Van Notitie Referentie
Postbus 60055, 6800 JB Arnhem Westervoortsedijk 73, 6827 AV Arnhem Telefoon (026) 355 13 55
[email protected] www.kplusv.nl
Strategieontwikkeling vluchtelingen gemeente Voorst
Arnhem, 1 oktober 2015 Ons kenmerk 1015222-003/ndo/ppa
1 oktober 2015 Ons kenmerk 1015222-003/ndo/ppa
Inhoud 1
Inleiding
1
2
Probleemanalyse
2
3
Uitwerking alternatieven
3
3.1
Inleiding
3
3.2
Verkenning van de soorten opvang
3
3.2.1
De soorten opvang
4
3.3 4
De opvang van vluchtelingen in Voorst tot nu toe Keuze
5 6
4.1
Opvangmogelijkheden in Voorst
6
4.2
Zicht op de kosten
7
4.3
Maatschappelijke consequenties in beeld
8
4.4
De rol van onze maatschappelijke partners in de opvang en begeleiding van
5
vluchtelingen en statushouders Samenvatting en conclusie
8 10
1 oktober 2015 Ons kenmerk 1015222-003/ndo/ppa
1
Inleiding De gemeente Voorst heeft, net als alle andere gemeenten, de taak vluchtelingen met een verblijfsvergunning (statushouders) een nieuw thuis te geven. Diverse partijen, waaronder woningbouwvereniging, vluchtelingenwerk en het welzijnswerk, doen daarin belangrijk werk en helpen deze mensen op weg. De afgelopen periode is het aantal vluchtelingen dat een beroep doet op Europa en dus ook op de Nederlandse opvang sterk toegenomen. Op het ogenblik vragen dagelijks honderden mensen asiel aan in de daartoe bestemde aanmeldcentra in ons land. De bestaande centra kunnen deze toestroom niet meer aan. Gemeenten zijn gevraagd om hulp te bieden bij de opvang of versnelde uitstroom vanuit de opvang. De gemeente Voorst voelt zich moreel en maatschappelijk verantwoordelijk om een bijdrage te leveren aan opvang in relatie tot de toenemende stroom vluchtelingen. De uitwerking van dit vraagstuk vindt plaats vanuit het in Voorst gebruikte PAK-model. Dit houdt in dat wij starten met de Probleemanalyse, daarna de uitwerking van Alternatieven waarna de Keuze wordt voorgelegd. De gemeente Voorst wordt gekenmerkt door een krachtige lokale samenleving. De betrokkenheid van burgers en maatschappelijke partners is groot en deze wordt gewaardeerd en gestimuleerd. De gemeente zet zich in voor de sociale cohesie in de wijken vanuit het idee "Iedereen telt mee en doet mee". Daarbij krijgen ook integratie en participatie van nieuwe burgers de nodige aandacht. De Nederlandse samenleving is de afgelopen maanden geconfronteerd met een groeiende toestroom van vluchtelingen. Het gemeentebestuur van de gemeente Voorst voelt zich, gelet op de grote nood, geroepen positief mee te denken over, en als het kan mee te werken aan oplossingen. Deze verantwoordelijkheid wordt uit het hart gevoeld en met verstand uitgedragen. Het is daarbij belangrijk dat er wordt gezocht naar effectieve strategische oplossingen in plaats van het ad hoc reageren op basis van emoties. Aan KplusV organisatieadvies is gevraagd om met de gemeente Voorst mee te denken bij de uitwerking van de bovengenoemde vragen en - in een vervolgfase - bij het opstellen van een plan van aanpak voor de realisatie van de keuze. Bij de totstandkoming van deze notitie is door KplusV een aantal documenten (o.a. van IND, VNG, COA) geanalyseerd en hebben er vraaggesprekken plaatsgevonden met de volgende organisaties en personen:
IJsseldal wonen;
Stichting Mens en Welzijn;
Stichting VluchtelingenWerk Voorst;
Stichting Vluchtelingen Oost Gelderland;
Wethouder en beleidsmedewerkers gemeente Voorst.
Pagina 1
1 oktober 2015 Ons kenmerk 1015222-003/ndo/ppa
2
Probleemanalyse Nederland staat voor een grote uitdaging om deze massale instroom aan vluchtelingen op te vangen. Elke dag melden zich honderden mensen in Nederland aan, waarvoor tijdelijk onderdak gezocht moet worden. Gemeenten hebben met een uitzonderlijke situatie te maken die zich nooit eerder in deze omvang heeft aangediend. Het COA (Centraal Opvang Asielzoekers) is verantwoordelijk voor de begeleiding van de vluchtelingenstroom in Nederland. Vanuit het rijk hebben zij budget toegewezen gekregen en bezitten zij de mogelijkheden om aan die verantwoordelijkheid uitvoering te geven. Door de grote instroom van vluchtelingen is het voor het COA inmiddels onmogelijk geworden om, in verband met een fysiek gebrek aan opvangplaatsen, aan deze verantwoordelijkheid te kunnen voldoen. Het COA doet daarom een dringend beroep op de gemeenten om voor nu en volgend jaar extra (tijdelijke) locaties ter beschikking te stellen om opvang van de nieuwe instroom te kunnen faciliteren. De VNG heeft gemeenten opgeroepen hun taakstelling in het huisvesten van statushouders versneld uit te voeren, zodat in de landelijke opvangcentra ruimte ontstaat om de nieuwe instroom van vluchtelingen onderdak te geven. De gemeente Voorst wil uit sociaal oogpunt en uit solidariteit met andere gemeenten binnen haar mogelijkheden een extra bijdrage leveren aan de oplossing van een maatschappelijk probleem. Zoals in de inleiding aangegeven zal de uitwerking van dit vraagstuk plaats vinden vanuit het in Voorst gebruikte PAK-model.
Pagina 2
1 oktober 2015 Ons kenmerk 1015222-003/ndo/ppa
3
Uitwerking alternatieven 3.1 Inleiding Net zo als alle andere Nederlandse gemeenten maakt de gemeente Voorst onderscheid tussen kortdurende acute noodopvang, nood/tijdelijke/reguliere (AZC)opvang en plaatsing van statushouders. Hoewel Voorst ook bereid is mee te werken aan de realisatie van kortdurende acute noodopvang, heeft deze notitie vooral betrekking op de strategische oplossingen voor de langdurige opvang en plaatsing van vluchtelingen/statushouders in de gemeente. Hieronder wordt de huidige situatie in Voorst beschreven en worden mogelijke alternatieven voor de uitvoering van dit beleid behandeld.
3.2 Verkenning van de soorten opvang De asielprocedure Alvorens we ingaan op de soorten opvang staan we eerst even kort stil bij de asielprocedure. Direct na binnenkomst in Nederland vangt het COA (Centraal Orgaan opvang Asielzoekers) de asielzoeker op in de centrale ontvangstlocatie (COL) in Ter Apel (Groningen). In deze locatie verzorgt de vreemdelingenpolitie de registratie en het identiteitsonderzoek. Ook de medische screening door de GGD wordt hier uitgevoerd. Asielzoekers verblijven maximaal vier dagen in de COL. Na de afronding van bovenstaande onderzoeken verhuist de asielzoeker naar een van de proces opvanglocaties (POL), waar hij zich verder kan voorbereiden op de asielaanvraag. De POL's bevinden zich altijd in de buurt van een vestiging van de IND (Immigratie- en Naturalisatiedienst). Uitganspunt is dat Asielzoekers maximaal twaalf dagen in een POL verblijven. Het eerste deel van de asielprocedure is de Algemeen Asielprocedure. In principe wordt het deel van de procedure waarin de aanvraag plaatsvindt, afgerond tijdens het verblijf in de POL. In afwachting van de uitslag van de procedure, waarin de asielzoeker van de IND hoort of zijn asielaanvraag is ingewilligd, geweigerd of dat er meer onderzoek nodig is, verhuist de asielzoeker naar een asielzoekerscentrum (AZC). Tijdens zijn verblijf in het AZC hoort de asielzoeker of:
de Asielaanvraag is ingewilligd De asielzoeker heeft een verblijfsvergunning gekregen. Hij wordt een statushouder. Het COA koppelt hem aan een gemeente in de regio van het AZC. De gemeente zorgt voor geschikte woonruimte. De statushouder woont op het AZC tot hij een zelfstandige woning kan betrekken. (maximaal 12 weken).
er sprake is van een Verlengde Asielprocedure De IND heeft meer tijd nodig om een beslissing te nemen op de asielaanvraag. De bewoner gaat de Verlengde Asielprocedure in. Tijdens deze procedure blijft hij op het AZC.
Pagina 3
1 oktober 2015 Ons kenmerk 1015222-003/ndo/ppa
de Asielaanvraag is geweigerd De asielzoeker heeft geen verblijfsvergunning gekregen. Hij heeft nu nog maximaal vier weken recht op opvang in het AZC. Na vier weken dient hij het land te verlaten. Indien het niet lukt om binnen vier weken te vertrekken dan heeft de uitgeprocedeerde asielzoeker nog maximaal twaalf weken recht op opvang in een zogenaamde 'vrijheid beperkende locatie' (VBL).
Voor gezinnen en alleenstaande minderjarige vreemdelingen heeft het COA speciale opvanglocaties ingericht.
3.2.1 De soorten opvang 1. Kortdurende crisisnoodopvang Deze opvang is in beginsel bedoeld voor 72 uur, waarna vluchtelingen kunnen doorstromen naar de andere vormen van opvang. Dit zijn locaties (sporthallen, e.d.) die 'normaal' incidenteel worden gebruikt voor bevolkingszorg bij rampen of crises. Rol van de gemeente: De gemeenten bieden een locatie aan. Het COA benadert alleen de gemeenten waarvan dit aanbod is geaccepteerd. De gemeente opent, richt in en faciliteert de locatie. Het COA zorgt voor het vervoer van de vluchtelingen naar de opvanglocatie en laat weten op welk moment de eerste vluchtelingen te verwachten zijn. Het COA betaalt voor de opvang van de mensen. 2. Noodopvang Hallen en locaties voor de duur van 6-12 maanden met een opvangcapaciteit voor tussen de 300-600 bewoners. Bij voorkeur in de directe nabijheid van een mogelijke tijdelijke of reguliere opvanglocatie. Rol van de gemeente: Het COA is de verantwoordelijke partij voor de opvang van vluchtelingen en alle aspecten die daaraan verbonden zijn, zoals het geschikt maken van het terrein, onderdak, sanitair, voedselvoorziening, etc. De rol van de gemeente is facilitair. 3. Tijdelijke opvang Accommodaties voor de duur van één tot twee jaar met een opvangcapaciteit van 300-800 bewoners, waarvan de exploitatie deels door de verhurende eigenaar wordt gevoerd. Rol van de gemeente: Deze vluchtelingen kunnen al kort in de noodopvang hebben gezeten, maar ze kunnen ook rechtstreeks uit een aanmeldcentrum komen. Vluchtelingen die in een tijdelijke opvang zitten, krijgen voorrang bij het herplaatsen in andere opvangvoorzieningen in Nederland. De mensen in de tijdelijke opvang krijgen eten, drinken en verzorgingsartikelen van het COA aangeboden. De gemeente biedt een locatie aan en is facilitair in deze. 4. Reguliere opvang Een asielzoekerscentrum (AZC) dat door het COA wordt geëxploiteerd voor een termijn vanaf twee jaar met een opvangcapaciteit van 600-1500 personen. Let wel: met reguliere opvang wordt dus iets anders bedoeld dan met reguliere huisvesting. Rol van de gemeente: In een AZC zorgen de bewoners zoveel mogelijk voor zichzelf. Ze krijgen begeleiding gericht op de fase waarin zij in de asielprocedure zitten. Bewoners ontvangen een toelage vanuit het COA die bestaat uit een bedrag ten behoeve van eten en een bedrag voor kleding en andere persoonlijke uitgaven. De gemeente biedt een locatie aan en is facilitair in deze.
Pagina 4
1 oktober 2015 Ons kenmerk 1015222-003/ndo/ppa
5. Plaatsing van statushouders (geschikte woonruimte) Asielzoekers met een verblijfsvergunning (statushouders) gaan deel uitmaken van de Nederlandse maatschappij. Rol van de gemeente: Als een asielzoeker zijn verblijfsvergunning krijgt, moet hij vertrekken uit de asielopvang en zich vestigen in een gemeente. Gemeenten hebben op basis van een taakstelling een wettelijke verplichting (Huisvestingswet) om deze vergunninghouders woonruimte aan te bieden. Op het moment van vestiging wordt de gemeente verantwoordelijk. Naast de reguliere taakstelling van statushouders wordt er momenteel dus een extra inspanning gevraagd voor het versneld huisvesten van statushouders opdat in de landelijke opvangcentra ruimte ontstaat om de nieuwe instroom van vluchtelingen onderdak te geven.
3.3 De opvang van vluchtelingen in Voorst tot nu toe In Voorst zijn tot nu toe alleen asielzoekers met een verblijfsvergunning geplaatst. Dus plaatsing die langdurig en structureel van aard is. De Rijksoverheid bepaalt elk halfjaar het aantal vergunninghouders dat de gemeenten moeten huisvesten. Voor gemeente Voorst is dat voor 2015, 45 statushouders. Gezien de toestroom van vluchtelingen zal naar verwachting deze taakstelling voor 2016 verhoogd worden met ongeveer 30%. Dat betekent dat er vanaf dat jaar 60 statushouders opgevangen en van huisvesting moeten worden voorzien. De afgelopen jaren is samen met woningbouwcoöperatie IJsseldal Wonen gezocht naar geschikte woonruimte. Zoals het er nu uitziet zal de oorspronkelijke taakstelling voor 2015 hoogstwaarschijnlijk gerealiseerd worden. Uit de gesprekken met de medewerkers van IJsseldal Wonen en de gemeente is echter duidelijk geworden dat de huisvesting van 45 statushouders de maximaal haalbare capaciteit op dit moment is. Dit heeft te maken met het aanbod van (huur)woningen en de geschiktheid van dit aanbod voor de huisvesting van asielzoekers. Deze beperkte capaciteit heeft vooral te maken met het jaarlijks vrijkomen van slechts 100 woningen. Voor de verdeling van die woningen wordt een verdeling gemaakt naar de soort vraag, de gezinssituatie en de urgentie van de woningzoekende. Naast de urgentie voor huisvesting van de statushouders speelt dan ook de urgentie van de regulier woningzoekenden. De keuze voor een voorrangssituatie voor het huisvesten van statushouders vraagt om een zorgvuldige politieke afweging. Gezien de verwachte toestroom van statushouders is het belangrijk dat de gemeente Voorst zich op dit moment al gaat oriënteren op alternatieve mogelijkheden voor opvang/huisvesting. In de vraaggesprekken zijn hiervoor verschillende interessante opties en ideeën aangedragen. Er zijn zelfs concrete namen van gebouwen en locaties met kavels genoemd. Op korte termijn zal worden onderzocht in hoeverre deze ook geschikt zijn of geschikt gemaakt kunnen worden. Geconstateerd kan in ieder geval worden dat er bij de maatschappelijke partners die benaderd zijn, draagvlak en bereidheid aanwezig is om mee te werken aan het oplossen van het vraagstuk. Het college heeft een besluit genomen over het beschikbaar stellen van een locatie voor kortdurende acute noodopvang. Het betreft de oude Rabobank in het dorp Voorst. Deze locatie is geschikt voor 50 personen.
Pagina 5
1 oktober 2015 Ons kenmerk 1015222-003/ndo/ppa
4
Keuze 4.1 Opvangmogelijkheden in Voorst Zoals beschreven zijn er verschillende soorten opvang voor vluchtelingen. 1. kortdurende crisisnoodopvang; 2. noodopvang; 3. tijdelijke opvang; 4. reguliere opvang (AZC); 5. plaatsing van statushouders. In gemeente Voorst zijn tot nu toe alleen statushouders geplaatst. Inmiddels is er ook door het college een besluit genomen met betrekking tot de realisatie van kortdurende crisisnoodopvang in de leegstaande Rabobank in Voorst. Vooralsnog kiest gemeente Voorst niet voor noodopvang, tijdelijke opvang en reguliere opvang. Gezien de schaal van de gemeente, de demografische samenstelling van de kernen en het feit dat de daadwerkelijke mogelijkheden voor grootschalige noodopvang beperkt zijn, legt Voorst de focus vooral op extra inspanning in het plaatsen (huisvesten) van statushouders in de gemeente en het realiseren van kortdurende crisisnoodopvang. Vanzelfsprekend is het daarbij noodzakelijk om te investeren in de opbouw van draagvlak bij de bevolking en zo mogelijk rekening te houden met de samenstelling van de wijk of buurt. Open en transparantie communicatie vanuit de gemeente en de maatschappelijke partners is daarbij een belangrijke randvoorwaarde. Een belangrijk uitgangspunt voor de keuzes die Voorst wil maken, is de nadruk op kwaliteit in plaats van kwantiteit. De gemeente wil de mensen die naar Voorst komen langdurig in haar gemeenschap opnemen en daarbij maximaal inzetten op de ondersteuning bij integratie door de komende tijd meer statushouders te huisvesten dat moet volgens de wettelijke norm, zodat de uitstroom uit bestaande Asielzoekerscentra (AZC's) wordt verhoogd en daar weer geschikte plekken voor nieuwe vluchtelingen vrij komen. Of door het meewerken aan de versnelling van de procedures door het opvangen van vluchtelingen die nog in afwachting zijn van een verblijfstatus, maar waarbij uit eerdere onderzoeken op basis van ervaringsgegevens al snel duidelijk is dat zij zeer waarschijnlijk in aanmerking komen voor een verblijfstatus. Dat is de kwaliteit die Voorst wil leveren. Overigens is het goed om te realiseren dat het COA redelijk zelfstandig locaties voor bijvoorbeeld AZC´s (i.c. reguliere opvang) kan aanwijzen. Soms worden gemeenten dan geconfronteerd met een nieuwe situatie waarmee zij op voorhand geen rekening hebben gehouden. Daarbij kan gesteld worden dat dit meestal gaat om reeds beschikbare (leegstaande) accommodaties waar een substantieel aantal vluchtelingen kan worden ondergebracht. Op het eerste gezicht lijkt zo'n accommodatie in Voorst niet beschikbaar. Naar aanleiding van de gesprekken die hebben plaatsgevonden kan worden geconcludeerd dat er sprake is van draagvlak voor de plaatsing van extra statushouders. Maatschappelijke partners zijn bereid om samen met de gemeente Voorst intensief samen te werken om geschikte huisvestingsmogelijkheden voor statushouders te vinden dan wel te ontwikkelen.
Pagina 6
1 oktober 2015 Ons kenmerk 1015222-003/ndo/ppa
Wel zijn er twijfels over het maximale aantal statushouders boven de taakstelling waarvoor in Voorst huisvesting kan worden gerealiseerd. Zoals hiervoor aangegeven wordt, is het een zeer lastige opgave om boven de taakstelling extra ruimte voor huisvesting te vinden in de reguliere woningvoorraad. De gesprekspartners hebben aangeven in ieder geval voorstander te zijn van gespreide opvang verdeeld over verschilende kernen. IJsseldal Wonen geeft aan, bereid te zijn om indien nodig te kijken of de woningen die zij momenteel te koop aanbieden toch niet in eigendom gehouden moeten worden zodat deze verhuurd kunnen worden aan statushouders. Hoewel er door de gesprekspartners geen concrete aantallen genoemd zijn, kan vastgesteld worden dat er mogelijkheden tot extra opvang van meer vluchtelingen qua ruimte, locatie, draagvlak en capaciteit in gemeente Voorst aanwezig zijn. Hoeveel statushouders structureel extra opgevangen kan worden, is vanzelfsprekend mede afhankelijk van de beschikbare huisvesting maar daarnaast ook van de draag- en absorptiekracht van de gemeenschap. Dit laatste punt heeft ook nadrukkelijk te maken met de mogelijkheden van de begeleidende (vrijwilligers)organisaties. De realisatie van de taakstelling van de huisvesting van 45 statushouders is de afgelopen jaren redelijk probleemloos verlopen.
4.2 Zicht op de kosten Naast het inventariseren van de behoefte aan extra opvanglocaties heeft het COA besloten om de uitstroom van statushouders te versnellen. Door het versneld uitplaatsen van statushouders die al gekoppeld zijn aan gemeenten, ontstaat er extra ruimte in de asielzoekerscentra voor de opvang van vluchtelingen. Het COA heeft hiervoor de regeling zelfzorgarrangement (ZZA) voor gemeenten ingesteld. De regeling ZZA maakt het voor een gemeente mogelijk buiten de reguliere huisvestingsprocedure om, tijdelijk onderdak te regelen voor statushouders die nog niet zijn uitgeplaatst naar een gemeente. Voor het opzetten van een opvanglocatie ontvangen gemeenten een vergoeding van het COA. Gezien het feit dat er nog geen concrete afspraken met het COA zijn gemaakt, is de hoogte van de vergoeding nog onbekend. Verder is bekend dat de VNG afspraken met het rijk heeft gemaakt over de financiën in dit vraagstuk. Ook hier is nog niets bekend over de hoogte van deze bijdrage. Gemeenten ontvangen middelen voor de kosten voor begeleiding van statushouders. Deze middelen zijn niet toereikend, waardoor een deel ten laste van het participatiebudget wordt gebracht. Dit is ook voor Voorst geen nieuwe situatie. De druk om naar extra (alternatieve) dekking te zoeken is wel urgent, gezien de verwachte hogere taakstelling voor 2016 en verder. Het is voor gemeenten in de huidige omstandigheden lastig om in contact te komen met het COA, om samen met hen te verkennen waar zij precies behoefte aan hebben. Hoewel dit ook voor Voorst geldt, is door deze gemeente desalniettemin ter voorbereiding op een mogelijk verzoek van het COA een aantal locaties in kaart gebracht die mogelijk als opvanglocatie in aanmerking komen. Het ZZA waar de gemeente Voorst gebruik van kan maken, is een administratief eenvoudige procedure qua aanvraag voor financiering van een opvangmogelijkheid. Enerzijds is de rechten doelmatigheid geborgd en aan de andere kant heeft de gemeente voldoende ruimte om vluchtelingen op te vangen.
Pagina 7
1 oktober 2015 Ons kenmerk 1015222-003/ndo/ppa
Voor de gemeentelijke vergoeding gelden 3 componenten:
een bijdrage in de kosten voor de wooncomponent;
een bijdrage in de eerste kosten voor de inrichting;
een bijdrage voor de apparaatskosten van de gemeente.
Het betreft een lumpsum bedrag. Het COA stelt het bedrag beschikbaar aan gemeenten. Hoewel het COA voor het grootste deel de kosten voor zijn rekening zal nemen, kunnen we op dit moment nog niet concreet aangeven hoeveel extra financiële middelen de gemeente Voorst zal moeten inzetten.
4.3 Maatschappelijke consequenties in beeld Ervaring heeft geleerd dat afhankelijk van de schaalgrootte van de opvanglocatie en de sociale cohesie in de wijk het kan voorkomen dat er weerstand uit de buurt/wijk zich manifesteert. Het is verstandig om daarmee vanaf het begin rekening te houden en vooral op het gebied van communicatie met burgers te kiezen voor maximale transparantie. Echter meestal komt het gevoel van weerstand voort uit angst voor het onbekende en angst voor het doorbreken van bestaande leefpatronen. Mensen zijn gewend om volgens bepaalde structuren en patronen te leven. Op het moment dat deze patronen doorbroken dreigen te worden, ontstaat er angst en weerstand voor het opgeven van wat bekend is. Het is voor het bereiken van draagvlak voor het gemeentelijke beleid om meer statushouders huisvesting aan te bieden, heel erg belangrijk om van het begin met burgers in maatschappelijke partijen in gesprek te gaan. Het is van belang om daarbij ook te wijzen op de positieve effecten voor de leefgemeenschap. Zeker in kernen waar behoud van voorzieningen speelt in verband met bevolkingskrimp zijn er ook positieve maatschappelijke effecten te noemen. Denk aan: meer klanten voor detailhandel, meer schoolgaande kinderen, meer leden sportverenigingen, groei werkgelegenheid, groei lokale economie. In ieder geval moet aandacht besteed worden aan de volgende punten:
opzetten van een goed communicatieplan met burgers, buurt, wijk;
organiseren van voorlichtingsbijeenkomsten;
opvang van vluchtelingen zo veel mogelijk verspreiden;
een duidelijke visie uitdragen;
betrek ook vluchtelingen bij de voorlichting en communicatie;
betrek maatschappelijke partners.
4.4 De rol van onze maatschappelijke partners in de opvang en begeleiding van vluchtelingen en statushouders Het meest cruciale aspect bij de huisvesting van statushouders vormt het integratie en participatieproces. VluchtelingenWerk Voorst en Stichting Mens en Welzijn spelen een belangrijke rol in de begeleiding. In het eerste deel van begeleiding door VluchtelingenWerk (Coaching Vestiging) gaat het om zaken als huisvesting (wat moet je regelen en bij welke instanties moet je je aanmelden, huurtoeslag, inkomen (aanvraag uitkering Wet Werk en Inkomen en Bijstand, en gezondheidszorg (aanmelding bij ziektekostenverzekeraar, aanvraag zorgtoeslag, aanmelding huisarts en tandarts). Maar ook advies en hulp bij de inrichting van de woning, het vinden van een goede school voor de kinderen en nog veel meer.
Pagina 8
1 oktober 2015 Ons kenmerk 1015222-003/ndo/ppa
Dit heet de maatschappelijke begeleiding. Deze vorm van begeleiding is gericht op het wegwijs maken van de statushouder in de nieuwe leefomgeving en hem/haar te begeleiden naar zelfredzaamheid. Het eerste deel van begeleiding duurt ongeveer 8 maanden, daarna kunnen de mensen nog ongeveer 6 maanden lang thuis begeleid worden (Coaching thuis). Na circa 14 maanden, (dit kan per persoon verschillen) wordt de vluchteling geacht zelfredzaam te zijn en kan hij/zij voor verdere begeleiding afhankelijk van de behoefte, gebruik maken van de reguliere ondersteuning. Stichting Mens en Welzijn is een brede sociale welzijnsorganisatie in Voorst die voor begeleiding en coaching kan zorgen. De gemeente heeft hierbij drie belangrijke taken en aandachtsgebieden. Dat zijn huisvesting, zorgen voor integratie en participatie. Huisvesting is een wettelijke taak. Gemeenten hebben een taakstelling opgelegd gekregen. Dat betekent dat elk jaar het quotum aan huisvesting statushouders moet worden gehaald. Daarvoor zijn afspraken gemaakt met onder meer woningbouwverenigingen. Het is van groot belang dat statushouders zo snel mogelijk integreren. Statushouders komen uit een Asielzoekerscentrum. Daar hebben ze een eerste kennismaking met Nederland gekregen maar dat is nog niet veel. Daarom is maatschappelijke begeleiding nodig. In gemeente Voorst wordt dit uitgevoerd door VluchtelingenWerk. Participatie is voor alle inwoners, maar zeker ook voor statushouders, van groot belang. Gemeente Voorst kan hier zelf aan meewerken door hier vorm aan te geven in de eigen re-integratieactiviteiten, contracten met derden, zelf in regioverband afspraken maken met werkgevers. Waar relevant kan er ook ruimte gegeven worden voor een opleiding, leer/werktraject of stage. Hiervoor is er veel aanbod en kan gebruik gemaakt worden van ervaringen elders in de vorm van 'good practices'. Er zijn projecten speciaal gericht op het participatie- en integratieproces van vluchtelingen. Er zijn landelijke organisaties en instellingen die ervaringen en expertise hebben op dit gebied. De maatschappelijke partners in de gemeente Voorts willen allemaal een bijdrage leveren aan de begeleiding, integratie en participatie van de vluchteling. Hiervoor willen ze graag samenwerking met de gemeente. Een belangrijk aspect is daarbij de beschikbaarheid van voldoende vrijwilligers om aan de begeleiding van het extra aantal statushouders optimaal inhoud te kunnen geven. Aandachtspunt is wel dat de maatschappelijke partners onderling nog niet optimaal samenwerken. De wil en de motivatie tot samenwerken is er degelijk aanwezig. Men is op zoek naar de manier van samenwerken. Wellicht dat de gemeente Voorst hierin van betekenis kan zijn dat geldt ook voor de aandacht voor het werven van extra vrijwilligers.
Pagina 9
1 oktober 2015 Ons kenmerk 1015222-003/ndo/ppa
5
Samenvatting en conclusie Zowel uit de gesprekken als uit het documentenonderzoek blijkt dat gemeente Voorst meer statushouders kan opvangen. Draagvlak en medewerking vanuit de maatschappelijke partners is aanwezig. Wat betreft het kostenaspect is het mogelijk om financiële middelen vanuit de COA in te zetten. Een belangrijk aandachtspunt dat door maatschappelijke partners en door de beleidsmedewerkers van de gemeente Voorst is aangegeven, is de vorm van opvang/plaatsing. Het blijkt dat er voor extra huisvesting van statushouders meer draagvlak bestaat dan voor de realisatie van noodopvang van vluchtelingen. Hoewel men niet volledig negatief tegenover noodopvang staat, wordt wel geadviseerd om goed te kijken naar de omvang, sociale cohesie in de buurt/wijk en de communicatie met de burgers. Belangrijke conclusie uit dit inventariserend onderzoek is dat er voldoende mogelijkheden lijken te bestaan om in de gemeente Voorst om meer statushouders permanent te ontvangen. Er is ook een voldoende gezonde basis wat betreft samenwerking met maatschappelijke partners, draagvlak, potentiële locaties en beschikbare middelen om deze plannen te kunnen realiseren. Het is natuurlijk altijd mogelijk dat het COA een beroep doet op de gemeente Voorst om mee te werken aan de realisatie van een noodvoorziening voor het acuut opvangen van een groot aantal vluchtelingen. Hoewel er, zoals eerder gesteld, niet direct sprake is van op voorhand geschikte accommodaties voor noodopvang zal er toch een noodplan moeten liggen waarmee in rap tempo de benodigde basisvoorzieningen voor acute noodopvang kunnen worden ingericht. Inmiddels heeft er, naast dit onderzoek, een intern onderzoek plaatsgevonden naar de mogelijkheden voor de realisatie van acute noodopvang. Het college heeft inmiddels hierover een besluit genomen door de aanwijzing van de Rabobank in Voorst.
Pagina 10