Structuurvisie Spoorzone 2025 Nota van Commentaar Maart 2005
1 Inleiding Op 5 februari 2004 heeft het College van B&W de concept-Structuurvisie Spoorzone 2025 (deel A en B) vrijgegeven voor consultatie. Dit vormde de start van een intensieve communicatie over de visie. De formele consultatieperiode duurde van 11 februari tot 24 maart 2004. Op 1 en 2 maart zijn in dat kader twee informatieavonden gehouden. Daarnaast is ingegaan op een groot aantal verzoeken om toelichting en presentatie van de visie. Deze nota van commentaar is het verslag van de consultatieperiode. Allereerst wordt in hoofdstuk 2 ingegaan op de hoofdlijnen van de reacties uit de consultatie en de wijze waarop deze een plek gekregen hebben in de definitieve structuurvisie spoorzone. In hoofdstuk 3 zijn alle ingediende reacties opgenomen en voorzien van een overweging. In hoofdstuk 4 zijn alle binnengekomen reacties gebundeld. Hoofdstuk 5 bevat de verslagen van de informatiebijeenkomsten.
2 Reacties op hoofdlijnen De consultatie over de Structuurvisie Spoorzone heeft een groot aantal reacties opgeleverd. Op de informatieavond zelf zijn reacties gegeven op daarvoor bestemde reactieformulieren. Daarnaast zijn schriftelijke reacties binnengekomen. In hoofdstuk 3 wordt op alle individuele reacties ingegaan. In dit hoofdstuk worden een aantal hoofdlijnen uit de reacties behandeld.
2.1 Verlengde Stationslaan Binnen de concept-Structuurvisie is een verlenging van de Stationslaan tussen Terheijdenseweg en Doornboslaan opgenomen. De weg is geprojecteerd op het huidige tracé van de Liniestraat en doorgetrokken naar de Doornboslaan. De weg krijgt een 30 meter profiel waardoor enkele woningen aan de zuidzijde van de Liniestraat en een bedrijf/woning en woonwagen tussen Vuchtstraat en Doornboslaan niet gehandhaafd kunnen blijven. De stedelijke ontwikkeling van de Spoorzone maakt aanleg van de nieuwe wijkontsluitingsweg nodig. Tevens ontstaat een extra ontsluiting voor Linie waarvoor in het kader van het project Samenwerken aan Leefbaarheid in Breda Noordoost ook een verdichting voorzien is. Na afweging van verkeerskundige, milieuhygiënische, ruimtelijke, maatschappelijke en financiële aspecten is het tracé van deze weg bepaald zoals opgenomen in de Structuurvisie Spoozone. De huidige Liniestraat zal daardoor transformeren naar een stadslaan met een breder profiel. In dit profiel is een belangrijk deel van de ruimte bestemd voor brede groene bermen die plaats bieden aan bomenrijen. Daarmee wordt het laankarakter nagestreefd dat kenmerkend is voor de groene lanen van Breda. In dit profiel kan de verkeersfunctie zodanig worden opgenomen dat het laankarakter overheerst en er een aangename groene ader wordt gevormd voor fietsers en voetgangers. Deze weg ontlast het Liniekwartier van doorgaand verkeer door de wijk zodat het woongebied rustiger en veiliger wordt. De Verlengde Stationslaan moet gezien worden als een van de wijkontsluitingswegen die het verkeer tussen een wijk en de Noordelijke Rondweg leiden. Omdat er nieuw stedelijk gebied wordt toegevoegd is er ook een nieuwe wijkontsluitingsweg nodig. Dit staat los van een eventuele capaciteitsvergroting van de Noordelijke Rondweg. In de verdere uitwerking van de Structuurvisie zal gekeken worden naar de inpassing van de weg in relatie tot de bestaande bebouwing aan de noordzijde. De busbaan komt niet op het tracé van de Liniestraat te liggen maar zal direct langs het spoor gebundeld worden. Met de bewoners is een aantal malen overleg gevoerd. Gezien de ontstane onzekere situatie is een onafhankelijke contactpersoon benoemd om bewoners bij te adviseren bij specifieke individuele vragen of situaties. Naar aanleiding hiervan is door de contactpersoon met een aantal bewoners een gesprek gevoerd. Na vaststelling van de Structuurvisie zal door de gemeente met de bewoners een individuele afspraak gemaakt worden om in te gaan op de toekomstige situatie en mogelijke oplossingen.
Verlengde Stationslaan en Vuchtstraat
2.2 Vuchtstraat 50 tot en met 70 Het deel van de Vuchtstraat gelegen tussen Liniestraat en spoorlijn maakt onderdeel uit van het gebied van de Spoorzone. In de concept-Structuurvisie is de straat niet als te herontwikkelen gebied aangeduid. Naar aanleiding van de consultatieavonden heeft nader overleg plaatsgevonden met de bewoners van de Vuchtstraat nr. 50 tot en met 70 (oostzijde tussen spoor en Liniestraat). Een aantal bewoners heeft daarbij verzocht te onderzoeken of dit deel van de Vuchtstraat niet meegenomen kon worden in de herontwikkeling van de Spoorzone, mede gelet op de ontwikkelingen voor Linie die in het kader van het project Samenwerken aan Leefbaarheid in Breda noordoost voorzien waren. Andere bewoners hebben aangegeven graag te willen blijven wonen in de Vuchtstraat. Een aantal bewoners maakte zich daarbij wel zorgen over de leefkwaliteit als gevolg van de nieuwbouwontwikkeling en de realisatie van de Stationslaan. Ook de kwaliteit van de eigen woning was voor een aantal bewoners punt van zorg. Gelet op deze feiten is door de gemeente actief onderzoek verricht naar de herontwikkelingsmogelijkheden van dit deel van de Vuchtstraat. Daarbij is overleg gevoerd met woningbouwcorporatie Singelveste als eigenaar van de woningen aan de overzijde van de straat en Interbrew en ontwikkelaar AM als eigenaar/beoogd eigenaar van de rond de woningen gelegen terreinen. Gezien de ontstane onzekere situatie is een onafhankelijke contactpersoon benoemd om bewoners te adviseren bij specifieke individuele vragen of situaties. Naar aanleiding hiervan is door de contactpersoon met bewoners gezocht naar oplossingen. Dit heeft er toe geleid dat in een tweetal acute gevallen corporatie Singelveste bereid is geweest woningen aan te kopen. Met de bewoners is een aantal malen overleg gevoerd. Het onderzoek naar de mogelijke herontwikkeling is afgerond. Daaruit is geen concrete herontwikkelingsmogelijkheid naar voren gekomen. Gelet op de beoogde ligging van de Stationslaan en de te herontwikkelen terreinen van Interbrew is bovendien duidelijk dat een inpassing van de Vuchtstraat mogelijk is. Daarbij is tevens duidelijk geworden dat er vanuit de ontwikkelingen voor de Spoorzone (aanleg van de Stationslaan) geen noodzaak is deze locatie mee te nemen. Op grond hiervan is de locatie niet opgenomen als herontwikkelingslocatie. Wel dient bij de verdere uitwerking van de plannen voor het deelgebied Drie Hoefijzers en de realisatie van de Stationslaan bijzondere aandacht uit te gaan naar een zorgvuldige afstemming en inpassing van de Vuchtstraat op genoemde ontwikkelingen. In die verdere uitwerking dient ook de leefkwaliteit van de Vuchtstraat binnen het gebied Drie Hoefijzers aandachtspunt te zijn.
2.3 Watergebruik en watergebonden functies Een groot aantal vragen is gesteld over het watergebruik en de watergebonden functies in de Mark en Belcrumhaven. De concrete toekomstmogelijkheden hangen sterk samen met de gebiedsontwikkeling aan de westzijde van het plangebied. Wel is duidelijk dat de Mark en Belcrumhaven met watergebonden functies een belangrijke rol kunnen spelen in het gebied. Aangezien de ontwikkeling van de westzijde op zijn vroegst vanaf 2010/2015 aan de orde zal zijn is een concrete uitwerking nog niet mogelijk. Te zijner tijd zal een watergebruiksplan opgesteld worden in samenhang met de aangrenzende gebiedsontwikkeling. Tot die tijd geldt dat bestaande functies op de huidige plek gehandhaafd blijven. Voor de bestaande woonschepen is tevens vast te leggen dat zij ook in de toekomst een plek in het gebied krijgen.
2.4 Cultuurhistorisch erfgoed Tijdens de consultatie is extra aandacht gevraagd voor het behoud van cultuurhistorisch erfgoed binnen het gebied. Ten behoeve van de Structuurvisie Spoorzone is daartoe extra inventariserend onderzoek uitgevoerd. Dit heeft er toe geleid dat, naast de al bekende monumenten, een indeling gemaakt is van bijzonder industrieel erfgoed. Voor de als zodanig benoemde panden geldt dat bij
herontwikkeling onderzocht zal moeten worden in hoeverre zij in de nieuwe ontwikkeling en met een nieuwe functie te handhaven zijn.
2.5 Bereikbaarheid, ontsluiting en parkeren Een groot aantal reacties gaat in op de bereikbaarheidssituatie van het nieuwe gebied, de inrichting en inpassing van wegen en de gevolgen, bijvoorbeeld wat betreft eventuele overlast, voor het bestaande gebied. Daarbij gaat het zowel om spoor, hoogwaardig openbaar vervoer als autoverkeer. In de verdere uitwerking is aandacht nodig voor een zorgvuldige inpassing en inrichting van deze hoofdstructuur. Daarvoor zullen buitenruimteplannen, per deelgebied uitgewerkt worden. Wat betreft de milieusituaties zal binnen de milieu-effectrapportage (in voorbereiding) onderzocht worden welke maatregelen nodig zijn om een goed leefklimaat in de verschillende gebieden, in afstemming op de hoofdstructuur, te bereiken. In de later dit jaar te presenteren Bereikbaarheidsvisie zal ingegaan worden op het functioneren van het verkeerssysteem binnen de hoofdstructuur voor Via Breda. Daarbij komt niet alleen de bereikbaarheid binnen het gebied maar vooral ook de bereikbaarheid van het gebied aan bod. Wat betreft parkeren geldt voor alle gebieden dat moet worden voldaan aan de vastgestelde normen en regels van het in 2004 vastgestelde parkeerbeleid. Hiermee wordt beoogd overlast in de omgeving te voorkomen.
3 Reactiematrix
1
2
Reactie van:
Reactie op de document:
Gemeentelijke reacties in eerste instantie
Onbekend
- concept-structuurvisie Spoorzone 1. Denk aan behoud groen Stationsplein (bomen Emmastraat/Stationsplein)
1.
De structuurvisie spoorzone bevat geen Onderwerp van nadere uitwerking in op te stellen concrete inrichtingsplannen voor de buitenruimteplannen. openbare ruimte maar geeft de hoofdlijnen op structuurniveau aan. In samenhang met de ontwikkeling van gebieden in Via Breda zullen inrichtingsplannen voor de openbare ruimte worden opgesteld. Daarin zal zorgvuldig omgegaan worden met waardevolle elementen uit de bestaande situatie
2.
Beperk geluidsoverleg omroepinstallaties (sinds kort nieuwe installaties, tekst duidelijk hoorbaar).Contact met ProRail loopt moeizaam, wie is verantwoordelijk voor omroep nstallaties?
2.
1.
Er moet rekening gehouden worden met de parkeergelegenheid en het plaatsen van kliko’s op de wal voor de woonbootbewoners.
1.
De klacht is doorgegeven. Voor klachten en informatie over het station Breda is er een centraal telefoonnummer 0402329613 van de heer Robben/ProRail regio Zuid. Het is de bedoeling van de gemeente om Onderwerp van overleg met bewoners. de woonschepen in de Belcrumhaven te legaliseren en de bestaande woonschepen aan de Krouwelaarhaven te verplaatsen naar de Belcrumhaven. Daarbij wordt om te beginnen geregeld waar ligplaatsen zijn, wie daarvan gebruik mag maken en met welk schip. In een later stadium zal verder overleg met de bewoners van de woonschepen worden geopend over de mogelijkheden tot realisatie van eventuele voorzieningen die zij wensen, zoals nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen e.d.
2.
Blijft de pomp voor de watervoorziening voor de woonbootbewoners op de veilingkade staan of komt er een andere voorziening?
2.
Komt er een verbindingsbrug tussen eiland/Zoete Inval voor het langzaam verkeer? De hoogte is belangrijk in verband met varende schepen vanuit de huidige jachthaven. Of wordt de jachthaven verplaatst?
3.
Joris Hoffmans/ Els Brosens Veilingkade AB
3.
Zie antwoord hierboven.
Vervolgacties en taakstellingen
In een later stadium, zodra de ontwikkeling van de westzijde van het plangebied aan de orde is zal specifiek een watergebruiksplan opgesteld gaan worden.
In de uitwerking van het gebied Markoevers is een extra langzaamverkeersverbinding tussen beide Markoevers aangegeven naast de nieuwe brug die over de Mark gepland is. Deze
langzaamverkeersverbinding heeft als doel een directe relatie te leggen tussen de twee kerngebieden van Via Breda: de OVterminal en het gebied Markoevers. De inrichting van deze verbinding hangt samen met de ontwikkeling van het gebied Markoevers. De wijze waarop deze verbinding vormgegeven wordt is geen onderwerp van de Structuurvisie. Voor de toekomstige inrichting geldt als randvoorwaarde dat de bestaande mogelijkheden voor pleziervaart op de Mark in stand worden gehouden en brughoogtes hierop afgestemd dienen te worden. 4.
De geplande nieuwe brug over verlengde Belcrumhaven: wordt er aan gedacht dat bij een vaste brug er alleen kano’s en roeiboten onderdoor kunnen?
5.
Sinds 2001 wordt er al gesproken over invulling Belcrumhaven. Alles wordt ingetekend, behalve de binnenkort gelegaliseerde woonschepen. Waar zijn die ingepast binnen het plan?
4.
In het concept Structuurvisie Spoorzone wordt, op stedelijk niveau, de functionele betekenis van de ontsluitingsstructuur voor de verschillende deelgebieden van de Spoorzone beschreven en daarmee de betekenis van een verbinding over de Mark (de geplande nieuwe brug). De Structuurvisie doet, in deze planfase, geen uitspraken over de verschijningsvorm van de brug. Dit zal in de vervolgfase van de planontwikkeling zeker aan de orde komen. Een en ander is ook afhankelijk van de functie van de verlengde Belcrumhaven. Mocht deze een functie krijgen ten behoeve van de waterberging dan is een scheiding van de watersystemen nodig. In dat geval is een afgesloten wateroppervlak nodig.
5.
Het is de rivier de Mark en de Belcrumhaven die het deelgebied “Havenkwartier” een bijzonder karakter geeft. De combinatie met het water geeft het gebied een unieke ruimtelijke sfeer. Water, ruimte en kades zijn de kenmerkend voor het gebied. Bij de ruimtelijke- en functionele herontwikkeling worden deze kenmerken zoveel mogelijk uitgebuit, zodat een interessant samenspel van de stad en water tot stand komt. Daarbinnen is ruimte om de bestaande en nieuwe nautische activiteiten (o.a. de jachthaven), de historische schepen en de
3
Jeroen Strating
1.
Wat is het concrete plan om internationale bedrijven naar Breda te halen? Wat zijn onze unieke “selling-points”?
1.
2.
Voor realisatie plan Zoete Inval is het vertrek van de CSM nodig. Wat als CSM niet vertrekt? Is er een plan B?
2.
Nijverheidssingel
woonschepen een goede plek in het gebied te geven. De Structuurvisie Spoorzone kan niet gezien worden als een concrete uitwerking. In de visie zijn de deelgebieden, waaronder het Havenkwartier, op een abstracte manier beschreven. Daarbij zijn enkele hoofduitgangspunten op stadsniveau aangegeven en worden de specifieke kenmerken benoemd. Bij de uitwerking van het deelgebied “Havenkwartier” zal concrete worden ingegaan op de ruimtelijke betekenis en het functionele gebruik van de Mark en de Belcrumhaven. In samenhang hiermee zal t.z.t. een watergebruiksplan opgesteld worden dat ingaat op de aard en locaties van de diverse nautische functies evenals de bijbehorende voorzieningen. De ligging van Breda maakt ook in de huidige situatie de stad al een aantrekkelijke vestigingsplaats voor internationale bedrijven. Zo kent de stad op dit moment een aantal Beneluxkantoren en vestigingen van Amerikaanse bedrijven. Deze positie wordt versterkt door de aansluiting van Breda op het netwerk van de Hoge snelheidslijnen/HSL. Hiermee wordt Breda direct verbonden met de economische centra van de Randstad, Brabantstad en de Vlaamse Ruit. Dit feit gekoppeld aan de beschikbaarheid van ruimte in de nabijheid van de nieuwe OV-Terminal en de historische binnenstad vormen extra verkoopargument voor de locatie. Destijds vormde deze kernmerken voor de minister aanleiding Breda aan te wijzen als Nieuw Sleutelproject met een belang voor de nationale economische ontwikkeling. Er is geen plan “B” en er is nog geen zekerheid over het vertrek van de CSM. Ook niet nu CSM bekend heeft gemaakt de verwerking van suikterbieten in Breda te willen beeindigen. Dit betekent dat CSM de overige (productie) aktiviteiten voortzet. Het vertrek van de industrieën in het gebied is een ontwikkeling die
samenhangt met beslissingen van de bedrijven in het gebied zelf. In de praktijk zien we dat inmiddels een ruim aantal bedrijven vertrokken is of aangekondigd heeft te vertrekken (Interbrew, Mammoet). De Structuurvisie Spoorzone geeft aan op welke wijze een toekomstige invulling aan het gebied gegeven kan worden. Dit kan ook voor bedrijven een extra argument zijn om al dan niet te blijven. Met de Structuurvisie Spoorzone wordt voorkomen dat, wanneer bedrijven vertrekken, een ongecontroleerde en versnipperde ontwikkeling tot stand komt. Uiteraard is het een beslissing van de CSM zelf of ze al dan niet vertrekt van de huidige locatie. De ontwikkeling van de Spoorzone vindt plaats binnen een duidelijke herkenbare hoofdopzet. De ruimtelijke structuur wordt gevormd door de duurzame dragers (water, lanen, parken, pleinen) binnen het gebied. Deze leggen de verbindingen en zorgen voor samenhang tussen de verschillende deelgebieden in de Spoorzone. De structuurdragers vormen een ruimtelijk raamwerk waarbinnen de verschillende deelgebieden, gefaseerd en onafhankelijk van elkaar, worden ontwikkeld. 3.
Wat is de invloed van het plan op de rest van Breda? Er moet gewaakt worden dat het plan niet alle aandacht opeist. Wat wel blijkt is dat Breda een visie heeft; waarvoor grote hulde.
3.
Uitgangspunt is dat het plan niet op zichzelf staat, maar past binnen de ontwikkelingen die in de stad en regio plaatsvinden. Het plan voor de Spoorzone is een nieuw stadsdeel, complementair aan de bestaande stad. De visie sluit aan op de kaders die Breda voor haar stedelijke ontwikkeling heeft vastgesteld, zoals het Structuurplan Binnenstad, het project Samenwerken aan Leefbaarheid (stedelijke vernieuwingsopgave Breda Noordoost), Perspectief Wonen, de Milieuvisie 2015, Geschikt wonen voor iedereen, Sociaal Breda in beeld en de nota Cultuur. Binnen de Spoorzone is er een sterke relatie met de buurtplannen die opgesteld zijn voor de Belcrum en Spoorbuurt. Voor de gehele stad wordt het komende jaar een structuurvisie
uitgewerkt. Overigens is er ook de komende periode voldoende programmaruimte om buiten de Spoorzone ontwikkelingen te genereren. 4
Onbekend
Geweldig mooie plannen! 1. Denken jullie ook aan de huidige bewoners van het Stationskwartier?
1.
Bij de ontwikkelingen van de Structuurvisie Blijvend punt van aandacht in het kader van de uitwerking is uitgangspunt van de gemeente Breda te van de buurtplannen voor Spoorbuurt en Belcrum. allen tijde, een goede en constructieve aandacht voor de bewoners van de verschillende deelgebieden. Dit geldt dus ook voor het deelgebied “Stationskwartier”. Specifiek voor de Spoorbuurt is een buurtplan opgesteld. Daarin is het beleid weggelegd om er voor te zorgen dat de bestaande buurten optimaal profiteren van de ontwikkeling van de Spoorzone.
2.
Wil geen belemmering van hun zeer fraaie/wijdse uitzicht (ziet teveel hoogbouw rond station, vindt dit niet erg wanneer er rekening gehouden wordt met de bestaande bouw).
2.
De ambitie en het programma zijn in verhouding gebracht tot de ruimtelijke en functionele mogelijkheden van het gebied. In de visie is getracht de bebouwing van het Stationskwartier die direct grenst aan de Belcrum en de Spoorbuurt zorgvuldig aan te laten sluiten. Het is de bedoeling dat de schaalsprong tussen de Belcrum/Spoorbuurt en de bebouwing van het Stationskwartier in dit gebied wordt opgelost. Dit gebeurt door aan te sluiten op de aanwezige morfologie en functie van de Belcrum en Spoorbuurt. Op een aantal markante punten in het plan worden accenten toegepast. Met betrekking tot de architectuur krijgt het een eigen vormentaal. Een vormtaal die past binnen de stedelijke context van Breda en geen afbreuk doet aan de direct omliggende stadsdelen.
Gevraagd wordt of huidige bewoners voorrang krijgen bij aankoop nieuwbouw?
3.
3.
Er is geen specifieke regeling waarmee huidige bewoners voorrang krijgen bij de aankoop van nieuwbouw binnen het gebied. Keuzevrijheid voor ieder is hier het uitgangspunt. Een uitzondering hierop vormen de bewoners die gedwongen worden te verhuizen vanwege de aanleg van infrastructuur of de ontwikkeling van het gebied. In dat geval wordt per individueel geval bekeken of een oplossing
Rond de opstelling van het bestemmingsplan voor het Stationskwartier worden de plannen concreet vastgesteld. Rond het bestemmingsplan zal een inspraaktraject worden doorlopen.
5
St. Buurtbeheer ChasséOud Boeimeer K. Schoots
1.
Verzoekt tot opstellen van een integraal veiligheidsplan m.b.t. het railvervoer en de veiligheid in/om station. Denk aan transport gevaarlijke stoffen. Hieraan dienen alle partijen deel te nemen NS, Rijk, Gemeente, BBA, marktpartijen enz. Doel is 99,9% garantie voor bewoners, gebruikers, reizigers enz. m.b.t. veiligheid en leefbaarheid. Als voorbeeld wordt station Hoog Catharijne in Utrecht genoemd. Pas dan wordt dit mooie plan prachtig en leefbaar.
1.
gevonden kan worden. Voordat antwoord wordt gegeven op de vraag wordt eerst aangegeven wat reeds allemaal in dit verband is gebeurd. Bij het opstellen van een zogenoemde risicoanalyse en veiligheidsplan (scenarioanalyse en zelfredzaamheid) moet bekend zijn wat het programma binnen de deelgebieden is en de hoeveelheid transporten van gevaarlijke stoffen die over het Brabantspoor plaatsvinden. Voor alle deelgebieden geldt dat op basis van de structuurvisie Spoorzone in grote lijnen bekend is wat het programma zal worden, maar dat alleen voor het deelgebied Stationskwartier een redelijk concrete stedenbouwkundige invulling is gemaakt. Door TNO is dan ook voor het hele ontwikkelingsgebied Spoorzone langs de Brabantroute een risicoanalyse uitgevoerd. Overigens is bij de stedenbouwkundige invulling voor een deelgebied middels functietoewijzing en afstand houden tot de sporen al getracht de veiligheidssituatie zodanig te maken dat aan de wettelijke normen wordt voldaan. De belangrijkste resultaten uit de door TNO uitgevoerde analyse zijn dat door bij de stedenbouwkundige invulling rekening met externe veiligheid te houden het is gelukt om: Geen (beperkt) kwetsbare bestemmingen (bijvoorbeeld woningen en scholen) binnen de wettelijk harde contour, de Plaatsgebonden Risicocontour, te bouwen. Geen overschrijding van de landelijk geldende oriënterende waarde van het GroepsRisico te hebben. Aangezien er altijd een bepaald restrisico blijft dat er bij het vervoer van gevaarlijke stoffen een calamiteit optreedt, wordt momenteel door de gemeente Breda (brandweer Breda en directie Milieu) een scenarioanalyse uitgevoerd. Hierin wordt bekeken of de deels voorgestelde, deel
In het bestemmingsplan voor het Stationskwartier worden de resultaten van de risicoanalyse vastgelegd en eventueel aanvullende eisen gesteld aan de te ontwikkelen gebouwen.
met diverse partijen overeengekomen maatregelen voldoende zijn voor het kunnen beheersen van een calamiteit. Afhankelijk van de uitkomsten uit deze scenarioanalyse zullen de bestaande aanvalsplannen voor het station, de andere deelgebieden en het gemeentelijke rampenplan worden aangepast.
6
A. v.d. Goorbergh
1.
Keplerstraat
7
8
J. Beekers
Wanneer worden de woningen aan de Keplerstraat gesloopt?
Oranjeboomstraat
Prima plan. 1 Realiseer dat ‘Guggenheim” maar meteen. Voor Bilbao was dat van cruciaal belang voor de herontwikkeling van de stad.
Ine Mangelaars
1.
Vuchtstraat
1.
1.
Is het waar dat door de shuttle die in Breda stopt 1. heel Europa naar Breda komt, waardoor het plan door talloze bovenregionale, ja zelfs internationale, voorzieningen te treffen, bestaanswaarde heeft?
In de bestemmingsplannen worden de resultaten van de risicoanalyse vastgelegd en eventueel aanvullende eisen gesteld aan de te ontwikkelen gebouwen. De Keplerstraat maakt geen onderdeel uit van het plangebied van de Structuurvisie. De straat maakt wel onderdeel uit van de ontwikkelingsvisie voor Doornbos-Linie die is opgesteld in het kader van het project Samenwerken aan Leefbaarheid in Breda noordoost. De afbeelding van “Guggenheim” in de structuurvisie moet worden gezien als metafoor voor de ambitie van de gemeente Breda. De ambitie betekent een schaalsprong inzake de ontwikkelingen voor de komende jaren. Reden voor deze schaalsprong is de besluitvorming over het tracébesluit HSL waarbij ook Breda een shuttle aansluiting krijgt en als een van de 6 landelijke sleutelprojecten wordt aangewezen. Deze status als sleutelproject brengt de economische motor op gang en zorgt voor nieuwe werkgelegenheid, nieuwe woongebieden, nieuwe stedelijke voorzieningen en nieuwe vormen van vrijetijdsbesteding. Uitgangspunt is om een levendig en aantrekkelijk stadsdeel tot stand te brengen. Een stadsdeel, complementair aan de bestaande stad. De uitdaging voor zowel overheid als markt ligt in het toevoegen van een topprogramma met ruimtelijke en architectonische kwaliteit. Breda krijgt met de shuttleverbindingen naar Antwerpen – Brussel en Rotterdam – Amsterdam aansluiting op het netwerk van hogesnelheidstreinen in Europa. Via de
Besluitvorming in het kader van het project Samenwerken aan Leefbaarheid later dit jaar.
shuttle kan gereisd worden naar de genoemde steden. Vanuit die steden kan men overstappen op de snelle treinen door Europa. Voor Breda betekent dit dat er potentie ontstaat voor de vestiging van internationale bedrijvigheid en voorzieningen in het gebied rond het nieuwe station. Voor de minister vormde deze ligging en de aansluiting reden het project de status te geven van Nieuw Sleutelproject met een belang voor de nationale economie. Overigens zal bij de concrete invulling van het project naast het internationale topniveau altijd sprake zijn van een mix van bedrijven en voorzieningen voor zowel de stad, de regio als het land. 2.
Wij zijn trots op het Bourgondische Breda met zijn 2. knusse, gemoedelijke dus provinciaalse karakter. Grootstedelijke, internationale allure en bovenstaande gaan mijns inziens niet samen. Vinden wij het niet fijn om al te groot te zijn, zonder de benauwdheid van al te veel opeen gepropte hoogbouw?
De combinatie van de historische stad met de nieuwe stad moet de kracht zijn voor de nieuwe ontwikkeling. Door het nieuwe stadsdeel moet de bestaande stad sterker worden zonder de bestaande kwaliteiten te verliezen. De omvang en maat van het plan is hierop afgestemd. Er is geen sprake van “Rotterdamse” bouwhoogten en ook de wegen kunnen over het algemeen tot 2 maal een enkele rijstrook beperkt blijven.
3.
Voorts maak ik bezwaar tegen de aanleg van de drukke weg die 6 meter van mijn huis komt te razen. Ik heb de woning gekocht in de veronderstelling me op het einde van de wereld te settelen, nu echter beland ik midden in de volle vaart van opstuwend Breda en kom op een soort van vluchtheuvel te wonen. U begrijpt, dat ik hiervoor weinig begrip heb. Misschien is het mogelijk om van de nu al drukke Noordelijke rondweg een 2x driebaansweg te maken en kleinere wegen als wijkontsluiting allemaal afzonderlijk naar de rondweg blijven te gebruiken.
De stedelijke ontwikkeling van de Spoorzone maakt aanleg van een nieuwe verbindingsweg tussen de Terheijdenseweg en de Doornboslaan noodzakelijk. Na afweging van verkeerskundige, milieuhygiënische, ruimtelijke, maatschappelijke en financiële aspecten is het tracé van deze weg bepaald zoals opgenomen in de Structuurvisie Spoorzone. Dit tracé volgt voor een belangrijk gedeelte de huidige Liniestraat die daardoor zal transformeren naar een stadslaan met een breder profiel. In dit profiel is een belangrijk deel van de ruimte bestemd voor brede groene bermen die plaats bieden aan bomenrijen. Daarmee wordt het laankarakter nagestreefd dat kenmerkend is voor de groene lanen van Breda. In dit profiel kan
3.
Inpassing en aanleg van de weg is onderwerp van de nadere uitwerking van het gebied Drie Hoefijzers. Hiervoor zal een apart bestemmingsplan opgesteld worden. In dat kader is een wettelijke bezwaarprocedure van toepassing.
9
A. Tiggelman Hooilaan
1.
Promotie van het project: er zijn veel spoorwegliefhebbers, creëer enkele uitzichtpunten met fotografeermogelijkheden.
1.
de verkeersfunctie zodanig worden opgenomen dat het laankarakter overheerst en er een aangename groene ader wordt gevormd voor fietsers en voetgangers. Deze weg ontlast het Liniekwartier van doorgaand verkeer door de wijk zodat het woongebied rustiger en veiliger wordt. De Verlengde Stationslaan moet gezien worden als een van de wijkontsluitingswegen die het verkeer tussen een wijk en de Noordelijke Rondweg leiden. Omdat er nieuw stedelijk gebied wordt toegevoegd, is er ook een nieuwe wijkontsluitingsweg nodig. Dit staat los van een eventuele capaciteitsvergroting van de Noordelijke Rondweg. In de verdere uitwerking van de Structuurvisie zal gekeken worden naar de inpassing van de weg in relatie tot de bestaande bebouwing. De visuele waarneming bepaalt voor een Uitzichtpunten zijn onderwerp van de uitwerking van de groot deel de herinnering, de verschillende deelgebieden. beeldvorming / het imago van de stad. Omdat de ontwikkelingsgebieden bijna allemaal langs of in de directe nabijheid van de spoorlijn liggen, is het zaak hiermee rekening te houden. Het imago van de stad kan versterkt worden door de gebieden van de Spoorzone ruimtelijk goed in te richten. Het wensbeeld voor de Spoorzone is een duidelijk leesbaar gebied waar de juiste functies op de juiste plaats liggen en waarbij contrasten en differentiatie blijvend zichtbaar zijn. Middelen om de leesbaarheid van het ruimtelijk beeld van de Spoorzone te vergroten zijn: verduidelijking en continuïteit van de topografie, hiërarchie in de morfologische structuur, bijzondere bestaande gebouwen / elementen (industriële complexen) een opeenvolging van de openbare ruimte en herkenbare vormgeving. Het gaat concreet om de gebieden, de Drie Hoefijzers (Interbrew), het Stationskwartier, de Markoevers en de Zoete Inval. Daarbij presenteert het gebied de Drie Hoefijzers zich aan het spoor als binnenstedelijk gebied met bijzondere monumentale gebouwen. Het
Stationskwartier toont zich als een zeer compact bebouwd gebied waarbinnen de OV-Terminal de hoogstedelijke binnenruimte voor mobiliteit is. De Markoevers presenteert zich aan twee zijden van het spoor als een grootschalig open gebied met water, groen en solitaire gebouwen.De Zoete Inval op het CSMterrein laat zich daarnaast in zijn volle stedelijke omvang zien. Het zal duidelijk zijn dat het ruimtelijk beeld van de Spoorzone bestaat uit een samenhangende reeks van wisselende ruimtes en gebouwen. Door deze opbouw ontstaan als vanzelf uitzichtpunten op meerdere plekken. 2.
Goede publiciteit: laat zien wat er gebeurt, zorg voor een attractieve omgeving, ook tijdens werkzaamheden. Laat iedereen het weten.
2.
Bij de verkeersbundel HSL/A16 nabij Aandachtspunt bij de voorbereidende (communicatie) fase Prinsenbeek wordt als onderdeel van een vóór de bouw en uitvoeringsperiode. kunstproject ism met atelier HSL aandacht besteed aan de in Nederland florerende spottercultuur. In de stadsducten is aandacht besteed aan een aantal uitzichtpunten die tegemoet komen aan deze vraag. Beeldende kunstprojecten kunnen een rol spelen bij het zichtbaar maken van het proces of juist een doorkijk bieden naar het uiteindelijke resultaat. Een actieve communicatie en publiciteit gedurende bouw en uitvoering dient ook binnen het Spoorzoneproject uitgangspunt te zijn.
3.
Sportaccommodatie op internationaal niveau bv. indoor athletiek-mogelijkheden.
3.
De Spoorzone is een goede mogelijke locatie voor een dergelijke voorziening. Op het moment dat vestiging van een dergelijke voorziening aan de orde is en terreinen binnen de Spoorzone beschikbaar zijn, zal de Spoorzone als mogelijke vestigingslocatie in overweging genomen worden.
4.
Cultuur – concertzaal voor klassieke muziek, ballet 4. e.d.
Nadere uitwerking binnen uitwerking deelgebieden.
Er wordt momenteel gewerkt aan een Verkenning van de mogelijkheden binnen het project meer gedetailleerde culturele invulling voor Cultuur & economie in 2005. de Spoorzone. Voor Via Breda staat het samenbrengen van makers, distributeurs en afnemers centraal. Op het terrein van de podiumkunsten gaat de aandacht uit naar een huis voor de kunsten, maar ook
bijvoorbeeld atelierruimte zoals de recentelijk geopende ruimte van Elektron. Op de lange termijn wordt bekeken of een cultuurvoorziening als bedoeld is in te passen in het gebied. 5.
Mensen met positieve instellingen bijeenbrengen. Goede ideeën zijn meestal niet zo duur, maar in feite onbetaalbaar.
6.
Attractieve (wandel)verbinding met binnenstad (stadshart), zowel voor eigen bewoners, als voor vreemdelingen zorg voor een goede interactie tussen de oude stad en het nieuwe gebied.
5.
Voor de uitwerking van verschillende onderdelen zullen zogenaamde expertmeetings georganiseerd worden. Daarnaast is een actieve communicatie met specifieke doelgroepen van belang om draagvlak en ideeën voor de verdere uitwerking te genereren.
Expertmeetings rond diverse thema’s in de komende jaren. Daarnaast ook uitwisseling met bestaande platforms enz., zowel lokaal, provinciaal (b.v. Brabantstad) als (inter)nationaal.
6.
Goede attractieve (langzaamverkeer) verbindingen met de binnenstad zijn van groot belang voor de ontwikkeling van Via Breda als nieuw stadsdeel. In de Structuurvisie wordt daar zwaar op ingezet met drie nieuwe routes: De brede traverse in het station voor fietsers en voetgangers in het verlengde van de Willemstraat die als boulevard tussen station en binnenstad wordt ingericht. De verlengde Belcrumweg die aan de westkant van de Spoorzone met een nieuwe brug over de Mark en een nieuw spoorviaduct een directe verbinding legt met de binnenstad. De inrichting van de Markzone als openbaar gebied waarbij de rivier de leidraad vormt van een hoogwaardige stedelijke openbare ruimte langs het water. Deze hoofdas van de openbare ruimte van de stad kent in de toekomst een opeenvolging van sferen: van de stadskades aan de westflank van de historische binnenstad naar een eigentijdse stedelijke boulevard langs het Stationskwartier en een groen stadspodium in het gebied Markoevers. Het is de bedoeling van de gemeente om alle bestaande woonboten in de Belcrumhaven te legaliseren en de bestaande woonschepen aan de Krouwelaarhaven te verplaatsen naar de Belcrumhaven. Daarbij wordt om te
Nadere uitwerking binnen uitwerking deelgebieden.
•
•
•
10
Ankie van Gorp-Franken Veilingkade AB “Zwerver”
1.
Er wordt gesproken over handhaving van bestaande woonschepen. Locatie nog niet bekend. Men heeft het erover ons een goede plek in het gebied te geven. Een goede plek is heel belangrijk voor ons gelet op privacy / voorzieningen zoals die er nu zijn,
1.
Onderwerp van overleg en nadere uitwerking van de plannen voor het deelgebied Havenkwartier.
parkeergelegenheid etc
2.
beginnen geregeld waar ligplaatsen zijn, wie daarvan gebruik mag maken en met welk schip. In een later stadium zal verder overleg met de bewoners van de woonschepen worden geopend over de mogelijkheden tot realisatie van eventuele voorzieningen die zij wensen, zoals nutsvoorzieningen e.d.
Er wordt gesproken over het bewaren of inpassen van het cultureel erfgoed. Graag attentie voor de historische schepen, die al jaren in de Belcrumhaven liggen en behoren tot het cultureel erfgoed.
2.
3.
Worden de woonschipbewoners persoonlijk benaderd, mochten zij van plaats moeten veranderen?
3.
Alle bestaande woonschipbewoners zullen Continue bereikbaarheid is punt van aandacht in door de gemeente worden betrokken bij bouwperiodes. het overleg over de waterplannen die hen aangaan. Ook als plannen tot realisatie komen zal aan hen persoonlijk worden bericht of en zo ja welke gevolgen dat voor hen heeft.
4.
Bij start bouw, in hoeverre wordt er rekening gehouden met de bereikbaarheid van de woonschepen?
4.
Alle bestaande woonschipbewoners zullen door de gemeente worden betrokken bij het overleg over de waterplannen die hen aangaan. Daarnaast is een continue bereikbaarheid van woningen en woonschepen uitgangspunt. Wanneer omleidingroutes aan de orde zijn zal hierover worden gecommuniceerd. Ook als plannen tot realisatie komen zal aan hen persoonlijk worden bericht of en zo ja welke gevolgen dat voor hen heeft.
5.
In hoeverre wordt er rekening gehouden met bouwoverlast voor de woonschepen?
5.
Voor de uitwerking van de plannen wordt een beheerpakket opgesteld. Dit is er op gericht om in de bouwperiode de overlast te beperken en waar nodig aanvullende maatregelen te treffen. In de
Er zal ter nadere uitwerking van de structuurvisie te zijner tijd een watergebruiksplan worden opgesteld waarin zal worden afgewogen welke waters geschikt zijn voor welke watergebruik,door wie en onder welke condities. Daarin zal gebruik voor alle functies (wonen, recreëren, passeren, verblijven, museaal tonen) aan de orde komen. Dat plan zal in overleg met huidige watergebruikers worden opgesteld. Het plan zal vervolgens verder juridisch worden vertaald in het APV-regiem en in praktijk gebracht worden.
Opstelling van een watergebruiksplan bij uitwerking van het westelijk deel van de Spoorzone.
Opstelling van een beheerpakket gericht beperking van overlast in de bouwperiode en waar nodig aanvullende maatregelen tijdens het transformatieproces.
Onderwerp van de verdere uitwerking van het deelgebied Havenkwartier.
bouwperiodes is hiervoor extra aandacht nodig.
A
Bert Voeten, landschapsarchitect BNT
6.
Hoe hoog gaat er gebouwd worden rondom de woonschepen?
7.
Hoe gaat de waterberging er voor de Belcrumhaven uitzien? Hetzelfde als nu, de overstort?
1.
In voorliggende schetsen is geen rekening gehouden met de fraaie bomenrij langs de Lachapellestraat. Verwijdering zal verarming van het woongenot betekenen
11
2.
Wordt er ook rekening gehouden met bosje, gelegen op terrein Euretco?
6.
Bij de uitwerking van het deelgebied “Havenkwartier” zal concreet worden ingegaan op de ruimtelijke betekenis (aard van de bebouwing, o.a. de bouwhoogte) in relatie tot het functionele gebruik van de Mark en de Belcrumhaven. In de Structuurvisie Spoorzone zijn de hoofduitgangspunten op stadsniveau aangegeven en zijn de specifieke kenmerken per deelgebied benoemd. Uitgangspunt is dat de ruimtelijke kwaliteit in de Spoorzone wordt gerealiseerd door een goede organisatie en aard van de openbare ruimte en bebouwing. Deze ruimtelijke kwaliteit wordt gevonden in de maat (bouwhoogte), schaal, accenten en architectuur van de bebouwing en/of de inrichting van de openbare ruimte. Accenten zijn ruimtelijke en/of programmatische verbijzonderingen die de stedelijke allure van het plangebied dienen te ondersteunen. Deze verbijzonderingen zijn te vinden in het euregionale centrum en op de knooppunten van de structuurdragers.
7.
De planontwikkeling voor dit deel van de structuurvisie is nog niet in een zodanig stadium dat dit nu al bekend is. In het kader van de op te stellen MER (milieueffectrapportage) zal hier nader onderzoek naar worden verricht. De structuurvisie Spoorzone bevat geen concrete inrichtingsplannen voor de openbare ruimte maar geeft de hoofdlijnen op structuurniveau aan. In samenhang met de ontwikkeling van gebieden zullen inrichtingsplannen voor de openbare ruimte worden opgesteld. Daarin zal zorgvuldig omgegaan worden met waardevolle elementen uit de bestaande situatie.
1.
2.
Zie vorig antwoord.
Opstelling beheerpakket
Nader onderzoek in de milieueffectrapportage voor de Spoorzone.
Onderwerp van nadere uitwerking van het deelgebied Liniepark.
B 12
Fam. Heynen, Vuchtstraat
3.
Enkele gebouwen van het bedrijf Faam zijn, naar 3. mijn mening, industrieel erfgoed. In de huidige plannen is het gebouw en de schoorsteen verdwenen. Kunnen er andere bestemmingen voor deze gebouwen bedacht worden?
1.
Heeft bezwaar tegen aanleg van een drukke hoofdweg en busbaan in de Liniestraat en de daaraan grenzende Vuchtstraat om de volgende redenen:
1.
De invulling van het ontwikkelingsgebied Liniepark is verbeeld in deel B van de structuurvisie. Deze beelden moeten niet gelezen worden als een concreet stedenbouwkundig plan maar als een illustratie van de programmatische en stedenbouwkundige uitgangspunten die de gemeente aan de ontwikkeling van gebieden in de spoorzone stelt. Pas als de ontwikkeling van een gebied feitelijk aan de orde is worden concrete verkavelingspannen, bouwplannen en inrichtingsplannen voor de openbare ruimte uitgewerkt. Als algemeen uitgangspunt geldt dat (onderdelen) van bestaande elementen die cultuurhistorische waarde hebben en die gezichtsbepalend zijn voor een gebied een belangrijk aanknopingspunt vormen bij het maken van het ontwikkelingsplan. Het verleden dient daarbij als inspiratiebron voor nieuwe ontwikkelingen en zorgt voor een eigen karakter in de deelgebieden. In die zin zullen ook bestaande elementen op het Faamterrein worden gewaardeerd en benut. De stedelijke ontwikkeling van de Spoorzone maakt aanleg van een nieuwe verbindingsweg tussen de Terheijdenseweg en de Doornboslaan noodzakelijk. Na afweging van verkeerskundige, milieuhygiënische, ruimtelijke, maatschappelijke en financiële aspecten is het tracé van deze weg bepaald zoals opgenomen in de structuurvisie Via Breda. Dit tracé volgt voor een belangrijk gedeelte de huidige Liniestraat die daardoor zal transformeren naar een stadslaan met een breder profiel. In dit profiel is een belangrijk deel van de ruimte bestemd voor brede groene bermen die plaats bieden aan bomenrijen. Daarmee wordt het laankarakter nagestreefd dat kenmerkend is voor de groene lanen van Breda. In dit profiel kan de verkeersfunctie zodanig worden opgenomen dat het laankarakter overheerst en er een aangename groene ader wordt gevormd voor fietsers en
Aanleg van de weg maakt onderdeel uit van de verdere uitwerking van de visie voor het gebied Drie Hoefijzers. Daarvoor zal t.z.t. ook een bestemmingsplan opgesteld worden. In dat kader is een wettelijke bezwaarprocedure van toepassing.
voetgangers. Deze weg ontlast het Liniekwartier van doorgaand verkeer door de wijk zodat het woongebied rustiger en veiliger wordt. De Verlengde Stationslaan moet gezien worden als een van de wijkontsluitingswegen die het verkeer tussen een wijk en de Noordelijke Rondweg leiden. Omdat er nieuw stedelijk gebied wordt toegevoegd is er ook een nieuwe wijkontsluitingsweg nodig. Dit staat los van een eventuele capaciteitsvergroting van de Noordelijke Rondweg. In de verdere uitwerking van de Structuurvisie zal gekeken worden naar de inpassing van de weg in relatie tot de bestaande bebouwing. De busbaan komt niet op het tracé van de Liniestraat te liggen maar zal direct langs het spoor gebundeld worden. a) De funderingen en muren, hoe zullen deze zich a en b) In een vervolg op de Structuurvisie houden, sommigen zijn al 100 jaar oud? zullen voor de diverse deelgebieden b) Woningen zullen in waarde verminderen, wie gaat dit uitwerkingen opgesteld worden. Op grond van compenseren? die uitwerkingen is dan een bestemmingsplan op te stellen. In dat kader volgt een wettelijke procedure. In het kader van de Wet op de Ruimtelijke Ordening zijn wettelijke schaderegelingen aan de orde. Mogelijke schade door de bouw aan eigen woningen is een onderwerp voor de bouwfase. In deze fase zal de overlast zo veel mogelijk worden beperkt. Vragen met betrekking tot de overlast en bereikbaarheid tijdens de bouw zullen in deze bouwfase beantwoord worden. c) Is er gedacht aan de veiligheid van de kinderen; nu is c) De uitgangspunten voor de realisatie van de dit stuk een doodlopend stuk? weg zijn hierboven opgenomen. Voor de concrete inrichting zal een ontwerp gemaakt worden. Een veilige inrichting van de weg en omgeving is hierbij uitgangspunt. d) Hoe wordt de geluidsoverlast opgelost? d)Oplossing geluidsoverlast: In het prilste stadium van de stedenbouwkundige invulling wordt rekening gehouden met railverkeers- en wegverkeerslawaai. Hierbij wordt het principe van zonering en afscherming gehanteerd, wat betekent dat langs de wegen bij voorkeur geen geluidsgevoelige bestemmingen (bijvoorbeeld woningen) gepland worden, maar niet geluidsgevoelige bestemmingen (bijvoorbeeld kantoren) die voor geluidsafscherming richting zowel de bestaande als nieuwe woningen
Overlast tijdens de bouw is aandachtspunt in de bouwfase. Voorafgaand worden de nodige maatregelen genomen.
e) Wie betaalt de schade aan wegen of huizen als de werkzaamheden doorgaan en er hier druk verkeer is. C
Dansschool Tiggelman, Slingerweg
13
D 14
Fam. Meeusen, Liniestraat
zorgen. Met dit stedenbouwkundige ontwerp wordt ervan uitgegaan dat er geen geluidsoverlast van de Stationslaan zal ontstaan en dat er wordt voldaan aan de wettelijke normen voor rail- en wegverkeerslawaai. Zodra de stedenbouwkundige invulling van de diverse deelgebieden concrete vormen gaat aannemen, zal een akoestisch onderzoek worden uitgevoerd om te bekijken of met deze invulling inderdaad geluidsoverlast bij geluidsgevoelige bestemmingen wordt voorkomen. Mocht dit niet het geval zijn, zal via het nemen van bronmaatregelen (bijvoorbeeld aanleg van geluidarm asfalt of aanbrengen van raildempers) worden getracht wel minimaal aan de wettelijke normen te voldoen. Als na het nemen van bronmaatregelen nog niet aan de wettelijke normen wordt voldaan, wordt door middel van overdrachtsmaatregelen (bijvoorbeeld geluidsschermen) of effectmaatregelen (bijvoorbeeld geluidsisolatie van woningen) ervoor gezorgd dat het wettelijke binnenniveau in zowel de bestaande als nieuwe woningen wordt gehaald. e) zie eerder.
Staan positief tegenover de plannen. 1. De nieuwe “Belcrumweg”, ontsluiting Belcrum – 1. Volgens de opgenomen planning speelt de stad loopt door/over de dansschool. Hierdoor realisatie van de weg op de lange termijn zullen zij moeten verhuizen. Kan er aangegeven (na 2015). Met betrokkene zal overleg worden in welk tijdsperiode dit gaat spelen? Zij willen samen met de Gemeente Breda meedenken gevoerd worden. om voor beide partijen een zo gunstig mogelijke oplossing te zoeken en verzoeken de gemeente om zo spoedig mogelijk een gesprek te arrangeren. Zij wonen met plezier in de Liniestraat en zouden hier graag willen blijven wonen. 1. Zie antwoord bij vraag B12. Met de 1. Door de aanleg van een nieuwe weg, moeten er betrokken bewoners is een apart overleg huizen gesloopt worden, waaronder hun huis. Dit is de reden, waarom zij bezwaar aantekenen georganiseerd om in te gaan op de tegen de structuurvisie. specifieke situatie. Daarnaast is een onafhankelijke contactpersoon benoemd om bij specifieke individuele situaties te zoeken naar een oplossing. Een aantal
Overleg met betrokkene.
Overleg met betrokkene. Aanleg van de weg maakt onderdeel uit van de verdere uitwerking van de visie voor het gebied Drie Hoefijzers. Daarvoor zal t.z.t. ook een bestemmingsplan opgesteld worden. In dat kader is een wettelijke bezwaarprocedure van toepassing.
personen heeft gebruik gemaakt van de mogelijkheid advies in te winnen. E
Fam. Bajic, Liniestraat
1.
15
Ook zij tekenen bezwaar aan tegen de structuurvisie, omdat hun huis voor de aanleg van een nieuwe weg gesloopt moet worden.
1. Zie antwoord bij vraag B12. Met de
Overleg met betrokkene. Aanleg van de weg maakt
betrokken bewoners is een apart overleg
onderdeel uit van de verdere uitwerking van de visie voor
georganiseerd om in te gaan op de
het gebied Drie Hoefijzers. Daarvoor zal t.z.t. ook een
specifieke situatie. Daarnaast is een
bestemmingsplan opgesteld worden. In dat kader is een
onafhankelijke contactpersoon benoemd
wettelijke bezwaarprocedure van toepassing.
om bij specifieke individuele situaties te zoeken naar een oplossing. Een aantal personen heeft gebruik gemaakt van de mogelijkheid advies in te winnen. F
Th. Borghouts, Liniestraat
16
Spreekt waardering uit over de plannen Structuurvisie 2025. 1. Tegelijkertijd tekent bewoner bezwaar aan tegen de mogelijke sloop van zijn woning en wil een persoonlijk gesprek met de gemeente om een juiste inschatting te kunnen maken van de gevolgen.
1
Zie antwoord bij vraag B12. Met de
Overleg met betrokkene. Aanleg van de weg maakt
betrokken bewoners is een apart overleg
onderdeel uit van de verdere uitwerking van de visie voor
georganiseerd om in te gaan op de
het gebied Drie Hoefijzers. Daarvoor zal t.z.t. ook een
specifieke situatie. Daarnaast is een
bestemmingsplan opgesteld worden. In dat kader is een
onafhankelijke contactpersoon benoemd
wettelijke bezwaarprocedure van toepassing.
om bij specifieke individuele situaties te zoeken naar een oplossing. Een verslag van deze bijeenkomst is bijgesloten. Een aantal personen heeft gebruik gemaakt G 17
Fam. Mulders, Liniestraat
1.
Maakt bezwaar tegen de aanleg van de Stationslaan, die in de plaats komt van de Liniestraat en deze straat in een drukke weg veranderen.
1.
van de mogelijkheid advies in te winnen. De stedelijke ontwikkeling van de Spoorzone maakt aanleg van een nieuwe verbindingsweg tussen de Terheijdenseweg en de Doornboslaan noodzakelijk. Na afweging van verkeerskundige, milieuhygiënische, ruimtelijke, maatschappelijke en financiële aspecten is het tracé van deze weg bepaald zoals opgenomen in de structuurvisie Via Breda. De weg is een zogenaamde wijkontsluitingsweg, vergelijkbaar met bijvoorbeeld de Ignatiusstraat en Terheijdenseweg, en er zal inderdaad meer verkeer gaan rijden. Het tracé volgt voor een belangrijk gedeelte de huidige Liniestraat die daardoor zal transformeren naar een stadslaan met een veel breder profiel. In
Inpassing van de weg en nader onderzoek is onderdeel van de uitwerking van het deelgebied Drie Hoefijzers en Daarnaast zal in het kader van de milieueffectrapportage Spoorzone nader onderzoek gedaan worden naar de geluidssituatie. Aanleg van de weg maakt onderdeel uit van de verdere uitwerking van de visie voor het gebied Drie Hoefijzers. Daarvoor zal t.z.t. ook een bestemmingsplan opgesteld worden. In dat kader is een wettelijke bezwaarprocedure van toepassing.
dit profiel is een belangrijk deel van de ruimte bestemd voor brede groene bermen die plaats bieden aan bomenrijen. Daarmee wordt het laankarakter nagestreefd dat kenmerkend is voor de groene lanen van Breda. In dit profiel kan de verkeersfunctie zodanig worden opgenomen dat het laankarakter overheerst en er een aangename groene ader wordt gevormd voor fietsers en voetgangers. Deze weg ontlast het Liniekwartier van doorgaand verkeer door de wijk zodat het woongebied rustiger en veiliger wordt. 2.
Door de sloop van de huizen met even nummers in de Liniestraat zal er aan de andere kant meer geluidsoverlast komen van het treinverkeer.
2.
Bij de nieuwe stedenbouwkundige invulling Onderwerp van op te stellen milieueffectrapportage wordt rekening gehouden met zowel de sloop van huizen aan de Liniestraat (even nrs.) als railverkeers- en wegverkeerslawaai. Hierbij wordt het principe van zonering en afscherming gehanteerd. Met dit stedenbouwkundig ontwerp wordt ervan uitgegaan dat er wordt voldaan aan de wettelijke normen voor rail- en wegverkeerslawaai. Zodra de stedenbouwkundige invulling van de diverse deelgebieden concrete vormen gaat aannemen, zal een akoestisch onderzoek worden uitgevoerd om te bekijken of met deze invulling inderdaad geluidsoverlast bij geluidsgevoelige bestemmingen wordt voorkomen. Mocht dit niet het geval zijn, zal via het nemen van bronmaatregelen (bijvoorbeeld aanleg van geluidarm asfalt of aanbrengen van raildempers) worden getracht wel minimaal aan de wettelijke normen te voldoen. Als na het nemen van bronmaatregelen nog niet aan de wettelijke normen wordt voldaan, wordt door middel van overdrachtsmaatregelen (bijvoorbeeld geluidsschermen) of effectmaatregelen (bijvoorbeeld geluidsisolatie van woningen) ervoor gezorgd dat het wettelijke binnenniveau in zowel de bestaande als nieuwe woningen wordt gehaald. Voor het deelgebied Stationskwartier geldt dat het eerste akoestisch onderzoek al heeft
plaatsgevonden. De belangrijkste conclusie hieruit is dat op vrijwel alle plaatsen binnen het Stationskwartier wordt voldaan aan de wettelijke normen. Daar waar dit nog niet het geval is, wordt middels de 3 eerdergenoemde maatregelmogelijkheden bekeken hoe aan de wettelijke normen kan worden voldaan. Een specifieke studie naar de geluidsituatie is mede onderwerp van de op te stellen milieueffectrapportage voor de Spoorzone. H
Fam. Roovers,
18
Liniestraat
1. 2.
Maakt bezwaar tegen de sloop van zijn woning en vraagt of dit niet anders kan en daardoor de woningen behouden kunnen worden. Van de toegezegde juridische bijstand gaan zij gebruik maken.
1
Zie antwoord bij vraag B12.
Overleg met betrokkene. Aanleg van de weg maakt onderdeel uit van de verdere uitwerking van de visie voor
2. Met de betrokken bewoners is een apart
het gebied Drie Hoefijzers. Daarvoor zal t.z.t. ook een
overleg georganiseerd om in te gaan op
bestemmingsplan opgesteld worden. In dat kader is een
de specifieke situatie. Daarnaast is een
wettelijke bezwaarprocedure van toepassing.
onafhankelijke contactpersoon benoemd om bij specifieke individuele situaties te zoeken naar een oplossing. Een verslag van deze bijeenkomst is bijgesloten. Een aantal personen heeft gebruik gemaakt I
Fam. Van Toren,
De aanleg van de Stationslaan (de woning bevindt zich
19
Vuchtstraat
in deze zone) zal van grote invloed zijn op de woonsituatie. Daarom wordt het volgende gevraagd: 1. Regelmatig en tijdig alle voor hun relevante informatie, inclusief over het verkrijgen van nadere informatie over bezwaarmogelijkheden en termijnen.
2.
J
Woonschip
Wanneer er in de planontwikkeling onvoldoende rekening gehouden wordt met hun belang, dan maken zij nu reeds bezwaar tegen de voor hun van toepassingzijnde onderdelen van het plan.
Gegeven informatie tijdens de presentaties begin maart
van de mogelijkheid advies in te winnen. Zie antwoord bij vraag B12.
Overleg met betrokkene. Aanleg van de weg maakt onderdeel uit van de verdere uitwerking van de visie voor
1
2.
het gebied Drie Hoefijzers. Daarvoor zal t.z.t. ook een Met de betrokken bewoners is een apart bestemmingsplan opgesteld worden. In dat kader is een overleg georganiseerd om in te gaan op wettelijke bezwaarprocedure van toepassing. de specifieke situatie. Daarnaast is een onafhankelijke contactpersoon benoemd om bij specifieke individuele situaties te zoeken naar een oplossing. Een verslag van deze bijeenkomst is bijgesloten. Een aantal personen heeft gebruik gemaakt van de mogelijkheid advies in te winnen. In een vervolg op de Structuurvisie zullen voor de diverse deelgebieden uitwerkingen opgesteld worden. Op grond van die uitwerkingen is dan een bestemmingsplan op te stellen. In dat kader volgt een wettelijke procedure en wordt informatie verstrekt over bezwaarmogelijkheden
20
bewoners Belcrumhaven
m.b.t. jachthaven en legalisering woonschepen was niet juist en dit wordt betreurd. 1. 1. Aangegeven werd dat beantwoording alle gestelde vragen in het verslag beantwoord worden. Mocht dit niet gebeuren, waar kunnen zij dan hun commentaar kwijt?
2.
Inpassing cultureel erfgoed wordt in zijn context bewaard of in het plangebied ingepast. Hoe wordt rekening gehouden met de historische schepen in de Belcrumhaven en behoren tot het maritiem cultureel erfgoed?. Blijven zij liggen in de Belcrumhaven of krijgen zij een andere representatieve plek?
2.
De planontwikkeling Via Breda is een langjarig traject waarin communicatie een belangrijke rol speelt. In de fase van planvoorbereiding ligt de nadruk op een goede informatieverstrekking aan en interactie tussen de direct betrokkenen, in dit geval bewoners en bedrijven. Het is voor de gemeente van het grootste belang, gezien de lange levenscyclus van het project, een duurzame verstandhouding aan te gaan met de direct betrokkenen. Daar waar het hun belangen direct raakt zullen zij als eerste en tijdig geïnformeerd worden. Dit betreft zowel de voornemens alsook de juridische mogelijkheden. Uiteraard verdient dit een regelmatig vervolg. Er zullen middelen ontwikkeld worden (informatiecentrum, website en Breda Berichten) waarlangs actuele informatie en interactie gegarandeerd is. Daarnaast zullen, indien de voorbereidingen aanleiding geven, bijeenkomsten gepland worden. Wij realiseren ons dat er daarnaast uiteraard altijd nog vragen blijven bestaan. Vragen kunnen telefonisch gesteld worden bij het programmabureau voor Via Breda van de gemeente Breda Het is de rivier de Mark en de Belcrumhaven die het deelgebied “Haverkwartier” een bijzonder karakter geeft. De combinatie met het water geeft het gebied een unieke ruimtelijke sfeer. Water, ruimte en kades zijn de kenmerkend voor het gebied. Bij de ruimtelijke- en functionele herontwikkeling worden deze kenmerken zoveel mogelijk uitgebuit, zodat een interessante samenspel van de stad en water tot stand komt. Daarbinnen moet ruimte mogelijk zijn om de bestaande en nieuwe nautische activiteiten (o.a. de jachthaven), de historische schepen en de woonschepen een goede plek in het gebied te geven. De Structuurvisie Spoorzone kan niet gezien worden als een concrete uitwerking. In de
Onderwerp van nadere uitwerking in de planvorming voor het Havenkwartier.
visie zijn de deelgebieden, waaronder het Havenkwartier, op een abstracte manier beschreven. Daarbij zijn enkele hoofduitgangspunten op stadsniveau aangegeven en worden de specifieke kenmerken benoemd. Bij de uitwerking van het deelgebied “Havenkwartier” zal concrete worden ingegaan op de ruimtelijke betekenis en het functionele gebruik van de Mark en de Belcrumhaven. 3.
In het verleden is meerdere keren gesproken over een haven met historische uitstraling met informatie over de schepen op de kade. Hoe past dit in de plannen?
4.
Handhaving bestaande woonschepen: locatie is nog steeds niet duidelijk. En hoe wordt de parkeergelegenheid voor de woonschipbewoners geregeld?
5. 6.
3.
Er zal ter nadere uitwerking van de Stuctuurvisie een watergebruiksplan worden opgesteld waarin zal worden afgewogen welke waters geschikt zijn voor welke watergebruik,door wie en onder welke condities. Daarin zal gebruik voor alle functies (wonen, recreëren, passeren, verblijven, museaal tonen) aan de orde komen. Dat plan zal in overleg met huidige watergebruikers worden opgesteld. Het plan zal vervolgens verder juridisch worden vertaald in APV-regiem en in praktijk gebracht.
4.
In de vervolgfase van de planontwikkeling, Tot nieuwe planvorming duidelijk is kunnen bestaande de concrete uitwerking van het deelgebied schepen op de huidige locatie gehandhaafd blijven. Havenkwartier, zal zeker aan de orde komen: de definitieve locatie van de woonschepen; de bereikbaarheid ervan en de parkeersituatie. Het is de bedoeling van de gemeente om alle bestaande woonboten in de Belcrumhaven te legaliseren en de bestaande woonschepen aan de Krouwelaarhaven te verplaatsen naar de Belcrumhaven. Daarbij wordt om te beginnen geregeld waar ligplaatsen zijn, wie daarvan gebruik mag maken en met welk schip. In een later stadium zal verder overleg met de bewoners van de woonschepen worden geopend over de mogelijkheden tot realisatie van eventuele voorzieningen die zij wensen, zoals nutsvoorzieningen e.d.
In hoeverre wordt er rekening gehouden met de plannen en wensen van woonschipbewoners?
5.
Zie bovenstaand antwoord.
Is het al duidelijk of er een nieuwe brug over het
6.
Bij de concrete uitwerking van het
Opstelling van een watergebruiksplan en de planvorming voor het Havenkwartier.
nieuwe deel Belcrumhaven komt en hoe hoog? Wordt er ook rekening gehouden met combinatie watersport en Breda. Graag hierover een mening.
7.
deelgebied “Havenkwartier en Markoevers” wordt hier op ingegaan. Nog niet duidelijk is of hier een brug komt. Indien bijvoorbeeld gekozen wordt de “nieuwe Belcrumhaven” een functie te geven in de waterberging is een open verbinding niet in elk geval gewenst.
Doortrekking Belcrumweg, nieuwe brug over de Mark. Wat wordt de doorvaarthoogte en –breedte. Blijft of wordt de binnenstad ook per schip bereikbaar?
7.
In het concept Structuurvisie Spoorzone wordt, op stedelijk niveau, de functionele betekenis van de ontsluitingsstructuur voor de verschillende deelgebieden van de Spoorzone beschreven en daarmee de betekenis van een verbinding over de Mark (de geplande nieuwe brug). De Structuurvisie doet, in deze planfase, geen uitspraken over de verschijningsvorm van de brug. Dit zal in de vervolgfase van de planontwikkeling zeker aan de orde komen.
8.
In overleg “verplaatsing jachthaven de Werve” is gesproken over samenvoeging met woonschepen Belcrumhaven. Geconstateerd is dat de haven onvoldoende groot is voor beiden. Hoe gaat men met dit gegeven om? 9. Volgens huidige APV hebben een paar schepen een vergunning om aan te leggen in Breda. Breda had de intentie om zich te promoten tot waterstad en wil zich op de waterkaart plaatsen. Hoe is dit te rijmen met het verbod om schepen aan te laten leggen? 10. Hoe gaat men om met bezoekende schepen; hiervoor zijn voorstellen gedaan?
8,
9 en 10: Er zal ter nadere uitwerking van de structuurvisie een watergebruiksplan worden opgesteld waarin zal worden afgewogen welke waters geschikt zijn voor welke watergebruik, door wie en onder welke condities. Daarin zal gebruik voor alle functies (wonen, recreëren, passeren, verblijven, museaal tonen) aan de orde komen. Dat plan zal in overleg met huidige watergebruikers worden opgesteld. Het plan zal vervolgens verder juridisch worden vertaald in APV-regiem en in praktijk gebracht.
11. Op welke termijn kan er gestart worden met de uitwerking van de plannen i.r.t. de Belcrumhaven en de plannen, zoals besproken met de gemeente Breda?
11. De Structuurvisie bestaat uit een zestal onderling samenhangende deelgebieden en een sterke hoofdstructuur die de gebieden verbindt en aansluit op de stad. Door de aangebrachte structuur kan ieder deelgebied afzonderlijk ontwikkeld worden zonder kwaliteitsverlies van het geheel. De realisatie van de Spoorzone zal in 20 jaar tot stand komen. Keuzes over het moment waarop deelgebieden starten (fasering) worden bepaald door private beslissingen en publieke kaders. Vooralsnog is voor het
Nadere uitwerking bij uitwerking deelgebied Markoevers en Havenkwartier.
Havenkwartier in de planning uitgegaan van de periode na 2010. 12. Worden de woonschipbewoners persoonlijk benaderd bij het veranderen van ligplaats? 13. In hoeverre wordt er rekening gehouden met de bereikbaarheid van de woonschepen bij start bouw? 14. En met de bouwoverlast voor de bewoners woonschepen?
12. Ja 13 en 14. Er zal door de gemeente een beheervisie voor het gehele gebied Spoorzone worden opgesteld. Daarin zal voor alle huidige gebruikers van het gebied, zoals woonbootbewoners, worden aangegeven hoe tijdens het transformatieproces van het gebied bereikbaarheid behouden kan blijven en overlast beheersbaar kan blijven. Grootschalige bouwactiviteiten kan overlast met zich mee brengen: geluid en trillingen, bouwverkeer, tijdelijk vervallende parkeergelegenheid en rondzwervend bouwafval. Om negatieve effecten te voorkomen, moeten in de aanloop naar de realisatie van bouwplannen nauwkeurige afspraken worden gemaakt.
15. Hoe hoog wordt er gebouwd; dit i.v.m. privacy ligplaats woonschepen?
Onderwerp van nadere uitwerking van het deelgebied 15. Bij de uitwerking van het deelgebied Havenkwartier “Havenkwartier” zal concreter worden ingegaan op de ruimtelijke betekenis (aard van de bebouwing, o.a. de bouwhoogte) in relatie tot het functionele gebruik van de Mark en de Belcrumhaven. In de Structuurvisie Spoorzone zijn de hoofduitgangspunten op stadsniveau aangegeven en zijn de specifieke kenmerken per deelgebied benoemd. Uitgangspunt is dat de ruimtelijke kwaliteit in de Spoorzone wordt gerealiseerd door een goede organisatie en aard van de openbare ruimte en bebouwing. Deze ruimtelijke kwaliteit wordt gevonden in de maat (bouwhoogte), schaal, accenten en architectuur van de bebouwing en/of de inrichting van de openbare ruimte. Accenten zijn ruimtelijke en/of programmatische verbijzonderingen die de stedelijke allure van het plangebied dienen te ondersteunen. Deze verbijzonderingen zijn
te vinden in het Euregionale centrum en op de knopen van de structuurdragers. 16. Hoe gaat de waterberging Belcrumhaven eruit zien? 17. Wie is verantwoordelijk voor de beslissing dat Breda aansluiting krijgt op het HSL-netwerk? En wie bewaakt de gestelde doelstellingen, zodat deze beantwoorden aan hetgeen wat nu besloten is?
16. De planontwikkeling voor dit deel van de Structuurvisie is nog niet in een zodanig stadium dat dit nu al bekend is. 17. Zowel de aanwijzing van Breda tot Nieuw SleutelProject/NSP als de beslissing Breda aan te sluiten op het HSL-netwerk zijn rijksbeslissingen. In dat kader toetst het Rijk ook nauwgezet de Bredase plannen die daar betrekking op hebben. Andersom zal ook de gemeente Breda nauwgezet de uitvoering van de plannen volgen om te toetsen of deze voldoen aan de gemaakte en te maken afspraken voor de realisatie van het sleutelproject en de HSL.
18. Momenteel staan er veel pasgebouwde kantoorruimtes leeg. Wordt er bij de beslissing over de concrete invulling rekening gehouden met de exacte behoefte?
18. De kantorenmarkt is bij uitstek een conjunctuur gevoelige markt. De recessie in de economie komt met name in deze sector hard aan. De leegstand die zich momenteel aandient wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door enerzijds de varkenscyclus bij nieuwbouw: door de bouwtijd ijlt het aanbod per definitie na op actuele marktomstandigheden, het terugvallen van de vraag en anderzijds door aanbod van technisch verouderde gebouwen. De ‘kantorenmarkt’ is minder gereguleerd dan bijvoorbeeld de winkel- of woningmarkt, maar ook hier voert de gemeente met alle mogelijke middelen regie. Exact afstemmen van behoefte en aanbod is onmogelijk gezien de grote fluctuaties, de diverse belangen en het
Onderwerp van op te stellen Milieueffectenrapportage.
aanzienlijke aantal betrokken spelers. De verhoudingen zijn niet zo dat de gemeente op deze markt ‘domineert’. De markt zelf zal het zichtbare overaanbod in belangrijke K
Medkid,
21
Liniestraat
1.
Is startende ondernemer en maakt bezwaar tegen de aanleg van de Stationslaan, omdat daardoor zijn bedrijf wijken.
1
mate zelf moeten oplossen. Zie antwoord bij vraag B12. Met de betrokkene is een apart overleg georganiseerd om in te gaan op de specifieke situatie. Daarnaast is een onafhankelijke contactpersoon benoemd om bij specifieke individuele situaties te zoeken naar een oplossing. Een aantal personen heeft gebruik gemaakt van de mogelijkheid advies in te winnen.
Overleg met betrokkene. Aanleg van de weg maakt onderdeel uit van de verdere uitwerking van de visie voor het gebied Drie Hoefijzers. Daarvoor zal t.z.t. ook een bestemmingsplan opgesteld worden. In dat kader is een wettelijke bezwaarprocedure van toepassing.
Ten aanzien van gevestigde bedrijven op wiens belangen of omstandigheden de ontwikkeling van Via Breda een inbreuk pleegt zal vanuit de gemeente alle mogelijke dienstverlening geboden worden om de veranderende, te continueren bedrijfsvoering zo soepel mogelijk te laten verlopen. L
Wijkraad St. Actie Comite
22
Belcrum/HBVde Belcrumpolder
1. •
•
Bereikbaarheid en ontsluiting: 1 De vermindering verkeer op de singels en • toename reizigers (openbaar vervoer) en bestemmingsverkeer Stationskwartier en de “nieuwe” bewoners en werkers zullen bijdragen aan de verkeersstroom over de Stationslaan. Ook wordt er aangegeven, dat er een forse toename zal komen over de Belcrumweg en de Noordelijke Rondweg. Hierdoor zal de “verkeersinklemming”van de Belcrum door 4 drukke wegen zich nog klemmender voltrekken dan door eerdere plannen is aangegeven. Als oplossing wordt voorgesteld: een knip in de Stationslaan, ter hoogte van het plein. Voorts vragen zij voor de Noordelijke Rondweg, ter • hoogte van de bewoning in de Belcrum, maatregelen m.b.t. lawaai en uitstoot gevaarlijke stoffen. B.v. door het verdiepen of inpakken van de weg.
In het kader van het Masterplan Centraal Breda is uitgebreid ingegaan op de verkeerstructuur voor het Stationskwartier. In dat kader is ook gekozen voor een evenwichtige verdeling van verkeer over meerdere wegen en zowel aan de noordzijde (Stationslaan) als zuidzijde (Singel) geen knip doorgevoerd.
Maatregelen m.b.t. lawaai en uitstoot gevaarlijke stoffen. Een aantal jaren geleden is voor het traject van de Noordelijke Rondweg een akoestisch onderzoek uitgevoerd, waaruit bleek dat bij een aantal woningen in de wijk Belcrum niet werd voldaan aan de geldende geluidsnormen. Om de
De specifieke milieu en veiligheidssituatie krijgt een uitwerking in de op te stellen plannen voor de deelgebieden. Daarnaast zal ten aanzien van de milieu-en veiligheidssituatie nader onderzoek onderdeel zijn van de milieueffectrapportage voor de Spoorzone die op dit moment wordt opgesteld.
geluidsbelasting op deze woningen te verminderen, zijn diverse oplossingen in beeld gebracht, waarna door de bewoners van de te zwaar belaste woningen is gekozen voor effectmaatregelen (geluidsisolatie van woningen). Deze maatregelen zijn bij recentelijk uitgevoerd groot onderhoud getroffen. Het bovenstaande neemt niet weg dat als in de toekomst op de Noordelijke Rondweg, onder andere door de geplande ontwikkelingen, een grotere verkeersdruk ontstaat er een nieuw akoestisch onderzoek wordt uitgevoerd. Mochten de resultaten van dit onderzoek aanleiding geven om aanvullende maatregelen te treffen, zullen mogelijke oplossingen (bijvoorbeeld aanleg van geluidarm asfalt, een zogenoemde groene golf, aanbrengen geluidsschermen en verdere geluidsisolatie van woningen) opnieuw in beeld worden gebracht. Hierbij kan uiteraard ook aan het verdiept aanleggen of “inpakken” van de Noordelijke Rondweg worden gedacht, maar dit moet wel in het perspectief van de ontwikkelingen en beschikbare ruimte passen. Voorafgaand aan de beantwoording van de vraag over de luchtkwaliteit moet worden opgemerkt dat fijn stof een samenraapsel is van een veelheid van stoffen en deeltjes die hieraan blijven “plakken”. Het gaat bijvoorbeeld over fijn stof als zeezout, Sahara-zand en uitstoot van de industrie in België (Antwerpen), waarmee duidelijk wordt dat zowel de landelijke overheid als
gemeente Breda maar een beperkte invloed hebben op de luchtkwaliteit voor het onderdeel fijn stof..Andere stoffen die bijdragen aan de concentratie fijn stof (PM10) zijn de uitlaatgassen van auto’s, vrachtwagens en bussen, waarbij de bijdrage van het zogenoemde zware verkeer (vrachtwagens en bussen) het grootst is. De verantwoordelijkheid ten aanzien van dit onderdeel van de luchtkwaliteit ligt bij de rijksoverheid. Door staatssecretaris Van Geel (Ministerie van VROM) wordt aangedrongen op wetgeving die moet leiden tot onder andere schonere auto’s voor heel Europa. Hieruit blijkt wel dat er steeds meer aandacht is voor de effecten van fijn stof op de gezondheid. Gezien de bijdrage van bijvoorbeeld het openbaar vervoer aan de luchtkwaliteit zijn door de gemeente Breda afspraken met de exploitant van het openbaar vervoer gemaakt. Deze komen er onder andere op neer dat reeds het grootste deel van de bussen die in Breda worden gebruikt zijn uitgerust met een goed roetfilter en dat dit voor de nabije toekomst voor al de bussen gaat gelden. Voor het onderdeel fijn stof 2,5 (PM2,5) geldt overigens dat door de landelijke overheid en andere instanties (o.a. TNO, RIVM) momenteel wordt onderzocht of er een methode is te ontwikkelen om dit fijn stof de bekijken/analyseren en of hier vervolgens grenswaarden aan te stellen zijn. Dit onderzoek is pas in een pril stadium, zodat de gemeente Breda hierop niet vooruit zal lopen.
Om de luchtkwaliteit op en nabij de Noordelijke Rondweg in beeld te brengen, is in 2003 een luchtkwaliteitsonderzoek uitgevoerd (“Luchtverontreiniging Spoorzone, kenmerk 03-5N-070-54020 d.d. 2 mei 2003). Uit dit onderzoek blijkt dat ondanks een toename van de verkeersintensiteit in 2015 de concentraties lager zijn en dat voor het traject Noordelijke Rondweg bij de wijk Belcrum geen van de in het Besluit Luchtkwaliteit genoemde grenswaarden worden overschreden. De belangrijkste reden hiervoor is dat door strengere eisen voor katalysatoren en verbetering van de brandstofinjectie de emissie van uitlaatgassen verminderd. 2.
Milieu:
2. Effecten fijn stof i.r.t. weergegeven
•
Er wordt niet gesproken over de effecten van fijn stof. Hiervan hebben zij gewag gemaakt bij de plannen Stationskwartier en geen reactie ontvangen. Hoe rijmt dit met de weergegeven doelstellngen “kwaliteitsvergroting” en “attractief wonen en verblijven”.
•
doelstellingen In zijn algemeenheid geldt dat milieu overal is. Het betreft aanleg, inrichting, toepassing en beheer van sportvelden en openbaar groen, industrie, bouwprojecten, natuurgebieden, bedrijven, energie, vergunningen, water, afval en bodem en hun onderlinge afstemming. Kortom, het gaat over de kwaliteit van de leefomgeving. Milieumaatregelen zijn niet los te zien van de ontwikkelingen in Breda en in de maatschappij. Deze maatregelen hebben meer kans van slagen als er rekening wordt gehouden met bijvoorbeeld de geplande ontwikkeling van nieuwe woonwijken, bedrijventerreinen en de verbetering van bestaande woonwijken. Het benutten van deze ontwikkelingen verbetert de kwaliteit en levert
kostenvoordeel op. Voorkomen van knelpunten door aanpak aan de bron heeft altijd de voorkeur boven het ongedaan maken van effecten. Dit principe wordt al jaren toegepast in Breda. In de Milieuvisie Breda 2015 zijn naast de algemene doelstellingen van Breda voor de verschillende milieuthema’s de ambities verwoord. Uit deze ambities blijkt dat het streven is om het leefmilieu in Breda niet te laten verslechteren, maar juist beter te maken. Voorbeelden hiervan zijn: - Door afscherming en zonering in het te ontwikkelen gebied zullen de optredende geluidsniveaus ten gevolge van het rail- en wegverkeer aanvaardbaar blijven. Voor de bestaande wijken geldt dat de verwachting is dat de optredende geluidsniveaus zullen afnemen door de afschermende werking van de nieuwbouw. - Door verplaatsing van bedrijven neemt de geurhinder op termijn af. - Vanwege de planontwikkeling ontstaat een kans om langs de rivier ‘de Mark’ de Ecologische Hoofdstructuur te verbeteren en zelfs uit te breiden. Tevens komt door de planontwikkeling meer groen op loopafstand beschikbaar. Specifiek voor de luchtkwaliteit geldt dat in het eerdergenoemde luchtkwaliteitsonderzoek de luchtkwaliteit voor het jaar 2000 en 2015 in beeld is gebracht. De belangrijkste conclusie uit dit onderzoek is dat, ondanks een toename van de verkeersintensiteit in 2015, de concentraties lager zijn en dat daarmee de overschrijdingen van de grenswaarden minder voorkomen dan in 2000. Verder zal
door het aanleggen van nieuwe infrastructuur het sluipverkeer door onder andere de wijk Belcrum afnemen, waardoor er in de woonstraten minder uitstoot van uitlaatgassen is. Ook dit draagt bij aan een verbetering van de luchtkwaliteit. Kortom volgens de gemeente treedt er door de planontwikkeling geen verslechtering maar op termijn juist een verbetering van het leefmilieu binnen zowel het te ontwikkelen gebied als de bestaande wijken •
En wat wordt er gedaan aan het ontstaan van fijn stof tijdens de bouwwerkzaamheden en het gecombineerde effect van bouwen en verkeer in bepaalde fases van ontwikkeling?
•
op. Maatregelen m.b.t. fijn stof tijdens bouwwerkzaamheden Zoals reeds eerder is opgemerkt, is fijn stof een samenraapsel van een veelheid van stoffen en deeltjes die hieraan blijven “plakken”. Fijn stof dat ontstaat tijdens de toekomstige bouwwerkzaamheden zal hier zeker een onderdeel van uit gaan maken, maar onduidelijk is over welk percentage het dan gaat en hoe dit moet worden berekend/geanalyseerd. Vooralsnog wordt ervan uit gegaan dat de bijdrage van fijn stof van bouwwerkzaamheden aan de totale concentratie minimaal zal zijn, aangezien bij bouwwerkzaamheden het veelal gaat om grover stof.
3. •
Bouwhoogte: Spreken de eis uit, dat de bouwhoogte van Havenkwartier, Markoevers en Liniepark in overeenstemming zijn met de bouwhoogte Belcrum. Dit om eilandvorming van Belcrum tegen te gaan. Immers bij hoge gebouwen komt de vrij kleine wijk in een dal te liggen en hier kan dan gemakkelijk luchtvervuiling gaan hangen.
4.
De ambitie en het programma zijn in verhouding gebracht tot de ruimtelijke en functionele mogelijkheden van het gebied. In de visie is getracht de bebouwing van de verschillende deelgebieden, die grenzen aan de Belcrum en de Spoorbuurt, zorgvuldig aan te laten sluiten. Dit gebeurt door aan te sluiten op de aanwezige morfologie en functie van de bestaande gebieden. Op een aantal markante punten in het plan is het wenselijk accenten te realiseren. Met betrekking tot de
architectuur krijgt het gebied een eigen vormentaal. Een vormtaal die past binnen de stedelijke context van Breda en geen afbreuk doet aan de direct omliggende stadsdelen. Het zal duidelijk zijn dat het voorliggende plan een verbeelding is van de ambitie. De concrete uitwerking van de architectuur moet nog plaatsvinden.
M 23
Fam. Janssens, Vuchtstraat
4. •
Veiligheid: Vragen om nu al onderwerpen als criminaliteit en sociale veiligheid, politieposten, duidelijkheid over gevaarlijke stoffen over het spoor, beveiliging tegen terrorisme en rampenplannen bij diverse scenario’s uit te werken en hiermee niet te wachten tot verderop in de tijd.
4.
Voor beantwoording wordt verwezen naar het antwoord bij punt 5, St. Buurtbeheer Chassé-Oud Boeimeer.
1.
Tekenen bezwaar aan tegen de verlenging van de 1. nog aan te leggen Stationslaan naar de Doornboslaan (zoals beschreven in deel B, 3.3 en 3.5). Een ingrijpende verandering van het karakter van hun woonomgeving. Hierdoor ontstaat er meer verkeers- en geluidsoverlast en minder veiligheid en de kans dat er meer ongewenste figuren in de wijk gaan rondhangen.
De stedelijke ontwikkeling van de Spoorzone maakt aanleg van een nieuwe verbindingsweg tussen de Terheijdenseweg en de Doornboslaan noodzakelijk. Na afweging van verkeerskundige, milieuhygiënische, ruimtelijke, maatschappelijke en financiële aspecten is het tracé van deze weg bepaald zoals opgenomen in de Structuurvisie Via Breda. Dit tracé volgt voor een belangrijk gedeelte de huidige Liniestraat die daardoor zal transformeren naar een stadslaan met een veel breder profiel. In dit profiel is een belangrijk deel van de ruimte bestemd voor brede groene bermen die plaats bieden aan bomenrijen. Daarmee wordt het laankarakter nagestreefd dat kenmerkend is voor de groene lanen van Breda. In dit profiel kan de verkeersfunctie zodanig worden opgenomen dat het laankarakter overheerst en er een aangename groene ader wordt gevormd voor fietsers en voetgangers. Deze weg ontlast het Liniekwartier van doorgaand verkeer door de wijk zodat het woongebied rustiger en
Aanleg van de weg maakt onderdeel uit van de verdere uitwerking van de visie voor het deelgebied Drie Hoefijzers. Daarvoor zal terzijnertijd ook een bestemmingsplan opgesteld worden. In dat kader is ook een wettelijke bezwaarprocedure van toepassing.
veiliger wordt. 2.
N
Fam. Cornelissen, Vuchtstraat
Tijdens de bouw zullen er sloopwerkzaamheden zijn, wegenbouwverkeer en moeilijke bereikbaarheid. Wat wordt hieraan gedaan?
2.
3.
Wat betekent dit al voor de bouwkundige staat van de huizen? Verwachten van de gemeente een gedegen onderzoek voor en na de werkzaamheden.
3.
1.
Spreken hun verbazing uit over de redelijk gedetailleerde plannen m.b.t. 3-Hoefijzers en Doornbos-Linie. Hebben vorig jaar nog navraag gedaan bij de gemeente over de invulling van het bedrijventerrein van de brouwerij.
1.
2.
Is woonachting in het zuidelijke deel van de Vuchtstraat. In de plannen is dit gebied aangegeven als grijs vlak. Het bevreemdt hen dat,
2.
24
Bouwactiviteiten kunnen overlast met zich mee brengen: geluid en trillingen, bouwverkeer, tijdelijk vervallende parkeergelegenheid en rondzwervend bouwafval. Om negatieve effecten te voorkomen, moeten in de aanloop naar de realisatie van bouwplannen nauwkeurige afspraken worden gemaakt. Vooruitlopend op de transformatiefase wordt een zogenaamd beheerpakket uitgewerkt. Hiermee wordt beoogd zoveel mogelijk overlast te voorkomen en wanneer toch noodzakelijk aanvullende maatregelen te kunnen treffen. De zorg voor een goede bereikbaarheid ook tijdens de bouw maakt hier onderdeel van uit Mogelijke schade aan eigen woningen, en onderzoek daar naar, is een onderwerp voor de bouwfase. Vooruitlopend hierop geldt als uitgangspunt de overlast zo veel mogelijk te beperken. De invulling van het ontwikkelingsgebied Liniepark is verbeeld in deel B van de Structuurvisie. Deze beelden moeten niet gelezen worden als een concreet stedenbouwkundig plan maar als een illustratie van de programmatische en stedenbouwkundige uitgangspunten die de gemeente aan de ontwikkeling van gebieden in de Spoorzone stelt. Pas als de ontwikkeling van een gebied feitelijk aan de orde is, worden concrete verkavelingspannen, bouwplannen en inrichtingsplannen voor de openbare ruimte uitgewerkt. De nu opgenomen beelden zijn is eerst in deze conceptStructuurvisie naar buiten gebracht. Wel is in 2002 het Programma van doelen voor de Spoorzone vastgesteld waarin de transformatie van de industriezones rond het spoor naar een gebied voor wonen, werken en voorzieningen is opgenomen. De Structuurvisie gaat vooral in op de industriegebieden waarvan verwacht wordt dat deze de komende 20 jaar vrijkomen.
Uitwerking van een beheerpakket voor de transformatieperiode.
Aandachtspunt tijdens bouwfase.
omdat het al langer bekend is dat de brouwerij vertrekt, voor dit gedeelte geen plannen zijn en wel voor gedeelten uit het plan, waar nog bedrijven zitten en waar nog geen duidelijkheid is wanneer zij vrijkomen er al wel een plan is opgesteld.
Daarnaast is gekeken welke woningbouwlocaties noodzakelijk zijn voor de realisatie van de hoofdstructuur. Voor het zuidelijk deel van de Vuchtstraat is er geen noodzaak deze op te nemen in de plannen.
Aandachtspunt tijdens de bouwfase. Onderwerp van de op te stellen milieueffectrapportage.
3.
Verwacht dat de oude woningen bouwkundig niet bestand zijn tegen de gevolgen van de drukke ontsluitingsweg naar de Doornboslaan (geluid, trillingen, luchtvervuiling, etc).
3.
Mogelijke schade aan eigen woningen, en onderzoek daar naar, is een onderwerp voor de bouwfase. Vooruitlopend hierop Onderwerp van de op te stellen milieueffectrapportage en geldt als uitgangspunt de overlast zo veel de uitwerking van het deelgebied Drie Hoefijzers. mogelijk te beperken. Wat betreft de effecten van de Stationslaan als nieuwe wijkontsluitingsweg tussen Terheijdenseweg en Doornboslaan geldt het volgende. Door afscherming en zonering in het te ontwikkelen gebied zullen de optredende geluidsniveaus ten gevolge van het rail- en wegverkeer aanvaardbaar blijven. Voor de bestaande wijken geldt dat de verwachting is dat de optredende geluidsniveaus zullen afnemen door de afschermende werking van de nieuwbouw. Specifiek voor de luchtkwaliteit geldt dat in het eerdergenoemde luchtkwaliteitonderzoek de luchtkwaliteit voor het jaar 2000 en 2015 in beeld is gebracht. De belangrijkste conclusie uit dit onderzoek is dat, ondanks een toename van de verkeersintensiteit in 2015, de concentraties lager zijn en dat daarmee de overschrijdingen van de grenswaarden minder voorkomen dan in 2000. Verder zal door het aanleggen van nieuwe infrastructuur het sluipverkeer door bestaande wijken afnemen, waardoor er in de woonstraten minder uitstoot van uitlaatgassen is. Ook dit draagt bij aan een verbetering van de luchtkwaliteit. De specifieke milieusituatie krijgt een uitwerking in de op te stellen plannen voor de deelgebieden. Daarnaast zal ten aanzien van de milieusituatie nader onderzoek onderdeel zijn van de milieueffectrapportage voor de Spoorzone die op dit moment wordt opgesteld.
4.
Het woonplezier (nu een rustig kindvriendelijke doodlopende straat) zal door de nieuwe
4.
De stedelijke ontwikkeling van de Spoorzone maakt aanleg van een nieuwe
ontwikkelingen ten zeerste worden geschaad.
5.
Wat doet de gemeente aan het verbeteren van het leefklimaat bij doorzetting plannen? Geluidswallen en andere voorzieningen m.b.t. de bestrijding van de overlast worden nergens genoemd.
verbindingsweg tussen de Terheijdenseweg en de Doornboslaan noodzakelijk. Na afweging van verkeerskundige, milieuhygiënische, ruimtelijke, maatschappelijke en financiële aspecten is het tracé van deze weg bepaald zoals opgenomen in de Structuurvisie Via Breda. Dit tracé volgt voor een belangrijk gedeelte de huidige Liniestraat die daardoor zal transformeren naar een stadslaan met een veel breder profiel. In dit profiel is een belangrijk deel van de ruimte bestemd voor brede groene bermen die plaats bieden aan bomenrijen. Daarmee wordt het laankarakter nagestreefd dat kenmerkend is voor de groene lanen van Breda. In dit profiel kan de verkeersfunctie zodanig worden opgenomen dat het laankarakter overheerst en er een aangename groene ader wordt gevormd voor fietsers en voetgangers. Deze weg ontlast het Liniekwartier van doorgaand verkeer door de wijk zodat het woongebied rustiger en veiliger wordt. In de uitwerking van het ontwerp van zowel de Stationslaan als de locatie Drie Hoefijzers zal een goede inpassing uitgewerkt moeten worden. De gegevens van het op te stellen milieueffectrapportage/MER -rapport vormen hiervoor de basis. 5. Maatregelen voor verbetering van het leefklimaat. In de Structuurvisie Spoorzone 2025, Via Breda worden geen concrete (milieu)maatregelen genoemd, omdat de getekende invullingen stedenbouwkundige schetsen zijn en geen concrete stedenbouwkundige plannen. Om te komen tot een verbetering van het leefklimaat zijn zeer diverse oplossingen mogelijk, die telkens aan het begin van het planproces van de verschillende deelgebieden in beeld worden gebracht. In zijn algemeenheid geldt dat milieu overal
is. Het betreft aanleg, inrichting, toepassing en beheer van sportvelden en openbaar groen, industrie, bouwprojecten, natuurgebieden, bedrijven, energie, vergunningen, water, afval en bodem en hun onderlinge afstemming. Kortom, het gaat over de kwaliteit van de leefomgeving. Milieumaatregelen zijn niet los te zien van de ontwikkelingen in Breda en in de maatschappij. Deze maatregelen hebben meer kans van slagen als er rekening wordt gehouden met bijvoorbeeld de geplande ontwikkeling van nieuwe woonwijken, bedrijventerreinen en de verbetering van bestaande woonwijken. Het benutten van deze ontwikkelingen verbetert de kwaliteit en levert kostenvoordeel op. Voorkomen van knelpunten door aanpak aan de bron heeft altijd de voorkeur boven het ongedaan maken van effecten. Dit principe wordt al jaren toegepast in Breda. In de Milieuvisie Breda 2015 zijn naast de algemene doelstellingen van Breda voor de verschillende milieuthema’s de ambities verwoord. Uit deze ambities blijkt dat het streven is om het leefmilieu in Breda niet te laten verslechteren, maar juist beter te maken. Ook in het kader van de op te stellen MER zal hier nader aandacht aan worden besteed. 6.
Is het vertrouwen in de informatieverschaffing van de gemeente enigszins kwijt. Wil op korte termijn weten wat er met hen, woningen, leefomgeving daadwerkelijk gaat gebeuren. Mocht dit nu niet kunnen, dan graag versnelling om dit mogelijk te maken.
6 en 8. Wij realiseren ons dat de huidige fase zich nog op een abstract niveau bevindt. Grote projecten beginnen namelijk met visies die slechts hoofdlijnen aangeven, een gewenste richting. Pas na vaststelling van deze Structuurvisie kunnen
op termijn de details, de daadwerkelijke invulling worden uitgewerkt. We praten dan over bestemmingsplannen e.d. In deze fase kan iedereen tijdens een officieel inspraaktraject zijn of haar mening nog geven. De vertaling van Structuurvisie naar bestemmingsplan vergt zorgvuldigheid en, zeker in een project van deze omvang, tijd. Uiteraard geldt dat elke stap die hier genomen wordt zorgvuldig gecommuniceerd zal worden met de direct betrokkenen zodat zij ook als eerste op de hoogte worden gesteld van voornemens, procedures en duidelijkheid over hun situatie.
O 25
Fam. Diezi, Liniestraat
7.
Wil zo gauw mogelijk uit de onzekerheid gehaald 7. worden en vraagt aan de gemeente welke wegen er bewandeld moeten worden om hieruit te komen.
8.
Het algemeen nut mag er niet toe leiden dat het individu vergeten wordt. Is tegen de aanleg van de nieuw aan te leggen Stationslaan. De Liniestraat verandert van een secundaire naar een hoofdweg met de gepaard gaande consequenties (lawaai, overlast, minder aantrekkelijke woonomgeving en waardedaling van het huis).
1.
8. 1.
Voor het deelgebied Drie Hoefijzers zal op korte termijn op basis van de hoofdlijnen een deeluitwerking gemaakt worden. Met de vertaling van de uitwerking naar een bestemmingsplan ontstaat zekerheid over de toekomstige invulling van dit deel van de Spoorzone. Zie antwoord hierboven bij 6. De stedelijke ontwikkeling van de Spoorzone maakt aanleg van een nieuwe verbindingsweg tussen de Terheijdenseweg en de Doornboslaan noodzakelijk. Na afweging van verkeerskundige, milieuhygiënische, ruimtelijke, maatschappelijke en financiële aspecten is het tracé van deze weg bepaald zoals opgenomen in de Structuurvisie Via Breda. Dit tracé volgt voor een belangrijk gedeelte de huidige Liniestraat die daardoor zal transformeren naar een stadslaan met een veel breder profiel. In dit profiel is een belangrijk deel van de ruimte bestemd voor brede groene bermen die plaats bieden aan bomenrijen.
P
Huurdersbelangencommissie HBC,
26
Vuchtstraat. De heer Engelhart, namens 48 woningen
1.
Tekenen bezwaar aan tegen de ontsluitingsweg, 1. variant 1. Van de 4 opties vinden zij dit de meest ongunstigste. Deze variant levert veel verkeerslawaai op. Maar wat vooral bezwarend is, is de stank en gif van de uitlaatgassen. Om dit te verhelpen zou er een aanpassing van de gevel moeten plaatsvinden. Hierdoor kun je niet meer alles tegen elkaar openzetten. Wanneer deze variant toch wordt uitgevoerd, verzoeken zij gelijkwaardige vervangende woningen met verhuiskostenvergoeding en sloop van de flat. Ook tegen variant 2 maken zij bezwaar. Tegen variant 0 en 3 maken zij geen bezwaar.
Q
Singelveste/
Zijn enthousiast over de ambities, verwoord in de
27
Laurentius
structuurvisie en spreken hun complimenten uit voor de
Daarmee wordt het laankarakter nagestreefd dat kenmerkend is voor de groene lanen van Breda. In dit profiel kan de verkeersfunctie zodanig worden opgenomen dat het laankarakter overheerst en er een aangename groene ader wordt gevormd voor fietsers en voetgangers. Deze weg ontlast het Liniekwartier van doorgaand verkeer door de wijk zodat het woongebied rustiger en veiliger wordt. De stedelijke ontwikkeling van de Spoorzone maakt aanleg van een nieuwe verbindingsweg tussen de Terheijdenseweg en de Doornboslaan noodzakelijk. Na afweging van verkeerskundige, milieuhygiënische, ruimtelijke, maatschappelijke en financiële aspecten is het tracé van deze weg bepaald zoals opgenomen in de structuurvisie Via Breda. Dit tracé volgt voor een belangrijk gedeelte de huidige Liniestraat die daardoor zal transformeren naar een stadslaan met een veel breder profiel. In dit profiel is een belangrijk deel van de ruimte bestemd voor brede groene bermen die plaats bieden aan bomenrijen. Daarmee wordt het laankarakter nagestreefd dat kenmerkend is voor de groene lanen van Breda. In dit profiel kan de verkeersfunctie zodanig worden opgenomen dat het laankarakter overheerst en er een aangename groene ader wordt gevormd voor fietsers en voetgangers. Deze weg ontlast het Liniekwartier van doorgaand verkeer door de wijk zodat het woongebied rustiger en veiliger wordt.
duidelijke verwoording en de procesmatige aanpak. Er zijn nog vele open einden, zoals b.v. de daadwerkelijke haalbaarheid, de kwaliteit van de ontsluiting van het gebied, de fasering en het vastgoedprogramma. 1. In de door de gemeenteraad vastgestelde uitgangspunten voor de locatie Euretco is aangegeven dat op deze locatie een combinatie
1. De combinatie van wonen, werken en
Stedenbouwkundige uitwerking Liniepark en aanpak
voorzieningen voor Liniepark komt voort
woongebieden Linie nader uit te werken in samenhang met
uit het in 2002 opgestelde Programma van
de planvorming in het kader van het project Samenwerken
van wonen, werken en voorzieningen wordt voorgestaan. Dit wordt niet teruggevonden in de concept-structuurvisie. Hierin wordt aangegeven, dat de concrete invulling mede wordt bepaald op basis van de ontwikkelingsstudie, die wordt opgesteld voor Doornbos-Linie en op 27 maart wordt gepresenteerd aan het publiek. In de Stuurgroep Samenwerken aan Leefbaarheid is echter afgesproken, dat er nog een nadere discussie over programma en fasering van Westelijk Linie, waartoe locatie Euretco behoort, gevoerd gaat worden. Zij verzoeken rekening te houden met hun visie in de definitieve versie van Via Breda.
doelen voor de Spoorzone. Binnen de
aan leefbaarheid.
Structuurvisie Spoorzone heeft een afweging plaatsgevonden waar de verschillende functies het best geplaatst kunnen worden. Daarbij zijn vooral het Stationskwartier en in mindere mate de deelgebieden Markoevers, Zoete Inval, Drie Hoefijzers en Havenkwartier aangewezen als locaties voor werken. Voor Liniepark geldt dat vanwege een goede aansluiting op Linie en Breda Noord-Oost gekozen is voor een programma van wonen en (zorg)voorzieningen. In de definitieve versie van de Structuurvisie is aangegeven dat de stedenbouwkundige uitwerking in nauwe samenhang met de verdiepingsslag voor het deelgebied Linie zal worden uitgewerkt. Gelet op deze samenhang heeft het aangegeven programma, anders dan in de conceptStructuurvisie, uitsluitend betrekking op de te transformeren bedrijfsterreinen. Wat betreft de aanpak van de woongebieden in Linie zijn de plannen in het kader van Samenwerken aan Leefbaarheid leidend.
R 28
Kamer van Koophandel West-Brabant
In het algemeen wordt de structuurvisie een gedegen en aantrekkelijk plan gevonden, waarvoor de complimenten. De toetsing van de visie aan de brochure “de 10 sporen naar een beter stationsbeleid” levert de volgende kanttekeningen op: 1. Benut de economische potenties: hieraan voldoet de visie 2. Los de huidige knelpunten op: Het gebied bereikbaar maken voor openbaar vervoer is, in de breedste zin des woords, goed. De ingetekende auto-infrastructuur lijkt voldoende, maar de planning ervan is niet adequaat. Om het bedrijfsleven zich te laten vestigen is een goede
1
Ter kennisname
2.
Een continue goede bereikbaarheid van Op te nemen in de Bereikbaarheidsvisie Via Breda. het gebied zowel tijdens de bouwperiode als na afronding daarvan is van groot belang voor de realisatie van de ambities. Bij de uitwerking van de diverse deelgebieden zal op dit aspect een continu
zichtbare bereikbaarheid nodig. Dit impliceert een in een vroeg stadium realisatie van de infrastructuur en niet pas halverwege de planperiode. Bereikbaarheid betekent ook voldoende parkeerplaatsen voor gebruikers shuttles en voor werkers in het gebied. Het is niet duidelijk of hieraan voldaan wordt.
3.
Gebruik de ruimte zo intensief mogelijk: de visie geeft een goede mix van compactheid en ruimtelijkheid.
monitoren en sturen plaats moeten vinden. De basis hiervoor wordt uitgewerkt in een Uitwerking per deelgebied op basis van algemeen zogenaamde Bereikbaarheidsvisie die parkeerbeleid. voor Via Breda wordt opgesteld. Wat betreft de parkeersituatie geldt dat voor het Stationskwartier en de OV-Terminal de uitgangspunten zoals vastgelegd in het Masterplan Centraal Breda (2003) leidraad zijn. Voor de overige deelgebieden geldt dat het recent door gemeenteraad vastgestelde beleid voor parkeren van toepassing is. Minimumparkeernormen per functie zijn hierin uitgangspunt. 3.
Met de Spoorzone wordt een nieuw stadsmilieu in Breda gecreëerd. Dit Opzetten van een actieve acquisitie. stadsmilieu is een aanvulling op de bestaande stad. Binnenstad en de Spoorzone vormen tezamen een nieuwe twee-eenheid. In de Spoorzone wordt zowel een evenwichtige mix van wonen, werken en voorzieningen als een internationaal vestigingsklimaat nagestreefd. Uitgangspunt daarbij is een compacte stedelijke ontwikkeling door intensief ruimtegebruik. De keuze voor intensief ruimtegebruik draagt bij tot de beheersing van de mobiliteit. Voor het ruimtelijk beeld van de Spoorzone geldt compact, maar geleed. Hiermee wordt aangegeven dat een zuinig ruimtegebruik wordt nagestreefd, maar dat hierin een goed functionele geleding essentieel is. Een geleding van de Spoorzone wordt bepaald door de Mark(zone), de Belcrumhaven, de ontsluitingen en het spoor. Intensivering, functiemenging en flexibiliteit bepalen voor een groot deel het ruimtelijk functioneren en het beeld van de Spoorzone. Intensivering en functiemenging door het concentreren van functies, hoge dichtheden en waar gewenst is, dubbel grondgebruik. Doel is ruimtebesparing met als gevolg het ontstaan van een stedelijk milieu / sfeer en het vergroten van de levendigheid. Flexibiliteit bereikt men door het realiseren van een sterke structuur die de veranderingen, in tijd en inzicht, kan opnemen.
4.
Investeer als overheid zelf: overheidsinvesteringen 4. kunnen als katalysator werken op ontwikkeling gebied. De structuurvisie geeft ruimte, vereist echter wel een actief acquisitiebeleid.
Overheidsinvesteringen zijn vaak de katalysator in omvangrijke stedelijke transformaties. Dit behoort ook voor Via Breda tot de mogelijkheden. Met diverse partners worden gesprekken gevoerd om te kijken of en in welke vorm dit concreet gestalte kan krijgen. In het kader van Via Breda wordt gewerkt aan een actief acquisitietraject.
5.
5. Zorg voor een veilig stationsgebied: de mix van activiteiten en de brede en lichte tunnel met voorzieningen aan beide zijden zal sociale veiligheid bevorderen. Een verwezenlijking van de plannen zal de veiligheid stationsgebied vergroten.
Wat betreft de veiligheid van het stationsgebied en zijn omgeving zijn de laatste jaren belangrijke verbeteringen bereikt met het VAST (Valkenberg-Station) project. Met een gecoördineerde aanpak door de verschillende betrokken partners kan snel ingespeeld worden op situaties die zich aandienen. Een blijvende aandacht voor veiligheid, tijdens het ontwerp, de bouw en het beheer dient de garanties te geven voor een verdere verbetering van veiligheid in de toekomst.
6.
Ontwikkel een evenwichtige mix van functies: de structuurvisie onderschrijft deze aanbeveling. De omvang van functies wordt bepaald door marktpotenties en afstemming in regionaal verband.
6.
zie beantwoording 28.3
7.
Realiseer de benodigde infrastructuur tijdig: nogmaals een dringend pleidooi om de aanleg van de benodigde ontsluitingswegen in het begin van de planperiode te verwezenlijken.
7.
Zie 28.2
8.
Overleg met investeerders/gebruikers over parkeren: de structuurvisie ontbeert een kwantificering van het aantal parkeerplaatsen. Daarom een oproep om geen rigide en van tevoren vastgestelde normen te hanteren. Flexibel omgaan met planning en plannen: wordt omschreven in de structuurvisie. Dit wil niet zeggen dat alles mogelijk moet zijn. Potentiele investeerders moeten voldoende zekerheid hebben m.b.t hun bedrijfseconomische overwegingen en moeten erop kunnen rekenen
8.
Het recent vastgestelde parkeerbeleid gaat uit van minimumparkeernormen. Daarmee ontstaat meer vrijheid voor individuele investeerders/gebruikers om in te spelen op de specifieke wensen van toekomstige gebruikers. De Structuurvisie Spoorzone beoogt een aantal hoofdlijnen voor de toekomstige transformatie voor de Bredase Spoorzone als beleidskader vast te leggen. Hiermee wordt het de basis voor zowel potentiële investeerders als de overheid in de
•
Installatie van de Programmaorganisatie voor waarborging
•
•
9.
dat de kwaliteit van de uitvoering van de plannen steeds op een kwalitatief hoog niveau blijft. Ook vindt de kamer dat de vormgeving van de regie van essentieel belang wordt beschouwd, gezien de lange planperiode. Maak gebruik van de ervaringen van andere steden. Het inschakelen van externe deskundigheid moet beslist als een alternatief in ogenschouw worden genomen. In de structuurvisie is daaraan nog te weinig aandacht gegeven. Een risicoanalyse wordt gemist voor zowel de financiële als de juridische risico’s. Gevraagd wordt om hieraan zo spoedig mogelijk een invulling aan te geven
Voor elk wat wils: hoewel het creëren van schaarste aan kantoren om de Spoorzone niet afgewezen wordt, zal er ook oog moeten blijven bestaan voor een gedifferentieerd aanbod in de stad.
realisatie van de ambitie voor Via Breda. Concreet is hieruit een realistisch programma voor wonen, werken, zorg en cultuur bepaald. In ruimtelijk opzicht is een hoofdstructuur en een zestal samenhangende deelgebieden benoemd die de afzonderlijke plandelen vormen die in een vervolg op deze structuurvisie een eigen uitwerking kunnen krijgen. De hoofdstructuur zorgt voor de verbindingen met de bestaande stad, bereikbaarheid, ruimte voor groen en openbare ruimte in het gebied en moet zich ontwikkelen tot de sterke drager waarbinnen de deelgebieden een eigen gezicht krijgen. Tot slot is een aantal realisatieaspecten benoemd. Gelet op de omvang van het programma binnen de stad is duidelijk dat het om een langdurige ontwikkeling gaat waarvoor minimaal 20 jaar dient te worden uitgetrokken. Samenwerking met marktpartijen zal een belangrijke basis zijn voor de uitwerking van de plannen. De in de Structuurvisie opgenomen planning biedt hiervoor de basis. Daarbij is tevens een instrumentarium benoemd dat de gemeente in staat moet stellen de regie in deze periode aan zich te houden. Voor continuïteit in de realisatie van het programma en een zorgvuldige bewaking van doelen en risico’s is inmiddels een programmaorganisatie Via Breda ingesteld. 9.
De realisatie van de ambities van Via Breda kent een sterke verwevenheid met de stedelijke planning van Breda en haar regio. In dat kader is de opstelling van de Structuurvisie Breda voor het gehele gemeentelijke grondgebied van belang. Deze Structuurvisie vormt de schakel tussen de planning van de stad en de realisatie van Via Breda. Binnen Spoorzone bv NSP Centraal Breda spelen economische argumenten ook in de communicatie een rol. (Criteria rijk voor NSP is ruimtelijk en economisch gericht). Zie ook opmerkingen bij 28.4 wat betreft opstellen axquisitieplan
en monitoring van de lange-termijn doelstelling.
Opstelling van de Structuurvisie Breda.
S
Fam. Waas,
29
Vuchtstraat
10. Richt de communicatie over de Spoorzone niet alleen op het ruimtelijke aspect, maar vooral op het economische aspect.
10. Voor de uitleg van het plan in dit stadium en naar de burgers toe is het ruimtelijk aspect het meest aansprekend. In een later stadium en naar andere gesprekspartners toe kan het accent verschuiven. Het ruimtelijke aspect moet echter in dit stadium als eerste besproken worden omdat dit de lat legt voor de kwaliteit en ambitie en daarmee de uitgangspositie bepaalt.
1. Wil tegemoetkoming voor de verwachtte overlast
1
Het deel van de Vuchtstraat gelegen tussen
door de veranderingen in de wijk, c.q. straat. Hun
Liniestraat en spoorlijn maakt onderdeel
woning blijft gehandhaafd
uit van het gebied van de Spoorzone. In de concept-Structuurvisie was de straat niet als te herontwikkelen gebied aangeduid. Naar aanleiding van de consultatieavonden heeft nader overleg plaatsgevonden met de bewoners van de Vuchtstraat nr. 50 tot en met 70 (oostzijde tussen spoor en Liniestraat). Een aantal bewoners heeft daarbij verzocht te onderzoeken of dit deel van de Vuchtstraat niet meegenomen kon worden in de herontwikkeling van de Spoorzone. Mede gelet op de ontwikkelingen voor Linie die in het kader van het project Samenwerken aan leefbaarheid voorzien waren. Andere bewoners hebben aangegeven graag te willen blijven wonen in de Vuchtstraat. Een aantal bewoners maken zich daarbij wel zorgen over de leefkwaliteit als gevolg van de nieuwbouwontwikkeling en de realisatie van de Stationslaan en de kwaliteit van de eigen woning. Gelet op deze feiten is door de gemeente actief onderzoek verricht naar de herontwikkelingsmogelijkheden van dit deel van de Vuchtstraat. Daarbij is overleg gevoerd met
woningbouwcorporatie Singelveste als eigenaar van de woningen aan de overzijde van de straat en Interbrew met ontwikkelaar AM als eigenaar/beoogd eigenaar van de achter de woning gelegen terreinen. Gezien de ontstane onzekere situatie is een onafhankelijke contactpersoon benoemd om bewoners bij te adviseren bij specifieke individuele vragen of situaties. Naar aanleiding hiervan is door de contactpersoon met bewoners gezocht naar oplossingen. Dit heeft er toe geleidt dat in een tweetal acute gevallen corporatie Singelveste bereid is geweest woningen aan te kopen. Met de bewoners is een aantal malen overleg gevoerd. Het onderzoek naar de mogelijke herontwikkeling is afgerond. Daaruit is geen . concrete herontwikkelingsmogelijkheid op korte termijn naar voren gekomen. Gelet op
Overlast tijdens de bouw is aandachtspunt in de
de beoogde ligging van de Stationslaan en
voorbereiding van de bouwfase.
de her te ontwikkelen terreinen van Interbrew is bovendien duidelijk dat een zorgvuldige inpassing van de Vuchtstraat mogelijk is. Daarbij is tevens duidelijk geworden dat er vanuit de ontwikkelingen voor de Spoorzone (aanleg van de Stationslaan) geen noodzaak is deze hoek mee te nemen. Op grond hiervan is de locatie niet opgenomen als herontwikkelingslocatie.
1, 2 en 3. In een vervolg op de 2.
Geluidsisolatie bestaande uit dubbelglas (HR) en evt. muurisolatie
Structuurvisie zullen voor de diverse
3.
Onkostenvergoeding voor het laten uitvoeren van een bouwkundigonderzoek en vrijblijvende waardebepaling van de woning ervoor en erna. Een vergoeding voor de overlast door de veranderingen
worden. Dan ook wordt onderzocht welke
deelgebieden uitwerkingen opgesteld maatregelen genomen moeten worden om
Milieusituaties (geluid) worden onderzocht in het kader van
eventuele overlast te voorkomen. Op grond
de op te stellen milieueffectrapportage.
van die uitwerkingen is dan een bestemmingsplan op te stellen. In dat kader volgt een wettelijke procedure. In het kader van de Wet op de Ruimtelijke Ordening zijn wettelijke schaderegelingen aan de orde. Mogelijke schade door de bouw aan eigen woningen is een onderwerp voor de bouwfase. In deze fase zal de overlast zo veel mogelijk worden beperkt. Vragen met betrekking tot de overlast en bereikbaarheid tijdens de bouw zullen in deze bouwfase beantwoord worden.
4. T
Ine Mangelaars,
30
Vuchtstraat
1.
Wil graag een gesprek om de onduidelijkheden m.b.t. de toekomst door te nemen. Maakt bezwaar tegen de aanleg van de stationslaan. Het is voor haar niet goed in te schatten hoe hoog de geluids- en vergifintensiteit bij aanleg nieuwe weg en uitbreiding bus- en treinverbindingen gaat betekenen.
4. Bewoners zijn uitgenodigd voor een gesprek. 1. De stedelijke ontwikkeling van de Spoorzone
Aanleg van de weg maakt onderdeel uit van de verdere
maakt aanleg van een nieuwe verbindingsweg
uitwerking van de visie voor het gebied Drie Hoefijzers.
tussen de Terheijdenseweg en de
Daarvoor zal t.z.t. ook een bestemmingsplan opgesteld
Doornboslaan noodzakelijk. Na afweging van
worden. In dat kader is een wettelijke bezwaarprocedure
verkeerskundige, milieuhygiënische, ruimtelijke,
van toepassing.
maatschappelijke en financiële aspecten is het tracé van deze weg bepaald zoals opgenomen in de structuurvisie Via Breda. Dit tracé volgt
Milieusituaties (geluid) worden onderzocht in het kader van
voor een belangrijk gedeelte de huidige
de op te stellen milieueffectrapportage.
Liniestraat die daardoor zal transformeren naar een stadslaan met een veel breder profiel. In dit profiel is een belangrijk deel van de ruimte bestemd voor brede groene bermen die plaats bieden aan bomenrijen. Daarmee wordt het laankarakter nagestreefd dat kenmerkend is
voor de groene lanen van Breda. In dit profiel kan de verkeersfunctie zodanig worden opgenomen dat het laankarakter overheerst en er een aangename groene ader wordt gevormd voor fietsers en voetgangers. Deze weg ontlast het Liniekwartier van doorgaand verkeer door de wijk zodat het woongebied rustiger en veiliger wordt. In een vervolg op de Structuurvisie zullen voor de diverse deelgebieden uitwerkingen opgesteld worden. Dan ook wordt onderzocht welke maatregelen genomen moeten worden om eventuele overlast te voorkomen. Wat betreft de milieusituatie voor geluidbelasting en luchtkwaliteit zal in het kader van de milieueffectrapportage nader onderzoek verricht worden. Aanleg van de weg maakt onderdeel uit van de verdere uitwerking van de visie voor het gebied Drie Hoefijzers. Daarvoor zal t.z.t. ook een bestemmingsplan opgesteld worden. In dat kader is een wettelijke bezwaarprocedure van toepassing.
2.
Wil op kosten gemeente een bouwrapport laten maken, zodat duidelijk wordt of het huis de verhoging van verkeerstrillingen aan kan.
2. Mogelijke schade door de bouw aan eigen woningen is een onderwerp voor de bouwfase. In deze fase zal de overlast zo veel mogelijk worden beperkt. Vragen met betrekking tot de overlast en bereikbaarheid tijdens de bouw zullen in deze bouwfase beantwoord worden.
3.
Aangegeven is dat er een milieurapport over fijngruis en uitlaatgassen in de maak is. Uitkomst van dit rapport bepaalt mede of zij in haar woning blijft of vertrekt.
3.Zie antwoord L22.1 en L22.2 van Wijkraad St. Actiecomité Belcrum. Waarmee een situatie wordt beschreven, waarvan in het nader onderzoek in het kader van de MER moet blijken of dit vergelijkbaar is.
4.
Kan er een indicatie toekomstig
4.Zie 1e antwoord.
verkeersgeluidsdruk gegeven worden en is dit met geluidschermen te temperen? 5.
Mocht zij tot het besluit komen om daar te kunnen blijven wonen, dan zou zij graag de tuin willen uitbreiden tot aan de Doornboslaan
5.Deze terreinen zijn op dit moment in
Tekenen bezwaar aan tegen aanleg ontsluitingsweg en bussluis
1. Zie ook antwoord T 30. Voor de busbaan is
eigendom van Interbrew. Het is niet te verwachten dat zij deze terreinen aan bewoners willen verkopen.
U
Fam. Roovers, Vuchtstraat
1.
31
een tracé gekozen direct langs het spoor.
Bezwaarprocedure in het kader van het op te stellen bestemmingsplan.
Door deze bundeling is efficiënt omgegaan met de ruimte en kan ook voor eventuele overlast in samenhang met het spoor een oplossing gezocht worden. Aanleg van de weg maakt onderdeel uit van de verdere uitwerking van de visie voor het gebied Drie Hoefijzers. Daarvoor zal t.z.t. ook een bestemmingsplan opgesteld worden. In dat kader is een wettelijke bezwaarprocedure van toepassing. 2.
Dienen een verzoek tot compensatie in m.b.t. kosten bouwkundig onderzoek.
2. Mogelijke schade door de bouw aan eigen woningen is een onderwerp voor de
Aandachtspunt tijdens bouwfase.
bouwfase. In deze fase zal de overlast zo veel mogelijk worden beperkt. Vragen met betrekking tot de overlast tijdens de bouw zullen in deze bouwfase beantwoord worden. 3.
Vragen om opdelen terrein gelegen achter woning voor eventuele aankoop.
3. Deze terreinen zijn op dit moment in
Opstelling milieueffectrapportage.
eigendom van Interbrew. Het is niet te verwachten dat zij deze terreinen aan bewoners willen verkopen.
4.
Aanleggen van een geluidswal naast het spoor t.h.v. de woning
4. In een vervolg op de Structuurvisie zullen voor de diverse deelgebieden uitwerkingen opgesteld worden. Dan ook wordt onderzocht welke maatregelen genomen
Aandachtspunt tijdens bouwfase.
moeten worden om eventuele overlast te voorkomen. Wat betreft de milieusituatie voor geluidbelasting en luchtkwaliteit zal in het kader van de milieueffectrapportage nader onderzoek verricht worden. 5.
Een reële onkostenvergoeding voor eventuele gebreken, die ontstaan zijn na realisatie
5. Mogelijke schade door de bouw aan eigen woningen is een onderwerp voor de bouwfase. In deze fase zal de overlast zo veel mogelijk worden beperkt. Vragen met betrekking tot de overlast tijdens de bouw zullen in deze bouwfase beantwoord worden.
6.
Vergoeding voor het derven van woongenot en waardevermindering van woning
6. Zie 1 + 4.
7.
Op de hoogte worden gehouden van de verdere ontwikkelingen en ook gehoord worden in het verdere proces.
7.
In het kader van de verdere uitwerking van de visie voor de locatie Drie Hoefijzers zal verdere informatie over de plannen en procedures verstrekt. Wat betreft de concept-Structuurvisie bestaat de mogelijkheid in te spreken tijdens de raadscommissie. Over de exacte datum wordt u geinformeerd.
8.
Mocht er toch overgegaan worden tot uitkoop/onteigening dan verwachten zij een duidelijke afspraak/overeenkomst voor het zoeken naar een gelijkwaardige woning, ligging situatie en tijdspad
8.
Uitkoop/onteigening is op basis van de voorliggende Structuurvisie niet aan de orde.
9.
Vragen om een milieurapport, incluis uitlaatgassen en geluidsoverlast en eventueel sanering grond
9.
Voor de gehele Spoorzone wordt een milieueffectrapportage opgesteld. Ten aanzien van eventuele bodemsaneringen geldt dat conform de Wet bodembescherming de deelgebieden, indien verontreinigd, worden gesaneerd waarmee ze geschikt worden gemaakt voor het beoogde gebruik.”
10. Bij opkoop vragen zij onkostenvergoeding voor verhuis-, herinrichting- en ander bijkomende kosten
10. Uitkoop/onteigening is op basis van de voorliggende Structuurvisie niet aan de
Opstelling milieueffectrapportage.
orde. V
Moelee,
32
Vuchtstraat
Zij verwachten de nodige overlast en problemen bij de werkzaamheden aanleg doorgaande weg. 1. Vragen voor de werkzaamheden een bouwkundig onderzoek en taxatie van hun woning.
1. Mogelijke schade door de bouw aan eigen woningen is een onderwerp voor de bouwfase.
Aandachtspunt tijdens bouwfase.
In deze fase zal de overlast zo veel mogelijk worden beperkt. Vragen met betrekking tot de overlast tijdens de bouw zullen in deze bouwfase beantwoord worden. 2.
2. In een vervolg op de Structuurvisie zullen Verzoeken om een muur met isolatie tegen de zijgevel van hun huis, aangezien deze enkelsteens voor de diverse deelgebieden uitwerkingen is. opgesteld worden. Dan ook wordt onderzocht welke maatregelen genomen moeten worden om eventuele overlast te voorkomen. Wat betreft de milieusituatie voor geluidbelasting en luchtkwaliteit zal in het kader van de milieueffectrapportage nader onderzoek verricht worden.
3.
Willen ook in aanmerking komen voor een stuk grond achter hun huis.
3. Deze terreinen zijn op dit moment in eigendom van Interbrew. Het is niet te verwachten dat zij deze terreinen aan bewoners willen verkopen.
4.
W
Ligtvoet,
33
Vuchtstraat
1.
Zij zijn ook bereid tot verkoop om in aanmerking te komen voor een aangepaste woning wegens gezondheidsredenen.
4.Voor deze individuele situatie is het verzoek
Vraagt wat de bewoners van Vuchtstraat 50 t/m 70 te wachten staat, want door de aanleg van de Stationslaan komen deze huizen op een “eilandje” te staan.
1. In een vervolg op de Sstructuurvisie zullen
contact op te nemen met de aangewezen contactpersoon. voor de diverse deelgebieden uitwerkingen opgesteld worden. Dan ook wordt onderzocht op welke manier een optimale inpassing mogelijk is.
2.
Ontstaat er door de toename verkeer (toegangsweg tot het station en busbaan) schade aan hun huizen?
2.
Mogelijke schade door de bouw aan eigen woningen is een onderwerp voor de bouwfase. In deze fase zal de overlast zo veel mogelijk worden beperkt. Vragen met
Opstelling milieueffectrapportage.
betrekking tot de overlast tijdens de bouw zullen in deze bouwfase beantwoord worden. Bewoners die menen in een slechtere positie te komen, 3.
4.
Geeft de gemeente hen de garantie dat bij tussentijdse verkoop de prijs zal aanvullen, als door schade of ligging de taxatiewaarde is gedaald ten opzichte van de huidige situatie? Willen een schriftelijke garantie voordat de plannen worden uitgevoerd.
3. 3 en 4. Verkoop is op basis van de voorliggende Structuurvisie niet aan de orde. Voor realisatie zal eerst een uitwerking van de visie voor het gebied Drie Hoefijzers plaatsvinden. Daarvoor zal dan ook een bestemmingsplan opgesteld worden. In dat kader is een wettelijke bezwaarprocedure van toepassing. Over deze procedures wordt u t.z.t. geïnformeerd.
hebben de mogelijkheid een planschadeclaim ex. Art. 49 WRO in te dienen.
4 Verslagen Informatiebijeenkomsten 1 en 2 maart 2004
Gemeente Breda
ONTWIKKELINGSDIENST ZUIDELIJK VERVOERSKNOOPPUNT VERSLAG van de INFORMATIEBIJEENKOMST over de concept - STRUCTUURVISIE VIA BREDA2005. DATUM: 1 MAART en 2 MAART 2004 Aanwezig vanuit gemeente Breda: De heer J. Niederer wethouder Stedelijke ontwikkeling en Verkeer en Vervoer De heer T. Hartman OntwikkelingsDienst Breda, voorzitter De heer B. van Rooijen OntwikkelingsDienst Breda, projectleider Via Breda De heer H. Brekelmans OntwikkelingsDienst Breda, stedenbouwkundige Mevrouw K. van Bijsterveldt OntwikkelingsDienst Breda, stedenbouw/landschap De heer G. Rooijmans OntwikkelingsDienst Breda, vakdirectie Milieu (1 maart) De heer J. Bakker OntwikkelingsDienst Breda, vakdirectie Milieu (2 maart) Mevrouw J. Mouws OntwikkelingsDienst Breda, Verkeer en Vervoer Mevrouw E. Verschueren verslaglegging eerste avond Mevrouw J. Saelman verslaglegging tweede avond Aanwezig: uitgenodigde bewoners en andere belanghebbenden volgens presentielijst. 1. • • •
• •
2. • •
•
• •
Opening – doel van de bijeenkomst – toelichting op de agenda. De voorzitter, de heer Hartman, opent de informatiebijeenkomst en heet eenieder welkom. De aanwezige vertegenwoordigers vanuit de gemeente Breda worden voorgesteld. Het doel van deze bijeenkomst is om zo compleet mogelijk informatie te geven over de structuurvisie Via Breda 2005 - 2025. Deze structuurvisie ligt ter inzage vanaf 11 februari tot 24 maart 2004. Er is gelegenheid tot het stellen van vragen, mondeling en schriftelijk middels (gele) formulieren. De vragen en antwoorden van de beide informatiebijeenkomsten op 1 en 2 maart zullen in één gezamenlijk verslag worden verwerkt en aan alle aanwezigen worden toegestuurd. Het verzoek is derhalve om ook de presentielijst te tekenen. Door een zo volledig mogelijke informatie voorziening is het mogelijk om adequaat te kunnen reageren op de visie. Dit kan door middel van (blauwe) consultatie formulieren, waarop u uw mening kenbaar kunt maken. De consultatie reacties zullen verwerkt worden in een nota van consultatie en niet worden opgenomen in dit verslag. Inleiding door de heer J. Niederer, wethouder van o.a. ruimtelijke ordening. Samenvatting: Breda bouwt en benut de kansen. In december 2003 is middels de toetsbrief van het ministerie van V & W groen licht gegeven voor de OV – Terminal en het Stationskwartier, het vliegwiel voor verdere ontwikkelingen. De concept structuurvisie Spoorzone is opgesteld, onder de nieuwe naam Via Breda: Breda is te zien als een web, men komt niet meer langs maar via Breda, dat betekent een schaalsprong inzake de ontwikkelingen voor de komende jaren. Oorzaak van deze schaalsprong is de besluitvorming over het tracébesluit HSL waarbij ook Breda een shuttle aansluiting krijgt en als ėėn van de 6 landelijke sleutelprojecten wordt aangewezen. Deze status als sleutelproject brengt de economische motor op gang en zorgt voor nieuwe werkgelegenheid voor ca. 10.000 mensen, nieuwe woongebieden en stedelijke voorzieningen. Brabantstad (de B5, Tilburg, Den Bosch, Eindhoven, Helmond en Breda) is ook gebaat met de ligging van Breda als poort van Brabant. Breda is een belangrijke schakel tussen de economische centra de Randstad en de Vlaamse Ruit. Een dienstencentrum en een zakelijk centrum moet het bovenlokale aspect benadrukken. Om al deze kansen te benutten is er een concept structuurvisie opgesteld voor de komende 20 jaar. De attractiviteit van Breda wordt vergroot, economisch, maar ook op het gebied van wonen en vrijetijdsbesteding, Uitgangspunt is om een levendig en aantrekkelijk gebied tot stand te brengen en de bereikbaarheid en de leefbaarheid te vergroten. Ook is het de bedoeling het noordelijk gebied beter te laten aansluiten op de stad. Vervolgens wordt door de heer Niederer nog ingegaan op het programma: 1 miljoen m2 vloeroppervlakte, 5000 nieuwe woningen en 10.000 arbeidsplaatsen. Parken, pleinen, in samenhang met de bestaande stad. Er zijn 5 nieuwe deelgebieden (naast het Stationskwartier,
• •
3. •
• • •
•
•
Belcrum en Spoorbuurt) te onderscheiden ieder met een eigen gezicht en een eigen kwaliteit. Voor elk deelgebied volgt nog een apart bestemmingsplan. De marktpartijen krijgen een belangrijke rol in de uitwerking van de deelgebieden. Maar eerst is het nodig dat de structuurvisie wordt vastgesteld. Naar aanleiding van de reacties uit de consultatie is het mogelijk dat de concept structuurvisie nog wordt bijgesteld. De heer Niederer is van mening dat er sprake is van een boeiend proces. Goede informatie is nodig om iedereen in staat te stellen zo optimaal mogelijk gebruik te maken van de consultatie. De bedoeling is deze zomer de resultaten van de consultatie aan de gemeenteraad voor te leggen. Vanwege verplichtingen elders is het voor de heer Niederer niet mogelijk de hele avond aanwezig te zijn. Hij wenst eenieder een prettige en informatieve bijeenkomst. De concept – structuurvisie Via Breda. Toelichting door de heer B. van Rooijen, de heer H. Brekelmans (maandag) en mevrouw K. van Bijsterveldt (dinsdag). Door het College van B & W zijn een aantal programmadoelen spoorzone vastgesteld, zoals: een hoogwaardige stedelijke invulling; integrale verbetering van het milieu, multifunctioneel geheel (zorg, cultuur, economie, wonen). Uiteindelijk heeft dit geleid tot een aantal kaders voor de nadere uitwerking, namelijk: de structuurvisie Via Breda met in deel II een eerste uitwerking van de deelgebieden. Opzet van de structuurvisie tot 2025: programma / ruimtelijke –functionele invulling / financiële realisatie en consequenties m.b.t. de uitvoering. Programmatisch kader: de ligging van Breda en de status als ėėn van de 6 sleutelprojecten geeft potentie en kansen; economisch en maatschappelijk gezien ligt er nu de mogelijkheid iets aan de stad toe te voegen: “De top verhogen en de basis verbreden”. Programma: 1 miljoen m2, 3000 – 5000 woningen in totaal, circa 250 woningen per jaar; 100.000 m2 bestemd voor cultuur, voorzieningen etc. Toevoeging van een topniveau op het gebied van zakelijke dienstverlening. Nieuwe doelgroepen in de woningmarkt; voorzieningen op alle niveaus: cultuur, maatschappelijke zorg etc. Ruimtelijk - functionele invulling: de spin-off voor het hele gebied is het nieuwe station en de ontwikkelingen daarom heen. Maar ook de autonome ontwikkelingen in het gebied, zoals het vertrek van Interbrew en Mammoet vormen voldoende reden om een totaalvisie op het hele gebied te ontwikkelen. De Spoorzone heeft een fantastische ligging: relatief dicht bij het centrum met mogelijkheden tot ontsluiting. In het noorden via de Noordelijke Rondweg naar de A27 en A16. De ruggengraat van de Spoorzone vormt de nieuwe oost-westverbinding, de Stationslaan. Het tracé komt te liggen aan de noordzijde van de OV-Terminal tussen de Belcrumweg en de Doornboslaan. Deze ontsluiting is essentieel voor de bereikbaarheid van de OV-Terminal, de parkeergarages t.b.v. het reizigersparkeren, de bussen, de functies die gerealiseerd worden. De Belcrumweg zal de belangrijkste ontsluitingsas van de Spoorzone vormen. Gedacht wordt om deze door te trekken naar de westzijde van de Spoorzone over de Mark en een nieuwe aansluiting op de binnenstad en de Lunetstraat te maken. Een aansluiting via een tunnel met de Prinsenkade. Het knelpunt bij de singelroute (de bajonet) wordt hiermee opgelost. De historische Terheijdenseweg blijft een wijkontsluitingsweg voor de wijken Belcrum en Linie. De weg is, hiërarchisch gezien van een andere orde voor het ontsluitingssysteem van de Spoorzone. Het leent zich niet voor een (hoofd)stedelijke ontsluitingsfunctie. Een belangrijke nieuwe verbindingsroute voor het langzaam verkeer is de nieuwe noord-zuidroute. De route loopt vanaf de binnenstad (het Valkenberg) via de Willemstraat naar de nieuwe OV-Terminal en via de nieuwe stationspassage naar het noordelijk deel van de Spoorzone / Speelhuislaan. Openbare ruimte: Het raamwerk van de Spoorzone wordt niet alleen bepaald door de ontsluitingsstructuur maar ook door de bijzondere omgevingskenmerken en door de aard van de openbare ruimte. Zeer bepalend is daarbij de inrichting van de openbare ruimte. De openbare ruimte bepaalt in sterke mate de leefkwaliteit en de aantrekkelijkheid van de gebieden. De belangrijkste stedelijke ruimten zijn, de Mark, de Markzone, de Belcrumhaven en de nieuwe stationspleinen. De rivier, de Mark, is door de eeuwen heen bepalend geweest voor de ontwikkeling van de stad. Het heeft grote potentie voor dit stadsdeel. In de stad vormt de Mark een ruimtelijke continuiteit van bijzondere ruimten zoals, de beekdalen in het zuiden van de stad, de binnenstad met zijn Nieuwe Haven en singels, het water rondom het KMA-terrein en in het gebied de Spoorzone de potentie van de Mark en de Belcrumhaven. De belangrijkste nieuwe ontwikkelingsassen in het plangebied worden vormgegeven als brede lanen. Lanen die voor Breda zo karakteristiek zijn, zoals de Sophiastraat, Nieuwe Boschestraat e.d. Uitgangspunt is het opwaarderen van de Speelhuislaan. De Speelhuislaan is een belangrijke bestaande as die de functie heeft als wijkontsluiting voor lokaal verkeer en als belangrijke langzaam verkeersroute
•
• •
vanuit het noorden. Deelgebieden Het zal duidelijk zijn dat elk deelgebied een eigen karakter heeft met eigen omgevingskenmerken. Door het realiseren van een duidelijke hoofdstructuur zijn de deelgebieden afzonderlijk van elkaar te ontwikkelen en te faseren (20 jaar). • Stationskwartier: is al uitgebreid besproken tijdens de consultatie in 2003. Met betrekking tot het realiseren van het station is men bezig met de architecten keuze. Het Stationskwartier is het gebied dat ligt tussen de Belcrumweg en de Terheijdenseweg, de wijk de Belcrum en de Spoorbuurt. In het Stationskwartier ligt de nieuwe OV-Terminal die het aandrijfwiel vormt van de ontwikkeling van de Spoorzone. De OV-Terminal vormt het knooppunt waar de vervoersstromen samenkomen (de shuttle van de hogesnelheidstrein, de reguliere treinen en de bussen). Het station zal door zijn betekenis en door zijn verschijningsvorm een nieuw icoon in de stad zijn. Het stedenbouwkundig plan gaat uit van een goede overgang naar de omliggende buurten, de Belcrum en de Spoorbuurt. Een continue langzaam verkeersroute loopt van noord naar zuid, via een nieuwe passage. De hoofdontsluiting zal aan de noordzijde plaatsvinden via de nieuwe Stationslaan. Bijzondere aandacht verdient de westzijde, het gebied aan de Mark. Het programma zal een mix zijn van wonen, werken en voorzieningen. • Markoevers: het gebied ten westen van het Stationskwartier. De Markoevers is de meest markante plek in het gebied, het ligt rond de bocht in de Mark. Het gebied heeft de potentie om het nieuwe “stedelijke Podium” van de stad te worden. Op de oevers is ruimte voor grote internationale voorzieningen. De westelijke oever biedt mogelijkheden voor cultuur en ontspanning op topniveau. De oostelijke oever sluit aan op het meer zakelijke karakter van het Stationskwartier met bijvoorbeeld een handelscentrum met congresruimte of een toponderwijsvoorziening. • Zoete Inval: het westelijk deelgebied dat dichtbij de binnenstad ligt maar betrekkelijk geïsoleerd. Dit gebied is geschikt om in de toekomst een stedelijke woonwijk te realiseren. Een woonwijk die optimaal profiteert van de centrale ligging. Met bedrijvigheid en dienstverlening ontstaat een interessante mix in het gebied. Een belangrijke voorwaarde bij de ontwikkeling van dit gebied is een goede ontsluiting. Een goede en directe ontsluiting richting de Lunetstraat, de binnenstad en de Noordelijke rondweg is noodzakelijk. • Havenkwartier: het gebied dat omsloten wordt door de Mark en de Belcrumhaven is cultuur-historisch gezien een donk. Een donk is een hogergelegen gedeelte in het landschap. Dit in tegenstelling tot het ontginningsgebied de Zoete Inval. De historische stad van Breda is ook op een donk gebouwd, zo ook het Speelhuis in de Belcrum. De bocht in de Mark en de Belcrumhaven bieden zowel een mooie omgeving om te wonen als recreatiemogelijkheden op het water. Promenades langs de kades geven bijzondere ruimte aan voetgangers en fietsers. Op de grens met de Belcrum en langs de Speelhuislaan, is er plaats voor een winkel- en voorzieningencentrum. • Liniepark: bijzonder woongebied. Tussen het Linie park en het station kan een stedelijke woonbuurt met veel groen en goede zorgvoorzieningen verrijzen. De ontwikkeling van dit gebied kan samen gaan of parallel lopen met de stedelijke vernieuwing “Breda Noordoost”. • De Drie Hoefijzers: het gebied is in drie deelgebieden te onderscheiden, het gebied ten noorden van het spoor, het gebied direct ten zuiden van het spoor en het gebied dat grenst aan het milieu van de singel. Het behoud van de monumentale karakteristieke gebouwen staat voorop. De noordzijde krijgt een eigenzinnige invulling van solitaire gebouwen in een open setting. De zuidzijde is meer een fijnzinnige combinatie van oud en nieuw. Het gebied langs de Singelzone krijgt meer een milieu dat aansluit op de binnenstad. • Belcrum en Spoorbuurt: de bestaande gebieden maken onderdeel uit van het gebied van de Spoorzone. Bij de planontwikkeling is het zeer belangrijk om rekening te houden met deze wijken. Hiervoor worden buurtplannen ontwikkeld. • Per deelgebied, behalve voor de Belcrum en Spoorbuurt waarvoor reeds bestemmingsplannen zijn gemaakt, wordt t.z.t. nog een bestemmingsplan uitgewerkt waarop weer formele inspraak mogelijk is. Realisatiekader: realisatie niet alleen door de gemeente zelf. Uitgangspunten: faseren over 20 jaar; flexibel reageren op wat er kan gebeuren; prioriteiten en accenten aangeven; evenwicht in kosten en opbrengsten. Marktpartijen: door de gemeente worden randvoorwaarden aangegeven waaraan de marktpartijen zich moeten houden. Randvoorwaarden in het kader van de bereikbaarheid, de openbare ruimte, het milieu. De gemeente houdt de regie, de structuurvisie fungeert als paraplu.
•
Planning: • Stationskwartier: 2005 - 2012 • De Drie Hoefijzers: 2010 –2020 • Havenkwartier: 2010 – 2020 • Liniepark: 2015 –2020 • Markoevers 2015 – 2025 • Zoete Inval 2015 – 2020 Planning komende maanden: Consultatie: februari / maart 2004 • Consultatie reacties kunnen ook vandaag worden ingebracht middels een blauw formulier. • Bundeling van de consultatie reacties • Eventuele aanpassingen van de concept - structuurvisie • Definitief vaststellen van de structuurvisie Via Breda door de gemeenteraad in de zomer van 2004.
4.
Vertonen van een animatie-film.
- DEEL NA DE PAUZE MAANDAG 1 MAART 2004 5.
Vragen – reacties van de aanwezige en de beantwoording daarvan.
Vragen over de plannen in het algemeen. Verschillende aanwezigen Uiten hun complimenten over de plannen zoals in de structuurvisie Via Breda gepresenteerd. De heer M.Verdaasdonk, Informeert wanneer mensen die wonen in het plangebied en mogelijk moeten verhuizen, bericht krijgen. Volgens hem woont hij aan een toekomstige ontsluitingsweg. Fam. Sanders, Informeert wat er met de Vuchtstraat op korte termijn gebeurt. Is het wel zinvol nog investeringen in het eigen huis te doen? Wanneer wordt er aan de ontsluitingsweg begonnen die aansluit op de Doornboslaan? De heer Tiggelman, Informeert wanneer de woningen, die i.v.m. de plannen zullen moeten verdwijnen, worden opgekocht. Hij vraagt eveneens of de mensen persoonlijk benaderd worden. Antwoord: Er is bekend dat er een aantal woningen zal moeten verdwijnen in bepaalde deelgebieden. Er is voor deze week een afspraak gemaakt met bewoners die wonen in het plangebied waar de Stationslaan met een aansluiting op de Doornboslaan moet komen. Betrokken bewoners worden persoonlijk benaderd en krijgen een uitnodiging voor een gesprek. Daarbij wordt ook gesproken over de termijnen. De heer A.v.d. Goorberg, De heer Machielsen, Vragen of de woningen aan de Keplerstraat op termijn gesloopt moeten worden. Antwoord: De Keplerstraat maakt geen onderdeel uit van de structuurvisie Via Breda, wel van de plannen voor het Liniekwartier die later deze maand openbaar gemaakt worden. Geadviseerd wordt goed op deze plannen te letten. De heer L. Siebers, Pleit ervoor om meer aandacht te schenken aan een visie op het KMA – terrein en FellenoordSchorsmolen. Deze behoren z.i.. eveneens tot het plangebied. Antwoord: Dit is zeker een punt van aandacht, de stadsstructuur speelt een rol bij toekomstige ontwikkelingen. De heer J. Poell, Vraagt zich af wat nu eigenlijk de voordelen voor de Belcrum zijn. (beantwoording graag niet middels nietszeggende algemeenheden). Antwoord: Uitgangspunt is het behoud van de Belcrum. Positieve elementen: opwaardering van de Speelhuislaan, de woonfunctie voor Belcrum wordt versterkt, passend programma, dus inspelend op de vraag van de Belcrum zelf. Relatie noord- zuid wordt verbeterd door de noord- zuid passage, betere bereikbaarheid van de voorzieningen in het centrum en het nieuwe havengebied. De doorsteek verhoogt de levendigheid in het gebied aan de noordzijde. De heer L. van Baalen, Vraagt of er verband is tussen de planontwikkeling van Via Breda met de locatie Grada, dat buiten het studiegebied van Via Breda ligt. Antwoord: Binnen deze structuurvisie wordt deze niet meegenomen. Rondom het spoor veranderen veel zaken, indien dit aan de orde is zal hiervoor een apart traject worden gevolgd. Vragen met betrekking tot de nieuwe bebouwing. De heer Fluitman Vraagt zich af voor welke architectuur er wordt gekozen, met name voor de direct tegen de binnenstad aanliggende gebieden. Als voorbeeld noemt hij Den Bosch waar het stationsgebied qua architectuur perfect aansluit op de oude historische binnenstad. Antwoord: Om de historische traditie van Breda vorm te geven is het de bedoeling om elk deelgebied een eigen karakter te geven. In het deelgebied de Drie Hoefijzers bijvoorbeeld is rekening te houden met de bestaande bebouwing die een monumentaal karakter heeft. Richting Speelhuislaan
versterking van het woonklimaat van de wijk Belcrum. Een mix van traditionele en modernistische architectuur, aansprekend voor de toekomst, een gezicht in de tijd. Er komen aparte documenten over de beeldkwaliteit en de beeldkwaliteit van de openbare ruimte. De heer B. de Jong, Merkt op dat het ontwerp een sfeertekening is. Hij vraagt wanneer er voor de Drie Hoefijzers een meer definitief ontwerp komt waarop gereageerd kan worden. Zodat er bijvoorbeeld bezwaar kan worden gemaakt tegen de hoogte, etc. Antwoord: Het gaat hier nu om een structuurvisie, waarin de kaders worden aangegeven. Als deze structuurvisie is vastgesteld, zal pas gewerkt gaan worden aan concrete bestemmingsplannen, waarop formeel – juridische inspraak mogelijk is. Indien er nu al opmerkingen zijn over hoogtes etc. kan dit worden doorgegeven middels het consultatie –formulier. De heer C. Kley, Informeert hoe wordt omgegaan met de ontwikkelingen c.q. status van het Liniekwartier. Wat is de status van de gebieden aan de oostzijde (oostkant station)? Wat gebeurt er met de huidige woningen, totale afbraak? Zijn de huidige bewoners daarover geïnformeerd? Antwoord: Het Liniekwartier valt gedeeltelijk onder het plangebied Via Breda, maar aan de Noordzijde onder het project “Samen werken aan Leefbaarheid in Noordoost”. Bewoners uit de wijk zijn bij deze planontwikkeling betrokken. In de maand maart 2004 worden de nieuwe plannen hiervoor gepresenteerd. De heer C. Roovers, Wat zijn de plannen voor Doornbos langs het spoor en de Doornboslaan? Antwoord: De plannen voor Doornbos vallen geheel onder het project “Samen werken aan Leefbaarheid in Noordoost”. Bewoners uit de wijk zijn bij deze planontwikkeling betrokken. In de maand maart 2004 worden de nieuwe plannen hiervoor gepresenteerd. De heer C. Roovers, Informeert naar de plannen voor het terrein van Interbrew, aan de oostzijde grenzend aan het Liniekwartier. Is de grond van Interbrew eigendom van de gemeente. Antwoord: De grond is grotendeels eigendom van Interbrew. Interbrew is bezig met een haalbaarheidsonderzoek m.b.t. de mogelijkheden. De resultaten van dit onderzoek zullen t.z.t. aan de gemeente worden voorgelegd; plannen moeten passen binnen de randvoorwaarden en kaders van de structuurvisie Via Breda. Vraag (mondeling): Wat gebeurt er als Interbrew woningbouw wil in samenwerking met Amstelland? Antwoord: Er moet eerst een concreet plan liggen. Als dat past binnen de structuurvisie, c.q. het bestemmingsplan en de financiële en programmatische doelen, kan het worden uitgevoerd. Vraag: Houdt de gemeente rekening met leegstand van het gebouw Interbrew tot aan 2020. Antwoord: Er is heel duidelijk overleg hierover met Interbrew, maar in eerste instantie is het de verantwoordelijkheid van de brouwerij. Vragen met betrekking tot de bereikbaarheid en ontsluiting. De heer C. Kley, Vraagt naar de route HOV. Antwoord: De totale route HOV loopt van Etten-Leur – Breda naar Oosterhout en visaversa. De uiteindelijke route voor het HOV loopt vanaf het nieuwe station op een eigen baan direct langs het spoor naar de Oosterhoutseweg. Vanaf dat punt gaat de HOV over de Oosterhoutseweg richting Oosterhout. De heer M. de Lange, Vraagt naar de ontsluiting voor het bouwverkeer, hoe is dat geregeld? Wordt de oost -west verbinding boven langs het spoor voor aanvang van de bouw gerealiseerd, zodat op die manier de Speelhuislaan wordt ontlast? Antwoord: De realisatie van het station is gepland in 2006 –2007, shuttle Antwerpen Breda en Breda Rotterdam. Verwacht wordt dat parallel aan deze planning ook het eerste deel van de Stationslaan (van de Belcrumweg tot aan de Terheijdenseweg) wordt aangelegd. In een latere fase zal pas het
gedeelte van de Terheijdenseweg naar de Doornboslaan worden aangelegd. Voor bouwverkeer kan het nodig zijn tijdelijke ontsluitingen aan te leggen om de Belcrum en Speelhuislaan te ontzien. De heer A.v.d. Heiden, secretaris Kerkgenootschap, Brengt naar voren dat de Academiesingel in de toekomst geen doorgaande functie houdt. Wat gaat er gebeuren met de parkeervoorzieningen, vooral met het oog op het verlies van de parkeerplaatsen bij de CSM en bij het “oude” station. Parkeergelegenheid is van groot belang voor bezoekers aan de kerkzaal. Antwoord: Aan de zuidkant van het station zal er parkeergelegenheid verdwijnen, nieuwbouw moet zorgen voor een eigen parkeervoorziening. Reizigers kunnen aan de noordkant van het station parkeren. In de Spoorbuurt blijven de parkeerplaatsen gehandhaafd, wel zal er een andere inrichting komen. De heer Van de Muijsenberg, Merkt op dat er weer over wordt gesproken om het langzaam verkeer van noord naar zuid door het station te leiden. Aan de noordzijde kruist het langzaam verkeer dan de zeer drukke oost- west verbinding. Is dit alweer geen goede reden om de oost –west verbinding niet door te laten lopen, maar te knippen bij het Noordplein? Dus alleen het verkeer, dat op het station moet zijn, maakt dan gebruik van die weg. Dit vermindert de drukte. Antwoord: De volledige oost –west verbinding moet een eigen parkeervoorziening hebben. Als men maar aan één kant weg kan, en er is bijvoorbeeld een ongeluk gebeurd, dan leidt dit tot verkeersonveilige situaties. Dus het is noodzakelijk dat men langs twee kanten weg kan rijden. Er is voor gekozen een volledige en veilige oost –west verbinding aan te leggen. Dat betekent wel dat er bij het station even afgeremd moet worden voor de veiligheid van het langzaam verkeer. Overstekende voetgangers zijn een belangrijk aandachtspunt. Ondertunneling is vanwege de sociale veiligheid, de stand van het grondwater en de hoge kosten, geen optie. Vraag (mondeling) Wat is de parkeernorm? Antwoord: De normen voor het Stationskwartier zijn vastgelegd. Voor de overige deelgebieden geldt dat de gemeentelijke parkeernormen van toepassing zijn; bij het station zelf komen 800 parkeerplaatsen voor reizigers. Voor kantoorfuncties geldt een andere norm. Parkeernormentabel Stationskwartier Functie Norm Kantoren 1,0 per 125m2 Woningen 1,2 per woning Voorzieningen 1,0 per 100m2 Reizigersparkeren 800 pp + een reservering voor 500pp De heer L. Siebers, Vraagt zich af waar de Speelhuislaan heen leidt: botst op de Noordelijke Rondweg, maar wil er onderdoor. Antwoord: De Speelhuislaan is voor de Belcrum een bijzondere as voor het lokaal verkeer. Er komt geen directe koppeling met de Stationslaan voor het autoverkeer, wel voor het langzaam verkeer. De Speelhuislaan zal aan een zijde eindigen op het Noordplein. Uiteindelijk is de gedachte dat het andere gedeelte eindigt in het recreatieve gebied bij de Mark. De heer B. Govers, Vraagt hoe het geregeld is met de bereikbaarheid in Breda tijdens de uitvoering van de werkzaamheden. Antwoord: Er zal continu aandacht moeten zijn voor de bereikbaarheid, de overlast zal zoveel mogelijk beperkt moeten worden. Met de aannemers zullen goede afspraken moeten worden gemaakt en omleidingsroutes moeten middels bebording goed en tijdig worden aangegeven. Een zekere mate van overlast zal niet te vermijden zijn. Vraag (mondeling) Zal de Nieuwe Kadijk voldoende capaciteit hebben om het toekomstige verkeer op te vangen. Antwoord: Het antwoord is bevestigend, er zijn wel een aantal aanpassingen nodig zoals al aangegeven in het gemeentelijke Verkeersplan. De heer C. Kley,
Informeert naar de locatie van het internationaal busstation. Antwoord: Er zijn gesprekken gaande met internationale busondernemingen over een goede locatie. Touringcars met vakantiebestemmingen zullen waarschijnlijk geen opstapplaats meer krijgen bij het station, men is nog in gesprek. De heer L. van Baalen, Vraagt of de Teteringsedijk tussen de Doornboslaan en de Beverweg kan worden heringericht. Nu wordt op deze oost –west sluiproute met grote snelheid gereden. Voorbeeld: wegversmalling en vrijliggende fietspaden zoals op de Terheijdenseweg en Tilburgseweg zou al een geweldige winst zijn. Antwoord: Dit valt buiten het plangebied van de structuurvisie. Voor de Teteringsdijk zijn gezien de functie van de weg wel een aantal verbeteringen mogelijk. Deze zullen dan in een eigen plan uitgewerkt moeten worden. Vraag (mondeling): Komt er nog een station in de omgeving van de Oosterhoutseweg? Antwoord: Voor zover er nog een station zal komen komt dit ten oosten van de A27. De heer Poell, Vraagt zich af waar het verkeer blijft dat nu nog over de Academiesingel en verder gaat en dat nu de Speelhuislaan als doorgaande route gebruikt? Moet dit over de toekomstige Stationslaan? Antwoord: Dat is een juiste constatering. Vragen met betrekking tot de functies: wonen, werk, zorg en cultuur. Wonen. Mevrouw B. Loijens Geeft aan dat er ca. 5000 nieuwe woningen komen, maar er moeten er ook een aantal verdwijnen. Wordt er dan nog wel voldoende gebouwd voor de doelgroepen? De heer S. Floris, Geeft aan dat er in de presentatie gesproken wordt over nieuwe doelgroepen in de woningmarkt. Hij vraagt om een meer specifieke toelichting. Mevrouw Schaerlaeckens, Vraagt wat voor soort woningbouw er komt. Komt er ook sociale woningbouw en met name ook voor de doelgroepen, zoals alleenstaanden en senioren? Antwoord Uitgangspunt voor het woningbouwprogramma is de nota Perspectief Wonen. Daarin is o.a. geconstateerd dat er een tekort is aan woningen voor senioren. Voor het Stationskwartier wordt ook gebouwd voor de doelgroepen die er willen wonen. Een exacte onderverdeling van de aantallen voor de doelgroepen in de verschillende deelgebieden is nog niet bekend. Dit is mede afhankelijk van de totale situatie in de stad en de behoefte van de woonconsument. Wel is het uitgangspunt dat ook in de Spoorzone voor alle doelgroepen gebouwd wordt. Werk. De heer Tiggelman, Informeert of er al bekend is wanneer de CSM vertrekt uit het gebied De Zoete Inval. Dit in verband met de aanleg van de 2 nieuw geplande ontsluitingswegen. De heer J. Strating. Geeft aan dat het voor de realisatie van het gebied de Zoete Inval noodzakelijk is dat de CSM verdwijnt. In hoeverre is dat reeds definitief? Antwoord: Er is nog geen definitief besluit over het vertrek van de CSM. De trend is wel dat de industrie zich buiten de stad gaat vestigen (Interbrew, Mammoet). In die zin is de structuurvisie Via Breda voorbereidend, zodat concreet kan worden ingespeeld op toekomstige ontwikkelingen. Uiteraard is het een beslissing van de CSM zelf of ze al dan niet vertrekt van de huidige locatie. De heer J. Strating, Vraagt zich af hoe de gemeente denkt internationale bedrijven aan te trekken nu de trend steeds meer gericht is op het verplaatsen van activiteiten naar Oost – Europa (lage lonen landen). Voorbeelden: Interbrew. Esso, KLM etc. In hoeverre is de realisatie van de deelgebieden na de
ontwikkeling van het Stationskwartier, afhankelijk van deze bedrijven? Antwoord: De ligging en bereikbaarheid vormen een aantrekkelijk vestigingsklimaat. Geconstateerd kan worden dat er diverse industrieën de stad uittrekken naar de z.g. ”lage lonen landen”. Het is de bedoeling andersoortige bedrijven aan te trekken op het gebied van dienstverlening, nieuwe werkgelegenheid van andere aard. Het is niet de bedoeling dat Breda een “nieuw Rotterdam” wordt, in de toekomst ligt Breda 18 minuten reizen van Rotterdam en Antwerpen. Wel is het de bedoeling tot onderlinge samenwerking te komen met een koppeling aan de Benelux. De kans ligt er nu om een deel van de dienstverlenende markt naar Breda te halen. De heer B. Govers, Vraagt of de Faam fabriek verdwijnt. Antwoord: Hierover is niets bekend. Als dit wel het geval mocht zijn in de toekomst dan dient de vastgestelde structuurvisie als kader. De heer B. Govers, Informeert hoe Bredase bedrijven betrokken worden bij de uitvoering van de werkzaamheden. Dit in het kader van de werkgelegenheid. Antwoord: De aanbesteding moet geschieden volgens Europese regels. Waar mogelijk zal contact worden gelegd met Bredase bedrijven. Zorg, onderwijs, cultuur. De heer Schoots Informeert naar de bijzonder voorzieningen. Antwoord: Bijzondere voorzieningen hebben betrekking op dienstverlening (bijvoorbeeld congres- en hotelfaciliteiten), zorg (bijvoorbeeld onderwijs en sport voorzieningen) en cultuur (bijvoorbeeld productieruimten). De heer L. van Baelen, Brengt naar voren dat in het deelgebied de Drie Hoefijzers de St. Josephschool ligt. Wordt hier een uitbreiding gesuggereerd? Hoe pakt de gemeente dit op, mede gezien haar verantwoordelijkheid voor de onderwijshuisvesting? Kan deze uitbreiding van de onderwijsvoorziening ook plaatsvinden vóór de planning van de ontwikkeling van dit deelgebied, dus vóór 2010? Antwoord: Door de afdeling onderwijs van de gemeente Breda worden steeds prognoses opgesteld. Aan de ontwikkelaar van dit gebied zal dit in het programma worden meegegeven. Indien prognoses hier aanleiding toe geven is deze uitbreiding ook voor 2010 mogelijk. Vragen met betrekking tot de veiligheid/Sociale veiligheid. De heer C. Kley, Is er nagedacht over de consequenties m.b.t. de (sociale) veiligheid in en rondom het station bij een 24 –uurs openstelling. Antwoord: Een 24-uurs openstelling van het station is nog geen uitgemaakte zaak. In de onderhandelingen met de NS wordt nog gesproken over het al dan niet openblijven van de noord- zuid verbinding. Juist deze aspecten verdienen aandacht voor de toekomst; ook tijdens de bouwfase is de veiligheid een punt van aandacht. De heer J. Groffen, Is van mening dat het stationsgebied nu een ”no go” area voor de politie is. De criminaliteit wordt nu niet aangepakt. Hij verzoekt om meer aandacht hiervoor. Antwoord: Er loopt een initiatief met de naam VAST (Veiligheid Valkenberg - Station) waarin de verschillende veiligheidsinstanties samenwerken om de veiligheid op dit traject en in het station te verbeteren. Hier is blijvend aandacht voor nodig.
Externe veiligheid. De heer W. Mol, mede namens Bestuur Bewoners Belangenvereniging Doornbos: Neemt het aantal sporen toe? Is dat het geval dan zal ook het treinverkeer intensiever worden alsmede het vervoer van gevaarlijke stoffen. Is er nagedacht over de veiligheid bij calamiteiten etc. De heer K. Schoots, Vraagt zich af hoe de veiligheid en leefbaarheid wordt gegarandeerd van de bewoners en gebruikers in relatie tot het railvervoer. Antwoord: Het aantal sporen neemt niet toe; het blijft beperkt tot 2 sporen tussen Tilburg en Breda zoals nu het geval is. Wel zal het treinverkeer toenemen, met name het vervoer van gevaarlijke stoffen. In de provincie Brabant is men gezamenlijk bezig om voor deze problemen een oplossing te vinden en goederenvervoer en vervoer van (gevaarlijke) stoffen meer middels de Betuweroute te laten verlopen, zodat de risico’s worden verminderd. Gedacht wordt ook aan een verlaging van de snelheid. Over al deze zaken is er overleg met de NS, dit alles is bedoeld om de veiligheid en de leefbaarheid te waarborgen. Vraag (mondeling): Er wordt gepleit voor het opstellen van een integraal veiligheidsplan voor het plangebied rondom het station. Antwoord: In het totale kader van de stad wordt gewerkt aan een veiligheidsplan. Ook de HSL –organisatie houdt zich bezig met de veiligheid. Daarnaast vindt een (veiligheids) toets plaats. Eerst moet bekend zijn wat er precies gebouwd gaat worden voordat er een veiligheidsplan kan worden opgesteld. Opmerking: Verschillende partijen zijn bij de veiligheid betrokken, er zou een garantie afgegeven moeten worden dat er een maximale beveiligde omgeving komt. Vragen met betrekking tot de milieuaspecten en het water De heer W. Mol, mede namens het Bestuur Bewoners Belangenvereniging Doornbos. Indien er een toename is van het treinverkeer, zal er sprake zijn van meer geluidsbelasting dan in de huidige situatie. Redelijk dicht langs het spoor is er nu al woonbebouwing, b.v. in de wijk Doornbos. Is daar rekening mee gehouden? Antwoord: Geluidsbelasting is een van de eerste aandachtspunten. Bebouwing kan goed worden geïsoleerd, kantoorfuncties kunnen als geluidscherm dienen voor de woonbebouwing. Het is mogelijk woningen aan het spoor neer te zetten, dus de binnenkant van de gebieden geluidsluw te maken. De heer Floris, vraagt wat de minimale afstand moet zijn tussen het spoor en de woonbebouwing. Antwoord: De minimale afstand is 30 meter tot aan het hart spoor. De definitieve uitwerking van de bebouwing moet nog plaatsvinden. M.b.t. geluid kan er een barrièrewerking uitgaan van kantoorbebouwing en /of parkeergarages. De heer B. Govers, Vraagt of en waar er geluidswallen komen. Antwoord: Er zijn verschillende oplossingen mogelijk waarvan de aanleg van een geluidswal er een is. Per deelgebied zal bekeken worden welke oplossing de beste is. De heer Poell, Wijst op het toenemende verkeer in de toekomst door de Stationslaan, en de effecten daarvan op de woonwijk Belcrum en dan met name op de gezondheid door fijnstof. De fijnstof die vrijkomt uit dieselmotoren baart hem ernstige zorgen. Antwoord: Vanuit het Ministerie is er aandacht voor de effecten van fijnstof op de gezondheid. Dit heeft de aandacht van de lokale overheid, maar die kan hier weinig aan doen, het is een verantwoording van de rijksoverheid. Bij nieuwbouw kan hierop beter worden gereageerd dan bij bestaande bouw.
Bij nieuwbouw kan worden voldaan aan de norm. Door staatssecretaris Van Geel wordt aangedrongen op schonere auto’s voor heel Europa. Het probleem wordt dus wel onderkend. Vraag (mondeling) Hoe is de haltering van de bushaltes geregeld in relatie tot het milieu en de woongebieden? Antwoord: In het nieuwe station halteren de bussen ter hoogte van de treinen; bij het station komen inpandige bushaltes, dus de vervuiling komt niet in de woonomgeving. Bovendien is er in Breda nu al sprake van meer schonere bussen dan elders. Water. Mevrouw A. van Gorp –Franken, Merkt op dat in de plannen staat aangegeven dat de bestaande woonschepen gehandhaafd blijven. Zij informeert naar de locatie en de omstandigheden. Antwoord: De bestaande woonschepen kunnen in eerste instantie in de Belcrumhaven blijven liggen. Bij de uitwerking van het Havenkwartier wordt gekeken naar de exacte lokatie van deze ligplaatsen. Mevrouw A. van Gorp – Franken, Vraagt of er rekening is gehouden met de hoogte van de bruggen i.v.m. de woonschepen. Antwoord: De huidige hoogte van de bruggen rond het gebied is in eerste instantie uitgangspunt. Voor de nieuwe bruggen worden tezijnertijd plannen gemaakt. Mevrouw A. van Gorp – Franken, Stelt dat is aangegeven dat de Belcrumhaven een ander waterpeil krijgt. Is dan de conclusie dat er geen open verbinding meer is met de reeds bestaande Belcrumhaven? Antwoord: De waterhuishouding en de waterberging heeft de aandacht. Voorbeelden: Liniepark vijver, Waterakkers Teteringen. De berging van het water zal bij de uitwerking van het plangebied Markoevers en Havenkwartier worden meegenomen. Indien de verlengde Belcrumhaven een functie krijgt in de waterberging is het niet gewenst deze aan te sluiten op de huidige Belcrumhaven. De heer L. Siebers, Pleit voor méér water door de Mark en de Markendaalseweg, geen verhoogde vijver zoals nu in de plannen opgenomen. Als de benedenstroom van de Mark zo “rijk” wordt, dan moet de benedenstroom het wel kunnen geven, water moet aangevoerd kunnen worden. Antwoord: Juist het gebied van de Markoevers wordt “omgevormd” en is een belangrijk kerngebied in de totale structuurvisie. Om de natuurlijke uitstraling te behouden zal dit gebied goed vorm moeten worden gegeven. Bij de ontwikkeling zullen ecologen worden betrokken. De plannen voor het water in de binnenstad vormen geen onderdeel van deze Structuurvisie. Vragen over de planning van de komende jaren. De heer Floris, Geeft aan dat diverse werkzaamheden in het gebied van de Drie Hoefijzers dit jaar starten. Hij vraagt zich af waarom de planning voor de Drie Hoefijzers zo laat is, van 2010 –2020 en wat de reden is dat de planperiode zo lang is? Antwoord: Als eerste staat het station en het Stationskwartier in de planning. Aandacht hiervoor is nodig; de planologische – en financiële uitwerking moeten nog plaatsvinden. In de totale planning zit flexibiliteit ingebouwd, waar mogelijk zal eerder worden begonnen met het opstellen van een bestemmingsplan voor bepaalde deelgebieden. 6. •
Sluiting. Om 22.00 uur sluit de voorzitter de informatiebijeenkomst onder dank voor de aanwezigheid en de inbreng.
- Deel na de pauze Dinsdag 2 maart 2004 5.
Vragen – reacties van de aanwezige en de beantwoording daarvan.
De plannen in het algemeen: Vraag van dhr.E.Neve: Waarom wordt niet het hele Liniekwartier bij de plannen betrokken.?De grote hoeveelheid nieuwe bouwlocaties leiden tot een plan dat de hele Linie aanpakt. Antwoord: De Structuurvisie Via Breda speelt vooral in op het wegtrekken van de industrie. Er is een ander, aansluitend plan voor de ontwikkelingen in Breda Noordoost, dat is opgesteld in een samenwerking van buurtbewoners, de woningbouwcorporaties en de gemeente. Op 27 maart wordt in het winkelcentrum Hoge Vucht een manifestatie gehouden met betrekking tot dat plan. Vraag van dhr. E. Neve: Waar komt exact de Stationslaan in oostelijke richting te liggen? Dit in verband met een aantal mogelijke onteigeningen. Antwoord: De Stationslaan sluit aan op de Christiaan Huygensstraat, de Liniestraat en de Doornboslaan. Hij grenst aan de woningen aan de noordzijde van de Liniestraat en wordt 25 tot 30 meter breed. Het betekent dat een pand aan de Vuchtstraat naast de flat, een woonwagen en het rijtje huizen aan de zuidzijde van de Liniestraat niet kan worden gehandhaafd. Vraag van dhr. C. Verpalen: Waarom wordt er niet een integraal plan gemaakt? Nu worden alleen de Brelcrum en de Spoorbuurt aangepakt en over een aantal jaren de aangrenzende gebieden. Hoe moet het met bv. de militaire gebieden die vrijkomen? Antwoord: Tegelijk met deze plannen wordt ook een structuurvisie voor de gehele stad voorbereid. Dan worden er ook herstructureringsgebieden aangewezen en verdere ontwikkelingen voor Breda gepland. Medio 2005 zal de structuurvisie voor heel Breda in worden behandeld. Vraag van dhr. I Buijnsters: Waarom wordt het gebied rond de Slingerweg niet in de planvorming betrokken? Antwoord: De Slingerweg is niet in het plan opgenomen, omdat dit deels een jong bedrijventerrein is waarvan niet te verwachten is dat er op korte termijn bedrijven zullen vertrekken. Vraag van dhr G, van Arendonk: Zijn er al plannen voor de huizen aan de Oranjesingel (naast Interbrew)? Antwoord: In de visie is het deelgebied Drie Hoefijzers opgenomen. Uitgangspunt hierin is dat de woningen aan de Singel grotendeels gehandhaafd blijven. In een detailuitwerking die gemaakt gaat worden voor dit deelgebied zal duidelijk worden hoe deze ingepast kunnen worden. Vraag van dhr. T. van der Linden: 1.Wordt de nieuwe Stationslaan ter hoogte van het station onderbroken om een nieuwe oost-west snelweg langs een druk gebied te voorkomen? 2. Moet het opknappen van de Speelhuislaan met het nieuwe plan (zoals het laten vervallen van het doorgaande karakter) wederom tientallen jaren worden uitgesteld? 3. Waarom wordt er niet gesproken over eengezinswoningen in de nieuwe buurten? Deze hebben immers een grote invloed op het veiligheidsgevoel in de wijk? 4. Hoe kan het bestaan dat met een geplande uitbreiding van het groen in het Liniepark via een artikel 19 –procedure uitbreiding van de moskee bewerkstelligd wordt? Antwoord: 1. De voetgangers en de fietsers in noord-zuidelijke richting hebben het primaat. Er zullen echter ook auto’s rijden in oost-westelijke richting. 2. Er is hiervoor nog geen exact jaartal te noemen. Het gaat zeker geen tientallen jaren duren. 3. Er komen ook eengezinswoningen, het wordt een mix van hoog- en laagbouw. 4. Dit onderwerp komt aan de orde in de plannen voor Breda Noord-Oost die binnenkort gepresenteerd worden. Vraag: Waarom komen er niet meerdere kleine parkjes in plaats van het Liniepark te vergroten?
Antwoord: Meerdere parkjes geven kwaliteit aan een woonbuurt. Er zijn dan ook meer woningen met uitzicht op een park. Tevens speelt de waterberging een rol. Het bebouwde oppervlak moet gecompenseerd worden door gebieden die water vasthouden. Vraag : Gaat de noord-zuidverbinding over het spoor heen of er onder door? Antwoord: Onder het spoor door. De passage wordt verlengd van 7 meter naar 20 meter, en verbreed van ruim 2 naar ongeveer 3 meter. Er komt heel veel daglicht van bovenaf. Je kunt vanuit de passage altijd naar buiten kijken. Vraag van dhr. H. Mulders: Moeten de bestaande woningen aan de Liniestraat verdwijnen voor de aanleg van de Stationslaan? Antwoord: De Stationslaan sluit aan op de Christiaan Huygensstraat, de Liniestraat en de Doornboslaan. Hij grenst aan de woningen aan de noordzijde van de Liniestraat en wordt 25 tot 30 meter breed. Het betekent dat een pand aan de Vuchtstraat naast de flat, een woonwagen en het rijtje huizen aan de zuidzijde van de Liniestraat niet kan worden gehandhaafd. Op 17 maart wordt er een huis-aan-huis krant verspreid in Breda Noordoost over de plannen voor die wijken. Bereikbaarheid en ontsluiting Vraag van dhr. C. Verpalen: Hoe wordt het busvervoer afgewikkeld? Wat is de toekomst van de tunnel? Antwoord: Het busstation komt op dezelfde hoogte als de sporen te liggen in een gebouw achter het station. Er komt één groot platform van waaraf de bussen vertrekken. Ze rijden door de oostelijke tunnelbuis naar de binnenstad, en vervolgens waarschijnlijk via de Mauritsstraat en de Valkenstraat. De verdere afwikkeling van het verkeer is op dit moment nog niet duidelijk. In ieder geval blijft de westelijke buis open voor autoverkeer. Vraag van dhr. van Beek: Wat zijn de plannen met het deel Singel tussen de Doornboslaan en de ontsluiting bij de Markoevers voor het verkrijgen van een goede doorgang van het langzaam verkeer in de richting van het centrum? Antwoord: De Singel zal straks niet meer gebruikt worden voor doorgaand autoverkeer. Totdat deze is heringericht zullen over de Singel nog bussen rijden naar de zuidkant van het station. Er zullen goede voorzieningen worden getroffen voor fietsers en voetgangers, maar daar zijn nog geen concrete plannen voor. Veiligheid Vraag van dhr. Veeger: Hoe zit het met het transport van gevaarlijke stoffen, m.n. in het Stationskwartier? Antwoord: In de bestaande wijken worden de huizen door de nieuwe bebouwing beter afgeschermd. Eventueel zal de functie van gebouwen die bij het spoor liggen worden gewijzigd. De nieuwbouw blijft in ieder geval op veilige afstand van het spoor, volgens de wettelijke regels. Ook zal met de vervoerder worden gezocht naar alternatieve routes. Vraag van dhr. B. Lindeboom: Op de Terheijdenseweg, bij de ingang naar de Lachapellestraat, bevinden zich een houthandel en een aannemer. Hier ligt veel asbest dakbedekking. Zijn er plannen deze bedrijven te verplaatsen? Antwoord: Dit is in het kader van dit plan niet aan de orde. Wel in het kader van de later deze maand te presenteren plannen voor Breda Noord-Oost. In het algemeen geldt wel dat er eerst een asbestinventarisatie wordt gemaakt. Deze wordt vervolgens volgens de geldende regels (d.i. na het verkrijgen van een vergunning en door ‘mannen in witte pakken’) verwijderd.
Vraag van dhr. H. Hilhorst: Medio 2004 zou de brouwerij worden ontmanteld. Volgens de huidige plannen wordt met de Drie Hoefijzersbuurt pas gestart in 2010. Hoe denkt de gemeente in de tussenliggende periode de veiligheid in dat gebied te waarborgen (gelet op leegstand van panden e.d..)? Antwoord: Hierover is overleg met Interbrew. Er wordt gedacht aan tijdelijke andere functies van de gebouwen. Planning over de jaren heen Vraag van dhr. M. Lolcama: Wanneer zijn de buurtplannen voor de Spoorbuurt/Belcrum gereed en hoe passen deze in de meerjarenplanning (voor en tijdens de bouw van het Stationskwartier)? Antwoord: Deze plannen zullen kort na de Structuurvisie worden gepresenteerd en besproken en worden vastgesteld vóór de start van de feitelijke bouw van de spoorzone. Vraag van dhr. H. Dirie: Wanneer wordt begonnen aan de Stationslaan? Moeten er huizen wijken voor de aanleg? Antwoord: Met de aanleg van het westelijke stuk van de Stationslaan (tussen Belcrumweg en Terheijdenseweg) wordt op korte termijn begonnen. Het geheel zal duren tot de opening van het station in 2007. Het tweede deel (tussen Terheijdenseweg en Doornboslaan) is later aan de beurt. Voor het antwoord op de tweede vraag: zie boven bij vraag dhr. Verpalen. Vraag van dhr. Baas: Wanneer wordt het terrein van de brouwerij onder handen genomen? Wat gaat er specifiek gebeuren met Ceresstraat 21, dat nu in het bezit is van Interbrew? Antwoord: Bij de uitwerking van het deelgebied Drie Hoefijzers zal worden bekeken hoe bestaande bebouwing kan worden ingepast. Uitgangspunt in de uitwerking die in de structuurvisie is opgenomen is dat deze woning gehandhaafd blijft. Vraag van dhr. Willems: Hoe is de nieuwe verkeerssituatie in het plan? Staan de ontwikkelingen los van elkaar of zijn ze qua fasering afhankelijk van elkaar? Antwoord:
De Stationslaan en de Belcrumweg worden aangepast in het kader van de aanleg van het nieuwe station terminal. De rest van het plan wordt pas uitgevoerd als de terreinen in kwestie worden ontwikkeld. Vraag van dhr.E. Neve: Vanwege het verdwijnen van Euretco is het Liniepark in het plan opgenomen. Euretco gaat over een paar maanden weg. Waarom is de herinrichting van dit gebied pas in 2015 gepland? Antwoord: Uitgangspunt van de visie is dat samenhangende gebieden gelijktijdig ontwikkeld worden. Aangezien over het naastgelegen complex van de Faam nog geen duidelijkheid is vooralsnog deze datum opgenomen. Er blijft in ieder geval nog een bruikbaar kantoor over op het terrein. Vraag van dhr. M. Marijnissen: Worden er in de toekomst bedrijven (bv. de CSM) gedwongen weg te gaan als ze niet meer in het plaatje passen? Antwoord: Er is een structuurvisie gemaakt voor het gehele gebied. Hiermee worden incidentele projectontwikkelingen voorkomen. Er is nu nog geen zekerheid over of alle bedrijven weggaan. Dit is in eerste instantie aan de bedrijven zelf, daarmee is dus ook niets duidelijk over de plaats waar ze eventueel naar toe moeten. Milieuaspecten en water Vraag van dhr. van Beek: Welke niveaus van milieubelasting (geluid en trillingen) worden acceptabel geacht of welke maatregelen worden getroffen om overlast te voorkomen? Antwoord: De aanvoerroute van materialen voor het station geschiedt vanaf de Belcrumweg via het nieuwe
tracé Stationslaan. De route zal in ieder geval zo kort mogelijk op de hoofdinfrastructuur aansluiten. Door de nieuwe bebouwing worden de bestaande gebouwen afgeschermd voor geluid. In het Stationskwartier zal door adequeate functietoedeling geprobeerd worden de overlast zo klein mogelijk te houden, bv. de aanleg van parkeergarages of kantoren langs de sporen. Als dit niet genoeg oplevert wordt gedacht aan gebouwgeïntegreerde maatregelen. Dit gebeurt in overleg met de ontwikkelaars. In het algemeen geldt dat voor elke nieuwe ontwikkeling de wettelijke normen van toepassing zijn. Vraag van dhr. M. Marijnissen: Wordt de Mark schoongemaakt en in de toekomst regelmatig gereinigd, gezien de huidige kwaliteit van het water en de toekomstige bouw van woningen aan het water? Antwoord: Aan de zuidzijde worden maatregelen genomen tot vermindering van de aanvoer van slib en vuil water. De Mark zal worden uitgebaggerd. Dit zal ook in het onderhoudsprogramma worden opgenomen. Vraag van dhr. N. Jalving: De jachthaven De Werve wordt binnenkort verplaatst. Is deze plaats dan definitief of zal deze weer verhuizen t.g.v.de plannen? Hoe hoog wordt de doorvaarhoogte van de brug? Doet de gemeente nog iets met historische schepen in de Belcrumhaven? Antwoord; Hoe het water wordt aangelegd moet nog verder worden uitgewerkt in deelplan voor het gebied Havenkartier en Markoevers. Nieuwe bebouwing Vraag van dhr. W.S. van Ommeren: Door de toekomstige nieuwbouw wordt het uitzicht van de huidige bewoners van het Stationskwartier belemmerd. In hoeverre is er invloed uit te oefenen op de hoogte en plaatsing van de appartementen rond het station? Antwoord: Momenteel wordt het Bestemmingsplan Stationskwartier opgesteld. Deze procedure heeft een inspraakronde. Vraag van C.G.J. Volmer: Is er al iets bekend over het type bebouwing en de bouwhoogtes die aan de noordzijde van het station gebouwd gaan worden? Antwoord: Deze hoogte is door de gemeente vastgesteld op drie bouwlagen, afgestemd op de hoogte van de huidige woningen in de Belcrum. In het Bestemmingsplan Stationskwartier wordt de maximale hoogte vastgesteld. Vraag van dhr. B. Lindeboom: Worden inderdaad alle opstallen van de Faamfabriek, dus ook de prachtige pijp gesloopt? Wat is de status van “de muur”, het hoofdgebouw en de pijp van de Faam? Antwoord: Inpassing van cultureel erfgoed in de plannen is een belangrijk streven van de gemeente. Er zal dus alles aan gedaan worden om de pijp te behouden. Het gebouw, de muur en de pijp zijn geen Rijksmonument, maar vallen onder de gemeente. In de uitwerking van het deelgebied wordt bekeken hoe bestaande bebouwing met monumentale waarde kan worden ingepast. OV-terminal Vraag van dhr. J. v.d. Heijden: Wordt er al rekening gehouden met een transferium of andere voorzieningen? Waar blijft het blik? Antwoord: De terminal is een multimodale knoop. Hierin komen fietspaden en fietsenstallingen. Er stoppen bussen. Onder en bij het gebouw komt een parkeerkelder met minimaal 800 parkeerplaatsen. Vraag van dhr. Rodenburg: Wanneer komen de bussen aan de noordkant van het spoor? Antwoord: Zodra de terminal af is. Vragen met betrekking tot de functies: wonen, werk, zorg en cultuur. Vraag van M. Prinse:
1. Hoe wil de gemeente bedrijven aantrekken? Is de centrale ligging van Breda daarvoor voldoende? Wat is de meerwaarde van Breda ten opzichte van omringende steden met soortgelijke projecten? 2. Wie of wat worden de nieuwe doelgroepen? Antwoord: 1.Er is nog niet concreet aan acquisitie gedaan. In de voorbereiding daarvan worden nationale en internationale organen betrokken, de Kamer van Koophandel e.d.. Breda is de westelijke ontsluiting van het hele gebied, dus het ligt voor de hand de zakelijke dienstverlening hier te vestigen. 2. De oude doelgroepen blijven, maar er worden nieuwe aan toegevoegd. Het gaat hier om groepen die ruimte te kort komen, dus ook bv. om studenten. Er wordt gekeken naar welke plaats voor welke doelgroep het meest geschikt is. Vraag van dhr. M. Marijnissen: Ontstaat er geen milieuprobleem als de CSM blijft op de huidig plaats? Antwoord: De gemeente en de provincie zijn in overleg met de CSM over een nieuwe milieuregeling die toegepast is op de veranderde situatie. Vraag van dhr. Veeger: Welke zijn specifieke functies op het gebied van cultuur, zorg en onderwijs die voor het gebied bedacht zijn (m.n. in het Stationskwartier)? Antwoord: Voor cultuur zijn dit zowel voorzieningen voor producenten en afnemers als plaatsen voor evenementen . Het is nog niet bekend wat op welke plaats wat zal komen. Wat betreft zorg wordt gedacht aan scholen, parken en welzijnsinstellingen voor de bestaande buurten, en stedelijke functies (bv. een gezondheidscentrum) . Ook biedt het plan ruimte voor topvoorzieningen (bv. topsport). Dit moet allemaal nog verder uitgewerkt worden. Vraag van dhr. Sluiters: Waar blijven de woonschepen? Worden die niet in een uithoek gestopt? Antwoord: Voor woonschepen wordt een regeling getroffen. Ook deze is nog niet concreet uitgewerkt. Vooralsnog is de huidige ligplaats het uitgangspunt. Overige vragen Vraag van mevr. E. Stier: Hoelang mag iemand nog blijven wonen in zijn huis nadat een onteigeningsprocedure is aangevangen? Antwoord: Je mag blijven wonen totdat het onteigeningsvonnis is getekend. De onteigeningsprocedure heeft een bestuurlijke en gerechtelijke fase en duurt gemiddeld zo’n drie jaar. De gemeente zal echter altijd proberen te komen tot een minnelijke verwerving. Vraag van dhr. M. Marijnissen: Wat is de hoogte van de financiële bijdrage van de gemeente, het Rijk, de EU en eventuele bedrijven? Antwoord: De kosten voor de OV-Terminal en de infrastructuur bedragen circa 75 miljoen euro. Globaal kan worden gesteld dat ongeveer 30% door de gemeente wordt bijgedragen en het overige door externe partijen. Over de exacte bijdrage van het Rijk, de Provincie en NS-vastgoed wordt nog gesproken. Dit hangt mede samen met een aantal voorwaarden die door het Rijk in december 2003 gesteld zijn. 7. •
Sluiting. Om 22.00 uur sluit de voorzitter de informatiebijeenkomst onder dank voor de aanwezigheid en de inbreng.