In samenwerkingen met
datac e nte rwo r ks | a p r i l 2 0 0 9
bekabeling
Strategieën voor een groener datacenter management
Business continuity management gebouwtechniek
EN 1047-2 biedt bouwconcept voor ict-beveiliging
en verder n aar een virtueel datacenter | benchmarking van datacenters en personeel | vrije koeling is een must | rf code beplakt datacenter met rfid-tags | justitie verbetert koeling met koldloks
Rittal Cold Cube
keeps IT cool
Energie-efficiëntie voor serverracks en
Verhoogde vloer of LCP Inline
precisie-airconditioners
De Rittal Cold Cube maakt over het
Uw nieuwe of bestaande computerruimte
algemeen gebruik van een verhoogde
energie-efficiënt inrichten is een koud
vloer waardoor de warmte vanuit de
kunstje met de Rittal Cold Cube. Via een
IT-racks wordt afgevoerd. In combinatie met de nieuwe LCP
afgesloten koude gang wordt de gekoelde lucht direct naar
Inline biedt de Rittal Cold Cube u een extra mogelijkheid voor
de IT-apparatuur gevoerd. Zo ontvangen uw servers een
het efficiënt afvoeren van grote hoeveelheden warmte. Een
gelijkmatige koeling, zonder kans op luchtkortsluiting. De
verhoogde vloer is in dit geval niet nodig. De LCP zuigt de
opgewarmde lucht wordt vervolgens efficiënt afgevoerd. Het
warme lucht achter de serverracks op en blaast deze vervolgens
resultaat: het koelvermogen van uw airco kan tot maar liefst
gekoeld de Cold Cube in. Een bijkomend voordeel
30% stijgen. Zo is de Cold Cube een effectief en financieel
is de nog directere toevoer van gekoelde lucht
aantrekkelijk alternatief voor kostbare mid-densitykoeling.
naar uw server en netwerkcomponenten.
Rittal bv - Postbus 246 - 6900 AE Zevenaar - Tel. (0316) 59 16 70 - www.rimatrix5.nl
i n d it n um m e r
datac e nte rwo r ks
In dit nummer
management 04 naar een virtueel datacenter 08 benchmarking van datacenters en personeel
Meer
online
Als lezer van DatacenterWorks heeft u het een behoorlijke tijd zonder website moeten doen. Welgeteld zo’n vier maanden, en dat is in de webcentrische wereld waarin we leven een hele tijd. In dat opzicht waren we zelfs een tikje ouderwets te noemen: wel een papieren exemplaar op uw versleten deurmat gooien, maar niet voor de dag durven komen in Google. Daar is zo’n twee maanden geleden verandering in gekomen, met een site die dagelijks wordt voorzien van het laatste nieuws op datacentergebied. Op DatacenterWorks.nl treft u ook de artikelen uit het blad aan. Sinds de lancering heeft de site echter al diverse uitbreidingen ondergaan, wat een korte update rechtvaardigt. De eerste uitbreiding is het ‘Nieuws van internet’, een ‘widget’ waarin het datacenternieuws van andere sites wordt getoond. Recentelijk is DatacenterWorks.nl uitgebreid met een rss-optie. Hiermee kunt u de berichten die dagelijks op DatacenterWorks.nl verschijnen volledig automatisch ontvangen. De rss-feed biedt u overigens nog meer mogelijkheden waarvoor u wel even aan het knutselen moet slaan. Met behulp van sites als www.widgetbox.com en www.newsgatorwidgets. com is het mogelijk om de content van DatacenterWorks.nl in een widget te stoppen die u vervolgens op uw eigen site kunt plaatsen. De online activiteiten gaan ook buiten DatacenterWorks.nl verder. Om datacenterprofessionals een discussieplatform te bieden, is er sinds kort ook een DatacenterWorks Linked In-groep die is te vinden via de Groups Directory. Het discussieplatform staat nu nog in de kinderschoenen, maar wordt vast iets moois als ook u zich aanmeldt!
16 business continuity management 30 praktijkrichtlijn vol uit de startblokken bekabeling 12 bekabelingstrategieën voor een groener datacenter
gebouwtechniek 20 en 1047-2 biedt bouwconcept voor ict-beveiliging
koeling 24 vrije koeling is een must 32 tien tips voor verbetering koeling praktijk 29 rf code beplakt datacenter met rfid-tags 35 justitie verbetert koeling met koldloks en verder 39 it room infra 40 productnieuws 45 bicsi 46 column
Ferry Waterkamp
[email protected]
alle content van datacenterworks.nl ook op uw eigen site? dat kan! ga naar datacenterworks.nl en klik op
|3
Ma n ag e m e nt
Met de introductie van de Nexus 7000 is het eigenlijk al begonnen; een switch met datacentereigenschappen. Dat was het fundament van een totaalaanpak voor datacenters die in staat zijn met gezwinde spoed applicaties bij de eindgebruiker te krijgen. “Wij bieden een gevirtualiseerd rekencentrum. Dan heb je het niet alleen over switches, maar bijvoorbeeld ook over servers”, verklaart Rob Willekes van Cisco Nederland.
Cisco komt nu ook met servers
Met unified computing naar totale kosten terug te dringen, dan vind je Rob Willekes, product sales-specialist datanet). Zowel voor de switches, servers als een gewillig oor bij CIO’s, lead architecten, center, neemt de tijd het Cisco-verhaal over opslagapparatuur. “We kunnen daarmee het IT-managers en CTO’s”, weet Willekes uit unified computing neer te zetten. De veelLAN en het SAN consolideren. De wereld ervaring. omvattendheid ervan maakt dat er toch een heeft voor ethernet gekozen en DCE heeft “Servers worden meestal over drie jaar afgeuur nodig is om de boodschap over te brenlossless eigenschappen die het gebruik van schreven en het netwerk over vijf jaar. We gen. “Ik geef toe”, begint Willekes, “dat de fibre channel (FC) overbodig maakt. We kunnen voorrekenen dat het soms goedkonaam wat verwarrend is.” Hierbij verwijst zitten nu op 10 Gig-ethernet, we werken per is om het netwerk sneller af te schrijven hij naar het al langer in zwang zijnde beaan 40 Gig en 100 Gig laat niet lang op zich en over te gaan op unified computing. Je grip ‘unified communication’. “Maar toch, wachten. Ethernet is van nature een gedeeld zou het complete systeem al kunnen betalen als je alles bij elkaar neemt, dan dekt het wel protocol, waardoor pakketjes verloren kunprecies de lading. We hebben een nen gaan. Dit probleem is bij DCE nieuw concept dat infrastructuur en opgelost door acht aparte, parallelle “Als je de Nexus 5000, 2000 en 1000 bij snelle, relatief goedkope, geautomabanen binnen het netwerk te creëtiseerde verwerking van gegevens ren (virtual lanes). Net zoals bij een elkaar optelt, dan heb je de ruggengraat op servers met elkaar verbindt.” wedstrijdzwembad”, wijst Willekes In de loop der jaren zijn opslag en naar de foto van een Olympisch voor unified computing.” verwerking van gegevens almaar bad. door de besparingen die je op softwarelicengegroeid, zonder enige integratie. Het ge“Dus geen dataverlies, maar wel lagere kosties haalt. En bedenk dat je tot 320 blades op volg is dat ze niet optimaal worden benut, ten doordat je minder kabels nodig hebt één punt kunt beheren en dat scheelt nogal steeds meer koeling en stroom nodig zijn, door eenvoudiger beheer en minder enerin beheerkosten. ” waardoor de totale kosten van bezit en begiegebruik. Overigens zal er altijd wel een heer van een rekencentrum de pan uitrijzen. deel van het rekencentrum op fibre channel Hierdoor verloopt ook de verwerking van draaien – denk aan operationele opslag – en lossless ethernet applicaties trager dan nodig is. “Deze prodaarvoor gebruiken we dan fibre channel De nieuwe oplossing van Cisco is relatief blemen pakken we grondig aan met een geover ethernet. Daarbij worden FC-pakketjes goedkoop, omdat standaardtechnieken worheel nieuw concept. Als je in staat bent de ingepakt in DCE. Een belangrijk voordeel is den gebruikt. Zoals DCE (datacenter ether4|
datac e nte rwo r ks
Teus Molenaar is freelance journalist
een virtueel datacenter dat het beheer dan op één console mogelijk is. Door over te stappen op ethernet in het rekencentrum, hoef je ook maar één keer de bekabeling te leggen. Dat scheelt weer in het aantal verstoringen van de rust in het rekencentrum, want daar wil je het liefst niemand binnen hebben.” Die ene server wordt gekoppeld aan een ‘unified fabric’ met een verenigde I/O via een CNA (converged network adapter) naar het beheernetwerk, het front-endnetwerk, het back-upnetwerk, het back-endnetwerk en het opslagnetwerk. En natuurlijk zijn er meerdere servers aan elkaar te koppelen. Door die integratie zijn er ook geen HBA’s (host bus adapters) meer nodig, wat in de snelheid en kosten scheelt.
vn-link en nexus
De basis vormde de Nexus 7000 DCE, een zware klasse switch voor de core van het rekencentrum. Daar is de Nexus 5000 bij gekomen, een ‘top of the rack’ switch waarin LAN en SAN worden geconsolideerd. De
Nexus 1000 zit in de accesslaag en beheert als softwareswitch de toegang naar virtuele machines die zich op steeds wisselende, fysieke plaatsen binnen het serverspark kunnen bevinden. Cisco heeft hiervoor – samen met VMWare – de VN-Link ontwikkeld, een protocol dat zorgt voor een beheersbare en veilige verbinding tussen applicaties en virtuele machines. VN-Link virtualiseert daarmee het netwerkdomein. Het protocol ligt inmiddels bij standaardenorganisatie IEEE en wacht nog op erkenning. De Nexus 2000 is als fabric extender ontwikkeld om capaciteitsuitdagingen aan te gaan. “Als je de Nexus 5000, 2000 en 1000 bij elkaar optelt, dan heb je de ruggengraat voor unified computing”, zegt Willekes. Deze aanpak is niet af zonder een aanpassing van het netwerkbesturingssysteem. Cisco NX-OS is de nieuwe generatie besturingssystemen die is ontworpen om te voorzien in de hedendaagse behoeften van het rekencentrum. Ook dit onderdeel van het pakket is van rekencentrumklasse. Zo beschikt het
over ISSU (in service software upgrade) en het is self-healing. Het besturingssysteem beschikt over een uitgebreide set aan diagnostisch gereedschap. “NX-OS beschikt over een grafische interface, maar er zijn in het rekencentrum mensen die daar geen behoefte aan hebben en willen vasthouden aan een tekstgebaseerde interface. Die mogelijkheid is dan ook ingebouwd. Mensen kunnen zelf kiezen”, vertelt Willekes.
orkestmeester
Het huidige beheer van de infrastructuursystemen in rekencentra kent een gelaagde benadering met verschillende technieken op het vlak van virtualisatie, I/O, identificatie, firmware en dergelijke. Bovendien zijn er verschillende categorieën, zoals servers, opslag, netwerken, die niet zijn ontworpen om naadloos binnen één systeem met elkaar samen te werken. “Dat maakt het moeilijk veranderingen aan te brengen, terwijl de bedrijfsvoering vaak snelle wijzigingen ver|5
kunnen worden gebruikt tegen de minste de componenten in hun ontwerp op elkaar langt”, legt Willekes het probleem bloot. kosten. Dit is het uitgangspunt geweest van zijn afgestemd.” Met unified computing brengt Cisco het de ontwikkeling die heeft geleid tot unified Met het nieuwe besturingssysteem NX-OS, beheer van alle apparatuur in het rekencomputing”, zegt Willekes. datacenter-ethernet (waarbij 100 Gbps in centrum naar één console. Dan gaat het om het verschiet ligt) en het gebruik van fibre servers, netwerk, opslag en software. En het channel over ethernet biedt Cisco op alle gaat om taken als provisioning, geautomatitotaal systeem fronten rekencentrumklasse. seerd configuratiebeheer, release automation Willekes benadrukt Dat het er niet alleen Dat het bedrijf nieuwe switches, een an(patching en softwaredistributie), impactom gaat dat er één beheerconsole is voor der besturingssysteem en een beheerconanalyses van voorgenomen wijzigingen en het totale rekencentrum. “Het gaat om het sole ontwerpt, ligt in de lijn der compliance. verwachting. Maar dat de netMet de ‘unified computing system “We hebben een nieuw concept dat werkkeizer ook servers op de manager’, zoals Cisco het embedmarkt gaat brengen, is een nieuw ded devicemanagement noemt, is infrastructuur en snelle, relatief goedkope, hoofdstuk voor het bedrijf. Maar het mogelijk een gevirtualiseerd wel een logische ontwikkeling, rekencentrum in de vingers te geautomatiseerde verwerking van gegevens volgens Willekes. houden. “Virtualisatie leidt aan “Virtualisatie luidt een nieuw de achterkant tot een complexere op servers met elkaar verbindt.” tijdperk in, waarbij servers een omgeving. Het is broodnodig het beweeglijk component vormen binnen het beheer te vereenvoudigen. Cisco heeft een totale systeem. Dat maakt een modelgedrenetwerk. In zoverre moeten netwerk en oplossing gevonden, waardoor wij als een ven architectuur mogelijk. Het is virtueel en servers nauw op elkaar zijn afgestemd. Beiorkestmeester het dataverkeer veilig en snel fysiek, en het behapt zowel het netwerk als de aspecten moeten zich aanpassen aan de door het rekencentrum leiden. Want uiteinde afhandeling van bedrijfsapplicaties. En nieuwe eisen vanuit de bedrijfsvoering en delijk draait het er gewoon om dat de benatuurlijk is het ontworpen om makkelijk de nieuwe technische mogelijkheden. Dit drijfsapplicaties zo snel en veilig mogelijk en goed te beheren, onder andere doordat
TMGB in de Telecommunication Entrance Room.
6|
biedt op de markt ruimte aan een nieuwe serverfabrikant”, meent Willekes. Hij ziet de concurrentie met IBM, HP, Dell en Sun met vertrouwen tegemoet. “We hebben een goed en compleet verhaal.”
backplane-opening
Cisco heeft unified computing helemaal zelf vanaf het begin ontwikkeld. Wel is er nauw samengewerkt met VMWare en Intel, maar de aanpak komt toch uit de Cisco-koker. Door met een verse blik naar het rekencentrum te kijken, zijn ook typische andere benaderingen gekozen dan de gangbare. Zo heeft het bedrijf het management van de chassis losgetrokken en het netwerk gebaseerd op een unified fabric. Het grote voordeel daarvan is een grote backplaneopening, waardoor het chassis makkelijker is te koelen. De eerste producten voor unified computing komen in mei van dit jaar de fabriek uit. Er zijn al wel wereldwijd zo’n twaalf rekencentra die als bèta functioneren, waaronder
zelfstandig ontwikkeld Unified computing is binnen de boezem van Cisco zelfstandig ontwikkeld. Wel is het zo – en dat is gebruikelijk bij de netwerk leverancier – dat de groep medewerkers die aan het concept heeft gewerkt voor een bepaalde periode als groep buiten het bedrijf is geplaatst. “Dat doen we altijd om die mensen de rust te kunnen geven zich helemaal aan het onderwerp te wijden”, licht Rob Willekes toe.
Rob Willekes, bij Cisco product sales-specialist datacenter: “Door over te stappen op ethernet in het rekencentrum, hoef je ook maar één keer de bekabeling te leggen.”
de datacenters van Cisco en Intel. Wie ertoe overgaat unified computing in zijn rekencentrum toe te passen, zal het meeste gaan
vervangen. Wat gebeurt er met de catalysts van Cisco? “Die zullen naar de rand van het netwerk verschuiven”, verwacht Willekes.
advertentie
All IT Rooms is een computerruimte System Integrator. Wij ontwerpen en bouwen nieuwe computerruimtes maar ook de herinrichting, verbouwing of verhuizing van uw huidige computerruimte is bij ons in goede handen. Onze dienstverlening op een rij: Consultancy Ontwerp Project management Realisatie Service
www.allitrooms.com Lange Kleiweg 50B ● 2288 GK Rijswijk ● Tel 070 31 98 999 ● [email protected]
|7
Ma n ag e m e nt
Edward van Leent is chairman & CEO van EPI Asia-Pacific & Middle East
Op dit moment is er behoorlijk wat verwarring over de Tier-definities. 8|
datac e nte rwo r ks
Benchmarking van datacenters en personeel
Meetcriteria zorgen voor verwarring Tegenwoordig staat de pers bol van aankondigingen van eigenaars van datacenters die op basis van behaalde Tier-levels zich laten voorstaan op de beschikbaarheid van hun datacenter en op hoe ‘groen’ die zou zijn. Maar hoeveel is daarvan waar en waar is dat opgebaseerd? De datacenterwereld is eigenlijk zeer onvolwassen. Dit blijkt uit het feit dat er geen officiële wereldwijde standaard is voor datacenters. Tijdens het ontwerpen van een datacenter kan dit leiden tot eindeloze discussies, omdat er geen richtlijn is die aangeeft wat goed en niet goed is. Hetzelfde geldt voor de tegenwoordig veel gebezigde term ‘groen datacenter’. Tot op heden bestaat er geen wereldwijde definitie voor de term ‘groen’, hoe die moet worden gemeten en er is geen gecertificeerde methode om het te bewijzen. In die zin kan iedereen dus beweren wat hij wil, gebaseerd op zijn eigen idee en handleiding. Er zijn wel wat richtlijnen die kunnen worden toegepast bij het ontwerpen om de mogelijk te behalen beschikbaarheid van een datacenter te omschrijven. Zo is door het Uptime Institute in de jaren negentig een initiatief gestart dat tot doel had niet technische managers een indicator te geven van de te verwachten, maar niet gegarandeerde mogelijke beschikbaarheid. Er zijn indertijd vier niveaus gedefinieerd, gebaseerd op Tier-levels. Hierbij geeft Tier-1 de minste beschikbaarheid aan en Tier-4 de meeste beschikbaarheid. Uiteraard moet daarbij wel de kanttekening worden gemaakt dat
onderhoud en operationele processen ook goed onder controle moeten zijn. Anders kan zelfs een Tier-4, met al zijn redundantie in het ontwerp, nog steeds een lagere dan de verwachte beschikbaarheid bereiken.
verwarring
Op dit moment is er in de markt behoorlijk wat verwarring over de Tier-definities gebaseerd op het Uptime Institute. Het eerste probleem is dat er geen volledige beschrijving beschikbaar is over wat de meetcriteria zijn die intern worden gehandhaafd door het Uptime Institute. Onder het mom van ‘outcome based’ worden er slechts wat hoog-niveaubeschrijvingen gegeven in een whitepaper. Hierdoor wordt het voor veel bedrijven een behoorlijk risicovolle onderneming, omdat ze iets moeten gaan bouwen dat is gebaseerd op deze zeer algemene en door sommigen summier ervaren informatie. Er is het risico aanwezig van interpretatiefouten en/of zaken die niet zijn bekeken, omdat – zoals gezegd – er in het whitepaper geen volledige beschrijving staat van de meetcriteria die intern door het Uptime Institute worden gehandhaafd. Het enige wat bedrijven kunnen doen, is het Uptime Institute direct bij het ontwerp
te betrekken. Dit brengt uiteraard kosten met zich mee. Belangrijker is echter dat een bedrijf niet vrij is om te kiezen met wie het zou willen werken. Uptime houdt alles in de hand via zijn directe rechterarm: de consultancy services. Deze min of meer monopoliepositie van het instituut heeft uiteraard potentieel nadelige gevolgen voor datacenters, omdat er geen vergelijk kan worden gemaakt met andere bedrijven op basis van serviceniveaus, prijs en dergelijke. Een ander feit, waarvan de meeste bedrijven niet op de hoogte zijn, is dat de definities van het Uptime Institute ‘self declared’ zijn. Dit houdt in dat het geen officieel erkende standaard is. Er is tot nu toe geen enkele officiële Certificeringinstantie die de definities heeft erkend. Vandaar dat er ook geen ISO/ANSI/IEC of een dergelijk nummer is toegekend. De vraag die in de industrie dan ook vaak wordt gesteld, is wat de waarde is van ‘compliance’ naar iets wat niet wordt erkend door een officiële standards body die vertegenwoordigd is door verschillende landen en partijen, en waarvan geen duidelijke omschrijving beschikbaar is. In die zin zouden andere grote bedrijven ook een pseudostandaard kunnen definiëren en hun eigen certificatie aanhouden. |9
Met de opkomst van ‘cloud computing’ is het de vraag of het nog wel nodig is een Tier3/4 datacenter te bouwen, of dat we kunnen volstaan met een collectie van Tier-1 datacenters.
andere standaard
Deze situatie heeft ertoe geleid dat steeds meer bedrijven de ANSI/TIA-942-standaard volgen. Dit is weliswaar een Amerikaanse standaard (ANSI is het American National Standards Institute), maar het is wel degelijk een standaard. Officieel is deze standaard een ‘telecommunications infrastructure standard for datacenters’ en dat zou de indruk kunnen wekken dat alleen de telecommunicatie wordt gedefinieerd. Maar in deze standaard worden ook andere zaken in detail aangepakt, zoals de architectuur, 10 |
elektra, koeling, veiligheid en beveiliging. Het goede punt is dat de TIA-942 de highlevel Tier-definities volgt van het Uptime Institute, maar dat in de standaard heldere en gedetailleerde omschrijvingen worden gegeven zodat er niet veel meer te raden valt. Het is duidelijk wat er wordt verwacht. Dit maakt het makkelijker om een datacenter vanaf de start correct te ontwerpen en om een (eigen) evaluatie te doen of het aan de eisen van een bepaald Tier-level voldoet. Iedereen die de standaard leest en begrijpt, kan zijn ontwerp aanpassen aan de voorgeschreven eisen of aanbevelingen. De standaard kan via internet worden gekocht en is dus makkelijk beschikbaar voor diegene die wil voldoen aan de eisen en aanbevelingen. Ook voor degene die gewoon een aantal zaken uit de standaard wil invoeren omdat het logisch is. Ook worden steeds meer vraagtekens gezet bij het nut van de Tier level-definities: zijn deze nog wel zo relevant voor de huidige markt. Met de opkomst van ‘cloud computing’ is het de vraag of het nog wel nodig is een Tier-3/4 datacenter te bouwen, of dat we kunnen volstaan met een collectie van Tier-1 datacenters. Immers, er is geen probleem als een datacenter uitvalt, want de rest van de ‘cloud’ herverdeelt dan de workload en dus is er geen applicatie-downtime.
Er zijn tegenwoordig behoorlijk wat bedrijven die kiezen voor twee Tier-2 datacenters en die deze dan volledig gespiegeld plaatsen, zodat applicatie-uptime kan worden gewaarborgd, zelfs als een van de twee datacenters downtime heeft. Uiteraard is dit goedkoper dan een veel duurdere Tier 3/4 waar we nog steeds een disaster recovery en/of back-upsite moeten opzetten, want zelfs een Tier 3/4 kan downtime hebben.
wat is groen?
Tegenwoordig wordt er ook erg luchtig omgegaan met de term ‘Groen’. Ook hier geldt weer dat er geen standaard is, hoewel er wel wat beweging is op dit gebied. Zo is een aantal landen en instanties druk bezig de eerste standaard voor groene datacenters te claimen. Uiteraard is dit niet gemakkelijk, ook al omdat er nogal wat verschillen zijn in hoe ‘groen’ datacenters kunnen worden. In Europa is het mogelijk de buitenlucht te gebruiken voor koeling, waardoor een betere efficiëntie is te behalen dan bijvoorbeeld bij een datacenter in Dubai. In Dubai is het altijd meer dan 30 °C met uitschieters in de zomermaanden van ver boven de 40 en soms 50 °C. Hier zal de koeling veel harder moeten werken en dus een lagere efficiëntie teweegbrengen. De vraag is natuurlijk hoe het kan dat di-
datac e nte rwo r ks
verse eigenaars verklaren dat hun datacenter ‘groen’ is, terwijl er geen standaard is. Het punt is dat bij gebrek aan een eenduidige meetmethode iedereen kan roepen dat hij groen is. Daarom moeten we dit soort uitspraken ook ten zeerste in twijfel trekken, want het gaat vaak om een ‘zelfdeclaratie’ naar aanleiding van een resultaat dat door de eigenaar zelf is gemeten. Dus wie kan garanderen dat het objectief is? Sommige datacenters claimen ‘groen’ te zijn gecertificeerd op basis van Leed (Leadership in energy and environmental design). Hier schuilt een addertje onder het gras, want veel mensen realiseren zich niet dat Leed geen standaard heeft die specifiek is voor datacenters. Dus eigenaars van datacenters nemen de Leed-standaard die van toepassing is op kantoorgebouwen, en passen die toe op hun datacenter. Zo worden er allerlei ‘trucjes’ uitgehaald om een standaard te gebruiken die niet voor die situatie is geschreven. Vanuit de industrie heeft Leed een voorstel gekregen de huidige standaard om te vormen zodat deze toepasbaar is op datacenters. Tot op heden is het nog niet geformaliseerd.
personeel
Tot voor enkele jaren bevond de markt voor datacenterpersoneel zich in eenzelfde positie. Werkgevers die op zoek waren naar nieuw personeel voor hun ‘mission critical’ datacenter konden alleen maar afgaan op de zogenaamde ervaring van de kandidaat. Helaas kwam het nogal eens voor dat iemand die claimde tien jaar in een datacenter te werken, dat al tien jaar fout had gedaan waardoor daar bijvoorbeeld verkeerd werd gekoeld, met een flinke stroomrekening tot gevolg. Voor andere vakgebieden in de IT-industrie zijn er vaak goede kwaliteitsmetingen beschikbaar voor personeel. Als je een netwerk engineer wilt aannemen, kun je vragen naar de bekende CCNA en andere soortgelijke credentials. Maar wat doe je op het gebied van datacenters? Tot voor kort was hiervoor niets voorhanden, maar door de loop der jaren is daar verandering ingekomen. Verschillende spelers in de markt, inclusief
leveranciers, zien en gebruiken trainingen voor datacenterpersoneel als een marketingtool waarmee zij hun product(en) kunnen aanprijzen. Er zijn ook gespecialiseerde trainingscentra die niet zijn gebonden aan een hardwareleverancier en die zich daardoor ‘vendor neutral’ kunnen opstellen. Deze laatste geven waardevollere trainingen: want de cursist of trainee weet dat hij/ zij een objectief verhaal krijgt en niet een verkooppraatje verhult in een training. Als een examen deel uitmaakt van het trainingsprogramma, is de vraag wat dat certificaat waard is. Veel aanbieders schermen met de backing van bekende instanties, zoals Bicsi, ACS en andere. Maar een onderzoek op de website van die bedrijven leert al gauw dat zij geen officiële accreditatie doen en zeker niet de kwaliteit van het materiaal of de levering ervan (kwaliteit van de trainer) meten. Uiteraard zouden dit de eisen moeten zijn voor elk certificaat. Het is dus aan te bevelen met traininginstanties in zee te gaan die een degelijke ‘accredidation body’ achter zich hebben staan die het materiaal en de levering op kwaliteit bewaken. Verder moet je eisen dat het certificaat wereldwijd erkent is en dat de training ook wereldwijd wordt aangeboden om ervoor te zorgen dat het geen lokale training is die niet is gerelateerd aan internationale standaarden. Terugkomend op ‘benchmarking van datacenters en personeel’: het is duidelijk dat benchmarking van datacenters en personeel alleen kan worden gedaan en moet zijn gebaseerd op officiële standaarden en op basis van officiële kwaliteitsbewaking door erkende accreditatie-instanties die de kwaliteit en de waarde van de certificering kunnen waarborgen.
De vraag is natuurlijk hoe het kan dat diverse eigenaars verklaren dat hun datacenter ‘groen’ is, terwijl er geen standaard is.
Het artikel is geschreven door Eduard van Leemt, hij is Chairman & CEO van EPI Asia-Pacific & Middle East. EPI werkt op exclusieve basis samen met Tunix Internet Security & Opleidingen, waardoor Tunix de cursussen CDCP (certified datacenter professional) en CDCS (certified datacenter specialist) kan aanbieden.
|11
B e ka b e l i n g
Bekabelingstrategieën voor een groener datacenter
Kabelinfrastructuren en groen bouwen
12 |
datac e nte rwo r ks
De wens om uitstoot en andere schadelijke milieueffecten door min of meer ‘verborgen’ activiteiten, zoals IT, te verminderen, heeft geleid tot een aantal internationale initiatieven. Het meest vergaande initiatief op het gebied van IT is gericht op ‘Green Buildings’. Hierbij is het streven het milieueffect te verminderen van de zakelijke en de woningbouw. Bij de WGBC (World Green Building Council – een internationale organisatie voor duurzaam bouwen) zijn momenteel de Verenigde Staten, Canada, Mexico, het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Arabische Emiraten, India, Taiwan, Japan, Australië en NieuwZeeland aangesloten. Ook Argentinië, Brazilië, Chili, Duitsland, Egypte, de Filippijnen, Griekenland, Guatemala, Hongkong, Israël, Korea, Nigeria, Panama, Turkije, Vietnam en Zwitserland hebben aangekondigd deel te gaan nemen aan groene initiatieven. Meer landen zullen waarschijnlijk volgen. De aandacht van de WGBC gaat in eerste instantie uit naar duurzame energiebronnen, energiebesparing en milieubescherming op locaties van nieuwe en bestaande gebouwen. Bij nadere beschouwing blijken echter ook netwerkbekabeling en -infrastructuren een invloedrijke factor te zijn.
leed-richtlijnen
In de Verenigde Staten heeft de USGBC (United States Green Building Council, de Amerikaanse tak van de WGBC) Leed-richtlijnen (leadership in energy and environmental design – een model voor energiebesparend en milieuvriendelijk ontwerp) opgesteld om succesvolle ontwerpen voor elk type gebouw te meten en te documenteren en voor elke fase in de levenscyclus van het gebouw. Hoewel er kleine regionale verschillen bestaan, werken de meeste internationale WGBCdeelnemers volgens principes die lijken op deze Leed-richtlijnen (zie tabel over het Leed-programma van de USGBC). Een van de aandachtspunten in het Leed-programma is bekabeling. Bij bekabeling volgt Siemon grotendeels de Leed-richtlijnen, zoals deze zijn geformuleerd door de USGBC. Deze zijn namelijk redelijk representatief voor soortgelijke, internationale richtlijnen, zoals de Indiase, Canadese en Mexicaanse voorstellen voor aanpassingen, de Breeamcertificering (building research establishment environmental assesment method – methode voor de beoordeling van milieueffecten), het green star-programma uit Australië en de Nieuw-Zeelandse variant hierop, het Japanse
Casbee (comprehensive assessment system for building environmental efficiency – beoordelingssysteem voor efficiënt bouwen op milieutechnisch gebied) en de in Taiwan opgestelde EEWH. Op basis van de algemene richtlijnen die zijn geformuleerd door Leed komt een aantal bekabelingstrategieën in aanmerking als groene oplossing en dus als mogelijke bijdrage aan een algemene ‘groene’ certificering voor het desbetreffende gebouw.
datacenter en energiegebruik
In toenemend tempo worden energiebesparende maatregelen getroffen in datacenters. En met reden. Recent onderzoek toont aan dat het stroomverbruik 30 – 50 % van het complete budget van datacenters vertegenwoordigt. Een deel van deze energie wordt gebruikt door de servers, switches, routers en andere apparatuur, maar de rest is nodig om al deze apparaten te koelen. Enerzijds is voor koeling dus stroom nodig en anderzijds is voor stroom weer koeling nodig. Om tot de meest efficiënte koeling te komen moet bekabeling goed worden ontworpen, onderhouden en geleid, zodat een onge-
Martin Verweij is Regional Director bij The Siemon Company
In een recent onderzoek hebben analisten van Gartner aangetoond dat IT-activiteiten verantwoordelijk zijn voor 2 % van de wereldwijde uitstoot van CO2. Dat is te vergelijken met de CO2-productie van de luchtvaartindustrie. Bij CO2-uitstoot denken we meestal aan transport, zware industrie en stroomopwekking. Uit recente activiteiten op het gebied van milieuproblematiek is echter gebleken dat IT en IT-producten op verschillende gebieden van grote invloed zijn. Op welke terreinen is een groenere aanpak van IT mogelijk?
|13
hinderde luchtstroom ontstaat. TIA-942 en aanvullende internationale standaarden voor datacenters stellen voor horizontale en verticale bekabeling aan te leggen. Hierbij moet rekening worden gehouden met eventuele uitbreidingen, zodat later niet opnieuw aan
de bekabeling hoeft te worden gesleuteld. Er zijn verschillende redenen voor deze aanbeveling. Zo hoeven er geen vloertegels te worden verwijderd en de statische druk onder verhoogde vloeren wordt niet verlaagd tijdens MAC-werk (moves, adds en changes). De kabelkanalen lopen zodanig dat de koude luchtstroom in koude doorgangen niet wordt gehinderd door bekabeling. De koeling wordt mogelijk verbeterd, doordat de bekabeling zo wordt aangelegd dat ze werkt als een soort schot waarlangs koele lucht naar koele doorgangen wordt geleid. Een groot aantal oudere datacenters en telecommunicatieruimten heeft te lijden onder jaren van slecht georganiseerde MAC’s, waarbij kanalen voor de bekabeling vaak ongebruikt zijn achtergelaten. Deze ongebruikte kanalen kunnen barrières vormen die de luchtstroom hinderen. Dit leidt tot een hoger energiegebruik, omdat de koelapparatuur minder efficiënt werkt.
beheer van kabelkanalen
Op zich zou dit al genoeg reden zijn om oude bekabeling te verwijderen, maar hierbij komt nog dat de oude kabelomhulsels vaak niet voldoen aan de huidige RoHS-eisen (reduction of hazardous substances – vermindering van gevaarlijke stoffen). In veel gevallen bevatten de oude kabels aanzienlijke hoeveelheden brandbaar materiaal en kunnen bij ontbranding ervan giftige stoffen vrijkomen, zoals halogenen. Naast de veiligheidsrisico’s wordt met een juiste verwijdering en verwerking van oude kabels ook een serieus milieuprobleem weggenomen. Hoewel de verwijdering van oude kabels een duidelijk groen effect heeft, is vermindering van het aantal mogelijk verouderde kanalen via goed beheer een nog betere oplossing. Intelligente systemen voor infrastructuurbeheer, zoals MapIT, bieden een groot voordeel, omdat MAC’s er tot in detail mee kunnen worden bewaakt. Doordat een consistent en up-to-date beeld wordt verschaft van de fysieke verbindingen tussen de lagen, kunnen kanalen worden beheerd en volledig worden benut voordat ze een beheerprobleem worden. Beheer van de kabelkanalen leidt vrijwel zeker tot een afname van stroomverbruik op 14 |
het gebied van koeling. Maar dankzij intelligent beheer van de infrastructuur vermindert ook het stroomverbruik van de actieve netwerkapparatuur. Als een intelligent systeem voor infrastructuurbeheer is uitgerust met een centraal patchpanel, kan ervoor worden gezorgd dat alle switchpoorten worden gebruikt. Dit leidt tot een vermindering van het stroomverbruik voor de elektronica, doordat het aantal ongebruikte poorten tot een minimum wordt beperkt. De mogelijkheid de ongebruikte poorten te benutten in plaats van extra switches bij te plaatsen, kan een energiebesparing opleveren die weer leidt tot een verdere besparing op het gebied van koeling.
meer dan vereiste bandbreedte
Wanneer datakabels worden geïnstalleerd, is het in het voordeel van de eindgebruiker sys temen met een zo lang mogelijke levensduur te installeren. Op dit moment zijn categorie 7/klasse F-kabels de beste die verkrijgbaar zijn. Binnenkort volgt de categorie 7A/klasse FA-standaard. Deze standaard gaat uit van 1.000 MHz of 1 GHz per kanaal, wat een aanzienlijke extra bandbreedte oplevert boven op de huidige 10 Gbps-snelheden voor kopernetwerken. Deze kabelsystemen met hogere bandbreedten zijn volledig achterwaarts compatibel met oudere technologie. In een recent white paper onderzoekt Siemon de ROI/TCO (investeringsrendement en totale eigendomskosten) voor kabelinstallaties. De conclusie is dat bekabeling met geringer prestatievermogen, gerekend over de hele levenscyclus van de kabelinstallatie, aanzienlijk duurder is. Vanuit het perspectief van duurzaam bouwen is het terugbrengen van materialen die in de loop van de tijd moeten worden vervangen, een nog belangrijkere reden om bekabeling met een groter prestatievermogen te installeren. De installatie van een categorie 5e-systeem bijvoorbeeld impliceert vervanging binnen een paar jaar, wanneer 10GBase-T de desktop bereikt. Categorie 6-systemen vereisen onderhoud (weer moet de installateur langskomen) en een zekere vervanging van langere kanalen. Al deze scenario’s zouden een negatieve uitwerking hebben op de ‘groene’ be-
oordeling, vanwege de verspilling van materiaal en de extra bezoeken van technici. Minder verwijderde en opnieuw geïnstalleerde kabels betekent een besparing van koper, aluminium en andere natuurlijke materialen.
product/service
leed credit
uitleg
MapIT
MR 2.1 - Construction Waste Management – 50 % MR 2.2 - Construction Waste Management – 75 %
• Terugdringing van overbodige kanalen vanwege ongedocumenteerd/slecht beheerd MAC-werk
MR 3.1 - Resource Reuse – 5 % MR 3.2 - Resource Reuse – 10 %
• Detectie en gebruik van ongebruikte bekabelingskanalen om de aanleg van nieuwe kanalen te beperken
EA 1 - Optimise Energy Performance
• Maximalisering van het gebruik van actieve poorten om de plaatsing van overbodige actieve apparatuur te beperken • Detectie en gebruik/verwijdering van niet meer gebruikte kanalen om de ruimte voor paden te vergroten en luchtdoorvoer te maximaliseren voor energiezuinige koeling
MR 2.1 - Construction Waste Management – 50 % MR 2.2 - Construction Waste Management – 75 %
• Kabels delen zodat er minder bekabelingskanalen hoeven te worden aangelegd • Toekomstbestendig prestatievermogen verlengt de levenscyclus van de bekabeling, waardoor minder vaak kabels hoeven te worden verwijderd/afgevoerd en minder vaak nieuwe kabels hoeven te worden gelegd
EA 1 - Optimise Energy Performance
• Door een afgeschermde constructie kan ruis voldoende worden beperkt om DPS overbodig te maken, wat stroomverbruik vermindert.
MR 2.1 - Construction Waste Management – 50 % MR 2.2 - Construction Waste Management – 75 %
• Toekomstbestendig prestatievermogen verlengt de levenscyclus van de bekabeling, waardoor minder vaak kabels hoeven te worden verwijderd/afgevoerd en minder vaak nieuwe kabels hoeven te worden gelegd • Een geringere kabeldoorsnede betekent minder fysieke paden (kabelgoten en -geleiders, j-haken) • Een geringere kabeldoorsnede betekent ook minder kabelomhulselmateriaal
EA 1 - Optimise Energy Performance
• Een kleinere kabeldoorsnede betekent meer ruimte voor de paden en dus een betere luchtdoorvoer, wat weer leidt tot energiezuinigere koeling
10G 6A UTP
MR 2.1 - Construction Waste Management – 50 % MR 2.2 - Construction Waste Management – 75 %
• Toekomstbestendig prestatievermogen verlengt de levenscyclus van de bekabeling, waardoor minder vaak kabels hoeven te worden verwijderd/afgevoerd en minder vaak nieuwe kabels hoeven te worden gelegd
XGLO-vezel
MR 2.1 - Construction Waste Management – 50 % MR 2.2 - Construction Waste Management – 75 %
• Een geringere kabeldoorsnede betekent minder fysieke paden (kabelgoten en kabelgeleiders, j-haken) • Een geringere kabeldoorsnede betekent ook minder kabelomhulselmateriaal • Toekomstbestendig prestatievermogen verlengt de levenscyclus van de bekabeling, waardoor minder vaak kabels hoeven te worden verwijderd/afgevoerd en minder vaak nieuwe kabels hoeven te worden gelegd
Trunk-kabel
MR 2.1 - Construction Waste Management - 50%
• Door kabels in de fabriek af te sluiten in plaats van in het veld wordt afval op locatie voorkomen
MR 2.2 - Construction Waste Management - 75%
• Snellere en efficiëntere aanleg van trunk-kabels betekent minder bezoeken van technici en minder mankracht
MR 3.1 - Resource Reuse - 5% MR 3.2 - Resource Reuse - 10%
• Modulair ontwerp van trunk-kabels maakt hergebruik op de locatie mogelijk
EA 1 - Optimise Energy Performance
• Goed geplande kanalen voorkomen blokkades van de luchtstroom in paden als gevolg van slecht beheerde afzonderlijke kanalen, zodat maximale luchtdoorvoer en energiezuinige koeling mogelijk zijn
MR 5.1 - Regional Materials - 10% MR 5.2 - Regional Materials - 20%
• GPS/projectassistentie betekent efficiënt werken door gebruik van plaatselijke materialen en arbeid
vermindering van ruis
PHY-ontwerpers zoeken altijd naar innovaties ter ondersteuning van prestatieverbeteringen in de allernieuwste producten. Een overstap op high-performance klasse F/FA volledig shielded kabelsystemen zal leiden tot een aanzienlijke vermindering van ruis op het kabelkanaal. Dit kan weer leiden tot een aanzienlijke stroombesparing in de gebruikte elektronica, doordat geen DSP (digital signal processing – digitale signaalverwerking) meer nodig is om ruisniveaus te onderdrukken. Een gezamenlijk onderzoek van Siemon en KeyEye Communications heeft aangetoond dat het gebruik van volledig shielded bekabeling kan leiden tot een besparing van rond de 20 % op het totale energiebudget van 10GBase-T-chiparchitecturen. Het grootste deel van deze besparing zou het gevolg zijn van een afname van de DSP-complexiteit die voortvloeit uit Next- en Fext-cancellers. Bovendien leiden lagere niveaus van alien crosstalk op deze kanalen tot grotere signaalruisverhoudingen, waardoor een systeem robuuster en betrouwbaarder wordt. Bekabeling van klasse F/FA kan van grote waarde zijn voor kostenbesparing bij ruisscenario’s waarin rekening wordt gehouden met DSP-complexiteit en voeding voor kabellengtes tot 100 m.Verwerkings- en niveauvereisten kunnen worden teruggeschroefd zonder verlies van prestatievermogen. De extra bandbreedte die wordt verschaft door klasse F/FA-bekabeling, biedt eindgebruikers een upgradepad naar nog hogere signaalverhoudingen, mochten die nodig zijn in de toekomst. Netwerkapparatuur die specifiek gebruikmaakt van de voordelen die interne ruis en signaal-ruisverhouding van klasse F/FAbekabeling bieden, is nog niet commercieel leverbaar. Onderzoek toont echter duidelijk het voordeel aan dat deze bekabelingsystemen bieden aan ontwikkelaars van nieuwe producten op het gebied van stroomverbruik en latentie.
TERA
10G 6A F/UTP
GPS/projectasstentie
|15
Ma n ag e m e nt
Barry Elliott (RCDD) is werkzaam bij het Britse adviesbureau Capitoline (www.capitoline.eu)
De Amsterdam Internet Exchange verbindt ruim driehonderd internetbedrijven via zes datacenters en het AMS-IX Network Operating Centre. Het Britse Capitoline is sinds kort als consulting partner verantwoordelijk voor de ‘business continuity’ van het internetknooppunt. Barry Elliott van Capitoline zet uiteen wat de richtlijnen en best practices zijn voor business continuity in datacenters.
Business continuity management
Richtlijnen voor een robuust datacenter Het leveren van een betrouwbare en succesvolle dienst is van een aantal zaken afhankelijk: • Een productieomgeving die goed is ontworpen en degelijk is opgebouwd, en die de juiste standaarden en best practices in acht neemt om te komen tot efficiënte en betrouwbare bedrijfsvoering. • Beheertechnieken die zorgen voor de procedures en protocollen om de efficiëntie en betrouwbaarheid van de onderneming blijvend te garanderen. • Disaster recovery-plannen die een bewezen en geteste procedure omschrijven voor het af handelen van incidenten die de activiteiten van de onderneming in gevaar brengen en laat zien wat er moet gebeuren om te herstellen na een ramp. Deze benadering leent zich voor zowel het beheer van een olieraffinaderij als van een datacenter. Maar laten we ons hier richten op de specifieke eisen voor het datacenter, want dat is juist het gebied waar de verschillende achtergronden van de betrokkenen 16 |
(IT, facilities, etc.) ervoor zorgen dat iedereen zich op zijn eigen gebied richt en het zicht op het algehele plaatje verloren raakt. De hiërarchie van standaarden, codes, regels en wetgeving die zorgen voor de basisprincipes voor ontwerp en bedrijfsvoering, ziet er als volgt uit: • 1. EU-richtlijnen. • 2. Cenelec-standaarden • 3. IEC/ISO-standaarden. • 4. Nationale standaarden (alhoewel deze voorrang krijgen als er in lokale wetgeving naar wordt verwezen). • 5. Andere internationale standaarden zoals van Ansi, Bicsi, Ashrae en BSI. • 6. Richtlijnen van de fabrikanten. • 7. De ‘industry best practices’.
technische standaarden
Technische standaarden geven de best practices-methoden voor het ontwerpen en implenteren van het datacenter, zowel vanuit een fysiek, elektrisch als een mechanisch oogpunt. Sommige eisen met betrekking
tot gezondheid en veiligheid en energiebeheer zijn gedekt door Europese richtlijnen en nationale normen. Er bestaan veel technische normen die betrekking hebben op de talloze technische disciplines in een datacenter. Twee stukken in het bijzonder hebben echter specifiek betrekking op de engineering-aspecten van het datacenter en de uiteindelijke robuustheid en redundantie van het ontwerp. Dat zijn: • A NSI/TIA-942:2005 Telecommunica tions Infrastructure Standards for Data Centers • Tier Classifications define site infrastructure performance. The Uptime Institute, 2008 Het document van The Uptime Institute (TUI) deelt de bedrijfsvoering op in vier ‘Tiers’ die een inschatting geven van de verwachte jaarlijkse downtime van een datacenter, mits bepaalde ontwerproutes zijn genomen. De TIA 942-standaard trekt zwaar op de filosofie die in dit TUI-docu-
datac e nte rwo r ks
dere in Nederland (zie ook pagina 30). De ropese (Cenelec) of internationale normen ment uiteen is gezet en biedt in engineeenige Europese norm die zich ook richt op (ISO/IEC). De methoden beschreven in de ringtermen meer over wat nodig is voor het het datacenter is op dit moment EN 50173twee Amerikaanse documenten zijn meestal bereiken van deze niveaus. 5, hoewel dit in feite een bekabelingsstanuniverseel, maar voor gebruik in Europa Een centraal onderdeel van de filosofie is de daard voor datacenters is. moeten de technische verwijzingen in TIA goedkeuring van de N, N+1 en 2N metho942 zo nodig worden vervangen door de dologie. In het kort betekent ‘N’ dat er geEU-richtlijnen en Cenelec-normen. noeg apparatuur aanwezig is om de klus te business continuityHet TUI-model is niet het enige robuuste klaren. ‘N+1’ betekent dat elk systeem een standaarden model dat momenteel in omloop is; in redundant component heeft. Bij ‘2N’ zijn Het bouwen van een datacenter dat voldoet Duitsland heeft Bekom een methode voor systemen volledig gerepliceerd. Een variant aan de nieuwste normen en waarin de verbeschikbaarheid gepubliceerd en in de Verdaarop is bijvoorbeeld 2N+1 waarbij sprake eiste technieken zijn toegepast voor beenigde Staten heeft Syska Hennesy zijn eiis van twee onaf hankelijke systemen met schikbaarheid en redundantie, is slechts een elk zijn eigen redundante compoeerste stap voor een succesvolle BS 25777 lijkt voor Europa zeer geschikt om nenten. Uiteindelijk is het een aflangdurige werking. De volgende weging tussen risico en kosten: fase is het beheer van het datacende best practices voor business continuity meer niveaus van redundantie en ter en ervoor zorgen dat je bent robuustheid zullen altijd meer voorbereid op technische storinmanagement in de ICT-omgeving te kosten. Voordat een besluit wordt gen of andere gebeurtenissen die genomen over de meest geschikte van invloed zijn op de werking omschrijven. strategie is het aan de organisatie van het datacenter. Dit gebied valt gen ‘beschikbaarheidssysteem’ ontwikkeld. zelf om voor de eigen specifieke situatie te onder de algemene titel van business contiHet TUI-model blijft echter wel de meest bepalen hoe duur een downtime is. nuity management, BCM. BCM-standaargeaccepteerde aanpak. Beide bovengenoemde normen zijn Ameriden zijn over het algemeen gericht op alle Andere normen zijn in productie, onder ankaans. Er zijn geen direct vergelijkbare Eubedrijven en ondernemingen, waarbij opge|17
Ma n ag e m e nt
merkt dat sommige standaarden zich meer richten op de informatie- en communicatietechnologie. De volgende normen zijn vastgesteld met betrekking op dit gebied. • N EN 7799-3:2006. Information security management systemen. Richtlijnen voor informatiebeveiliging risicobeheer. • BS ISO/IEC 20000-1:2005. Informatietechnologie. Service management. Specificatie. • BS ISO/IEC 27001:2005. Informatietechnologie. Beveiligingstechnieken. Information security managementsystemen. Eisen. • BS ISO/IEC 27002:2005. Informatietech nologie. Beveiligingstechnieken Code of practice voor informatiebeveiligings beheer. • N EN 25999-1:2006. Business continuity management, deel 1: Code of practice. • BS 25777:2008 Informatie- en communicatietechnologie – continuity management, Code of practice. • BS ISO/IEC 17799:2005. Code of practice voor information security management. • ISO/PAS 22399:2007. Maatschappelijke
veiligheid – Richtlijn voor ‘incidentparaatheid’ en operationeel continuïteitsbeheer. • N FPA 1600; 2007. Standaard voor disaster/emergency management en business continuity-programma’s. Daarnaast hebben we Itil. Itil bestaat uit een reeks boeken die een richtlijn bieden voor de bepaling van de kwaliteit van IT-diensten, en voor de huisvesting en installaties die nodig zijn voor de ondersteuning van IT. Itil is ontwikkeld met in het achterhoofd de groeiende af hankelijkheid van IT en belichaamt de best practices voor IT-servicemanagement. We hebben ook Prince. Prince2 is een generieke, eenvoudig te volgen projectmanagementmethode. Deze heeft betrekking op het organiseren, beheren en controleren van projecten. Het helpt bij het met succes kunnen leveren van de juiste producten, op tijd en binnen budget. Een projectmanager kan de beginselen van Prince2 en de bijbehorende opleiding voor elk type project toepassen. Het zal helpen bij het effectief beheren van risico’s en veranderingen en bij het controleren van de kwaliteit.
Een Prince2-project heeft de volgende karakteristieken: • een beperkte en afgebakende levens cyclus; • omschreven en meetbare zakelijke producten; • een soortgelijke reeks activiteiten om de zakelijke producten te realiseren; • een vastgestelde hoeveelheid middelen; • Een organisatiestructuur, met afgebakende verantwoordelijkheden, voor het beheer van het project.
bs 25777
In een enquête van het magazine Continuity Central onder datacentermanagers in Noord-Amerika en Europa, werd BS 25999:2006 genoemd als zijnde de meest gebruikte. In 2008 is een aanvullende norm gepubliceerd, BS 25777:2008 Information and Communications Technology – Continuity management, Code of Practice. BS 25777 lijkt voor Europa zeer geschikt om de best practices voor business continuity management in de ICT-omgeving te omschrijven, in afwachting van een bredere ISO/ IEC-norm. BS 25777 definieert een ICT-dienst, zoals
advertentie
Ontwerp en beheerprincipes van een datacenter.
die bestaat uit mensen, gebouwen, technologie, gegevens, processen en leveranciers. Onder het kopje ‘Technologie’ zijn opgenomen de racks, bekabeling, servers en communicatieapparatuur. De beginselen van ICT-continuity management zijn gebaseerd rond zes centrale begrippen: Protect, Detect, React, Recover, Operate en Return. “Voor elke kritische ICT-dienst dient de continuity te worden bekeken vanuit een preventief oogpunt om zo het risico van een service-onderbreking op het spoor te komen, zoals een single point of failure.”
conclusie
Het lijkt duidelijk dat een aantal strategieën moet worden ingevoerd om te zorgen voor de succesvolle en aanhoudende exploitatie van een datacenter. Het begint bij het definiëren van wat het eigenlijke doel van het datacenter is. Nadat de vereiste software is omschreven, kan de hardware worden gedefinieerd die nodig is voor de softwareverwerking, communicatie en opslag. Als dat bekend is, kan de omvang worden bepaald van het gebouw, stroomvoorziening en koeling. En parallel hieraan de hoeveelheid robuustheid en redundantie die door de
klant wordt vereist. Energiemanagement en methoden voor het terugdringen van het energiegebruik moeten ook worden toe gepast. Wanneer het basisontwerp klaar is, dan moet de beveiliging van de site nog worden bepaald en geïmplementeerd. Als het een plaats is Als het best denkbare om te werken, net als alle andere, dan zal de wetge- infrastructurele ontwerp klaar ving inzake gezondheid en veiligheid moeten is, wordt het tijd om de ‘best worden opgevolgd. Als working practices’ te het best denkbare infrastructurele ontwerp klaar implementeren en daar hoort is, wordt het tijd om de ‘best working practices’ uiteraard ook een disaster te implementeren en daar hoort uiteraard ook een recovery-plan bij. disaster recovery-plan bij. Het diagram toont mijn interpretatie van een ontwerp gebaseerd op best practices en de beheerprincipes voor een datacenter gebaseerd op de business continuity concepts van bs 25777.
Connecting your datacenter to your business critical platforms
Compertius B.V. Joop Geesinkweg 901-999 1096 AZ, Amsterdam, The Netherlands T +31 (0)20 561 7717 F: +31 (0)20 561 6666 E [email protected] Website: www.compertius.nl
site security strategy
G e b o uw te c h n i e k
Bescherming tegen dreigingen van buitenaf
EN 1047-2 biedt concept voor ict-beveiliging Tussen een marketeer en de ict-manager van een middelgrote organisatie heeft het volgende gesprek over de beveiliging van het datacenter plaats. Marketeer: ‘Is uw datacenter goed beveiligd tegen inbraak en schades van buitenaf?’ Ict-manager: ‘Ja hoor, ons datacenter is goed beveiligd!’ Marketeer: ‘Kunt u vertellen hoe het datacenter is beveiligd?’ Ict-manager: ‘Ja hoor. Voordat u ons datacenter kunt betreden is er een voorportaal met sluis, voorzien van een elektronisch pasjessysteem, er hangen meerdere camera’s en we hebben bewegingssensoren rondom ons datacenter aangebracht.’ Marketeer: ‘Heeft u ook aan andere beveiliging gedacht, zoals bescherming tegen hitte en/of brand, water en stroomuitval?’ Ict-manager: ‘Vanzelfsprekend, wij hebben in ons datacenter een early-warning branddetectiesysteem gekoppeld aan een automatische blusgasinstallatie voorzien van inerte gas, dus goed voor het milieu hè! We hebben hoeklijnen aangebracht onder de airconditioners tegen waterlekkage. We hebben een no-breaksysteem en bovendien zijn alle technische installaties redundant uitgevoerd, zodat bij uitval van één machine een andere met dezelfde capaciteit de functie van de eerste direct overneemt. Om statische elektriciteit te voorkomen hebben we ook nog bevochtiging laten aanbrengen.’ Marketeer: ‘Fijn om dit allemaal te horen mijnheer, maar hoe is het met de wanden en muren van uw datacenter gesteld. Zijn deze ook beveiligd tegen schade van buitenaf?’ Ict-manager: ‘Hoezo? De wanden en muren zijn 60 minuten brandwerend en zijn gemaakt van beton, daar komt toch niemand en niets doorheen?’ 20 |
bouwbesluit
In de meeste programma’s van eisen (PvE) of bestekken wordt uitgebreid aandacht besteed aan alle aspecten van beveiliging: de bouwkundige, elektrotechnische en koeltechnische aspecten, detectie en doormeldingen, en beheer en onderhoud. Dat deze eisen zijn gebaseerd op bouweisen conform het Bouwbesluit is niet of nauwelijks bekend bij de eigenaars of eindgebruikers die deze programma’s (laten) opstellen voor de bouw van hun nieuwe datacenter. Dat daarmee de beveiliging van hun datacenter na de oplevering niet zo goed op orde is als zij denken, komt pas aan het licht wanneer er bijvoorbeeld in de ruimte naast de computerruimte brand uitbreekt. Dan blijkt dat de luchtvochtigheid in de computerruimte zeer snel en zeer hoog oploopt en dat door alle kieren rook naar binnenkomt.
bij brand
In een gebouw met betonnen wanden F90 (conform het Bouwbesluit) zullen bij een bevlamming van 1.100 °C buiten het datacenter de temperaturen in het datacenter na 90 minuten tot circa 200 °C zijn opgelopen. De luchtvochtigheid zal bij dezelfde bevlamming na 90 minuten boven de 100 % zijn opgelopen.
Deze ‘schijnbeveiliging’ blijkt ook als er zomaar water op de vloer ligt, waarvan niemand weet waar het vandaan komt. Op hetzelfde moment constateert de monteur van de kof-
fieautomaat dat er een probleempje is met de watertoevoer en dat dit door een loodgieter moet worden opgelost. Hij weet namelijk alles over de koffieautomaat, maar gaat niet over de watertoevoer. Na de komst van de loodgieter blijkt dat de storing een gevolg is van een lek waardoor het water niet in de koffiebekers stroomt, maar al een aantal dagen in het datacenter! Toeval? Helemaal geen toeval. Het datacenter is op dit punt dus niet zo goed beveiligd als de eindgebruiker dacht. Hij vraagt zich af hoe dat kan? Zijn datacenter voldoet toch aan de bouweisen conform het Bouwbesluit? Ja hoor, bouwkundig voldoet het datacenter aan de bouweisen, maar deze garanderen niet de veiligheid van het datacenter voor schade van buitenaf (lees: schade door ongelukjes in aangrenzende ruimten van het datacenter). Deze eisen zijn opgesteld ter bescherming van personen en zeggen iets over instortingsgevaar, maar niets over het behoud van de ictapparatuur en daarmee het waarborgen van de continuïteit van de bedrijfskritische processen! Hiervoor zijn andere eisen opgesteld die zijn vastgelegd in de EN 1047-2. In deze norm staan de maximumwaarden van temperatuur en luchtvochtigheid gegeven, waaraan de ict-apparatuur mag worden blootgesteld (tabel 1). maximumtemperatuur
maximum relatieve luchtvochtigheid (rlv)
Ict-apparatuur
70 °C
85,00 %
Datatapes
50 °C
85,00 %
Tabel 1. Maximumwaarden van temperatuur en luchtvochtigheid voor ict-apparatuur vastgesteld in de EN 1047-2.
datac e nte rwo r ks
Elvira Dragstra is werkzaam bij advies- en projectmanagementbureau Merpa in Bleiswijk.
Omdat de bouweisen in het Bouwbesluit de ict-apparatuur onvoldoende zullen beveiligen tegen schade van buitenaf, zal iets anders moeten worden ondernomen om de ict-apparatuur te beschermen en daarmee de continuïteit van de kritische bedrijfsprocessen te waarborgen. Een van de mogelijkheden is een bouwconcept voor ict security te (laten) ontwerpen conform EN 1047-2.
|21
G e b o uw te c h n i e k
Bouweisen zijn opgesteld ter bescherming van personen en zeggen iets over instortingsgevaar, maar niets over het behoud van uw ict-apparatuur.
Conform de EN 1047-2 is een aantal bouwconcepten ontwikkeld en op de markt gebracht die de kritische ict-apparatuur beschermen tegen schades van buitenaf. Deze bouwconcepten hebben met elkaar gemeen dat zij gedurende een x-periode hoge tempe-
bescherming tegen brand bescherming tegen brand volgens het bouwbesluit
bouweis: betonnen wand (DIN 4102 F90) bevlamming: 1.100 ºC temperatuur na 90 minuten: 200 ºC relatieve vochtigheid na 90 minuten: >100 % bescherming tegen brand volgens bouwconcept voor ict-beveiliging (en-1047 2)
bevlamming: 1.100 ºC temperatuur na 90 minuten: maximaal 60 ºC relatieve vochtigheid na 90 minuten: <70 % bescherming tegen (blus)water
Wanneer u bedenkt dat bij een blussing meer dan 1.600 liter water per minuut wordt gebruikt, zult u begrijpen dat een groot deel van dit water door betonnen wanden, plafonds en dergelijke heen komt en mogelijk binnen het datacenter terecht zal komen. 22 |
raturen, bijvoorbeeld veroorzaakt door brand buiten de ruimte, én vocht, bijvoorbeeld veroorzaakt door bluswater of lekkage buiten de ruimte, uit het datacenter weren zodat deze geen gevolgen hebben voor de werking en levensduur van de ict-apparatuur in het datacenter. Kortom, opdat er geen sprake is van uitval en/of storingen van ict-apparatuur. Eindgebruiker en eigenaar moeten zich ervan bewust zijn dat ook de hardwarefabrikanten zich in hun specificaties van ict-apparatuur beroepen op de maxima, zoals gegeven in de EN 1047-2. Met andere woorden garanties op de correcte werking van ict-apparatuur gelden niet als blijkt dat de moederboarden ervan aan té hoge temperaturen zijn blootgesteld. In de meeste gevallen zal voor die tijd een alarm zijn afgegeven en zal de apparatuur zichzelf hebben uitgeschakeld. Maar in beide gevallen betekent het uitval van de ict-apparatuur.
om welke schade gaat het?
- Brand en/of hitte: 70 % van de branden ontstaat buiten het datacenter, slechts 30 % binnen in het datacenter. - Vocht, water en/of damp: door (blus)water en/of waterlekkage. - Rook en/of corrosieve gassen: door brand en blussing in aangrenzende ruimten.
- Inbraak en/of ongeoorloofde toegang. - Magnetische velden en trillingen: door zware machines net buiten het datacenter of bijvoorbeeld een spoorbaan vlak naast het gebouw waarover circa viermaal per uur een trein rijdt. - Stof door (ver)bouw buiten het datacenter en/of het gebouw of anderszins. - Blikseminslag.
verschillen in bouwconcepten
Zoals gezegd bestaan er verschillende bouwconcepten voor ict-security die onderling een aantal verschillen kennen. Een belangrijk verschil zit in de maxima aan temperaturen en de luchtvochtigheid die bij een bevlamming buiten het datacenter, binnen in het datacenter kan ontstaan, en de garanties die daarop worden afgegeven door de fabrikant. Bij het ene concept wordt een maximumtemperatuur van 40 °C en een relatieve luchtvochtigheid (RLV) van 60 % gegarandeerd en bij een ander concept 60 °C en RLV 80 %. Bij sommige concepten wordt helemaal niets gegarandeerd. Deze verschillen komen voort uit het bouwontwerp, het gekozen bouwmateriaal, de wijze waarop de verschillende bouwonderdelen met elkaar worden verbonden en de wijze
datac e nte rwo r ks
waarop tests door onafhankelijke keuringsinstanties hebben plaatsgehad (als deze al zijn uitgevoerd). Bij sommige concepten zijn namelijk alleen de losse wanden getest, maar niet het totaalconcept met wanden, hoeken, dak en vloer, terwijl verbindingen en hoeken nu juist de kwetsbaarste plekken zijn. Om teleurstellingen achteraf te voorkomen is het dan ook van groot belang kennis te nemen van de uitgevoerde tests, voordat de keus van een bouwconcept wordt gemaakt. Een tweede, belangrijk verschil zit in het aantal minuten waarop de garanties worden afgegeven. Bij het ene concept geldt een brandwerendheid van 120 minuten en bij een ander concept geldt dit voor slechts 60 minuten. Het derde verschil zit ’m in het aantal facetten waarvoor het bouwconcept bescherming biedt. Biedt het concept behalve bescherming tegen temperatuur, RLV en vocht, ook bescherming tegen blikseminslag, magnetische velden en trillingen?
aandachtpunten bij keuze bouwconcept
De vraag is natuurlijk waarop de eindgebruiker of eigenaar moet letten, wanneer hij een bouwconcept voor ict-beveiliging gaat kiezen. In de allereerste plaats zal de eigenaar of
eindgebruiker zich moeten afvragen hoe lang continuïteit wordt vereist binnen de organisatie en wat de gevolgen en kosten zijn van uitval van de bedrijfskritische processen bij een x aantal minuten binnen de organisatie. Ook zal hij een inschatting moeten maken welke schades kunnen worden verwacht. (Als de waterleidingen van het gebouw direct boven het datacenter lopen, is een risico van waterlekkage natuurlijk groter dan als de waterleidingen zich ver van het datacenter bevinden.)
prijs-prestatieverhouding
Op basis van de resultaten van deze exercitie kan de eigenaar of eindgebruiker een eerste selectie maken uit de bouwconcepten. Vervolgens kunnen de resterende bouw concepten worden beoordeeld op de normen waaraan ze voldoen en de garanties die worden afgegeven door de fabrikant (uniek is Lampertz met haar verzekerde concepten voor 50 miljoen euro). Daarnaast zijn de uitgevoerde tests (hoe en waarop is getest) van belang en de verborgen ‘gebreken’ in het concept. Bijvoorbeeld hoe worden kabeldoorvoeren geopend en gedicht, hoe branden inbraakwerend is het overdrukrooster wat door de fabrikant wordt geleverd, hoe kan iets aan de wanden worden bevestigd zonder
dat dit boorgaatjes in de wanden tot gevolg heeft en nog meer van dergelijke. Als laatste, maar een niet onbelangrijk aspect, moet het kostenplaatje van het concept passen in het budget en moet de prijs-prestatieverhouding juist zijn.
Conform de EN 1047-2 is een aantal bouwconcepten ontwikkeld en op de markt gebracht die de kritische ictapparatuur beschermen tegen schade van buitenaf.
|23
Ko e l i n g
Bart Dronkert is directeur van ACG Klimaattechniek en klimaattechnisch adviseur voor datacenters
Van alle onderzochte apparaten garandeerde de fabrikant dat ze ook bij een omgevingstemperatuur van 35 °C zonder problemen functioneren. 24 |
datac e nte rwo r ks
Onderzoek naar energiegebruik koelinstallaties
Vrije koeling is een must
Koelinstallaties zijn voor een groot deel verantwoordelijk voor de energiebehoefte van datacenters. Bij verduurzaming is vermindering van het energiegebruik door koelinstallaties een must. Uit EU-onderzoek blijkt 65 % van de energiebehoefte van datacenters nodig te zijn voor de koelinstallatie. Besparen op energie voor koeling zal een zeer gunstige en grote invloed hebben op het verlagen van het energiegebruik. Daarom is het van groot belang te onderzoeken op welke wijze koelinstallaties energie-efficiënter kunnen worden. Om het energiegebruik van koelinstallaties terug te dringen, wordt al een aantal maatregelen genomen. Zo wordt het scheiden van koude en warme lucht steeds vaker toegepast. In eerste instantie was dit bedoeld om de steeds hoger wordende warmtelast per rack te kunnen koelen. Nu speelt energiebesparing eveneens een rol. Het scheiden van koude en warme lucht levert een besparing op in de energiebehoefte van koeling. Door koude en warme lucht te scheiden, wordt het mogelijk met een hogere inblaastemperatuur de racks te koelen. Doordat de inblaastemperatuur van de lucht hoger is, blijft de verdampingstemperatuur op hoogte en stijgt het rendement van de koelmachine. Deze rendementsverhoging levert een energiebesparing op. Formules om rendementsverhoging te berekenen, laten zien dat een laag energiegebruik kan worden bereikt door de temperatuur van de koude en de warme kant van de koelcy-
clus zo dicht mogelijk bij elkaar te brengen. Dit betekent dat de verdampingstemperatuur (de temperatuur in de warmtewisselaar van de binnen opgestelde koelunit) zo hoog mogelijk moet zijn en de condensatietemperatuur (de temperatuur in de warmtewisselaar buiten) zo laag mogelijk. Om dit te bereiken moeten de oppervlakten van de verdamper en de condensor zo groot mogelijk zijn.
verhogen inblaastemperatuur
Het verhogen van de inblaastemperatuur is ook een advies van de toonaangevende American Society for Heating, Refrigerating and Airconditioning Engineers (Ashrae). De Ashrae wordt gezien als de autoriteit op het gebied van datacenterinfrastructuur en -ontwerp. Ashrae heeft haar advies over de temperatuur op de datavloer verhoogd met 2 graden naar 22 tot maximaal 27 °C. Het ECN onderschrijft het advies om de
ruimtetemperatuur omhoog te brengen. Uit onderzoek van het ECN blijkt dat het niet nodig is datacenters met een lage temperatuur te koelen. Het bleek dat de temperatuur onnodig laag wordt gehouden. In de ict-sector bestaat de angst dat verhogen van de ruimtetemperatuur een negatief effect heeft op de levensduur en snelheid van de apparatuur. Van alle onderzochte apparaten garandeerde de fabrikant dat ze ook bij een omgevingstemperatuur van 35 °C zonder problemen functioneren. Omdat er veelal geen mensen in computerruimten aanwezig zijn, lijkt het in de praktijk mogelijk de temperatuur te verhogen naar 30 °C zonder dat dit nadelige gevolgen heeft voor de apparatuur. Het energiegebruik van koelinstallaties kan dan met bijna 60 % worden teruggebracht.Volgens dit onderzoek kan 95 % energie worden bespaard als er ook vrije koeling wordt toegepast.
|25
ko e l i n g
advertentie
vrije koeling benutten
WIJ ZIJN KLAAR VOOR DE ZOMER... UW SERVERRUIMTE OOK? Tijdens de warmere maanden van het jaar is het koelen van uw computer- of serverruimte een uitdaging. Het is daarom goed om nu alvast uw ruimte kritisch onder de loep te nemen. Vaultex biedt u daarom nu een gratis serverruimte “Quick Scan” aan t.w.v. 750,-. Eventuele problemen kunnen met een
volgt een rapport met eventuele actie- en
Ele In kt s
tectie
Bluss i ng
in kunt. Uit de Quick Scan
d de
u straks zorgeloos de zomer
Ko el i
an Br
gedetecteerd worden, zodat
he sc ri latie l a t
ng
Quick Scan voortijdig
verbeterpunten.
Ve
ront g reinigin
Op www.vaultex.eu/quickscan kunt u zich aanmelden voor de gratis Quick Scan met de actiecode DCWzomer09.
Vaultex neemt u alle zorg uit handen: Ontwerp, bouw en renovatie van computer- en serverruimtes Audit en analyse Installatie en projectbeheer Onderhoud en service www.vaultex.eu • [email protected] • Tel. 0413-311 111 AN AEGIDE COMPANY
Een hogere inblaastemperatuur (en dus een hogere temperatuur op de datavloer) maakt het mogelijk vrije koeling te benutten om een datacenter te koelen. Dit is een van de eenvoudigste en tevens duurzaamste maatregelen om energie te besparen op de koeling. Met vrije koeling wordt gebruikgemaakt van een lagere buitenluchttemperatuur om aan de koelvraag van datacenters te voldoen. Doordat de warmte wordt weggekoeld door gebruik te maken van het verschil in temperatuur tussen datacenter en buitenlucht, wordt geen gebruikgeUitgaande van een maakt van compressiekoeling. toelaatbare ruimte Dit resulteert in een energiebesparing ten temperatuur van 30 ˚C kan opzichte van koel installaties zonder de volledige koelvraag door vrije koeling. Deze besparing varieert vrije koeling worden van 30 tot 60 %. De hoogte van de bevoorzien gedurende 78 % sparing is voornamelijk toe te schrijven van het jaar. aan het verhogen van de ruimtetemperatuur (en dus de inblaastemperatuur) van de datacenter. Nederland is bij uitstek geschikt om vrije koeling toe te passen. Gedurende de helft van het jaar (4.380 uur) ligt de buitentemperatuur onder de 10 ˚C. Gedurende 3.200 uur ligt de temperatuur tussen de 10 en 18 ˚C. Uiteindelijk is gedurende 90 % van de tijd de temperatuur lager dan 20 ˚C. Uitgaande van een toelaatbare ruimtetemperatuur van 30 ˚C kan de volledige koelvraag door vrije koeling worden voorzien gedurende 78 % van het jaar.
indirecte en directe koeling
Vrije koeling kan in indirecte en directe vorm worden toegepast in een koelinstallatie. Bij de indirecte vorm wordt gebruikgemaakt van een droge koeler of dry cooler. In dit apparaat wordt met ventilatoren de koude buitenlucht door een warmtewisselaar gezogen.
datac e nte rwo r ks
In de warmtewisselaar wordt een vloeistof (een mengsel van water en glycol) afgekoeld. De afgekoelde vloeistof wordt vervolgens door een tweede warmtewisselaar gepompt, waarin het gekoelde water van het gebouwcircuit wordt afgekoeld. In een directe vorm wordt een dry cooler in het gekoeld-watercircuit opgenomen. Met een driewegklep wordt dan het gekoelde water gedeeltelijk, afhankelijk van de buitentemperatuur, door de dry cooler geleid. Bij dit systeem zijn drie fasen te herkennen. De eerste fase is koeling met compressieenergie. Deze fase kenmerkt zich door hoge buitentemperaturen, waardoor het niet mogelijk is vrije koeling toe te passen. Om het datacenter toch te koelen zal de koelinstallatie in 100 % van de koelvraag voorzien. De energie die hiervoor nodig is, wordt gebruikt door de compressor, de condensorventilator en de verdamperventilator. De tweede fase is een combinatie van koeling met compressie- en vrije koeling. Eerst zal het gekoelde water zoveel mogelijk worden afgekoeld door de dry cooler. De resterende afkoeling zal plaatshebben door de koelinstal-
latie in te schakelen. De derde fase is het toepassen van 100 % vrije koeling. Zodoende is er voor de koeling alleen energie nodig om het gekoelde water te transporteren van en naar de dataruimten en de ventilatoren in de dry cooler en binnenunit.
diverse oplossingen
Oplossingen die goed werken met vrije koeling zijn de zogeheten in-row koelsystemen. Deze systemen koelen de IT-apparatuur direct in de serverracks. Zodoende wordt een datacenter effectiever gekoeld dan met conventionele koeling waarbij de complete dataruimte wordt gekoeld. Het gekoeld-watertraject ligt hoger (15 – 20 ˚C) waardoor het mogelijk is om met extra dry coolers optimaal gebruik te maken van vrije koeling. Het kostenbesparende effect treedt al in werking zodra de buitentemperatuur 2 ˚C lager is dan de temperatuur van het uittredende koelwater. Belangrijk is om dergelijke systemen uit te rusten met een speciale regeling die een optimale verhouding tussen passieve (vrije koeling) en actieve
(compressiekoeling) mogelijk maakt. Een andere oplossing gaat uit van optimaliseren van de componenten en toepassen van intelligente regelingen, waardoor een zo hoog mogelijk aandeel vrije koeling kan worden benut. Toepassing van capaciteitsgeregelde componenten draagt bij aan de energiezuinigheid van deze installatie. Immers in deellast draaien, verlaagt het opgenomen vermogen.
energie- en kostenbesparing
Door de ruimtetemperatuur te verhogen, de koelinstallatie te optimaliseren, een datacenter slim te ontwerpen en in te richten en vrije koeling toe te passen, kunnen grote energiebesparingen worden verwezenlijkt. Deze energiebesparingen kunnen bijdragen aan substantiële kostenbesparingen. Elke kW-besparing levert namelijk een besparing op tussen 900 en 1.200 euro per jaar. Het is dus mogelijk met koelinstallaties hoge energie-efficiënties te behalen. Deze hebben direct een grote invloed op de energie-efficiëntie van een datacenter.
|27
B e ka b e l i n g
Kannegieter de specialist voor uw datacenter oplossingen Kannegieter heeft een jarenlange ervaring en expertise op het gebied van data- en communicatieinfrastructuren. Kannegieter biedt u, samen met Brand-Rex, “toekomstvaste” datacenter oplossingen die aansluiten bij uw bedrijfsprocessen. Voor de datacenter professional verzorgt Kannegieter College een 3-daagse datacenter training. Deze, door BICSI erkende opleiding, is gebaseerd op de in Engeland succesvolle datacenter design engineering training en geeft een breed inzicht in het ontwerpen van een datacenter. Naast betrouwbare oplossingen en kennis beschikt Kannegieter over een netwerk van gespecialiseerde partners. Kannegieter en Brand-Rex uw partners voor: • Betrouwbare ICT oplossingen • Flexibele datacenter oplossingen • Kennisoverdracht
tel: + 31 (0)33-4508686 web: www.kannegieter.nl email: [email protected]
tel: +44 (0) 1592 772124 web: www.brand-rex.com
28 | B-Rex datacentre ad 220x270.indd 1
29/9/08 15:24:15
P ra kti j k
datac e nte rwo r ks
Draadloos monitoringsysteem
RF Code beplakt datacenter met RFID-tags
Ferry Waterkamp is hoofdredacteur van DatacenterWorks
RF Code is gespecialiseerd in het in kaart brengen van datacenterapparatuur met behulp van ‘radio frequency ID’ (RFID). Met speciale tags kunnen bovendien de temperatuur en luchtvochtigheid in het datacenter worden gemeten.
De basis van de oplossing van RF Code zijn de actieve RFID-tags die specifiek zijn ontworpen voor datacenteromgevingen waar de hoge metaaldichtheid de werking van normale RFID-tags zou kunnen verstoren. De compacte tags worden op de apparatuur zelf geplakt of aan de binnenkant van de racks. De aangebrachte RFID-tags zenden vervolgens iedere dertig seconden een ‘beacon’ naar een lezer die kan worden bevestigd aan het plafond of in een rack. In de beacon staat wat de locatie is van een apparaat en of dat binnen of buiten het rack is. Daarnaast kunnen RFID-tags informatie verstrekken over de temperatuur en luchtvochtigheid in een rack. “Als de infrastructuur eenmaal op zijn plaats is, kun je de omgeving draadloos monitoren”, verduidelijkt Jonathan Luce, directeur ‘channel sales’ van RF Code. De R120 tag is specifiek ontworpen voor bevestiging aan de binnenkant van een rackdeur en ‘vertelt’ wat er in een rack zit. Dit apparaatje wordt gevoed door een batterij die volgens RF Code doorgaans een levensduur heeft van zeven jaar. Voor het meten van temperatuur en luchtvochtingheid heeft RF Code respectievelijk de RF150 en RF155. Voor deze apparaatjes wordt de levensduur van de batterij op ruim drie jaar geschat. Als de batterij bijna leeg is, wordt er een melding afgegeven waarna de tag nog gedurende twee maanden metingen verrichten.
managers
Als aanvulling op de RFID-gebaseerde tracking- en monitoringoplossing introduceerde RF Code begin maart de Sensor Manager en de Asset Manager. De Sensor Manager verzamelt alle gegevens over temperatuur en luchtvochtigheid. De Asset Manager zorgt ervoor dat alle beschikbare gegevens op één scherm worden getoond. “De Asset Manager brengt alle data van de tags en de lezers op een centrale plaats samen”, aldus Luce. “De gegevens kunnen bovendien overal ter wereld worden geraadpleegd.”
advertentie
STULZ the natural choice
Energiebesparing in Datacentra Airconditioning in datacentra gebruikt veel electriciteit. Daarom komen de specialisten van STULZ met ‘Mission Energy’. Dat houdt in: adviezen van vakexperts, gebruik van intelligente producten en levering van hoge kwaliteitservice. Dit kan tot wel 60% minder electriciteitsverbruik opleveren. Wilt u ook een meer energie-efficiënt datacenter? Gebruik STULZ airconditioning technologie. Vraag naar onze brochure via [email protected]. De winst zit in de besparing.
Stulz Groep BV is importeur van: Stulz precisie airconditioning Stulz Ultrasonic® bevochtiging CAREL bevochtigingsytemen McQuay waterkoelmachines
www.stulz.nl
Weverij 7-9 Postbus 75 Telefoon Fax E-Mail
1185 ZE Amstelveen 1180 AB Amstelveen 020 – 545 11 11 020 – 645 87 64 [email protected]
|29
Ma n ag e m e nt
Nederlandse richtlijn voor datacenter
NPR werkgroepen vol uit de startblokken De Nederlandse praktijkrichtlijn (NPR) voor het ‘bouwen en inrichten van computerruimtes en datacenters’ staat volop in de belangstelling. De informatiedag die op 16 april werd gehouden in het Auditorium van het Instituut Defensie Leergangen in Rijswijk was met zo’n 120 deelnemers dan ook een succes te noemen. Ferry Waterkamp is hoofdredacteur van DatacenterWorks
De NPR moet het mogelijk maken om een computerruimte of datacenter te classificeren op basis van de criteria beschikbaarheid, beveiliging en duurzaamheid. Vervolgens kunnen de juiste maatregelen worden genomen voor de bouw, inrichting, gebruik, beheer en onderhoud. Een volgende stap kan zijn dat een keurmerk wordt afge geven als de juiste maatregelen zijn genomen. Zeker vanuit verzekeringsoogpunt kan dit een interessante ontwikkeling zijn.
ontwikkeling npr
Tijdens de informatiedag in Rijswijk bracht voorzitter Jeffrey Gadellaa van de Normcommissie 381888 van het Nederland Normali-
satie-instituut (NEN) in kaart welke ontwikkelingen de NPR doormaakt. De normcommissie ging in september 2007 van start met tien leden die begonnen met een inventarisatie en een ‘normenwegwi jzer’ ontwikkelden om een overzicht te bieden van het woud aan normen dat momenteel al bestaat. Een jaar later had de commissie 21 leden en werd een start ge- “Loop geen onnodig risico. maakt met de ontwikkeling van de Nederlandse praktijkrichtlijn. Bouw volgens NPR computer Gadellaa omschreef 2009 als het jaar waarin de normcommis- ruimtes en datacenters.” sie ‘uit de startblokken gaat’ en de NPR wordt geschreven. Begin 2010 moet een bruikbare NPR beschikbaar zijn die om de drie jaar door de normcommissie wordt getoetst op praktische toepasbaarheid. Gadellaa benadrukt dat het van belang is dat de NPR aansluiting krijgt bij Europese initiatieven zoals CLC/BTWG 132-3 ‘Green Data Center’. “Daarnaast is vanuit TC215 (Cenelec) een positieve reactie gekomen om het een en ander op Europees niveau te tillen”, aldus Gadellaa. “Er ligt nu een projectvoorstel ter beoordeling bij TC215.”
Financiële bijsluiter
Technisch consultant Raymond van den Tempel van commissielid Strukton Worksphere sprak namens de groep system integrators en ging tijdens de bijeenkomst dieper in op het waarom van de NPR. Belangrijke redenen zijn volgens de consultant het beperken van risico’s en Voorzitter Jeffrey Gadellaa van de Normcommissie 381888. 30 |
datac e nte rwo r ks
het voorkomen van claims en schades. Van den Tempel maakte daarbij een treffende vergelijking met de ‘Financiële Bijsluiter’ bij financiële producten. “Loop geen onnodig risico. Bouw volgens NPR computerruimtes en datacenters.” Van den Tempel gaf daarbij enkele voorbeelden van gebieden waar de NPR de risico’s kan helpen beperken. Op het gebied van beveiliging stelt een Bouwbesluit momenteel bijvoorbeeld geen specifieke eisen met betrekking tot computerruimtes. Ook richtlijnen voor de locatie van een datacenter kan de risico’s helpen beperken. De consultant benadrukte overigens dat de NPR geen kopie gaat worden van TIA 942. Deze standaard wordt weliswaar veelvuldig gebruikt als leidraad voor de bouw en inrichting van datacenters, maar blijkt in Nederland en Europa vaak moeilijk toepasbaar. Jan Wiersma van vts Politie Nederland deelde zijn visie op de NPR vanuit het oogpunt van de eindgebruiker. Volgens Wiersma wordt het ‘de hoogste tijd’ dat er een Nederlandse richtlijn komt voor de bouw en inrichting van computerruimtes en datacenters. Volgens de woordvoerder van vtsPN moet het fysieke datacenter zich constant aanpassen aan wijzigingen in de organisatie en IT. De IT-infrastructuur dient het fysieke datacenterontwerp te dicteren, terwijl de IT-infrastructuur zelf weer wordt bepaald door de applicatie-eisen.
vervolg
Commissievoorzitter Jeffrey Gadellaa heeft er alle vertrouwen in dat de succesvolle bijeenkomst in Rijswijk nog dit jaar een vervolg krijgt. In een volgend nummer zal Gadellaa in DatacenterWorks dieper ingaan op de ‘Nederlandse praktijkrichtlijn computerruimtes en datacenters’ en de laatste ontwikkelingen belichten.
advertentie
Rob Kanters van gastheer Ivent.
Ko e l i n g
Tien tips voor verbetering koeling
Bladeservers zorgen voor hotspots in datacenters Loek Wilden is Systems Engineer bij APC
High density-servers zijn onmisbaar in het moderne datacenter. Ze zorgen echter voor een flinke uitdaging op gebied van koeling. Een afgewogen strategie is noodzakelijk om de koelcapaciteit en efficiëntie te vergroten. In tien stappen wordt uitgelegd hoe dit is te bereiken.
Bladeservers die bij elkaar worden gezet in een rack, veroorzaken over het algemeen hotspots. De traditionele computerruimteairconditioning (Crac) is meestal ingericht om niet meer dan 3 kW per rack te leveren, maar inmiddels is dat vaak al onvoldoende. Logischerwijs is het datacenter zo ingericht dat de luchtstroom met koele lucht naar de servers gaat en de warme lucht direct wordt afgevoerd richting de Crac-unit. Deze op het oog vanzelfsprekende situatie is door allerlei factoren lang niet altijd aan de orde. Hieronder acht tips om binnen de bestaande omgeving de koeling te verbeteren en twee om met kleine aanpassingen de capaciteit te vergroten.
1 doe een apk
Net als een auto heeft ook een datacenter regelmatig onderhoud nodig om optimaal te blijven draaien. Probeer een antwoord te krijgen op de volgende vragen: - Is de maximale koelcapaciteit reeds bereikt? - Komen de gemeten waarden van de aangevoerde en terugkerende luchttemperatuur overeen met het ontwerp? - In welke staat zijn de chillers, condensatoren en pompen? Controleer of eventuele DX-systemen volledig zijn afgeperst. - Is de ruimtetemperatuur niet te laag? Plaats een sensor tussen de rijen met apparatuur op ongeveer elk vierde rack. - Komt de racktemperatuur overeen met opgegeven waarden? Plaats sensoren in het midden van de luchtaanvoer op de bodem en in het midden van en boven in elk rack. - In geval van een verhoogde vloer: is de luchtdruk overal hetzelfde? - Is de vloer vrij van stof en afval en zijn de kabels geordend? - Zijn er open plekken in de racks waardoor de prestatie van de koeling afneemt? - In geval van een verhoogde vloer: zijn de tegels en Crac-units effectief geplaatst?
2 gebruik warme en koude gangen
De meeste servers zuigen voor lucht aan en blazen die achter uit. Profiteer hiervan en stel ze zo op dat er koude en warme gangen ontstaan, die de luchtstroom optimaal laten lopen. 32 |
datac e nte rwo r ks
3 start een onderhoudsregime voor het koelingsysteem
In de helft van alle datacenters worden operationele gebreken aangetroffen, die meestal worden veroorzaakt door matig onderhoud. De meest voorkomende gebreken zijn: smerige of geblokkeerde koelblokken die de luchtstroom blokkeren, onvoldoende afgeperste DX-systemen, foutief geplaatste controlepunten, beschadigde of ongekalibreerde sensoren, verkeerd gemonteerde aan- en afvoerpijpen, slechte pompen en kleppen, onnodig draaiende pompen en koelingsystemen die niet geschikt zijn.
4 gebruik opvulpanelen en pas kabelbeheer toe
Open rackruimte geeft de warme luchtstroom vrij spel om zich te mengen met de koudere aanvoerlucht. Hierdoor warmt de apparatuur onnodig op. Panelen schermen de lege ruimten af en voorkomen dat koude lucht langs de servers wegvloeit en dat warme lucht terugstroomt. Een goede ordening van kabels zorgt ervoor dat de luchtstroom niet wordt geblokkeerd.
5 verwijder ondervloerse obstructies en verzegel de vloer
Bekabeling bovenlangs is ideaal voor de luchtstroom. Als die toch onder de vloer moet, zorg dan voor een nette afwerking, verwijder onnodige, oude bekabeling en zorg dat alle tegels liggen waar ze moeten liggen en dat er geen gaten zijn.
6 spreid high density-racks
Een verzameling high density-servers zorgt ervoor dat veel koeling elders in de ruimte inefficiënt werkt. Spreid de high density-racks zodat alle koelers optimaal hun werk kunnen doen.
7 plaats crac’s bij warme gangen
Crac’s werken, bij een verhoogde vloer, efficiënter als ze de terugkerende warme lucht koelen dan dat ze aanvoerlucht kouder maken.
8 plaats luchtopeningen in de vloer zo dicht mogelijk bij de apparatuur
Luchtopeningen die te dicht bij de Crac’s zijn geplaatst, zorgen voor onderdruk. Voor het optimale effect moeten zowel de aanvoerende als de aanzuigende luchtgaten zo dicht mogelijk bij respectievelijk de inlaat en de uitlaat van de apparatuur worden geplaatst. Luchtgaten bij tijdelijk ongebruikte apparatuur moeten worden gesloten.
9 gebruik luchtstroomverbeteraars
Zorgvuldig geplaatste ventilatorondersteunende apparaten kunnen de koelingcapaciteit vergroten van 3 naar 12 kW.
10 gebruik onafhankelijke high density-koeling
In extreme situaties is het nodig de koele lucht horizontaal, gelijkwaardig te verdelen. Onafhankelijke, ruimteneutrale koeling werkt zonder impact op andere racks of koelingsystemen.
|33
Ko e l i n g
Data Centre Challenges
Next-generation solutions from Nexans
Data centres, service providers and hosting facilities face one challenge in common the technology needed to keep information flowing is ever changing.
With its LANmark & LANsense brands, Nexans provides a full line of Intelligent Infrastructure Management solutions, Environmental Monitoring and Access Control, and cabling systems for next
Nexans Cabling Solutions Overschieseweg 317 NL - 3112 NC Schiedam Tel: 010 248 3470 • [email protected] www.nexans.com/LANsystems
generation data centres. With a century of experience and a global presence, Nexans possesses the quality engineering, technical expertise and service reputation to address evolving trends.
Global expert in cables and cabling systems
P ra kti j k
datac e nte rwo r ks
Overheid verbetert koeling met Koldloks
“Moderniseren was geen optie” Ferry Waterkamp is hoofdredacteur van DatacenterWorks
Een ministerie nam in 2005 de grote stap om de serverruimten van verschillende onderdelen samen te brengen in een groot, dubbel uitgevoerd rekencentrum. Zo’n vier jaar later zit het datacenter bijna aan zijn maximale capaciteit. De installatie van 380 Koldlok kabeldoorvoeren bleek een goede remedie voor het verbeteren van de luchtstroming.
|35
Het succes is volgens Brand mede te danken moest zijn en dat er voldoende ruimte moest Het datacenter is nog maar een beginfase van aan de strikte regels die gelden op de zalen. zijn om een ‘twin-rekencentrum’ neer te een veel groter geheel”, vertelt Hans Brand “En aan die regels houden we ook vast, zelfs zetten. Door twee identieke computerzalen die operationeel verantwoordelijk is voor het als dat niet helemaal naar de zin is van de in te richten, kunnen de kritische computerrekencentrum. “Inmiddels zijn er zeven onklant die alles snel wil”, zegt Brand stellig. systemen dubbel worden uitgevoerd. Het oog derdelen die hun hardware bij ons inhuizen. “Voor iedereen moet bijvoorbeeld In het begin was er bij de deelneduidelijk zijn waar een kabel moet mende partijen nog wel enige aar‘Inmiddels is het rekencentrum uitgegroeid tot worden aangesloten. De apparatuur zeling om apparatuur onder te die hier binnenkomt, moet ook brengen in een centraal datacenter. een voorbeeld voor de overheid. precies overeenkomen met de apDat had volgens Brand vooral te paratuur die in de aanvraag staat aangegeven. maken met de ‘beleving over mijn en dijn’. viel uiteindelijk op de overheids-locatie; Is dat niet het geval, dan komt de apparatuur “Toen alles nog decentraal was geregeld, had volgens Brand niet de goedkoopste maar niet de zaal op.” een beheerder het nog over ‘mijn storage’, gezien de strikte beveiliging in en rond het ‘mijn server’ en ‘mijn kabeltje’. En dan kom je pand wel een aantrekkelijke optie. ineens in een datacenter terecht waar je gezaonvoldoende menlijk gebruik kunt maken van apparatuur. In 2005 werd in de voormalige kantineruimgroeimogelijkheden Dat is even een kwestie van wennen, praten, te gestart met de bouw van het datacenter. Ondanks dat het rekencentrum een voorsamen aan tafel gaan zitten.” “Toen we begonnen, was er behalve een vloer beeldfunctie heeft, moet Brand bekennen dat helemaal niets”, vertelt Hans Brand. “Maar het datacenter minder toekomstvast is dan inmiddels is het rekencentrum uitgegroeid aanvankelijk werd gedacht. “De huidige locaveilige locatie tot een voorbeeld voor de overheid. Alles wat tie biedt onvoldoende groeimogelijkheden. De zoektocht naar een geschikte locatie voor hier gebeurt, wordt als basis gebruikt voor Het was gebaseerd op zeven jaar groei, maar het datacenter begon in 2004. Uitgangspunprocessen elders.” waarschijnlijk zitten we dit jaar al helemaal ten waren dat de locatie snel beschikbaar vol. Een onderdeel is momenteel bezig om de MER’s en SER’s lokaal op te schonen. Alle ‘bezemkasten’ moeten eruit en worden gecentraliseerd binnen een professionele omgeving. Tegen die tijd is in het rekencentrum echter geen ruimte meer.” Naast ruimtebeperkingen lopen Brand en zijn collega’s ook tegen beperkingen aan op het gebied van de energievoorziening. Brand: “Per zaal hebben we 600 kVA verdeeld over 180 racks. Per rack mogen we 2000 W verbruiken en dat is een redelijke beperking als je bedenkt dat een bladechassis daar al overheen gaat.” Om het energieverbruik per rack in goede banen te leiden, heeft Brand een ‘rackplan’ opgesteld waarin precies staat vermeld tot hoever een rack mag worden gevuld en welke apparatuur waar mag hangen. Een ander probleem doet zich voor op het gebied van de koeling. “Het project is gestart in 2004 en ook gebaseerd op techniek van Met een Koldlok kabeldoorvoer kunnen toen”, zegt Brand. “Nu zouden we kunnen gaten in de vloer worden afgedicht. kiezen voor koeling in de racks in plaats van 36 |
datac e nte rwo r ks
ruimtekoeling. Wat dat betreft haalt de techniek je altijd in. Daar moet je ook rekening mee houden bij het ontwerpen van een nieuw datacenter: als je een datacenter maximaal wilt gebruiken, moet je ook maximaal investeren.” De huidige energievoorziening en koeling van ‘het rekencentrum’ moderniseren, is volgens Brand geen optie. “Dan hebben we nog steeds te maken met een ruimtegebrek.”
gaten afdichten
Een recente ingreep blijkt echter een positieve invloed te hebben op de koeling. Brand: “We hadden een aantal grote gaten onder de racks zitten waarvan we vonden dat die dicht moesten.Toen ben ik gaan Googlen op ‘gaten afdichten’ en uitgekomen op de Koldloks van Remtech. Het grote voordeel daarvan was dat ze kunnen worden aangebracht zonder te boren of te schroeven en zonder de dagelijkse gang van zaken te verstoren. Een bijkomend voordeel is dat door de Koldloks de koeling beter wordt geleid.” Uitsparingen onder racks zijn nodig om bijvoorbeeld de bekabeling door naar binnen te halen. Het probleem van deze uitsparingen is echter dat er een te lage druk ontstaat onder de vloer en koude en warme luchtstromen verstoord raken. De Koldlok kabeldoorvoe-
ren dekken de gaten af met een soort van borstels waar kabels makkelijk doorheen kunnen maar die koude lucht tegenhouden. Gekoelde lucht komt daardoor niet meer onderin het rack terecht. In totaal zijn er zo’n 380 Koldlok kabeldoorvoeren geïnstalleerd, en volgens Brand met een duidelijk positief effect op de koeling. “Na het plaatsen van de Koldloks is er een behoorlijk verschil opgetreden en dat zie je ook terug in de bemetering.” Na de installatie van de Koldloks heeft Remtech ook nog een rack voorzien van Hotlok blindpanelen. Deze panelen kunnen in de 19 inch-stijlen worden geklikt en voorkomen dat warme lucht aan de voorzijde van de kast terechtkomt en zich daar vermengt met kou-
de lucht. “Wij betalen fors voor koeling en elektra”, besluit Brand. “Hoe lager de meterstand, hoe beter.”
‘Als je een datacenter maximaal wilt gebruiken, moet je ook maximaal investeren.’
advertentie
Dynamisch in techniek www.hig.nl
HIG IT & Communicatie is uw turnkey partner voor Datacenters en Computerruimtes. Zowel voor bestaand als nieuw. Onze dienstverlening bestaat uit: • Consultancy • Engineering/Projectmanagement • Bouwkundig
Hotloks voorkomen dat warme lucht aan de voorzijde van de kast terechtkomt en zich daar vermengt met koude lucht.
• Power/Noodstroom • Koeling • Security • Bekabeling • Inrichting • Onderhoud/Service Postbus 200 • 2810 AE Reeuwijk • Tel: 0182-398000 • Fax: 0182-398008
|37
B e ka b e l i n g
Projekt3:Layout 1
29.09.2008
16:18 Uhr
Seite 1
The energy requirement for operating data centres is increasing at an inexorable rate at the environment’s expense, and energy prices are becoming a greater cost factor all the time. Emerson Network Power’s technologies for power supply and cooling provide the required help to make significant cost savings. Knürr CoolFlex® dramatically improves the cooling and energy efficiency of data centre cabinet systems. Significant cooling and energy potential is realised by preventing the common and increasingly critical problem of short-circuited hot airflows returning directly back into the cold aisle, and therefore making maximum use of available cold airflows. Knürr CoolFlex® provides a fully contained cold aisle solution. Local Contacts: www.knuerr.com
E M E R S O N . C O N S I D E R I T S O L V E D . TM
Knürr logo, Emerson Network Power and the Emerson Network Power logo are trademarks and service marks of Emerson Electric Co. • ©2008 Knürr AG • Idee, Grafik, Redaktion: Gropp/Huber
Increased environmental awareness in the data centres, achieves significant savings Knürr CoolFlex®
IT Ro om I n f ra
datac e nte rwo r ks
Handhaven helpt Paul Petersen, IT Room Infra
Tijdens een ledenbijeenkomst van IT Room Infra op vrijdag 17 april presenteerde Patrick Teunissen, Dienst Milieu en Bouwtoezicht Amsterdam, het belang van handhaving van de Wet milieubeheer. Hij ging in op de mogelijkheden die deze wet biedt voor toeleverende bedrijven. U vraagt zich nu wellicht af wat het verband is tussen de Wet milieubeheer en computerruimten en datacenters. Ik kan u zeggen, dat er een sterke band is.
Met de koplopers van IT Room Infra en bijvoorbeeld deelnemers aan het Green IT-project zoekt de dienst ook samenwerking op het gebied van datacenters en computerruimten. Samenwerking is het uitgangspunt en handhaving helpt u daarbij.
Datacenters en computerruimten zijn grootverbruikers van energie. Amsterdam, als één van de grootste internethubs in WestEuropa, is daarom het zogenoemde Green IT-project gestart, waarin samengewerkt wordt met achttien IT-bedrijven. Bovendien is – in samenwerking met ECN – voor de datacenters een energiemaatlat ontwikkeld om duidelijkheid te geven over het wettelijk minimum (zie http://www.klimaat.amsterdam.nl/main.php?obj id=857370243). Dankzij deze samenwerking worden innovaties gerealiseerd, die aanzienlijke besparingen opleveren in datacenters. In 2008 was dit ook het centrale thema van het IT Room Infra event (zie http://www. fhi.nl/itroom), waarbij een spreker van ECN de eerder genoemde energiemaatlat toelichtte. Patrick Teunissen daagde leden van IT Room Infra dan ook uit met interessante ict-toepassingen te komen die leiden tot energiebesparing en waarvan de terugverdientijd minder is dan vijf jaar. Hij is vooral geïnteresseerd in toepassingen voor de bestaande bouw. Tijdens de beurs Electronics & Automation komt dit actuele onderwerp ook terug in het seminar: E-novatie, kansen van duurzame energie in gebouwde omgeving (zie http://www.eabeurs.nl/ enovatie). In de gebouwde omgeving is nog heel wat te halen. Technologiebedrijven bieden innovaties, maar handhaving kan in die omgeving zeker een belangrijk instrument zijn. De Dienst Milieu en Bouwtoezicht zoekt samenwerking met kop lopers op het gebied van duurzaamheid om op die manier het peloton met volgers te verleiden mee te doen. Voor de bewuste en/of notoire achterblijvers resteert het toezicht en de handhaving op basis van de Wet milieubeheer.
Patrick Teunissen
|39
p ro d u c tn i e uws
Ook Sun zorgt voor eenheid in het datacenter
Na onder andere Cisco, Dell en IBM heeft nu ook Sun Microsystems een allesomvattende strategie onthuld voor het datacenter. De ‘Open Network Systems’-strategie moet zorgen voor een convergentie van storage, netwerk en rekenkracht. De fabrikant zet hiervoor onder andere een aantal nieuwe servers in die worden aangedreven door de Nehalem-processor van Intel.
Raritan en EDSA bieden Advanced PUE-meting Raritan en EDSA Micro Corporation kondigen aan dat ze hun tools voor de analyse van stroomverbruik in elkaar schuiven. Waar het gereedschap van EDSA vooral kijkt naar het stroommverbruik van bijvoorbeeld de verlichting, de UPS en de koeling, concentreert Raritan zich op de IT-apparatuur. Met de gecombineerde tool moeten bedrijven in staat zij om hun metingen te baseren op de nieuwe ‘Advanced Power Usage Effectiveness’-richtlijnen zoals die zijn ontwikkeld door The Green Grid. Een Advanced PUE-meting (‘Level 3’) vereist dat het energieverbruik tot op serverniveau constant kan worden gemonitord en worden opgeslagen. Meer informatie: www.raritan.com en www.edsa.com
40 |
De aankondiging is het antwoord van Sun op de introductie van het Unified Computing-systeem van Cisco vorige maand. Bij Sun is een centrale rol weggelegd voor de Virtual Network Express Module (NEM). De Virtual NEM is een stukje hardware dat in een bladechassis wordt geschoven en daar als een soort aggregatieswitch het verkeer tussen de blades en een centrale 10 GE-switch beheert. Die rol wordt doorgaans vervuld door een beheerde switch van bijvoorbeeld Cisco. Een voordeel van deze aanpak is dat er geen kluwen kabels nodig is om de blades te verbindingen met de aggregatieswitch, aldus Sun. Sun onthulde in totaal zeven nieuwe Nehalem-gebaseerde servers die zijn uitgerust met Solid State Disks en onboard Flash-modules. Door de toepassing van deze nieuwe opslagtechnieken zouden de nieuwelingen 38 % minder stroom verbruiken dan servers
met traditionele harde schijven, terwijl de prestaties toenemen. Voor virtualisatietoepassingen positioneert Sun de Sun Fire X4270 server en Sun Blade X6270 servermodulen. Voor enterpriseen webtoepassingen heeft Sun vier nieuwe systemen in het vuur: de Sun Fire X4170, X2270 en de X4275 en het Sun Ultra 27 werkstation. De Sun Blade X6275 servermodule tot slot is bedoeld voor high-performance computing. De systemen kunnen uit de voeten met meerdere besturingssystemen waaronder Solaris, Linux en Windows. Voor het modulaire systeem Sun Blade 6048 dat al langer op de markt is, heeft Sun een ‘Cooling Door’ ontwikkeld. Dit koel systeem heeft een capaciteit van 35 kW per rack en is volgens Sun bedoeld om de bestaande koelingssystemen te ontzien. Meer informatie: www.sun.com
brocade brengt fc en cee samen Brocade introduceert een oplossing voor het samenbrengen van Fibre Channel (FC) en Converged Enhanced Ethernet (CEE). De oplossing is op Fibre Channel over Ethernet (FCoE) gebaseerd. Dit heeft het bedrijf bekendgemaakt op de Storage Networking World 2009. FCoE heeft een aantal voordelen. Zo kan de technologie naadloos integreren met bestaande FC-omgevingen. Doordat gebruik kan worden gemaakt van CEE zijn minder serveradapters, kabels en switchpoorten nodig. Hierdoor neemt het energieverbruik af en is minder koeling noodzakelijk. Brocade heeft twee nieuwe producten geïntroduceerd die FCoE en CEE ondersteunen. Het gaat om de Brocade 8000 Switch, een multiprotocol FCoE switch. Het apparaat beschikt over 24 10 GE CEE-poorten en acht FC-poorten. Deze ondersteunen snelheden tot 8 Gbps. Daarnaast kondigt het bedrijf de Brocade 1010/1020 Converged Network Adapters aan. Hiermee is het mogelijk tot 500.000 IOPS per poort te leveren. Meer informatie: www.brocade.com
datac e nte rwo r ks
apc en bull meten energie-efficiëntie
van datacenters
APC, leverancier van diensten voor bedrijfskritieke communicatie en beveiliging, en Bull, leverancier van IT-oplossingen, lanceren diensten voor het meten van energieefficiëntie van datacenters. Met de resultaten van de metingen wordt een advies opgesteld dat moet leiden tot efficiënter energiegebruik. De diensten zijn niet afhankelijk van een leverancier. Hierdoor kan alle aanwezige apparatuur in het datacenter worden onderzocht. Met de diensten worden datacenters gecontroleerd op onder andere het energiegebruik van de aanwezige IT, de Power Usage Effectiveness en koelingsmaatregelen. APC en Bull noemen onder meer de lucht-
stroom, de scheiding van warme en koude lucht en verouderde ITen UPS-systemen veel voorkomende verbeterpunten. Meer informatie: www.emc.com en www.bull.com
advertentie
APC neemt NetBotz onder handen APC heeft een nieuwe generatie aangekondigd van zijn NetBotz monitoringproducten voor in datacenters. NetBotz bestaat uit een reeks apparaten die bewegingen detecteren en alarmslaan als bepaalde activiteiten mogelijk een bedreiging zijn voor de fysieke infrastructuur van het datacenter. In de nieuwe generatie zijn onder andere de camera’s verbeterd, worden meer kabeltypen ondersteund en is ondersteuning toegevoegd voor Power over Ethernet. Daarnaast heeft APC enkele Pelco IP-camera’s geïntegreerd in de NetBotz-software. NetBotz-camera’s zijn omgekeerd ook te beheren met de software van Pelco, wat evenals APC een dochter is van Schneider Electric. Meer informatie: www.apcc.com
ACG klimaattechniek: dé specialist in het creëren van het juiste klimaat in datacenters.
ACG klimaattechniek adviseert, ontwerpt en installeert bedrijfszekere en energiezuinige klimaatoplossingen. Ook in úw computerruimte of datacenter. Kijk op: www.acgklimaat.nl
-
klimaatadvies ontwerp realisatie onderhoud 24-uurs service energiezuinige klimaatoplossingen
Westbaan 280 - 2841 MC Moordrecht 0182 395388 - [email protected] - www.acgklimaat.nl
p ro d u c tn i e uws
Raritan biedt oplossing voor volle serverruimtes Raritan heeft zijn Dominion KX II-portfolio uitgebreid met twee enterprise-class KVM-over-IP-switches die acht externe gebruikers tegelijk ondersteunen. Met de Dominion KX2-864 en KX2-832-switches kunnen beheerders op afstand toegang krijgen tot respectievelijk maximaal 64 of 32 servers. Raritan is daarmee naar eigen zeggen het enige bedrijf dat digitale KVMswitches met 64 poorten levert. De KX II biedt toegang op BIOS-niveau, zodat alle servers, met inbegrip van blades, op elk moment toegankelijk zijn – zelfs als het besturingssysteem van de server niet werkt. De KX II biedt tevens mogelijkheden voor installatie van software, bestandsoverdracht, het maken van back-ups van gegevens en het uitvoeren van diagnostische handelingen op afstand door middel van de
Universal Virtual Media-functie. Daarnaast kan de stroomtoevoer naar de servers worden geregeld met behulp van optionele externe voedingsuitgangen. “Onze nieuwe modellen KX2-864 en KX2832 zijn ideaal voor serverruimtes met een hoge dichtheid waarvoor een hoog niveau van toegankelijkheid en betrouwbaarheid vereist is”, aldus Peter Suriani, directeur van Product Management bij Raritan. “Bovendien is de inzet ervan kosteffectiever, zowel wanneer wordt gekeken naar de kosten per poort als vanuit het onderhoudsperspectief, dan de inzet van meerdere kleinere switches. De 864 is bijvoorbeeld kosteffectiever dan vier 2X16-switches.” De nieuwe voorziening Extended Local Port van Raritan, beschikbaar op de modellen KX2-864 en KX2-832, draagt bij
nexans beheert energieverbruik en koeling met emac
Nexans lanceert het Environmental Monitoring and Access Control-systeem (EMAC). Met EMAC kunnen managers het energieverbruik en de koeling van hun datacenter in de gaten houden. Door de steeds verder groeiende verwerkingscapaciteit en fysieke omvang van datacenters wordt hier steeds meer overtollige warmte ontwikkeld. Dit wordt veroorzaakt door een toenemend stroomverbruik en onvoldoende koeling. Met EMAC, een intelligent beheersysteem voor energieverbruik en koeling kunnen managers realtime
42 |
gegevens opvragen. Hierdoor kan het stroomverbruik en de infrastructuur van het datacenter op een efficiëntere manier beheerd worden. Daarnaast biedt EMAC een aantal beveiligingsmaatregelen. Met deze maatregelen kan onrechtmatig gebruik van stopcontacten en plaatsing van apparatuur tegen worden gegaan. Ook is het systeem uit te breiden voor het in de gaten houden van onder andere temperatuur, vochtigheid en lekkage. Meer informatie: www.nexans.com
tot een hogere productiviteit door de lokale poort toegankelijk te maken via een ander systeem of op een andere plaats in het datacenter, of via een Raritan Paragon IIswitch voor geconsolideerde toegang. Met deze nieuwe voorziening kan bijvoorbeeld uitgebreide toegang worden geboden in een controleruimte of NOC, of kan de toegang worden verlegd naar een ruimte naast het datacenter. Meer informatie: www.raritan.nl
Green IT Rooms maakt datacenters klimaatneutraal All IT Rooms introduceert het concept Green IT Rooms. Het concept heeft als doelstelling het bouwen van energiezuinige en -efficiënte datacenters. Het bedrijf biedt de mogelijkheid tot het inrichten van een klimaatneutraal datacenter. Een datacenter kan nog zo efficiënt zijn, het zal altijd stroom verbruiken. Green IT Rooms biedt klanten naast een energiezuinig datacenter daarom ook de mogelijkheid de CO2-uitstoot te compenseren. Hierdoor kan het datacenter toch klimaat neutraal worden. Een Green Cube is een van de voorzieningen die Green IT Rooms gebruikt voor het energieefficienter maken van een datacenter. Dit is een eigen ontwikkeling van het bedrijf die zorgt voor een fysieke scheiding van warme en koude lucht. Hierdoor neemt de efficiëntie van de koelinstallatie toe. Meer informatie: www.greenitrooms.com
datac e nte rwo r ks
emc lanceert opslagmethode
voor virtuele datacenters EMC heeft een nieuwe methode gelanceerd voor storage in het datacenter. Deze nieuwe architectuur is ontworpen voor het ondersteunen en het beheren van virtuele datacenters. De Virtual Matrix Architecture biedt een forse schaalbaarheid, stelt EMC: systemen tot honderdduizenden terabytes aan opslag, tientallen miljoenen IOPS en ondersteuning voor honderdduizenden VMware-servers (en andere virtuele servers) in een federale opslaginfrastructuur. De nieuwe architectuur biedt onder andere automatisering om het beheer van opslag te vereenvoudigen. Het kan resources on-demand schalen en verbruikt minder energie per terabyte aan data dan andere high-end opslagsystemen, claimt het concern.
De EMC Symmetrix V-Max is het eerste opslagsysteem dat is gebaseerd op deze nieuwe architectuur. Het hart van de nieuwe Symmetrix wordt gevormd door de zogeheten V-Max Engine die maximaal 128 Intel Xeon-processorcores kan bevatten en tot zestien hosts en zestien drive channel connections. Via de Virtual Matrix Architecture kunnen Symmetrix V-Max Engines zich met elkaar verbinden en resources delen. Zo kan een Symmetrix V-Max systeem worden geschaald tot wel 1024 GB aan geheugen. De mogelijkheid tot onderling verbinden, resources delen en lineair schalen is cruciaal aangezien virtuele machines en applicaties dynamisch worden toegevoegd en verschoven. Meer informatie: www.emc.com
rackspace komt met tool voor berekenen co2-uitstoot advertentie
Your cooling our business
www.western.nl 033 247 78 00 Hoevelaken
Rackspace, een grote speler in de hostingmarkt, kondigt een nieuwe tool aan waarmee klanten hun impact op het milieu kunnen beoordelen en verminderen. Met de oplossing kan de gebruiker een schatting maken van zijn totale CO2-uitstoot. Het project is ontwikkeld door NativeEnergy, leverancier van oplossing op het gebied van CO2-compensatie en het verminderen van emissie. De tool van Rackspace geeft de klant ook gelijk toegang tot informatie die hen in staat moet stellen hun uitstoot te verminderen. CO2-uitstoot moet hierbij breed worden geïnterpreteerd. Denk hierbij naast energieefficiënte apparatuur ook aan de manier waarop hardware is verpakt. Daarnaast is het mogelijk de NativeEnergy CO2-compensatie aan te schaffen waardoor klanten een positieve impact op het milieu hebben. Met het bedrag dat hiervoor wordt betaald, steunt NativeEnergy energieprojecten met een positief effect op het milieu. Meer informatie: www.rackspace.com
|43
p ro d u c tn i e uws
Siemon geeft Z-Tool gratis weg Bekabelingsspecialist Siemon breidt het onlangs geïntroduceerde RJ45 Cat. 6A-systeem Z-Max uit met de Z-Tool voor het afmonteren van de kabels. Ter introductie biedt Siemon deze afmontagetool een beperkte periode gratis aan bij iedere doos met twintig Z-Max-outlets. De afmontagetechnologie in het Z-Max-systeem is gebaseerd op het zero-cross-principe, dat het splitsen of kruisen van twisted pairs voorkomt. Dankzij de lineaire Z-Max termination-module kunnen de twisted pairs gemakkelijk afgemonteerd worden zonder de volgorde ervan te veranderen, waardoor de gegevensoverdracht optimaal blijft.
Met de Z-Tool zijn zowel Categorie 6A UTP- als shielded connectoren binnen de 60 seconden af te monteren, inclusief het voorbereidingswerk aan de kabels, zo belooft Siemon. De Z-MAX-module past precies in de behuizing van de tool. Met het hendeltje zorgt de installateur ervoor dat de tool de aderparen samenknijpt en ze in dezelfde beweging installeert. Meer informatie: www.siemon.com
advertentie
CERTIFIED DATA CENTER PROFESSIONAL TUNIX Internet Security & Opleidingen biedt de voor Nederland unieke tweedaagse cursus Certified Data Center Professional (CDCP) aan voor personen die een beperkte kennis hebben van het ontwerpen, onderhouden of beheren van een datacenter of serverruimte. Naast IT-specialisten ook geschikt voor airco-specialisten en elektrospecialisten die betrokken zijn bij de bouw van een serverruimte. Tijdens deze cursus leert u alle basiselementen voor het inrichten, beheren en onderhouden van uw datacenter of serverruimte. Daarnaast krijgt u tips over hoe u de effectiviteit van uw datacenter kunt verbeteren en het onderhoud en beheer kunt optimaliseren. De cursus wordt afgesloten met een examen en bij het
Behaal in 2 da gen het certificaat:
CERTIFIED DATA CENTER PROFESSIONA L
behalen van dit examen krijgt u het internationaal erkende certificaat CDCP. TUNIX Internet Security & Opleidingen Cursuslocatie: Plesmanstraat 36b 3905 KZ Veenendaal
TUNIX/Security as a Service
Tel. opleidingen: 024-3455055 Fax: 024-3455001 E-mail: [email protected]
www.tunix.nl
B ICSI
datac e nte rwo r ks datac e nte rwo r ks
Glasvezeltesten In de maart/april-editie van Bicsinews staat een uitgebreid artikel over het in de praktijk testen van glasvezelverbindingen. Zoals waarschijnlijk bij iedereen bekend, is het verliesbudget voor hogesnelheidnetwerkverbindingen, zoals Gb- en 10 Gb-ethernet, veel kleiner dan vroeger voor de 10 en 100 Mbps-ethernetverbindingen. Hierdoor moeten de horizontale koperaansluitingen en de verticale glasvezelverbindingen in kantoorgebouwen en datacenters zowel zorgvuldiger worden aangelegd als op hun mogelijke prestaties worden getest. Dat klinkt heel logisch, maar blijkt in de praktijk toch niet zo eenvoudig te zijn! Om zoveel mogelijk fouten te voorkomen, beschrijft het artikel van Jay Paul Myers RCCD in duidelijke taal de ‘best practices’ voor glasvezeltesten, wat daarbij fout kan gaan en wat de meest voorkomende oorzaken van te hoge verbindingsverliezen zijn. Voor iedereen die in de eigen praktijk te maken heeft met de uitvoering of controle van glasvezeltesten is dit diepgaande technische artikel een absolute aanrader. De essentie van correcte glasvezeltesten is goed kalibreren, de tester correct aansluiten op de te meten verbinding en twee connectorovergangen toevoegen. Hoe kan zoiets simpels, toch regelmatig fout gaan? Allereerst omdat de test- en kalibratiemethode afhankelijk is van de gebruikte testapparatuur; een OLTS (optical loss test set) of een generieke certificeringtester die is uitgebreid met een glasvezelkit. Ten tweede zijn er verschillende normen om multimode en single-
ITS Design Fundamentals Program Cursussen
mode glasvezel te kalibreren en worden er in de praktijk verschillende soorten multimode gebruikt. Een regelmatig voorkomende fout is om een 50 micron-multimode glasvezelverbinding met een 62,5 micron-testkabel te testen. Het verzenden van een testsignaal van een 62,5-kern in een 50-kern veroorzaakt alleen al tussen de 3 – 5 dB verlies, terwijl het totale budget voor een 10 Gb-ethernet glasvezelverbinding slechts 2,6 dB is. Ook zijn de twee connectorovergangen van belang, omdat deze een groot verlies vertegenwoordigen in vergelijking met de kabellengte zelf. Anders is de meting totaal niet representatief. Ten slotte stelt het gebruik van de huidige VCSE-lasers (vertical cavity surface emitting lasers) in vergelijking met de vroegere LED’s (light emitting diode) hogere eisen aan de connectorafwerking.
bicsi nieuws en training Twee belangrijke middelen voor Bicsi om kennis en ervaringen uit te wisselen onder de leden, zijn het publiceren van een periodieke nieuwsbrief en het organiseren van gespecialiseerde technische trainingen. Een korte impressie van beide initiatieven voor en door professionals op het gebied van netwerkinfrastructuren.
kort nieuws
Begin dit jaar heeft Bicsi een compleet nieuw programma geïntroduceerd om een gedegen basiskennis te leggen voor mensen die een carrière willen beginnen in het ontwerpen van netwerkinfrastructuren. Dit is het ITS Design Fundamentals Program. Na deze cursus is het mogelijk de opgedane kennis te verdiepen en te verrijken tot het wereldwijd erkende RCDD-niveau, of te kiezen voor één van de vele specialisaties, zoals outdoor plant of wireless. Voorheen waren die specialisaties alleen beschikbaar als uitbreiding op de RCDDstatus, wat voor een aantal mensen een stap te ver was. Behalve in klassikale vorm op verschillende locaties in de wereld, zijn de meeste Bicsi-trainingen ook 24 uur per dag online via Bicsi Connect te volgen. Heeft u interesse gekregen in de activiteiten en trainingen van Bicsi? Bezoek dan www.bicsi.org, de Europese conferentie op 22 juni aanstaande in Dublin, of stuur gewoon een e-mail naar [email protected].
Peter Gloudemans is directeur/eigenaar van AddIT Benelux en nauw betrokken bij de ontwikkeling van Bicsi. |45
co lum n
Colofon datac e nte rwo r ks is hét vakblad over de technische infrastructuur van datacenters.
jaargang 2, april 2009, nummer 3 datacenterworks verschijnt negenmaal per jaar. toezending geschiedt op abonne mentbasis en controlled circulation. u itg e v e r robbert hoeffnagel
lekbak onder de vloer?
[email protected]
H o o f d r e dacti e
ferry waterkamp [email protected] e i n d r e dacte u r m. rubel p o sta d r e s r e dacti e
De eerste datacenters werden gerealiseerd in een geconditioneerde ruimte, voorzien van een verhoogde vloer. Op deze verhoogde vloer werden 19 inch-kasten geplaatst. Onder deze verhoogde vloer werd een kabeltracé aangelegd en werd zoveel mogelijk van de installatie geïnstalleerd. Door de continue vraag naar meer bandbreedte en rekencapaciteit kwamen er bladeservers op de markt; hierdoor kunnen er meer servers per kast worden geplaatst. De gevolgen van deze groei hield in dat de warmteontwikkeling per kast vele malen groter werd. Grote airconditioners waren nodig om het datacenter te koelen. Hierbij wordt de ruimte onder de computervloeren gebruikt als aanvoerkanaal van koele lucht. Om de toevoer van koude lucht niet te hinderen, verhuisden alle obstakels van onder de vloer, zoals kabelgoten en kabelbundels, naar boven op de serverkasten. Er is in de datacenterwereld een groene trend; het (koel-)energieverbruik moet drastisch omlaag. Dit is goed voor het milieu en levert grote bezuinigingen op in de operationele kosten. Het lagere energieverbruik wordt onder andere gevonden in efficiëntere koeling, bij voorkeur zo dicht mogelijk bij de bron. Diverse leveranciers van kasten komen met slimme oplossingen in en om de serverkasten waarbij gebruik wordt gemaakt van waterkoeling. Het gevolg hiervan is dat de ruimte onder de verhoogde vloer niet meer gebruikt hoeft te worden als een ‘luchtkanaal’ van koellucht. De ruimte onder de verhoogde vloeren is bij toepassing van de waterkoeling niet langer meer van belang voor een goede koeling van de apparatuur. Waarom brengen we tegelijk met de watergekoelde oplossingen de datakabels niet aan onder de computervloer? Dit is goedkoper en sneller aan te brengen en ziet er esthetisch beter uit. De eindgebruikers zullen op alle fronten gelukkiger worden! We zullen alleen moeten wennen aan koelvloeistoffen in de computerruimten omdat beheerders van datacenters geen vloeistoffen in hun ruimten willen in verband met eventuele lekkages. Om dit gevoel weg te nemen, zouden we de kabelgoten onder de vloer maar vrij van de constructievloer kunnen aanbrengen. De ruimte tussen de constructievloer en de goten zal dan dienst doen als grote lekbak. Eventueel kunnen de koelleidingen worden aangebracht tussen schotten zodat bij eventuele lekkage vloeistoffen niet de kwetsbare datakabels nat kunnen maken. In combinatie met vochtdetectoren op de vloer en een signaleringssysteem creëren we een waterdichte oplossing.
postbus 82, 2460 ab ter aar te l e f o o n 079 341 66 32 e - m a i l [email protected] a dv e rte nti e - e xp lo itati e
bureau van vliet bv, ruud van viersen postbus 20, 2040 aa zandvoort te l e f o o n 023 571 47 45 e m a i l [email protected] i n d it n u m m e r b i j d r ag e n va n
elvira dragstra, bart dronkert, barry elliott, peter gloudemans, edward van leent, teus molenaar, paul petersen, rob van der plas, martin verweij, ferry waterkamp, loek wilden vo r m g e v i n g laura willemsen
gra sch ontwerp
druk
jb&a, gra sche communicatie, rotterdam kopij kan worden ingezonden in overleg met de redactie. geplaatste artikelen vertegenwoordigen niet noodzakelijk de mening van de redactie. de redactie noch de uitgever aanvaarden enige aansprakelijkheid voor de inhoud van artikelen van derden, ingezonden mededelingen, advertenties en de juistheid van genoemde data en prijzen. fotokopie en overname van artikelen, geheel of gedeeltelijk op welke wijze dan ook, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van de redactie en onder vermelding van: ‘overgenomen uit datacenterworks, vakblad over de technische infrastructuur van datacenters’, met vermelding van de jaargang en het nummer.
Rob van der Plas, Bicsi RCDD en technisch consultant bij Unica ICT Networks
46 |
datacenterworks is een uitgave van fenceworks bv
datac e nte rwo r ks
DatacenterWorks nu ook online
Kijk voor alle artikelen en het laatste nieuws op www.datacenterworks.nl (En voor datacentervideo’s op www.youtube.com/user/DatacenterWorks)
Nu kunt u datacenters efficiënt ontwerpen op basis van ¤70 miljoen aan onderzoek cture
y nerg s ng E re enti ta Cent m e l Imp ient Da Effic
ite d Arch prove , An Im -Efficiency h ig for H nsity e -D h Hig entres Data C
Deployi n Zones g High-Densi in ty Data C a Low-Densi entre ty
Row The Advantages of and Rack-Oriented es Cooling Architectur for Data Centres
White
Paper
#130
White Paper #130
White 30
#1 per
ite Pa
Wh
Pow Cap er an d for acity M Cool in Dat a C anag g e ent res ment
Paper
#130
Wh
ite
“Implementing Energy Efficient Data Centres” White Paper nr. 114 ¤ 00
51
GRATIS!
“An Improved Architecture for High-Efficiency, High-Density Data Centres”
“The Advantages of Row and Rack-Oriented Cooling Architectures for Data Centres”
White Paper nr. 126
White Paper nr. 130 00 ¤
94 GRATIS!
¤
00
67
GRATIS!
Pap
er #
150
“Deploying High-Density Zones in a Low-Density Data Centre”
“Power and Cooling Capacity Management for Data Centres”
White Paper nr. 134
White Paper nr. 150
90 GRATIS!
¤
00
17700 GRATIS!
¤
Download GRATIS whitepapers van APC om de meest voorkomende fouten bij het plannen van IT-stroomvoorziening en –koeling te voorkomen Zorg dat u beschikt over een plan voor uw datacenter. We hebben duizenden klanten gesproken, van Baltimore tot Beijing, en hebben de goede, minder goede en ook slechte maatregelen gezien die klanten troffen bij de planning van hun datacenter. In veel gevallen was er door omzetvermindering en bezuinigingen helemaal geen plan.
Krijg antwoorden op uw vragen en voorkom toekomstige problemen. Weten u en uw personeel wat de tien belangrijkste fouten zijn die u moet vermijden? De gemakkelijkste manier om koeling te verbeteren zonder dat het u iets kost? U vindt deze antwoorden en meer in onze nieuwste verzameling whitepapers. Profiteer vandaag van onze waardevolle onderzoeken en bespaar uzelf onkosten en problemen in de toekomst. Ga naar www.apc.com voor meer informatie over de beschikbaarheidsoplossingen van APC.
De moeite Download GRATIS uw white paper(s) binnen de komende 30 dagen en maak kans om waard... een iPod touch* te winnen!
The Advantages of Row Power and Cooling Capacity Management for Data Centres and Rack-Oriented Five Basic Steps for Efficient Cooling Architectures Space Organization within forEnclosures Data Centres High-Density
White Paper #130
Kijk op onze website op http://promo.apc.com en gebruik toegangscode 72099v Tel +31 (0)800 0203244 • Fax +31 (0) 347 325 225
©2009 American Power Conversion Corporation. Alle handelsmerken zijn eigendom van Schneider Electric Industries S.A.S., American Power Conversion Corporation, of zijn dochterondernemingen. 998-1765_NL Alle andere handelsmerken zijn eigendom van de respectievelijke eigenaren. *Apple is not a participant in or sponsor of this promotion APC Benelux - Postbus 219 - 4130 EE Vianen - Nederland