Bestemmingsplan Bandijk 7, Terwolde, gemeente Voorst
Fokko Agteres Advies in Ruimtelijke Ordening maart 2014 Status: ontwerp
Bestemmingsplan Bandijk 7, Terwolde| gemeente Voorst | versie 1.1 | maart 2014 | status ontwerp
Inhoudsopgave 1
Inleiding
3
1.1
Aanleiding en doel
3
2
De huidige (bouwkundige) situatie
5
3
Beleidskader
6
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
Rijksbeleid Provinciaal beleid Regionaal beleid Lokaal beleid Welstand
6 6 7 7 8
4
Onderzoeken
11
4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8 4.9 4.10 4.11
Bodem Geluid Bedrijven en milieuzonering Waterhuishouding Flora en fauna Luchtkwaliteit Externe veiligheid Monumenten/cultuurhistorie Verkeer Archeologie Landschappelijke inpassing
11 11 12 12 12 13 13 14 14 15 15
5
Planbeschrijving
17
6
Juridische planopzet
18
7
Economische uitvoerbaarheid
20
8
Overleg en inspraak
21
9
Regels
22
Bijlagen Landschapsplan Bodemonderzoek Staat van Bedrijfsactiviteiten
2
Bestemmingsplan Bandijk 7, Terwolde| gemeente Voorst | versie 1.1 | maart 2014 | status ontwerp
1 1
Inleiding
1.1 Aanleiding en doel Rietdekkerbedrijf Veldhuis b.v. gevestigd aan de Bandijk 7 in Terwolde heeft plannen om ten behoeve van haar bedrijf een (nieuwe) schuur voor de opslag van riet te realiseren. De reden hiervoor is, dat het bedrijf ernaar streeft om hoogwaardige rieten daken aan te brengen. Daarvoor wordt kwalitatief goed riet gebruikt dat bij voorkeur in Nederland groeit. Aangezien dit riet in de winter wordt geoogst (ondermeer in de Weeribben) moet dit riet in het voorjaar/begin van de zomer worden ingekocht. Hiervoor is extra opslagruimte nodig, waarin het riet kan worden opgeslagen totdat het op de daken van woningen en boerderijen kan worden aangebracht. Er is (dringend) behoefte aan opslagruimte en die kan niet meer binnen de bestaande bedrijfsbebouwing gevonden worden. Binnen de toegestane oppervlaktenorm voor bedrijfsbebouwing van het geldende bestemmingsplan Buitengebied kan deze schuur reeds worden gebouwd. Omdat de nieuwe schuur echter buiten het bestaande bouwvlak is gesitueerd, is een herziening van dit bestemmingsplan noodzakelijk. De gemeente heeft op 11 oktober 2013 aangegeven dat zij in beginsel aan deze plannen wenst mee te werken. Dit wil zij doen door het planologisch mogelijk maken van de bouw van deze schuur via een herziening van het nieuwe bestemmingsplan Buitengebied.
3
Bestemmingsplan Bandijk 7, Terwolde| gemeente Voorst | versie 1.1 | maart 2014 | status ontwerp
figuur 1
rood omcirkeld ligging plangebied
4
Bestemmingsplan Bandijk 7, Terwolde| gemeente Voorst | versie 1.1 | maart 2014 | status ontwerp
2 2
De huidige (bebouwde) situatie
Op het bedrijfsperceel van rietdekkerbedrijf Veldhuis - dat al tientallen jaren op het adres Bandijk 7 is gevestigd - staan naast de bedrijfswoning twee schuren voor de opslag van riet en het stallen van materieel. Deze schuren hebben een oppervlakte van respectievelijk 160 m2 en 140 m2. Het perceel zelf heeft een oppervlakte van ongeveer 2.4 HA. In verband met de nabije ligging van de Bandijk en de IJssel is in 2010/2011 in het kader van het project “Terwoldse Bandijk” van de gemeente Voorst op het perceel een kolk aangelegd als ook beplanting en bestrating en het rietgekapte deel van de in 2008 gerealiseerde kapschuur.
figuur 2:
huidige situatie
5
Bestemmingsplan Bandijk 7, Terwolde| gemeente Voorst | versie 1.1 | maart 2014 | status ontwerp
3 3.
Beleidskader
3.1
rijksbeleid
Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (2012) De SVIR vervangt verschillende nota’s, zoals ondermeer de Nota Ruimte, de Structuurvise Randstad 2040, de Nota Mobiliteit, de MobiliteitsAanpak en de Structuurvisie voor de Snelwegomgeving. Verder vervallen met de SVIR de ruimtelijke doelen en uitspraken uit de Agenda Landschap, de Agenda Vitaal Platteland en Pieken in de Delta. De SVIR streeft er naar dat Nederland de komende decennia concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig wordt. Dit wil het Rijk doen met een krachtige aanpak die ruimte geeft aan regionaal maatwerk, de gebruiker voorop zet, investeringen prioriteert en ruimtelijke ontwikkelingen en infrastructuur met elkaar verbindt. Dit doet het Rijk samen met andere overheden en met een Europese en mondiale blik. Alleen zo kan Nederland zich economisch blijven meten met andere landen. Bij deze aanpak hanteert het Rijk een filosofie die uitgaat van vertrouwen, heldere verantwoordelijkheden, eenvoudige regels en een selectieve rijksbetrokkenheid. Zo ontstaat er ruimte voor maatwerk en ontwikkelingen van burgers en bedrijven. Wat betreft de relevantie van deze SVIR ten aanzien van het realiseren van een nieuwe opslagloods voor het rietdekkerbedrijf, kan worden gezegd dat - gelet op het hiervoor gecursiveerde tekstgedeelte - deze past binnen de filosofie van het Rijk zoals hiervoor weergegeven. 3.2
provinciaal beleid
Structuurvisie Gelderland/ Streekplan Gelderland In het streekplan Gelderland van 2005 - dat op 29 juni 2005 is vastgesteld - is het ruimtelijk beleids- en toetsingskader voor ontwikkelingen in het landelijk gebied. Met de vaststelling van de Wro in 2008 is het instrument Streekplan komen te vervallen en kent de Wro nu de benaming Structuurvisie oftewel in de Gelderse situatie Structuurvisie Gelderland die inhoudelijk gelijk is aan het “vroegere” streekplan. Deze Structuurvisie is het ruimtelijk beleids- en toetsingskader voor ontwikkelingen in het landelijk gebied. Met betrekking tot bedrijvigheid in het buitengebied in dit gebied - waartoe ook dit rietdekkerbedrijf is te rekenen - heeft de provincie het volgende beleid geformuleerd.
6
Bestemmingsplan Bandijk 7, Terwolde| gemeente Voorst | versie 1.1 | maart 2014 | status ontwerp
Ruimtelijke verordening Gelderland (RVG) In de Ruimtelijke Verordening Gelderland van 15 december 2010 staan de regels die de provincie Gelderland stelt aan de bestemmingsplannen van gemeenten. Een Ruimtelijke Verordening is een juridische vastlegging van de provinciale structuurvisie (voorheen Streekplan Gelderland 2005), streekplanuitwerkingen en -herzieningen. De provincie voegt in de Ruimtelijke Verordening geen nieuw beleid toe. De regels in deze Verordening kunnen betrekking hebben op het hele provinciale grondgebied of delen daarvan. In deze regels wordt aandacht geschonken aan onderwerpen die van provinciaal belang zijn. Deze zijn verstedelijking, wonen, bedrijventerreinen, detailhandel, recreatiewoningen en - parken, glastuinbouw, waterwingebied, grondwaterbeschermingsgebied, oppervlaktewater voor drinkwatervoorziening, ecologische hoofdstructuur, waardevol open gebied en nationaal landschap. Voor de uitbreiding van niet-agrarische bedrijven geldt in principe een uitbreidingsmogelijkheid van 20 % van het bestaande bebouwde oppervlak met dien verstande dat het totale bebouwde oppervlak na de uitbreiding conform de RVG niet meer dan 375 m² mag bedragen. Van dit provinciale beleid kan echter worden afgeweken. Aangetoond moet worden dat het voor het bedrijf noodzakelijk is om uit te breiden en dat verplaatsing naar een bedrijventerrein niet mogelijk is. Bovendien moet er landschappelijke inpassing plaatsvinden. Voor het rietdekkerbedrijf Veldhuis is - zoals met name uit hoofdstuk 1 blijkt - de bouw van een nieuwe schuur noodzakelijk. Er is (dringend) behoefte aan opslagruimte en die kan niet meer binnen de bestaande bedrijfsbebouwing gevonden worden. Bovendien is hier geen sprake van uitbreiding van de bestaande bedrijfsbebouwing. Binnen de toegestane oppervlaktenorm voor bedrijfsbebouwing van het geldende bestemmingsplan kan deze schuur reeds worden gebouwd. Slechts de situering van de nieuwe schuur buiten het bestaande bouwvlak, noodzaakt tot een herziening van het geldende bestemmingsplan. 3.3
regionaal beleid
Voor het gebied waarin rietdekkerbedrijf Veldhuis is gesitueerd geldt tevens de Regionale Structuurvisie Stedendriehoek. In deze Visie is geen beleid opgenomen dat specifiek van toepassing is op deze vorm van in het buitengebied aanwezige bedrijvigheid. 3.4
lokaal beleid
ruimtelijke toekomstvisie Voorst (RTV) Volgens de RTV uit 2005 ligt het plangebied op de rand van de deelgebieden “Noordelijk Weteringengebied”.en “Uiterwaarden” De RTV heeft voor het Noordelijk Weteringengebied de volgende ambitie. Gezien de bestaande samenhangen en ontwikkelingsmogelijkheden ligt het primaat bij de grondgebonden landbouw.
7
Bestemmingsplan Bandijk 7, Terwolde| gemeente Voorst | versie 1.1 | maart 2014 | status ontwerp
Aanvullend op deze hoofdfunctie leent dit gebied zich voor recreatie (o.a. verbrede landbouw), voor natuurontwikkeling (langs weteringen) en voor het vasthouden en bergen van water langs weteringen en in laagten. Met betrekking tot de Uiterwaarden wordt in de RTV over ontwikkelingen het volgende gezegd. De uiterwaarden vormen onbebouwde buitendijkse gebieden. Bij hoog water lopen deze gebieden onder. In het kader van Ruimte voor de Rivier zijn buitendijkse ontwikkelingen welhaast uitgesloten waar ze voor beperkingen zorgen in de waterdoorstroming. De ontwikkelingen in de uiterwaarden beperken zich dan ook tot het verruimen van de waterbergingsmogelijkheden al dan niet in combinatie met natuurontwikkeling. Het gebruik van de uiterwaarden door de landbouw zal verder extensiveren. Over de ambitie voor dit gebied wordt opgemerkt, dat de primaire functie van uiterwaarden al eeuwenlang is die van waterberging. Ondergeschikt aan deze functie is er ruimte voor grondgebonden landbouw, natuur en (incidenteel) extensieve recreatie. De bouw van een nieuwe opslagloods voor rietdekkerbedrijf Veldhuis conflicteert niet met deze Visie. bestemmingsplan Buitengebied Beleidsbepalend voor de gewenste bouw van de nieuwe schuur, is wat hierover in het onlangs vastgestelde en inmiddels in werking getreden bestemmingsplan Buitengebied is verwoord. In hoofdstuk 5.7 (niet-agrarische bedrijven) van de toelichting van dit bestemmingsplan wordt met betrekking tot verwachte ontwikkelingen voor deze categorie van bedrijven in het buitengebied het volgende gezegd. In het plangebied komt een groot aantal niet-agrarische bedrijven voor. Onderscheiden worden bedrijven, horeca en detailhandel. De meeste bedrijven in het plangebied behoren tot de milieucategorieën 2 en 3 . Voor het beleid met betrekking tot de voortzetting van de bestaande bedrijfs-, horeca- en detailhandelsactiviteiten zijn de volgende overwegingen van belang. De niet-agrarische bedrijven die in het vigerende bestemmingsplan positief zijn bestemd en de niet-agrarische bedrijven die al gedurende langere tijd in het plangebied zijn gevestigd en die de huidige bestemming zijn ontgroeid, worden positief bestemd. Rietdekkerbedrijf Veldhuis had/heeft als gevolg van de jarenlange vestiging op de lokatie aan de Bandijk onder het oude bestemmingsplan Buitengebied de bestemming “Woondoeleinden” met de aanduiding “rietdekkersbedrijf” en binnen het nieuwe bestemmingsplan Buitengebied een bedrijfsbestemming. 3.5
welstand
De gemeenteraad heeft in oktober 2010 de Welstandsnota Kwaliteit met zorg voor de bebouwde omgeving vastgesteld. Rietdekkerbedrijf Veldhuis is gelegen in het gebied dat wordt aangeduid als Terwoldse Bandijk Deze bandijk ligt in het noordoosten van de gemeente en vormt het gedeelte van de IJsseldijk tussen De Hoven bij Deventer en de dijk bij Welsum.
8
Bestemmingsplan Bandijk 7, Terwolde| gemeente Voorst | versie 1.1 | maart 2014 | status ontwerp
De uiterwaarden langs de dijk zijn smal, zodat de IJssel goed kan worden beleefd. Verder is er veel bebouwing langs de dijk gelegen. Elders binnen de gemeente Voorst ligt de (historische) dijk veel verder landinwaarts. Hierna wordt in de welstandsnota een aantal aspekten van dit deelgebied belicht. ligging en plaatsing De Terwoldse Bandijk is een zuid>noord lopende structuurlijn. Evenwijdig aan deze dijk loopt de Terwoldseweg. Tussen de Bandijk en de Terwoldseweg in lopen diverse wegen. Het gebied is relatief open, maar bossages, boomgaarden en hagen en boomsingels geven het gedeeltelijk een besloten karakter. Dit is kenmerkend voor de stroomruggronden. De verkaveling bestaat uit onregelmatige blokvormige percelen. massa en vorm bebouwing De bebouwing staat aan de binnenzijde van de dijk en langs de overige wegen. Er komt veel historische bebouwing voor in het gebied. Het gaat daarbij om zowel hallenhuisboerderijen als om kleine landhuizen. De bebouwing is ofwel opgetrokken in rode of bruine baksteen met op het dak riet of donkere pannen, ofwel wit gepleisterd met donkere pannen op het dak. De bedrijfsbebouwing is bij de monumenten in het gebied veelal ook historisch van aard en opgetrokken in hout met een donkere kleurstelling. Daarnaast komen er meer moderne bedrijfsgebouwen voor. In de loop van de tijd is er meer bebouwing op het erf gekomen. Nog altijd kan echter worden gesproken van compact bebouwde erven. De bedrijfsbebouwing staat overwegend achter het hoofdgebouw (woongebouw). De bedrijfsbebouwing varieert in materiaalgebruik. In het algemeen zijn donkere tinten kenmerkend. waardebepaling, ontwikkelingen en beleid De Terwoldse Bandijk is van grote cultuurhistorische waarde en om die reden is er een Ontwikkelingsvisie Terwoldse Bandijk opgesteld, die het scheppen van nieuwe gebiedskansen koppelt aan het behoud van cultuurhistorische waarden van landschap en bebouwing. Het welstandsbeleid sluit hier bij aan en is gericht op het behoud en versterken van de kwaliteit van de bebouwing. welstandscriteria Algemeen d ҟҏ e bouwwerken passen in de omgevingskarakteristiek (bebouwing) en houden rekening met de bestaande organisatie op het perceel en zijn gerelateerd aan de landschappelijke inrichting. Een diversiteit aan architectuur is toegestaan, waarbij de gekozen architectuur op detailniveau moet worden toegepast en nagestreefd.
ҟҏ
ҟҏ
Ligging en plaatsing. De plaatsing van bijgebouwen is ondergeschikt aan het hoofdgebouw. sҟҏ trakke rooilijnen en erfinrichting is ongewenst Massa en vorm bebouwing Het bouwwerk kent een representatieve gevel die op de weg of de toegang van het perceel gericht is. d ҟҏ e gevelgeleding wordt gekenmerkt door een verticale geleding en horizontale verbanden. Historische boerderij langs de Bandijk. In het gebied van de Terwoldse Bandijk is sprake van deels open en deels coulisseachtige landschappen.
9
Bestemmingsplan Bandijk 7, Terwolde| gemeente Voorst | versie 1.1 | maart 2014 | status ontwerp
Bij het ontwerpen van de nieuwe (kap) schuur zal met deze welstandscriteria rekening worden gehouden. Het bestemrmingsplan is met het hiervoor omschreven gemeentelijk beleid in overeenstemming.
10
Bestemmingsplan Bandijk 7, Terwolde| gemeente Voorst | versie 1.1 | maart 2014 | status ontwerp
4 4
Onderzoeken
4.1
Bodem
Voor de realisatie van nieuwe bebouwing geldt dat er inzicht in de bodemkwaliteit moet zijn. De bodem in het plangebied moet in verband hiermee aan de geldende streefwaarden en interventiewaarden worden getoetst. Deze waarden zijn opgenomen in de Circulaire streefwaarden en interventiewaarden bodemsanering van het ministerie van VROM van februari 2000. In januari 2014 is door Lycens b.v te Oldenzaal een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd in verband met de bouw van de nieuwe kapschuur. Dit bedrijf komt op basis van de onderzoekresultaten tot de conclusie, dat er milieuhygiënisch gezien voor de geplande nieuwbouw geen belemmeringen zijn. Dit onderzoek is als Bijlage bij dit bestemmingsplan gevoegd. . 4.2
Geluid
De mate waarin het geluid, bijvoorbeeld veroorzaakt door het wegverkeer, het woonmilieu mag belasten, is geregeld in de Wet geluidhinder (Wgh en Bgh). De kern van de wet is dat geluidsgevoelige bestemmingen worden beschermd tegen geluidhinder uit de omgeving ten gevolge van wegverkeer, spoorweg en industrie. De Wet geluidhinder kent de volgende geluidsgevoelige bestemmingen: 1 2 3
woningen onderwijsgebouwen (behoudens voorzieningen zoals een gymnastieklokaal); ziekenhuizen en verpleeghuizen en daarmee gelijk te stellen voorzieningen zoals verzorgingstehuizen, psychiatrische inrichtingen, medische centra, poliklinieken medische kleuterdagverblijven etc.
Het beschermen van bijvoorbeeld het woonmilieu gebeurt aan de hand van vastgestelde zoneringen. De belangrijkste geluidsbronnen die in de Wet geluidhinder worden geregeld zijn industrielawaai, wegverkeerslawaai en spoorweglawaai. Verder gaat deze wet onder meer ook in op geluidwerende voorzieningen en geluidbelastingkaarten en actieplannen. De bouw van de kapschuur voor het rietdekkerbedrijf kan uit geluidhinderoogpunt worden gekwalificeerd als een niet geluidgevoelig gebouw. In verband hiermee hoeft voor dit bestemmingsplan geen akoestisch onderzoek te worden opgesteld.
11
Bestemmingsplan Bandijk 7, Terwolde| gemeente Voorst | versie 1.1 | maart 2014 | status ontwerp
4.3
Bedrijven en milieuzonering
Milieuzonering beperkt zich tot milieuaspecten met een ruimtelijke dimensie, te weten: geluid, geur, gevaar en stof. De mate waarin de milieuaspecten gelden en waaraan de milieucontour wordt vastgesteld, is voor elk type bedrijvigheid verschillend. De 'Vereniging van Nederlandse Gemeenten' (VNG) geeft sinds 1986 de publicatie 'Bedrijven en Milieuzonering' uit. In deze publicatie is een lijst opgenomen met daarin de aan te houden richtafstanden tussen een gevoelige bestemming en bedrijven. Indien van deze richtafstand afgeweken wordt dient een nadere motivatie gegeven te worden waarom dat wordt gedaan. Het zo scheiden van milieubelastende en –gevoelige functies dient twee doelen: 1.
2.
Het reeds in het ruimtelijk spoor voorkómen of zoveel mogelijk beperken van hinder en gevaar bij gevoelige functies (bijvoorbeeld woningen); Het bieden van voldoende zekerheid aan de milieubelastende activiteiten (bijvoorbeeld bedrijven) zodat zij de activiteiten duurzaam, en binnen aanvaardbare voorwaarden, kunnen uitoefenen.
Dit bestemmingsplan heeft betrekking op het realiseren van een nieuwe schuur voor opslagdoeleinden van rietmateriaal. Volgens de hiervoor genoemde brochure is - wat betreft de activiteiten van rietdekkersbedrijf Veldhuis - een vergelijking gezocht met de milieuactiviteit “aannemersbedrijven met werkplaats met een b.o. van minder dan 1000 m² sbi-2008, 41, 42, 43 nr.2” met achtereenvolgens de volgende richtafstanden (in meters) voor geur 10 m, voor stof 30 m en voor geluid 50 m. De afstand tot dichtstbijzijnde maatgevende woning van derden (Wijkseweg 94) is ongeveer 40 meter. Dit betekent dat alleen met betrekking tot het aspect geluid er sprake van een (beperkte) overschrijding. Zoals gezegd vindt in de nieuwe schuur alleen opslag van riet plaats. Hier is geen sprake van een werkplaats als onderdeel van een aannemersbedrijf waar geluid vaak een (negatieve) factor van betekenis is. Hieruit mag worden afgeleid dat de gewenste nieuwbouw voor de direkte (woon) omgeving naar redelijke verwachting geen nadelige milieuhygiënische consequenties heeft. 4.4
Waterhuishouding
Het beleid van de (rijks) overheid is de laatste jaren vooral gericht om risico’s op wateroverlast of als tegenhanger watertekort tot een minimum te beperken. Om dit te bereiken kennen ruimtelijke plannen zoals een bestemmingsplan een zogenaamde watertoets. In deze watertoets worden de belangen van het watersysteem bij de ruimtelijke planvorming gewaarborgd. Zo is de gemeente gehouden om bij ruimtelijke plannen - en dus ook dit bestemmingsplan - de waterbeheerder in een zo vroeg mogelijk stadium hierbij te betrekken. Dit vindt zijn nadere concretisering in de in het Besluit ruimtelijke ordening neergelegde verplichting tot overleg met het waterschap. Uit deze door het waterschap Vallei en Veluwe uitgevoerde watertoets blijkt, het volgende. Het plangebied raakt een primair belang van dit waterschap, namelijk een aldaar gelegen waterkering.
12
Bestemmingsplan Bandijk 7, Terwolde| gemeente Voorst | versie 1.1 | maart 2014 | status ontwerp
Ondanks deze aanwezigheid acht het waterschap nader overleg niet nodig. Dit omdat de nieuw te realiseren schuur buiten de kernzone van de waterkering plaatsvindt. Het is niet geheel uitgesloten dat voor de bouw van de nieuwe schuur een watervergunning/keurvergunning nodig is. Dit omdat de schuur in de ‘Beschermingszone B’ wordt gebouwd. Zonodig zal hierover overleg met het waterschap plaatsvinden. 4.5 Flora en fauna Voor de bescherming van dier- en plantensoorten zijn de Natuurbeschermingswet en de Flora en Faunawet van toepassing. Natuurbeschermingswet Gebieden zoals natuurgebieden kunnen voor de flora en fauna relevant zijn. Zo kunnen dit soort gebieden - zoals die in Natura 2000 worden aangeduid - op basis van de Europese Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn worden aangemerkt als speciale beschermingszones (SBZ’s). Het perceel Rijksstraatweg 212 is niet in de direkte nabijheid van zulke gebieden gelegen, zodat op basis van deze wet geen sprake is van een beschermingswaardige situatie. Flora en Faunawet In deze wet wordt ondermeer de bescherming van dier- en plantensoorten geregeld. Bij ruimtelijke ontwikkelingen moet worden bekeken of de natuurwaarden die aanwezig zijn hierdoor niet in negatieve zin worden beïnvloed. Doet zo’n situatie zich voor, dan moet op basis van deze wet hiervoor ontheffing worden gevraagd. De voorgenomen ruimtelijke ontwikkeling voorziet in de bouw van een nieuwe (kap) schuur op een perceel grond dat nu nog als weiland/grasland in gebruik is. Naar verwachting en in overeenstemming met jarenlange waarnemingen van de eigenaar/eigenaren van dit perceel grond, komen hier alleen algemeen voorkomende soorten voor, zoals bijvoorbeeld mollen en konijnen. Verder kan de locatie naar verwachting worden gebruikt als foerageergebied voor diverse vogelsoorten. Van een bijzondere (landschappelijke) situatie met betrekking tot eventueel aanwezige flora of fauna is hier echter geen sprake. De situatie met betrekking tot deze flora- fauna zal naar verwachting wel in positieve zin kunnen veranderen. Dit op het moment wanneer aansluitend aan de bouw van de schuur de landschappelijke inpassing haar beslag krijgt. Hierbij wordt gedoeld op de aanleg van diverse fruitbomen en hagen als aanvulling op het reeds aanwezige struiken en bosschages in de onmiddellijke nabijheid van de gewenste nieuwbouw.
4.6
Luchtkwaliteit
Op 15 november 2007 is de Wet tot wijziging van de Wet milieubeheer (ook wel bekend als de Wet luchtkwaliteit) in werking getreden. Hierin zijn luchtkwaliteitseisen opgenomen voor wat betreft een zestal stoffen.
13
Bestemmingsplan Bandijk 7, Terwolde| gemeente Voorst | versie 1.1 | maart 2014 | status ontwerp
Het Besluit luchtkwaliteit 2005 is ingetrokken. Op grond van de luchtkwaliteitseisen moet de luchtkwaliteit bij het voorbereiden van ruimtelijke plannen in de afwegingen worden betrokken. Om niettemin bepaalde ruimtelijke ontwikkelingen doorgang te laten vinden die geen of nagenoeg geen invloed op de mate van luchtverontreiniging hebben, is er een algemene maatregel van bestuur opgesteld waarbij het begrip “niet in betekenende mate” is geïntroduceerd. (Besluit NIBM). Hierin zijn uitvoeringsregels vastgelegd die betrekking hebben op een lijst van categorieën van gevallen die niet in betekende mate bijdragen aan de luchtverontreiniging. Het gaat dan vooral om kantoor- en woonlocaties. Het bestemmingsplan dat hier bepaalde ontwikkelingen op het perceel Bandijk 7 mogelijk maakt, kan zeer wel worden gekwalificeerd als een plan dat „niet in betekende mate bijdraagt aan luchtverontreiniging . Dit betekent dat een nadere toetsing aan de grenswaarden luchtkwaliteit niet hoeft plaats te vinden en dat de hier voorgestane ruimtelijke ontwikkeling hierop geen nadelige invloed heeft. 4.7
Externe veiligheid
In het kader van het beoordelen van dit bestemmingsplan of sprake is van een goede ruimtelijke onderbouwing, moet ook worden gekeken of en in hoeverre het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) voor dit plan relevantie heeft. In dit besluit worden twee categorieën van risicogevoelige objecten onderscheiden, namelijk kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten. Voorts geeft dit Besluit de waarden weer voor het risico dat toelaatbaar wordt geacht voor deze objecten, waarbij tevens het begrip “plaatsgebonden risico” wordt gehanteerd. Hiermee wordt tot uitdrukking gebracht de kans per jaar dat een persoon, die onafgebroken en onbeschermd op een plaats buiten een inrichting zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen die inrichting. Om te bepalen of in de nabijheid van dit bestemmingsplan risicovolle inrichtingen zijn gelegen, is de risicokaart die de provincie Gelderland heeft opgesteld een belangrijk beoordelingskader. Gebleken is dat op basis van deze kaart het perceel Bandijk 7 niet gelegen binnen het invloedsgebied van een inrichting die onder het BEVI valt. 4.8
Monumenten/cultuurhistorie
De gemeente Voorst kent ter bescherming van op haar grondgebied gelegen rijks- en gemeentelijke monumenten een zogenaamde monumentenlijst. Voor elk monument zijn de belangrijkste kenmerken weergegeven. Tevens is ieder monument voorzien van een statusaanduiding, namelijk 'RM' voor Rijksmonumenten en 'GM' voor Gemeentelijke monumenten. Uit informatie bij de gemeente Voorst blijkt dat de lokatie aan de Bandijk 7 te Terwolde niet voorkomt op de monumentenlijst. Ook zijn op dit perceel geen panden of gebouwen gelegen die uit monumentaal oogpunt beschermingswaardig zijn.
14
Bestemmingsplan Bandijk 7, Terwolde| gemeente Voorst | versie 1.1 | maart 2014 | status ontwerp
Hierbij moet wel worden aangetekend, dat het perceel Bandijk 7 in cultuurhistorisch opzicht een direkte relatie heeft met het gebied van de Bandijk en de nabij gelegen rivier de IJssel. In verband hiermee heeft de eigenaar van het perceel in 2010/2011deelgenomen aan het projekt “Terwoldse Bandijk” (zie hoofdstuk 2). Hierbij zijn op dit perceel een aantal zaken gerealiseerd die recht doen aan de cultuurhistorische betekenis van dit landschappelijk waardevolle gebied. 4.9
Verkeer
De ontsluiting van het terrein van rietdekkerbedrijf Veldhuis vindt plaats via de Wijkseweg en de Bandijk. Het betreft hier echter de bouw van een opslagloods voor het rietdekkerbedrijf zelf en waarvan de levering van riet een paar keer per maand door rietproducerende bedrijven geschied. Er mag dan ook van worden uitgegaan, dat het aantal vervoersbewegingen niet significant zal toenemen. 4.10
Archeologie
Het archeologiebeleid van de gemeente Voorst is verwoord in de Erfgoedverordening. Hierin is aangegeven hoe bij ruimtelijke ingrepen met het bodemarchief moet worden omgegaan. Belangrijk onderdeel van de nota is de Archeologische waarden- en verwachtingenkaart. Op basis van deze kaart kan bijvoorbeeld worden vastgesteld of belangrijke waarden binnen een bepaald gebied aanwezig zijn en/of archeologisch onderzoek is gewenst. Ook geeft het beleidsplan enkele aanwijzingen voor de wijze waarop archeologie binnen bestemmingsplannen kan worden meegenomen. Uit deze kaart blijkt dat binnen het plangebied er sprake is van een hoge verwachtingswaarde. Bovendien is het perceel aan de Bandijk 7 grotendeels gesitueerd in een gebied met een hoge archeologische verwachtingswaarde (categorie 5). Wanneer zich deze situatie voordoet is bepaald, dat het streven erop moet zijn gericht om de huidige staat te behouden. Ook is inventariserend archeologisch onderzoek verplicht wanneer de ingreep groter is dan 100 m² en de ingreep dieper reikt dan 30 cm beneden maaiveld. Hiervan is bij de bouw van de gewenste schuur sprake, nu deze ongeveer een oppervlakte van ruim 230 m² zal krijgen. Bovendien blijkt dat de bouw van de nieuwe kapschuur op basis van het nieuwe bestemmingsplan Buitengebied wordt gerealiseerd in het gebied met de archeologische verwachtingswaarde categorie 3. Dit impliceert dat archeologisch onderzoek in beginsel noodzakelijk is. Archeologisch adviesbureau RAAP heeft in 2008 in het kader van het project Terwoldse Bandijk nabij het perceel Bandijk 7 een bureauonderzoek en een verkennend veldonderzoek uitgevoerd. Dit adviesburo komt tot de volgende conclusies en advies.
15
Bestemmingsplan Bandijk 7, Terwolde| gemeente Voorst | versie 1.1 | maart 2014 | status ontwerp
“De plannen voorzien in de realisatie van een kolk en een schuur in een zone waar gezien de landschappelijke context de kans op het voorkomen van archeologische resten groot is. De kolk is deels gepland op een locatie van een voormalige kolk en de schuur beslaat een dermate klein bouwoppervlak, dat naar verwachting de bodemverstoringen op beide locaties beperkt zullen blijven. Derhalve acht RAAP Archeologisch Adviesbureau het uitvoeren van een nader archeologisch (veld)onderzoek in plangebied Bandijk 7 niet zinvol.” Bovendien is bekend dat als gevolg van de bouw van de schuur de fundering voor de wanden van deze schuur zodanig ondiep zijn dat van bodemverstoring in archeologisch opzicht geen sprake zal zijn. Op basis van deze bevindingen, is de noodzaak van het houden van een archeologisch onderzoek niet aanwezig. 4.11
Landschappelijke inpassing
Het wordt belangrijk gevonden dat - als gevolg van de bouw van een opslagloods in een landschappelijk kwetsbare omgeving als die van de Bandijk - er rondom de nieuwe schuur een verantwoorde landschappelijke inpassing wordt gerealiseerd. Hiervoor heeft Bureau De Lange, Stedenbouw, ontwerp+advies+ bemiddeling te Deventer een Landschapsplan opgesteld. In dit Landschapsplan komt dit Bureau met voorstellen om de bouw van de nieuwe kapschuur op een verantwoorde wijze in het landschap in te passen. Het gaat dan over het aanbrengen van fruitbomen aan de zuidzijde van de nieuwe schuur. Uitvoering van de voorstellen leidt ertoe, dat de ruimtelijke kwaliteit van de directe (agrarische) omgeving wordt verbeterd.
16
Bestemmingsplan Bandijk 7, Terwolde| gemeente Voorst | versie 1.1 | maart 2014 | status ontwerp
5 5
Planbeschrijving
Er is - zoals uit hoofdstuk 1 blijkt - (dringend) behoefte aan opslagruimte en die kan niet meer binnen de bestaande bedrijfsbebouwing gevonden worden. Binnen de toegestane oppervlaktenorm voor bedrijfsbebouwing van het geldende bestemmingsplan kan deze schuur reeds worden gebouwd. Vandaar dat bekeken is wat in ruimtelijk- en bedrijfseconomisch opzicht een goede lokatie voor de nieuwe schuur zou kunnen zijn. Dit betreft de lokatie direct ten zuiden van de bestaande kapschuur. Hierbij is een goede landschappelijke inpassing wel een vereiste (zie hoofdstuk 4.11). De raad van de gemeente Voorst heeft op 28 januari 2013 een nieuw bestemmingsplan Buitengebied vastgesteld, welk plan inmiddels in werking is getreden. Op basis van dit nieuwe bestemmingsplan heeft rietdekkerbedrijf Veldhuis een bedrijfsmatige bestemming gekregen en wel onder de noemer “Bedrijf” met de aanduiding “sb-tba timmer- en klus, bouwbedrijf en aannemersbedrijven (inclusief werkplaats)”. De gronden binnen deze bestemming zijn bestemd voor bedrijven tot en met categorie 2 van de bij het bestemmingsplan Buitengebied behorende 'standaard Staat van Bedrijfsactiviteiten. Het plangebied wordt gevisualiseerd op een bij dit bestemmingsplan horende verbeelding. Deze verbeelding is één op één overgenomen van de verbeelding van het nieuwe bestemmingsplan Buitengebied voor het perceel Bandijk 7, waarbij het betreffende bouwvlak in zuidelijke- en zuidoostelijke richting enigszins is vergroot. Als ondergrond is gebruik gemaakt van de Grootschalige Basiskaart Nederland. Hiermee kan precies worden bepaald waar het plangebied is gelegen en hoe de begrenzingen lopen.
17
Bestemmingsplan Bandijk 7, Terwolde| gemeente Voorst | versie 1.1 | maart 2014 | status ontwerp
6 6
Juridische planopzet Een bestemmingsplan kent aan gronden een bestemming toe en verbindt regels aan deze bestemming. Deze regels betreffen het gebruik van de gronden, maar onder meer ook de bouwmogelijkheden. De regels zijn nader onder te verdelen in:
inleidende regels; bestemmingsregels; algemene regels; overgangs- en slotregels.
6.1 Inleidende regels In deze regels staan de begrippen verklaard, die in de planregels voorkomen en die om een nadere omschrijving vragen. Verder wordt aangegeven op welke wijze gemeten moet worden om bijvoorbeeld een goot- of bouwhoogte te bepalen. 6.2 Bestemmingsregels Deze regels betreffen het hart van het bestemmingsplan. In de bestemmingsregels wordt aangegeven waarvoor en - zo nodig - hoe de betreffende gronden mogen worden gebruikt en bebouwd. In dit bestemmingsplan komt alleen de (enkel) bestemming “Bedrijf” met de functieaanduiding “timmer- en klusbedrijf, bouwbedrijf en aannemersbedrijf” voor. Het komt regelmatig voor dat er twee functies op één perceel plaatsvinden, zoals bijvoorbeeld een leiding. De aanwezigheid van deze leiding brengt de nodige beperkingen met zich mee. Deze beperkingen kunnen ook gelegen zijn onder het maaiveld. In het geval dat er twee functies tegelijk op één perceel geregeld moeten worden in een bestemmingsplan wordt er wel gesproken van een 'dubbelbestemming'. In dit bestemmingsplan komen de volgende dubbelbestemmingen voor: Waarde - Archeologie 3 Waarde - Landschap Zoals bij hoofdstuk 5 reeds gememoreerd, zal de bouw van de nieuwe kapschuur haar beslag krijgen door het toepassen van de (bouw) regels zoals die nu in het nieuwe bestemmingsplan Buitengebied voor rietdekkersbedrijf Veldhuis zijn opgenomen. Het verschil met dit nieuwe bestemmingsplan is, dat in dit bestemmingsplan het bouwvlak in zuidelijke- en zuidoostelijke richting enigszins is vergroot.
18
Bestemmingsplan Bandijk 7, Terwolde| gemeente Voorst | versie 1.1 | maart 2014 | status ontwerp
Daarnaast is in de Regels een voorschrift opgenomen, waarbij als voorwaardelijke verplichting de daadwerkelijke realisering van het het landschapsplan is vastgelegd. Tot slot wordt opgemerkt, dat de bestemmingsregels een vaste opbouw kennen in bestemmingsomschrijving (toegestaan gebruik), bouwregels, nadere eisen, afwijking van de bouwregels, specifieke gebruiksregels, afwijking van de gebruiksregels, omgevingsvergunning en wijzigingsbevoegdheden. Bestaande situatie In de bestemmingsregels, veelal de bouwregels, kan worden verwezen naar de bestaande situatie. Dit vindt veelal plaats om van het plan afwijkende maten en oppervlakten niet onder het overgangsrecht te plaatsen. De bestaande situatie is de situatie zoals deze naar voren komt uit de (digitale) gegevens van het gemeentelijk bouwdossier aangevuld met de GBKN, het kadaster, de luchtfoto's en de cyclomedia, zoals deze bestaan op het moment van het in werking treden van het plan. 6.3 Algemene regels De algemene regels hebben betrekking op alle bestemmingen in het plan. In plaats van bij elke bestemming dezelfde regels te plaatsen, kan gebruik worden gemaakt van een algemene regel. Zo zijn er algemene bouwregels, gebruiksregels, aanduidingsregels, afwijkingsregels en wijzigingsregels. Anti-dubbeltelbepaling De anti-dubbeltelbepaling is ook onder de algemene regels opgenomen. Hiermee blijven gronden, die eenmaal in aanmerking zijn genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, buiten beschouwing bij de beoordeling van latere bouwplannen. Strijdig gebruik In het verleden werd strijdig gebruik (gebruik in strijd met de bestemming) expliciet vermeld bij elke bestemming. Nu is dit strijdig gebruik bij wet (artikel 2.1 Wabo) verboden en wordt het niet langer vermeld in het bestemmingsplan. Al het gebruik dat niet past binnen de bestemmingsomschrijving van de betreffende bestemming wordt daarom gezien als strijdig gebruik, uitgezonderd geluidszoneringsplichtige en risicovolle inrichtingen en detailhandel in volumineuze goederen en/of grootschalige detailhandel. Deze worden expliciet genoemd als strijdig gebruik bij de desbetreffende bestemmingen. 6.4 Overgangs- en slotregels Hieronder zijn het overgangsrecht en de slotregel opgenomen. De eerste regels beschermen een bestaand bouwwerk of gebruik dat afwijkt van de regels. De slotregels geven aan op welke wijze de regels van het bestemmingsplan kunnen worden aangehaald.
19
Bestemmingsplan Bandijk 7, Terwolde| gemeente Voorst | versie 1.1 | maart 2014 | status ontwerp
7 7
Economische uitvoerbaarheid
Bij het uitvoeren van dit bestemmingsplan kan in zijn algemeenheid onderscheid worden gemaakt tussen de maatschappelijke uitvoerbaarheid en de economisch uitvoerbaarheid. Bij het eerste gaat het er om hoe de realisering door de maatschappij - overheid en burgers samen - wordt gedragen. Bij het tweede gaat het om de kosten en andere economische aspecten die met de realisering van dit bestemmingsplan samenhangen. 7.1
maatschappelijke uitvoerbaarheid
Op basis van de in artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening omschreven procedure, zal het bestemmingsplan in procedure worden gebracht. Uit het verdere verloop van deze procedure moet vervolgens de haalbaarheid van dit bestemmingsplan blijken. 7.2
economische uitvoerbaarheid
Door middel van de grondexploitatieregeling in de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) beschikken de gemeenten over meer mogelijkheden voor kostenverhaal en hebben zij meer sturingsmogelijkheden, doordat zij in het geval van grondexploitatie door derden diverse eisen en regels kunnen stellen. Dit kan gebeuren door middel van het privaatrechtelijke spoor, dan wel door middel van een exploitatieplan. Een combinatie van beiden is ook mogelijk. Doel van de grondexploitatieregeling is het inzichtelijk maken van de financiële haalbaarheid van het bestemmingsplan en het bieden van mogelijkheden om kosten te verhalen op de exploitant van de percelen grond die in dit bestemmingsplan zijn gelegen. In het geval van een exploitatieplan kan de gemeente eisen en regels aan deze gronden stellen. Hier is de grondexploitatieregeling niet van toepassing. Het opstellen van een grondexploitatieplan is daarom niet noodzakelijk. Dit neemt niet weg dat er met rietdekkersbedrijf Veldhuis b.v. een anterieure overeenkomst wordt gesloten, waarin is opgenomen dat mocht er door derden een planschadeverzoek bij de gemeente worden ingediend, dat leidt tot toekennen van planschade, de hiermee gepaard gaande (te vergoeden) kosten geheel voor rekening van Veldhuis b.v. komen.
20
Bestemmingsplan Bandijk 7, Terwolde| gemeente Voorst | versie 1.1 | maart 2014 | status ontwerp
8 7 8
Overleg en inspraak 8.1
Overleg
p.m. 8.2
Zienswijzen
p.m.
21
Bandijk 7, T erwolde
Bandijk 7, Terwolde
Inhoudsopgave
bijlagen bij de toelichting
3
Bijlage 1 Landschapsplan
4
Bijlage 2 Bodemonderzoek
6
2
Bandijk 7, Terwolde
bijlagen bij de toelichting
Bandijk 7, Terwolde
Bijlage 1 Landschapsplan
4
Bandijk
Wijkseweg
nieuwe beukenhaag ca. 2 m bestaande beukenhaag ca. 1 m 7
bestaande beukenhaag ca. 1 m
bestaande beukenhaag ca. 2 m nieuwe beukenhaag ca. 1 m
nieuwe kapschuur nieuwe beukenhaag ca. 2 m
nieuwe beukenhaag ca. 2 m
Boomgaard met ca. 18 notenbomen. Flinke afstand tussen de bomen zodat een transparant geheel ontstaat waar tussendoor, gezien vanaf de Bandijk, de bedrijfsgebouwen herkenbaar blijven
RIETDEKKERSBEDRIJF VELDHUIS, BANDIJK 7 TERWOLDE, GEMEENTE VOORST SCHETSPLAN HERINRICHTING TERREIN T.B.V. BOUW NIEUWE KAPSCHUUR
DE LANGE, stedebouw+advies+bemiddeling Godebaldstraat 15 7415 ZM DEVENTER T: 0570 615 865 E:
[email protected]
30 januari 2014
Bandijk 7, Terwolde
Bijlage 2 Bodemonderzoek
6
V erkennend bodemonderzoek Bandijk 7 te Terwolde Project 2013.0235
projectnummer
2013.0235
project
Bandijk 7 te Terwolde
opdrachtgever
versie
Fokko Agteres Advies en Ruimtelijke Ordening
1.0
datum
6 januari 2014
auteur
Ing. R. Fieten
Controle
Ing. M. ter Laak
bestand
G:\3.Projecten\2013\0235 Bandijk 7, Terwolde\7.Rapportage
© Lycens Milieu & Ruimte B.V. (tel. 0541-570730). Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever
Inhoudsopgave 1
INLEIDING ................................................................ ................................................................................................ ................................................................................................ .............................................................................................. .............................................................. 3
2
VOORONDERZOEK ................................................................ ................................................................................................ ................................................................................................ .......................................................................... .......................................... 4
3
4
5
6
2.1
ALGEMEEN ......................................................................................................................................................................... 4
2.2
HISTORISCHE INFORMATIE ................................................................................................................................... 5
2.3
GEOHYDROLOGISCHE GEGEVENS ................................................................................................................. 5
UITVOERING ONDERZOEK ................................................................ ................................................................................................ ......................................................................................... ......................................................... 6 3.1
HYPOTHESE....................................................................................................................................................................... 6
3.2
ONDERZOEKSSTRATEGIE ....................................................................................................................................... 6
3.3
UITVOERING VELDWERK ........................................................................................................................................ 6
3.4
ZINTUIGLIJKE WAARNEMINGEN ....................................................................................................................... 7
3.5
UITVOERING LABORATORIUM ONDERZOEK ......................................................................................... 7
RESULTATEN ................................................................ ................................................................................................ ................................................................................................ ........................................................................................ ........................................................ 9 4.1
ANALYSERESULTATEN GROND ........................................................................................................................ 9
4.2
ANALYSERESULTATEN GRONDWATER................................................................................................... 10
CONCLUSIES................................ CONCLUSIES ................................................................ ................................................................................................ ................................................................................................ ...................................................................................... ...................................................... 11 5.1
RESULTATEN GROND ............................................................................................................................................ 11
5.2
RESULTATEN GRONDWATER ......................................................................................................................... 11
5.3
CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN.............................................................................................................. 11
BETROUWBAARHEID BETROUWBAARHEID ONDERZOEK ONDERZO EK ................................................................ ................................................................................................ .................................................................... .................................... 13
BIJLAGEN
1. Locatiekaart 2. Situatieschets met geplaatste boringen 3. Boorprofielen 4. Toetsing analyseresultaten 5. Analyserapporten laboratorium 6. AchtergrondAchtergrond-, streefstreef- en interventiewaarden interventiewaarden 7 . Onderzoeksstrategie NEN 5740 ‘niet verdachte’ locaties
Projectnummer Pagina
2013.0235 2 van 13
1 INLEIDING In opdracht van Fokko Agteres Advies en Ruimtelijke Ordening heeft Lycens Milieu & Ruimte B.V. een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd op een deel van de locatie Bandijk 7 te Terwolde. Voor de ligging van deze locatie wordt verwezen naar bijlage 1, de locatiekaart.
Aanleiding tot het onderzoek is de geplande aanvraag van een omgevingsvergunning; activiteit bouwen ten behoeve van de geplande nieuwbouw van een schuur.
Het doel van het onderzoek is de bodemkwaliteit op de locatie te bepalen en mogelijke verontreinigingen in grond en grondwater te signaleren. Hiertoe is de kwaliteit van de grond en het grondwater beoordeeld op basis van een steekproef, waarbij een aantal boringen is verricht en een aantal grond- en grondwatermonsters chemisch-analytisch is onderzocht.
Het onderzoek is conform de Nederlandse Norm "Onderzoeksstrategie bij verkennend bodemonderzoek" (NEN 5740) uitgevoerd.
In de volgende hoofdstukken zal worden ingegaan op de inventarisatie van de reeds bekende gegevens, de opzet van het onderzoek, de verrichte veld- en laboratoriumwerkzaamheden en de resultaten van het uitgevoerde onderzoek. Tot slot worden conclusies getrokken en indien noodzakelijk aanbevelingen geformuleerd.
Projectnummer Pagina
2013.0235 3 van 13
2 VOORONDERZOEK Het vooronderzoek is uitgevoerd conform NEN 5725. In onderhavig onderzoek is een beperkt vooronderzoek uitgevoerd.
2.1 ALGEMEEN
Locatie
: Bandijk 7 te Terwolde
Ligging locatie
: Circa 1.7 kilometer ten zuidoosten van Terwolde en circa 1 kilometer ten westen van Deventer
Kadastrale gegevens
: Nijbroek, sectie F, nummer 2055
Oppervlakte
: 200 m2
Topografische aanduiding
: kaartblad 27G ; coördinaten: X: 204.72, Y: 475.84
Gebruik locatie - voormalig
: Weiland
- huidig
: Weiland
- toekomstig
: Schuur
Eigenaar
: Onbekend
Overige belanghebbenden
: Geen
Op basis van de door de opdrachtgever beschikbaar gestelde gegevens verklaart Lycens Milieu & Ruimte B.V. dat de onderzoekslocatie geen eigendom is van Lycens Milieu & Ruimte B.V. of een aan Lycens Milieu & Ruimte B.V. gerelateerd bedrijf.
De locatie is momenteel in gebruik als weiland en derhalve onbebouwd en onverhard. Ten noorden van de onderzoekslocatie is een bestaande schuur aanwezig. Ten westen, zuiden en oosten van de onderzoekslocatie is het terrein eveneens in gebruik als weiland.
De Bandijk is op grotere afstand ten oosten van de onderzoekslocatie gelegen. De Wijkseweg bevindt zich ten noorden van de onderzoekslocatie.
Projectnummer Pagina
2013.0235 4 van 13
2.2 HISTORISCHE INFORMATIE
Bron:
Gemeente: Terwolde; de heer N. Wisselink Opdrachtgever: De heer Achteres www.bodemloket.nl www.watwaswaar.nl Bodematlas provincie Gelderland
Ten behoeve van het historisch onderzoek zijn de millitaire en topografische kaarten uit 1847, 1866, 1891, 1894, 1905, 1911, 1928, 1933, 1953, 1956, 1956, 1976, 1980 en 19991 bestudeerd. Uit het historisch onderzoek blijkt dat er op de onderzoekslocatie in het verleden geen bebouwing en geen activiteiten hebben plaats gevonden. Ten noorden van de onderzoekslocatie zijn in de loop der jaren wat kleine wijzigingen in de bestaande bebouwing te zien. De schuur direct ten noorden van de onderzoekslocatie is pas in 1991 aanwezig. Wel is de toegangsweg in het verleden meer westelijk op de locatie gelegen.
Voor zover bekend zijn geen onder- of bovengrondse tanks aanwezig zijn, of zijn geweest. Verder zijn er op de onderzoekslocatie geen eerdere bodemonderzoeken uitgevoerd. Voor zover bekend hebben er op de onderzoekslocatie verder geen bodembedreigende activiteiten plaatsgevonden.
Conclusie Op basis van de bekende gegevens is de locatie als onverdacht te beschouwen.
2.3 GEOHYDROLOGISCHE GEGEVENS
Uit de Grondwaterkaart van Nederland (Dienst Grondwaterverkenning TNO) zijn de volgende (hydro)geologische gegevens afkomstig. De locatie is gelegen in het IJsseldal. De slecht doorlatende basis (Formatie van Tegelen) bevindt zich op circa 100 meter beneden maaiveld. Boven de geohydraulogische basis bevindt zich het tweede watervoerende pakket bestaande uit de Formatie van Maassluis. Van circa 30 tot 90 meter diepte is een scheidende laag behorend tot de Formatie van Drenthe aanwezig. Het eerste watervoerende pakket bestaat ui de Formaties van Twente en Drenthe.
De stroming van het freatische grondwater is over het algemeen noordwestelijk gericht. De IJssel bevindt zich op circa 450 meter ten oosten van de onderzoekslocatie. Op circa 700 meter ten noorden van de locatie is een afwateringskanaal gelegen. De invloed van deze oppervlaktewateren op het freatische grondwater is bij ons bureau onbekend. De onderzoekslocatie is niet in een waterwingebied of grondwaterbeschermingsgebied gelegen.
Projectnummer Pagina
2013.0235 5 van 13
3 UITVOERING ONDERZOEK 3.1 HYPOTHESE
In het kader van de NEN 5740 is een hypothese gesteld over het karakter van de onderzoekslocatie. Op basis van de inventarisatie gegevens (zie hoofdstuk 2) wordt de locatie beschouwd als "niet-verdacht". De hypothese vormt het uitgangspunt van de gevolgde onderzoeksstrategie tijdens dit onderzoek.
Op basis van het historisch onderzoek kan de onderzoekslocatie ten aanzien van de parameter asbest in bodem als onverdacht worden aangemerkt. Een verkennend onderzoek asbest conform de NEN 5707 wordt niet noodzakelijk geacht.
3.2 ONDERZOEKSSTRATEGIE Het oppervlakte van de onderzoekslocatie bedraagt circa 200 m2. Op basis van de NEN 5740 kan afgeleid worden dat in totaal 2 boringen tot 0.5 meter diepte, 1 boring tot circa 2,0 m-mv of de heersende grondwaterstand en 1 boring tot circa 1.5 meter onder de heersende grondwaterstand. Deze boring zal met een peilbuis worden afgewerkt ten behoeve van het uit te voeren grondwateronderzoek.
3.3 UITVOERING VELDWERK
Het veldwerk is uitgevoerd op 13 december 2013 door de heer J. de Vries van Lycens Milieu & Ruimte B.V.. De veldwerkzaamheden zijn onder certificaat (K46918/05) uitgevoerd conform de BRL SIKB 2000: ‘veldwerk bij milieuhygiënisch bodemonderzoek’ en de daarbij behorende VKB-protocollen. In totaal zijn 4 boringen verricht. Hiervan zijn 2 boringen verricht tot circa 0,5 m-mv, 1 boring tot circa 1,6 m-mv en 1 boring tot 3,0 m-mv welke is afgewerkt met een peilbuis (namelijk boring 1). Het filter van de peilbuis staat op een diepte van 1,9 – 2,9 mmv. In bijlage 2 zijn de boorposities weergegeven.
Het vrijgekomen boormateriaal is zintuiglijk beoordeeld op geur, kleur en samenstelling en beschreven in boorprofielen (zie bijlage 3). De zintuiglijke waarnemingen zijn weergegeven in paragraaf 3.3.
De peilbuis is na plaatsing op 13 december 2013 en voor bemonstering conform NEN 5744:2011 op 20 december 2013 door de heer J. de Vries doorgepompt.
Projectnummer Pagina
2013.0235 6 van 13
3.4 ZINTUIGLIJKE WAARNEMINGEN
Uit de boorprofielen in bijlage 3 blijkt dat het bodemprofiel op deze locatie bestaat uit matig fijn zand in de bovengrond tot matig fijn tot matig grof zand in de ondergrond.
Zintuiglijk zijn tijdens het uitvoeren van het veldwerk geen waarnemingen gedaan die erop zouden kunnen duiden dat een mogelijke bodemverontreiniging op de locatie aanwezig is.
Tijdens het uitvoeren van het veldwerk is een gemiddelde grondwaterstand waargenomen van ongeveer 1,60 m-mv. De grondwaterstand kan afhankelijk van seizoen en positie op de locatie variëren.
Zintuiglijk zijn tijdens de uitvoering van de veldwerkzaamheden geen waarnemingen gedaan welke duiden op een mogelijk verontreiniging met asbest in bodem.
3.5 UITVOERING LABORATORIUM ONDERZOEK
Bij de uitvoering van het laboratoriumonderzoek is de onderzoeksstrategie volgens de NEN-5740 als leidraad gebruikt (zie ook bijlage 7). Het onderzoek is uitgevoerd door het laboratorium "Eurofins - Analytico" te Barneveld dat geaccrediteerd is volgens de AS3000. Voor het inschatten van de risico's van eventueel aanwezige verontreinigingen zijn de analyseresultaten (meetwaarde) van het laboratorium gestandaardiseerd (GSSD) en vervolgens getoetst aan de streef-, achtergrond- en interventiewaarden bodemsanering (zie bijlage 6).
Voor de beoordeling van de kwaliteit van de grond en het grondwater is 1 mengmonster van de bovengrond (MM1.1),1 mengmonster van de ondergrond (MM1.2) en 1 grondwatermonster (Pb1) chemisch-analytisch onderzocht op het standaardpakket (zie bijlage 7).
Projectnummer Pagina
2013.0235 7 van 13
In onderstaande tabel is de monstercodering weergegeven, samen met de samenstelling van het betreffende mengmonster. Tevens is het doel van het (samengestelde meng-)monster weergegeven.
Tabel 3 .1: Samenstelling van de grondmengmonsters Mengmonster
Boring (m(m-mv)
Doel
MM1.1
1 (0-0.5)
Vaststellen milieuhygienische kwaliteit bovengrond
2 (0-0.5) 3 (0-0.5) 4 (0-0.5) MM1.2
1 (0.5-1.5) 2 (0.5-1.5)
Projectnummer Pagina
2013.0235 8 van 13
Vaststellen milieuhygienische kwaliteit ondergrond
4 RESULTATEN De laboratoriumrapporten zijn opgenomen in bijlage 5. In bijlage 4 zijn de analyseresultaten getoetst aan de streef-, achtergrond- en interventiewaarden.
4.1 ANALYSERESULTATEN GROND
Tabel 4.1 geeft een volledig overzicht van de interpretatie van de analyseresultaten van de grondmengmonsters. Indien er gestandaardiseerde gehalten zijn aangetoond groter dan de achtergrondwaarde, zijn tevens de meetwaarden vermeld in milligram per kilogram droge stof (mg/kg ds). Naast de meetwaarde is tevens de GSSD en de index weergegeven. De niet weergegeven parameters overschrijden de achtergrondwaarde niet.
Tabel 4.1: Interpretatie van de analyseresultaten van de grondmengmonsters Mengmonster Mengmonster
Parameter
Meetwaarde
GSSD
Index
MM1.1 (0-0.5)
Barium
MM1.2 (0.5-1.5)
Barium
Monsterconclusie
*
-
-
Voldoet aan de achtergrondwaarde
*
-
-
Voldoet aan de achtergrondwaarde
Verklaring: -
:
niet bepaald
≤0
:
kleiner dan of gelijk aan de achtergrondwaarde
≥0<0.5 :
groter dan de achtergrondwaarde, kleiner dan ½(achtergrondwaarde+interventiewaarde)
≥0.5<1 :
gelijk aan of groter dan ½(achtergrondwaarde+interventiewaarde)
≥1
:
gelijk aan of groter dan de interventiewaarde
*
:
De normwaarden voor barium zijn tijdelijk buiten werking gesteld, met uitzondering van duidelijk antropogene verontreinigingen.
Bespreking resultaten
Uit de analyseresultaten blijkt dat in zowel de boven- als de ondergrond geen verhoogde gehalten zijn gemeten. Derhalve kan gesteld worden dat de grond ter plaatse van de onderzoekslocatie niet verontreinigd is.
Projectnummer Pagina
2013.0235 9 van 13
4.2 ANALYSERESULTATEN GRONDWATER
Tabel 4.2 geeft een overzicht van de peilbuisspecificaties en de analyseresultaten van het grondwater. Indien er gehalten zijn gemeten hoger dan de streefwaarde, dan zijn de betreffende parameters en concentraties vermeld in microgram per liter ( g/l). Tevens zijn de index en de monsterconclusie weergegeven.
Tabel 4.2: Concentraties groter dan de streefwaarde in het grondwater Peilbuis
Filterstelling
GWS
(m(m-mv)
(m(m-mv)
Pb1
1.9 – 2.9
1.41
Parameter
Meetwaarde/
Index
Monsterconclusie Troebelheid
GSSD Barium
270
pH
(NTU) 0.38
Overschrijding
48#
streefwaarde
Verklaring: -
:
niet onderzocht
≤0
:
kleiner dan of gelijk aan de streefwaarde
>0≤0.5 :
groter dan de streefwaarde, gelijk aan of kleiner dan ½(streefwaarde+interventiewaarde)
>0.5<1 :
groter dan ½(streefwaarde+interventiewaarde)
≥1
gelijk aan of groter dan de interventiewaarde
:
#
De gemeten troebelheid is hoger dan 10 NTU. Tijdens monstername is vastgesteld dat het maximale onttrekkingsdebiet 500 ml/min bedroeg, de verlaging van het waterniveau in de peilbuis niet meer dan 50 centimeter bedroeg en het filterdeel niet belucht is. Tevens was tijdens de bemonstering sprake van een constante EGV. Aangezien aan de eisen uit de NEN 5744:2011 is voldaan, is ondanks de hoger gemeten NTU overgegaan tot bemonstering. Uit vergelijking van eerdere in de omgeving uitgevoerde onderzoeken blijkt dat in het grondwater vaker onder andere licht verhoogde gehalten barium en zink worden gemeten. De gemeten troebelheid wordt derhalve niet van invloed geacht op de analyseresultaten.
Bespreking resultaten Uit de analyseresultaten blijkt dat in het grondwatermonster een licht verhoogde concentratie aan barium is aangetoond. De aangetoonde concentratie overschrijdt de streefwaarde in geringe mate. De tussenwaarde wordt niet benaderd. Derhalve is het uitvoeren van aanvullend onderzoek naar dit licht verhoogde gehalte niet noodzakelijk. Op basis van de bekende gegevend wordt aangenomen dat het gemeten verhoogde gehalte veroorzaakt wordt door een natuurlijk verhoogde achtergrondwaarde.
De concentraties van alle andere onderzochte parameters in het grondwater bevinden zich onder de streefwaarde.
Projectnummer Pagina
2013.0235 10 van 13
EGV (uS/cm)
7,4
621
5 CONCLUSIES In opdracht van Fokko Agteres Advies en Ruimtelijke Ordening is door Lycens Milieu & Ruimte B.V. een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd op een deel van de locatie Bandijk 7 te Terwolde.
Het onderzoek is uitgevoerd in verband met de geplande aanvraag van een omgevingsvergunning, activiteit bouwen, ten behoeve van de geplande nieuwbouw van een schuur.
Op grond van de beschikbare gegevens (inventarisatie gegevens, zintuiglijke waarnemingen gedaan tijdens het veldwerk en de analyseresultaten) kan het volgende worden geconcludeerd:
5.1 RESULTATEN GROND
Uit de analyseresultaten blijkt dat in de grond geen verhoogde gehalten zijn gemeten.
5.2 RESULTATEN GRONDWATER
Ter plaatse van peilbuis Pb1 is in het grondwater chemisch-analytisch een licht verhoogde concentratie aan barium aangetoond. De aangetoonde concentratie overschrijdt de streefwaarde in geringe mate. De tussenwaarde wordt niet benaderd. Waarschijnlijk is de aangetoonde licht verhoogde concentratie toe te schrijven aan een licht verhoogde natuurlijke achtergrondconcentratie.
5.3 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN
Uit de resultaten van het verkennend bodemonderzoek kan worden geconcludeerd dat er, ons inziens, milieuhygiënisch gezien geen belemmeringen zijn voor de geplande herontwikkeling.
Projectnummer Pagina
2013.0235 11 van 13
Mocht bij herinrichting grond vrijkomen dan wordt aanbevolen deze grond op eigen locatie te hergebruiken. Bij toepassing van de grond in een werk elders, is het Besluit Bodemkwaliteit van toepassing. Op basis van de bekende gegevens kan een indicatieve toetsing uitgevoerd worden. Hieruit blijkt dat eventueel vrijkomende grond voldoet aan de achtergrondwaarden en derhalve zonder beperkingen toegepast kan worden. De daadwerkelijke kwaliteit van eventueel af te voeren grond zal middels een partijkeuring vastgesteld moeten worden en kan afwijken van de indicatieve toetsing.
De opzet van het huidige onderzoek heeft geleid tot een goed beeld van de bodemkwaliteit op de onderzoekslocatie.
De gestelde hypothese dat de locatie als "niet-verdacht" beschouwd kan worden is niet juist gebleken op basis van de aangetoonde licht verhoogde concentratie aan barium in het grondwater. Nader onderzoek wordt niet noodzakelijk geacht gezien de geringe verhoging.
Projectnummer Pagina
2013.0235 12 van 13
6 BETROUWBAARHEID ONDERZOEK
Het onderhavige onderzoek is op zorgvuldige wijze verricht volgens de algemeen gebruikelijke inzichten en methoden. Lycens Milieu & Ruimte B.V. streeft bij elk bodemonderzoek naar een optimale representativiteit.
Hoewel voldaan wordt aan de wettelijke verplichtingen, is onderhavig onderzoek gebaseerd op het verrichten van een beperkt aantal boringen en het nemen en analyseren van een beperkt aantal monsters. Hierdoor blijft het mogelijk dat plaatselijke afwijkingen in de samenstelling van grond en/of grondwater aanwezig zijn welke tijdens het onderzoek niet naar voren zijn gekomen. Lycens Milieu & Ruimte B.V. is niet aansprakelijk voor hieruit voortvloeiende schade of gevolgen van welke aard ook.
Hierbij wordt er tevens op gewezen dat het uitgevoerde bodemonderzoek een momentopname is. Beïnvloeding van grond- en grondwaterkwaliteit zal ook plaats kunnen vinden na uitvoering van dit onderzoek (bijvoorbeeld door bouwrijp maken of aanvoer van grond van elders). Naarmate er een langere tijd is verlopen na uitvoering van het onderzoek, dient meer voorzichtigheid/voorbehoud te worden betracht bij het gebruik van de onderzoeksresultaten.
Projectnummer Pagina
2013.0235 13 van 13
BIJLAGE I LOCATIEKAART
BIJLAGE 1 blad 1 van 1
Onderzoekslocatie
Onderdeel Schaal Projectnummer Opdrachtgever
: : : :
Locatiekaart 1:50.000 (Bron: Topografische kaart van Nederland) 2013.0235 Fokko Agteres Advies en Ruimtelijke Ordening
BIJLAGE 2 SITUATIESCHETS
BIJLAGE 3 BOORSTATEN
!
!
(
!
"!
"
#$
" '
# %
&
"
Legenda (conform NEN 5104) grind
klei
geur
Grind, siltig
Klei, zwak siltig
Grind, zwak zandig
Klei, matig siltig
geen geur zwakke geur matige geur sterke geur
Grind, matig zandig
Klei, sterk siltig
Grind, sterk zandig
Klei, uiterst siltig
Grind, uiterst zandig
Klei, zwak zandig
uiterste geur
olie geen olie-water reactie zwakke olie-water reactie matige olie-water reactie sterke olie-water reactie Klei, matig zandig
Klei, sterk zandig
zand
uiterste olie-water reactie
p.i.d.-waarde >0
Zand, kleiïg
>1 >10 Zand, zwak siltig
>100
leem
>1000
Zand, matig siltig
Leem, zwak zandig
>10000
Zand, sterk siltig
Leem, sterk zandig
monsters geroerd monster
Zand, uiterst siltig
overige toevoegingen
ongeroerd monster
zwak humeus
veen Veen, mineraalarm
matig humeus
overig bijzonder bestanddeel
Veen, zwak kleiïg
sterk humeus
Gemiddeld hoogste grondwaterstand grondwaterstand
Veen, sterk kleiïg
zwak grindig
Veen, zwak zandig
matig grindig
Veen, sterk zandig
sterk grindig
Gemiddeld laagste grondwaterstand slib
water
peilbuis blinde buis
casing
hoogste grondwaterstand gemiddelde grondwaterstand laagste grondwaterstand
bentoniet afdichting
filter
BIJLAGE 4 TOETSING ANALYSECERTIFICATEN
Tabel 1 : Aangetoonde gehaltes in grond met beoordeling conform de Wet Bodembescherming Toetsmonster Humus (% ds) Lutum (% ds) Datum van toetsing Monsterconclusie
MM 1.1 (0(0- 50) 2,7 3,3 6- 1- 2014 Voldoet aan Achtergrondwaarde Meetw GSSD Index
METALEN Kobalt [Co] Nikkel [Ni] Koper [Cu] Zink [Zn] Molybdeen [Mo] Cadmium [Cd] Barium [Ba] Kwik [Hg] Lood [Pb]
mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds
<5 12 7,9 42 <1,5 <0,4 30 <0,1 17
PAK Naftaleen Anthraceen Fenanthreen Fluorantheen Chryseen Benzo(a)anthraceen Benzo(a)pyreen Benzo(k)fluorantheen Indeno-(1,2,3-c,d)pyreen Benzo(g,h,i)peryleen PAK 10 VROM
mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds
<0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,5
<0,04 <0,04 <0,04 <0,04 <0,04 <0,04 <0,04 <0,04 <0,04 <0,04 <0,4
<0,007 <0,001 <0,001 <0,001 <0,001 <0,001 <0,001 <0,001
<0,018 <0,003 <0,003 <0,003 <0,003 <0,003 <0,003 <0,003
GECHLOREERDE KOOLWATERSTOFFEN PCB (som 7) mg/kg ds PCB 28 mg/kg ds PCB 52 mg/kg ds PCB 101 mg/kg ds PCB 118 mg/kg ds PCB 138 mg/kg ds PCB 153 mg/kg ds PCB 180 mg/kg ds
OVERIGE (ORGANISCHE) VERBINDINGEN Minerale olie C10 - C12 mg/kg ds <3 Minerale olie C10 - C40 mg/kg ds <38 Minerale olie C12 - C16 mg/kg ds <5 Minerale olie C16 - C21 mg/kg ds <6 Minerale olie C21 - C30 mg/kg ds <12 Minerale olie C30 - C35 mg/kg ds <6 Minerale olie C35 - C40 mg/kg ds <6 OVERIG Gloeirest Droge stof
% (m/m) ds % m/m
Legenda: ---------< 8,88 8,88 8,88 6 # GSSD Index
: Geen toetsnorm aanwezig : kleiner dan de detectielimiet : <= Achtergrondwaarde : <= Interventiewaarde : > Interventiewaarde : Heeft geen normwaarde : verhoogde rapportagegrens : Gestandaardiseerde meetwaarde : (GSSD - AW) / (I - AW)
11 32 15,3 92 <1,1 0,5 100 (6) 0,1 26
8 (6) 99 13 (6) 16 (6) 31 (6) 16 (6) 16 (6)
97,1 87,9
-0,02 -0,05 -0,16 -0,08 -0 -0,01 -0 -0,05
-0,03
-0
-0,02
MM 1.2 (50(50- 150) 0,70 2,4 6- 1- 2014 Voldoet aan Achtergrondwaarde Meetw GSSD Index
<5 9,1 <5 14 <1,5 <0,4 18 <0,1 <10
12 25,7 <7 33 <1,1 0,5 66 (6) 0,1 <11
<0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,5
<0,04 <0,04 <0,04 <0,04 <0,04 <0,04 <0,04 <0,04 <0,04 <0,04 <0,4
<0,007 <0,001 <0,001 <0,001 <0,001 <0,001 <0,001 <0,001
<0,025 <0,004 <0,004 <0,004 <0,004 <0,004 <0,004 <0,004
<3 <38 <5 <6 <12 <6 <6
11 (6) 133 18 (6) 21 (6) 42 (6) 21 (6) 21 (6)
99,3 87,9 (6)
88,9
88,9 (6)
-0,02 -0,14 -0,22 -0,18 -0 -0,01 -0 -0,08
-0,03
0,01
-0,01
Tabel 2 : Normwaarden conform de Wet Bodembescherming AW
I
METALEN Cadmium [Cd] Kobalt [Co] Koper [Cu] Kwik [Hg] Lood [Pb] Molybdeen [Mo] Nikkel [Ni] Zink [Zn]
mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds
0,6 15 40 0,15 50 1,5 35 140
13 190 190 36 530 190 100 720
PAK PAK 10 VROM
mg/kg ds
1,5
40
GECHLOREERDE KOOLWATERSTOFFEN PCB (som 7)
mg/kg ds
0,02
1
OVERIGE (ORGANISCHE) VERBINDINGEN Minerale olie C10 - C40 mg/kg ds
190
5000
Tabel 3 : Aangetroffen gehaltes in grondwater met beoordeling conform de Wet Bodembescherming Watermonster Datum Filterdiepte (m - mv) Datum van toetsing Monsterconclusie
METALEN Kobalt [Co] Nikkel [Ni] Koper [Cu] Zink [Zn] Molybdeen [Mo] Cadmium [Cd] Barium [Ba] Kwik [Hg] Lood [Pb]
1- 1- 1 2020- 1212- 2013 1,90 - 2,90 6- 1- 2014 Overschrijding Streefwaarde Meetw GSSD
µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l
AROMATISCHE VERBINDINGEN BTEX (som) µg/l Xylenen (som, 0.7 factor) µg/l Benzeen µg/l Ethylbenzeen µg/l Tolueen µg/l Xylenen (som) µg/l meta-/para-Xyleen (som) µg/l ortho-Xyleen µg/l Styreen (Vinylbenzeen) µg/l Som 16 Aromatische µg/l oplosmiddelen PAK Naftaleen PAK 10 VROM
µg/l -
GECHLOREERDE KOOLWATERSTOFFEN CKW (som) µg/l 1,3-Dichloorpropaan µg/l 1,1-Dichloorpropaan µg/l Dichloorpropaan µg/l 1.2-Dichloorethenen (som, µg/l 0.7 facto Dichloorpropanen (0,7 som, µg/l 1,1+1,2+1,3) cis + trans-1,2-Dichlooretheen µg/l 1,1-Dichlooretheen µg/l cis-1,2-Dichlooretheen µg/l trans-1,2-Dichlooretheen µg/l Dichloormethaan µg/l Trichloormethaan µg/l (Chloroform) Tribroommethaan µg/l (bromoform) Tetrachloormethaan (Tetra) µg/l 1,1-Dichloorethaan µg/l 1,2-Dichloorethaan µg/l 1,2-Dichloorpropaan µg/l 1,1,1-Trichloorethaan µg/l 1,1,2-Trichloorethaan µg/l Trichlooretheen (Tri) µg/l Tetrachlooretheen (Per) µg/l Vinylchloride µg/l
<2 <3 7,4 48 <2 <0,2 270 <0,05 <2
<0,9 <0,21 <0,2 <0,2 <0,2 <0,2 <0,1 <0,2
<0,02
<1,6 <0,2 <0,2
<1 <2 7,4 48 <1 <0,1 270 <0,04 <1
Index
-0,24 -0,22 -0,13 -0,02 -0,01 -0,05 0,38 -0,04 -0,23
0,6 (6) <0,1 -0 <0,1 -0,03 <0,1 -0,01 <0,21 0 <0,1 <0,1 <0,1 -0,02 <0,77 (2,14)
<0,01 <0,00020 (11)
<0,1 <0,1 <0,42
0
-0
<0,14 0,42
<0,1 <0,1 <0,1 <0,2 <0,2
<0,14 <0,1 <0,1 <0,1 <0,1 <0,1
<0,2
<0,1 (14)
<0,1 <0,2 <0,2 <0,2 <0,1 <0,1 <0,2 <0,1 <0,1
<0,1 <0,1 <0,1 <0,1 <0,1 <0,1 <0,1 <0,1 <0,1
OVERIGE (ORGANISCHE) VERBINDINGEN Minerale olie C10 - C12 µg/l 5,1 Minerale olie C10 - C40 µg/l <50 Minerale olie C12 - C16 µg/l <7 Minerale olie C16 - C21 µg/l <8 Minerale olie C21 - C30 µg/l 18 Minerale olie C30 - C35 µg/l <8 Minerale olie C35 - C40 µg/l <8
5,1 (6) <35 5 (6) 6 (6) 18 (6) 6 (6) 6 (6)
0,01 0,01
0 -0,01
0,01 -0,01 -0,02 0 0 -0,05 0 0,02
-0,03
Legenda: ---------< 8,88 8,88 8,88 11 14 2 6 # GSSD Index
: Geen toetsnorm aanwezig : kleiner dan de detectielimiet : <= Streefwaarde : > Streefwaarde : > Interventiewaarde : Enkele parameters ontbreken in de berekening van de somfractie : Streefwaarde ontbreekt zorgplicht van toepassing : Enkele parameters ontbreken in de som : Heeft geen normwaarde : verhoogde rapportagegrens : Gestandaardiseerde meetwaarde : (GSSD - S) / (I - S)
Tabel 4 : Normwaarden conform de Wet Bodembescherming S
S Diep
Indicatief
I
METALEN Barium [Ba] Cadmium [Cd] Kobalt [Co] Koper [Cu] Kwik [Hg] Lood [Pb] Molybdeen [Mo] Nikkel [Ni] Zink [Zn]
µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l
50 0,4 20 15 0,05 15 5 15 65
AROMATISCHE VERBINDINGEN Benzeen Ethylbenzeen Styreen (Vinylbenzeen) Tolueen Xylenen (som) Som 16 Aromatische oplosmiddelen
µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l
0,2 4 6 7 0,2
PAK Naftaleen
µg/l
0,01
70
GECHLOREERDE KOOLWATERSTOFFEN 1,1,1-Trichloorethaan 1,1,2-Trichloorethaan 1,1-Dichloorethaan 1,1-Dichlooretheen 1,2-Dichloorethaan Dichloormethaan Dichloorpropaan Tetrachlooretheen (Per) Tetrachloormethaan (Tetra) Tribroommethaan (bromoform) Trichlooretheen (Tri) Trichloormethaan (Chloroform) Vinylchloride cis + trans-1,2-Dichlooretheen
µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l
0,01 0,01 7 0,01 7 0,01 0,8 0,01 0,01
300 130 900 10 400 1000 80 40 10 630 500 400 5 20
OVERIGE (ORGANISCHE) VERBINDINGEN Minerale olie C10 - C40 µg/l
200 0,06 0,7 1,3 0,01 1,7 3,6 2,1 24
625 6 100 75 0,3 75 300 75 800
30 150 300 1000 70 150
24 6 0,01 0,01
50
600
BIJLAGE 5 ANALYSECERTIFICATEN
%& '
!"#!$#$ !
( '
')
7 8& ' ./ 0 ( & 1 ./ 0 ( & ' ./ ' 2 ' 3 4 ' & )
8& ' '
9'
' ' '
5 /
*
'
1 * )'
'
*) '
*
'
,
-
$ ! ! 661! $ ! $ 5 ' (/ *
') '
! #!$#$ !
) ' ') '
'+
*
/
' '
' * ') / 0 / (, ' / ( '
' , (' ) +
/ - ' ) ' &+ / ' 0 ( *(
*/
' / ' ' '
') '
')
' *( ' '
0
' '
,
& / '/ ' ' ' 8) - '/(. : 0* ' ' '
$/ - ''
'+
* (- ! / * ')
/
8* 0 ' '
' '
;( ' *%
&
/ ' 8&
2
' 8'
0 / 0 &+ + ' ) ) '+
* (- )
'
' ,
/ &+ ') + - '/(.& ' & 0
- ' ')
' '
) '
<
&+ . ' 8 * ')
-
'* ') 0 '
<
' *% & 5
9') * + , ' &+' & * 2 ' )
=*
/ ) >>#> ! 5 5 ' 5 :> " 5 '
* *
5 B $$ "$> $ * ? ! 3 4 > $>$ 15 ; 6 > !> 66 5 ! @ : ? ! 3 4 > $>$ "" " 66 $ # * '8 # ' A 8 ' '* C C 95 !5 $$ "$> $ B /// 8 ' '* 597 5 $
8' ' *% & 5 9B !> ! $ > ) & 8& D ' - ' + * = / 3 2 ' 0 4< + 5 * = / 35924< + ; * = / 3 =E # ; 4 ' + ' ' @ '- (- ' : ) 32 4
'
'
Analysecertificaat Uw project/verslagnummer Uw projectnaam Uw ordernummer Datum monstername Monsternemer Monstermatrix
2013.0235 Bandijk 7 te Terwolde
Certificaatnummer/Versie Startdatum Rapportagedatum Bijlage Pagina
13-12-2013 de Vries Grond; Grond / sediment Eenheid
Analyse
1
2
2013160088/1 13-12-2013 19-12-2013/08:26 A,C 1/2
Bodemkundige analyses
Q
Droge stof
% (m/m)
87.9
88.9
Q
Organische stof
% (m/m) ds
2.7
<0.7
Q
Gloeirest
% (m/m) ds
97.1
99.3
Q
Korrelgrootte < 2 µm (Lutum)
% (m/m) ds
3.3
2.4
Metalen
Q
Barium (Ba)
mg/kg ds
30
18
Q
Cadmium (Cd)
mg/kg ds
<0.40
<0.40
Q
Kobalt (Co)
mg/kg ds
<5.0
<5.0
Q
Koper (Cu)
mg/kg ds
7.9
<5.0
Q
Kwik (Hg)
mg/kg ds
<0.10
<0.10
Q
Molybdeen (Mo)
mg/kg ds
<1.5
<1.5
Q
Nikkel (Ni)
mg/kg ds
12
9.1
Q
Lood (Pb)
mg/kg ds
17
<10
Q
Zink (Zn)
mg/kg ds
42
14
Minerale olie (C10-C12)
mg/kg ds
<3.0
<3.0
Minerale olie (C12-C16)
mg/kg ds
<5.0
<5.0
Minerale olie (C16-C21)
mg/kg ds
<6.0
<6.0
Minerale olie (C21-C30)
mg/kg ds
<12
<12
Minerale olie (C30-C35)
mg/kg ds
<6.0
<6.0
Minerale olie (C35-C40)
mg/kg ds
<6.0
<6.0
Minerale olie totaal (C10-C40)
mg/kg ds
<38
<38
Minerale olie
Q
Polychloorbifenylen, PCB
Q
PCB 28
mg/kg ds
<0.0010
<0.0010
Q
PCB 52
mg/kg ds
<0.0010
<0.0010
Q
PCB 101
mg/kg ds
<0.0010
<0.0010
Q
PCB 118
mg/kg ds
<0.0010
<0.0010
Q
PCB 138
mg/kg ds
<0.0010
<0.0010
PCB 153
mg/kg ds
<0.0010
<0.0010
Q
Analytico-nr.
Nr. Monsteromschrijving
1
1 (0-50) 2 (0-50) 3 (0-50) 4 (0-50)
7909145
2
1 (50-100) 1 (100-150) 2 (50-100) 2 (100-150)
7909146
Q: door RvA geaccrediteerde verrichting A: AP04 erkende verrichting S: AS 3000 erkende verrichting Eurofins Analytico B.V.
Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.eurofins.nl
BNP Paribas S.A. 227 9245 25 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623 IBAN: NL71BNPA0227924525 BIC: BNPANL2A
Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
TESTEN RvA L010
Analysecertificaat Uw project/verslagnummer Uw projectnaam Uw ordernummer Datum monstername Monsternemer Monstermatrix
2013.0235 Bandijk 7 te Terwolde
Certificaatnummer/Versie Startdatum Rapportagedatum Bijlage Pagina
13-12-2013 de Vries Grond; Grond / sediment
Analyse
Eenheid
1
2
Q
PCB 180
mg/kg ds
<0.0010
<0.0010
Q
PCB (som 7)
mg/kg ds
<0.0070
<0.0070
2013160088/1 13-12-2013 19-12-2013/08:26 A,C 2/2
Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen, PAK
Q
Naftaleen
mg/kg ds
<0.050
<0.050
Q
Fenanthreen
mg/kg ds
<0.050
<0.050
Q
Anthraceen
mg/kg ds
<0.050
<0.050
Q
Fluorantheen
mg/kg ds
<0.050
<0.050
Q
Benzo(a)anthraceen
mg/kg ds
<0.050
<0.050
Q
Chryseen
mg/kg ds
<0.050
<0.050
Q
Benzo(k)fluorantheen
mg/kg ds
<0.050
<0.050
Q
Benzo(a)pyreen
mg/kg ds
<0.050
<0.050
Q
Benzo(ghi)peryleen
mg/kg ds
<0.050
<0.050
Q
Indeno(123-cd)pyreen
mg/kg ds
<0.050
<0.050
Q
PAK Totaal VROM (10)
mg/kg ds
<0.50
<0.50
Analytico-nr.
Nr. Monsteromschrijving
1
1 (0-50) 2 (0-50) 3 (0-50) 4 (0-50)
7909145
2
1 (50-100) 1 (100-150) 2 (50-100) 2 (100-150)
7909146
Q: door RvA geaccrediteerde verrichting A: AP04 erkende verrichting S: AS 3000 erkende verrichting Eurofins Analytico B.V.
Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.eurofins.nl
BNP Paribas S.A. 227 9245 25 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623 IBAN: NL71BNPA0227924525 BIC: BNPANL2A
Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
Akkoord Pr.coörd.
AB TESTEN RvA L010
Bijlage (A) met deelmonsterinformatie behorende bij analysecertificaat 2013160088/1 Pagina 1/1 Analytico-nr. Boornr
Omschrijving
Van
Tot
Barcode
7909145
3
1
0
50
0531481815
7909145
4
1
0
50
0531481813
7909145
1
1
0
50
0531481818
7909145
2
1
0
50
0531481812
7909146
1
2
50
100
0531481819
7909146
2
2
50
100
0531481817
7909146
1
3
100
150
0531481823
7909146
2
3
100
150
0531481820
Monsteromschrijving
1 (0-50) 2 (0-50) 3 (0-50) 4 (0-50)
1 (50-100) 1 (100-150) 2 (50-100) 2
Eurofins Analytico B.V.
Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.eurofins.nl
BNP Paribas S.A. 227 9245 25 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623 IBAN: NL71BNPA0227924525 BIC: BNPANL2A
Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
.
Bijlage (C) met methodeverwijzingen behorende bij analysecertificaat 2013160088/1 Pagina 1/1 Analyse
Methode
Techniek
Referentiemethode
Droge Stof
W0104
Gravimetrie
Gw. NEN-ISO 11465 en cf. CMA 2/II/A.1
Organische stof (gloeirest)
W0109
Gravimetrie
Cf. NEN 5754
Lutum (fractie < 2 •m)
W0171
Sedimentatie
Gw. NEN 5753
Barium (Ba)
W0423
ICP-MS
Cf. NEN-EN-ISO 17294-2
Cadmium (Cd)
W0423
ICP-MS
Cf. NEN-EN-ISO 17294-2
Kobalt (Co)
W0423
ICP-MS
Cf. NEN-EN-ISO 17294-2
Koper (Cu)
W0423
ICP-MS
Cf. NEN-EN-ISO 17294-2
Kwik (Hg)
W0423
ICP-MS
Cf. NEN-EN-ISO 17294-2
Molybdeen (Mo)
W0423
ICP-MS
Cf. NEN-EN-ISO 17294-2
Nikkel (Ni)
W0423
ICP-MS
Cf. NEN-EN-ISO 17294-2
Lood (Pb)
W0423
ICP-MS
Cf. NEN-EN-ISO 17294-2
Zink (Zn)
W0423
ICP-MS
Cf. NEN-EN-ISO 17294-2
Minerale Olie (GC) (C10 - C40)
W0202
GC-FID
Eigen methode
PCB (7)
W0271
GC-MS
Gw. NEN 6980
PAK (10 VROM)
W0271
GC-MS
gw. NEN-ISO 18287
Eurofins Analytico B.V.
Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.eurofins.nl
BNP Paribas S.A. 227 9245 25 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623 IBAN: NL71BNPA0227924525 BIC: BNPANL2A
Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
$% &
!"!#"# !
' &
&(
6 7% & -. / ' % 0 -. / ' % & -. & 1 & 2 3 & % (
7% & &
8&
& & &
4 .
)
&
0 ) (&
&
)( &
# ! ! #5 # ! # 4 & ',
&( &
)
&
+
,
0! . )
# "!#"# !
( & &( &
&*
)
.
& &
& ) &( . / . '+ & . ' &
& + '& ( *
. , & ( & %* . & , / ' )'
).
& . & & &
&( &
&(
& )' & &
/
& &
+
% . &. & & & 7( , &.'9 /) & & , &
#. , &&
&*
) ', ! . ) &(
, .
7) / & &
& &
:' & )$
%
. & 7%
1
& 7&
/ . / %* * & ( ( &*
) ', (
&
& +
. %* &( * , &.'-% & % /
, & &(
& &
( &
;
%* - & 7 ) &(
,
&) &( / &
;
& )$ % 4
8&( ) * + & %*& % ) 1 & (
<)
. ( =="= ! 4 4 & 4 9= 5 4 &
) )
4 A ## 5#= # ) > ! 2 3 = #=# 04 : B = != BB 4 ! ? 9 > ! 2 3 = #=# 55 5 BB # " ) &7 " & @ 7 & &) C C 84 !4 ## 5#= # A ... 7 & &) 486 4 #
7& & )$ % 4 8A != ! # = ( % 7% D & , & * ) < . 2 1 & / 3; * 4 ) < . 24813; * : ) < . 2 <E " : 3 & * & & ? &, ', & 9 ( 21 3
&
&
Analysecertificaat Uw project/verslagnummer Uw projectnaam Uw ordernummer Datum monstername Monsternemer Monstermatrix
2013.0235 Bandijk 7 te Terwolde
Certificaatnummer/Versie Startdatum Rapportagedatum Bijlage Pagina
20-12-2013 de Vries Water; Water (AS3000) Eenheid
Analyse
2013162953/1 20-12-2013 31-12-2013/08:09 A,B,C 1/2
1
Metalen
S
Barium (Ba)
µg/L
270
S
Cadmium (Cd)
µg/L
<0.20
S
Kobalt (Co)
µg/L
<2.0
S
Koper (Cu)
µg/L
7.4
S
Kwik (Hg)
µg/L
<0.050
S
Molybdeen (Mo)
µg/L
<2.0
S
Nikkel (Ni)
µg/L
<3.0
S
Lood (Pb)
µg/L
<2.0
S
Zink (Zn)
µg/L
48
Vluchtige Aromatische Koolwaterstoffen
S
Benzeen
µg/L
<0.20
S
Tolueen
µg/L
<0.20
S
Ethylbenzeen
µg/L
<0.20
S
o-Xyleen
µg/L
<0.10
S
m,p-Xyleen
µg/L
<0.20
S
Xylenen (som) factor 0,7
µg/L
0.21
BTEX (som)
µg/L
<0.90
S
Naftaleen
µg/L
<0.020
S
Styreen
µg/L
<0.20
1)
Vluchtige organische halogeenkoolwaterstoffen
S
Dichloormethaan
µg/L
<0.20
S
Trichloormethaan
µg/L
<0.20
S
Tetrachloormethaan
µg/L
<0.10
S
Trichlooretheen
µg/L
<0.20
S
Tetrachlooretheen
µg/L
<0.10
S
1,1-Dichloorethaan
µg/L
<0.20
S
1,2-Dichloorethaan
µg/L
<0.20
S
1,1,1-Trichloorethaan
µg/L
<0.10
S
1,1,2-Trichloorethaan
µg/L
<0.10
S
cis 1,2-Dichlooretheen
µg/L
<0.10 Analytico-nr.
Nr. Monsteromschrijving
1
7919154
1 (190-290)
Q: door RvA geaccrediteerde verrichting A: AP04 erkende verrichting S: AS 3000 erkende verrichting Eurofins Analytico B.V.
Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.eurofins.nl
BNP Paribas S.A. 227 9245 25 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623 IBAN: NL71BNPA0227924525 BIC: BNPANL2A
Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
TESTEN RvA L010
Analysecertificaat Uw project/verslagnummer Uw projectnaam Uw ordernummer Datum monstername Monsternemer Monstermatrix
2013.0235 Bandijk 7 te Terwolde 20-12-2013 de Vries Water; Water (AS3000) Eenheid
Analyse
S
Certificaatnummer/Versie Startdatum Rapportagedatum Bijlage Pagina
trans 1,2-Dichlooretheen
µg/L
2013162953/1 20-12-2013 31-12-2013/08:09 A,B,C 2/2
1
<0.10
CKW (som)
µg/L
<1.6
S
Tribroommethaan
µg/L
<0.20
S
Vinylchloride
µg/L
<0.10
S
1,1-Dichlooretheen
µg/L
<0.10
S
1,2-Dichloorethenen (Som) factor 0,7
µg/L
0.14
S
1,1-Dichloorpropaan
µg/L
<0.20
S
1,2-Dichloorpropaan
µg/L
<0.20
S
1,3-Dichloorpropaan
µg/L
<0.20
S
Dichloorpropanen som factor 0.7
µg/L
0.42
Minerale olie (C10-C12)
µg/L
5.1
Minerale olie (C12-C16)
µg/L
<7.0
Minerale olie (C16-C21)
µg/L
<8.0
Minerale olie (C21-C30)
µg/L
18
Minerale olie (C30-C35)
µg/L
<8.0
Minerale olie (C35-C40)
µg/L
<8.0
Minerale olie totaal (C10-C40)
µg/L
<50
1)
Minerale olie
S
Analytico-nr.
Nr. Monsteromschrijving
1
7919154
1 (190-290)
Q: door RvA geaccrediteerde verrichting A: AP04 erkende verrichting S: AS 3000 erkende verrichting Eurofins Analytico B.V.
Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.eurofins.nl
BNP Paribas S.A. 227 9245 25 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623 IBAN: NL71BNPA0227924525 BIC: BNPANL2A
Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
Akkoord Pr.coörd.
GW TESTEN RvA L010
Bijlage (A) met deelmonsterinformatie behorende bij analysecertificaat 2013162953/1 Pagina 1/1 Analytico-nr. Boornr
Omschrijving
Van
Tot
Barcode
7919154
1
1
190
290
0800305734
7919154
1
2
190
290
0685014645
Monsteromschrijving
1 (190-290)
Eurofins Analytico B.V.
Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.eurofins.nl
BNP Paribas S.A. 227 9245 25 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623 IBAN: NL71BNPA0227924525 BIC: BNPANL2A
Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
Bijlage (B) met opmerkingen behorende bij analysecertificaat 2013162953/1 Pagina 1/1 Opmerking 1)
De toetswaarde van de som is gelijk aan de sommatie van 0,7*RG
Eurofins Analytico B.V.
Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.eurofins.nl
BNP Paribas S.A. 227 9245 25 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623 IBAN: NL71BNPA0227924525 BIC: BNPANL2A
Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
.
Bijlage (C) met methodeverwijzingen behorende bij analysecertificaat 2013162953/1 Pagina 1/1 Analyse
Methode
Techniek
Referentiemethode
Xylenen som AS3000
W0254
HS-GC-MS
Cf. pb 3130-1
Aromaten (BTEXN)
W0254
HS-GC-MS
Cf. pb 3130-1
Barium (Ba)
W0421
ICP-MS
Cf. pb 3110-3 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2
Cadmium (Cd)
W0421
ICP-MS
Cf. pb 3110-3 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2
Cobalt (Co)
W0421
ICP-MS
Cf. pb 3110-3 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2
Koper (Cu)
W0421
ICP-MS
Cf. pb 3110-3 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2
Kwik (Hg)
W0421
ICP-MS
Cf. pb 3110-3 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2
Molybdeen (Mo)
W0421
ICP-MS
Cf. pb 3110-3 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2
Nikkel (Ni)
W0421
ICP-MS
Cf. pb 3110-3 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2
Lood (Pb)
W0421
ICP-MS
Cf. pb 3110-3 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2
Zink (Zn)
W0421
ICP-MS
Cf. pb 3110-3 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2
Styreen
W0254
HS-GC-MS
Cf. pb 3130-1
VOCl (11)
W0254
HS-GC-MS
Cf. pb 3130-1
Tribroommethaan (Bromoform)
W0254
HS-GC-MS
Cf. pb 3130-1
Vinylchloride
W0254
HS-GC-MS
Cf. pb 3130-1
1,1-Dichlooretheen
W0254
HS-GC-MS
Cf. pb 3130-1
DiClEtheen som AS3000
W0254
HS-GC-MS
Cf. pb 3130-1
1,1-Dichloorpropaan
W0254
HS-GC-MS
Cf. pb 3130-1
1,2-Dichloorpropaan
W0254
HS-GC-MS
Cf. pb 3130-1
1,3-Dichloorpropaan
W0254
HS-GC-MS
Cf. pb 3130-1
DiChlprop. som AS300
W0254
HS-GC-MS
Cf. pb 3130-2 en gw. NEN EN ISO 15680
Minerale Olie (GC) (C10 - C40)
W0215
LVI-GC-FID
Cf. pb 3110-5
Eurofins Analytico B.V.
Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.eurofins.nl
BNP Paribas S.A. 227 9245 25 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623 IBAN: NL71BNPA0227924525 BIC: BNPANL2A
Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
BIJLAGE 6 DEFENITIE ACHTERGROND-, STREEF- EN INTERVENTIEWAARDEN
BIJLAGE 6 blad 1 van 1
TOETSINGSCRITERIA
Voor het inschatten van de risico's voor de volksgezondheid en het milieu worden de analyseresultaten getoetst aan de achtergrond/streef- en interventiewaarden bodemsanering van het ministerie van VROM (Uit Nederlandse Staatscourant nr. 247 d.d. 20-12-2007 (Regeling bodemkwaliteit) en nr. 122, d.d. 27-06-2008 (wijziging Regeling bodemkwaliteit)). Achtergrondwaarde:
deze waarde geeft het gehalte in de grond aan chemische stoffen voor een goede bodemkwaliteit weer, waarvoor geldt dat geen sprake is van belasting door lokale verontreinigingsbronnen. De achtergrondwaarde betreft een referentiewaarde voor natuurlijk voorkomende verhoogde gehalten in de grond;
Streefwaarde:
deze waarde geeft de concentratie in het grondwater aan chemische stoffen voor het uiteindelijk te bereiken kwaliteitsniveau van de bodem aan, die alle mogelijke functies kan vervullen;
Interventiewaarde:
deze waarde geeft het concentratieniveau voor verontreinigingen in grond en grondwater aan waarboven ernstige vermindering of dreigende vermindering optreedt van de functionele eigenschappen die de bodem heeft voor mens, dier of plant. Bij gehalten boven deze interventiewaarde is sprake van een sterke (bodem)verontreiniging.
Bij concentratieniveaus tussen de achtergrond- / streef- en de interventiewaarde wordt een nader onderzoek aanbevolen indien het aangetoonde gehalte groter is dan ½ (achtergrond- of streefwaarde + interventiewaarde). Bij de interpretatie van de concentratieniveaus van de gemeten waarden dient, mede gezien het voorlopige karakter van de toetsingswaarden, rekening te worden gehouden met een groot aantal factoren, zoals de huidige en toekomstige bestemming van een locatie, de bodemopbouw en de historische informatie. Met de invoering van BoToVa per 1 juli 2013 worden de gemeten gehalten, middels de analytisch bepaalde gehalten lutum en organische stof, gecorrigeerd naar het gestandaardiseerde gehalte (GSSD). Het gestandaardiseerde gehalte wordt vervolgens getoetst aan de achtergrond-/streef- en interventiewaarden voor een standaard bodem (25% lutum en 10% organische stof). In de toetsing is een index opgenomen. Deze index wordt bepaald aan de hand van de formule: (GSSD-AW/S)/(I-AW/S). Is de index die hieruit volgt negatief, dan is de GSSD kleiner dan de AW/S. Bevindt de index zicht tussen 0 en 1 dan is er sprake van een gehalte tussen de achtergrond-/streefwaarde en de interventiewaarde. Is de index groter dan 1 dan is er sprake van een interventiewaarde overschrijding. Mocht de index gelijk of hoger zijn dan 0,5 dan is er sprake van een tussenwaarde-overschrijding en zal nader onderzoek uitgevoerd moeten worden. In de monsterconclusie is het resultaat weergegeven op basis van de Regeling Bodemkwaliteit. Hierbij wordt aangegeven of het monster voldoet aan de achtergrondwaarde; de achtergrondwaarde overschrijdt of de interventiewaarde overschrijdt.
BIJLAGE 7 ONDERZOEKSSTRATEGIE NEN-5740
BIJLAGE 7 blad 1 van 1 ONDERZOEKSSTRATEGIE NENNEN-5740 VOOR EEN "NIET"NIET-VERDACHTE" LOCATIE.
.1
Veldwerk Conform de NEN-5740 dient op een niet-verdachte locatie het onderzoek te worden uitgevoerd volgens een systematische monsterneming waarbij de boringen volgens een gelijkmatig patroon over de locatie worden verdeeld. Hierbij worden tevens de richtlijnen gehanteerd zoals beschreven in de BRL 2000, protocol 2001 en 2002. Het bij de uitvoering van de boringen vrijkomende bodemmateriaal wordt zintuiglijk beoordeeld op geur, kleur en textuur. Bij het bepalen van de posities voor de boringen en peilbuizen en bij de bemonstering wordt rekening gehouden met eventuele waargenomen afwijkingen op de locatie en met de gegevens uit de inventarisatie. Het aantal te verrichten boringen en te nemen grond- en grondwatermonsters staat in relatie tot de oppervlakte van de locatie. Van iedere afzonderlijk te onderscheiden bodemlaag of per maximaal 0.5 meter laagdikte worden grondmonsters genomen.
.2
Laboratorium onderzoek Het analyseprogramma is gericht op een groot aantal verontreinigende stoffen teneinde een zo compleet mogelijk beeld te verkrijgen van de milieuhygiënische kwaliteit van grond en grondwater op de locatie. Hiertoe wordt uitgegaan van standaard-analysepakketten. Deze pakketten staan hieronder vermeld. Het betreft het nieuwe standaardpakket hetgeen in werking is getreden op 1 juli 2008. Met de inwerkingtreding per 1 juli vervalt het oude basispakket van de NEN 5740. Standaard pakket bodem (nieuw): • Lutum en organische stof • Metalen (Ba, Cd, Co, Cu, Hg, Pb, Mo, Ni, Zn) • Minerale olie • PAK (10 VROM) • PCB (7) Standaard pakket grondwater (nieuw): • Metalen (Ba, Cd, Co, Cu, Hg, Pb, Mo, Ni, Zn) • Aromaten (BTEXN) en styreen • VoCl (11), vinylchloride, 1,1-dichlooretheen, 1,1-dichloorpropaan, 1,2-dichloorpropaan, 1,3-dichloorpropaan, bromoform • Minerale olie
De grondmonsters worden in het laboratorium gemengd. Alleen monsters met een zintuiglijk grote vergelijkbaarheid worden gemengd, waardoor het risico van verdunning van een eventuele verontreiniging geminimaliseerd wordt. De (meng)monsters van de bovengrond worden behandeld met florisil. Hiermee wordt een storend effect van mogelijk aanwezige humuszuur- en PAK-achtige verbindingen op de analyse van minerale olie geminimaliseerd. De (meng)monsters van de ondergrond worden niet onderzocht op de aanwezigheid van vluchtige aromatische en vluchtige gehalogeneerde koolwaterstoffen indien deze stoffen in het grondwater worden bepaald. Zowel van de boven- als van de ondergrond wordt een representatief grond(meng)monster geselecteerd waarvan het lutum- en organische stofgehalte in het laboratorium wordt bepaald. Deze gehalten worden gehanteerd bij de bepaling van de streef- en interventiewaarden van bovengenoemde parameters. Bij de analyses wordt gebruik gemaakt van de methoden zoals beschreven in de Nederlandse Normen en Praktijkrichtlijnen waaronder de BRL 2000 en AS3000