NR.04 13 oktober 2014
onafhankelijk universiteitsblad Max Risselada
Architectuur als ontdekkingstocht Herman Wijffels
Van hebben naar zijn
Classroom space
There isn't enough
Stop de pretpakketten
english pages see page 28
2
Delta
TU Delft
8 Delta nr. 4
13 oktober
2014
“De foto hoort bij een verhaal over postpakketten die wel of niet terecht binnenkomen bij de postkamer van de TU. Uiteraard horen daar desbetreffende pakketten bij, maar die zijn er natuurlijk niet als je de bewuste foto moet maken. Het is altijd weer een uitdaging om de juiste attributen te vinden. (Fotograaf Hans Stakelbeek)
REAGEER!
12
www.delta.tudelft.nl
colofon
Delta is het informatie- en opinieblad van de TU Delft, verzorgd door een journalistiek onafhankelijke redactie.
Redactie Frank Nuijens (hoofdredacteur) - @franknu, Katja Wijnands - @kwijnands, Dorine van Gorp - @dorinevangorp, Saskia Bonger - @sbonger, Tomas van Dijk - @tomasvd, Connie van Uffelen - @connievanu, Jos Wassink - @joswashere Medewerkers aan dit nummer Jorinde Benner, Robbert Fokkink, Phillip Gangan, Auke Herrema, Job Hogewoning, Christian Jongeneel, Damini Purkayastha, Folkert van der Meulen Bosma, Thomas Platzer, Molly Quell, Daniela Stow, Jimmy Tigges Foto’s Sam Rentmeester, Hans Stakelbeek
Bladconcept en vormgeving Maters & Hermsen, Leiden Lay-Out Liesbeth van Dam Redactie-adres Universiteitsbibliotheek, Prometheusplein 1, 2628 ZC Delft, 015 278 4848,
[email protected] Advertenties H&J Uitgevers, 010 451 5510,
[email protected] Druk Edauw & Johannissen Oplage 8.000 Jaargang 47 ISSN 2213-8838 Meld je aan voor de wekelijkse nieuwsbrief op de website. Meer informatie op: www.delta.tudelft.nl/colofon
cover
interview
Privépost
max risselada
Kinderspeelgoed, lingerie, fitnessapparatuur. Mensen laten van alles op de universiteit bezorgen en versturen op kosten van de TU Delft privépakketten de wereld rond. Tijd voor maatregelen.
Voor zijn afscheid bouwde architectuurhoogleraar Max Risselada een tentoonstelling, Patient (Re)Search. "Het gaat om het zoeken. Eerst heel onbewust iets zien, dan geïntrigeerd blijven en er steeds verder in doorgaan."
Delta
3
TU Delft
18
28 reportage
english pages
filmliefhebbers
space for classes
Meer studenten naar het filmhuis trekken. Dat wil de nieuwe studentencommissie van Filmhuis Lumen. De zeven kiezen elke drie weken een film die op speciale studentenavonden gedraaid zal worden.
The university is resorting to some creative measures to find adequate classroom space for the growing number of students. The first in a series on space on campus.
Delta 05 verschijnt op maandag 3 november
VERDER Column Kort nieuws Nieuwsinterview nieuws master sport lifestyle achtergrond leuk bedacht desgevraagd cartoon Survival Guide science
04 05 06 07 15 16 17 22 25 27 29 30 31
columnThomasplatzerspam
Delta Iedereen krijgt het. Het is nóg eerlijker dan de griep. Ongeacht je ras, geloof of afkomst…heb je een digitale brievenbus, dan krijg je spam! Maar waarom bestaat het eigenlijk? Niemand gaat zijn tijd en geld investeren in het versturen van g_e_b_r_@k_k_i_g geformuleerde advertenties aan de gehele digitale wereldbevolking, als het niet loont. Er moeten mensen zijn, die hun spam aandachtig lezen. Die doelbewust klikken op de link ‘Buy best cheap drugs here’. Mensen die zorgvuldig hun creditcardgegevens invullen. Omdat ze geloven (of hopen) dat hun leven daar beter van zal worden. Blijkbaar zijn er genoeg mensen die hun apotheekboodschappen via spam doen om de spam business lucratief te maken. Wat zou er moeten gebeuren, wil ik één van die mensen worden? Een korte introductie in ‘flyertechniek’. Er is een oud Chinees spreekwoord dat zegt: ‘Vertel de wereld dat een gezegde Chinees is en er zal iemand zijn die het gelooft’. Zo werkt spam. Het is flyers strooien in cyberspace. Flyers in een winkelcentrum zijn gemaakt voor iedereen met minstens één lege hand. Spam op internet is gemaakt voor iedereen met minstens één werkend mailadres. Ook al gooi ik de flyer ongelezen weg, ik kijk toch heel even wat er op staat. Ook al wis ik in één klik al mijn spam, ik scan er toch even doorheen of er geen ‘echte’ mail tussen zit. Dus dat is stap één. Ik dénk dat ik het ongezien weggooi, maar ik lees het toch een beetje. Wat is er dan nog voor nodig waardoor ik daadwerkelijk klant word? En daarmee de spammer bestaansrecht geef? In de marketing kent men de 4p’s: product, plaats, promotie en prijs. Als ik op het juiste moment het juiste product op mijn netvlies krijg, zal ik denken: waar is mijn creditcard? Ik heb die viagra nú nodig! En daar maakt de 'spamtrepreneur' keer op keer dezelfde fout. Want ik houd niet van gokken, ik heb geen chronische pijn of erectieproblemen en ik heb al genoeg geld geleend. Ik heb andere behoeftes en problemen. Hoe kom ik aan relevante spam? Ooit dacht ik nog dat iedereen dezelfde spam krijgt. Maar niets is minder waar. Ik kwam daar per ongeluk achter. Toen ik de domeinnaam thomasplatzer.nl registreerde met het bijbehorende e-mailadres, veranderde mijn wereld voorgoed. Ineens kreeg ik heel verfrissende spam! Degelijke spam. Duitse spam (noemen ze trouwens in Duitsland ook gewoon spammail. Niet ‘Dosenfleischpost’). Sterk afgeprijsde stofzuigers, bureaustoelen en stropdassen! Wat een verademing. So macht Spam wieder Spaß! En zo heb ik mijn eerste spamaankoop gedaan, want mijn bureaustoel was al jaren aan vervanging toe. En ik ben keiblij met m’n Wagner Drehstühl. Ook al is het een Chinese kopie. Lang leve Späm!
Thomas Platzer is alumnus werktuigbouwkunde en eigenaar van trainingsbureau Creactor. Hij probeert mensen te leren hoe ze vindingrijk, origineel en vernieuwend kunnen blijven in hun werk.
TU Delft
1 Er is in Delft nu genoeg woonbegeleiding voor studenten met autisme.
ja
Stumass (Studeren met ASS, Autisme Spectrum Stoornis red.) heeft begin september een derde locatie in Delft geopend waar studenten met autisme woonbegeleiding krijgen. Het gaat om een rustige plek in het centrum, waar nog enkele kamers vrij zijn. In totaal biedt Stumass in Delft nu plek aan 22 studenten. Die moeten na hun studie wel andere woonruimte zoeken, vertelt Eelke Eggink, leidinggevende bij Stumass regio West. 4 In principe zijn alle woningen geschikt voor woonbegeleiding aan studenten met autisme.
2 Studenten met autisme die in een huis van Stumass wonen, studeren succesvoller dan wanneer zij zelfstandig zouden wonen.
ja
3 Het is stigmatiserend om studenten met autisme samen in een huis te zetten.
nee
ja
5 Op welke stelling wil je terugkomen? “Op 1. Er is een grote vraag naar begeleiding voor studenten met autisme. Nu we open plekken hebben, zou je zeggen dat er geen tekort is. Maar de vraag die ons nog niet bereikt heeft, is groter. Dat weten we door verwijzers waaronder de TU Delft, en door de aanvragen die niet worden gehonoreerd omdat er bijvoorbeeld geen indicatie is of omdat er soms sprake is van meervoudige problematiek. De landelijke wachtlijst is groter dan het aantal plekken dat we kunnen bieden.”
71 De meeste Nederlandse universiteiten verliezen terrein in de wereldwijde ranking van het Britse tijdschrift Times Higher Education (THE). Nederland staat op de vierde plaats in het landenklassement, één plaats lager dan in 2013. Ook de TU Delft is wat gezakt, van 69 naar 71. THE-samensteller Phil Baty vindt het nog steeds een ‘uitzonderlijke prestatie, gezien de omvang en rijkdom van het land’. “Met elf universiteiten in de top-200 heeft Nederland overduidelijk een bijzonder sterk onderwijssysteem.” Een waarschuwing heeft hij ook. “In de wereldwijde kenniseconomie wordt de strijd heviger. Nederland zal moeten investeren en hard moeten werken aan een strategie om competitief te blijven.” delta.tudelft.nl/28868
Tweet Ingrid Mulder, universitair hoofddocent bij Industrieel Ontwerpen: “Ik was uitgenodigd door de Vrienden van het Nederlands Openluchtmuseum in Arnhem. Die willen kijken hoe de toekomst van het Openluchtmuseum eruit kan zien. Hoe kun je in het nu, toch bepaalde dingen van vroeger laten zien. Ik vroeg hoe zij de rol van ict zien. Als schrikbeeld of als wensbeeld? Vaak wordt gezegd dat iets niet kan, maar mijn aanpak is: hoe kunnen we het wél mogelijk maken? Ik moedig nieuwsgierigheid en durf aan. Doen is het nieuwe denken. Kijk met elkaar waarom dingen niet kunnen. Verken de grenzen. Een concreet voorbeeld is het project: Ik ben sterk. Dat ging over jongeren uit Rotterdam-Zuid die ‘buiten de boot vallen’. We vroegen ze: wat zou je willen? Een meisje antwoordde: modeontwerper worden. Wat heb je daarvoor nodig? Een logo. Nou, ga dan eens tekenen. Door te doen, ontdekten de jongeren hun verborgen talent, gingen ze daarover met elkaar in gesprek en ondernamen ze actie. Ze is nu toegelaten tot de modevakschool. Er ontstaan zo mooie dingen die echt maatschappelijk innovatief zijn. Ik probeer studenten dat bij te brengen: het ontwerpen van interacties tussen mensen op stedelijk niveau. Urban interaction design.”
(Foto: Eelke Eggink)
4
Kort Meer en uitgebreider nieuws op www.delta.tudelft.nl
Architect
Studenten bouwkunde willen uitstel van de Beroepservaringsperiode. Vanaf 1 januari 2015 moeten afgestudeerden die periode van twee jaar verplicht doorlopen, voordat zij zich architect mogen noemen. De studenten vinden de timing verkeerd. Bovendien zijn er volgens hen te veel losse eindjes. delta.tudelft.nl/ 28907 Na vijf maal goud in Australië, haalde het Nuon Solar Team zaterdag 4 oktober ook de hoofdprijs in Zuid-Afrika. Met zonnewagen Nuna7S reden de Delftse studenten 4227,8 kilometer in de Sasol Solar Challenge. Dat is bijna 1500 kilometer meer dan de nummer twee, het Anadolu Solar Team uit Turkije. (Foto: Hans Peter van Velthoven) delta.tudelft.nl/28885
De week van... Biologen Freek Appels en Kasia Lukasiewicz van de Universiteit Utrecht meten bij IO (in het Foundational Lab) de stevigheid van schimmeldraden voor een kunstproject. Freek Appels: “Wij doen onderzoek naar mycelium. Dat zijn de netwerken die schimmels maken met hun draden. Vergelijk het maar met de wortelstelsels van planten, maar dan veel hechter. Het materiaal lijkt een beetje op leer. Je kunt er van alles mee maken. Tafels bijvoorbeeld, maar ook tafellakens en douchegordijnen. Dat is afhankelijk van de wijze hoe je het verwerkt. Behandel je het met zuren, dan wordt het hard. Van glycerol wordt het flexibel. Het zou mooi zijn als dit materiaal een vervanger kon zijn van plastic.”
Lukasiewicz: “We zijn deze week in Delft om te meten hoe sterk het is. Er zijn maar weinig apparaten in het land waar dat mee kan. Een ervan staat hier, de dynamic mechanical analyzer. Uiteindelijk is het onze bedoeling om samen met kunstenaars kunstwerken te maken van mycelium.” (Foto: Tomas van Dijk) Docent Nederlands, Astrid van Laar (TBM), bereidt een powerpointpresentatie voor van de ‘Delftse Methode’ “De Delftse Methode is een lesmethode Nederlands voor buitenlanders die aan de TU is ontwikkeld in de jaren tachtig door toenmalige hoogleraar toegepaste taalkunde Bondi Scarone. In die periode kwamen de eerste groepen Chinezen
naar Delft. De methode is beroemd. Binnen een half jaar ga je van nul naar een hoog niveau. Zelf heb je waarschijnlijk je talen geleerd door grammaticaregels uit je hoofd te leren. En met zinnetjes als ‘papa fume une pipe’. Dat slaat nergens op. Scarone bedacht dat je eerst de meest frequente woorden moet leren. En je hoeft niet alles van de grammatica te snappen. Om auto te rijden hoef je ook niet te weten hoe de wagen precies in elkaar zit. Door gewoon maar te beginnen met praten merk je vanzelf wat wel en wat niet werkt. Precies zo leren ook kinderen een taal. Ik ga aan vijfentwintig docenten Nederlands uit heel het land uitleggen hoe de methode werkt.” (Foto: Tomas van Dijk)
Commissaris
TU-collegevoorzitter Dirk Jan van den Berg is per 1 oktober 2014 lid van de raad van commissarissen van de N.V. Nederlandse Gasunie. Van den Berg is sinds 2008 collegevoorzitter van de TU. Daarvoor was hij onder meer ambassadeur in China en permanent vertegenwoordiger van Nederland bij de Verenigde Naties in New York.
Dare
Het is het Dare-raketteam niet gelukt om een hoogterecord te vestigen met hun zelfontworpen en -gebouwde Stratos II. De raket kwam op de laatste lanceerdag vrijdag 3 oktober niet omhoog. Een bevroren klep van de brandstofaanvoer (lachgas) gooide roet in het eten. Door een klein lek in een leiding was de temperatuur ter plaatse sterk gedaald. De studenten mikken nu op een nieuwe lancering in de zomer, eveneens in Zuid-Spanje.
Engels
Over drie á vier jaar zijn alle bacheloropleidingen aan de TU in het Engels. Dat verwacht althans collegevoorzitter Dirk Jan van den Berg. De universiteit laat het aan de faculteiten om hun tempo te bepalen. delta.tudelft.nl/28860
Feest
Flyeren en posters plakken om evenementen of feestjes te promoten onder studenten behoren tot het verleden als het ligt aan de studenten van Klockon.com. Hun website moet ervoor zorgen dat niemand nog een leuk uitje hoeft te missen. delta.tudelft.nl/28866
6
Delta
TU Delft
Oras start meldpunt harde knip Studentenraadsfractie Oras heeft een meldpunt opgezet voor studenten die problemen ondervinden door de 'harde knip' tussen de bachelor en de master. Dit jaar moeten studenten aan de TU Delft hun bacheloropleiding volledig hebben afgerond voordat zij aan hun masteropleiding mogen beginnen. De zevende-semesterherkansingen zijn voor het laatst aangeboden en de hardheidsclausule voor uitzonderingsgevallen is afgeschaft. Volgens Oras lijkt het er op dat dit steeds meer studenten treft. De stu-
dentenraadsfractie zou al tien tot vijftien gevallen kennen. Het gaat bijvoorbeeld om studenten die drie studiepunten missen doordat ze ziek waren, en die punten pas weer in het laatste kwartaal kunnen halen. “Je betaalt dan een jaar collegegeld en verspeelt een jaar door drie punten”, zegt Jeroen Delfos. Hij is namens Oras studentenraadvoorzitter. Momenteel maakt de TU gebruik van maatwerk voor de harde knip, maar dat volstaat volgens Delfos niet. “Elke studieadviseur en examencommissie gaat er anders mee om”, zegt hij. “Er moeten richtlijnen komen waardoor er minder willekeur is.” Directeur onderwijs en studentenzaken Timo Kos zegt dit niet te herkennen. “Als er echt sprake is van een bijzondere omstandigheid, kan er in
overleg met de studieadviseur op individuele basis wat geregeld worden, zoals een extra of een mondeling tentamen. Dat was al zo, maar wettelijk is het niet meer mogelijk om studenten
‘Er is een wettelijk kader en dat is helder’ via een inschrijving alvast te laten beginnen met een master. We gaan niet meer voor de hele TU een extra ronde herkansingen aanbieden. Dat kan niet meer.” Kos wijst er op dat studenten soms jarenlang iets voor zich uit schuiven of
al veel herkansingen hebben gedaan. “Dan gaan wij niet op het laatste moment nog wat aanbieden. Dat is soms wrang, maar de aantallen zijn beperkt. Er is een wettelijk kader en dat is helder. De zevende-semesterherkansingen waren ooit als overgangsregel bedoeld en wij hebben die nog lang in de lucht gehouden.” Dat de TU zelf een meldpunt zou moeten opzetten, zoals Oras op haar website bepleit, hoeft van Kos niet. “Er waren commissies voor de harde knip, maar daar kwamen nauwelijks aanvragen binnen”, zegt Kos. (CvU )
nieuwsinterview Auto’s nemen steeds meer taken over van de automobilist en dat is levensgevaarlijk, zegt ir. Bastiaan Petermeijer. Hij won een prijs met zijn afstudeeronderzoek naar systemen die mensen helpen om midden op de rijbaan te rijden. De Humans Factors Prize 2014 is een mooie afsluiting op je studie. “Ja. Het betekent dat mijn afstudeeronderzoek wordt gepubliceerd in het blad Human Factors. Dat is een heel prestigieus blad in ons vakgebied.” Wat heb je onderzocht? “Bij het Delft Haptics Lab (3mE) heb ik haptische terugkoppelingssystemen onderzocht die automobilisten helpen om netjes midden op de rijbaan te rijden. Op het moment dat je van het midden afwijkt, voel je een kracht op je stuur en ga je automatisch weer terug sturen. Een ander systeem waar ik naar heb gekeken wacht met ingrijpen
tot je een halve meter verwijderd bent tot het midden van de weg." Handige hulpjes, lijkt me. “Ja. Maar het probleem is dat als de techniek faalt, mensen niet meer goed sturen. Ze zijn lui geworden. Bij experimenten met een rijsimulator heb ik de stuurhulp uitgezet vlak voor
‘De verleiding om andere dingen te gaan doen wordt heel groot’ een bocht, zonder de proefpersonen te waarschuwen. Ze stuurden heel laat de bocht in. Deze experimenten duurden maar een uur. Stel je voor hoe sterk de gewenning aan de stuurhulp is als mensen continu in een auto rijden met zo’n haptische terugkoppeling.” Waar werk je nu aan? “Ik doe nu promotieonderzoek bij de TU München naar automatische auto’s. Ik houd me bezig met de vraag
hoe we bij noodsituaties de controle weer kunnen teruggeven aan de bestuurder. De auto weet niet in alle gevallen wat hij moet doen. Stel er zijn wagens voor je op de weg verongelukt die jouw auto niet meer kan ontwijken. De automobilist moet de besturing in dat geval overnemen, binnen een fractie van een seconde. En dat is heel lastig. Ik denk dat haptische systemen ons hier kunnen helpen. Ik wil onderzoeken hoe ik de bestuurder razendsnel op de hoogte kan stellen van de omgeving door middel van vibraties in de stoel. Als bijvoorbeeld in de dode hoek links een auto rijdt, dan trilt de stoel aan de linkerkant.” Bestaan er al auto's met het systeem dat jij onderzocht tijdens je afstudeeronderzoek; de lane keeping assist? “Ja, de Infinity Q50 heeft hem. Er circuleert een amateurfilmpje waarop een bestuurder te zien is die van achter het stuur vandaan kruipt terwijl de auto rijdt. Fabrikanten zouden maatregelen moeten nemen om dit onmogelijk te maken. Je kunt sensoren in de stoel bouwen die meten of er een bestuurder zit.”
Maar die sensoren meten niet of iemand wel echt de auto bestuurt of dat hij zit te sms-en. “Dit is inderdaad een probleem. De verleiding om andere dingen te gaan doen wordt heel groot. We bevinden ons in een fase tussen mens-bestuurde auto’s en volledig autonome auto’s. Dit is een heel gevaarlijke fase.” (TvD)
(Foto: TU München)
‘De automobilist wordt lui’
Delta
7
TU Delft
campusnieuws Steeds minder studenten krijgen positief advies Het percentage studenten dat van de TU Delft een positief bindend studieadvies heeft gehad, is nog nooit zo laag geweest als afgelopen collegejaar. Zestig procent van de eerstejaars studenten haalde vorig collegejaar 45 studiepunten of meer. Twintig procent haalde dat net als voorgaande jaren niet. Zestien procent gooide het bijltje er voortijdig bij neer en van vier procent werd het advies nog aangehouden in afwachting van een definitieve uitspraak. In het collegejaar 2012-2013 haalde nog 64 procent een positief bindend studieadvies (bsa). De jaren daarvoor schommelde het percentage rond de 68 procent, maar was de bsa-norm nog dertig studiepunten. De laagst scorende faculteit was afgelopen jaar 3mE: die kelderde van 63 naar 52 procent positieve bsa’s. Bij maritieme techniek kreeg 45 procent een positief oordeel en bij werktuigbouwkunde 53 procent. Hans Hellendoorn, 3mE-directeur onderwijs: “Kort
samengevat is er een groot aantal aanmeldingen waarbij minder duidelijk is dat men echt voor werktuigbouw ging. Daarnaast zijn er kinderziektes in de curricula.” De capaciteit van de faculteit speelde volgens Hellendoorn geen rol. 3mE kreeg vorig collegejaar een recordaantal eerstejaars studenten, maar ook ‘veel meer docenten en zalen’. Hij zegt met man en macht te zoeken naar de oorzaken van de slechte score bij maritieme techniek. De laagste scorende opleiding is nanobiologie, met 44 procent positieve adviezen. Volgens de faculteit Technische Natuurwetenschappen (TNW) kan een reden zijn dat nanobiologie een nieuwe opleiding is. "Het is nog een beetje zoeken welke studenten we trekken, wat we ze aanbieden en hoe dat matcht”, zegt Irma Croese van onderwijs en studentenzaken bij TNW. Nanobiologie heeft na elektrotechniek ook de meeste studenten die zich voor 1 februari uitschrijven: 28 procent. “Het is typisch een tweede studie voor uitgelote studenten medicijnen”, zegt Croese daarover. “We trekken veel studenten voor wie niet helemaal duidelijk is wat de studie inhoudt. We moeten goed naar onze voorlichting kijken.”
Directeur onderwijs en studentenzaken Timo Kos is niet tevreden over het gemiddelde resultaat. "Het doel is zeventig procent positieve bsa’s in 2015 en daar zitten we nu verder van af." Kos constateert dat er wisselende scores zijn van zowel opleidingen met als zonder curriculaherziening. Leuke uitschieter, zo vindt Kos, is luchtvaart- en ruimtevaarttechniek.
Die opleiding is van 53 procent positief naar 60 procent positief gegaan. “Dat is ontzettend veel op een grote opleiding. Het gemiddeld aantal studiepunten is 56 en dat is een lekkere start. De positieve bsa’s liggen gemiddeld dichter bij de zestig studiepunten dan net boven de grens van 45.” (CvU)
Jong en oud kon in het weekend van 4 en 5 oktober een kijkje nemen bij universiteiten, bedrijven, (onderzoeks)instellingen en musea. Zo ook bij het Science Centre, waar kinderen vanwege het Weekend van de Wetenschap een lepelblijde – een variant op de katapult - konden bouwen. Wie er niet bij kon zijn, kan nog wel meedoen aan een publieksonderzoek naar links- en rechtshandigheid op hetweekendvandewetenschap.nl. (Foto: Hans Stakelbeek)
Vertrouwen in woningmarkt op recordhoogte Het vertrouwen van consumenten in de woningmarkt heeft een recordhoogte bereikt. De verwachting is daardoor dat er meer woningen verkocht worden en de huizenprijzen stijgen. “Nu is het moment voor starters om de stap te maken.” Het hoge consumentenvertrouwen blijkt uit de Marktindicator die TU-onderzoeksinstituut OTB ieder kwartaal opstelt voor Vereniging Eigen Huis. En zoals dat gaat volgens de regels van de economie volgen op toegenomen vertrouwen meer kooptransacties en
daarna prijsstijgingen. Volgens OTB-onderzoeker Harry Boumeester bestaat er een sterke correlatie tussen vertrouwen en het aantal transacties. “Dat laatste loopt ongeveer zeven maanden achter op dat eerste. Mensen hebben die tijd nodig
om een huis uit te zoeken en uiteindelijk tot een overdracht te komen.” Het toegenomen vertrouwen ligt volgens Boumeester aan twee factoren. De hypotheekrente is al een tijdje historisch laag en het is goedkoop om een lening af te sluiten. “Sinds het
De Eigen Huis Marktindicator afgezet tegen de CBS Koopbereidheidindex laat zien dat vertrouwen in de woningmarkt aan andere sentimenten onderhevig is als vertrouwen in de markt voor luxe goederen. (Grafiek: Eigen Huis Marktindicator)
laatste anderhalf jaar veroorzaakt echter vooral de prijsstijging van koopwoningen de toename van vertrouwen”, vertelt hij. Want niet alleen leidt meer vertrouwen tot hogere prijzen. Hogere prijzen leiden ook weer tot meer vertrouwen. Boumeester is zich ervan bewust dat zijn rapporten bestaande ontwikkelingen versterken. “Wij vinden als OTB dat we maximaal transparante informatie moeten geven. Die kan mensen bijvoorbeeld helpen bepalen wanneer ze hun huis te koop zullen zetten.” Uit de Marktindicator komt naar voren dat zelfs starters meer vertrouwen hebben dan ooit. Boumeester: “Ondanks de stijging van de woningprijzen is de betaalbaarheid voor starters nog steeds goed. De hypotheekrente is immers laag. Nu is voor hen het moment om de stap te maken.” (SB)
Kinderspeelgoed, lingerie, fitnessapparatuur; ze zijn er bij de postkamer van civiele techniek helemaal klaar mee. Mensen laten van alles bij de faculteit bezorgen en versturen op kosten van de TU privépakketten de wereld rond. Tijd voor maatregelen.
Tekst: Tomas van Dijk Foto’s: Hans Stakelbeek
Delta
9
TU Delft
‘Hoelahoeps sturen we terug’
“E
en roeiboot die vanuit hier naar China is verstuurd?” Marco Westhoff fronst zijn wenkbrauwen. “Het is best mogelijk. Niets verbaast me meer.” Als medewerker bij Facilitair Management & Vastgoed is Westhoff verantwoordelijk voor het reilen en zeilen bij de postkamer van de faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen (CiTG). Hij reageert op een anonieme tip die Delta per mail ontving. Volgens Delta’s deep throat versturen CiTG-medewerkers veel privépost op kosten van de TU, waaronder dus onlangs een roeiboot. “Van die roeiboot ben ik niet op de hoogte. Ik weet wel dat iemand melkpoeder naar China probeerde te verzenden. Een onderzoeker stuurde een kartonnen doos met daarop het logo van de melkpoederfabrikant. Het was dus overduidelijk wat er in zat”, lacht Westhoff. “We hebben die persoon verteld
dat dit niet de bedoeling was.” Dit voorval is geen uitzondering. De medewerkers van Civiele Techniek en Geowetenschappen hebben een slechte reputatie; ze maken te pas en te onpas gebruik van de postkamer. “Bij civiel is een soort cultuur ontstaan dat je alles maar kunt versturen”, zegt René van Iwaarden van de centrale postkamer. Een groot deel van alle in- en uitgaande pakketten van de universiteit passeert op een zeker moment zijn handen. “Wat voor gekke zaken we allemaal voorbij zien komen? Kleding, snoep, babymelk… Het kost de TU veel geld.” De privégoederen die onderschept worden, vormen waarschijnlijk het topje van de ijsberg. “Er glipt natuurlijk veel langs onze vingers. We onderscheppen alleen de pakketjes waarop geen afzender vermeld staat. Die maken we open in de hoop zo te achterhalen aan welke faculteit we de kosten moeten doorberekenen.” De stroom verdachte pakketjes is recentelijk
wel flink geslonken. “Het verhaal doet de ronde dat we strenger toezien”, verklaart Van Iwaarden.
Regels In een stellagekast liggen enkele opengescheurde kartonnen dozen. Ze zijn afkomstig van Industrieel Ontwerpen, ook een faculteit waar men zich niet altijd even netjes aan de regels houdt. Van Iwaarden haalt een vestje tevoorschijn. Het moet naar een vrouw in Ter Apel die het via koopjesnu.nl gekocht heeft van iemand van IO. In de andere dozen zitten nog enkele kledingstukken en een reisgids. “De regels worden met de voeten getreden”, zegt Van Iwaarden. “Alleen bij Bouwkunde en L&R hebben we nooit problemen. Lees verder op pagina 10
‘Het is vaak abracadabra waar pakketten precies heen moeten’ Maar goed, ook de medewerkers van die faculteiten zullen wel eens wat uithalen. Misschien zijn ze gewoon slimmer”, lacht hij. “En dan zijn er nog de studentenverenigingen die soms een geintje uithalen. Ze sturen elkaar af en toe een kapotte monitor of iets anders geks. Daar zit geen kwaad achter.” Bij CiTG is het sinds kort een stuk moeilijker om privé-pakketten te versturen. Westhoff mailde afgelopen zomer in opdracht van de faculteit een brief naar alle medewerkers. Hierin legt hij de regels uit en waarschuwt hij voor strenger toezicht om misbruik te voorkomen. Westhoff: “Die cultuur die is ontstaan (dat bij de postkamer van civiel alles maar is toegestaan, red.), wordt actief en op een succesvolle manier omgebogen.”
Pretpakketten Zo worden pakketten nu alleen nog maar verzonden ‘indien deze geopend bij het logistieke punt worden aangeboden, zodat de verpakking gecontroleerd kan worden op inhoud en deugdelijke verzendwijze.’ Een andere regel gaat over de inkomende post.
‘Vanaf heden worden er geen pakketten meer in ontvangst genomen waarvan de inhoud duidelijk een privékarakter heeft’, zo valt in de brief te lezen. Door de opkomst van internetbedrijven zien de medewerkers van het logistieke punt civiel, waar de postkamer onder valt, een toename van het aandeel privépakketten. Het is een inschatting. Cijfers ontbreken. De faculteit wil er hoe dan ook paal en perk aan stellen. “Pretpakketten noemen we ze”, vertelt Westhoff. Hij haalt op zijn computer een documentje tevoorschijn. “Kijk, hier hebben we een lijst met tientallen items die we in drie maanden tijd hebben ontvangen, variërend van lingerie, kleding van H&M, een tent, hangmatten en een kinderwagen.” Een sapcentrifugemachine die laatst werd geleverd, staat niet op de pretpakkettenlijst. “Die heb ik zien staan in het lab. Hij wordt gebruikt bij een onderzoek naar de bederfelijkheid van voedsel.” Het lijkt onschuldig. Veel onderzoekers maken lange dagen en zijn dus niet thuis wanneer pakketten bezorgd worden. Op het werk laten
afleveren is dan wel zo handig. “Dat zie ik ook”, zegt Westhoff. “Er is behoefte aan een plek op het werk waar mensen spullen kunnen laten afgeven. Het zou mooi zijn als de TU onderzocht of ze zo’n alternatieve bezorgplek kan creëren voor medewerkers.”
Werkdruk De postkamer van civiel is nadrukkelijk niet bedoeld voor privégebruik. De werkdruk wordt er te hoog. “We krijgen gemiddeld elfhonderd pakketten per maand binnen. Het is vaak abracadabra waar die pakketten precies heen moeten.” Veel van de post wordt verkeerd afgeleverd. Het pakket moet heel ergens anders op de universiteit zijn, maar is per ongeluk naar het factuuradres gestuurd in plaats van het afleveradres. De pakketjesmannen van civiel hebben het ongeluk dat in hun faculteitsgebouw de financiële administratie van de TU zit. Daarnaast vormt hun werkplek sinds enkele jaren het afleveradres van de Dreamhall, de werkplaats waar studenten werken aan tal van projecten zoals de Nuna zonnewagen, de
Delta
11
TU Delft
Boven: Ook onderzoeksters Anna Solcerova en Marie Charriere (watermanagement) moeten vanaf nu de postkamer waarschuwen als ze weer eens wat apparatuur bestellen, zoals een opblaasbaar bootje. Links: Speelgoed met pompjes, sluisjes en kanaaltjes; volgens dr.ir. Peter-Jules van Overloop van de afdeling watermanagement is het geweldig spul om studenten de basisprincipes van waterhuishouding mee bij te brengen. “Dat ik vanaf nu even een seintje moet geven aan de postkamer als ik zoiets bestel vind ik geen probleem.”
Wasub onderzeeër en de DUT racewagen. De studenten bestellen erg veel via webwinkels.
Aansprakelijkheid Behalve werkdruk en opslagcapaciteit is aansprakelijkheid een probleem. “Deze zomer kwam iemand op hoge poten beweren dat we zijn iPad waren kwijtgeraakt”, vertelt Westhoff. “Ik werd verantwoordelijk gehouden. Maar de FedEx had dat pakketje heel ergens anders afgeleverd. Dat konden we gelukkig via ons registratiesysteem nagaan. Het is toch een beetje raar, dat iedereen van alles laat aanleveren – iPads, camera’s, schoenen – en dat het logistieke punt dan aansprakelijk is als het kwijtraakt.” Servicemedewerker Wim Sträter is blij dat Westhoff actie neemt. “Wij hebben er extra werk aan om uit te zoeken naar wie alle pakketten moeten. Een hoogleraar die hier kleren voor zijn vrouw liet bezorgen heb ik er eens op aangesproken.” Op dit moment heeft Sträter een schijf van vijf kilo van een halter in het rek met niet-opgehaalde spullen staan. “Ik vind het merkwaardig om zulk soort dingen hier te laten bezorgen. Ik heb
zelf ook een fitnessapparaat thuis, zoiets doe je niet. Ik heb de geadresseerde een maand geleden gemaild. Maar hij heeft nog niets van zich laten horen.”
Hoelahoeps Niet iedereen is even blij met de nieuwe regel. Ir. Tim van Emmerik maakt zich zorgen. “De afgelopen jaren heb ik hoelahoeps, een reddingsboei, een opblaasboot en tuinslangen laten bezorgen”, zegt de promovendus van de sectie waterhuishouding en waterbeheer. “Allemaal nodig voor onderzoek. Iemand met een ongetraind oog kan niet inschatten wat wel en niet voor onderzoek bedoeld is. Zulke voorwerpen worden vanaf nu waarschijnlijk teruggestuurd.” Van Emmerik is niet voor niets verontrust. “Een hoelahoep sturen we terug”, zegt Sträter desgevraagd. En een opblaasbaar zwembadje? “Aha, kijk, een opblaasbaar zwembadje”, zegt Sträter glunderend. “Dat zou ik wel aannemen, want dat zou wel eens met wateronderzoek te maken kunnen hebben.” Westhoff denkt dat de implicaties van de strengere regels voor de goedbedoelende wetenschap-
pers zullen meevallen. Op pakketten die via de secretariaten van de faculteit besteld worden staat het nummer van de inkooporde vermeld. Deze pakketten zijn duidelijk officieel door de TU besteld en worden gewoon aangenomen.
wehkamp “En als je als onderzoeker zelf iets bestelt (zonder tussenkomst van je secretariaat, red.) waarvan het aannemelijk is dat wij denken dat het voor privégebruik is, waarschuw het logistieke punt dan even van tevoren. We gaan niet met de wetenschappers in discussie. Ze hoeven zich niet te verantwoorden. Zij weten als geen ander wat voor zwembadje ze nodig hebben voor hun onderzoek.” Dat het toch wel eens misgaat, blijkt al enkele dagen na het gesprek met Westhoff. Een pakketje van Wehkamp blijkt ten onrechte teruggestuurd. Het was bestemd voor de studenten van de Dreamhall, voor het project The Ocean Cleanup. Er zaten waarschijnlijk T-shirts in of andere kledingstukken die zij nodig hadden voor hun project. <<
Alsjeblieft geen afscheidsrede, wilde architectuurhoogleraar Max Risselada. In plaats daarvan bouwde hij zijn slottentoonstelling en ontving daar op 12 september de top van de Nederlandse architectuur voor een informele terugblik.
‘in de schaduw van meesters’
Tekst: Jos Wassink Foto’s: Hans Stakelbeek
Delta
M
et Max Risselada verliest de faculteit Bouwkunde zijn bekendste leermeester. Risselada kon als geen ander de ontwikkeling van de twintigste-eeuwse architectuur tonen. Hij schreef er boeken over, onderwees het en bouwde tentoonstellingen over belangrijke stromingen binnen het vak en over invloedrijke architecten als Le Corbusier, Loos, Team X en bureau Mecanoo. Een aantal van zijn negentien tentoonstellingen reisden jarenlang over de hele wereld. Smaakbepalende hedendaagse architecten als Frits Palmboom (IJburg), Erick van Egeraat (kantoortoren The Rock in AmsterdamZuid) en Francine Houben (TU Library) ontdekten de architectuur onder zijn mentorschap.
Na uw afstuderen werkte u als assistent van Aldo van Eyck en van Jaap Bakema. Hoe was het om in de schaduw te werken van zulke grote ego's? “Hoe moet ik dat uitleggen? Al in mijn studententijd werkte ik in de schaduw van meesters. Ik heb me niet afgevraagd wat de betekenis van hun werk was, maar ik voegde me naar hun wereld. Van Berghoef, leerling van Granpré Molière, was ik net zo goed onder de indruk. En ik was ook student-assistent bij Van Eesteren. Ik heb van hen allemaal wat meegekregen zonder dat ik hen ook meteen volgde.”
Op uw afscheidsbijeenkomst werd gezegd dat u in het onderwijs nooit één architect behandelde, maar altijd een aantal om imitaties te voorkomen. “Dat, en omdat ik niet vond dat je je moest spiegelen aan die architect, maar omdat ik zijn inzet voor het vak bijzonder vond en wat dat betekende voor de manier waarop hij het vak beoefende. Vooral hoe hij van een idee tot een gebouw komt. Ik wilde het proces van het ontwerp onderwijzen en niet zozeer het eindresultaat. Dat is een heel moeizaam proces omdat je van nul begint naar iets wat je niet eens zelf kunt maken, maar dat via allerlei media zichtbaar gemaakt moet worden. Bij de architecten die we interessant vonden, kon je dat proces goed volgen omdat ze zich goed uitlieten over hoe dat ging.”
Heeft dat ook te maken met 'het leren lezen van de tekeningen'? “Ja. Destijds werd alles nog keurig met de hand getekend; het idee kwam via het lichaam op het papier. Dat proces kun je teruglezen als je zelf ook die ervaring hebt. Daarom probeerde ik met mijn studenten heel goed naar tekeningen te kijken. Het ging daarbij niet als het gebouw als eindresultaat maar om de manier waarop het ontstaan is. Nu is het uiterlijk van een gebouw vaak dominant zonder je af te vragen hoe het tot stand kwam. Denk aan de kap van Rotterdam CS of het gebouw van Koolhaas op het Noordereiland.”
U hebt verbleven bij het vermaarde ontwerpersechtpaar Ray en Charles Eames. Wat zocht u daar? “Ik was met negens en tienen afgestudeerd en kon daardoor in dienst van de TU komen als vervanging van de dienstplicht. Toen was er de mogelijkheid dat Aldo van Eyck hoogleraar zou worden, wat nog wel
‘Uiteindelijk heeft de verbreding van het onderwijsaanbod niet geleid tot samenhang, maar tot versplintering’
13
TU Delft
omstreden was. Ik wilde graag zijn assistent worden en dat gebeurde uiteindelijk ook. Ik heb toen vier jaar van mijn leven 'aan Van Eyck gegeven.' Aan het eind daarvan wilde ik ook echt weg.”
Hoe waren die jaren met Van Eyck? “Heel intensief, omdat hij een goede verhalenverteller was. Maar het regelwerk voor onderwijs moest ik allemaal doen. Tegelijkertijd kwam de democratisering op gang. De hoogleraren gaven hun macht uit handen opdat iedereen overal over mee mocht praten, wat uitmondde in eindeloze vergaderingen - maar zelden over het vak. Het waren vaak agressieve bijeenkomsten en daar had ik langzamerhand genoeg van. Toen kon ik gelukkig bij Eames werken.”
Was het lastig om daar binnen te komen? “Ja, dat was begin zeventig - het begin van de eerste oliecrisis met hoge werkeloosheid, ook in Amerika. Ik kreeg pas na anderhalf jaar toch een werkvergunning omdat ik iets zou kunnen dat ze daar niet konden. Wat onzin was natuurlijk. Zij konden er alles.“ (lacht) “ Zo kwam ik bij Eames' studio in Venice Beach middenin de Amerikaanse hippiecultuur terecht. Dat was een stuk meer ontspannen dan die discussies in Delft. Al die alternatieve communes. Dat was een fantastische tijd.”
Wat zocht u daar? “Ik wist dat het bureau tentoonstellingen maakte. En Eames kon prachtig de kwaliteit van dingen zichtbaar maken. Hij maakte ook films. Bijvoorbeeld over tollen1 of de bekende film Powers of Ten2. Ik vond dat geweldig. Daar wilde ik bij zijn. Ik denk dat ik daardoor ook tentoonstellingsmaker geworden ben. De tijdlijnen die ik maak, die heb ik van Eames. Een tijdlijn geeft een gevoel voor de ontwikkeling door de tijd, maar ook de merkwaardige gelijktijdigheid van zaken. Toen ik terugkwam was de grote vraag: wat doe ik nu? Ik houd van bouwen, maar heb niet de assertiviteit om in dat moeilijke proces te overleven.”
Is dat ook de reden waarom u tentoonstellingen en boeken maakt, en geen huizen en gebouwen? “Ik heb mijn eigen huis gebouwd, maar dat was een moeizame gebeurtenis. Het probleem in de praktijk is dat je een opdrachtgever hebt, een financier en een aannemer die nooit in harmonie zijn. In zo'n werkomgeving moet je een forse assertiviteit hebben om dingen met elkaar in verbinding te brengen. Als er iets fout ging in de bouw wat ik wel goed getekend had, vond ik dat vervelend voor die mensen en dacht: laat maar zitten. Ik lijd daaronder.”
Lees verder op pagina 14
14
Delta
TU Delft
‘Fascinatie is in het onderwijs belangrijker dan wat je wilt overdragen’ Een ander zou een schadeclaim indienen. “In de bouw worden continu processen gevoerd. Ik moet er niet aan denken dat ik daar tussen zou zitten. Dat besef ik nu in terugblik. Terwijl ik in het onderwijs juist wel dingen bij elkaar kon brengen. Daar kon ik wel mijn ideeën realiseren.”
In 2000 ontving u de Leermeesterprijs en op uw afscheid werd gezegd dat u studenten op bijzondere wijze wist te betrekken bij onderwijs en onderzoek. Hoe deed u dat? “Dat begon behoorlijk intuïtief. Ik ben een architect die gefascineerd is door het vak zelf. Die fascinatie is in het onderwijs belangrijker dan wat je wilt overdragen. Ik wilde de studenten dingen laten ontdekken die ik zelf nog maar half beheerste.”
Studenten meenemen op ontdekking door de architectuur, is daar nog ruimte voor?
Nam u ze mee op ontdekkingstocht? “Ja, dat bedoel ik met fascinatie: we gingen samen op ontdekking. Ik was natuurlijk meer op de hoogte van het waarom van dingen. Maar we deden niet twintig keer het zelfde. Dat kwam ook omdat ik het onderwijs samen deed met studentassistenten die mijn fascinatie deelden. Ik opereerde in een heel open situatie, want na de democratisering stond alles ter discussie. Je had daarbij alle vrijheid; een derde van het programma was vrij invulbaar. Dat kun je je toch niet meer voorstellen! Studenten kwamen met een zelfgekozen onderwerp over woningbouw of de stad en vroegen me dan als begeleider erbij. Zo'n situatie hadden we toen met elkaar.”
Intussen is de situatie onvergelijkbaar veranderd met gestructureerde curricula, optimale doorstroming en bindend studieadvies. Hoe hebt u die omslag beleefd? “Tegelijk met die veranderingen, veranderden ook mijn verantwoordelijkheden binnen deze faculteit. Ik was eerst docent, daarna universitair hoofddocent en vervolgens hoogleraar. Mijn contact met studenten werd daardoor minder persoonlijk. Uiteindelijk werd ik coördinator van andere mensen. Ondertussen werkte de democratisering zo dat er steeds meer
“Ik ben bang van niet. Ze worden ook niet meer door een begeleider meegenomen, maar door een beeldscherm. Ze vinden een heleboel losliggende informatie waar ze zelf maar hun weg in moeten zien te vinden. Wij lieten ze destijds zien hoe je met die informatie om zou moeten gaan door te laten zien wat wel en niet van belang is.”
Dus de leermeester is uit het proces verdwenen? “Je zegt het, ja. Dat is voor een deel gebeurd door project gestuurd onderwijs (PGO) waarbij de begeleider geen bron van kennis was, maar een procesmanager. Het Maastrichtse model heette dat. Dan kwam een onderwijskundige ons vertellen hoe we onderwijs moesten geven. Vreselijk was dat. Uiteindelijk heeft de verbreding van het onderwijsaanbod niet geleid tot samenhang, maar tot versplintering.”
Tot slot, uw afscheidstentoonstelling heet Patient (Re)search. Hoe moeten we dat lezen? “Het gaat om het zoeken, en geduldig, niet driftig en snel zoals deze tijd is. Eerst heel onbewust iets zien, dan geïntrigeerd blijven en er steeds verder in doorgaan.”
CV Max Risselada (Madiun, Indonesië, 1939) studeerde in 1965 cum laude af aan de TH Delft op een ontwerp voor een nieuw station in Utrecht. Na zijn studie bleef hij aan als assistent van Aldo van Eyck en later van Jaap Bakema. Tussendoor werkte hij een jaar als ontwerper bij de Amerikaanse ontwerpers Ray en Charles Eames (1970). Na terugkeer
vakken werden toegevoegd aan het curriculum waaronder management, sociologie en economie. Dat ging ten koste van de vrije ruimte en ook ten koste van de tijd die studenten aan een ontwerp konden besteden. Toen het programma van vijf naar vier jaar werd teruggebracht, verdween alle vrijheid. Toen het daarna weer vijf jaar werd, was de vrije ruimte verdwenen. In het eerste jaar had je dan achttien vakken.“ (begint te hoesten) “Ik heb er jarenlang tegen geageerd en dat vind ik nog steeds verkeerd.”
stort hij zich op onderwijs, tentoonstellingen en boeken over architectuur. In 2000 ontving hij de UfD Leermeesterprijs en in 2014 trad hij toe tot het Britse architecteninstituut Riba. Op 12 september 2014 nam hij afscheid met de tentoonstelling Patient (Re)Search.
Is dat uw eigen manier van werken? “Ja, dat denk ik wel. Op het eerste gezicht zijn het nogal verschillende dingen die ik samenbreng op deze tentoonstelling. Wat heeft de architect Loos nou met zijn Braziliaanse collega Lele te maken? Het wordt een eenheid doordat ik laat zien hoe beiden omgaan met het gebouw als object en met de toe-eigening van ruimte. Tenminste, dat heb ik bedacht toen ik er mee bezig was.”
1 2
youtu.be/UJ-VFMymEiE youtu.be/0fKBhvDjuy0
De master
Missie voor een moederstad
Fatemeh Torabi
Z
Onderwerp: 'Historic religious identity, Ray urban dignity: Searching planning perspective at the neglected historic religious district to revive the local quality as a promoter of urban cohesion in different scales'
Eindcijfer:
8
e was de enige Iraanse student urbanism aan de TU tussen 2012 en 2014. Behaalde een bachelor architectuur in Teheran en sleepte haar TU-masteronderzoek als getrouwde vrouw en moeder terug naar haar geboorteplaats Teheran. Daar ontving de gemeente de visie van Fatemeh Torabi (27) op behoud van de culturele parels en het verbeteren van de levenskwaliteit in de voorstad aanvankelijk met open armen - volstrekt verbouwereerd. Hier had nog nooit iemand zich mee beziggehouden, laat staan in het buitenland. Maar belangrijker: dít strookte niet met de plannen om alleen de cultuurhistorische waarde van het Abdol Azim-heiligdom, dat jaarlijks tien miljoen pelgrims naar Teheran trekt, in ere te houden. Conclusie: weg ermee. In afwachting van haar volgende bezoek aan de gemeenteraadslieden in Teheran, werkt de architect onverstoorbaar verder aan een PhD aan de TU. Onderzoek aan meer universiteiten moet volgen. “Mijn enige doel om te emigreren was mijn opleiding.” Teheran mag dan de beste architectenopleiding hebben van het land, na een bachelor daar leek een masteropleiding aan de TU Delft de heilige graal. Dé plek om te werken aan een ommekeer voor de stad die haar zo na aan het hart ligt. “Iraniërs zijn trots op hun oude beschaving. Ray - als ruïnestad ooit een voorstad van Zuid-Teheran - is daar een groot onderdeel van.” Toch speelt het geen prominente rol in de huidige cultuur van Iran, stelt Torabi. Hoe meer de stad groeit, hoe meer dit stuk in de verdrukking komt en omlaag schuift op de prioriteitenlijst van de gemeente. “De meeste mensen hebben tegenwoordig het beeld van een religieuze, multiculturele achterstandswijk met weinig voorzieningen als ze aan Ray denken. Hoe kan dat? Hoe kan zo'n belangrijk stuk cultuur van mijn land, zo makkelijk vergeten worden? Dat wilde ik weleens onderzoeken.”
Mismanagement, luidt de conclusie van de architect na maanden research voor haar afstuderen. “In mijn onderzoek heb ik geprobeerd om Ray onder de aandacht te brengen bij de bewoners, bezoekers, de gemeente, investeerders, de publieke en de private sector. Naar mijn mening hebben ze niet voldoende onderzoek gedaan naar het district en begrijpen daardoor te weinig van wat er speelt en wat het belang ervan is voor de cultuur van Iran. Nog steeds liggen er - soms wel zesduizend jaar oude - cultuurschatten die niet worden geëxploiteerd. Toch doet het stadsbestuur - ondanks die tien miljoen pelgrims - niets aan verbetering van de infrastructuur in Ray voor toerisme. Voor de toch al arme mensen die er hun woningen verlaten, komen immigranten in de plaats die niets hebben met de lokale cultuur en er dus geen steentje aan bijdragen. Het is een vicieuze cirkel.” Wat nou als je de locale economie een boost geeft; ingrijpt op het sociale leven in de wijk en de inrichting van het stadsdeel eens kritisch onder de loep neemt? Op die manier wordt Ray weer interessant voor investeerders en toeristen, wat weer voor meer banen zorgt. Dé manier om de wijk weer uit het slop te trekken, denkt Torabi. “ Het is niet zo gek dat de gemeente zich tot nu toe altijd heeft gefocust op alleen de bedevaartsplaats in Ray. Het verzamelen van (historische) informatie over de wijk viel mij ook zwaar. De laatste documentatie is van tien jaar geleden en online is bijna niets te vinden. Voor mij zat er destijds dus niks anders op dan de informatie ter plaatse boven water te krijgen. Dat heeft het grootste stuk van mijn afstudeertraject in beslag genomen en het is precies de reden dat het bestuur er nu verder niets mee doet. Enfin, of ik contact met ze wilde houden. Binnenkort ga ik naar ze toe om verder te praten. Dankzij mijn scriptie hebben ze nog aardig wat bij te lezen.” (JB)
(Foto: Sam Rentmeester)
Wat je van ver haalt is lekker. Maar dat geldt niet voor het afstudeerwerk van architect Fatemeh Torabi. Haar onderzoek naar hoe je het ooit historische, maar nu verpauperde, industriële stadsdeel Ray weer bij moederstad Teheran zou kunnen betrekken, werd door de gemeenteraad van de stad die haar zo na aan het hart ligt, in de wind geslagen. Onverstoorbaar werkt ze verder.
IN THE SPORTLIGHT
sportzaken
Noel Weber Specs
De kunst van het fietsen
1.87 meter Gewicht
82 kilo Geboortejaar 1992
studie: luchtvaart- en ruimtevaarttechniek
Sport: schermen, sabel (bij DFC)
andere sporten: kickboksen, voetbal, mountainbike
Elektrisch vest dat in verbinding staat met een scorebord dat de punten aangeeft die de tegenstander maakt door het vest te raken. Het vest moet een kracht van 1600 Newton kunnen weerstaan.
Waarom schermen? “Ik heb altijd van competitieve en vechtsporten gehouden.” Welk niveau? “Ik sta vierde op de Nederlandse ranking en doe ook internationale wedstrijden.” Sterke punten? “Ik ben lichamelijk vrij sterk en geef nooit op.”
NSK-brons voor fietsende loper, voetballers nog weinig op dreef, imponerende competitiestart van Virgiliaanse rugbyers, workshop en clinic voor waaghalzen.
Aan de arm wordt een kabel bevestigd om scores door de tegenstander door te geven aan het scorebord.
Wedstrijdmasker, moet ook 1600 Newton aan kracht kunnen opvangen; is verbonden met een machine die de score (aantal rake stoten door de tegenstander) bijhoudt.
Zwakke punten? “Bij wedstrijden lukt het mij niet om mijn hoogste niveau te halen. Dat lukt op trainingen wel, het is puur een mentale kwestie.” Blessuregevoelig, lichamelijke zwakheden? “Ik heb een schouderblessure gehad aan mijn linkerarm, gelukkig scherm ik met rechts. Mijn voeten zijn chronisch geblesseerd, dat is veel vervelender.” Hoogtepunten/prijzen? “Ik heb in de top 3 gestaan in Nederland. Op de world ranking sta ik in de top 250.” Waarom gaan schermen? “Omdat het een fysieke uitdaging is, maar ook een erg tactische sport, voor slimmeriken. En je mag andere mensen raken die een wapen hebben.”
Handschoen beschermt de rechterhand.
Drie strepen in de kleuren van de Duitse vlag. Noel Weber is Duits international.
Speciale broek, om grote kracht te kunnen opvangen.
Sabel van 1.05 centimeter.
Waarom bij DFC? “Het is de beste schermclub in de omgeving.”
Ergens een hekel aan? “Het kan eenzaam zijn. Ik vind dat geen probleem, behalve als je geen trainingspartner kan vinden.”
Speciaal ontworpen om de hielen, waar veel kracht op komt, te steunen.
(Foto: Sam Rentmeester)
Ambities? “Aan de top komen van de Nederlandse ranglijst.”
Als je van een afwisselende sport houdt, biedt de triatlon welkome mogelijkheden. Voor liefhebber Stein Posthuma, wiens zwakke punt het onderdeel zwemmen is (maar daar wordt aan gewerkt), lijkt een duathlon waar alleen gelopen en gefietst wordt dus ideaal. Eind augustus zette de TU-student op het EK in Oostenrijk al de snelste tijd neer in de categorie 25 tot en met 29 jaar. Uiteraard startte hij vorige week op het NSK duathlon in Groningen als een der favorieten. Na 5 kilometer lopen, 20 kilometer fietsen en nog eens 2,5 kilometer lopen klokte hij een eindtijd van 58:08:00. Goed voor brons op zowel het NSK als op de ranglijst voor 40-minners. Clubgenote Sarah Lammens van DSZ Wave eindigde bij het NSK vrouwen als zesde. Hardlopers zijn doodlopers, zullen ze denken bij de voetbalverenigingen van de TU, die het beide vanaf de competitiestart rustig aandeden met het vergaren van punten. Zowel Taurus (vierde klasse zondag) als Ariston’80 (derde klasse zaterdag) is na vijf speelronden ergens aan de onderkant van de ranglijst te vinden. Als de tijdens de Owee aangewaaide nieuwe talenten hun plaats hebben gevonden in het elftal, zal het ongetwijfeld beter gaan. De rugbyers van DSR-C draaien intussen traditiegetrouw gewoon weer mee in de (sub)top van de eerste klasse, het op een na hoogste landelijke niveau. Ook derdeklasser Thor blaast zijn partijtje bovenin aardig mee op eigen niveau. Verrassend wellicht is de toppositie in de vierde klasse van het nog niet zo lang bestaande vijftiental van de Sanctus Virgilius Rugby Club. Rugbyuitslagen willen, vanwege het hoge aantal te behalen punten, nog wel eens imponerend overkomen op buitenstaanders, maar een doelsaldo van 216-20 na vier (gewonnen) wedstrijden mag bewonderd worden. De SVRC kent naast de bij veel (lagere) sportteams overbekende ‘derde helft’ zelfs een vierde helft. Dat is natuurlijk de ware teamspirit. Liefhebbers van een beetje (sportieve) spanning in hun saaie studentenbestaan kunnen op 17 oktober hun lol op tijdens de clinic ‘trucs uitvoeren’ op de gele ‘slackline’ die op de campus gespannen is tussen enkele bomen. De cursus beoogt het verbeteren van je vaardigheden en je spierenkracht. Je hoeft alleen maar even een stukje over het touw te lopen. Wie durft? Voor veel buitenlandse studenten is zitten op een fiets in het Nederlandse verkeer al eng genoeg. Zij kunnen op 23 oktober terecht bij de workshop ‘The art of cycling’, verzamelen in het Sportcafé. Info: sc.tudelft.nl. Tips?
[email protected]
Wat: Museumnacht Delft Waar: centrum Delft Wanneer: vrijdag 24 oktober Prijs: €8 passe-partout (voorverkoop) of €10 op de dag zelf Partyprognose:
9
17
party Spotters
Kastanje In een cultuur waar in plastic verpakte plakjes worst het winnen van een vers gevangen vis, weten nog maar weinig mensen wat de natuur ons te bieden heeft. Een van de schrijnende voorbeelden is de overvloed aan kastanjes. Ze liggen overal voor het opraken, maar wat doen mensen er mee? Poppetjes maken op prikkers. En dat terwijl de tamme kastanje zo lekker is. Een paar tips en recepten om je op weg te helpen. Kastanjepuree zoet Nodig: kookpan, staafmixer, zeef, Ingrediënten: water, kastanjes (stuk of 10), volle melk, mes
museumnacht L’Heure Bleue, het uur waarop de zon net onder is en de lucht een staalblauwe kleur heeft, is hét moment om de stad in te duiken. Niet verwonderlijk dat de jubileumeditie van de Delftse Museumnacht, op vrijdag 24 oktober, dit thema draagt.
E
én ding is zeker na vier jaar Museumnacht in Delft: TU-studenten zijn de belangrijkste doelgroep. “De helft van de bezoekers is jonger dan 30 jaar”, zegt organisator René Jacobs, eigenaar van Galerie De Kunstkop. “De samenwerking met de TU is dit vijfde jaar daarom nauwer dan in voorgaande jaren.” Die begon al met de zomercursus Grachtenbeesten Bouwen bij Sport & Cultuur, geïnspireerd op de beroemde Strandbeesten van kunstenaar en oud-TU'er Theo Janssen. Net als de reusachtige gevaartes van pvc-buizen van Janssen, bewegen de beesten van de studenten zich zelfstandig. Daarmee zijn ze één van de publiekstrekkers van de Museumnacht, bij het voormalige Legermuseum. Dat moet overigens hoe dan ook fungeren als het kloppende hart van het evenement. Peter van Zegveld opent er de nacht met zijn Scherzo Mechanica, een mechanische symfonie door twee machinisten. De opstelling bestaat uit zes wonderlijke muziekmachines die puffen, stomen, kraken en sidderen. Ook het Tussenruimteproject, vaste prik tijdens de Museumnacht, is te zien in het Legermuseum. De installatie van Le Kok Pistolet bijvoorbeeld, die met behulp van wereldwijde webcamera’s L’Heure Bleue op verschillende plekken ter wereld zal volgen. “Voor buitenlandse studenten is het evenement dé manier om de culturele scene in Delft te ontdekken”, denkt Jacobs. “Dat zijn er de afgelopen jaren steeds meer. Wij spelen daar dit jaar op in door samen met Expat the Hague en TU Sport & Cultuur een expatborrel te houden in het Legermuseum, gevolgd door een Engelstalige toer door de stad. Er zijn vier varianten: Art, History, Science & Design, en een Chef’s Choice. Bij de Art-toer kom je langs Galerie de Zaal, Kadmium en Galerie Terra, de History-toer bezoekt het Prinsenhof, Museum Paul Tetar van Elven en Winkeltje Kouwenhoven, de Science & Design-toer gaat langs het Science Centre, het Gereedschapsmuseum en Van Waay en Soetekouw en de Chef’s choice is - je raadt het al - een verrassing.” Klap op de vuurpijl is natuurlijk de afterparty, want de Museumnacht heeft al lang niet meer alleen te maken met beeldende kunst. Je outfit is er eigenlijk pas af met het knipperende passe-partout, dit jaar in de vorm van een blauw klokje aan een ketting in de vorm van een ritssluiting. Met dat passepartout mag je trouwens gratis mee met de Kwibus, die langs diverse deelnemers rijdt. Woon je op een zichtlocatie in het centrum op de begane grond? Dan heb je mazzel, want dan is het passe-partout gratis. Mits je de poster van de Museumnacht (af te halen bij galerie De Kunstkop) tussen vrijdag 17 en vrijdag 24 oktober voor je raam hebt hangen dan, en een foto daarvan plaatst op de Facebook-pagina van het evenement. Nu nog de beste route uitstippelen. Of je wandelt gewoon achter de knipperende klokjes aan. Want eenmalig duurt L’Heure Bleue de hele nacht. (JB) www.museumnachtdelft.nl
Dit recept laat zien hoe zoet kastanjes van nature zijn. Breng de pan met water aan de kook. Snij met een scherp mes een klein kruisje in de bovenkant van de kastanje en doe deze vervolgens vijf minuten in het kokende water. Afgieten en even laten afkoelen om je vingers niet te branden, dan kun je de kastanjes gemakkelijk pellen. Snij ze vervolgens in vier stukken en zet ze net onder met de melk in de kookpan. Laat op een zacht vuurtje ongeveer 4560 minuten pruttelen tot de kastanjes volledig gaar zijn. Pureer glad met de mixer en zeef om de grove stukken er uit te halen. Heerlijk voor op brood als alternatief voor pindakaas. En nog goedkoop ook, aangezien je ze gratis kunt oppakken. Hartige kastanjepuree maak je op nagenoeg dezelfde manier, alleen kook je nu de kastanjes in melk met een bouillonblokje erin. Ook aan het einde na het zeven peper en zout naar smaak toevoegen. Om de puree wat dunner te maken kun je ook na het zeven nog wat extra melk toevoegen.
Met geslepen messen, Job Hogewoning
Studentencommissie wil liefde voor films overbrengen
Filmfreaks Starring Carine van der Boog
Isabel Nieuwenhuijse Frank Hoeben
Jay van den Berg Bart de Nijs
Michelly Oldekamp Lisette Hogenkamp
Tekst: Saskia Bonger Foto’s: Hans Stakelbeek
Delta
19
TU Delft
Meer studenten naar het filmhuis trekken. Dat is de opdracht voor de nieuwe studentencommissie van Filmhuis Lumen. De zeven kiezen elke drie weken een film die op speciale studentenavonden gedraaid zal worden. “Het lijkt misschien gemakkelijker om met je vrienden naar de volgende superheldenfilm te gaan, maar filmhuisfilms zijn een stuk interessanter.”
F
ilmhuis Lumen heeft een illuster verleden. Een verleden dat begon met een groepje geëngageerde, linkse studenten die baalden van het filmaanbod in Delft. In 1974 startten zij in een oud pakhuis in de Kromstraat een filmhuis met één zaal. Er liepen hippies rond, er werd diepzinnig gefilosofeerd en er waren aparte vrouwenavonden. De films stonden bol van de maatschappijkritiek. Niet iedereen durfde of wilde er naar binnen. Dat veranderde in 1996. Toen verhuisde het filmhuis naar het Doelenplein, waar het nu nog steeds zit. Twee zalen, een café met bar en buiten een terras. De organisatie werd strakker, er moest geld in het laatje komen en dus kwamen er ook films die meer publiek trokken.
300 FILMS De studenten van weleer raakten op de achtergrond. Twaalf procent van de bezoekers kwam het afgelopen jaar met studentenkorting binnen. Misschien dat er tussen de andere bezoekers ook studenten zaten, maar dan nog: “Het is te gek voor woorden dat het niet helemaal vol zit met studenten.” Dat zegt Jérôme van Dam, vrijwilliger sinds 1999 en sinds kort zakelijk leider. “We draaien drie-
honderd films per jaar, maar het beeld bij studenten is: daar draait niks wat wij leuk vinden. Terwijl uit een enquête blijkt dat ze vijftig films daarvan wel iets vonden voor studenten. Ze hadden ze zelf gedownload. Samen met een studentenadviesbureau kwamen we tot de conclusie: we moeten met studenten gaan samenwerken.”
Vrijheid En dus is er sinds afgelopen zomer een studentencommissie. Daarin zitten zes studenten van de TU en één van de Haagse Hogeschool. Zij hebben de vrijheid om uit de enorme lijsten met nieuw uit te brengen films een film te kiezen die zij willen laten zien aan hun medestudenten. Iedere film die zij kiezen, draait drie weken achter elkaar op de dinsdagavonden tegen een studententarief van vijf euro. Voorafgaand aan de vertoningen leidt steeds één van de commissieleden de film in met een praatje. Afhankelijk van de film en de mogelijkheden kleden de studenten de avonden verder aan met bijvoorbeeld muziek, een thema of eten. De eerste film – die bij wijze van uitzondering slechts twee weken zal draaien, op 14 en 21 oktober – moest volgens de studenten vooral aanspreken. “Het moeten zeker in het begin toegankelijke films
zijn”, vertelt studente Carine van der Boog. Daarom, voegt commissiegenoot Isabel Nieuwenhuijse toe, moest de eerste film Nederlands- of Engelstalig zijn. Ook fijn was als er een bekende acteur of regisseur bij betrokken was of als de film een prijs had gewonnen. Hun oog viel daarom op 'A most wanted man' van de Nederlandse fotograaf en regisseur Anton Corbijn (zie kader). De hoofdrol is voor de begin dit jaar overleden acteur Philip Seymour Hoffman.
Vreemd De volgende film, die zal draaien vanaf 28 oktober, hoeft niet aan bovenstaande criteria te voldoen. Want wat de studenten uiteindelijk hopen is dat zij anderen hun liefde voor filmhuisfilms kunnen overbrengen, ook al zijn ze in een andere taal dan Engels en ook al spelen er geen beroemdheden in. Van der Boog: “Dat kan net zo goed leuk zijn, alleen is het voor veel mensen vreemd.” Commissiegenoot Frank Hoeben is het ermee eens: “Het lijkt misschien gemakkelijker om met je vrienden naar de volgende superheldenfilm te gaan, maar filmhuisfilms zijn een stuk interessanter.” Lees verder op pagina 20
A most wanted man De film 'A most wanted man' is een spionagethriller die zich afspeelt in Hamburg. Daar duikt een gemartelde immigrant, half Tsjetsjeens en half Russisch, op in de islamitische gemeenschap. Met de hulp van een jonge advocate probeert hij het fortuin van zijn overleden vader in handen te krijgen. Ondertussen houden de Duitse en Amerikaanse veiligheidsdiensten hem in de gaten, want is hij inderdaad een slachtoffer of toch een extremist? Philip Seymour Hoffman speelt in zijn laatste rol de gedesillu-sioneerde chef van de Duitse inlichtingendienst. Hij wil de immigrant gebruiken als lokaas voor een veel grotere vis, maar krijgt tegenwerking van de Duitse overheid, Interpol en de CIA. 'A most wanted man' draait op 14 en 21 oktober, om 21:30 uur in Filmhuis Lumen. Studenten betalen vijf euro, andere bezoekers het normale tarief. Vanaf 28 oktober draait een volgende ‘studentenfilm’ en zo is er iedere drie weken een nieuwe. Kijk voor meer informatie op www. facebook.com/studentenfilmavond.
De zeven leden van de Lumen-studentencommissie houden stuk voor stuk van film. Frank Hoeben maakt ze zelf: de teller staat op zes korte films variërend van road movie tot tragedie en van science fiction tot comedy. Isabel Nieuwenhuijse heeft geacteerd en volgde in Leiden de minor theater en film. Allemaal hebben ze een favoriete film, genre of acteur.
Lisette Hogenkamp
Frank Hoeben (space engineering) “Als kind maakten 'The Lion King' en 'Jurassic Park' de meeste indruk op me. Uiteindelijk is mijn smaak gegroeid. Ik heb films gezien uit alle delen van de wereld, vaak gedownload. Nu ben ik daar correcter in, ga ik meer naar filmfestivals. Met een groepje vrienden gaan we geregeld naar de sneak preview. Zo heb ik 'Borgman' gezien (zie kader), een geweldige Nederlandse film. Maar echt een favoriete film heb ik niet, wel een favoriete acteur: Michael Fassbender. Hij gaat heel erg op in zijn rollen, zoals die in '12 years a slave'. Als hij een zware rol heeft, zie je hem het zwaar hebben. Ik wil het zo echt mogelijk hebben.”
(civiele techniek) Als ik een beste film moet kiezen, zeg ik 'American Beauty'. Ik vind het verhaal goed in elkaar steken, Kevin Spacey speelt fantastisch en zelfs naar die scène met een rondvliegend plastic zakje kan ik uren kijken. Mijn favoriete acteur is Joaquin Phoenix. Ik heb niet eens door dat ik een film kijk, omdat hij zo overtuigend speelt. En dat bij heel uiteenlopende rollen. Verder houd ik van dramafilms, maar het liefst met bizarre situaties en conversaties, of een gek of surrealistisch plot. Het is leuk als een film totaal anders afloopt dan je had verwacht. Of veel vragen oproept, zoals dat gebeurt bij 'Borgman'.
Jay van den Berg (biomechanical design) “Ik houd van animatiefilms. Japanse zijn vaak mooi. Bijvoorbeeld van de filmmaker Miyazaki. Het is knap hoe hij zijn animatiefilms zo kan maken dat je echt meeleeft, met een tekenfilm dus. De tekenstijl geeft meteen een extra dimensie. Je kunt er sferen mee creëren die je in gewone films niet kunt maken.”
Michelly Oldekamp (maatschappelijk werk en dienstverlening aan de Haagse Hogeschool, niet op de foto) Drama en waargebeurde verhalen vind ik meestal mooi. Zoals 'Intouchables' en 'Billy Elliot'. Of zoals laatst 'The Selfish Giant', over twee jongetjes die opgroeien in een arme Engelse wijk en daar staal verkopen. Met één van hen loopt het niet zo best af. Het geeft een inkijkje in het leven in de arme delen van Engeland.”
Isabel Nieuwenhuijse Carine van der Boog (master waterbouw) “Eén favoriete film heb ik niet. Ik houd wel van Duitse films. Ik ga naar het filmhuis als er iets draait dat me aanspreekt. Ik vind het sowieso prettig om er te zijn, omdat er zo’n huiselijke sfeer hangt. Vaak zie ik films waarover je na afloop moet verder praten om te weten wat er precies gebeurde en om erachter te komen waar het nu echt over ging. Nu ik erover nadenk: 'Borgman' was zo’n film. Heel goed.”
(chemical engineering) “De eerste film die ik in de bioscoop zag, was 'Kruimeltje'. Ik was toen zeven of acht jaar, denk ik. Ik vond het fantastisch, zo in het donker. Toen ik dertien of veertien heb ik 'Lost in Translation' gehuurd. Dat is nog steeds mijn lievelingsfilm. Ik kan het moeilijk onder woorden brengen, maar de sfeer in die film sprak me heel erg aan. Vanaf dat moment ben ik op zoek gegaan naar art house-films.”
Bart de Nijs (chemische technologie) “Mijn absolute favoriet is 'Once upon a time in the west'. Die film is zo mooi gemaakt en heeft zo’n sterk verhaal. Ik heb hem een stuk op vijf keer gezien. In het algemeen houd ik van gangsterfilms en science fiction, maar het verhaal is voor mij altijd het belangrijkste.”
22
Delta magazine Delta
TU Delft
‘Je komt hier niet om zinloos rond te dabberen’ “Vrede in de wereld is afhankelijk van de mate en de snelheid waarmee we overstappen op een circulaire economie.” Dat zegt hoogleraar duurzaamheid en maatschappelijke verandering (Universiteit Utrecht) Herman Wijffels. Volgens de voormalig Rabobank-topman en oudvoorzitter van de Sociaal-Economische Raad en de Wereldbank is het aan de studenten van nu om een nieuwe wereldorde vorm te geven.
Uitputting
Relationele ethiek
“We zijn met zoveel mensen, dat we met onze huidige manier van leven niet meer passen op deze planeet. We halen grondstoffen uit natuurlijke hulpbronnen en verwerken die tot eindproducten. Wat we niet meer kunnen gebruiken, gooien we in het milieu. Dat leidt tot uitputting van natuurlijke hulpbronnen aan de voorkant van het productieproces en vervuiling van diezelfde natuurlijke hulpbronnen aan de achterkant. Als gevolg daarvan zijn we terechtgekomen in wat in geologenjargon overshoot heet. Dat wil zeggen: overbelasting, we zijn over de houdbare grenzen van wat de wereldwijde ecosystemen te bieden hebben heen geschoten. De economische crisis is door velen geïnterpreteerd als een puur financieel-economische crisis, maar het is net zozeer een ecologische en institutionele crisis. Zolang beleidsmakers die laatste twee aspecten blijven negeren, zal de economische crisis niet worden opgelost. Hun hoofdroute blijft herstel van wat was. Dat is geen oplossing en werkt dus niet. Ik hoop dat naarmate de crisis langer duurt, steeds meer mensen zich realiseren dat het anders moet.”
“De relationele ethiek kan leidend zijn bij het vormgeven van ons leven en onze manier van samenleven in de omstandigheden die zich nu aandienen. De essentie is dat we bij alles wat we doen vragen: wat is het effect van ons handelen op andere mensen en op de aarde als systeem? Dat is nogal een afwijking van wat we in de industriële tijd deden. Het was concurreren om wie het meeste te pakken kon krijgen. Sociale onderzoekers zien een categorie mensen opkomen, de cultural creatives, die in toenemende mate – dus niet altijd en niet overal - hun leven vormgeven op basis van relationele ethiek. Zij letten op wat ze eten, hoe hun voedsel geproduceerd is, ze stappen over op hybride of elektrische auto’s, leggen zonnepanelen op hun dak, investeren in windmolenprojecten, willen weten hoe hun kleren gemaakt zijn. Die groep wordt in sociale onderzoeken geschat op een kwart van de bevolking. Het speelt zich ook af in ondernemersland. Daar heet het maatschappelijk verantwoord ondernemen. Het schiet hier en daar zelfs door naar ‘waarde creëren in meerdere dimensies’. Niet alleen maar
Tekst: Saskia Bonger
Delta magazine
winst maken, maar ook sociale en ecologische waarde creëren. Mensen opleiden, landbouwgrond vruchtbaarder achterlaten. Het idee dat je langdurig winst kan maken door de aarde of mensen te beroven, is een illusie.”
Circulaire economie “De huidige economie is, in het voetspoor van ons denken, lineair georganiseerd. We moeten ons ervan bewust worden dat we een lineair denkende soort zijn te midden van een cyclische werkelijkheid. Van daaruit moeten we manieren van werken organiseren, waarmee we ons weer voegen in die cyclische werkelijkheid, zoals de mensen van vóór de industriële tijd. In die zin is de industriële tijd een afwijking van de natuurlijke orde. De rol van eigendom verandert in een circulaire economie. Er zijn al fabrikanten die hun producten verhuren in plaats van verkopen. Fabrikanten die tapijt in gebouwen leggen en daarvan eigenaar blijven, houden beschikking over de grondstoffen in hun producten. En er zijn meer van zulke voorbeelden. Zo kun je wasmachines en koelkasten leasen. Als je de circulaire economie wilt vormgeven, dan moet je binnen productieketens samenwerken. Het vereist dat alle schakels heel nauwkeurig op elkaar zijn afgestemd. Grondstoffen moeten zo in een product verwerkt worden, dat je ze er aan het eind kunt uithalen om er een volgend product van te maken, steeds opnieuw. Dat zal leiden tot regionalisering, omdat we overstappen naar het oogsten van waardevolle stoffen uit onze lokale afvalstromen, urban mining. De afvalbranche ontwikkelt zich gaandeweg tot een leverancier van grondstoffen.”
Micro-technologie “De nieuwe generatie technologie heeft een belangrijke rol te spelen. Die micro-technologieën onderscheiden zich van de dragende technologieën uit de industriële tijd door een efficiënte toepasbaarheid op kleine schaal. Ik heb het over duurzame energie-technologie, de transitie naar biobased economy, de rol van nanotechnologie, 3D-printen, life sciences. Mijn beeld is dat de industriële tijd gebaseerd is op het ontwikkelen van kennis over de toepassingsmogelijkheden van dode materie: anorganische materie als ertsen, mineralen, fossiele brandstoffen. Een flink deel van wat zich in de toekomst zal ontwikkelen, zal gebaseerd zijn op verdere verdieping van onze kennis van levende materie, van organisch materiaal, biomassa. Er openen zich allerlei mogelijkheden om van moleculen uit biomassa nieuwe materialen te maken. We kunnen met bacteriën en enzymen chemische processen vormgeven die bij dagtemperaturen plaatsvinden, in plaats van de heel hoge temperaturen die de petrochemische industrie gebruikt om anorganische grondstoffen te kraken.”
Vrede “Binnen een cyclische economie hoort dat we onze energie niet meer halen uit eindige bronnen, maar dat we oogsten uit altijd beschikbare bronnen: zon, wind, aardwarmte. Nieuwe energie-technologieën maken het mogelijk om een heleboel fossiele brandstoffen in de aardkorst te laten zitten. Wat het beste is voor het CO2-gehalte in de lucht. Bovendien, nu halen we onze energie uit de hele wereld, uit Rusland en het Midden-Oosten. Waarom denk je dat daar oorlog is? Om de grondstoffen. Vrede in de wereld is afhankelijk van de mate en de snelheid waarmee we overstappen op een circulaire economie. Want als wij zelf onze energie maken, en in twee à drie decennia is dat mogelijk, dan hebben we die Russen en Arabieren niet meer nodig.”
Overheidssturing “De rol van de overheid in de transitie naar een circulaire economie is wat mij betreft relatief beperkt. Bepaalde instituties
‘Iedereen die een technische opleiding volgt, moet zijn rol pakken’ moeten wel veranderd worden, zoals de mededingingswetgeving en het belastingstelsel. Die eerste moet ruimte maken voor de samenwerking in circulaire productieketens, wat nu niet mag. In de belastingwetgeving zou het buitengewoon helpen als de inzet van nieuwe grondstoffen extra wordt belast. Als het relatief goedkoper is om grondstoffen te recyclen, ontstaat er een prijsprikkel om daarop over te schakelen. Nederland loopt helemaal achteraan in de stoet van landen als het gaat over duurzame energie. En niet voor niets. Neem windmolens. De druk om windmolenparken te bouwen is zo groot, met alle onrust van dien, omdat de overheid liever molens heeft dan zonnepanelen op huizen. Op die laatste kan ze namelijk geen belasting heffen, op die eerste wel. Daar zitten oude belangen. Maar uiteindelijk, hoe traag ze in Den Haag ook zijn, wij zullen ooit volledig in onze eigen energiebehoefte voorzien.”
Welvaart “Ik denk niet dat een circulaire economie betekent dat onze levensstandaard omlaag zal gaan. We komen uit een tijd waarin we maatschappelijke vooruitgang voornamelijk hebben afgemeten aan het Bruto Nationaal Product, wat eigenlijk betekent ‘meer spullen’. Ik voorzie dat de oriëntatie de komende tijd veel meer zal liggen op kwaliteit van leven. Dus van ‘hebben’ naar ‘zijn’.”
Ingenieurs “Een bepaalde manier van leven houdt een keer op. Systemen kennen een cyclus van opkomen, volop productief zijn en eindigen. Dat laatste is nu aan de orde. De industriële tijd heeft enorme vooruitgang geboekt, voor heel veel mensen. In de volgende fase zullen we die vooruitgang met nieuwe inzichten, kennis en technologie verder moeten brengen. Iedereen die een technische opleiding volgt, moet daarbij zijn rol pakken. Je komt hier niet om zinloos rond te dabberen. Je bent op de wereld om een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van het leven. Dat is de aard van het bestaan en de aard van evolutie. Studenten van nu zijn de mensen die in de komende twintig tot dertig jaar een nieuwe realiteit moeten creëren. Dat is een geweldig inspirerende uitdaging. Het dient zich nu aan door de mogelijkheden die er zijn. Jonge afgestudeerden komen in een lineaire wereld terecht, maar ze zullen zich het circulaire denken eigen maken en de technologie die daarbij hoort verder ontwikkelen. Dat is wat zij in hun life time te doen hebben.” <<
Herman Wijffels geeft op dinsdagavond 14 oktober op uitnodiging van Studium Generale een lezing met als werktitel ‘Principes en technologie voor het antropoceen’. Ook is er ruimte voor vragen en debat. De lezing is de eerste van drie met het thema ‘Een nieuwe wereld: waarden, bewustzijn en techniek van de mensheid 2.0’. Aanvang: 20:00 uur. Locatie: Aula. www.sg.tudelft.nl
23
24
boeken Hoe niet te innoveren
D
Door het kleine formaat, de vale paarse kaft en de onbekende auteur met de moeilijke naam is 'Flitsen' een boekje dat je makkelijk over het hoofd ziet. En dat zou jammer zijn omdat het een bruisend geschreven biografie is van de geniale uitvinder Nikola Tesla (1856 - 1943).
e geboorte van Gregor, zoals het hoofdpersoon van het boek heet, neemt messiaanse vormen aan. In het holst van de nacht zet een blikseminslag het kraambed in het volle licht 'waarna de donder zijn eerste kreetje overstemt terwijl de bliksem het omringende bos in brand zet'. De schrijver Jean Echenoz kan wel sterke scènes neerzetten. In een dun boekje volgt Echenoz tamelijk nauwgezet de levenswandel van de Kroatische uitvinder Nikola Tesla en hij mag daarbij graag zijn tics en merkwaardige karaktertrekken wat aanzetten. Gregor leidt aan smetvrees (behalve als het om duiven gaat), hij heeft een dwangmatige neiging om alles te tellen (behalve geld) en alles wat hij bedenkt ziet hij zo helder voor zich dat het uitwerken hem meestal zinloos lijkt. Op zijn 28-ste trekt hij naar Amerika waar hij als assistent bij het multitalent Thomas Edison terecht kan. Edison heeft dan net een eerste buurtcentrale op 110 volt gelijkspanning in Manhattan opgeleverd om mensen met gloeilampen (zijn eerdere uitvinding) van stroom te voorzien. Gregor vindt gelijkspanning een slecht systeem omdat er veel warmteont-
wikkeling optreedt in de kabels. 'Wie warmte zegt, zegt al vrij gauw vonk, vuurzee, rampspoed, verzekeraars en brandweerlieden, niet leuk dus', aldus Echenoz. Gregor laat zien dat wisselspanning efficiënter is omdat je die met transformatoren op een hogere spanning kunt brengen, hetgeen de transportverliezen verkleint. Maar Gregor is niet voorbereid op de smaadcampagne die daarop volgt. Edison, de eeuwige showman, heeft
Gregor bedenkt onophoudelijk nieuwe generatoren, zenders, ontvangers en vrije energie voor iedereen besloten mensen te laten zien hoe gevaarlijk wisselspanning is en doet dat door in het openbaar een olifant te elektrocuteren met 6600 volt. 'Dikke rookwolken stijgen op uit de elektroden aan het lijf van de olifant, die direct in elkaar zakt, als een doorgeprikte ballon, met haar vier verslapte poten in de vier windrichtingen. Quod
erat demonstrandum. Daverend applaus.' Uiteindelijk wint wisselspanning toch, zoals wij allen weten, maar doordat zowel Edison als George Westinghouse, oprichter van Westinghouse Eletric Company hem belazeren, wordt Gregor daar niet rijker van. Lang, slank, dandyachtig gekleed en wonend op hotelkamers bedenkt Gregor onophoudelijk nieuwe generatoren, zenders, ontvangers en jawel vrije energie voor iedereen. Maar steeds gaat iemand anders met zijn vindingen aan de haal (Marconi zou de radiocommunicatie van hem hebben). Vaak uit geldbejag, soms uit jaloezie. Na een aanrijding op een winternacht sterft hij alleen met zijn duiven op een goedkope hotelkamer. Wat een einde voor een genie. (JW)
Jean Echenoz, 'Flitsen', World Editions 2014, 152 blz., € 14,95
Delta Calcudoku In this Chaos Sudoku, every row, column, the eight irregularly shaped blocks of nine cells and the middle block of 3 by 3 cells must contain the digits 1 through 9 exactly once. In this Chaos Jigsaw PiecesDoku there are six further items to solve. The first two items, highlighted in blue and pink, also must contain the digits 1 through 9 exactly once. The last four items are highlighted in yellow. Each yellow block of cells must contain all of the digits from one of the following rows.
© 2014 www.sudoku-variations.com
The solution of this calculodoku will be published in next Delta.
Solution Calculodoku Delta 3
Delta
leuk bedacht
Delta bericht regelmatig over innovatieve ideeën. Maar wat is daarvan terechtgekomen? Hoe staat het bijvoorbeeld met de Deep Sea Minor, die in 2012 voor het eerst werd gegeven?
De druk is er immens hoog en als je niet oppast, corroderen al je stalen constructies en instrumenten binnen mum van tijd weg. Op kilometers diepte, op de bodem van de oceanen, is het niet fijn toeven, maar oh wat is het er rijk aan mineralen. ‘Deep sea mining’ heeft volgens hoogleraar maritieme techniek prof.dr.ir. Mirek Kaminski (3mE) de toekomst. Hij was een van de initiatiefnemers van de gelijknamige minor die in 2012 startte. Technologieën om op de oceaanbodem koper, goud en andere waardevolle materialen te delven moeten nog grotendeels ontwikkeld worden. Hoe maak je apparatuur dat robuust genoeg is? Hoe krijg je de benodigde energie op de diepte? En hoe haal je de schatten naar het zeeoppervlak? Over dit soort ingewikkelde vragen mocht een veertigtal studenten meedenken samen met enkele
ingenieursbureaus die interesse hadden getoond in de minor.
Minor geschrapt Aanmeldingen van studenten waren er volop. De minor had voor elk wat wils. Er kwam robotica bij om de hoek kijken, elektrotechniek, werktuigbouw, scheepsbouw, composiettechnologie. Toch is de minor na een jaar al weer gestopt. De reden: een te hoge werkdruk. “Ik had teveel hooi op mijn vork genomen”, vertelt Kaminski. “Het onderwijscurriculum bij 3mE is de afgelopen jaren veranderd. Het is veel zwaarder geworden. De TU verdient de eerste prijs als het gaat om het telkens opnieuw weer vernieuwen van het onderwijsprogramma”, zegt hij sceptisch. “Er was geen ruimte meer voor deze minor.” ON
BESL
IST
Hoe nu verder? Is het nu definitief afgelopen
met het onderwijs over het winnen van grondstoffen uit de diepzee? Kaminski hoopt van niet. Hij laat weten dat het onderwijs wellicht toch nog gegeven kan worden, maar in een andere vorm. Heel concreet wil hij daar nog niet over zijn. “We voeren nu gesprekken met de rector en met de industrie. Er is veel behoefte bij Nederlandse ingenieursbureaus aan kennis over dit onderwerp en aan kenniswerkers. Bij de TU weten we precies wat er speelt in deze branche.” (TvD)
Sinterklaas 2020 Vijf december komt eraan. Het ziet er helaas naar uit dat dit de laatste viering wordt met Zwarte Pieten. Nu kunnen we natuurlijk met zijn allen bij de pakken gaan neerzitten, maar we kunnen ook om ons heen kijken op zoek naar iets anders. Sinterklaas is welbeschouwd een nogal lullig en gedateerd kinderfeestje. Weg met de Zwarte Piet, tijd voor iets nieuws! Ik stel voor om de zwarte knechten te vervangen door Duitse assistenten in Lederhosen en een jagershoedje. Ze heten allemaal Heinz en zijn uiterst behulpzaam. Er is een Bastelheinz, die gerne komplizierte Surprisen fabriziert; een Jodelheinz met lange blonde vlechten, die zodra hij maar aanstalten maakt om te zingen een flinke prop in de mond gedouwd krijgt; Teutonischerheinz, Weltmeisterheinz, Reinheitsgebotheinz, enz, enz. Allemaal onder leiding van Übersturmbahnführerheinz die voortdurend schreeuwt: Wir müssen jetzt tüchtig arbeiten sonst bekommen die Kinder nicht ihre Pakete. Onze kleintjes zullen hier van smullen! Ook Sint is toe aan een facelift. Is deze dementerende bleekscheet echt een Spanjaard? Gooi hem in de zonnebank, knip die baard eraf, hou zijn hoofd onder de tondeuse, doe de mantel uit en steek hem in een maatpak (hé, daar is een leuk liedje van te maken). Op deze leeftijd is paardrijden bovendien erg onverstandig, vanwege de prostaat. Een zichzelf respecterende heilige verplaatst zich anno nu in een motorisch vehikel. Ik denk aan een glazenkooiconstructie met ergonomische stoel bovenop een Leopardtank. Resteert de vraag: is dit misschien racistisch? Natuurlijk niet! Duitser zijn eigenlijk net Nederlanders, ze vormen geen eigen ras. De Heinz is een veel natuurgetrouwere afspiegeling van de Duitser dan de Zwarte Piet van de Afrikaan, dus wat dat betreft is het een hele vooruitgang. Het is geen racisme, het is hooguit een ietsiepietsie discriminatie, maar ik denk dat Duitsers daar niet over zullen gaan zeiken bij de Verenigde Naties. Wie heeft er nou een boodschap aan Duitsers die zich gediscrimineerd voelen?
columnrobbertfokkink
Deep sea mining Het idee
25
TU Delft
26
Schrijf je in vóór 31 oktober www.techniekbedrijven.nl
Advertenties
14 november 2014
14 November Beurs-WTC Rotterdam
Het landelijk carrière evenement voor de techniek- en bètastudent
Voor advertenties bel met:
H & J Uitgevers Postbus 101 2900 AC Capelle aan den IJssel
morgen kunt u haar gerust weer een vraag stellen
T (010) 451 55 10 F (010) 451 53 80
E
[email protected] Neem contact op met Hennie de Ruyter of Mireille van Ginkel voor nadere informatie.
Bel de gratis KWF Kanker Infolijn 0800 - 022 66 22 Al uw persoonlijke vragen over kanker persoonlijk beantwoord Bel met een van onze deskundige medewerkers of ga voor meer info naar kwfkankerbestrijding.nl/vraag. De KWF Kanker Infolijn is geopend van maandag tot en met vrijdag van 09.00 tot 18.00 uur.
Delta Magazine Lees ‘m online
www.delta.tudelft.nl
Help Alzheimer overwinnen. Dan hoeft niemand zichzelf te verliezen. 1 op de 5 mensen krijgt dementie, waarvan Alzheimer de meest voorkomende vorm is. www.alzheimer-nederland.nl
desgevraagd
Stelling
De Nobelprijs voor de natuurkunde gaat dit jaar naar de uitvinders van een blauw led-lampje dat een revolutie veroorzaakte in de wereld van de elektronische verlichting. “Tijdens een diner vorig jaar in Beijing zei ik nog tegen hem, ‘Jij gaat de Nobelprijs winnen’.” De Delftse hoogleraar microtechnologie en led-expert prof.dr. Kouchi (G.Q.) Zhang (EWI) is het helemaal eens met de keuze van het Nobelprijscomité. Zijn vriend en collega, de Amerikaans-Japanse Shuji Nakamura, is een van de laureaten. Volgend jaar ziet hij hem weer, tijdens de jaarlijkse conferentie over led-technologie in Beijing, en dan heffen ze samen het glas op die profetische woorden. Nakamura, die hoogleraar is aan de University of California, en de twee onderzoekers met wie hij de prijs deelt – de Japanners Isamu Akasaki en Hiroshi Amano van de Nagoya University - wisten begin jaren negentig een light emitting diode (led) te maken die helderblauw licht produceerde. Het was een doorbraak die dertig jaar op zich had laten wachten. Er waren al lange tijd rode en groene led-lichtjes, maar blauw miste nog. De blauwe led is nodig om wit licht te kunnen maken en alle andere denkbare kleurschakeringen. Was het niet eerlijker geweest om de prijs uit te reiken aan andere onderzoekers die al decennia eerder aan de technologie werkten? Aan de vijfen-
tachtigjarige Amerikaan Nick Holonyak bijvoorbeeld, de persoon die als eerste een led maakte die zichtbaar licht produceerde? Zhang: “Er is natuurlijk een heel grote groep onderzoekers aan wie eer toekomt. Ik vind het terecht dat deze drie wetenschapers de prijs hebben gekregen. De impact van hun werk op het
‘De impact van hun werk op het milieu en de wereldeconomie is enorm’ milieu en de wereldeconomie is enorm. Zij hebben ontdekt hoe je op industriële schaal blauwe leds kunt maken.” De toepassingsgerichte aanpak van de Japanners spreekt Zhang, die ook werkzaam is bij Philips, erg aan. “In het verleden ging de prijs naar theoretische
27
TU Delft
fysici. Die doen natuurlijk ook belangrijk werk. Maar een directe link met de economie ontbrak vaak.” Leds lijken in geen enkel opzicht op gloeilampen, spaarlampen, gasontladingslampen en tl-buizen. Het zijn chips die werken als een soort omgekeerde zonnecellen. Absorberen de halfgeleidermaterialen in zonnecellen fotonen en gaat als gevolg van de aangeslagen toestand van het materiaal een stroompje lopen; bij leds leiden elektronenstromen door de halfgeleidermaterialen er juist toe dat fotonen worden uitgezonden. En dat wegschieten van lichtdeeltjes doen ze superefficiënt. Het record staat nu op driehonderd lumen per watt. Dat is twintig maal meer dan een gloeilamp. De Nobelprijs voor de chemie werd vorige week ook uitgereikt. Hij ging naar drie onderzoekers wier werk heeft geleid tot een supermicroscoop waarmee wetenschappers op molecuulniveau kunnen kijken in cellen: de Amerikanen Eric Betzig en William Moerner en de Duitser Stefan Hell. De Nobelprijs voor de fysiologie ging naar de Amerikaan John O’Keefe en het Noorse echtpaar May-Britt en Edvard Moser. Zij deden onderzoek naar de wijze waarop de hersenen weten waar we ons bevinden in de ruimte en de wijze waarop ze routes uitstippelen; een soort gps van het brein. (TvD)
‘Om de invloed van hun onderzoek te vergroten, zouden onderzoekers enkel freeware in hun onderzoek moeten gebruiken.’ Dieky Adzkiya, wiskundige Uit ‘Finite abstractions of maxplus-linear systems’ “Als onderzoeker kun je data met twee soorten software analyseren; met gratis software of met betaalde programmatuur. Ik raad iedereen aan om gratis programma’s te gebruiken omdat onderzoekers die je publicaties lezen dan makkelijker met je data aan de slag kunnen. Voor je eigen citatiescore is dat natuurlijk ook beter. Zelf heb ik geen gratis programma’s gebruikt. Daar heb ik nu spijt van. Ik heb wiskundig onderzoek gedaan naar max-plus lineaire systemen. Deze kunnen onder meer gebruikt worden voor de analyse en planning van infrastructuurnetwerken, zoals spoorwegen en communicatienetwerken.” (TvD)
Strip: Auke Herrema
Delta
28
Delta
Text: Damini Purkayastha Photo: Education and Student Affairs
TU Delft
In a three-part series, Delta explores the lack of space on campus for classrooms and accommodation and asks what solutions have been put in place.
We've got a new edition to the International Pages, the famed PHD Comic will now be printed in the magazine. A few of the pages have been moved around to accommodate the new addition. We're still deciding on a final layout, so send your suggestions to internationaldelta@
international pages
tudelft.nl.
Students listen to a lecture in the former Leger Museum.
Lack of Space: Classrooms Over 19,000 full-time students, PhD candidates and exchange students are currently enrolled at TU Delft. With the numbers growing at 5-10% annually, the university is confronting a lack of space on campus, especially for courses which attract more students. “In the past ten years, the number of enrolled students in the B.Sc. and M.Sc. phase has increased continuously. All faculties have to deal with larger groups, especially in the first few weeks of each semester. Another cause [for the increase] is the new B.Sc. programmes. In the past few years most faculties have adapted their programmes to include less lectures for large groups and more active forms of education for smaller groups. This means that the demand for space is changing to more places for project work and to study by yourself,” explains Hans
Poot, manager Real Estate Development, FMVG. The Department of Facility Management and Real Estate (FMVG) and the Department of Education and Student Affairs have been working on both makeshift and long term solutions for this shortage. This year, seven classrooms with a capacity of 70 were created in 3mE and 260 new study spaces were included in the newly renovated Aula. In September, the university rented and renovated two halls in the former Leger Museum into classrooms with a capacity of over 300. Other temporary venues include the auditorium in the Aula with a capacity of 1,500, the Theatre de Veste and, the Sports Hall is on standby for examinations. “Two and a half years ago we conducted an inventory of space, the requirements and how to manage it. Our approach is two-fold; to ensure there’s enough space quantitatively, and improve the quality of these spaces to support modern teaching methods like active learning and blended education. Last year, for some large courses we created smal-
‘We plan to build a new centre for education’
ler batches of students and held the same lecture twice in a day. In some faculties, a class of over 200 students can be seated in different rooms, we live stream the lecture with an interactive set-up so students in any hall can engage with the professor,” says Timo Kos, director Education and Student Affairs. While some of the makeshift solutions are not ideal, Kos says students have thus far been understanding. Meanwhile, work is underway for long term solutions. “We plan to build a new centre for education, creating more midsized lecture rooms to facilitate activating and multidisciplinary teaching & learning called the Learning Centre. This building will add extra teaching and study facilities to the centre of our campus, close to the Aula and the library. Together we consider this strip to be the future learning environment of the TU Delft. Furthermore, we have planned a few major renovation projects. The buildings of Civil Engineering, EWI and TNW will be renovated, including a large number of classrooms and lecture halls,” explains Poot. While plans for the renovation of the TNW building are still being prepared, the Learning Centre is expected to be ready in 2017 and the renovated Architecture faculty by the third quarter of 2015.
Delta
29
TU Delft
NWO awards Veni grants to TU Delft researchers Two TU Delft researchers have received €500,000 in grants from the Netherlands Organisation for Scientific Research (NWO). Attila Geresdi and Daniele Cavallo were among the 152 researches to receive a Veni grant in 2014. They will each receive €250,000 over the next three years to enable them to further their research in the fields of quantum physics and microelectronics respectively. Attila Geresdi, who graduated summa cum laude from his PhD in Budapest in 2011, is working on a project called “Whispers of the Majorana particle.” “The Netherlands has a good reputation internationally for investing in scientific research,” says Geresdi. “Each item in the lab is worth more than the grant itself so if I had to buy the equipment I would certainly not be able to complete my research with this grant alone.” Geresdi’s research project focuses
on Majorana particles, which have zero energy, zero mass and zero momentum making them very hard to detect. Geresdi hopes to use the Veni grant to develop new methods of measurement, allowing him to monitor the quantum noise generated by the majorana particles. Daniele Cavallo graduated cum laude from Eindhoven University of Technology with a PhD in electromagnetics in 2011. Working in the EEMCS
‘The Netherlands has a good reputation for investing in scientific research’
tential to provide wireless communication one million times faster than it is now. As part of the NWO Incentives Scheme, the Veni grant is open to those who have completed their PhD within the last three years and are at the start of their scientific career. Recipients have been assessed as being in the top 20% of their field. (DS)
department of TU Delft since December 2011, Cavallo, originally from Italy, says there was never any question about where to undertake his Veni funded research. “My existing networks and collaborations mean that I can easily continue my research here at TU Delft,” he says. His research, “Efficient On-Chip Antennas for Terahertz Applications,” has the po-
Attila Geresdi (left) and Daniele Cavallo. (Foto's: Daniela Stow)
KonneKt launches Kickstarter campaign to help isolated children TU Delft graduate Job Jansweijer has launched a crowdfunding campaign on Kickstarter for his award-winning design concept KonneKt. In order to promote the social development of isolated children in cancer wards, Jansweijer designed a modular game that could be played on glass doors or windows of isolation rooms, bringing patients in contact with other children in the hospital. Originally an IDE graduation project, Jansweijer
plans to make KonneKt available to hospitals worldwide, provided it secures the necessary funding. “If the [crowdfunding] campaign succeeds, 100 KonneKt games will be
100 KonneKt games will be donated to 100 hospitals donated to 100 hospitals,” Jansweijer says. “The funding will be invested in things such as molds, materials,
production, setting up a foundation for KonneKt and toy safety testing.” A growing number of hospitals throughout Europe and Southeast Asia have already expressed their interest in the game, but will have to wait until it goes into production. To do so, the crowdfunding campaign must raise at least €30,000 worth of investment. At the time of this writing, the campaign has raised more than €6,300, donated by 138 people. With less than three weeks to go, Jansweijer is hoping for a snowball effect, whereby more and more people will contribute to the cause. “Crowdfunding is a way to involve people worldwide into making KonneKt a reality,” Jansweijer
says. “Everybody I speak to about KonneKt is enthusiastic and thinks KonneKt should be made, and many people want to help. With crowdfunding, all these people can contribute a little to make KonneKt happen.” Officially, the Kickstarter campaign ends on Saturday, October 18, 2014 at 22:25. Supporters can pledge a minimum of €1 towards the project via the Kickstarter website. (PG) konnektplay.nl/kickstarter
30
Delta
Text: Damini Purkayastha Photo: Hans Stakelbeek
TU Delft
delft survival guide Surviving the tastings For those of you interested trying out new flavours, Dutch proeflokalen (tasting rooms) are just the thing for you. From organised tasting sessions on whisky, to a free crash course in coffee, here’s a look at some interesting tasting sessions in Delft and nearby. Jenever If you haven’t tried this traditional Dutch liquor yet, then Schiedam is the place to do it. In the 18th century, this tiny town was the international hub of jenever manufacturers. Today it houses the Jenever Museum (which also conducts tastings) and a number of smaller pubs with big collections of the juniper-berry flavoured drink. One such is Jeneverie ’t Spul which has over 400 different kinds of jenever, a small museum on the premises and they conduct regular tastings. Seven kinds of jenever are served along with snacks at a typical tasting. “Besides talking about flavours, I also tell participants about the history of the drink, anecdotes and explain how it is made,” says Rob van Klaarwater, the owner. The tasting costs €15 per person and should be booked a 10 days to two weeks in advance. Hoogstraat 92, 3111 HL Schiedam tspul.nl
Cheese One of Amsterdam’s famous tasting rooms, the Reypenaer Cheese Tasting Room conducts an hour long tasting session with a specialist. Here visitors try six varieties of goat cheese and Gouda. “We usually pair the cheeses with different wines,” says Daphne van Delden, an assistant manager at the store. Non-alcoholic drinks can also be requested. The tastings are conducted
Participants taste coffee at Miss Morrison.
by Ron Pieters, who has been in the business for 40 years. Among other things, visitors learn to discern the texture of old cheese, the creaminess of milk cheeses and what pairs well with what. Priced at €15 per person, the tastings are held all week long, but be sure to book in advance. Singel 182, 1015 AJ, Amsterdam reypenaercheese.com
Coffee If you’re a coffee connoisseur or someone who’s not entirely sure how they like their coffee, then this Coffee College might be just the thing for you. Every two months, Cisca Colijn, the owner of the coffee branderij (roaster) Miss Morrison organises a free workshop for coffee lovers. Typically, visitors are first introduced to the green beans and
then they watch a roasting process before the actual tasting begins. “Understanding how it is made helps people discern flavour better. It’s important for people to know what form of coffee they like best before investing in apparatus,” she explains. The next coffee college will be held in November, the date will be posted on their website. Voorstraat 7, 2611 JJ Delft missmorrison.nl
Whiskey Trappistenlokaal ‘t Klooster has something for whiskey and whisky lovers out there. “Most whisky tastings are set up for individual groups. So according to their wishes we adjust our tastings,” says Helmer Dil the owner. “However, twice a year we organise a whisky dinner and tastings can be done in Dutch
'Besides talking about flavours, I also tell participants about the history of the drink, anecdotes and explain how it is made'
and English,” he adds. The level of the tasting can also be adapted to suit beginners and experts alike. Prices for their tastings start around €17.50 but vary depending on the number of food items and whisky. Check their website for the agenda. Vlamingstraat 2, 2611 KWE, Delft trappistenlokaal.nl
Beer Most pubs in Delft and across the Netherlands host some kind of beer tasting events, including Biercafe Doerak. Every two months, a beer tasting is conducted at Doerak and while it’s primarily in Dutch, the hosts are happy to translate for internationals. Tastings are structured differently each time, sometimes a brewer brings over a sample of beers, while some are themed on a particular kind of beer. Their next event will be held on November 9. Vrouwjuttenland 17, 2611 LB, Delft cafedoerak.nl
Delta
31
TU Delft
SCIENCE Science beach party
SHORT
Researchers from all over the world have gathered on a Dutch beach and put on their wetsuits. They are measuring currents, waves and sand erosion as part of a measuring campaign organised by TU Delft. A couple of girls in wetsuits are doing stretching exercises on the beach whilst a muscly guy dives into the waves with a body board. A little further into the sea, a young man rushes by on a jet ski and tries to gain attention. Despite the resemblance to a beach party, this is actually the setting of a research project situated just off the coast of Zuid Holland, at the Sand Engine, an artificial peninsula created in 2011. Normally sand is being replaced on the coast every year to counter erosion. The idea now is to instead let the sand from the peninsula be distributed along the coast between Hoek van Holland and Scheveningen naturally by wind, waves and currents for the coming twenty years. Americans, South Africans, Swedes; researchers from all over the world have gathered here for a six-week period. They participate in a measuring campaign organised by TU Delft researchers and have deployed all kinds of equipment, including current sensors, drifters, sonar tools and even a drone, to do measurements on coastal erosion, bathymetry and waves.
Intense One of the most impressive set of tools is the 42 instruments that measure the currents near the bottom of the sea. They are simple tilt sensors, comparable to those in smart phones, and thus very cheap devices. They are anchored with paving stones. A myriad of buoys marks their location. A poor fisherman, who hadn’t heard of the research project, recently found himself amidst of all this equipment, to his great surprise. The Sand Engine is a popular fishing ground. PhD student Meagan Wengrove, from the University of New Hamp-
Broken bridge
The Sand engine attracts researchers worldwide. (Photo: Tomas van Dijk)
shire, has her diving goggles on. She just helped collecting drifters that were thrown into the sea to measure the currents. “And now I have to go and put new batteries on my instrument which is at two meters depth and recuperate someone else’s camera’s that were snowed under with sand”, she explains. “This is really intense research”, she laughs. “I have been swimming competitively for fifteen years. So this should be no problem.”
has been doing measurements on the bathymetry with sonar at a regular basis for months in a row.” Does this new natural sand replacement technique in itself also attract international attention? “Sand engines could be interesting in some parts of the United States”, says Wengrove. “Take Long Island and New Orleans for instance. These are also densely populated areas where they have problems with keeping land.”
shape
unique
Wengrove is interested in the sand ripples on the oceans floor. “I want to understand how storms and currents influence their shape. Models in oceanography usually don’t account for these rapid small scale changes. But they might be of importance.” Wengrove is one of many American researchers who took base at the Sand Engine. She is accompanied by colleagues from the Scripps Institute of Oceanography in San Diego, the Oregon State University and the Universities of Miami and Washington. What makes this Dutch measuring campaign so interesting for these researchers to come over all the way over from the United States? Wengrove: “People here are collecting many different types of data, which combined can give us new insights. Some look at small scale processes, like me, whilst others measure large scale developments. Take that guy on the jet ski for instance”, she says whilst pointing to the distance. “He
According to Bonnie Ludka this spot in The Netherlands is unique. “There is no other sand engine in the world”, says the researcher from Scripps Institute of Oceanography in San Diego who is packed in neoprene from head to toe and still shivering. “It could also be interesting for the US. We do sand nourishment as well, near the coast of San Diego amongst others.” Wengrove, in the meantime, has gone back into the water. She is accompanied by coastal engineer Dr. Matthieu de Schipper (CEG faculty), who is one of the organisers of the measuring feast, which is officially called MegaPEX2014. Both carry with them a jerrycan of bilious green dye. A drone hovering high above them observes the huge green spills that appear when they empty their cans. Again a technique to study currents. (TvD)
After 30 years at TU Delft, Dr. Cor van der Veen finally had the chance to sacrifice a real bridge on science’s altar last month. The slab bridges from the 1950’s are not only stronger than expected, he found out, the way in which they succumb is reassuring as well. Van der Veen (CEG) had to put 380 tons onto the bridge (19 times the maximal load) to create a large crack across the width. Van der Veen concluded that slab bridges will display cracks before they actually collapse so that regular inspections are a reliable way of monitoring a bridge’s safety. delta.tudelft.nl/28856
Slab bridges are hard to crack. (Photo: Cor van der Veen)
Watching life
A smart combination between an optical and an electron microscope images single molecules on their way through a living cell. Optical fluorescence microscopy shows proteins labelled with Q-dots as tiny red points moving around in the dark, while electron microscopy snap shots of exactly the same area, taken at any chosen moment, show the surrounding cell organelles they interact with. Dr. Nalan Liv showed life in action under the Delmic microscope as part of her PhD research at Prof. Pieter Kruit’s group at Applied Sciences. delta.tudelft.nl/28870
Turboprop
A test in the Netherlands' largest DNW wind tunnel last week has shown a turboprop's noise can be reduced by providing extra air. PhD student Tomas Sinnige (AE) researched the influence of the airflow on the noise levels of a turboprop installed behind a wing (pusher-propeller). Looking through his preliminary results, Sinnige says that providing extra air towards the propeller (from pressurised air from the engine for example) will reduce the propeller's noise by 4 - 9 decibel. delta.tudelft.nl/28855
Contents International
28
Lack of space: class rooms
29
NWO awards Veni grants
The bike of
Text: Heather Montague Photo: Hans Stakelbeek
Surviving the tastings
Ben Carrion
B
rown, slim and resistant. That is how Ben Carrion described his old bike that ironically carries the brand name “German”, but says made in Holland. “I believe it’s a pretty common bike here,” says the native Chilean who came to the Netherlands just over a year ago with his wife and daughter. The bike was chosen mainly for its price. “It is a second (or third, or fourth)-hand bike, and when we arrived in Delft, along with a few hundred other people, there was a huge demand for bikes so there were not many options available,” says Carrion. “All other cheaper options had this torpedo braking system, which is kind of scary for me.” He liked that the bike looked very Dutch, kind of old and simple with slim tires. So far it has served him well, except for the one hand brake that doesn’t currently work. Carrion mainly uses the bike for his daily commute to Deltares, where he is working on his thesis. But he explains that it is a very utilitarian bike since he added the big brown box to the front. He also uses it to carry a baby stroller, groceries or even his dog when it is too tired to run with the bike. “I have gone to IKEA a couple of times and bought more than I had planned,” Carrion says. “To avoid paying for delivery I put everything on top of the bike. Lots of rope, bags and Tetris skills and I’m carefully rolling.” Cycling in his home country of Chile is not very popular yet, but Carrion hopes that will change. “The car is king and the infrastructure is aimed towards it,” says Carrion of Santiago, the capital city that has around six million residents. But he said now there are problems with overcrowded public transport and traffic, good reasons to develop a better infrastructure for bikes. Of cycling in the Netherlands, Carrion thinks it is great. “We just had to get used to the weather, and we don't mind cycling in the rain,” he says. “You just need to gear up and roll!”
30
See www.delta.tudelft.nl for the translation of page 8: Postal problems Name: Ben Carrion (Chile, MSc student in coastal engineering) Price: 170 Euros Brand: German Striking Feature: Big brown box on the front