeft cursussen Frans, Italiaans, Spaans, Chinees en Engels. Het talencentrum van de Universiteit Leiden biedt zowel cursussen als zelfstudiemateriaal voor veel talen. Vaak is het mogelijk om bij de buitenlandse gastuniversiteit, voorafgaand aan je studieprogramma of parallel hieraan, een taalcursus te volgen. Je kunt ook een buitenlandse taalcursus in de zomermaanden volgen, in plaats van of als voorbereiding op je buitenlandse studie. Het aanbod van taalcursussen in het buitenland is enorm groot en de niveaus zijn zeer verschillend. Voor meer

informatie kun je kijken op de webpagina’s van de buitenlandse universiteiten die vermeld staan in de TU Delft uitwisselingsdatabase. Er kunnen echter wel kosten aan verbonden zijn. Studenten die deelnemen aan het ERASMUSprogramma kunnen in een aantal landen gratis een korte intensieve taalcursus in de taal van het gastland volgen. De cursussen duren meestal een maand, waarvoor je een extra beursmaand krijgt. Je hoeft de cursus niet persé te doen op de universiteit waar je studeert. Aanmelding voor deze cursus loopt via het International Office van de TU Delft. Het aantal EILC-plaatsen is beperkt en de belangstelling groot. Dus geef je zo snel mogelijk op voor de cursus van je voorkeur en houd hierbij de gestelde deadlines in de gaten. Je vindt meer over Taal en Cultuur op buitenland.tudelft.nl onder Stap 2 Regelwerk, ‘Algemeen regelwerk’. 7.4 Cultuur Een goede manier om je voor te bereiden op de cultuur van een land is deel te nemen aan de Workshop Interculturele Communicatie. Tijdens deze workshop, die één dag duurt, wordt op praktische wijze uiteengezet hoe wij, als Nederlanders, de wereld zien en hoe anderen dat doen. Aan de hand van een model, oefeningen en praktijkvoorbeelden wordt een kader gegeven voor het omgaan met culturele verschillen in het bedrijfsleven en het onderwijs. Wat je leert is universeel toepasbaar, dus het maakt niet uit naar welk land je gaat, binnen of buiten Europa. Als je de data van de workshops wilt weten, neem dan contact op met het International Office of kijk op buitenland.tudelft.nl. 7.5 Verzekeringen Ziektekosten In Nederland ben je verzekerd tegen ziektekosten dankzij de Zorgverzekeringswet en de AWBZ (Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten). Maar hoe zit het met je ziektekosten als je buiten Nederland studeert? Daarover heeft Nederland met een groot aantal landen afspraken gemaakt. Of en hoe je verzekerd bent tegen ziektekosten, hangt af van jouw persoonlijke omstandigheden. Voor jou is bijvoorbeeld van belang of je jonger bent dan 30 jaar en of je naast jouw studie ook nog werkt.

16 poging 3.indd 16

11/4/2011 2:51:02 PM


Meer informatie over jouw persoonlijke omstandigheden vind je op de website van CVZ (www.cvz.nl) en informeer ook bij je eigen verzekeraar. Het is vaak ook aan te bevelen om een reisverzekering af te sluiten. Vergeet ook je WAverzekering niet (zie de toelichting hieronder). Vraag je verzekeraar ook om een verklaring in de taal van het land waar je heen gaat, waarin duidelijk staat hoe je verzekerd bent. Op het moment dat je iets overkomt, hoef je dan in ieder geval niet in een vreemde taal uit te leggen hoe het zit met je verzekering. WA-verzekering Een wettelijke aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren (kortweg WA-verzekering) verzekert je tegen materiële of lichamelijke schade die je bij derden veroorzaakt. Bijvoorbeeld als je met je fiets een voetganger aanrijdt. Schade veroorzaakt met een gemotoriseerd voertuig zijn niet gedekt onder een WA-verzekering voor particulieren. Als bezitter van een gemotoriseerd voertuig moet je een aparte WA-verzekering afsluiten in het land waar het voertuig wordt gebruikt. Als student in Nederland ben je meestal meeverzekerd op de WA-polis van je ouders. Iedere verzekeringsmaatschappij heeft z’n eigen voorwaarden maar in het algemeen geldt dat een WA-verzekering een werelddekking geeft en gedurende drie maanden in het buitenland geldig is. Informeer altijd bij je verzekeringsmaatschappij naar de hoogte van de dekking, of deze toereikend is voor het te bezoeken land, voor welke termijn de dekking geldt en of er een meldingsverplichting bestaat voor je tijdelijke verblijf in het buitenland. Als je niet bent verzekerd via de WA-verzekering van je ouders of als de termijn waarvoor de dekking geldt onvoldoende is, dan moet je een aanvullende (reis)verzekering afsluiten. Let op! Het is erg belangrijk om over een WAverzekering te beschikken, zeker voor landen als de Verenigde Staten en Canada. In deze landen zijn het aantal aansprakelijkstellingen en de geclaimde bedragen namelijk erg hoog. Reisverzekering Het is aan te bevelen om voor de heen- en terugreis en het verblijf in het buitenland, onafhankelijk van welke buitenlandse bestemming je kiest, een reisverzekering tegen verlies, beschadiging of diefstal van je bagage af te sluiten. De reisverzekering kent ook vaak een SOS-dekking. Deze houdt in dat

bijvoorbeeld extra kosten ten gevolge van ziekte, ongeval of overlijden ook verzekerd zijn. Je kunt ook zelf naar Nederland worden teruggeroepen. De extra kosten die daarvan het gevolg kunnen zijn, kunnen dan verzekerd zijn. Ook kun je familieleden (eerste graad) over laten komen als je zelf door ziekte of ongeval in levensgevaar verkeert. Let bij het afsluiten van een reisverzekering op de termijn waarvoor de dekking geldt en welke dekking de verzekering geeft. Diverse verzekeringsmaatschappijen bieden tegenwoordig speciale arrangementen voor studenten aan in de vorm van studiereis-/stageverzekeringen. 7.6 Inentingen Als je op reis gaat naar de (sub)tropen, worden meestal enkele vaccinaties geadviseerd. De maatregelen die nodig zijn hangen af van de aard en het doel van de reis en van reeds eerder verkregen vaccinaties. De Studentengezondheidszorg (SGZ) is een erkend tropen- /vaccinatiecentrum. Je kunt er voor informatie, advies en vaccinaties terecht. Het is raadzaam om minimaal 6 weken voor je vertrek langs te komen, na telefonische afspraak. Meer informatie is te vinden op www.sgzopreis.nl. De TU Delft vergoedt SGZ de kosten voor een medische keuring en vaccinaties bij stage of studiereis als dit voor het land van bestemming noodzakelijk is. Je moet dan wel een ondertekende vaccinatieverklaring hebben. Maaike KraegerHolland en Marion van Eijck kunnen deze verklaring verstrekken. Malariapillen zijn voor eigen rekening. Afhankelijk van jouw ziektekostenverzekering kun je deze kosten vergoed krijgen. Vaccinaties die geen betrekking hebben op de studie moet je ook zelf betalen. Dus: Vaccinaties voor vakantie zijn voor je eigen rekening. 7.7 Visum en werkvergunning Als Nederlands staatsburger heb je geen visum en werkvergunning nodig in de landen van de Europese Unie. Voor de andere landen staat per land aangegeven of je een visum en/of een werkvergunning nodig hebt en zo ja, hoe je die moet aanvragen. Het kan zijn dat de Nuffic voor sommige landen niet kon achterhalen of je een visum nodig hebt, informeer

17 poging 3.indd 17

11/4/2011 2:51:04 PM


in dat geval bij de betreffende buitenlandse ambassades in Nederland. Voor landen buiten de EU heb je in veel gevallen een visum of verblijfsvergunning nodig. Informatie hierover kun je vinden op de website van de ambassade van het betreffende landen bij de vestiging van die ambassade in Nederland (veelal gevestigd in Den Haag). 7.8 Reisadviezen Het is van belang je op de hoogte te stellen van de reisadviezen van het Ministerie van Buitenlandse Zaken voor wat betreft het bestemmingsland: www.minbuza.nl. Houd deze reisadviezen regelmatig in de gaten (zeker van ‘risicolanden’) en volg ze goed op! Bij vragen kun je langs gaan bij het International Office CiTG.

18 poging 3.indd 18

11/4/2011 2:51:06 PM


8. Informatiebronnen 8.1 Practische websites buitenland.tudelft.nl uitwisseling.tudelft.nl www.csa.tudelft.nl www.cicat.tudelft.nl www.sgzstudent.nl en www.sgzopreis.nl www.ib-groep.nl www.wilweg.nl www.nuffic.nl www.wijsopreis.nl www.minbuza.nl www.aiesec.nl www.beursopener.nl www.go-europe.nl 8.2 Practische adressen

Studenten GezondheidsZorg (SGZ) Afd. Vaccinatiecentrum Beukenlaan 4G 2612 VC Delft tel.: 015 - 212 1507 fax: 015 - 215 8442 email: [email protected] internet: www.sgzstudent.nl; www.sgzopreis.nl Ministerie van Buitenlandse Zaken Bezuidenhoutseweg 67 postbus 20061 2500 EB Den Haag tel. (alg. info.): 070 – 3486486 / 0800-8051 (publieksinformatie) fax (alg. info.): 070 – 3484848 tel. (reisadviezen): 070 – 3487600

TU Delft Faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen Dienst Onderwijs en Studentenzaken International Office CiTG/stagebureau CiTG Stevinweg 1, kamer 2.73 2628 CN Delft tel.: 015 - 278 1174 fax: 015 - 278 4889 e-mail: [email protected] en [email protected] International Office (Hoofdgebouw) Jaffalaan 9A, 2628 BX Delft Delft tel.: 015 - 278 8012 fax: 015 - 278 5690 email: internationaloffi[email protected] Centrale Studentenadministratie Jaffalaan 9A, 2628 BX Delft tel.: 015 - 278 4249 fax: 015 - 278 6457 email: [email protected] CICAT Mekelweg 2 (8A-2-12-K) 2628 CD Delft tel.: 015 - 278 3612 fax: 015 - 278 1179 e-mail: [email protected]

19 poging 3.indd 19

11/4/2011 2:51:07 PM


9. Uitwisselingslanden CiTG heeft de volgende uitwisselingscontracten: (uitwisseling.tudelft.nl -> snelkiezer per faculteit)

Australie: University of South Australia The University of Queensland België: Katholieke Universiteit Leuven Université Catholique de Louvain Canada: University of Waterloo Denemarken: Danmarks Tekniske Universitet Duitsland: Rheinisch-Westfälische Technische Hochschule Technische Universität Berlin Ruhr-Universität Bochum TU Carolo-Wilhelmina zu Braunschweig Technische Universität Clausthal Brandenburgische Technische Universität Cottbus Technische Universität Dresden TU Bergakademie Freiberg Hochschule Karlsruhe Technische Universität München Universität Stuttgart Estland: Tallinn University of Technology Finland: Helsinki University of Technology Frankrijk: Universite Joseph Fourier University of Montpellier Ecole Nationale Supérieure des Ponts et Chaussées Ecole Nationale des Travaux Publics de L'Etat Griekenland: National Techinical University of Athens Aristoteleio Panepistimio Thessalonikis

Hongarije: TU Budapest Indonesië: Institut Teknologi Bandung (ITB) Israel: Technion Israel Institute of Technology Italië: Université degli studi di Firenze Politecnico di Milano Université degli studi di Roma 'La Sapienza' Politecnico di Torino Letland: Rigas Techniska Universitate Noorwegen: University of Oslo Norwegian University of Science and Technology Oostenrijk: University of Leoben Technikum Wien International Polen: Uniwersytet Warminsko-Mazurski w Olsztynie Politechnika Wroclawska Portugal: Universidade Técnica de Lisboa Singapore: National University of Singapore Spanje: Universidad Politécnica de Catalunya Universidad Politécnica de Madrid Universidad Politécnica de Valencia

20 poging 3.indd 20

11/4/2011 2:51:17 PM


Tsjechië: VSB Technicka Univerzita Ostrava CZech Technical University in Prague Turkije: Suleyman Demirel University Istanbul Technical University United Kingdom University of Exeter Imperial College of Science, Technology and Medicine University College London Verenigde Staten University of Texas Colorado School of Mines University of Illinois at Urbana-Champaign

Zuid-Afrika Universiteit van Stellenbosch

Zuid-Korea Korea Advanced Institute of Science and Technology

Zweden Chalmers Tekniska Högskola AB (CTH) Högskolan i Luleå Lunds Universitet Kungliga Tekniska Högskolan (KTH) Zwitserland Ecole Polytechique Federale de Lausanne ETH Zurich

21 poging 3.indd 21

11/4/2011 2:51:19 PM


Bijlage Studentenervaringen

22 poging 3.indd 22

11/4/2011 2:51:21 PM


1. MSc-project, Brazilië Haven van Projectverslag 2010: Itajai, Brazilie Gedurende de periode van april tot juli 2010 hebben we met vijf master-studenten van Hydraulic Engineering een project uitgevoerd voor de haven van Itajaí, in Brazilië. Het doel van dit onderzoek was om een voorstudie te doen naar de sedimentatie in de haven, en daarnaast de mogelijkheid te analyseren om de haven toegankelijk te maken voor grotere schepen. Tijdens de master Hydraulic Engineering is er de mogelijkheid om een masterproject te doen in het buitenland. Het kost wel wat extra voorbereidingstijd, maar het is een enorme uitdaging om een project te doen in het buitenland. Nederlanders zijn overal over de wereld vertegenwoordigd in de

"Een hele grote plus was dat wij in Brazilie waren gedurende het WK" waterbouwkunde, er is ook een grote kans dat een of meer van ons later in het buitenland zal gaan werken. Het doen van dit project in het buiteland heeft zeker een meerwaarde voor later. Het is namelijk erg interessant om te zien hoe men in het buitenland te werk gaat en hoe men naar waterbouwkundige problemen kijkt. Met behulp van dhr. Verhagen zijn we in contact gekomen met het havenbedrijf van Itajaí dat een

uitdagende opdracht voor ons had liggen. Momenteel is de haven van Itajaí één van de grootste containerterminals van Brazilië, met ingevroren kip als exportproduct nummer 1 en Nederland als grootste exportland. Een zware regenval in 2008 heeft voor enorme problemen gezorgd toen een grote overstroming twee aanlegplaatsen wegspoelde en een enorme hoeveelheid sediment zich situeerde in de haven. Hierbij was op sommige plaatsen de waterdiepte van 10,5 meter naar 7 meter gedaald. De afgelopen jaren werd er hard gewerkt om de aanlegplaatsen weer op te bouwen. Door middel van een water injection dredger wordt het bodemniveau dagelijks op een constant peil gehouden van 10,5 meter, wat een zeer kostbare onderneming is. Daarnaast heeft de haven enkele uitbreidingsplannen die momenteel onder de loep worden gelegd. Vanuit economisch oogpunt is het voor de haven van groot belang zich te blijven ontwikkelen, om zo haar sterke positie in de markt te handhaven. Echter komen daar enige moeilijkheden bij kijken, waaronder het gebrek aan ruimte in de haven om uit te kunnen breiden en de hoge kosten voor de aanpak van de sedimentatie in de haven. Om de haven toegankelijker te maken voor grotere scheepvaart wil de haven de rivier verdiepen. Tijdens ons verblijf werd er al gewerkt aan het uitdiepen van de

rivier bovenstrooms van de haven van 7,5 meter tot 9 meter. Daarnaast wil het havenbedrijf de haven en het toegangskanaal uitdiepen tot 14 meter. De gevolgen van deze ingrepen zijn tijdens dit project bestudeerd en meegenomen in de onderzoeksvragen.

HET ONDERZOEK Het doel van het project is om de haven inzicht te laten krijgen in de uitbreidingsmogelijkheden van het havengebied, waarbij er moet worden gekeken naar verschillende aspecten zoals de optimalisatie van de lay-out van de haven en de problemen rondom het sediment, dat afkomstig is van de rivier Itajai-Acu. De haven, die zich op 3 km landinwaarts van de zee bevindt, ligt langs de oevers van deze rivier. Het onderzoek is begonnen met het in kaart brengen van de huidige situatie van het gebied. De eerste weken stonden vooral in het teken van informatie inwinnen over het gebied

47 23

poging 3.indd 23

11/4/2011 2:51:23 PM


door middel van interviews en recente rapporten van de haven. Vervolgens zijn de verzamelde data geanalyseerd om meer inzicht te krijgen in de werking van het systeem. Deze gegevens zijn verwerkt en toebedeeld in de twee hoofdvragen, welke los van elkaar zijn bestudeerd. Voor het sedimentatieprobleem van de haven is er gebruik gemaakt van een 1D-SOBEK model, welke we onder meer met dank aan HKV hebben kunnen toepassen. Dit model geeft een sterke versimpeling van de werkelijkheid weer. Door gebrek aan data over het gebied bleek het echter moeilijker dan verwacht om tot goede resultaten te komen. Voor de lay-out van de haven zijn vooral de PIANC richtlijnen gebruikt, die een beter beeld geven van de optimalisatie van het toegangskanaal en het havenbassin. Aan de hand van de verkregen resultaten zijn de conclusies en aanbevelingen opgesteld, welke zijn voorgedragen aan de haven.

SEDIMENTATIE Op civieltechnisch vlak is de haven van Itajai een erg complex systeem. De haven heeft te maken met een rivier die erg gevoelig is voor regenafvoer en

daardoor een sterk varierende afvoer, het getij, de zoutindringing en de hoge stromingen in het haven basin. Daarnaast heeft de haven nog nooit verder gekeken naar het gedrag en de kenmerken van de rivier en de oorsprong van het sediment, welke een grote invloed heeft op de haven. Wenselijk voor de haven is dat de hoeveelheid sediment in de haven drastisch wordt gereduceerd, zodat de kosten voor onderhoud door baggeren niet zo hoog

oplopen. Gestart is met een analyse van het sediment. Wat is de afkomst van het sediment, welke maatregelen kunnen er worden genomen om dit te reduceren en wat zijn de kosten/baten per getroffen maatregel? Er zijn vier belangrijke oplossingen om sedimentatie in het havenbassin te verminderen; vermindering van het sediment, het verlagen van de transportcapaciteit van de rivier, verhoging van de stroomsnelheid en omleiding van het sediment. Al deze mogelijkheden hebben een positief effect op de sedimentatie in de haven, waarvan de zandvangmaatregel naar verwachting het meeste effect heeft. Het bovenstroomse gedeelte van de rivier, dat momenteel wordt uitgebaggerd, kan naast een diepere vaarweg ook als zandvang dienen. Met behulp van SOBEK en met enkele handberekeningen gaat het om een sedimentatiereductie van ongeveer 25% in de haven. Daarnaast is er gekeken wat er gebeurt als de haven wordt verdiept tot 14 meter. In dat geval zal de sedimentatie in de haven toenemen met circa 30%.

OPTIMALISATIE LAY-OUT Het tweede doel van het project omvat

24 poging 3.indd 24

11/4/2011 2:51:25 PM


de mogelijkheid om de haven lay-out te optimaliseren. Het belangrijkste aspect is dat de draaicirkel van de haven moet worden aangepakt, aangezien de huidige locatie te klein is om grotere schepen te laten keren. Met behulp van een multicriteriaanalyse is er gekeken naar waar de nieuwe cirkel het beste kan worden gesitueerd. Aan alle locaties zaten grote nadelen verbonden, dit in verband met de geringe ruimte voor het realiseren van de cirkel. Uiteindelijk is het advies om een iets duurdere locatie te kiezen, waarvoor woningen moeten worden weggehaald. Echter zijn hierbij wel de onderhoudskosten laag en staan de veiligheid- en milieuaspecten vooraan. Naast de draaicirkel is er ook gekeken naar de ligging van het toegangskanaal. Een groot nadeel van het kanaal is dat er twee scherpe bochten in zitten, die voor de scheepvaart moeilijk zijn om doorheen te manoeuvreren. Er is een verbeterde layout gemaakt van het kanaal, waarin onder meer de bochten zijn geoptimalsieerd.

nachtleven is hier geweldig, over de muziek valt te redetwisten. Daarnaast zijn we ook een aantal weekenden erop uitgegaan naar verschillende plaatsen in de omgeving. We zijn onder andere naar Blumenau gegaan, een dorpje vol met Duitsers. In het zuiden van Brazilie zijn nog veel Europeanen aanwezig vanuit de koloniale tijden. Daarnaast is de omgeving erg mooi langs de vele mooie stranden.

LEVEN IN BRAZILIE We zaten in het plaatsje Balneario Camboriu, wat iets ten zuiden ligt van Itajaí. De universiteit heeft ons appartement geregeld. Het appartement lag vlak naast het strand, wat vooral voor de avonden en tijdens de weekenden voor de nodige ontspanning zorgde. Het leven in Zuid-Brazilië is veel te vergelijken met Europa, zeer verwesterd, wat het voor ons makkelijker maakte om ons aan te passen aan de cultuur. Wel bleek de taal nog een kleine bottleneck, omdat wij weinig tot geen Portugees beheersten en de meeste Brazilianen vrijwel geen Engels spreken. Wij adviseren het dan ook om een korte cursus Portugees te doen voordat je naar Brazilië gaat. Het

Een hele grote plus was dat wij in Brazilië waren gedurende het WK. Dat gaat niet zomaar voorbij aan de gemiddelde Braziliaan. Als Brazilië een wedstrijd moet spelen sluiten winkels en supermarkten hun deuren, en bij winst wordt er daarna een groot feest gevierd wat tot diep in de nacht doorgaat. Zo mochten wij de kwartfinale Nederland – Brazilië meemaken, om van te genieten!! Al met al, het is zeker een aanrader om een project te doen in het buitenland, je steekt er veel van op! Het was een waardevolle ervaring, die niet snel vergeten zal worden en die zal worden meegenomen in onze toekomstige carriere.

Dit project is tot stand gekomen door onze begeleider van de TU Delft, Dhr. H.J. Verhagen, en Dhr. A. Klein van de universiteit van Itajai, UNIVALI. We willen hen hiervoor hartelijk bedanken. Daarnaast willen we ook onze hoofdsponsoren Boskalis en HKV bedanken, en onze sponsor Jan de Nul.

PROJECTGROEP ITAJAI 2010, SEPPE DEVILLE MATTHIJS DE JONG EVERT HOONING OLGA STURM MIRELLA VERHAGE

49 25

poging 3.indd 25

11/4/2011 2:51:27 PM

> Ervaring Exchange 2. Minor, Australië Student Studeren in het buitenland, november 2011

STEL JE VOOR... Je zit in je kamer op de EduP. Je buurman heeft alweer een geslaagd feestje met z’n jaarclub terwijl jij nog steeds met dat stomme project bezig bent. Je huisgenoot komt je kamer binnen en vraagt of je mee gaat naar hét diesfeest van een of andere vereniging. Dan maar weer mee met weer dezelfde mensen. Bier drinken, dansen, lol hebben en de volgende ochtend lekker uitslapen omdat je het onderhand ook wel gehad hebt met die colleges.

Is dit een beeld dat bekend voor komt? Het studentenleven is een groot feest, maar voor sommigen onder ons wordt het al snel een sleur, wat dan toch af doet aan al die overheidsgesubsidieerde feestvreugde. En dan heb je ook nog je studie, die nu voor de 6e periode op rij ervan overtuigt is dat iedereen een wiskundeknobbel heeft. Een wiskundeknobbel die ook nog eens gestaag mee groeit, en vooral niet aan het wellen is in een brakke mix van alcohol en de dreunende stem van je docent die weer eens de powerpointpresentatie letterlijk opleest.

Een jaar geleden beschreef dit mijn leven in Delft. Ik had het wel gehad met de stad, met de feestjes en met de studie. Mijn motivatie om een minor in het buitenland te doen is hiermee hoop ik duidelijk. It’s Complicated Vanwege plaatsgebrek sla ik hier de paragraaf over waar verteld wordt wat je allemaal moet doen om met je minor naar het buitenland te gaan. Uit een wreed oogpunt is het eigenlijk ook wel leuk om daar zelf allemaal achter te komen. Een voorproefje op het bedrijfsleven, zal ik maar zeggen. Eén tip: Begin tijdig. Maar daar sta je dan! Met je koffertje leuk over een doodstil, verlaten vliegveld hobbelen, want a) hobbelen doe je wel na 26 uur lang zitten en b) goedkope vluchten landen altijd om 3 uur ’s nachts. Maar een nieuwe stad, nieuwe mensen, een zon die het noorden prefereert en seizoenen die een half jaar achter lopen is wel je beloning. The Tourist En het is een goede beloning. De ervaring die je opdoet als Exchange student is een levensontwikkeling. Niet op gebied van kennis, want je zult in vergelijking met de TU Delft stof waarschijnlijk niet zo heel veel leren (Echt waar. De TU Delft is op het gebied van logisch nadenken, inzicht en zelfstandigheid een van de

beste universiteiten op de wereld). Nee, je exchange is een uitzonderlijke mogelijkheid om je als saaie student om te vormen tot een wereldburger. Met zeeën van beschikbare tijd staat het je vrij om een geheel nieuwe cultuur en stad te ontdekken, onmenselijk veel geld uit te geven en zowaar het vrouwelijk geslacht te ontmoeten. Persoonlijk ben ik naar Melbourne in Australië afgereisd. Dit is een stad die gesticht is in 1840 en opgebouwd is aan de hand van het Amerikaanse model. Een platte pannenkoek met een verticale reep chocola aan activiteit in het midden zeg maar. Suburbs met een bevolkingsdichtheid waar de Veluwe nog wat van kan leren en ongeveer 1 vierkante meter blauwe lucht zichtbaar in het Central Business District. Voor het (openbaar) vervoer in de woorden van velen voor mij een worst-kaas scenario dus. Je krijgt als civiel ingenieur zo ook te maken met cases die in Nederland niet voor mogelijk te houden zijn. Als voorbeeld een project van de overheid om een bepaalde suburb wat dichter bevolkt te maken. Projectplan: Een supermooie, groene, goedkope flat van 6 verdiepingen ter plaatse van een oud tram depot. Uitvoering: Practisch onmogelijk, want de lokale gemeente heeft een wet die verbied meer dan 2 verdieping boven de omliggende

26 poging 3.indd 26

11/4/2011 2:51:31 PM


bebouwing te bouwen, wat grotendeels bestaat uit bungalows die in hun eigen Olympisch zwembad drijven. Tja.

An Education De minor zelf was voor mij zowel erg nuttig als compleet nutteloos. Ik twijfelde altijd nog tussen CT en BK, dus met een minor BK wilde ik die twijfel voor altijd wegwerken, en dat is gelukt. Hiervoor is de minor ook bedoeld, dus ik zie het niet als 30 nutteloze punten, hoewel ik weinig van de geleerde stof mee zal nemen in mijn professionele carrière. De University of Melbourne heeft als hoog aangeschreven universiteit (#36 in de wereld) een erg sterk onderwijssysteem. Het tutor-systeem neemt je bij de hand en zorgt dat je alle stof tijdig bijhoudt (weg zijn de witte week taferelen) en de colleges zijn boeiend. Je klachten worden gehoord en direct opgelost voor zover mogelijk. Er ligt een grote focus op het correct schrijven van een rapport, dus goed onderzochte

bronnen en de APA-style referencing zijn een must. Dit is, hoewel erg frustrerend, ook zeer practisch om te leren aangezien de TU dit compleet niet handhaaft. Het verlies aan zelfdiscipline betekent echter dat groepswerk een complete nachtmerrie is. Iedereen is gewend om met elke stap begeleiding te krijgen, dus geen enkel probleem wordt zelfstandig opgelost, de in overvloed aanwezige Aziaten zijn hier extra berucht voor. Professoren zijn dan ook erg positief verrast als jij opeens zelf een probleem oplost, met voorspoedige resultaten voor je cijfer. The Social Network Mag ik even? Amerikanen zijn kut. Alle vooroordelen kloppen en ik heb werkelijk waar geen enkele Amerikaan gevonden waarmee ik kon opschieten. Bedenk hierbij dat de gemiddelde leeftijd van een Exchange student 19 tot 20 jaar is, en dat ze dus voor het eerst mogen drinken. Gelukkig kunnen al je mede-Europeanen meeleven met dit sentiment, dus vrienden zijn snel gemaakt met de openingszin: “Weet je wat die Amerikaan net deed? “

redenen waarom je de kosten van een uitwisseling niet moet onderschatten. Kan je in Nederland voor 300 dollar een weekendje naar Sydney? Nee, dus doe je het. S.L.O.T. BV Maar begrijp me door het sporadische negativisme heen niet verkeerd: Ik raad iedereen aan een minor te doen in het buitenland. De minor is bedoeld als een verbredende ontwikkeling en als hulp voor je masterkeuze, en als je naar eigen inzicht je vakken uitkiest dan komt dit ook altijd goed. En zelfs in het uitzonderlijke geval dat dit niet zo zou zijn, dan mag je van mijn part een 30-punts vakje “Persoonlijke ontwikkeling en Wereldkennis” als minor indienen bij de Examencommissie. Want het is je tijd dubbel en dwars waard. Cum id iocum verbum malum claudo, Vincent van der Sleen

Zoals eerder gezegd heb je zeeën van tijd, dus samen met je lotgenoten uit niet-Amerika bezoek je ieder weekend wel iets, ga je surfen of de stad gezelliger maken. Dit is een van de

43 27

poging 3.indd 27

11/4/2011 2:51:33 PM


3. Minor, London

Studeren in het buitenland Dirk Beemsterboer is een derdejaars student Civiele Techniek die voor zijn minor een half jaar in Londen studeert. Hij deelt met de ExtraCT zijn ervaringen..

In het vorige nummer van de ExtraCT heb ik jullie een korte introductie gegeven over mijn ervaringen van het studeren aan University College London. Ik had op dat moment van schrijven nog niet veel meer van London gezien dan haar vele clubs. Ditmaal schrijf ik jullie echter op mijn laatste dag hier en zal ik meer uitweiden over het feitelijke studeren.

PERSOONLIJKE ONDERWIJS In de afgelopen vier maanden die ik hier heb doorgebracht, heb ik veel geleerd. Ik moet echter toegeven dat het meeste dat ik geleerd heb, niet per se civiel technisch gerelateerd is. De TU heeft een veel grotere technische tak dat UCL en biedt daardoor ook veel meer mogelijkheden. De faciliteiten en laboratoria die ik hier heb gezien zijn minimaal vergeleken met de grote ruimtes die de TU tot zijn beschikking heeft. Deze kleinschaligheid van onderwijs is echter geen negatief punt. Professoren weten je naam na de eerste week en weten wat voor resultaten je hebt behaald in je korte verblijf. De

persoonlijke vorm van onderwijs is iets dat ik zeer op prijs stel. Je bent niet langer een nummer in een grote instelling, maar een student. Al mijn professoren waren zeer capabel. De meesten hadden meerdere internationaal gepubliceerde boeken achter hun naam staan en kwamen van gerenommeerde universiteiten als Harvard, Cambridge, Oxford en London. Verder waren de meeste goed bereikbaar voor een vraag of extra uitleg.

DE VAKKEN Voor mij was de omschakeling naar Engels onderwijs niet heel lastig, eerlijk gezegd ging het soepeler dan verwacht. De vakken zelf waren goed te behappen. Ik heb tijdens mijn verblijf hier de volgende vier vakken gevold: * Civil Engineering in Practice * Financial Aspects of Project Engineering * System, Society & Sustainability * Structural Dynamics and Earthquake Engineering

Civil Engineering in Practice is erg te vergelijken met constructief ontwerpen twee en richt zich volledig op staal. Het grote verschil is echter dat je niet werkt met de NEN normen of de Eurocode maar met de British Standards. Dit zorgt ervoor dat je nagenoeg dezelfde handelingen doet, maar met net iets andere waarden of benamingen. In het begin werkte dit zeer verwarrend, maar na een paar colleges raak je gewend aan het jargon en weet je waar je het in het Nederlands mee kan vergelijken. Financial Aspect of Project Engineering was een vak waar ik erg naar uitkeek, aangezien ik denk dat iedere ingenieur ook iets moet weten over de financiële haalbaarheid van een project. Het vak viel echter niet heel uitdagend. De meeste stof die werd behandeld, had ik al op de middelbare school gehad. Wat echter wel interessant was waren de docenten. Drie mannen, allen in de zeventig, die twee uur lang over hun eigen ervaringen in de bouw vertelden, erg interessant. System, Society & Sustainability was

28 poging 3.indd 28

11/4/2011 2:51:36 PM


het enige duurzaamheid vak dat ik heb gekozen. Ik keek er in het begin een beetje tegenop, maar eigenlijk is het altijd goed om een duurzaamheids vak in je pakket te hebben. Dit vak beschouwde de rol van een ingenieur buiten het maken van berekeningen en ontwerpen. Het besprak de ethische aspecten van het ingenieurswerk; de impact van bepaalde ontwerpen; de toenemende waterproblematiek; en de visies van filosofisch denkers op deze gebieden. Structural Dynamics and Earthquake Engineering was veruit het moeilijkste vak. Dit vak bestond uit twee delen die beide het hele jaar doorgaan. Gecombineerd vormen ze een vak gespreid over een semester voor Erasmus studenten. Structural Dynamics is te vergelijken met dynamica van systemen, echter gaat het overal net iets dieper op in. Verder is ook het jargon en de manier van schrijven in dit vak net iets anders, wat het nog lastiger maakt. Earthquake Engineering is een interessant vak over

het ontwerpen van betonconstructies die een aardbeving kunnen weerstaan.

DE WERKDRUK Anders dan in Delft, hebben alle vakken hier het hele semester door kleine opdrachten die je moet inleveren, zogenaamde courseworks. Sommige zijn belangrijker dan andere, maar ze tellen allemaal mee voor je eindcijfer. Het is daardoor niet mogelijk om je twee weken voor je tentamens in de bieb op te sluiten en een vak te halen, je zult ze het hele semester door bij moeten houden. Dit zorgt voor wat extra werk gedurende je semester, maar maakt de eindsprint minder intensief. Voor bijna al mijn vakken zijn speciale tentamens gemaakt aangezien het reguliere tentamen pas plaatsvindt in mei volgend jaar of omdat het vak nog een heel semester doorgaat. Al met al heb ik het gevoel dat UCL rekening houdt met het feit dat je, als Erasmus student naast studeren, ook de stad en het land zelf wil bekijken.

Verder zorgt een nieuwe taal mogelijk voor extra werkdruk en ook dit wordt gecompenseerd. Ik zal wel weer moeten wennen wanneer ik in Nederland iedere dag vijf uur in de college banken moet zitten, want hier in London had ik maar zestien uur college per week en iedere maandag vrij.

ERVARING Het belangrijkste dat mij van deze buitenlandervaring bij zal blijven, zijn de verschillende mensen die je ontmoet en de verschillende culturen die je leert kennen. London is een enorm internationale stad en mensen van over de hele wereld zitten bij je in college; ieder met een eigen verhaal, het een nog gekker dan de ander. Verder zijn alle steden in Nederland klein in vergelijking tot het gigantische London. London is een prachtige stad met een hoog aangeschreven onderwijssysteem. Als je de kans hebt om naar het buitenland te gaan, kan ik je dit zeker aanraden.

39 29

poging 3.indd 29

11/4/2011 2:51:39 PM


4. MSc Project, Kenia

Multidisciplinair project Kenia Van oktober 2010 tot januari 2011 zijn wij met vijf masterstudenten civiele techniek naar Kenia gegaan voor een multidisciplinair project. Voor de stichting Tenda Pamoja hebben we onderzoek gedaan naar de drinkwatervoorzieningen op een aantal basisscholen in het Kwale district. DOOR: EMMA AALBERS LAURENE BOUAZIZ REMKO NIJZINK RUUD ARKESTEIJN TANJA EUSER

Het Kwale district ligt aan de Keniaanse zuidkust tussen Mombasa en de Tanzaniaanse grens. De stichting Tenda Pamoja ondersteunt in dit district 56 basisscholen. De afgelopen jaren heeft de nadruk voornamelijk gelegen op het bouwen van klaslokalen en het ondersteunen van het onderwijs. Langzaam wordt de focus uitgebreid naar voldoende drinkwater op de scholen en goede watersystemen. Daarom kregen wij de opdracht om onderzoek te doen naar de watersystemen (voornamelijk regenwater opvangsystemen) die nu voornamelijk op de scholen aanwezig zijn. Het ging hierbij zowel om de kwaliteit als de hoeveelheid van het beschikbare water.

HUIDIGE SITUATIE In Kenia zijn er twee regenperiodes per

jaar: over het algemeen een lange regenperiode (met langdurige regenval) tussen half maart en begin juni en een korte regenperiode (met voornamelijk korte buien) tussen oktober en december. Aangezien regenwater de voornaamste waterbron is op de scholen, zijn er systemen nodig waarmee het water opgevangen en opgeslagen kan

"De waterputten waren wel besmet met feces" worden. Op bijna alle scholen bestaat dit systeem uit golfplaten daken op de lokalen, metalen of pvc goten en een betonnen watertank. Het systeem wordt op de meeste scholen beheerd door een watercomité (een commissie samengesteld uit docenten, ouders en soms leerlingen). De meeste watertanks zijn aan het eind

van de droge periode net niet leeg en stromen heel soms over bij extreme regenbuien aan het eind van de lange regenperiode. Over de kwaliteit van het water was voorafgaand aan ons onderzoek weinig bekend.

VELDBEZOEKEN Om informatie te verzamelen over de verschillende watersystemen op de scholen, hebben we vijf scholen in het gebied verschillende keren bezocht. Tijdens deze bezoeken zijn we door de watercomités rondgeleid langs het watersysteem op de school en door de omliggende dorpen. Op de scholen hebben we alle onderdelen van het watersysteem ingemeten om de efficiency en de capaciteit van de systemen te kunnen berekenen. In de dorpen hebben we de belangrijkste waterbronnen bezocht, voornamelijk om de situatie op de scholen te kunnen vergelijken met de situatie in de dorpen. Verder hebben we op de scholen en in de dorpen twee keer een serie

30 poging 3.indd 30

11/4/2011 2:51:41 PM


watermonsters verzameld om de kwaliteit in een laboratorium te laten testen. Bij deze testen hebben we de kwaliteit van het water uit verschillende bronnen (regenwatertanks/gegraven waterputten/boreholes (geslagen waterputten)/open water) met elkaar vergeleken. Daarnaast hebben we tijdens de veldbezoeken informatie gegeven aan de leerlingen over de hydrologische cyclus en hygiëne. Met de watercomités hebben we ook veel gesprekken gevoerd en gediscussieerd over de werking en perceptie van het watersysteem.

WATERKWALITEIT EN EFFICIENTIE Uit de resultaten van de laboratorium testen bleek dat op het moment van testen het water in de regenwatertanks niet besmet was met feces (uitwerpselen van mensen of dieren). Ook de boreholes waren vrij van deze besmetting. De waterputten en open water bronnen waren echter in de meeste gevallen wel besmet met feces. Een besmetting met feces geeft aan dat als er een (besmettelijke) ziekte voorkomt in een gemeenschap, deze heel makkelijk door de waterbronnen kan worden verspreid. De efficiëntie van de watersystemen bleek nog niet optimaal te zijn, wat voornamelijk veroorzaakt werd door te kleine goten, een te kleine helling van de goten of het ontbreken van (gedeeltes van) goten. Uit een capaciteitsberekening bleek dat er gemiddeld 1 liter per persoon per dag beschikbaar is op de scholen.

PRESENTEREN De laatste activiteit van het project was het presenteren van de resultaten bij de scholen. De eerste planning was om dit voor kerst te doen en de rest van de tijd te gebruiken om te reizen. In de eerste week kwamen we er echter achter dat de scholen van eind november tot begin januari dicht waren vanwege de zomervakantie. Ons onderzoek liep hierdoor geen vertraging op, maar presenteren voor een grote groep mensen zou lastig worden. Daarom hebben we besloten het presenteren uit te stellen tot onze laatste week in Kenia. Het presenteren zelf was een groot succes: met een redelijke Swahili outfit hebben we onze resultaten aan docenten, leerlingen en soms ook ouders gepresenteerd. Op sommige scholen gaf onze presentatie aanleiding tot nuttige discussies.

LEVEN IN KENIA Tijdens het project verbleven we in een klein park met verschillende cottages (een soort bungalowpark) die naar ons idee zeer goed ingericht waren en zelfs allemaal voorzien waren van een eigen kok. De eerste week hadden we zelfs uitzicht op een palmenstrand en de Indische oceaan. Zeker geen verkeerde verblijfplaats, maar in vergelijking met de rij luxe hotels gelukkig nog wel relatief simpel. Het grootste gedeelte van onze tijd in Kenia zijn we bezig geweest met het bezoeken van de scholen en het verwerken van de resultaten. Ondanks dat het lopen door een mooie omgeving met een tropisch klimaat af en toe bijna

op vakantie leek, hebben we ook onze weekenden gebruikt om de omgeving rond Mombasa te verkennen. Tijdens een weekend hebben we bijvoorbeeld twee nationale parken bezocht en veel wilde dieren gezien. Twee andere weekenden hebben we gebruikt om bij twee Kenianen, die ons bij het project hebben geholpen, op visite te gaan. Hier zijn we ondergedompeld in de Keniaanse cultuur en hebben we kookles gehad om in Nederland ook de echte Swahili gerechten te kunnen maken. Verder hebben we tijdens het project veel contact gehad met onze Keniaanse begeleider Francis Nzai (de lokale coördinator van Tenda Pamoja), waarmee we vaak over de betekenis van het project hebben gediscussieerd. Ook heeft hij ons een goede introductie gegeven in de Keniaanse cultuur. De meeste veldbezoeken hebben we afgesloten met een lekkere kop koffie in zijn kantoor, wat altijd erg gezellig was. Met kerst waren we ook in Kenia en dat konden we volgens Francis niet alleen maar in onze cottage vieren, dus waren we uitgenodigd om kerst met de rest van zijn familie bij zijn moeder te gaan vieren. Dit was een hele bijzondere ervaring, kerst in een tropisch land met een familie van meer dan 50 mensen en veel Swahili eten. Zoals gezegd lag het leven op de scholen tijdens de kerstvakantie een beetje stil, dus die tijd hebben we gebruikt om een ander deel van Kenia te verkennen. In korte tijd zijn we langs Lake Victoria, Lake Naivasha en Nairobi gegaan: een mooie toevoeging op het project.

31

poging 3.indd 31

25 11/4/2011 2:51:43 PM


> Masterproject in Zuid Afrika Help, 'n seekoei!

DOOR: KASPER STOETEN MASTERSTUDENT CIVIELE TECNIEK

Kasper Stoeten, Sander van Alphen, Bas Reijmerink, Henry Tuin en Dirk-Jan Vinke maken hun masterproject in ZuidAfrika. Ze dragen iets bij aan de strijd tegen de droogte in het land van de vuvuzela en de pletterpet. Zuid-Afrika, een land van 50 miljoen inwoners, 50 miljard m3 oppervlaktewater en 27 nationale parken, waarvan één het iSimangaliso Wetland Park. Door dit park loopt een 1 kilometer lang kanaal. Een nieuwe watertoevoer voor een verdroogd natuurlijk arsenaal. Een druppel op deze gloeiende plaat is iets waar je als student Nederland wel voor verlaat. Het iSimangaliso Wetland Park ligt circa 200 km ten noorden van Durban en is één van de grootste natuurparken van Zuid-Afrika. Met een totaaloppervlak van bijna 240.000 hectare biedt dit park

een leefomgeving voor een door de mens nagenoeg onaangetaste collectie aan flora en fauna. Denk hierbij aan een koraalrif, een uitgestrekt duinlandschap, savannes, wetlands, olifanten, nijlpaarden en krokodillen. Vanwege het unieke landschap en de grote diversiteit aan ‘wildlife’ staat dit park sinds 1999 op de UNESCO werelderfgoedlijst. Dit maakt het park tot een gewilde bestemming voor toeristen van over de hele wereld. Het voortbestaan van dit park wordt, net als grote andere delen van Afrika, bedreigd door verdroging. De oorzaak

hiervan is niet eenvoudig aan te wijzen. Het gebied kampt al jaren met een structureel tekort aan neerslag. Daarnaast is vanwege suikerrietteelt in de rivierdelta het verloop van de rivier de Mfolozi [3] aangepast. Door deze omstandigheden is ook de waterhuishouding in het park flink aangetast.

AFBEELDING 2: DE MFOLOZI

HET PROBLEEM

AFBEELDING 1: OVERZICHTSKAART

poging 3.indd 32

Vroeger, vóór de komst van suikerriet telers, hadden de Mfolozi [3] en het St Lucia estuarium [1] een gezamelijke verbinding met de Indische Oceaan. Deze monding bleef circa 80% van de tijd open waardoor water vrij in en uit kon stromen. In tijden van grote droogte sloot de mond zich door een combinatie van lage afvoer en het altijd aanwezige langstransport van sediment. Door het sluiten van de mond ontstond er een natuurlijk stuwmeer aan de achterzijde van het strand en kon het zoete water van de Mfolozi rechtstreeks St Lucia instromen. Als het water tot ongeveer 3.5 meter boven zeeniveau steeg brak de berm door en stroomde het meer leeg in zee.

32

11/4/2011 2:51:46 PM


In 1952 is de gezamelijke monding gescheiden ten behoeve van de suikerrietteelt. De monding van de Mfolozi wordt sindsdien kunstmatig open gehouden om te voorkomen dat bij sluiting de achterliggende suikkerrietvelden onderlopen. De monding van St Lucia heeft zich op natuurlijke wijze gesloten en gaat zelden open. Het gevolg is dat het iSimangaliso Wetland Park gedurende droge perioden weinig tot geen toevoer heeft van water. Dit terwijl door verdamping veel water verdwijnt. In 2007 waren de meren zelfs gekrompen tot slechts 40% van het oorspronkelijke oppervlak. Het zoutgehalte van de meren was op dat moment drie maal hoger dan dat van het zeewater. Een ware ramp voor het park.

van de meren wat voorkomen dient te worden. Daarnaast is een natuurlijke situatie waarbij de berm op 3.5 meter boven zeeniveau de berm doorbreekt niet meer haalbaar. Deze waterstand leidt tot zeer grote waterschade bij de suikerriet telers. De situatie in het park is op dit moment dermate kritiek dat men met een graafmachine adhoc een kanaal heeft gegraven tussen de Mfolozi en het estuarium. Er is geen ontwerp voor dit kanaal, en men weet niet wat de gevolgen zijn van deze noodoplossing. Kortom; een waterbouwkundig probleem met grote politieke impact. Dit is het moment waarop je als Delftse student in actie kan komen.

is er een gedegen omgevingsonderzoek uitgevoerd. Onze tweede week in Afrika hebben we in St Lucia zelf besteed. Gedurende deze weken in St Lucia hebben we onder andere de projectlocatie bezocht en uiteraard ook het park bekeken. Daarnaast hebben we diverse veldmetingen gedaan. Met GPS apparatuur op zak zijn we de mangrovebossen in gegaan om tussen de krokodillen de waterstanden te meten. Ook hebben we met een scala aan geotechnische apparatuur de sterkte van de grond te bepaald. Onze overlaat moet natuurlijk wel blijven staan in de zachte modder.

"Dit is het moment waarop je als Delftse student in actie kan komen"

AFBEELDING 3: GROEPSFOTO

Een terugkeer naar de natuurlijke situatie van voor 1952 is helaas niet meer mogelijk. Door de kanalisatie van de Mfolozi en de hogere stroomsnelheden komt er meer fijn sediment naar beneden dan in het verleden. Dit fijne sediment kan leiden tot dichtslibben

poging 3.indd 33

Onze opdracht is het maken van een ontwerp voor een verbinding tussen de Mfolozi en St Lucia inclusief overlaatconstructie [2]. Deze verbinding zal op korte termijn de extreme droogte in het park moeten oplossen door per jaar tenminste 60 miljoen kubieke meter vers en sedimentvrij water het iSimangaliso Wetland Park in te leiden.

ONDERZOEK Om een goed ontwerp te kunnen maken

AFBEELDING 4: VELDWERK IN DE MANGROVE

Na de veldmetingen zijn we verder gegaan met het ontwerp van het kanaal en de overlaat. Uit circa 400.000 datapunten is de maatgevende afvoerpiek bepaald waarna het systeem met SOBEK is gemodelleerd. Tot slot zij we bezig geweest met het opstellen van een plan voor de implementatie en monitoring van ons systeem genaamd “Waterdraer”. 33

11/4/2011 2:51:48 PM


6. Master MIT, Boston Once in a lifetime

DOOR: NATASHA MAAS

Harvard, Yale, of misschien voor ons technische studenten eerder Stanford en MIT. Iedereen zal de namen van deze universiteiten wel herkennen uit films en series. Dat is echter ook waar we geloven dat ze thuishoren en dat het daardoor onrealistisch is om daar te kunnen gaan studeren. Iedereen heeft daar zijn eigen redenen voor, ikzelf dacht dat het nooit zou lukken om door de selectie te komen. Inmiddels kan ik uit eigen ervaring zeggen dat niets minder waar is. Sinds ik eind februari een e-mail ontving dat ik was toegelaten tot de ‘Faculty of Civil and Environmental Engineering’ van MIT, in Boston. HOE KOM JE ER OP?!' In de afgelopen paar maanden is het me opgevallen dat wanneer ik vertel dat ik mijn Master in de VS ga volgen, altijd dezelfde vraag gesteld wordt: ‘hoe kwam je er op?’. Eigenlijk is het antwoord heel simpel: ‘mijn ouders’. Zij hebben mij al sinds ik heel klein ben geleerd dat je altijd voor het beste moet gaan wat binnen je bereik ligt, en soms zelfs iets daar buiten. Je uiterste best doen op school hoorde hier ongetwijfeld tussen. Eenmaal in 6VWO aangekomen, moest de keuze voor een studie gemaakt worden. Toentertijd heb ik er over getwijfeld of ik misschien in Engeland wilde gaan studeren. Mijn moeder is Spaans en mijn vader Nederlands, maar

hij heeft ook in Engeland gestudeerd, dus naar het buitenland gaan, is voor mij altijd een hele reële optie geweest. En ja, toen het ging over Engeland, zijn Oxford en Cambridge wel genoemd. Dat hoort tenslotte wel bij het motto: ‘altijd het beste uit jezelf halen’, dus moedigde mijn

"'Nee' heb je, 'Ja' kun je krijgen!" ouders me aan om het toch te proberen. ‘Nee’ heb je, ‘Ja’ kun je krijgen! Toch heb ik daar toen vanaf gezien, ik zag het niet zitten om al dat werk te doen dat kwam kijken bij de aanmelding. Drie jaar later, met de afronding van

mijn Bachelor in zicht, stond ik voor mijn gevoel weer op een punt waarop weer alle opties mogelijk zijn. Intussen stond mijn zusje, die drie jaar jonger is, voor dezelfde keus, maar dan voor haar bachelor studie. Zij koos er wel voor om het te wagen. Hierdoor realiseerde ik me dat ik toch al drie jaar spijt had dat ik het in 6VWO niet geprobeerd had. Deze keer liet ik die kans dus niet schieten. Samen begonnen we aan de aanmeldingsprocedure. Mijn keuze was gevallen voor MIT. One shot, one opportunity. Op de website vind je vervolgens nog meer motivatie in de indrukwekkende verhalen van

34 poging 3.indd 34

11/4/2011 2:51:53 PM


studenten, interessante onderzoeken en nog veel meer. Ik weet nog goed dat ik dacht: ‘de kans is bijna nihil dat ik daar binnen kom, maar dan heb ik het in ieder geval geprobeerd’. De waslijst met eisen voor aanmelding versterkt het: ‘waar ben ik mee bezig gevoel’. Dit was halverwege september.

THE LONG WAY TO... BOSTON? De lijst bestaat uit het afleggen van een tweetal toetsen, je cijferlijst, twee aanbevelingsbrieven en een motivatiebrief. Zelf had ik de mazzel dat ik de TOEFL (Test Of English as a Foreign Language) al eens gemaakt had. (Helaas blijkt er een houdbaarheidsdatum aan de resultaten te zitten, dus was het nog een gedoe om MIT te overtuigen van het feit dat mijn Engels nog steeds op dat niveau zat.) De eisen die gesteld worden aan je scores zijn voor iedere Nederlandse student goed te doen. Dan de tweede toets, de GRE (Graduate Record Exam). Dat is een verhaal apart. De toets bestaat uit drie onderdelen. Een schrijfdeel, waarvoor je een essay

moet schrijven (in 45 min en over de meest bijzondere onderwerpen, waar je dan ook nog een mening over blijkt te moeten hebben), opgevolgd door een klein betoog (30 min). Na dit onderdeel krijg je een minuut pauze. De hele toets wordt op de computer afgelegd, dus alles gaat op de seconde nauwkeurig. Meteen daar achteraan volgt een onderdeel waarin de testmakers pretenderen om in 30 minuten je woordenschat en leesvaardigheden te toetsen. Laten we het er op houden dat het me meerdere malen is overkomen dat de woorden in de oefentoetsen niet in het woordenboek stonden en dat mijn moeder, die Engels gestudeerd heeft, ze ook nog nooit gezien had. Je snapt wat er dan gebeurt als je een techniek student een dergelijke toets laat maken, waarvoor je ongeveer 30 seconden hebt om een vraag te beantwoorden. Dat gaat dus niet zo soepel, hoewel er wel voor valt voor te leren, ondanks dat je er op den duur helemaal gek van wordt. Het laatste en meest belangrijke onderdeel voor mij, was de wiskunde sectie. Op de TU werken we veel met wiskundige formules, dus dat zou geen

probleem moeten zijn. Helaas bleek dit onderdeel net zo venijnig was als het onderdeel dat je woordenschat toetst. Het heeft namelijk bar weinig te maken met de analyse die wij op de TU voorgeschoteld krijgen. Het is eigenlijk beter te vergelijken met een IQ-test. Dit maal krijg je 45 minuten om 28 vragen te beantwoorden. De tijd dringt dus aardig. Rekenmachines zijn niet toegestaan, dus het gaat er om dat je op inzicht snel de oplossing vindt.

"Was het dan misschien toch spam?" De eerste keer dat ik de GRE maakte, haalde ik een score voor het wiskunde onderdeel waarvan ik wist dat ik niet zou worden toegelaten. Dit betekende dat ik nog een keer terug zou moeten naar Amsterdam om die toets af te leggen, midden in de tentamenweek van januari. De deadline voor het opsturen van alle papieren ligt op de eerste maandag van januari, met de uitzondering voor testre-

31 35

poging 3.indd 35

11/4/2011 2:51:56 PM


het ‘gewoon te proberen’. De universiteiten realiseren zich heel goed dat het voor de meeste mensen onbetaalbare bedragen zijn en daarom zijn er allerlei vormen van financiële ondersteuning, waarvoor de aanvraag onderdeel vormt van je aanmelding. sultaten van de TOEFL en de GRE. Die mag je nog tot eind januari doorsturen. Dit betekent dat, naast de studie hier(wat er niet onder mag komen te lijden), je de overige dingen van de aanmelding moet regelen. Gelukkig heb ik mogen ervaren dat de docenten aan de TU heel welwillend zijn om een aanbevelingsbrief te schrijven. Iedere docent heeft er zijn eigen manier voor, de ene docent laat mij een opzet voor de brief schrijven, terwijl de andere docent liever alle informatie wil en het dan zelf schrijft. Als laatste volgt dan nog je motivatiebrief. Gelukkig krijg je een aantal richtlijnen mee voor de inhoud. Los daarvan, is het vooral belangrijk om alle dingen die positief zouden kunnen bijdragen er duidelijk in naar voren te brengen, je moet de brief zien als je kans om jezelf te verkopen!

dan misschien toch spam?’. Nee, want kort daarna volgde een e-mail met de melding dat ik een project moest gaan uitzoeken, want in ruil voor de volledige beurs, zou ik onderzoeksassistent worden voor een van de professoren. De onderwerpen van die onderzoeken omvatten alle mogelijke extremen. Van de meest hippie-achtige onderwerpen tot de meest hardcore technische vraagstukken. Het krijgen van de beurs heeft voor mij betekend dat er geen weg meer terug was. Het studeren aan de prestigieuze universiteiten in Amerika kost ongelofelijk veel geld. Zo blijkt president Obama, die bij Harvard heeft gestudeerd, pas een aantal jaar geleden zijn studieschuld afbetaald te hebben. Een serieus nadeel wat meeweegt. Toch moet dit geen reden zijn om je niet aan te melden en

"Deze kans liet ik dus niet schieten" Na het bericht van toelating, begint wederom een hele papierwinkel om alles gereed te maken voor de studie begint in september. Pas gedurende dit hele proces begin ik me te realiseren wat het in gaat houden, studeren aan MIT, in Boston. Het betekent dat ik alleen nog met Kerst, misschien een week in maart/ april en in de zomer weer terug ben in Nederland. Dat heeft niet alleen invloed op mij, maar ook op alle mensen om mij heen die veel om mij geven. Iedereen gaat daar op een andere manier mee om, maar uiteindelijk is er, denk ik, toch het begrip dat dit een kans is die zich niet twee maal voordoet. ‘One shot, one opportunity’.

YOU MUST BE KIDDING ME!!! Ondertussen is het denk ik wel duidelijk dat überhaupt komen tot het punt van het opsturen van je aanmelding, op zich al een flinke barrière is. Waarna de eigenlijke strijd om je plek nog moet beginnen, ook al speelt die zich af aan de andere kant van de oceaan. Het is dus wachten tot er bericht komt uit Boston. Voor mij was dat op 18 februari, in de vorm van een e-mail. Daarin stond dat ik was toegelaten, onder toevoeging van een volledige beurs. Al die tijd was ik er vanuit gegaan dat mijn aanmelding vooral iets was wat ik voor mezelf had gedaan, om voor altijd klaar te zijn met het ‘wat als’ gevoel. Nooit was ik er vanuit gegaan dat het ook echt zou lukken. ‘Was het

36 poging 3.indd 36

11/4/2011 2:51:58 PM


7. Stage, Hong Kong Gedreven door mijn twee grootste passies, gebouwen en reizen, besloot ik in de studiefase voor het afstuderen, op stage te gaan in het buitenland. Het was de uitgelezen kans om te proeven van een andere cultuur en tegelijk de gelijkenissen met buitenlandse ingenieurs te ervaren. Bij het inwinnen van informatie over het studeren in het buitenland, werd reeds snel duidelijk dat het organiseren hiervan enige tijd zou vergen. Zo begon ik een jaar voor aanvang reeds met het regelen van de stage. Het internationale netwerk van Ove Arup & partners, trok al snel mijn aandacht in de zoektocht naar een geschikte stage. Zo ging ik met curriculum vitae en cijferlijst in de hand op gesprek bij het kantoor in Amsterdam, en vertelde ik er over mijn interesses. Het leek me vooral interessant om gedurende een langere tijd in een grote hoogbouwstad te wonen. Om er samen te werken met ingenieurs die opgeleid zijn in andere universiteiten, andere talen spreken en toch met dezelfde zwaartekrachtregels geconfronteerd worden. Door de goede contacten tussen de kantoren in Amsterdam en Hong Kong, dankzij het project van de televisie toren in Guangzhou, werden de eerste contacten omtrent mijn stage met China gelegd. Na het tekenen van het contract met Ove Arup & Partners Hong Kong, kon de zoektocht naar een verblijfplaats beginnen. Hong Kong is super druk en ontzettend duur. Na een lange zwerftocht langs veel te dure kamers op het internet, is het dan toch gelukt een piepklein kamertje te vinden in Kowloon. Voor anderhalve keer de stagevergoeding per maand had ik een slaapplaats gevonden. Ook de vliegtickets, de administratie met de TU Delft en mijn aanvraag bij het Fonds Internationale Stages, konden geregeld worden. Bij aankomst in Hong Kong kreeg ik al onmiddellijk een geweldig gevoel. Na het luchthaven gebouw van Norman Foster maakte ik voor het eerst contact met het uitmuntende metro systeem van de stad. Elke drie minuten komt er een nieuw metro stel aanrijden, het wordt niet voor niets beschouwd als het beste van de wereld. Oswald Verbergt

37 poging 3.indd 37

11/4/2011 2:52:00 PM


8. Stage, Australië ‘Performance improvement of the Bendigo Water Reclamation Plant’ Van 1 Februari ‟09 tot en met 10 April ‟09 heb ik stage gelopen bij Coliban Water Region Cooperation en Deakin University in Australië. De Coliban Water Region Cooperation, gelegen in Bendigo, is verantwoordelijk voor de productie en distributie van drinkwater evenals de verzameling en zuivering van afvalwater voor ongeveer 130,000 inwoners in het noorden en centrale deel van Victoria. Deakin University is één van de grootste universiteiten in Australië met campussen in Warnambool, Geelong en Melbourne. Mijn stageonderzoek betrof de afvalwaterzuivering in Bendigo die al sinds de ingebruikname hoge concentraties ammoniak in het effluent vertoonde. Dit was in eerste instantie geen probleem omdat het effluent gedistribueerd werd naar de mijnindustrie of irrigatievelden en deze geen hinder ondervonden van de hoge ammoniakconcentraties. Door grote droogte in Australië werd er gezocht naar mogelijkheden om het waterverbruik in het land te reduceren. Dit werd bewerkstelligd door waterrestricties die in 2002 werden ingevoerd. Deze maatregel bleek echter niet afdoende en daarom werd er gezocht naar andere mogelijkheden. In Juli 2008 werd de afvalwaterzuivering in Bendigo uitgebreid met een zogenaamde Water Fabriek die in staat is afvalwater te recyclen tot Class A recycled water. Doordat het water nu verder wordt behandeld in de Water Fabriek zijn de hoge ammoniak concentraties een probleem geworden. Gedurende mijn onderzoeksstage moest ik aan de hand van lange termijn data en experimenteel onderzoek vaststellen wat de oorzaak was van de hoge concentraties ammoniak in het effluent. Uit deze analyse moest blijken of er correlaties bestonden tussen bepaalde waterkwaliteitsparameters en of er patronen aanwezig waren. Tevens moest ik kijken naar oplossingen voor dit probleem zowel op de korte als de lange termijn. Uit het onderzoek is gebleken dat vooral de biologische zuivering in de afvalwaterzuivering niet naar behoren werkt. Het belangrijkste onderdeel van deze biologische zuivering is de beluchting, die onvoldoende capaciteit bleek te hebben. Geconcludeerd kan worden dat een verandering in de configuratie van het biologische zuiveringsproces in combinatie met een nieuw type beluchters afdoende zou moeten zijn om het probleem met de hoge ammoniakconcentraties op te lossen. Hoewel de verandering in configuratie praktisch goed uitvoerbaar is, is het veranderen van het type beluchters een veel ingewikkelder proces. Dit is dan ook een lange termijn oplossing. Al met al kan ik zeggen dat deze stage voor mij een leerzame ervaring was. Ik heb vele aspecten van beide bedrijven kunnen „aanraken‟ en beter inzicht verworven in de verschillen tussen een bedrijf en een universiteit. Ik heb de mogelijkheid gekregen om ervaring op te doen op het gebied van experimenteel onderzoek, iets dat je niet echt kunt leren op de universiteit. De mogelijkheid om mijn stage in het buitenland te lopen, heeft het zeker een extra dimensie gegeven. De verschillen in opvatting, op het gebied van watermanagement, zijn groot en dit is interessant om te zien. Nederland moet bijvoorbeeld continu pompen om de voeten droog te houden, terwijl Australië zorgvuldig moet omspringen met elke druppel water. Ook is de prijs van drinkwater in Nederland twee keer zo hoog als in Australië, wat opmerkelijk is, omdat Australië grote waterschaarste kent. Dit soort aspecten leer je niet bij het volgen van vakken en is dus zeker van toegevoegde waarde bij het lopen van een stage in het buitenland!

Cheryl Bertelkamp

poging 3.indd 38

38 11/4/2011 2:52:02 PM


9. MSc-project, Peru Dat je studententijd niet compleet is zonder een zogenaamde buitenlandervaring behoort tegenwoordig zeker thuis in de top van clichés van onze generatie. Dat clichés meestal een zekere kern van waarheid bevatten hebben wij aan den lijve ondervonden. Onze ervaring hebben wij gevonden in de vorm van een master-project in het buitenland. Met zes masterstudenten (3 waterbouw, 1 structural en 2 CME) zijn wij voor 3,5 maand afgereisd naar Peru. De opdracht was om een masterplan te schrijven, zodat de verouderde haven van Salaverry ontwikkeld kan worden om de economische vooruitgang van het land te bespoedigen. Mooie bijkomstigheid was dat we onze eigen horizon konden verbreden en ervaren hoe het is om een tijdje in het buitenland te leven. Als onderdeel van het Masterprogramma Civiele Techniek is het mogelijk om deel te nemen aan een multidisciplinair project en dit in het buitenland uit te voeren. Na een paar shortlisten, mails versturen zijn we uiteindelijk op een project in Peru gestuit, een nieuw ontwerp voor de haven van Salaverry. Een project wat zeer multidisciplinair was, waar faciliteiten op orde leken te zijn en in een andere cultuur die nog net genoeg op die van de onze leek om niet helemaal gek te worden. Het leek met andere woorden een perfect project en na een aantal maanden van voorbereiding was het in april tijd om af te reizen naar Zuid-Amerika. Daar aangekomen bleek al meteen hoe anders het is om in een andere cultuur te werken. Eén van de eyeopeners was absoluut hoe zaken geregeld werden. Anders dan in Nederland, waar je via procedures, richtlijnen en geautoriseerde personen ergens kan komen, gaat het in Peru om wie je kent. Ons veldbezoek aan de haven werd dan ook geregeld via contacten als de consul van Polen en een gezant voor de regionale ontwikkeling in Trujillo (de provincie waar Salaverry ligt). De meeste tijd brachten wij echter door op ons kantoor in Lima. We hielden een redelijk strak schema aan van werktijden, om een beetje „ in een ritme‟ te komen. Dit had als gevolg dat er hard en veel aan het project werd gewerkt, maar er ook genoeg momenten waren om met z‟n allen wat moois te doen. Er was dan ook genoeg tijd over om in de weekenden wat van Peru te zien. Omdat we in een soort Peruaans studentenhuis zaten werden we overal mee naar toe genomen en hebben we dingen gezien en gedaan die we als gewone toerist waarschijnlijk niet hadden kunnen ontdekken. Zo zijn we natuurlijk regelmatig in het nachtleven van Lima gestapt, hebben we bergwandelingen gemaakt bij Canta (3 uur van Lima), zijn we gaan sandboarden bij Huacachina, enz, enz. Na 10 weken werken aan het project hebben we nog 4 a 5 weken gereisd, met als hoogtepunt natuurlijk de Inca Trail naar Macchu Pichu en de iets te hoge bergpas nabij Huaraz. Toen we ruim een jaar geleden begonnen met de voorbereidingen had iedereen natuurlijk het idee dat hij iets van deze reis wilde leren. En dan niet alleen op het gebied van de Civiele Techniek. En dat is zeker gelukt! Zo hebben we ontdekt hoe belangrijk de communicatie binnen een projectteam is, hoe mooi het is om fulltime op een exotische locatie aan een project te werken en hoe lastig het kan zijn om zaken voor elkaar te krijgen in een andere cultuur. Allemaal leerzame ervaringen die niemand ons ooit nog kan af nemen. Kortom, het vierdejaars project is iets wat iedereen zou moeten doen, het is een onvergetelijke ervaring en een prachtige Thijs de Boer kans om een eigen project neer te zetten!

poging 3.indd 39

39

11/4/2011 2:52:04 PM


10. Na je studie in het buitenland Hallo, mijn naam ik Myron van Damme en sinds een paar maanden ben ik bezig als PhD student aan de Universiteit van Oxford. Laat ik dit verhaal maar beginnen bij het begin. Na mijn HTS Civiele techniek opleiding wilde ik graag meer kennis vergaren om daarmee creatief bezig te kunnen zijn binnen mijn vakgebied en daarvoor wilde ik door gaan studeren. Ik had daarvoor meerdere keuzes onderzocht en uiteindelijk wilde ik of: een Master volbrengen aan de University College London of een Master volbrengen aan de TU Delft. Tegen de tijd dat ik die keuze had gemaakt was ik ook op zoek gegaan naar het vinden van fondsen die me konden ondersteunen in mijn keuze om in het buitenland mijn MSc te gaan doen. Destijds was ik echter net te laat met me het aanmelden voor deze fondsen. Derhalve besloot ik om mijn MSc aan de TU te gaan doen. Ondanks mijn leuke tijd in Delft bleef ik me afvragen hoe het zou zijn geweest om aan UCL mijn master te doen. Om antwoord te vinden op die vraag besloot ik te organiseren om mijn afstudeerproject aan de TU Delft uit te voeren bij UCL in London. Na een jaar van organiseren had ik alles geregeld en terugkijkend heb ik in London een geweldig mooi jaar mogen beleven. Tijdens mijn afstudeerfase werd ik door mijn begeleider in London uitgenodigd om mee te gaan naar een conferentie voor jonge kustwaterbouwkundigen welk elk jaar wordt georganiseerd door een andere universiteit in Engeland. Tijdens deze conferentie ben ik in contact gekomen met een aantal studenten die bezig waren met hun PhD. Het doen van een PhD leek mij destijds persoonlijk al erg leuk, omdat je creatief en innovatief bezig bent binnen je vakgebied. Mijn enige bezwaar was dat ik van veel PhD studenten ook wist dat het wel best wel eenzaam werk kon zijn. Toen ik tijdens deze conferentie twee studentes van de Universiteit van Oxford sprak, wisten ze me te vertellen dat door het onderwijs systeem in Oxford je sociale leven is gewaarborgd. Oxford werkt met het college systeem. Binnen de colleges worden colleges verzorgd in samenwerking met de universiteit. Deze colleges verzorgen ook woonruimte voor de studenten en verzorgen daarnaast ook een druk sociaal programma. Ze hebben daarmee dezelfde rol als de studentenverenigingen in Delft. Het doen van een PhD aan de Universiteit van Oxford leek me daardoor erg aantrekkelijk. Op dat moment bleek er binnen het “ Department of Engineering Science” een betaalde PhD positie beschikbaar te zijn. Ik heb hier toen naar gesolliciteerd en na een uitgebreide sollicitatieprocedure kreeg ik de PhD plek aangeboden. Mijn geluk tijdens het aanmelden was hierbij wel dat mijn afstudeerbegeleider van UCL in London bevriend was met mijn huidige begeleider binnen de Universiteit van Oxford. Hij kon me daarmee van een goede referentie voorzien. Op dit moment ben ik bezig met een PhD onderzoek naar het modelleren van dijkdoorbraken. Het is een mooi project en het sociale leven in Oxford kan ik verder ook iedereen aanraden. Het is verder ook leuk dat je in Engeland als een student wordt gezien wanneer je je PhD doet en je daarmee binnen de gezellige kringen van het studentenleven begeeft. Het leven en werken in het buitenland is erg leuk en uitdagend. Gek genoeg zie ik net als een grote groep andere buitenlandse studenten Engeland ondertussen meer als mijn thuis dan als het buitenland en voel ik me meer een toerist als ik weer in Nederland ben. Ik kan het daarom iedereen aanraden om het buitenland ook eens te onderzoeken als een mogelijk werkgebied.

Myron van Damme

40 poging 3.indd 40

11/4/2011 2:52:06 PM

poging 3.indd 41

11/4/2011 2:52:07 PM

poging 3.indd 42

11/4/2011 2:52:07 PM

Studeren in het Buitenland Faculteit CiTG

Recommend Documents