Expertises Verzekeringen
Interview
Troostwijk-Roux Expertises “Professioneel uitgevoerde taxatie-expertises worden van langsom meer onontbeerlijk”
S
trengere regelgeving. Mondigere klanten. Voorzichtigere kredietverleners. Het zijn slechts enkele voorbeelden van omstandigheden die de groeiende nood aan deskundige taxatierapporten aantonen, zowel vóór als na een schadegeval. “We roepen de verzekeraars en de makelaars op om samen met ons resoluut te kiezen voor een professionele aanpak waar zij - maar ook hun klanten - wel bij varen”, klinkt het bij Troostwijk-Roux Expertises.
Wat begon als een joviaal weerzien op een lunchcauserie van de Koninklijke Kring der Verzekeraars van België, kreeg snel een ernstigere toon. “De context van verzekeringen verandert ingrijpend, niet het minst door de nieuwe regelgeving. Het wordt almaar duidelijker dat professionele taxatie- en schade-expertises daarin een onontbeerlijke rol spelen”; zei Renaud Rosseel toen. Reden te over voor een afspraak met de COO Valuations van Troostwijk-Roux Expertises om dieper over het onderwerp door te bomen. Ook CEO Luk Van Meenen en COO Claims Philippe Julien tekenden present in het nieuwe bijkantoor in SintDenijs-Westrem. Waarom zijn taxatie-expertises zo belangrijk? Luk Van Meenen: “In Brand Speciale Risico’s – de polis voor industriële risico’s, zeg maar – is de verzekeringsnemer zelf verantwoordelijk voor de vaststelling van de te verzekeren kapitalen. In navolging van buitenlandse ondernemingen laten steeds meer Belgische bedrijven die expertise verrichten door deskundigen, omdat zij terdege rekening houden met mogelijke valkuilen zoals tweedehandsaankopen, leasingcontracten, het verschil tussen de economische en de werkelijke waarde van machines… Ik
september 2015
geef maar enkele voorbeelden. De wet betreffende de verzekeringen van 4 april 2014 en het Wetboek van Koophandel stellen trouwens dat het resultaat van zo’n taxatie-expertise bindend is voor verzekeringsnemer én verzekeraar. Maar er is nog werk aan de winkel. Want drie kwart van de bedrijven waarvoor we al schade-expertises uitvoerden, bleek onderverzekerd te zijn.”
nooit aan het licht komen. Evenmin als het om een kleine schade-eis gaat: in dat geval zien verzekeraars meestal af van een grondig onderzoek, omdat het in vergelijking met de gevraagde vergoeding te duur uitvalt. In feite benadelen ze zichzelf dan twee keer: ze betalen te veel uit doordat ze de evenredigheidsregel niet toepassen, en ze blijven te weinig premie incasseren.
Renaud Rosseel: “Dikwijls is die onderverzekering het signaal om ons na schade ook in te schakelen voor een waardebepaling volgens de regels van de kunst.”
Dat het anders kan, bewijst een internationale verzekeraar die ons geregeld inschakelt voor een gedetailleerde waardebepaling. Hij opteert voor een hecht en duurzaam partnership met zijn bedrijfsklanten, door met hen na te denken over mogelijke risico’s en preventiemaatregelen, waaronder dus een professioneel onderbouwde taxatie.”
Hoe komt het dat de sector blijkbaar weinig of geen initiatief neemt om het fenomeen van onderverzekering in industriële en kmo-risico’s te voorkomen? Luk Van Meenen: “De mate van onderverzekering baart zorgen: gemiddeld liefst 30%, stellen we vast. Als zich geen schadegeval voordoet, zal ze vrijwel
Renaud Rosseel: “Eigenlijk zou ze per definitie deel moeten uitmaken van de onderschrijvingspolitiek van de verzekeraars. Op die manier vermijden ze immers dat in geval van schade een spanningsveld ontstaat tussen henzelf, de
29
Verzekeringen Expertises
Luk Van Meenen, CEO Troostwijk-Roux Expertises
Philippe Julien, COO Claims
Renaud Rosseel, COO Valuations
klant en de makelaar. Correcte waarderingen zijn een win-winverhaal voor iedere partij.”
Luk Van Meenen: “Ons beroep is nog niet erkend. Daardoor gebeurt het wel eens dat een makelaar een minder gespecialiseerde partij aanspreekt. Ook worden soms waardebepalingen uitgevoerd op basis van de boekhouding van het bedrijf, terwijl onze experten altijd ter plekke gaan. Bovendien levert zulke waardering geen geruststellend resultaat op. Net zomin als taxaties door vastgoedmakelaars – doordat ze hun eigen realisaties waarderen – of door consultancykantoren; die beperken zich immers tot de economische waardering van onroerend goed en mogen door hun auditbezigheden geen verzekeringstechnische taxaties uitvoeren.”
Renaud Rosseel: “Het hanteert strikte ledenvoorwaarden. Je moet je deskundigheid bewijzen. Je moet je ertoe engageren je voortdurend bij te scholen. Je dient te garanderen dat je je te allen tijde onafhankelijk opstelt. En je moet werken volgens de internationaal geldende methodiek die het RICS uitgewerkt heeft. Daar plukken onze klanten de vruchten van.”
Je stelt dat ook de makelaar baat heeft bij een deskundige taxatieexpertise. Allicht niet alleen op financieel vlak? Luk Van Meenen: “Inderdaad. MiFID en Twin Peaks II leggen hem een zorgplicht op. Vooral de modale kmo’s zijn zich nog niet of onvoldoende bewust dat ze zelf verantwoordelijk zijn voor de vaststelling van de te verzekeren kapitalen, en dat ze daarvoor een externe professionele partij zoals Troostwijk-Roux kunnen inschakelen. Als hun makelaar hen daarop in de toekomst niet wijst, blijft hij volgens de nieuwe regelgeving in gebreke. Met alle gevolgen van dien.” Renaud Rosseel: “Door de complexiteit van hun verzekeringsbehoeften rekenen bedrijven erop dat hun makelaar zijn rol van vertrouwenspersoon waarmaakt. Door een professioneel uitgevoerde taxatie voor te stellen, vult hij zijn adviesfunctie terdege in. We taxeren ten andere ook almaar vaker grote kantoorcomplexen, appartementsgebouwen, winkelcentra en rusthuizen bijvoorbeeld.“
30
Renaud Rosseel: “We kunnen het bedrijf ook evalueren vanuit een economische invalshoek. Denk aan fusies, acquisities, successie, aandelentransferts, onteigeningen.” Welke maatstaven of methodiek hanteren jullie experten? Luk Van Meenen: “We volgen de regels van het RICS, wat staat voor het Royal Institute of Chartered Surveyors. Dat is wereldwijd de grootste beroepsorganisatie voor wie actief is op het vlak van taxatie.”
september 2015
Je maakt ook deel uit van het ArcaLaudis-netwerk, leert een blik op de website? Luk Van Meenen: “We zijn mede-eigenaar van dit grootste geïntegreerde taxatienetwerk ter wereld. Het stelt ons in staat op vraag van onze klanten waarderingen uit te voeren tot in Papoea (Nieuw-Guinea) toe, zoals onlangs het geval was. In tegenstelling tot andere marktspelers sturen we daarvoor geen
Belgische medewerkers ter plaatse, maar werken we samen met lokale partners die eveneens lid zijn van ArcaLaudis. Dat bespaart onze klanten niet alleen forse facturen voor verplaatsingskosten: die partners kennen de plaatselijke wetgeving en verzekeringsgebruiken tot in de puntjes. Anders dan in België zijn de funderingen van een gebouw in veel buitenlandse polissen niet meeverzekerd, bijvoorbeeld. Evengoed wijken de verhaalprocedures in ons land soms af van die in het thuisland van bedrijven die hier een dochterneming hebben.”
rante zaken wordt ook nog een marktonderzoek gedaan. Tot slot wordt een rapport opgemaakt. Dergelijk rapport is niet zomaar een document. Het bevat een proces-verbaal van schatting en is dus een officieel stuk vanwege een onafhankelijke deskundige dat niet alleen tegenstelbaar is aan de opdrachtgever, maar tegenover iedere derde.” Renaud Rosseel: “Onze experten gebruiken de Trex-index, een eigen industriële index die Troostwijk-Roux ieder jaar berekent. Hij stijgt vlakker dan de ABEX-
Philippe Julien: Ik durf stellen dat 70% van de kmo’s geen bedrijfsschadeverzekering heeft
“
”
Luk Van Meenen: De mate van onderverzekering baart zorgen. Die bedraagt gemiddeld 30%
“
Renaud Rosseel: “De ervaring leert ons dat de verzekeraars vrijwel altijd de afschrijvingspercentages hanteren die onze experten in hun rapporten vermelden. Ook dat is een hele geruststelling voor onze klanten.”
index, doordat hij beter rekening houdt met de prijsevolutie van materieel en machines. Dat is niet onbelangrijk. Want samen met de stock maken die beide elementen over het algemeen 80% van het verzekerde kapitaal uit.”
Hoe bepalen jullie experten de te verzekeren waarde?
Luk Van Meenen: “In de polis wordt de door onze experten berekende waarde gekoppeld aan de ABEX-index. Doordat deze sneller stijgt dan onze Trex-index, is de kans reëel dat de klant dan voor een te hoog bedrag verzekerd is. Dat kan hij vermijden door op onze abonnementsformule in te tekenen.”
Luk Van Meenen: “Onze experten maken eerst, onafhankelijk van de gegevens van de klant, een fysieke inventaris op van de activa van de onderneming en trachten daarbij zoveel mogelijk technische gegevens te verzamelen. In een tweede fase wordt die fysieke inventaris vergeleken met de inventarislijst van de klant, en wordt een verklaring gezocht voor de verschillen. Als er 100% zekerheid is over de inventaris, starten onze experten met de research om de nieuwwaarde te achterhalen. We beschikken daarvoor zelf over heel veel informatie, kennis en ervaring. Voor de minder cou-
september 2015
”
Renaud Rosseel: “We bieden als enige zo’n formule aan. Ze bestaat erin dat we in het tweede tot en met het vierde jaar na onze initiële taxatie een overzicht van de investeringen en desinvesteringen opvragen bij de klant, ze herwaarderen volgens onze realistischere Trex-index, en de klant aanraden zijn verzekerd kapitaal in die zin aan te passen – wat dus
31
Verzekeringen Expertises
dat we ons ook op schade-expertises voor particulieren zouden richten. Qua aantal dossiers vormen zij ondertussen de meerderheid van onze zowat 1000 nieuwe klanten per jaar. Daarmee behoren we ook in schade-expertises tot de top in België.” Verschilt de aanpak naargelang de klant een particulier dan wel een kmo of een bedrijf uit de grootindustrie is? Philippe Julien: “Ons uitgangspunt blijft identiek: we treden op als technisch raadsman van onze klant en staan hem bij tegenover verzekeraars, aansprakelijke derden, of welke andere partij ook. Met name hoofdzakelijk in het meestal resulteert in een lagere premie. In het vijfde jaar gaan we dan opnieuw over tot een taxatie ter plekke.” Is een taxatie-expertise ook nuttig uit kredietoverwegingen? Luk Van Meenen: “Toen IFRS (International Financial Reporting Standards, red.) eraan kwam, hebben we er een studie over uitgevoerd en daarna alle Belgische bedrijven die hier of in het buitenland op de beurs genoteerd zijn, verwittigd over de impact ervan. Zo ook hebben we met een nieuwe studie geanticipeerd op IFRS 13, waarin fair value meaurement centraal staat: rapportering op basis van de reële waarde van de activa en passiva van een bedrijf.” Renaud Rosseel: “Een ander gegeven is de Basel III-regelgeving, waarmee Europa beoogt dat de banken hun balans zowel kwalitatief als kwantitatief verstevigen. Een van de gevolgen daarvan is dat ze bedrijven die een lening willen, onder meer naar de markt- en de liquidatiewaarde van hun onroerende goederen zullen vragen. Die twee items maken deel uit van het activaonderzoek tijdens onze taxatie-expertise.” Luk Van Meenen: “We zijn al aangesproken door een bank die met een onderzoek van 8000 dossiers wil checken of haar kredietrisico voldoende afgedekt
32
Renaud Rosseel: Correcte waarderingen zijn een win-winverhaal voor iedereen
“
is. Zulke stresstests zullen nog meer uitgevoerd worden. Maar wat de vraag van die bank uniek maakt, is dat ze in het rapport ook de verzekerbare waarde vermeld wil zien.” Renaud Rosseel: “Steeds meer banken en andere kredietverleners eisen bovendien dat, bij schade aan een gebouw waarvoor zij een hypotheeklening toekenden, de vergoeding aan hen wordt gestort.” Troostwijk-Roux treedt ook op als schade-expert voor verzekeringsnemers. Gaat het dan ook vooral om bedrijven? Philippe Julien: “We dragen die reputatie misschien nog mee omdat in de beginjaren de focus van onze beide expertiseactiviteiten op die middens lag. Vandaag zijn industriële expertises nog steeds onze belangrijkste specialiteit. Maar toen ik in 2002 aan boord kwam, heb ik er bewust voor geopteerd
”
kader van de polis Brand Speciale Risico’s voor de grootindustrie, en voor de polis Brand en aanverwante gevaren voor kmo’s en particulieren. We beschikken over een team van topexperten, en door deskundigheid aan te bieden aan de zijde van de geteisterde ontstaat een gelijkheid tussen de partijen die betrokken zijn bij de begroting en de afwikkeling van een schade.” Is dat de reden waarom jullie schade-expertiseactiviteit zo sterk gegroeid is in de voorbije jaren? Philippe Julien: “Absoluut. Bij elke schade-expertise zijn drie aspecten van belang. Om te beginnen is er de bouwtechnische kant van de zaak. Het is evident dat we elke evolutie dienaangaande nauwgezet volgen. Ook het verzekeringstechnische aspect speelt een voorname rol. Poliswaarborgen veranderen, dus komt het erop aan deze wijzigingen in acht te nemen. Ten slotte
september 2015
moet je als schade-expert over een sterk onderhandelingsvermogen beschikken. Enerzijds koestert de klant verwachtingen, anderzijds moet je het vertrouwen verdienen van de expert van de maatschappij door een professioneel onderbouwd dossier voor te leggen. Onze experten dienen over al deze kwaliteiten te beschikken.” Hoe zie je de rol van de makelaar bij schade-expertises? Philippe Julien: “De makelaar is onze belangrijkste zakenpartner voor de toewijzing van een nieuwe opdracht. Hij bepaalt in eerste instantie of de klant baat heeft bij onze tussenkomst – al is het finaal wel deze laatste die ons officieel aanstelt. Maar voor ons eindigt de rol van de makelaar daar niet. We betrekken hem actief bij het dossier. Hij kent de historiek van de polis, wat dikwijls belangrijk is om de schade vlot te kunnen regelen. Bovendien kan hij als vertrouwenspersoon van zijn klant soms beter dan wij of dan de expert van de maatschappij een standpunt of een maatregel toelichten aan de klant. Die heeft immers naast rechten ook plichten, en het is eveneens onze taak daarop toe te zien om een consensus te kunnen bereiken waarin
alle partijen zich kunnen vinden. Daartoe is het van groot belang dat we meteen aangesteld worden nadat de schade zich voorgedaan heeft. Zo komt het dossier snel op de juiste spoor terecht en
Renaud Rosseel: De makelaar is onze belangrijkste partner voor nieuwe schade-expertiseopdrachten
“
worden veel discussies vermeden over reddingskosten, mogelijkheid tot verhaal, enzovoort.” Treed je ook op voor klanten van direct writers? Philippe Julien: “Jazeker, net zoals voor klanten van bank-verzekeraars. We beperken ons overigens niet tot brandschade-expertises. Ook na storm- of hagelschade, waterschade, machinebreuk, ontploffingen, aanrijding of verzakking van een gebouw en recall van producten bewijzen we onze meerwaarde. Evengoed kunnen we bijvoorbeeld de economische schade begroten van een bedrijf dat door een staking is getroffen.” Aan welke waarborgen zou volgens jouw ervaring meer aandacht moeten besteed worden? Philippe Julien: “Zonder twijfel de bedrijfsschadeverzekering. Ik durf stellen dat 70% van de kmo’s in België ze niet heeft onderschreven, alhoewel dit precies de levensverzekering is van een bedrijf. Troostwijk-Roux kan zich trouwens ook op dat vlak de specialist bij uitstek noemen in België.” Onderschatten ze het risico dat ze daardoor lopen? Philippe Julien: “Ik vrees van wel. Alle bedrijfsleiders zijn ervan overtuigd dat ze na een schade vrij snel opnieuw kunnen opstarten. Ze onderschatten vrijwel altijd de periode van inactiviteit. Noch-
september 2015
tans wordt na een zware schade meestal niet identiek hetzelfde gebouw opgetrokken. Er wordt vaak voor een andere inrichting en een ander machinepark geopteerd, waarvan de leveringstermij-
”
nen sterk kunnen oplopen. Vaak duurt het dan ook een hele tijd voordat je alle milieu- en andere vergunningen te pakken hebt. Bovendien merken we dat verzekeraars de omstandigheden van het schadegeval grondiger onderzoeken dan vroeger, en worden meer procedures opgestart. Dan heb je snel te maken met vele partijen waarmee je tot een vergelijk moet komen. Zo heb ik recent expertises bijgewoond met meer dan 50 aanwezigen.” Je voert een waaier van schade-expertises uit. Speelt de omvang van de schade daarbij een rol? Philippe Julien: “Bij een schade van 2000 euro heeft onze tussenkomst weinig toegevoegde waarde, dat is logisch. Ik ben trouwens voorstander van een grote vrijstelling. Een brandpolis is bedoeld om catastrofes te dekken, het is geen onderhoudscontract. Evengoed geloof ik niet in de pogingen om zoals in Auto de afhandeling van brand- en aanverwante schades te standaardiseren. Er zijn immers te veel uiteenlopende factoren en dikwijls verborgen oorzaken en schades waarmee rekening moet worden gehouden. We dienen de klok rond beschikbaar te zijn voor onze klanten. Maar naast het verkrijgen van de juiste financiële compensatie voor onze klanten primeert in ons beroep ook het menselijke aspect, waaraan je veel voldoening overhoudt. Dat is net het belangrijkste!”
Jan De Raeymaecker 33