Deel A Structuurvisie Spoorzone 2025
5
Structuurvisie Spoorzone 2025 (deel A)
6
Structuurvisie Spoorzone 2025 (deel A)
Inleiding
7
Structuurvisie Spoorzone 2025 (deel A)
Via Breda
8
Structuurvisie Spoorzone 2025 (deel A)
Inleiding 1. Inleiding
Via Breda is het begrip dat staat voor de ontwikkeling van de Spoorzone in het centrum van de stad. Een vernieuwende en uitdagende aanvulling op die stad. Maar vooral een kwaliteitsverbetering. Met interessante kansen voor ondernemen, wonen, werken en cultuur. Via Breda ontwikkelt zich, onder regie van de overheid, in een nauw samenspel met ondernemers. Ontwikkeling, invulling en fasering sluiten aan bij kansen die zich in de markt voordoen. Eén oog voor de stad en één oog voor de markt geven scherpte en diepte aan het perspectief voor Via Breda.
1.1 Via Breda Breda ontwikkelt zich van een Bourgondische en groene stad tot een Europese stad, centraal gelegen tussen de Randstad en de Vlaamse Ruit. Die sprong is mogelijk door de aansluiting op het Europese hogesnelheidsspoorwegnet. De stuwkracht van dit Nieuwe Sleutelproject (NSP), dat vorm en inhoud krijgt in het nieuwe Stationskwartier, geeft dynamiek aan de omringende Spoorzone. Via Breda staat niet op zichzelf, maar past binnen de ontwikkelingen die zich in de stad en de regio voltrekken. Het is een nieuw stadsdeel dat complementair is aan de bestaande stad. De uitdaging voor zowel overheid als markt ligt in het toevoegen van een programma met ruimtelijke en architectonische kwaliteiten. Via Breda sluit aan op de kaders die Breda voor haar stedelijke ontwikkeling heeft vastgesteld, zoals het Structuurplan Binnenstad, het project Samenwerken aan Leefbaarheid (stedelijke vernieuwingsopgave Breda Noordoost), Perspectief Wonen, de Milieuvisie 2015, Geschikt Wonen voor Iedereen, Sociaal Breda in Beeld, het Verkeersplan Breda, de Nota parkeren en stallen, de Nota Cultuur, etc.. Binnen de Spoorzone is er een sterke relatie met de buurtplannen die opgesteld zijn voor Belcrum en Spoorbuurt en het Masterplan Centraal Breda.
9
Structuurvisie Spoorzone 2025 (deel A)
1.2 Breda in verbinding met Europa Breda is een (inter)nationaal knooppunt van vervoersstromen en een belangrijke schakel in het regionale netwerk. De ligging van Breda biedt volop kansen voor een sterke economische ontwikkeling met een nationale meerwaarde. Door de aanleg van de HSL-Shuttle krijgt Breda in de richtingen Rotterdam/Amsterdam en Antwerpen/Brussel aansluiting op de HSL-Zuid. Shuttletreinen zorgen in de toekomst voor directe treinverbindingen met deze steden. De verbreding van de rijksweg A16 verbetert ook de autobereikbaarheid via de ruit van snelwegen rond de stad. Deze verbinding met het Europese netwerk van hogesnelheidslijnen geeft Breda, en daarmee de Brabantse regio, een sterke impuls om zich hoogwaardig te ontwikkelen. De aanwijzing door het Rijk tot Nieuw Sleutelproject geeft de stad de kans om het Stationskwartier te ontwikkelen. Deze transformatie van het Stationskwartier vormt als het ware het vliegwiel voor de herontwikkeling van het hele Spoorzonegebied. Via Breda heeft een attractiviteit die veel verder reikt dan Breda. De metamorfose van de Spoorzone tot een hoogwaardige omgeving voor wonen, werken en leven versterkt de economische, sociale, culturele en fysieke structuur van zowel Breda als de omliggende regio.
10
Structuurvisie Spoorzone 2025 (deel A)
1.3 Via Breda; een structuurvisie
1.4 Proces
Flexibiliteit in functies en slagvaardigheid in planning zijn, gezien de lange ontwikkelingstermijn, van groot belang. Een sterke hoofdstructuur met afzonderlijk te ontwikkelen deelgebieden is hiervoor het raamwerk. De wens tot het vastleggen van de ruimtelijke en functionele hoofdlijnen, als instrument voor de bewaking van duurzame kwaliteit, staat echter haaks op deze noodzaak tot flexibiliteit.
Het vertrekpunt voor de ontwikkeling van de Structuurvisie Spoorzone wordt gevormd door de nota Verkenningen Sleutelproject Spoorzone Breda (Gemeente Breda; november 1999). In het voorjaar van 2000 is een Spoorboekje vastgesteld voor de verdere uitwerking van de Verkenningen.
In deze Structuurvisie Spoorzone is gezocht naar de balans tussen het vastleggen van de kwalitatieve hoofdlijnen en ruimte voor zich aandienende initiatieven. De Structuurvisie vormt daarmee de basis en de argumentatie voor het inzetten van een instrumentarium dat realisatie mogelijk maakt, zoals het nemen van voorbereidingsbesluiten en het opstellen van bestemmingsplannen. Enkele deelgebieden binnen Via Breda zijn al uitgewerkt. Het Masterplan Centraal Breda beschrijft de ontwikkeling van het Stationskwartier. Voor de (bestaande) buurten Belcrum en Spoorbuurt zijn buurtplannen opgesteld. Dit document schetst de visie op de ontwikkeling van Via Breda. Het vormt het beleidskader waarbinnen in de komende twintig jaar de transformatie van het huidige Spoorzonegebied tot een hoogwaardig stedelijk gebied voor wonen, werken, zorg en cultuur plaats kan vinden. Deze Structuurvisie Spoorzone legt de kaders vast en verbindt functies aan bepaalde gebieden. Concreet gaat het om: De ruimtelijke functionele kaders: • Structuurdragers • Deelgebieden De programmatische kaders: • Omvang ontwikkeling • Deelaspecten, wonen, werken, zorg, cultuur Realisatiekader: • Kaders voor samenwerking • In te zetten instrumenten • Fasering van de deelgebieden • Monitoring en evaluatie
11
Structuurvisie Spoorzone 2025 (deel A)
Voor de Structuurvisie Spoorzone Via Breda is de uitwerking als volgt verlopen: Fase 1: Programma van Doelen Fase 2: Concept-Structuurvisie Spoorzone (Via Breda) Fase 3: Definitieve Structuurvisie Spoorzone (Via Breda) Fase 1 is in januari 2002 afgerond met de nota Programmadoelen Masterplan Spoorzone (Gemeente Breda; januari 2002). Die nota gaf richting aan de verdere uitwerking. Met het vrijgeven van de Concept-Structuurvisie Spoorzone in februari 2004 is fase 2 gestart. Het vormde het begin van een consultatieperiode waarvan de reacties in een nota van commentaar zijn gebundeld. Deze reacties hebben geleid tot een aantal aanvullingen en aanpassingen die in deze definitieve Structuurvisie zijn te vinden. Het perspectief dat met deze Structuurvisie Spoorzone wordt geschetst, vraagt om brede instemming. Naast de consultatie is in het voorjaar van 2004 een groot aantal instanties en belangstellenden over de Concept-Structuurvisie geïnformeerd. In het najaar van 2003 vond een eerste expertmeeting met de top van de Nederlandse vastgoedwereld plaats. Ook op het gebied van cultuur wordt een expertmeeting voorbereid. De expertmeetings beogen een verdieping te geven en de resultaten worden meegenomen in de verdere vertaling van de Structuurvisie.
1.5 Programma, ruimte en realisatie in balans Het evenwicht tussen het programma, de ruimtelijke potenties en de realisatiemogelijkheden vormt de basis voor deze visie. In de onderlinge samenhang schuilt de kracht om in een langetermijnperspectief een hoogwaardige ontwikkeling van het gebied van de grond te krijgen. Een continue afstemming van programma, ruimte en realisatie is in de planontwikkeling voorzien. Het programma wordt bepaald door de vraag wat Breda wil en kan, maar ook door wat het gebied te bieden heeft. Het ruimtelijk kader bepaalt in belangrijke mate de mogelijkheden voor vastgoedontwikkeling. Financiën, juridische factoren, acquisitie, fasering en de mogelijke samenwerkingsvormen met ondernemers bepalen de manier waarop Via Breda verder kan worden uitgewerkt. Wat wil en kan de stad. Wat is de betekenis van de Spoorzone.
Mogelijkheden voor vastgoed-ontwikkelingen.
Ruimtelijke potenties
Programma
STRUCTUURVISIE Spoorzone
1.6 Leeswijzer De Structuurvisie Spoorzone is als volgt opgebouwd:
Deel A legt beleidskader vast waarbinnen de ontwikkeling kan plaatsvinden: • Gestart wordt met de na te streven ambities en doelstellingen. (Hoofdstuk 2: De Opgave). • De programmatische uitgangspunten zijn beeldbepalend voor de ontwikkeling. Aangegeven is welke strategische keuzen zijn gemaakt en hoe het functioneel programma voor het gebied is samengesteld (Hoofdstuk 3: Programma). • De positionering van Via Breda in de stad, de ruimtelijke en functionele ontwikkelingsvisie voor het gebied zijn in het vierde hoofdstuk beschreven (Hoofdstuk 4: Ruimte). • Om tot uitvoering van het plan te komen zijn de realisatiemogelijkheden kwalitatief verkend (Hoofdstuk 5: Realisatie).
Deel B geeft de uitgangspunten aan voor de uitwerking van de deelgebieden in de toekomst: • Binnen Via Breda zijn meerdere deelgebieden te onderscheiden. Naast een aantal algemene uitgangspunten zijn per deelgebied de uitgangspunten voor een verdere uitwerking beschreven (Deel B: Uitwerking in Deelgebieden).
Realisatiemogelijkheden Financieel Juridisch Acquisitie Fasering
12
Structuurvisie Spoorzone 2025 (deel A)
De opgave
13
Structuurvisie Spoorzone 2025 (deel A)
Positionering Zuidelijk Vervoerknooppunt Breda
Amsterdam
Den Haag Arnhem Utrecht
HSL-OOST AMSTERDAM-KEULEN
Rotterdam
BREDA OV-netwerk BrabantStad
Ruhrgebied
Structuurdagers HSL Shuttle
Eindhoven Antwerpen
Shuttle (in studie) HSL-Terminal / Nieuw Sleutelproject
Luik
Gebieden Stedelijk netwerk
Accenten Brussel Agglomeratie Parijs
HSL-ZUID AMSTERDAM-PARIJS
14
Structuurvisie Spoorzone 2025 (deel A)
Mainports luchthaven / zeehaven Zuidelijk Vervoerknooppunt Breda
De opgave; strategische positionering 2. De opgave; strategische positionering
Het vrijkomen van industrieterreinen biedt Breda de ruimte om zich verder te ontwikkelen. De strategische positie van Breda tussen de stedelijke netwerken, de ligging in BrabantStad èn de komst van de HSL-aansluiting maken de sprong mogelijk naar een aantrekkelijke, kwalitatieve en bereikbare stad in een dynamische regio. Economie, wonen, ruimtelijke indeling, het sociale en culturele leven, milieu, verkeer en vervoer hebben alle baat bij de impuls die Via Breda geeft. Ook als vestigingsplaats gaat Breda in een hogere divisie spelen.
2.1 De betekenis van Via Breda De historische binnenstad, het groene buitengebied, de parken in de stad, het Bourgondisch karakter en het culturele leven maken van Breda een prettige en aantrekkelijke woon- en werkstad. Voor Breda is dé uitdaging om dit ook in de toekomst te zijn en blijven. In de economie van de 21e eeuw zijn kennis, netwerken, creativiteit, ontmoeting en uitwisseling dominante begrippen. Bepaalde typen bedrijven vertrekken naar elders, andere groeien juist hier door. Waar voorheen de nabijheid van arbeid, kapitaal en grondstoffen de belangrijkste vestigingsfactoren waren, zijn nu aantrekkelijkheid van de omgeving, kwaliteit en bereikbaarheid bepalende factoren. Uit sociaal en economisch oogpunt is een blijvende zorg voor brede werkgelegenheid van groot belang. Om ook in de toekomst werkgelegenheid, woongenot en levendigheid te kunnen bieden is het nodig de kansen die zich voordoen aan te grijpen.
15
Structuurvisie Spoorzone 2025 (deel A)
Breda is van oudsher een knooppunt van internationale verbindingen. De centrale ligging tussen belangrijke economische centra (Randstad en Vlaamse Ruit) en als westelijke poort tot BrabantStad geeft de stad een sterke positie. In toenemende mate vervult Breda een rol van betekenis in het Europese netwerk van rail- en wegverbindingen. De toekomstvisie van Breda is erop gericht deze rol te versterken door zich te profileren als het Zuidelijk Vervoerknooppunt. De aanleg van de HSL-Zuid en de aansluiting hierop met HSL-shuttles versterkt het huidig stedelijk profiel. Andere Europese steden komen, in tijd gemeten, snel dichterbij. De ruit van snelwegen rond de stad en de verbreding van de A16 maken het bereikbaarheidsprofiel compleet. Het openbaar vervoernetwerk BrabantStad ontsluit Brabant en is via Breda verbonden met het Europees HSL-netwerk. BrabantStad is het samenwerkingsverband tussen de provincie Noord-Brabant, de regio Eindhoven (SRE) en de steden Breda, Eindhoven, Helmond, ‘s-Hertogenbosch en Tilburg. Gemeenschappelijk streven zij naar de ontwikkeling van een duurzaam kwalitatief stedelijk netwerk, in economische, sociale, culturele en fysieke zin. Samen ook formuleerden zij de ambities en visie over de (inter)nationale bereikbaarheid
2.2 Via Breda; een nieuw stadsdeel van Brabant en de Brabantse steden. De ontwikkeling van het OVnetwerk BrabantStad is één van de speerpunten in het programma ‘BrabantStad ontsloten’. Het lokale HOV-(hoogwaardig openbaar vervoer)netwerk is een investering in de regionale bereikbaarheid. Het HOV vormt een snelle comfortabele OV-verbinding tussen de stadscentra van Oosterhout, Etten-Leur en Breda. De kleinere kernen om deze centra kunnen door goede aansluitingen ook optimaal profiteren van de snelle verbinding. Met deze verbinding is een regio van ruim 250.000 inwoners aangesloten op het netwerk. Met het OVnetwerk BrabantStad en het HOV ontstaat een fijnmazig en hoogfrequent netwerk van OV-verbindingen, zodat de hele Brabantse regio kan profiteren van de aansluiting op de HSL. De ligging van Breda, de aandacht voor duurzaamheid en de economische, culturele en ruimtelijke diversiteit geven de stad veel potentie. Via Breda benut deze en biedt de mogelijkheid tot een verdere ontwikkeling als aantrekkelijke, kwalitatieve en bereikbare stad. De ontwikkeling zorgt voor verbetering van de leefkwaliteit en milieusituatie in dit centrale deel van de stad.
In documenten als de Stadsvisie, de Verkenningennota en de Programmadoelen is al richting gegeven aan de ontwikkelingsmogelijkheden van Via Breda. Deze Structuurvisie Spoorzone richt zich op de transformatie van de industriegebieden in de nabijheid van het spoor. Deze transformatie past in een ontwikkeling die in meerdere steden plaatsvindt. Bepaalde industrie verlaat de binnenstad en schept daarmee nieuwe kansen. De ligging nabij het centrum, de goede bereikbaarheid en de aanwezigheid van een internationaal vervoersknooppunt maken dat het gebied zich kan ontwikkelen tot een nieuw stedelijk milieu in de stad. Het gehele gebied beslaat ongeveer 160 hectare, binnen dit gebied zijn ook de woonbuurten Belcrum en Spoorbuurt en het Stationskwartier gelegen. Voor de woonbuurten zijn afzonderlijke buurtplannen opgesteld, gericht op een extra zorgvuldig beheer in de realisatiefase van Via Breda en een extra kwaliteit na realisatie. Voor het Stationskwartier is in mei 2003 een Masterplan Centraal Breda opgesteld. Deze gebieden kennen een grote verwevenheid met deze structuurvisie maar worden niet nader uitgewerkt. Het plangebied van deze Structuurvisie Spoorzone is daarmee netto ongeveer 100 ha groot.
Plangebied Spoorzone
16
Structuurvisie Spoorzone 2025 (deel A)
De ontwikkelingspotenties van Via Breda zijn gericht op: • Een versterking van de economische, fysieke, sociale en culturele structuur van de stad; • Het creëren van een (inter)nationaal verblijfs- en vestigingsmilieu voor wonen, werken en voorzieningen; • Het creëren van kennis- en arbeidsintensieve werkgelegenheid. • Het realiseren van een aantrekkelijk en attractief gebied door functiemenging; • Het realiseren van stedelijke taakstellingen op het gebied van wonen en werken; • Het benutten van de kansen die gevormd worden door de openbaar-vervoerterminal (OV-terminal); • Het duurzaam inrichten en beheren van de omgeving; • Het verbeteren van de bereikbaarheid; • Verbetering van het milieu.
2.3 Doelen Via Breda In de Programmadoelen Masterplan Spoorzone (Gemeente Breda, januari 2002) zijn de doelstellingen voor Via Breda vastgelegd.
Functiemix Een mix van functies maakt Via Breda een levendig en attractief gebied. De functies versterken elkaar. Een versterking van de sociaal- economische structuur is de hoofddoelstelling. Dit vraagt om een programma dat de bestaande economische structuur aanvult. Via Breda als ontmoetingsplaats van en voor culturele uitwisseling, kennisoverdracht, innovatie en experiment geeft een verdere invulling van deze doelstelling. Een plek in de stad waar kennis en kunde wordt vergaard en uitgewisseld en waar ervaringen worden opgedaan. Woningbouw in het gebied geeft invulling aan de kwalitatieve en kwantitatieve behoefte van de stad. Een mix van specifieke doelgroepen bepaalt het karakter van een nieuw binnenstedelijk woonmilieu. De ontwikkeling als geheel draagt, in aansluiting op de plannen voor Breda Noord-Oost, zorg voor het ontstaan van een verbeterde en vernieuwde sociale structuur in het noordelijk deel van de stad.
17
Structuurvisie Spoorzone 2025 (deel A)
Ruimtelijk functionele doelen De creatie van een nieuw stadsdeel vergt een eenduidig ruimtelijk beeld. Van belang is om het nieuwe stadsdeel te verweven met de bestaande structuur van de stad, maar ook om het stadsdeel en de onderscheidende delen helder te structureren. In het gebied is een aantal voor de stad van belang zijnde structuurdragers aanwezig. Deze structuurlijnen zorgen voor identiteit, samenhang en verbindingen en zijn richtinggevend voor de ruimtelijke inrichting van het gebied. De verschillende ontwikkelingsgebieden zijn bepaald door hun ruimtelijke situering in het plangebied, de ruimtelijke samenhang en hun ontwikkelingspotenties.
Verkeer en vervoersdoelen Beheersing van de mobiliteit en een duurzame bereikbaarheid zijn de centrale verkeers- en vervoersdoelen voor Via Breda. Daarnaast is de bereikbaarheid een belangrijke voorwaarde voor de vestigingskwaliteit van het gebied. Betrouwbaarheid van alle vormen van vervoer staat hierbij voorop. De parkeerplaatsen liggen zo dicht mogelijk bij de functies en in gebouwde parkeervoorzieningen. De aanwezigheid van de internationale OV-terminal maakt dat het openbaar vervoer bijzondere aandacht krijgt. Het toekomstige openbaar vervoersknooppunt (OV-terminal) zal een optimale functionele en ruimtelijke benutting kennen. Nieuwe kansen van openbaar vervoer (HOV, OV-netwerk BrabantStad) krijgen een plek in Via Breda.
Milieudoelen De transformatie van het plangebied in Via Breda brengt op milieuvlak veel winst, in vergelijking met de huidige situatie. Een duurzame verbetering van het huidig leefmilieu op het gebied van geluid, bodem, geur, luchtkwaliteit en veiligheid is het doel. Per deelgebied zal het gewenste leefmilieu worden gedefinieerd. Via Breda als geheel krijgt een samenhangende en duurzame groenstructuur, die aansluit op de stad. Deze wordt mede bepaald door de inrichtingseisen aan de te onderscheiden deelgebieden voor de opvang en afvoer van hemelwater. De Ecologische Hoofdstructuur – waarvan de rivier de Mark deel uitmaakt - wordt versterkt.
Programma
18
Structuurvisie Spoorzone 2025 (deel A)
Breda maakt een schaalsprong, waarbij zowel de top wordt verhoogd, als de basis verbreed. Een profiel van internationale kwaliteit, maar ook een fijne stad om te wonen, werken en recreëren. Levendigheid versterkt een attractief vestigingsklimaat. Het Stationskwartier en de Markoevers krijgen het niveau van een internationaal centrum.
3.1 Een attractief vestigingsmilieu Via Breda voegt een nieuw stedelijk milieu toe. Een aanvulling op de bestaande stad: vernieuwend en uitdagend. Economische potenties worden maximaal benut. In sociaal opzicht wordt ruimte geboden aan specifieke en nieuwe doelgroepen. Binnenstad en Spoorzone vormen een nieuwe twee-eenheid met internationale allure. Deze ontwikkelingen dragen ertoe bij dat de schaalsprong die Breda momenteel maakt, bestendigd wordt. Zowel de economische, fysieke, sociale en culturele structuur worden naar een hoger niveau getild. Om deze schaalsprong te kunnen maken zijn de inspanningen gericht op zowel het “verhogen van de top”, alsook “het verbreden van de basis”. Via Breda profileert zich als een gebied met een mix van functies van hoge (inter)nationale kwaliteit en een wervende allure. Maar Via Breda versterkt ook het beeld van de gehele stad als fijne stad om in te wonen, te werken en te recreëren. Door een optimale mix van functies ontstaat een milieu waarin deze elkaar versterken. Door de transformatie ontstaat een gebied dat een vestigingsklimaat biedt voor nieuwe activiteiten. Het vertrek van industrieën uit de stad schept ruimte, maar vraagt ook om de creatie van nieuwe en vervangende werkgelegenheid. Via Breda creëert gewenste en benodigde nieuwe economische dynamiek. Er ontstaat ook ruimte om de kwantitatieve en kwalitatieve woningbehoefte van de stad in te vullen. Nieuwe werkgelegenheid en nieuwe bewoners zorgen voor een
19
Structuurvisie Spoorzone 2025 (deel A)
top verhogen
Programma voor de toekomst 3. Programma voor de toekomst
Internationaal
Stedelijk / regionaal
Lokaal
Een internationaal topniveau toevoegen aan Breda
Waarin wonen, werken, zorg en cultuur elkaar versterken Met een programma op drie schaalniveaus
basis verbreden
versterking van het draagvlak voor bestaande en nieuwe voorzieningen. Het gebied geeft kansen aan nieuwe voorzieningen op het gebied van cultuur, zorg en ontspanning, zodat ingespeeld wordt op tendensen als individualisering en vergrijzing. Met de ontwikkeling van dit programma in de stad blijft het buitengebied bespaard. Het programma van Via Breda richt zich op drie schaalniveaus: • De schaal van het gebied zelf; gericht op de (toekomstige) bewoners en gebruikers van de bestaande gebiedsdelen; • Het stedelijk-regionale schaalniveau; hierbij wordt invulling gegeven aan de stedelijke en regionale behoeften op het gebied van wonen, werken, zorg en cultuur; • Een (inter)nationaal topniveau met voorzieningen van allure voor wonen, werken, zorg en cultuur die de uitdrukking zijn van de potenties van het gebied.
3.2 Functioneel programma Levendigheid is een voorwaarde om een attractief vestigingsklimaat te realiseren. Levendigheid ontstaat door op centraal gelegen plekken in het gebied functies te realiseren, die zorgen voor 16-uurs activiteit. Er wordt gestreefd naar een diversiteit aan gebruikers en doelgroepen. Het programma is opgebouwd uit een mix van de functies werken, wonen, zorg en cultuur: • • • •
Werken: kantoren, bedrijfsruimten, detailhandel, horeca en commerciële vrijetijdsvoorzieningen; Wonen: de woning en de directe woonomgeving, gericht op een diversiteit aan doelgroepen; Zorg: Gezondheids- en ouderenzorg, onderwijs, sport en welzijn; Cultuur: de professionele uitoefening van kunsten; instituten, gezelschappen in fysieke gebouwen (museum, atelierruimte, podium, etc.).
Bereikbaarheid
top verhogen
Het verbindend element tussen deze functionaliteiten is de verkeersruimte en openbare ruimte. De verbetering van de bereikbaarheid is de basis waarop het functioneel programma kan worden gebouwd.
Internationaal
Stedelijk / regionaal
Lokaal
HSL + Transferium OV-netwerk BrabantStad A-16, Noordelijke rondweg
HOV OosterhoutEtten-Leur, OV-netwerk BrabantStad
Auto, OV, fiets
basis verbreden
20
Structuurvisie Spoorzone 2025 (deel A)
Breda neemt een bijzondere positie in als het gaat om het bedienen van de (inter)nationale markt. Gerenommeerde internationale ondernemingen kozen al voor Breda als vestigingsplaats. Het schaalniveau waarop Bredase kantoorhoudende bedrijven opereren is daarmee verder opgehoogd; van een primair regionale rol naar een (inter)nationale positie. In de stedelijke economie zijn vier elementen van belang voor een vitaal Breda: de betekenis van de historische binnenstad, het aantrekkelijk woonklimaat door de groene inbedding van de stad, het uitgroeien tot Zuidelijk Vervoerknooppunt en de kwaliteit van bedrijfslocaties. Breda richt zich op de versterking van de economische structuur. Via Breda heeft de potentie om een (inter)nationale positie te verwerven op het gebied van handel en zakelijke dienstverlening. In Via Breda wordt een niveau gerealiseerd dat complementair is aan
”Een flinke stap in de goede richting” Joost Bol, Rabobank Breda
“Het eerste dat bij me opkomt bij Via Breda is de aantrekkelijkheid als vestigingsplaats voor Beneluxkantoren”, zegt Joost Bol, directeur van Rabobank Breda. “Ten tweede zie ik een stedelijke opwaardering van wonen en werken. Ook door de renovatie van het havengebied. Met die projecten samen haal je veel moois de stad binnen. Dat geeft een noodzakelijke, krachtige impuls aan de economie. De economische barometer, waarin de Rabobank met de gemeente en de Hogeschool (WestBrabant) Avans deelneemt, laat zien dat Breda wat achteruitgaat. Om dat tij te keren is Via Breda een flinke stap in de goede richting.”
dat wat elders in Breda aanwezig is. Inzet is de versterking van het economisch profiel op het stedelijk, regionaal en (inter)nationaal niveau, zodanig dat Breda over een krachtig en toekomstvast werkgelegenheidsprofiel beschikt. Door de huidige sterke positie in de dienstverlening te ’verbreden’, ontstaat ruimte voor meer economische activiteiten met een regionaal en stedelijk karakter. Deze activiteiten zijn als het ware het fundament waarop de Bredase economie zich op (inter)nationale schaal kan ontwikkelen. Op bijzondere locaties in het gebied kunnen hoogwaardige (inter)nationale activiteiten worden ontwikkeld. Met name in deze gebieden is een bijzonder aanbod te realiseren, waarmee de “top wordt verhoogd”. De regionale en stedelijke economische activiteiten krijgen hun plek in de overige gebieden.
Joost Bol, Rabobank Breda 21
Structuurvisie Spoorzone 2025 (deel A)
top verhogen
Werken Internationaal
Stedelijk / regionaal
Lokaal
Internationale dienstverlening Kennis uitbouwen Trade-Center
Dienstverlening
Ondersteunende bedrijvigheid Detailhandel
basis verbreden Naast een buurtvoorziening is specialistische detailhandel voorstelbaar, eventueel in combinatie met voorzieningen op het gebied zorg, sport, cultuur en vrijetijdsbesteding. Het economisch belang van de vrijetijdssector is sterk toegenomen. De sector drukt een stempel op de inrichting van de schaarse ontwikkelingsruimte. Dit heeft zowel te maken met de omvang van de voorzieningen, alsook met het stijgend belang dat mensen aan deze voorzieningen hechten. Verschillende vrijetijdsvoorzieningen en -sferen kunnen vorm geven aan gebieden binnen Via Breda. Hierbij valt te denken aan vrijetijds- of recreatiemilieus als stedelijke gezelligheid (restaurants, cafés, buurt- en ambachtelijke winkels); buitenrecreatie (grotere buitenrecreatieplekken met kleinschalige voorzieningen); verwennerij en groepsverblijf (voorzieningen gericht op onthaasten, verzorging en gezelligheid in groepsverband); bedrijvencampus (voorzieningen gericht op de zakelijke markt); uitdaging en vertier (avontuurlijke grootschalige en intensief gebruikte commerciële vrijetijdsvoorzieningen). Via Breda omvat een gebied waar ruimte is voor de ontwikkeling van ruim 300.000 m² kantoor en bedrijfsruimte. Daarnaast is 100.000m² gereserveerd voor voorzieningen waarbinnen ook diverse economische functies hun plek zullen vinden. Binnen Via Breda kunnen zo ruim 10.000 mensen werkzaam zijn in een, door combinatie van activiteiten, aangename werkomgeving.
Wonen Breda is een aantrekkelijke woonstad. In de nota Maatwerk in Programmering; Op zoek naar beschikbare, bereikbare en betere woningen” (Gemeente Breda, november 2001) is de beleidsambitie van Breda weergegeven. In de nota Perspectief wonen 2000-2010 (Gemeente Breda, oktober 2003), is het beleid verder uitgewerkt. Het beleid is gericht op een goede aansluiting tussen vraag en aanbod, het verruimen van de woningmarkt, een balans in prijs en kwaliteit, aandacht voor specifieke doelgroepen en herstructurering van kwetsbare buurten. De woningbouw binnen Via Breda komt gefaseerd tot stand en biedt een belangrijke bijdrage aan de realisatie van de stedelijke woningbouwopgave. Het nieuwbouwprogramma zal afgestemd worden op de woningbouwprogramma’s elders in de stad. Dit vraagt flexibiliteit in het programma. In het programma is maatwerk een leidend thema, dit komt onder meer tot uiting in de betrokkenheid van toekomstige bewoners bij hun woning en omgeving. Het woonprogramma voor Via Breda voorziet in de realisatie van maximaal 5.000 woningen, wat neerkomt op circa 650.000 m². Via Breda biedt daarmee aan 5.000 tot 10.000 bewoners woonruimte. Dit aanbod geeft invulling aan de woningbehoefte. In heel Breda is voor de periode 2000 - 2010 een behoefte van 13.000 nieuw te bouwen woningen bepaald. In de op te stellen structuurvisie voor geheel Breda is de behoefte voor de periode 2005-2015 te bepalen. Het gebied kan invulling geven aan de vraag naar centrum-stedelijk wonen. Via Breda vervult een belangrijke rol in de invulling van deze gewenste woonmilieus. Vraag en aanbod komen hiermee dichter bij elkaar. Een aanbod dat aansluit bij de wensen van de Bredase bevolking bevordert bovendien de doorstroming. De uitgangspunten van een levensloopbestendig woongebied zijn van toepassing voor de Spoorzone. Een mix van leeftijden met aandacht voor specifieke doelgroepen is uitgangspunt voor het woonprogramma. De versterking van de stad als woonstad vergroot ook de aantrekkelijkheid van Breda in de regio. Met de toevoeging van woonmilieus die de stad nu nog niet heeft, kan de stad nieuwe doelgroepen aantrekken. Daarmee positioneert Breda zich als woonstad in een (inter)nationale context. 22
Structuurvisie Spoorzone 2025 (deel A)
Via Breda mag zich verheugen in een meer dan warme belangstelling van Wonen Breburg. “We staan te popelen om te beginnen”, zegt Jacques Smit van de woningcorporatie. “Met dat ‘we’ bedoel ik niet alleen mijn eigen organisatie, maar het consortium van bedrijven dat in 2002 verantwoordelijk was voor Topolis in het Valkenberg. Zoiets kan in Via Breda een perfect vervolg krijgen, in wat voor vorm dan ook. Een nieuwe woonwijk met de grootte van Via Breda is zeer gebaat bij levendigheid. Cultuur is daarvoor de perfecte drager. Het zorgt ervoor dat mensen elkaar ook ’s avonds en ’s nachts ontmoeten. Dat houdt een wijk niet alleen levendig, maar ook veilig.” “Naar mijn mening is Via Breda een zeer interessante plek om te wonen als je houdt van het hoogstedelijke. Je moet geen grote voor- en achtertuin wensen met uitzicht over landerijen, maar de nabijheid van het openbaar vervoer, de binnenstad, het park, water en alle voorzieningen maakt Via Breda enorm aantrekkelijk. Wel pleit ik voor een gemengde bewoning, dus ook voor mensen met een smallere beurs.” Jacques Smit, Wonen Breburg
top verhogen
Internationaal
Stedelijk / regionaal
Lokaal
Nieuwe doelgroepen, stadsvilla’s, rustig wonen nabij de binnenstad
Stedelijke woonbehoefte
Doorstroming vanuit bestaande buurten
basis verbreden
De bestaande woongebieden Belcrum en Spoorbuurt blijven gehandhaafd. Via Breda biedt voor de bestaande buurten mogelijkheden de wooncarrière in de directe omgeving voort te zetten. Het buiten het plangebied gelegen Linie maakt onderdeel uit van het project Samenwonen aan Leefbaarheid (SAL), in het kader van stedelijke vernieuwing. De drie gebieden vormen een harmonische aanvulling op het te realiseren woningprogramma van Via Breda.
”Naar mijn mening is Via Breda een zeer interessante plek om te wonen ....” Jacques Smit, Wonen Breburg
Via Breda kenmerkt zich derhalve door een variëteit in woonmilieus: hoogstedelijk wonen, wonen aan het water, stedelijk wonen in een parkachtige setting en binnenstedelijk wonen in een 19e eeuwse omgeving. De deelgebieden krijgen elk een eigen karakteristiek en hebben een aantrekkingskracht op diverse doelgroepen. Hierbij zal ook aandacht zijn voor groepen met bijzondere woonwensen (ouderen, mindervaliden, studenten, kunstenaars, tijdelijke werknemers). De kwaliteiten van de verschillende deelgebieden worden daarbij ten volle benut.
23
Structuurvisie Spoorzone 2025 (deel A)
Zorg Via Breda creëert nieuwe netwerken en legt verbindingen tussen mensen op alle schaalniveaus. Versterking en uitbreiding van bestaande netwerken én voorzieningen op alle schaalniveaus leiden tot versteviging van de sociale cohesie. De meeste sociale voorzieningen hebben een regionale, stedelijke of wijkfunctie. Een aantal voorzieningen kan echter ook een landelijke en zelfs (inter)nationale uitstraling krijgen. Voorbeelden hiervan zijn specialisaties in ziekenhuizen, hoger onderwijs en sportaccommodaties. Deze voorzieningen geven een extra impuls aan Via Breda. Door autonome ontwikkelingen als individualisering en vergrijzing verandert de samenstelling van de bevolking. De toevoeging van circa 5.000 woningen in het gebied zal ook van grote invloed zijn op de bevolkingssamenstelling. Dit vraagt om een toekomstvast voorzieningenaanbod dat aansluit bij de wensen en behoeften van de huidige en toekomstige bewoners. In de programmatische uitwerking worden de zorgvoorzieningen gerelateerd aan de groei van het aantal inwoners en de zich wijzigende bevolkingsopbouw. Welzijnsvoorzieningen zijn vooral wijk- en buurtgebonden en gericht op de bewoners van de wijk. Per deelgebied wordt een welzijnsaanbod gecreëerd dat aansluit op de bevolkingsopbouw. In centrale zorgzones, waar wonen, woonomgeving, zorg en welzijn op elkaar zijn afgestemd, kan adequaat worden ingespeeld op de ontwikkeling van de vergrijzing. De welzijnsvoorzieningen worden bij voorkeur ondergebracht in multifunctionele accommodaties. Geen zelfstandige buurthuizen, oudersteunpunten of sociëteiten, maar ontmoetingsplaatsen gekoppeld aan andere voorzieningen. Dit bevordert een intensiever gebruik van ruimte en voorzieningen. Het betekent vooral ook een stimulans voor meer interactie en ontmoeting tussen bevolkingsgroepen. Sport draagt in belangrijke mate bij aan het welbevinden van mensen en bevordert ontmoeting en integratie tussen mensen. Dit geldt voor zowel de bewoners als de bezoekers, waaronder kantoorwerknemers. Via Breda biedt kansen voor de ontwikkeling van hoogwaardige sportvoorzieningen. De ligging nabij de ontsluitingswegen en het 24
Structuurvisie Spoorzone 2025 (deel A)
top verhogen
Internationaal
Stedelijk / regionaal
Lokaal
Topsport Gezondheid en welzijn Onderwijs
Onderwijs Sportvoorzieningen Zorginstellingen Zorg, sport, spel & onderwijs voor bewoners van het gebied
basis verbreden NAC-stadion maken de locatie Lunetstraat bijvoorbeeld geschikt voor de ontwikkeling van een (top)sportvoorziening. Dit kan in meerdere verschijningsvormen: een sportacademie of een sportaccommodatie, al dan niet in combinatie met een vrijetijdsvoorziening. Uiteraard krijgen ook de sportvoorzieningen voor de te creëren woonwijken aandacht. Afhankelijk van de opbouw van de wijken zullen sport- en spelvoorzieningen in de woonomgeving worden aangebracht. Hierbij zal aansluiting worden gezocht met onderwijsvoorzieningen. Bij het onderwijs ligt de ambitie in het verbeteren en versterken van de kennisinfrastructuur. Het beleid hierop is tweeledig. Enerzijds door een bundeling van bestaande kennisinstituten in Via Breda. Hierdoor ontstaat een kwaliteitsimpuls voor de betreffende opleidingen, wat voor de regionale ondernemingen een verbeterd arbeidsaanbod oplevert. Anderzijds krijgt het internationale kennisklimaat een stimulans door het aantrekken van nieuwe kennisinstituten en een verdere ontwikkeling van de bestaande. Hiermee wordt eveneens bijgedragen aan de economische versterking van de regio. Op het niveau van de woongebieden zal op basis van de op te stellen bevolkings- en leerlingenprognoses een passend zorg- en onderwijsaanbod worden gerealiseerd. De nota Sociale Infrastructuur (Gemeente Breda, 27 november 2003) vormt hiervoor het uitgangspunt. 25
Structuurvisie Spoorzone 2025 (deel A)
Cultuur In de ontwikkeling rond Via Breda is cultuur in de breedste zin van het woord een leidend thema. De historische infrastructuur van het gebied vormt als het ware de basiskaart voor de nieuwe ontwikkeling. Cultuurhistorisch markante plekken en belangrijke stedenbouwkundige structuren worden opnieuw manifest. Daarnaast biedt de omvang en duur van de ontwikkeling kansen om nieuwe vormen van cultuur toe te voegen aan de bestaande stad. Cultuur versterkt de positie van Breda en levert daarmee ook op langere termijn een bijdrage aan een aantrekkelijk vestigingsklimaat in de stad en voor Via Breda. ‘Kunst en cultuur’ is te zien als productiemiddel in de overgang van een klassieke industrie naar een moderne kennis- en dienstenindustrie. Ondernemend Breda onderzoekt mogelijkheden van creatieve industrie. Creatieve industrie staat voor een bedrijfstak met een gezamenlijke commerciële drijfveer: creativiteit. De culturele visie voor Via Breda is gebaseerd op de cirkel van drie segmenten die gezamenlijk zorgen voor een bloeiend cultureel klimaat. Het eerste segment bestaat uit de makers en producenten van podiumkunsten, beeldende kunst, mode, grafische vormgeving, nieuwe media, film, literatuur, reclame, design en architectuur (de cultuurmakers). Creativiteit en ontplooiing zijn voor dit segment de leidende begrippen. Het kunstvakonderwijs, met wellicht een toevoeging van een postacademische (internationale)opleiding als toevoeging op het reeds bestaande reguliere kunst-vakonderwijs, is onderdeel van dit segment. Het tweede segment bestaat uit de verkopers (de cultuurverspreiders) van creatieve producten, zoals galeries, designwinkels, antiquairs, bioscopen, theaterruimte. Het derde segment tenslotte zijn de afnemers en bezoekers die gebruik maken van het culturele aanbod (de cultuur-consumenten). Zij geven mede de economische basis aan het culturele klimaat, onmisbaar voor zowel makers als verspreiders van cultuur. Voor de ontwikkeling van Via Breda is culturele productiekracht noodzakelijk. Via Breda ontwikkelt zich als broedplaats voor initiatieven en experiment. Met name de fase tussen afbouw van de industrie en opbouw van het nieuwe gebied biedt hiertoe aanleiding. In de 26
Structuurvisie Spoorzone 2025 (deel A)
“Cultuur is de ruggengraat van onze samenleving”, zegt Hans Lensvelt van Lensvelt en MOOOI. En volgens de eigenaar van deze innovatieve bedrijven mag die ruggengraat in Breda wel wat sterker. “Breda is in feite een culturele woestijn. We hebben natuurlijk die fantastische Grote Markt en Grote Kerk en we zijn een van de drie historische steden van Brabant, maar cultuur zit ‘m niet alleen in die historische gebouwen, in het industrieel erfgoed of in een nieuwe museum, het zit vooral in de mensen. Je hebt mensen nodig met een andere kijk op zaken, die conceptmatig kunnen denken. Die maken de stad en zorgen ervoor dat je een kapper, een boekhandel of winkels krijgt die net even anders zijn. Dat bepaalt het sex-appeal van de stad. Schep randvoorwaarden waar een creatieve klasse uit kan ontstaan.” Hans Lensvelt,Directeur Moooi!
top verhogen
Internationaal
Stedelijk / regionaal
Lokaal
(Internationaal) museum Opleidingen Festivals
Bundelen cultuurfaciliteiten Broedplaatsen Opleidingen Park Openbare ruimte Broedplaatsen
basis verbreden pioniersfase kunnen leegstaande gebouwen, al dan niet tijdelijk, een culturele invulling krijgen. De aanwezigheid van onderwijsinstellingen als de kunstacademie en NHTV (Nederlandse Hogeschool voor Toerisme en Verkeer) in de stad levert hieraan een bijdrage. Ruimte maken voor initiatieven heeft de voorkeur boven het van bovenaf vastleggen van een bepaald voorzieningenniveau.
”Cultuur bepaalt het sex-appeal van de stad” Hans Lensvelt
Direct zichtbaar in het gebied is een integrale aanpak van architectuur, beeldende kunst en vormgeving. De ontwikkeling van Via Breda biedt kansen om vormgeving en beeldende kunst in alle facetten van de openbare ruimte te laten terug komen en daarmee te kiezen voor een duidelijke typering. Elk deelgebied wordt hiermee een herkenbare entiteit binnen het geheel van Via Breda. Dit komt niet alleen tot uiting in vernieuwing, maar ook in het behoud van het aanwezige. Het behouden en inpassen van het culturele erfgoed en archeologische waarden is daarvan een belangrijk element. De ontwikkeling van cultuur binnen Via Breda groeit met het gebied mee. In de beginfase ligt het accent op de pioniersgeest en functies die aansluiten op het (tijdelijk) beschikbaar komen van industrieel erfgoed. Geleidelijk verschuift dit accent naar het aantrekken van culturele ‘trekkers’ van formaat. Het vervolgtraject Cultuur & Economie richt zich op de uitwerking van deze visie. 27
Structuurvisie Spoorzone 2025 (deel A)
3.3 Programmatisch kader Een hoge vestigingskwaliteit is noodzaak om de industriegebieden te transformeren tot een nieuwe vestigingsplaats voor bedrijven. Daarmee wordt nieuwe werkgelegenheid gecreëerd die het gat van de wegtrekkende industrie opvult. Door een internationaal piekniveau toe te voegen profiteert de hele economische sector in Breda, Brabant en Nederland. Een levendig Via Breda, in de eindsituatie maar ook tussentijds, is een voorwaarde voor een succesvolle transformatie van de oude industriezone naar een aantrekkelijk en veilig gebied. Een mix van functies en het creëren van plekken waar die levendigheid bij elkaar komt is hiervoor essentieel. Naast functies die dit ‘van nature’ in zich hebben, horen daar ook nieuwe ontmoetingsruimten in straten, lanen en pleinen bij. Cultuur levert een bijdrage aan het levend maken van Via Breda in alle fasen. Via Breda telt in de toekomst 10.000 nieuwe werkers en 5.000-10.000 nieuwe bewoners. Daarbij hoort ook een passend pakket van voorzieningen. Zorg, onderwijs, detailhandel, horeca en cultuur completeren het programma. Voor het Stationskwartier is een programma van 190.000 m2 wonen, werken en voorzieningen bepaald. Met de overige deelgebieden van Via Breda ontstaat ruimte voor ca. één miljoen m2. Concreet betekent dit dat binnen Via Breda, inclusief het Stationskwartier, ruimte is voor: Werken (kantoor- en bedrijfsruimten): ca. 300.000 - 365.000 m2 Wonen: ca. 600.000 - 650.000 m2 Voorzieningen: ca. 100.000 - 150.000 m2 (zorg, cultuur en commerciële voorzieningen) Dit is een programma dat past bij de behoeften van de stad en de mogelijkheden van het gebied. Bij een ontwikkeling in 20 jaar betekent het dat er jaarlijks ruimte is voor: Ruim Circa Circa
15.000 m2 250 5.000 m2
Binnen Via Breda wordt een flankerend beleid gevoerd. Daarin worden beleid en jaarprogramma afgestemd op ontwikkelingen elders in de stad om gewenste ontwikkelingen te stimuleren. De omvang van het programma en de gedefinieerde programmamix vormen de harde kaders voor Via Breda. Zij bepalen het toekomstige leef- en vestigingsklimaat van het gebied. Vanuit deze kaders zijn de volgende nader uit te werken punten te benoemen: • De invulling van faciliteiten voor de economische sector als congresvoorzieningen, een Trade Center en het flankerend acquisitiebeleid dat op dit punt te voeren is; • De invulling van vrijetijdsvoorzieningen; • Een cultuur & economie programma, dat de vraag beantwoordt welke culturele invulling het best past bij de betekenis van Via Breda en op welke wijze deze te realiseren is; • De mogelijkheden voor topvoorzieningen, commercieel en niet-commercieel, op het gebied van zorg met als speerpunten onderwijs, sport en gezondheid/fysieke verzorging; • Een basisprogramma voor zorgvoorzieningen dat meegroeit met de toekomstige en bestaande bevolkingssamenstelling; • De afstemming van het stedelijk woningbouwprogramma op dat van Via Breda waarbij een invulling gegeven wordt aan de specifieke doelgroepen voor het gebied;. • Een uitwerking van de nautische functie en betekenis voor Via Breda; • De toelaatbaarheid en lokalisering van specifieke gebruiken van de openbare ruimte, zoals voor: evenementen, markten, standplaatsen, terrassen, reclames, hondenvoorzieningen e.d.. In het vervolg op deze Structuurvisie krijgen deze vragen een uitwerking. Een aantal ervan vraagt om een continue uitwerking: het woningbouwprogramma, de zorgvoorzieningen en het flankerend economisch beleid. Op andere punten is een extra impuls gewenst. In een expertmeeting cultuur wordt de culturele sector benaderd om de mogelijkheden te verkennen.
werken woningen voorzieningen
28
Structuurvisie Spoorzone 2025 (deel A)
Ruimte
29
Structuurvisie Spoorzone 2025 (deel A)
Via Breda in de stad
Structuurdragers OV-terminal Snelweg Spoor / HSL / Shuttle
Stedelijke infrastructuur Verbindings- en ontwikkelingsas Spoorzone Ontwikkelingsprofielen stedelijke assen Rivier / Singelzone
Gebieden Historisch stadshart Binnenstad Spoorzone Internationaal centrum
Accenten Grote kerk OV-terminal 30
Structuurvisie Spoorzone 2025 (deel A)
Ruimtelijke en functionele hoofdstructuur 4. Ruimtelijke en functionele hoofdstructuur
De betekenis van Via Breda reikt verder dan het gebied zelf. De relatie met de binnenstad, de noordkant van de stad en de aanliggende buurten wordt versterkt. De rivier de Mark geeft een bijzondere allure aan het omliggende gebied. De wegen vormen de belangrijkste ontwikkelingsassen en krijgen ‘Bredaas formaat’: brede stadslanen met forse bomen en brede bermen. Via Breda krijgt verder vorm in deelgebieden met elk een eigen karakter. Bereikbaarheid staat voorop met de OV-terminal als middelpunt en ‘Poort van Brabant’.
4.1 Via Breda in de stad Breda kent een rijke historie en markante gebouwen. De stedelijke structuren in Via Breda zijn een onderdeel van die geschiedenis. Binnen het gebied worden de bestaande historische structuren en kwaliteiten opgezocht. Deze zijn niet alleen van belang voor het transformatieproces, maar zijn ook bepalend voor de identiteit van het gebied in de stad. Ze bepalen hoe mensen de stad ervaren en zich oriënteren. De opgave is ervoor te zorgen dat Via Breda een onderdeel wordt van de collectieve beleving van de stad. De ontwikkeling van Via Breda biedt Breda de mogelijkheid om de stedelijke structuur in tal van facetten te versterken. Zowel functioneel als ruimtelijk zijn er kansen voor een duurzame inbedding van nieuwe stedelijke functies en het verbeteren van verbindingen met de omliggende stedelijke gebieden. De huidige aanwezigheid van industrieën drukt een stempel op het gebied en vormt een barrière in de stad. De gebieden kenmerken zich door een verouderde bebouwing en inrichting. Het is voor de structuur van Breda van belang de relatie tussen de binnenstad, de noordkant van de stad (Haagse Beemden en Hoge Vucht) en de nabijgelegen buurten (Belcrum en De Linie) te versterken.
31
Structuurvisie Spoorzone 2025 (deel A)
Stedelijke brandpunten
Internationaal centrum Stedelijk wonen / werken uitloper internationaal centrum Stedelijk wonen / werken Accent stedelijk / bovenstedelijk Bovenstedelijke groenstructuur Bovenstedelijke waterstructuur Knoop
32
Structuurvisie Spoorzone 2025 (deel A)
4.2 Stedelijke transformatie De nieuwe stedelijkheid van Breda vraagt om intensief en multifunctioneel ruimtegebruik, nieuwe gemengde woon- en werkmilieus, nieuwe sociale en culturele mogelijkheden, hoogwaardige architectuur, inrichting van de openbare ruimte en het inspelen op de aanwezige kwaliteiten. De juiste spreiding van het programma over het gebied kan alleen plaatsvinden binnen een helder ruimtelijk raamwerk. Een raamwerk dat past binnen de historische context van Breda, een scala aan functionele mogelijkheden biedt en een ruimtelijke samenhang mogelijk maakt. De stedelijke transformatie van het gebied krijgt vorm rond nieuwe stedelijke brandpunten; de mogelijkheden van het water; de lanen, pleinen en parken; nieuwe verbindingen en de aanwezigheid van het spoor.
Stedelijke brandpunten Stedelijkheid concentreert zich op plekken waar veel mensen zijn, waar interactie plaatsvindt en waar opeenvolgende indrukken zich voordoen. In Via Breda zijn plekken aan te wijzen waar deze factoren zich concentreren. Plekken met veel allure en een aantrekkingskracht op bovenstedelijke en (inter)nationale functies, die zich bij uitstek kunnen ontwikkelen tot (hoog)stedelijke gebieden. Op deze markante plekken kunnen de bijzondere functies vorm krijgen.
33
Structuurvisie Spoorzone 2025 (deel A)
Markzone
Bijzondere openbare ruimte Markzone Stadspodium Singel
34
Structuurvisie Spoorzone 2025 (deel A)
Potentie van de Mark De rivier is door de eeuwen heen bepalend geweest voor de ontwikkeling in de stad. De 19e-eeuwse singelstructuur die het Markwater van zuid naar noord door de stad voert markeert het hart van de stad. De rivier wint nog verder aan betekenis door de Mark in de vorm van de ”Nieuwe Mark” opnieuw als prominente waterlijn langs de westflank van het historisch stadshart terug te brengen. Water en natuur versterken hier de ecologische hoofdstructuur. De Mark heeft het in zich om ruimtelijke verbindingen te leggen in de sfeer van groen en recreatie, water en natuur. De aanwezigheid van de rivier in de stad geeft een bijzondere kwaliteit aan de omringende stedelijke omgeving, zodat een gebied ontstaat met een grote verblijfs- en belevingswaarde. In de Markzone kan de transformatie plaatsvinden van ontoegankelijke industriekades naar samenhangende stedelijke openbare ruimten.
Impressie “Nieuwe Mark”
Typering Marktrajecten in de stad Beemd - laaglandrivier - open weidegebied - bergboezems
Vaarweg - vaargeul (25m) - loskades beroepsvaart - industriehavens
Stedelijke ruimte - stadsrivier - kades - recreatiehaven - singels - stadsparken
Beekdal - meanderend rivier - riethooiland, moeras poelen, broekbos
35
Structuurvisie Spoorzone 2025 (deel A)
Structuur openbare ruimte
Laan Bijzondere openbare ruimte Markzone Stadspodium Park Singel Ontwikkelingsgebied 36
Structuurvisie Spoorzone 2025 (deel A)
Lanen, pleinen en parken De inrichting van de openbare ruimte bepaalt in sterke mate de leefkwaliteit en aantrekkelijkheid van het nieuwe stedelijke gebied in Via Breda. De belangrijke assen krijgen vorm als brede stadslanen en zijn herkenbaar aan het voor Breda zo karakteristiek profiel met ruimte voor forse bomen en brede bermen. De bijzondere locaties die zich kenmerken door een grote levendigheid worden vormgegeven als stedelijke pleinen. Dit zijn de plekken waar ontmoeting en interactie plaats vindt. Elders in het gebied zal - als tegenhanger - ruimte zijn voor nieuwe stadsparken, waar groen en ruimte de boventoon voeren. Dit zijn de publieke ruimten waar bewoners en bezoekers van het gebied recreëren. Hier kunnen ook evenementen plaatsvinden die Via Breda dynamiek geven. Deze grote gebaren bepalen het aanzien van het gebied en vormen het kader voor stedelijke bebouwing. Maar ook het kleinschalige is van belang voor de leefkwaliteit. Dit is uitgewerkt in een netwerk van informele routes voor voetgangers en fietsers, gericht op de lokale verbindingen tussen de gebieden en naar de binnenstad. Aan deze routes liggen de kleinere groene ruimten die ruimtelijke kwaliteit brengen in de leefomgeving.
37
Structuurvisie Spoorzone 2025 (deel A)
Structuur bereikbaarheid
Stadsontsluitingsweg Wijkontsluitingsweg (H)OV lijn (H)OV lijn in studie Spoorlijn Langzaam verkeer
38
Structuurvisie Spoorzone 2025 (deel A)
4.3 Ruimtelijke en functionele opbouw Optimale verbindingen Een nieuw gebied met nieuwe functies vraagt ook om nieuwe verbindingen op alle schaalniveaus. De optimale bereikbaarheid van het gebied staat voorop. Internationaal aankomen en vertrekken in de nieuwe OV-terminal vraagt om goede OV aansluitingen. Hiervoor zullen nieuwe ontsluitingen -zoals HOV naar Oosterhout en EttenLeur- worden gerealiseerd. Met het verplaatsen van het bustation naar de noordzijde ontstaat ruimte om een hoge dienstverlening mogelijk te maken. Naast het openbaar vervoer is ook het versterken van de autobereikbaarheid en de aansluiting op de ruit van snelwegen belangrijk. Om de gebieden in Via Breda bereikbaar te houden zijn zowel verbeteringen van de bestaande verbindingen als nieuwe verbindingen nodig. Met deze verbindingen wordt niet alleen het gebied ontsloten, maar worden ook bestaande knelpunten (zoals Tramsingel en Belcrumtunnel) opgelost. Het langzaam verkeer (fietsen en lopen) krijgt meerdere duidelijk herkenbare routes; van de OV-terminal naar de binnenstad, naar de diverse functies in het gebied en binnen de diverse woongebieden. Met het vervallen van de busroutes door het Valkenberg kan de autoverbinding door het Valkenberg komen te vervallen.
Breda per spoor De OV-terminal vormt het middelpunt van de ontwikkeling van Via Breda. Het is met de aansluiting op de HSL de ‘Poort van Brabant’ en de plek waar de (inter)nationale reiziger aankomt of vertrekt. Vanaf het spoor krijgt de reiziger een eerste indruk van Breda. De visuele waarneming bepaalt voor een groot deel de herinnering aan en de beeldvorming van de stad. Nu zijn nog veel bedrijven met de achterkant op het spoor gericht. Met de ontwikkeling zal de stad ook naar het spoor toe een gezicht krijgen. Door de gebieden binnen Via Breda aan het spoor een eigen gezicht te geven kan het imago van de stad zich versterken.
39
Structuurvisie Spoorzone 2025 (deel A)
De ruimtelijke uitwerking van Via Breda veronderstelt een nauwe samenhang tussen de openbare ruimte en de bebouwing. Afwisseling tussen openheid en geslotenheid brengen structuur, hiërarchie en herkenningspunten in het gebied. De verschillende openbare ruimten leiden tot een diversiteit in architectonische uitdrukking. Uitdrukkingen die bijdragen aan een gedifferentieerde opbouw van de stad Breda.
Structuurdragers De integrale ontwikkeling van Via Breda vindt plaats binnen een duidelijk herkenbare hoofdopzet. De ruimtelijke structuur van Via Breda wordt gevormd door de duurzame dragers (water, lanen, parken, pleinen) binnen het gebied. Deze leggen de verbindingen en zorgen voor samenhang tussen de deelgebieden in Via Breda. De te onderscheiden structuurdragers zijn als volgt te typeren:
OV-terminal en het spoor De OV-terminal zal dé icoon zijn van het nieuwe Breda en vormt een baken binnen Via Breda. Vanaf het spoor toont de stad zich aan de reizigers, omgekeerd neemt de stad de dynamiek van (inter)nationale verbindingen waar. Zichtlijnen vanaf het spoor op de belangrijke Bredase objecten (NAC-stadion, Markzone, Grote Kerk, monumenten etc.) zorgen ervoor dat de reiziger de stad op een positieve manier waarneemt.
De Mark en Markzone De potentie die de Mark heeft als prominente, open, groene, recreatieve, ecologische en waterrijke verbindingsruimte in de stad zal ten volle benut worden. De nu nog ontoegankelijke industriekades zullen transformeren tot rivieroevers die een belangrijke publieke ruimte van de stad vormen; deels groene, deels stedelijke openbare oevers waar recreëren, wonen en werken aan het water samenkomen. De krachtige bocht die de Mark maakt is bepalend voor de invulling. De buitenbocht aan de westzijde is de meest aangewezen zijde voor vorming van een natuurlijke oever waar ruimte is voor stedelijk groen, natuur en waterberging. De binnenbocht op de oostoever markeert een hoger gelegen gebied. Deze zijde is bij
ee lh
sla an
Stationslaan
eg w se en
ui
an bosla Doorn
Sp
ij d
Lu ne ts
Ter he
Be lcr um we g
Structuurdragers Via Breda
tra at
Willemstraat OV-terminal, knooppunt Markzone Noordelijke rondweg Stedelijke verbindingsas binnenenstad-Hoge Vucht Historische stadsentree Verbindingszone langzaam verkeer Nieuwe ontwikkelingsas Nieuwe ontwikkelingsas entree Stationskwartier 40
Structuurvisie Spoorzone 2025 (deel A)
uitstek geschikt als een harde, stenige oever met stevige bebouwingswanden; een stedelijk terras aan het water. Deze differentiatie in oevers en de verbreding van de ruimte verrijken de Markzone als vestigingsgebied. De Mark zelf heeft potentie als zone voor watergebonden vermaak en recreatie.
De Lunetstraat De Lunetstraat is een van vier stedelijke assen die Breda ontsluiten. Het legt een verbinding tussen het (inter)nationale wegennet (rijksweg A16) en de binnenstad. Het streven is erop gericht om met ontwikkelingen langs de stedelijke assen het stedelijk imago van Breda te versterken. De Lunetstraat ontwikkelt zich als “De Hollandse Poort” met een goede (auto)bereikbaarheid waar stedelijke en regionale functies een plek krijgen.
Stationslaan De Stationslaan vormt de belangrijkste oost-west verbinding van de OV-terminal met het Stationskwartier en de stedelijke gebieden aan weerszijden van het Stationskwartier. De inrichting van deze as als statige laan onderstreept de betekenis ervan. Ter hoogte van de aansluiting op de Belcrumweg loopt de Stationslaan parallel aan de Mark, zodat de nieuwe stedelijke hoogtepunten op de Markoevers optimaal in beeld zijn. De Stationslaan vormt de ruggengraat van Via Breda waarlangs zich een hoogstedelijke mix van functies ontwikkelt.
Terheijdenseweg De historische weg tussen Breda en Terheijden leent zich niet voor een stedelijke ontsluitingsfunctie. Gezien de breedte van het profiel vervult de weg een lokale (wijk)onstluitingsfunctie.
Belcrumweg De Belcrumweg zal de belangrijkste ontsluitingsas van Via Breda gaan vormen. De Belcrumweg krijgt aansluiting met de nieuwe Stationslaan waarmee de OV-terminal en het Stationskwartier ontsloten worden. Door de Belcrumweg te verlengen over de rivier krijgt de Belcrumweg extra betekenis en wordt het een belangrijke ontsluitingsroute voor de binnenstad. De Belcrumweg fungeert als hoofdontsluiting van Via Breda en verbindingsweg tussen Noordelijke Rondweg en binnenstad. Hierdoor krijgt de Belcrumweg kansen voor de vestiging van functies met bovenstedelijke uitstraling en ambitie. De inrichting die daarbij past is die van een karakteristieke Bredase laan.
Doornboslaan Een tweede ontsluitingsweg voor het autoverkeer vanaf de Noordelijke Rondweg wordt gevormd door de Doornboslaan. De Doornboslaan is de verbinding tussen de Hoge Vucht en de binnenstad en is daarmee van stedelijke betekenis. Deze laan heeft een ontwikkelingspotentie voor stedelijke functies.
41
Structuurvisie Spoorzone 2025 (deel A)
Willemstraat Vanaf de OV-terminal vormt de Willemstraat de verbinding met de Bredase binnenstad voor langzaam verkeer. Met de aansluiting op de nieuwe stationspassage vormt het tevens de hoofdverbinding met het noordelijk deel van Via Breda en de binnenstad. Deze brede laan wordt primair ingericht voor langzaam verkeer.
Speelhuislaan De historische Speelhuislaan vormt met zijn brede en groene profiel de hoofdas voor het lokaal en langzaam verkeer binnen het noordelijk deel van het gebied. Het belang van deze laan wordt versterkt doordat zich aan de uiteinden twee belangrijke publieke ruimten bevinden: het Noordplein en de Markoever.
Deelgebieden en iconen van de nieuwe stad Binnen het raamwerk van structuurdragers liggen de diverse deelgebieden. De deelgebieden beschikken over eigen kwaliteiten en karakteristieken. Het functionele programma per deelgebied is op deze kwaliteiten en karakteristieken afgestemd. Dit vertaalt zich ook in een ruimtelijke karakteristiek zodat elk deelgebied op zich een eenheid vormt. Op de markante plekken binnen de deelgebieden zijn accenten te leggen, zodat hier de nieuwe iconen van de nieuwe stad ontstaan.
Drie Hoefijzers: werken, wonen, zorg en cultuur in een monumentale context
Stationskwartier: internationaal centrum rondom OV-terminal
een (boven)stedelijke uitstraling en publieke ruimte die het gebied een eigen kwaliteit geven. In Drie Hoefijzers zijn monumentale industriële gebouwen de iconen van het gebied. De monumentale panden in het zuidelijk deel vormen een eenheid met de singel en een schakel met de binnenstad. Door een mix van historische en modern gebouwde objecten met een hoogwaardige architectuur ontstaat een gebied met een herkenbare identiteit.
Rondom de OV-terminal vormt het Stationskwartier zich als nieuw stedelijk centrumgebied; een eigentijdse aanvulling op de historische binnenstad. Het gebied krijgt een hoogstedelijk uitstraling waarin de (inter)nationale centrumfunctie voor wonen, werken, zorg en cultuur tot uiting komt. De functiemix, het intensief en gedifferentieerd ruimtegebruik en een hoogwaardige kwaliteit van gebouwen en openbare ruimte zijn kenmerkend voor het gebied. De ambities voor het Stationskwartier zijn in het Masterplan Centraal Breda uitgewerkt.
Markoevers: (inter)nationale toplocatie aan de Mark In het gebied Markoevers komen de drie structuurdragers van Via Breda bijeen: de Mark, de Stationslaan en de Belcrumweg. Hierdoor ontstaat een veelbelovend gebied dat zich uitstrekt aan beide zijden van de rivier. Een gebied met aantrekkingskracht op functies van bovenstedelijk niveau. In ruimtelijk opzicht vertaalt zich dat in bijzondere architectonische bebouwing, hoogbouw met bijzondere functies en publieke ruimten van formaat, georiënteerd op het water. Op de Markoevers zijn bijzondere accenten aan te treffen, die een voortzetting vormen van de bijzondere stedelijke elementen die in de binnenstad aan de Mark liggen: de haven, het Kasteel van Breda en het Valkenberg. De Markoevers kan gezien worden als een intermediair waaraan de verschillende gebieden grenzen; de binnenstad, het Stationskwartier, de Zoete Inval en het Havenkwartier.
Drie Hoefijzers heeft door de nabijheid van de OV-terminal aan de westzijde veel mogelijkheden. Deze mogelijkheden krijgen invulling door goede verbindingen met het Stationskwartier, functies met
”Straks kijk ik uit over een prachtig gebied” Ineke Spapé, SOAB
Havenkwartier: stedelijk wonen aan het water De Mark en de Belcrumhaven bieden een uitgelezen mogelijkheid voor het creëren van een uniek woonmilieu, georiënteerd op het water in de nabijheid van de binnenstad. Door de uitbreiding van de Belcrumhaven ontstaat een schiereiland, dat een moderne tegenhanger vormt van het historische KMA-eiland. Met name op de kop van het schiereiland kan de vestiging van nieuwe woonbebouwing optimaal profiteren van zicht op het water en het recreatief gebruik van de oevers. Ook tussen de haven en de Speelhuislaan zijn uitstekende condities voor een op het water georiënteerd stedelijk woonmilieu. Het knooppunt van de Speelhuislaan en Belcrumweg biedt mogelijkheden voor de ontwikkeling van een voorzieningencentrum. De noordkant van het Havenkwartier heeft, gezien de ligging tussen de Noordelijke Rondweg en Belcrumweg, de mogelijkheden voor vestiging van werkfuncties met een (boven)stedelijke uitstraling. Belangrijk is dat deze functies allure geven aan de entree van Via Breda. De hier aanwezige monumentale watertoren vormt een herkenbaar punt. Nieuwbouw zal dit accent moeten versterken.
Ineke Spapé werkt bij SOAB, het Bredase adviesbureau voor wonen en leefomgeving. Haar kantoor heeft een niet-alledaagse locatie: de watertoren in Belcrum. “We staan dus midden in Via Breda”, zegt ze. “Wat ik van de plannen verwacht? Dat ik over tien, twintig jaar vanaf deze toren uitkijk over een prachtig gebied. Vol leuke activiteiten, veel mensen, prachtige woningen, bootjes, terrassen en levendigheid. Lekker in de middagpauze flaneren langs het water of met mooi weer een terrasje pikken. Dat is een schril contrast met wat ik nu zie: een chaotisch gebied met al dan niet leegstaande bedrijven, waar het ’s avonds doods en onherbergzaam is. We zitten hier prima, maar als ik in het donker hier naar buiten stap, voel ik me niet prettig. Over een paar jaar is dit Havenkwartier, dan staat deze toren met zijn voeten tussen de mensen. Als rijksmonument heeft hij dan een veel betere omgeving dan nu. De watertoren is in 1935 opgeleverd, naar een ontwerp van stadsbouwmeester Hornix. We zitten hier nu twee jaar. De plannen rond Via Breda waren toen nog uiterst pril, maar we namen de gok. En die pakt meer dan goed uit. Havenkwartier wordt, net als de rest van Via Breda, prachtig.” Ineke Spapé, SOAB
42
Structuurvisie Spoorzone 2025 (deel A)
Deelgebieden Via Breda
Havenkwartier Belcrum
Markoevers Zoete Inval
43
Structuurvisie Spoorzone 2025 (deel A)
Liniepark
Stationskwartier Drie Hoefijzers Spoorbuurt
Liniepark; groene ruimte in een stedelijke setting
Functionele structuur
De ligging tussen het park en de OV-terminal biedt uitstekende voorwaarden voor het creëren van een stedelijk woonmilieu met compacte woonbebouwing in hoge dichtheden. De nabijheid van het station is aantrekkelijk voor doelgroepen die nabij de binnenstad willen wonen en per openbaar vervoer reizen. Mensen die er voor kiezen om compact te wonen in stadswoningen of appartementen met uitzicht op een stedelijk park. In de woonbuurt kunnen woonzorgconcepten worden toegepast die de buurt ook voor ouderen aantrekkelijk maakt. Door uitbreiding van het park in de nieuwe buurt wordt de ontwikkeling van een stedelijke parkbuurt met een hoge dichtheid mogelijk. Aan de zuidzijde krijgt het gebied een bebouwingswand, om daarmee het knooppunt van de Stationslaan en de Terheijdenseweg te markeren.
Levendigheid, dynamiek en creativiteit ontstaan in multifunctionele gebieden waar ontmoetingen plaatsvinden. De gebieden in Via Breda kenmerken zich door een mix van functies. De mix van de functies werken, wonen, zorg en cultuur is het uitgangspunt. Afhankelijk van de mogelijkheden die binnen de deelgebieden aanwezig zijn kunnen één of meerdere functies dominant zijn, zodat een herkenbare clustering van functies ontstaat. De allocatie van het programma vindt plaats binnen de hoofdopzet van de structuurdragers en deelgebieden. Op de bijzondere plekken in het gebied kunnen de (hoog)stedelijke functies een plek vinden.
De Zoete Inval; wonen en werken op een steenworp van de binnenstad In dit gebied dat grenst aan de historische binnenstad, de stedelijke as Lunetstraat en Markoevers ontstaat aan nieuwe verbindingen een woonwerkgebied dat profiteert van de goede bereikbaarheid en centrale ligging. Omdat het gebied enigszins solitair is gelegen is het van belang hier een trekker – een bijzondere functie in een bijzonder gebouw - te vestigen. Een tweede accent is gelegen aan de Lunetstraat, welke zich als stedelijke as goed leent voor de ontwikkeling van een functie met een bovenstedelijke aantrekkingskracht. Aan de oostzijde wordt optimaal geprofiteerd van de rivier door de hoofdrichting van de verkaveling loodrecht op de rivier te leggen.
Belcrum, Spoorbuurt en Linie Binnen Via Breda zijn twee bestaande woonbuurten gelegen; de Belcrum en de Spoorbuurt. Een belangrijk doel van de ontwikkeling van Via Breda is deze buurten meer te verweven in de structuur van de stad. De transformatieprocessen in Via Breda zullen van positieve invloed zijn op de buurten. Om deze processen in goede banen te leiden, zijn voor de Belcrum en Spoorbuurt buurtplannen opgesteld. Deze buurtplannen zijn gericht op het oplossen van negatieve effecten en het benutten van kansen voor de buurt. De buurt Linie is betrokken in het project “Samenwerken aan leefbaarheid Breda Noordoost”.
Het kerngebied van Via Breda – gevormd door het Stationskwartier, Markoevers en de Drie Hoefijzers - kenmerkt zich door een grote levendigheid en dynamiek. Hier is ruimte en aanleiding om een (inter)nationaal vestigingsmilieu te realiseren. Het Stationskwartier is het centrale district voor dienstverlening en economische functies en kent uitlopers richting de Markoevers en Drie Hoefijzers. De zone aan de Mark is de plek voor grote functies in een attractieve openbare ruimte. Op de westoever ligt het accent op cultuur en ontspanning en de oostoever is een geschikte locatie voor bijvoorbeeld onderwijs. In de Drie Hoefijzers ontstaat een aansluiting op het singelmilieu met een attractief en kleinschalig binnenstedelijk milieu. Om deze kern liggen de gebieden waar een mix van wonen, werken, zorg en cultuur aanwezig is. Er is een aantal bijzondere functies te benoemen: • • • •
44
cultuur en ontspanning op de westelijke Markoever; een detailhandelslocatie tussen Belcrum en Havenkwartier; een zorgzone in Liniepark en Havenkwartier; een jachthaven op een nader te bepalen locatie.
Structuurvisie Spoorzone 2025 (deel A)
Functies Via Breda
Wonen Voorzieningen Werken Accenten stedelijk / bovenstedelijk 45
Structuurvisie Spoorzone 2025 (deel A)
4.4 Een sterke hoofdstructuur en zes deelgebieden
gebieden
Via Breda kan uitgroeien tot een extra stad in de bestaande stad. Het ontwikkelt zich - met respect voor de bestaande kwaliteiten, de intimiteit en de historie van de stad als geheel - tot een modern stadsdeel dat hier complementair aan is. De hoofdstructuur en de deelgebieden vormen het kader.
Internationaal centrum
Ontwikkelingsgebied Stedelijk wonen / werken Stedelijk wonen / werken
De hoofdstructuur ontwikkelt zich tot de sterke drager van Via Breda. Vanaf de start van het project komt de ambitie voor het gebied tot uiting in de kwaliteit van de inrichting van de openbare ruimte. Binnen de hoofdstructuur is vanaf de start ruimte om een goede bereikbaarheid van het gebied te organiseren. Traditie in dienst van de toekomst is het thema voor de inrichting van de hoofdstructuur. De nieuwe lanen, parken en pleinen sluiten aan op de historische structuren binnen Breda.
Stedelijk wonen / water Stedelijk wonen / park Bestaand woongebied : Belcrum Bestaand woongebied : Spoorbuurt / Singelzone
structuren
Binnen de hoofdstructuur kunnen zes afzonderlijke deelgebieden tot ontwikkeling komen. Elk met een eigen karakter en invulling. Bijzondere elementen zijn de Markoevers, met veel ruimte voor nieuwe functies rond een stadspodium aan de Mark en het Stationskwartier met de nieuwe OV—Terminal. Nieuwe iconen op bijzondere plaatsen, met bijzondere architectuur, bepalen de uitstraling en het gezicht van Via Breda.
Noordelijke rondweg Markzone Laan Plein
Het programma schikt zich naar de mogelijkheden van het gebied en de vraag van de stad. Binnen het kerngebied van Via Breda is ruimte voor bijzonder programma. Het internationale zakencentrum maar ook nieuwe voorzieningen op het gebied van cultuur en zorg, vinden hier een plek. Een concentratie van publieksfuncties zorgt op deze sleutelplekken in het gebied voor 16 uur levendigheid per dag. Ook de nieuwe iconen bieden ruimte voor een bijzondere invulling. Daarnaast ontstaat binnen Via Breda een aantrekkelijk leefmilieu met ruimte voor woningen en voorzieningen voor de stad en voor de buurt.
Park Stadspodium Singel
accenten
Accent stedelijk / internationaal OV-terminal Grote kerk Plangrens Via Breda
46
Structuurvisie Spoorzone 2025 (deel A)
Structuurvisie Via Breda
47
Structuurvisie Spoorzone 2025 (deel A)
Realisatie
48
Structuurvisie Spoorzone 2025 (deel A)
Realisatie, een kwalitatieve verkenning 5. Realisatie, een kwalitatieve verkenning
Via Breda bestaat uit zes onderling samenhangende deelgebieden en een hoofdstructuur die de gebieden verbindt en aansluit op de stad. Dit samenspel staat garant voor een attractief vestigingsmilieu. Door de aangebrachte structuur kan ieder deelgebied afzonderlijk ontwikkeld worden zonder kwaliteitsverlies van het geheel. Deze visie is de basis voor een succesvolle realisatie, maar niet voldoende. Een expliciete visie op vastgoedontwikkeling - in samenhang met een beheersbare financiële aanpak over een periode van 20 jaar - moet worden uitgewerkt.
5.1 Balans tussen ruimte, vastgoedontwikkeling en financiën Op basis van de inzichten die zijn opgedaan in een begin oktober 2003 gehouden expertmeeting met de top van Nederlandse investeerders en vastgoedontwikkelaars, zijn de volgende aspecten van belang voor een succesvolle realisatie: • Faseer de plannen; realiseer niet alles gelijktijdig maar zorg dat delen van het gebied in een periode van 20 jaar afzonderlijk tot ontwikkeling kunnen komen; • Kies een flexibele opstelling: inspelen op onverwachte kansen (de komst van een bijzonder bedrijf of het vertrek van een bedrijf uit het gebied) en niet te voorziene bedreigingen (vertraging in aanleg HSL, laagconjunctuur); • Zorg voor focus en durf prioriteiten te stellen. Benoem minimale kwaliteitscriteria voor de verschillende deelgebieden en zorg voor een tijdige realisatie van de hoofdstructuur; • Zorg voor een geloofwaardige basis en vertrouwen bij private partners; • Breng kosten en opbrengsten van zowel gebiedsontwikkeling als vastgoedontwikkeling met elkaar in verband; met opbrengsten uit de realisatie van vastgoed in de markt wordt de kwaliteitssprong mogelijk. Tegen deze achtergrond tekent zich een uitwerking af waarin “just in time” ontwikkelingen in het gebied mogelijk gemaakt worden. De gemeente zorgt voor ruimtelijke plannen. De realisatie zal voor een deel door de marktpartijen opgepakt moeten worden. De gemeente regisseert de te realiseren kwaliteit en programma, en reageert op ontwikkelingen in de markt om het juiste moment te bepalen.
49
Structuurvisie Spoorzone 2025 (deel A)
5.2 Vastgoedontwikkeling als basis
5.3 Deelgebieden en hoofdstructuur
Een bestemmingsplan is de wettelijke basis voor de vastgoedontwikkeling. Dit vormt de grondslag waarop bouwplannen worden beoordeeld en vergund. Naast deze publiek rechtelijke zaken moeten er ook privaatrechtelijke transacties plaatsvinden om de gewenste ruimtelijke veranderingen tot stand te brengen. Het Gemeentelijk Grondbedrijf is partij bij deze activiteiten.
Er is een onderscheid gemaakt in zes deelgebieden waar een herontwikkeling aan de orde is: • Stationskwartier • Havenkwartier • Zoete inval • Markoevers • Drie Hoefijzers • Liniepark
Private partijen achten het risico doorgaans hoog bij plannen waarbij, vanwege integraliteit en kwaliteit, instrumenten als kostenverhaal en eigendomsverkrijging lang voor een mogelijke herontwikkeling aan de orde zijn. In de grondmarkt betekent dit niet dat men zich terugtrekt en wacht op de overheid. Private partijen willen een grondpositie verwerven, om winst uit een gebiedsontwikkeling te behalen. Niet zelden neemt men een verlies op de grondverwerving, teneinde in de vastgoedontwikkeling het resultaat te kunnen realiseren. De gemeente moet – in de regierol bij de totstandkoming – haar beleid ten aanzien van deze partijen vaststellen. Dit gaat zowel om de publiekrechtelijke taken samenhangend met het maken en uitvoeren van het bestemmingsplan, als private partij (grondeigenaar) en als schepper van randvoorwaarden om het plan tot uitvoering te brengen. De gemeente kan haar instrumenten al dan niet inzetten tegenover partijen die onderdelen van het plan willen uitwerken. De private partij die een positie heeft of neemt in het gebied beziet of zijn belangen voldoende gebaat zijn bij het nieuwe bestemmingsplan, of niet. Dat leidt tot een afweging.
De ruimte die nodig is voor de realisatie van de hoofdstructuur - dit is voor de ontsluiting en voor groenvoorzieningen, als pleinen en parken in het gebied - is als apart onderdeel te benoemen. De structuurvisie richt zich op het geheel van de hoofdstructuur en de deelgebieden. In de analyse zijn de volgende onderdelen buiten beschouwing gelaten: • Het Stationskwartier; hiervoor zijn de realisatieaspecten uitgewerkt in het Masterplan Centraal Breda; • De te handhaven buurten Belcrum en Spoorbuurt; maatregelen hiervoor worden uitgewerkt in het kader van de buurtplannen Belcrum en Spoorbuurt; • De bereikbaarheidsaspecten voor zover deze buiten het plangebied vallen; bijvoorbeeld de ontwikkeling van de HOV-verbinding naar Oosterhout en Etten-Leur en mogelijke maatregelen aan de Noordelijke Rondweg. Deze aspecten krijgen een nadere uitwerking in de bereikbaarheidsvisie. De onderdelen die vallen binnen de hoofdstructuur van het gebied zijn wel opgenomen.
Concreet zal de gemeente binnen deze context een gericht beleid voeren bestaande uit de volgende componenten: • Bepalen van inzet van privaat en publiek instrumentarium; • Het inzetten van dit instrumentarium uit oogpunt van een regie in de tijd en realisatie van de randvoorwaarden; • Waar sprake is van zelf verwerven het financiële risico als extra dimensie in deze afweging mee te nemen.
50
Structuurvisie Spoorzone 2025 (deel A)
5.4 Samenwerken en regievoeren De realisatie van Via Breda speelt over een lange periode, en zal minimaal 20 jaar in beslag nemen. Keuzes over het moment waarop deelgebieden starten worden bepaald door private beslissingen en publieke kaders. Op basis van de financiële kaders is bovendien een aantal conclusies te trekken.
•
Private partijen Zittende partijen, ontwikkelaars en investeerders in het gebied maken continu keuzes omtrent de bedrijfsvoering. De mogelijkheden die binnen Via Breda geboden worden voor vastgoedontwikkeling vormen een extra argument in dit keuzeproces.
Just in time De omvang van de totale ontwikkeling maakt het nodig keuzes te maken waar gemeentelijke investeringen het grootste effect sorteren en welke ontwikkelingen op een goede wijze door de markt gerealiseerd kunnen worden. Voor de verdere uitwerking zijn de volgende elementen van belang: • de realisatie van de multimodale OV-terminal inclusief het in de Terminal geïntegreerde vastgoed en het Noord- en Zuidplein. De OV-terminal is het icoon van Via Breda en daarmee het feitelijke vliegwiel voor de ontwikkeling ervan; • de realisatie van het gebied de Markoevers als gebied voor functies die invulling geven aan de internationale ambitie van Via Breda: het nieuwe zakencentrum en voorzieningen voor cultuur en recreatie; • de realisatie van een sterke hoofdstructuur waarbinnen een kwalitatief goede openbare ruimte en bereikbaarheid worden georganiseerd; • Het verbeteren van bestaande milieusituaties die de realisatie van kwetsbare bestemmingen (woningen) belemmeren;
51
Structuurvisie Spoorzone 2025 (deel A)
•
De regie op het bouwprogramma en de kwaliteitscriteria voor de deelgebieden voor Via Breda. Het gehele instrumentarium wordt ingezet om per locatie op het geschikte moment ruimte te maken voor het functionele programma en tegelijkertijd de kwaliteit (architectonisch, stedenbouwkundig) te garanderen. Een continue afstemming op ontwikkelingen binnen Via Breda en ontwikkelingen elders in Breda en in de markt is het uitgangspunt; De planning vormt een flexibel raamwerk dat, binnen grenzen van financiële mogelijkheden, programma en marktontwikkelingen, inspeelt op mogelijkheden die zich aandienen.
5.5 Instrumentarium en flankerend beleid Een breed instrumentarium maakt de realisatiestrategie van Via Breda operationeel. Instrumenten richten zich op het actief handelen in de realisatie van Via Breda of het beheersen/stimuleren van het realisatieproces. Daarnaast zijn er instrumenten gericht op de samenwerking met derden. Per deelgebied wordt een passende mix van instrumenten gekozen. Het beschikbare instrumentarium wordt ingezet met als doel: • Actief ontwikkelingen mogelijk te maken; • Ontwikkelingen te beheersen/stimuleren; • Waar nodig te kunnen handelen als private partij.
Instrumentarium Via Breda Publiek
Privaat
Actief
Wet voorkeursrecht gemeenten Voorbereidingsbesluit Bestemmingsplan Onteigening Inrichting publiek domein Flankerend beleid Woningwet en Bouwverordening Meerjaren investeringsplan
Verwerving door gemeente
Beheersen/Stimuleren
Verwervingsplan Beheerplan Plankosten Investeringskosten Grondkosten – kostenverhaal Acquisitieplannen Bouwexploitatiekostenverordening
Publiekprivate samenwerking Afspraken tussen private partijen
52
Structuurvisie Spoorzone 2025 (deel A)
Flankerend beleid
Zorg
Het ruimtelijk en programmatisch kader bepalen Via Breda. De realisatie van het programma van wonen, werken, zorg en cultuur en de hoofdstructuur dient altijd plaats te vinden in een afstemming op andere ontwikkelingen binnen Breda en in de markt. Een zorgvuldige afstemming en keuzes in de programmatische verdeling en spreiding over de stad zijn een noodzaak voor het slagen van Via Breda. Binnen deze context is de fasering en ambitie voor het Via Breda-programma te bepalen. In de Structuurvisie Breda die in de loop van 2005 verschijnt, wordt hier nader op ingegaan.
De gemeente verkent de mogelijkheden voor topvoorzieningen op het gebied van zorg, sport en onderwijs binnen Via Breda. Voorbeelden zijn cure&care concepten, specialistische onderwijsvoorzieningen en topsportaccommodatie. Bestaande partijen in de stad en de markt worden hierop aangesproken. Afhankelijk van de ontwikkeling van de bevolkingssamenstelling in het gebied zullen, parallel aan de ontwikkeling van Via Breda, voorzieningen worden gerealiseerd voor de bewoners en gebruikers van het gebied.
Acquisitie
Cultuur is een drager voor de ontwikkeling van Via Breda. Binnen Via Breda is ruimte gereserveerd om cultuurvoorzieningen in de gebieden op te nemen. In een traject Cultuur & Economie zal worden uitgewerkt hoe cultuur in de brede zin kan meegroeien met de ontwikkeling van het gebied. Van tijdelijke gebruik van leegstaande gebouwen in de pioniersfase van Via Breda, tot ruimte voor commerciële cultuur en topvoorzieningen op het gebied van cultuur in de eindfase.
Naast de zorg voor een attractief en levendig vestigingsmilieu in het gebied zal de gemeente een actieve acquisitie voeren voor Via Breda. Zij doet dit in afstemming met beleggers en ontwikkelaars en in overleg met regionale koepelorganen. Naast acquisitie in algemene zin worden de mogelijkheden onderzocht en gestimuleerd om met faciliteiten voor de zakelijke sector en op het gebied van nieuwsoortige vrijetijdsbesteding de attractiviteit van het gebied te verhogen. Daarbij is te denken aan bijvoorbeeld Trade Center concepten, congres- en vergaderfaciliteiten.
Wonen Met Via Breda wordt een nieuw topsegment voor woningbouw aan de stad toegevoegd, zoals wonen aan het water. De feitelijke realisatie van woningen wordt aan de markt en corporaties overgelaten. De gemeente voert daarbij regie op het woningbouwprogramma. Uitgangspunt is dat het programma voor Via Breda, als onderdeel van het stedelijk woningprogramma, een dwarsdoorsnede van het stedelijk programma is met ruimte voor woningen in alle typen en prijscategorieën. Bovendien is er ruimte voor een exclusief woonmilieu dat nieuwe doelgroepen aanspreekt. Op het schaalniveau van het woongebied zelf gaat daarbij bijzondere aandacht uit naar het bieden van mogelijkheden voor doorstroming vanuit bestaande woonbuurten binnen en rond Via Breda.
53
Structuurvisie Spoorzone 2025 (deel A)
Cultuur
5.6 Fasering
5.7 Tijdelijk en definitief beheer
De onderverdeling in deelgebieden is de basis voor een fasering, die wordt uitgewerkt op grond van de prioriteit van de deelgebieden, de beschikbaarheid van terreinen en een beheerste financiële en inhoudelijke programmering. Daarbij spelen drie elementen een rol: • de beleidsprioriteiten op basis van de ambities en doelen van het plan; • de mogelijkheden die zich aandienen in de markt op basis van beslissingen van private partijen; • de noodzaak tot een beheerste ontwikkeling van het gebied te komen in financiële en programmatische zin.
Beheer
Het moment waarop terreinen vrijkomen wordt bepaald door beslissingen van private partijen. In het Masterplan Stationskwartier is de planning opgenomen voor dit deelgebied. Daarnaast is bekend dat brouwerij Interbrew in 2004 haar productie heeft gestopt. De terreinen binnen het deelgebied Drie Hoefijzers komen hiermee beschikbaar. De gemeente ziet mogelijkheden voor herontwikkeling in de periode 2006-2012, met een programma complementair aan het Stationskwartier. Van het deelgebied Liniepark is het noordelijk deel binnenkort beschikbaar. Voor de visie op het gebied Liniepark geldt echter dat deze in nadrukkelijke samenhang met de plannen voor Breda-Noordoost wordt uitontwikkeld.
Deelgebied
Voorlopige planning
Drie Hoefijzers
2006-2012
Havenkwartier
2010-2020
Liniepark
2015-2020
Markoevers
2015-2025
Stationskwartier
2006-2015
Zoete inval
2015-2025
Grote delen van Via Breda veranderen geheel van gedaante. Oude functies verdwijnen en nieuwe komen. Dat geldt niet alleen voor bebouwing maar ook voor de open ruimte. Die open ruimte krijgt wat betreft inrichting, vorm en materiaalgebruik een kwaliteitsniveau dat past bij de ambities voor het gebied. Dat uit zich in de keuze voor de onderdelen, zoals verharding, verlichting, groen, water, verkeer, kunstwerken etc. Het wordt van cruciaal belang het niet te laten bij een eenmalige aanleg/vernieuwing. De ruimte in het gebied en alle onderdelen daarvan zullen direct na aanleg onderhevig zijn aan de effecten die elk gebruik met zich meebrengen. Gebruik betekent ook slijtage, vervuiling etc. Dat vraagt om beheer. In het bijzonder voor die delen van dit gebied die zeer intensief en met grote verscheidenheid aan gebruikers worden gebruikt, vraagt dat om goed beheer. Met dat beheer zullen de ruimtelijke kwaliteitsambities uit deze structuurvisie voor langere termijn geborgd worden. Het beheer zal gericht worden op het schoon, heel, veilig en bruikbaar houden van de open ruimte en al haar voorzieningen voor vele tientallen jaren. Bij de richting van dat beheer zal het bestaande beleidskader worden toegepast zoals dat is vastgesteld in het Buitenruimteplan en haar uitwerkingen. Recente Europese en nationale afspraken stellen hoge eisen aan waterkwaliteit en bescherming tegen wateroverlast. Deze eisen krijgen een vertaling in het ruimtelijk ontwerp van elk deelgebied. Het toekomstig beheer van de openbare ruimte brengt kosten met zich mee. In de nadere uitwerking van deelgebieden ontstaat daar meer duidelijkheid over. In die uitwerking worden omvang, aard, soort, type, aantal grijze,groene en blauwe onderdelen in de openbare ruimte duidelijk. Door te werken volgens de methode “Taal van de Stad”, is te waarborgen dat dit op een goede wijze in de ontwerpfase wordt meegenomen.
54
Structuurvisie Spoorzone 2025 (deel A)
Tijdelijk beheer Voordat er sprake is van herontwikkeling en herinrichting van alle deelgebieden, zullen er zo’n 20 jaar verstrijken. De weg daarnaar toe is er een van transformatie. Dat vergt geleidelijk aan opstarten en voortdurend aanpassen van het beheer. Het beheer zal de sloop/ nieuwbouw begeleiden. Door de ligging van de Spoorzone in het hart van de stad, en met aangrenzende woonwijken zoals Belcrum en Spoorbuurt, zal dat transformatiebeheer meer dan serieuze aandacht krijgen. Continue bereikbaarheid van het station en de overige gebieden alsmede het schoon, heel, veilig, bruikbaar en daarmee leefbaar houden van de omliggende gebieden is het doel. Hiertoe zal een actief beheerarrangement worden ontwikkeld met concrete aanduiding van het beheerniveau, de beheerinspanning, de beheertaakverdeling en organisatie alsmede de beheerfinanciering. Dit arrangement zal in hoofdlijnen voor het gehele gebied worden opgezet en vervolgens per deelgebied worden geconcretiseerd. Bijzondere aandacht daarbij zal krijgen : • Bereikbaarheidsbeheer; planningen van bouw en infrastructuurprojecten zodanig afgestemd dat bewoners, bedrijven en voorzieningen binnen het gebied bereikbaar blijven; • Leefbaarheidsbeheer; zorg dat gebreken snel worden gesignaleerd, o.a. via meldpunt, en verholpen worden; • Aanlegbeheer; regeling van al die zaken in de openbare ruimte die nodig zijn bij aanleg van nieuwe bouwprojecten en infraprojecten; • Tijdelijk evenementenbeheer; een open houding die ruimte biedt aan initiatieven ten aanzien van tijdelijke en bijzondere evenementen in/ rond leegkomende bedrijfspanden, -terreinen en water.
55
Structuurvisie Spoorzone 2025 (deel A)
5.8 Uit te werken onderdelen Niet alleen in Breda, maar op veel plaatsen elders in Nederland is bekend dat de ontwikkeling van Spoorzones een complexe transformatie betreft. Met het Masterplan dat voor het Nieuw Sleutelproject Centaal Breda is opgesteld, en de reacties van het rijk en de provincie hierop (o.a. toetsbrief), is een belangrijke stap gezet in de realisatie van Via Breda, met name voor wat betreft de OV-terminal en het Stationskwartier. Voor de verdere realisatie van Via Breda wordt een evenwichtige realisatie- en beheerstrategie voorgesteld. Na vaststelling van de Structuurvisie Via Breda zal periodiek, wanneer ontwikkelingen in het gebied daar aanleiding toe geven, een actualisatie van de realisatiestrategie opgesteld worden. Voorzieningen op het gebied van zorg en cultuur groeien met de ontwikkeling van het gebied mee. Bij de uitwerkingen van de deelgebieden in de ontwikkelingsvisie wordt op basis van de verwachte bevolkingssamenstelling en gebiedskenmerken bepaald welke voorzieningen mogelijk en nodig zijn. Voor cultuur en economie wordt een specifieke uitwerking gestart. Voor de beoogde planontwikkeling van Via Breda wordt een Milieueffectrapportage opgesteld. Het advies van de commissie MER krijgt een uitwerking in de op te stellen plannen voor de deelgebieden.
5.9 Programmaorganisatie Via Breda Voor de realisatie van de doelen van Via Breda heeft het College van B&W in oktober 2004 de programmaorganisatie Via Breda ingericht. De programmaorganisatie zorgt voor samenhang tussen de activiteiten voor Via Breda, en stuurt op doelen en risico’s van het programma. De coördinatie van de programmaorganisatie richt zich op: • De samenhang tussen projecten • Sturen en ontplooien van initiatieven (zowel in- als extern) • Voorbereiden besluitvorming en bewaken voortgang • Planning en control (exploitaties, investeringen, plankosten) • Integrale communicatie over het project • Relatiemanagement De instelling van een programmaorganisatie past bij de fase waarin Via Breda is terechtgekomen. De verschillende ontwikkelingstrajecten zijn of worden afgesloten met de vaststelling van de volgende documenten: • Het Masterplan Centraal Breda (2003) • De Structuurvisie Spoorzone (Via Breda) • De buurtplannen voor Belcrum en Spoorbuurt • De afronding van het Masterplan Centraal Breda met het sluiten van een samenwerkingovereenkomst met NS Vastgoed en een Uitvoeringsovereenkomst met de Rijkspartijen • De afronding van de Bereikbaarheidsvisie (vaststelling 2005)
Hiermee komt het programma in de fase van het voorbereiden van de uitvoering. Activiteiten binnen het programma richten zich op: Gebiedsontwikkelingsprojecten: • Stationskwartier (inclusief realisatie van de OV-terminal) • Drie Hoefijzers • Overige deelgebieden Realisatie van infrastructuur, buitenruimte en voorzieningen: • Buitenruimteplannen voor de hoofdstructuur • Voorlopig en definitief ontwerp voor herinrichtingen van de buitenruimte • Voorzieningen op het gebied van zorg en cultuur Daarnaast worden specifieke taken opgepakt, gericht op de doelen van het programma: • UItwerking van Cultuur & Economie binnen Via Breda • Het starten van een marketing en acquisitietraject voor Via Breda • De opstelling van een beheerstrategie voor de transformatieperiode • De instelling van een buurtregisseur voor de uitvoering van activiteiten in Belcrum en Spoorbuurt op basis van de buurtplannen • De uitwerking van communicatiemiddelen voor het programma waaronder de ontwikkeling van een website en informatiecentrum voor Via Breda
56
Structuurvisie Spoorzone 2025 (deel A)