STIS Plan van aanpak: fase functionele specificatie en functioneel ontwerp
Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Adviesdienst Verkeer en Vervoer
STIS
Plan van aanpak: fase functionele specificatie en functioneel ontwerp augustus 2000
Inhoudsopgave
P’an van aanpak ES/EO
1 Inleiding
4
2 Doel en resultaat fase FS/FO 2.1 Doel 2.2 Uitgangspunten 2.3 Resultaat
5 5
3 Activiteiten en tijdplanning 3.1 Activiteiten 3.2 Planning
6 6 6
4 Projectorganisatie 4.1 Projectorganisatie 4.2 Taken en verantwoordelijkheden
7 7 9
5 Uitbesteding 5.1 Uit te besteden werkzaamheden
5.2 Eisen aan potentiële opdrachtnemer
10 10 10
Bijlage 1: Sjabloon van werkprotocol
12
Bijlage 2: Lijst met afkortingen
13
Parafen
14
3
5
1 Inleïding Het doel van STIS is te komen tot implementatie van RIS in Nederland. In de Europese project INCARNATION is de eerste aanzet gegeven voor het RIS-concept, hetgeen nader is uitgewerkt in het eveneens Europese project INDRIS. In INDRIS zijn een aantal functionaliteiten binnen het RIS-concept nader uitgewerkt en gedemonstreerd. Tijdens de INDRIS-demonstrators is zoveel mogelijk gebruik gemaakt van bestaande applicaties en systemen, die voor de demonstrator zijn aangepast of uitgebreid. De meeste van deze applicaties zijn niet geschikt voor definitieve invoering. De ideeën achter deze applicaties vormen een belangrijk uitgangspunt voor STIS. Daarnaast vinden we in het RIS-concept en dus ook in 5115 de functionaliteit van de huidige informatie verwerkende systemen, zoals IVS9O, WATIS en CESAR terug. Deze kennis zal eveneens een belangrijke basis voor STIS vormen. In de volgende hoofdstukken wordt ingegaan op het plan van aanpak STIS. Aangegeven wordt het doel, de te verwachten produkten, de fasering, de planning, de projectorganisatie inclusief taken en verantwoordelijkheden en de uit te besteden taken.
Plan van aanpak FS/FO
4
2 Doel en resultaat fase FS/FO 2.1
Doel
Het doel van de fase FS/FO is het tot in detail vastleggen van het volledige pakket van eisen en randvoorwaarden ten aanzien van de met het STIS te ondersteunen RIS functionaliteiten.
Uitgangspunten
2.2
De uitgangspunten van de fase FS/FO zijn gebaseerd op hetgeen beschreven is in het projectplan 5115, de resultaten van de inventarisatiefase en de resultaten van het stuurgroepoverleg. De uitgangspunten voor de fase FS/FO zijn: • STIS moet leiden tot de implementatie van RIS in Nederland • STIS omvat de volgende $ hoofdfuncties - reisplanning vervoersmanagement verkeersmonitoring afhandeling calamiteiten planning bij sluizen en bruggen statistiek haven en terminalplanning toezichthoudende taken • STIS hoeft niet per se te leiden tot één applicatie, maar kan bestaan uït een stelsel van afspraken en meerdere deelapplicaties/modules. • $115 maakt gebruik van (Europese) standaarden. • STIS levert de input vanuit Nederland aan Europese initiatieven zoals bijvoorbeeld COMPRIS. • $115 kan leiden tot voorstellen voor aanpassing van de wet- en regelgeving. • De functionele specificatie van 5115 is systeem en techniek onafhankelijk. • In de voorbereidingsfase van 5115 zijn alle projectkosten voor externe begeleiding en aanschaf van tools e.d. voor rekening van de opdrachtgever. De inzet van niet Rijkswaterstaatspaftijen in werkgroepen is voor rekening van de desbetreffende organisatie. Op deze wijze wordt invulling gegeven aan het verkrijgen van commitment over 5115. • De voorbereidingsfase van 5115 leidt tot een technisch ontwerp van STIS op basis waarvan overgegaan kan worden tot realisatie van 5115. -
-
-
-
-
-
-
2.3
Resultaat
Het resultaat van de fase Functionele Specificaties en Functioneel Ontwerp bestaat uit één of meerdere rapportages waarin opgenomen: • een beschrijving van de 5115 functionaliteiten op hoofdlijnen • een proces beschrijving, hierin wordt aangegeven hoe de verschillende processen binnen de 5115 functionaliteit samenhangen • een object beschrijving, hierin wordt aangegeven op welke wijze de informatie georganiseerd kan worden • data allocation policy, hierin wordt aangegeven wie wanneer over welke informatie mag beschikken. • de eisen (update, nauwkeurigheid, ...) die gesteld worden aan de informatie en processen Op basis van deze rapportages zal een plan van aanpak voor fase 3: Technisch Ontwerp worden opgesteld.
P’an van aanpak ES/EO
5
3 Activiteiten en tïjdplannïng 31 Activiteiten De functionaliteitsfase is opgedeeld in de volgende 10 stappen: 1. Uitbestedingstraject
offerte fase opstellen overeen komst 2. Projectorganisatie indeling werkgroepen bemensing werkgroepen 3. Functionele specificatie Een beschrijving op hoofdlijnen van de van de processen binnen RIS in overleg met toekomstige gebruikers. Op basis van deze beschrijving wordt de STIS-functionaliteit afgeleid. Dit vormt de afbakening van STIS. Deze functionaliteiten worden in stap 6 nader uitgewerkt. 4. check op consistentie met afbakening STIS 5. Besluitvorming Stuurgroep 6. Functioneel ontwerp In deze fase wordt de in 3 genoemde STIS-functionaliteit in nauw overleg met toekomstige gebruikers nader uitgewerkt. Dit omvat onder andere: detail beschrijving STIS-functionaliteiten gebruik makend van prototyping mens-machine interface. Bij deze detailbeschrijving wordt gebruik gemaakt van objectmodelleringstechnieken. Rapportage bestaande uit: beschrijving objectmodel, beschrijving informatie stromen, beschrijving data allocation policy, eisen aan data en processen. Het eindresultaat wordt gecheckt op realiseerbaarheid. Dit document vormt de basis voor het technisch ontwerp. Het moet onderhouden worden in de volgende fasen, het vormt de basis document voor het uiteindelijk te realiseren STIS-systeem. 7. check op consistentie met afbakening 5115 8. plan van aanpak fase 3: technisch ontwerp 9. plan van aanpak fase 4: voorbereiden implementatie en beheer 10. Verzorgen publiciteit, en afstemming met andere projecten. -
-
-
-
-
-
-
-
Planning
3.2
In onderstaand overzicht zijn de in paragraaf 3.1 genoemde stappen uitgezet in de tijd. stap
3 kw. 2000
4 kw. 2000
2 3 4
5 6 7 8 9 10
P’an van aanpak ES/EO
6
1 kw. 2001
2 kw. 2001
3 kw. 2001
4 kw. 2001
1 kw. 2002
4 Projectorganisatie 4.1
Projectorganisatie
In onderstaande figuur wordt de projectorganisatie STIS weergegeven.
Opdrachtgever:
P. Kieft RWS-HK F. van der Horst RWS-HK (gedelegeerd opdrachtgever) -
-
Stuurgroep:
C. van Raalten RWS-HK F. van der Horst RWS-HK C. Polderman/M. Berrevoets DCC J, Daamen RWS Dir. Zeeland P. Stuurman RWS Dir. Oost-Nederland M. Pot RWS Dir. Limburg D. Riernstra RWS Dir. Noord-Nederland H. van Nadort RWS Dir. Utrecht H. Prins RIZA P. Padding AVV Voorzitter PAR i. van Splunder (secretaris )) RWS Dir. Zeeland L. Kuiters (projectleider 5115) AVV -
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Projectleiding:
L. Kuiters AVV J. van Splunder RWS Dir. Zeeland H. Opsteegh RWS HK -
-
-
Adviesraden:
1. Overleggroep Scheepvaart (OGS) 2. Project Adviesraad (PAR) onafhankelijke voorzitter Bureau Telematica CB RB CBS DCC Douane
Plan van aanpak FS/FO
7
Gemeentelijk Havenbedrijf Amsterdam Gemeentelijk Havenbedrijf Rotterdam Groningen Seaport 1 P0 KLPD KVN R PCR Rl L Rijksverkeersinspectie Scheepvaartinspectie Zeeland Seaports ]. van Splunder RWS Dir. Zeeland (secretaris) L. Kuiters AVV (projectleider) -
-
Werkgroepen:
1. reisplanning en vervoersmanagement AVV Bureau Telematica CBRB PCR RIt RIZA
2. haven- en terminaiplanning CBRB Gemeentelijk Havenbedrijf Amsterdam PCR RI L RWS Dir. Oost-Nederland Zeeland Seaports of Groningen Seaport 3. Verkeersmonitoring en planning sluizen en bruggen AVV Gemeentelijk Havenbedrijf Amsterdam Gemeentelijk Havenbedrijf Rotterdam RWS Dir. Limburg RWS Dir. Noord-Nederland RWS Dir. Oost-Nederland RWS Dir. Utrecht RWS Dir. Zeeland RWS Dir. Zuid-Holland (CBRB) 4. afhandeling calamiteiten AVV Gemeentelijk Havenbedrijf Amsterdam Gemeentelijk Havenbed rijf Rotterdam Groningen Seaport IPO KLPD RWS Dir. Noord-Nederland RWS Dir. Zeeland Scheepvaartinspectie Zeeland Seaports (CBRB)
Plan van aanpak FS/PO
8
5. statistiek AVV CBRB CBS Gemeentelijk Havenbedrijf Rotterdam Groningen Seaport / Zeeland Seaports lPO RWS Dir. Noord-Nederland RWS Dir. Oost-Nederland RWS Dir. Utrecht RWS Dir. Zeeland 6. Handhavende taken Douane Gemeentelijk Havenbed rijf Amsterdam Gemeentelijk Havenbedrijf Rotterdam Groningen Seaport / Zeeland Seaports KLPD Rijksverkeersinspectie RWS Dir. Oost-Nederland Scheepvaartinspectie (CBRB) Uitgangspunt bij het opzetten van de werkgroepen is geweest het zo efficient mogelijk inzetten van de beschikbare mankracht.
4.2 Taken en verantwoorde’ijkheden
Met de stuurgroep, projectgroep en werkgroepen worden werkprotocollen opgesteld. In deze protocollen wordt beschreven: • de taak • de methode van uitvoering • het beoogde resultaat • afspraken m.b.t. communicatie • afspraken m.b.t. rapportage • beschikbare middelen (budget, mensen en documenten) • bevoegdheden • kwaliteitseisen • ondertekening. In Bijlage 1 is het sjabloon van een protocol opgenomen.
P’an van aanpak FS/FO
9
5 Uitbesteding 5.1 Uit te besteden werkzaamheden De uitbesteding bestaat uit de inhuur van mankracht ter ondersteuning van het projectmanagement bij het uitvoeren van de functionele specificaties. De taak van de ingehuurde krachten zal bestaan uit: • het projectmanagement en de werkgroepleden ondersteunen bij het inventariseren/prioriteren van de RIS-functionaliteiten die in het kader van 5115 nader uitgewerkt zullen worden • in samenwerking met vertegenwoordiger van de opdrachtgever en de werkgroepleden het opstellen van de detailbeschrijvingen van de RIS functionaliteiten. Hierbij is het wenselijk dat er voor het opstellen van de specificaties gebruik gemaakt wordt van het prototypen van de toekomstige gebruikersschermen (MMI) • vastleggen van de data allocation policy
5.2
Eisen aan potentiële opdrachtnemer
Afgeleid van de gestelde uitganspunten en de aanpak van deze fase, worden de volgende eisen gesteld aan de potentiële opdrachtnemer: • In deze fase staat de functionaliteit van het toekomstige 5115 centraal. In deze fase is het van groot belang dat de te definiëren functionaliteiten niet beïnvloed worden door (toekomstige) technische mogelijkheden. Er moet eerst beschreven worden wat de wensen zijn van de gebruikers en er moet nog niet gekeken worden naar de mogelijke oplossingen (het hoe). Dit is pas in de latere fase van belang. Indien dan blijkt dat er geen (technische) mogelijkheden bestaan om te voldoen aan de gevraagde wensen, zal herdefinitie plaatsvinden. Ter voorkoming van vermenging van functionaliteit en technische oplossing is er besloten voor deze fase geen expertise van automatiseringsbureaus in te huren. • Zoals eerder aangegeven omvat het STIS-project de implementatie van het RIS-concept op de Nederlandse binnenwateren. Alhoewel het accent in dit project ligt op de scheepvaart mag de aansluiting met andere modaliteiten niet uit het oog verloren worden. Het is dan ook van groot belang dat het te ontwikkelen 5115-systeem past binnen de reeds ontwikkelde architecturen op het gebied van verkeersmanagement (droog) en vervoermanagement. Kennis van architectuur voor verkeer en vervoersystemen (ITS-koepel architectuur, AVB-architectuur voor Traffic Control) is dan ook zeer gewenst. • STIS is een project om te komen tot de Nederlandse implementatie van het in Europees verband ontwikkelde RIS-concept1 op de Nederlandse binnenwateren en havens. Kennis van het RIS-concept is dan ook zeer gewenst. • Aangezien 5115 een implementatie traject ingaat, is het van begin af aan van belang dat de informatie in iedere fase op gestructureerde wijze wordt vastgelegd. Aansluitend bij eisen die binnen AVV gesteld worden t.a.v. de nieuwe ontwikkeling van systemen is kennis van methode en technieken, zoals bijv. object georiënteerde modellering, een vereiste. • Het opstellen van de functionele eisen vindt plaats in samenwerking met de toekomstige gebruikers. Geëist wordt dan ook dat alle informatie uitwisseling (mondeling en schriftelijk) in de Nederlandse taal plaatsvindt. -
River Information Services
Plan van aanpak FS/FO
10
Aanvullende eisen: Het functioneel ontwerp moet op eenduidige manier beschreven worden. Door 6 werkgroepen die ieder een deel van de functionaliteit van STIS beschrijven wordt het F0 opgesteld. De opdrachtnemer is verantwoordelijk voor de eenduidige rapportage van de resultaten van de werkgroepen. Om dit te bereiken en niet te veel tijd verloren te laten gaan aan afstemming, is het zeer gewenst dat er niet meer dan 2 personen door de externe inhuur wordt ingezet voor de begeleiding van de werkgroepen. • Het 5115 project heeft een nauwe relatie met een aantal Europese projecten en initiatieven, zoals INDRIS, ALSO en COMPRIS. Er zal dan ook regelmatig informatie uitgewisseld moeten worden tussen deze projecten. Kennis van de Engelse taal in woord en geschrift is dan ook gewenst. • Het STIS-project omvat zowel het gebied vervoersmanagement als verkeersmanagement en is specifiek gericht op de scheepvaart. In het STIS project hebben we dan ook te maken met een veelheid aan partijen en processen. Partijen op beide terreinen hebben ieder hun eigen belangen, die tegenstrijdig kunnen zijn. Het is dan ook vereist dat men bekend is op beide terreinen: verkeersmanagement (de overheid/vaarwegbeheerder) en het vervoersmanagement (de vervoerssector). •
-
-
Plan van aanpak ES/FO
11
Bijlage 1: Sjabloon van werkprotocol Werk Protocol Project:
Scheepvaart Transport Fase: Informatie Systeem (STIS)
Tussen: STIS projectleider En:
Activiteitsformulering:
Methode van uitvoering:
Beoogde resultaat: Communicatie: Informeel: Formeel: Markt:: Rapport Mechanisme:
Middelen: Budget Inzet: Support: Documentatie:
Bevoegdheden:
Kwaliteitseisen:
Getekend door: Projectleider Datum:
P’an van aanpak ES/EO
12
Andere partij
Bijlage 2: Lijst met afkortingen CBRB CBS IPO IPO-GONZ KLPD PCR RIL RIS RIZA RVI SI STIS
Plan van aanpak ES/EO
Centraal Bureau voor de Rijn en Binnenvaart Centraal Bureau voor de Statistiek Inter Provinciaal Overleg Inter Provinciaal Overleg GONZ: Gemeenschappelijk Overleg Nautische Zaken Koninklijke Landelijke Politie Diensten Port Community Rotterdam Rotterdam Interne Logistiek River Information Services Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandeling Rijksverkeersinspectie Scheepvaart Inspectie Scheepvaart Transport Informatie Systeem -
13
Parafen
datum ()
%5&
datum
P’an van aanpak FSIFO
paraaf projecfleïder
14
paraaf opdrachtgever