1
Commentaar van Gied ten Berge op de ontvangst van het boek van Steven Paas
Steven Paas breekt discussie over de Israëltheologie eindelijk open De christelijke gereformeerde theoloog en oud-zendeling dr. Steven Paas heeft in zijn boek Christian Zionism Examined de bijzondere fascinatie voor Israël op de rechterflank van het protestantisme geanalyseerd, zoals die bijvoorbeeld bestaat in de beweging Christenen voor Israël. Volgens Paas staat het Bijbelse geloof in het christenzionisme - dat die beweging tot kern van zijn 'christelijk' belijden heeft gemaakt - op de tocht. Het christenzionisme tast volgens Paas de eenheid van de Schrift en daarmee die van de Kerk aan. Paas wil de discussie over Israël die het Nederlandse protestantisme diep verdeelt niet langer uit de weg gaan. Een deel van de rechterflank van het Nederlandse protestantisme viel daarna als een blok over hem heen. “De Israëlvisie van dr. Steven Paas is een stap terug” schreef het Reformatorisch Dagblad.1 “De visie van Steven Paas dat Israël na de komst van Christus als alle andere volken moet worden behandeld, is tendentieus, eenzijdig en polemisch”, aldus Michael Mulder van het Centrum voor Israël Studies (CIS) in het christelijkgereformeerde kerkblad De Wekker.2 Voor een katholieke, misschien wat ‘soberder’ socioloogtheoloog als ik, argumenteert Paas af en toe wat aan de zware kant. Maar ik voel daarbij wel respect en bewondering voor de ernst en grondigheid, waarmee hij zijn medechristenen aanspreekt.
Waarom zijn ‘vergeestelijking’ en ’universalisering’ zo suspect? Het is misschien bemoeizuchtig, dat ik niet aan de verleiding kan weerstaan om er van buitenaf ook iets over te zeggen. Maar ik ben niet de enige, zag ik al, ook de Anglicaanse priester Jos Stengholt is in de pen geklommen.3 Ik begreep al eerder niet waarom de predikant M. van Campen in een uitvoerige apologie van de “onopgeefbare band met Israël”, zoals die in 1970 in de NH kerkorde is vastgelegd, spreekt over een verwerpelijke “vergeestelijking” en “universalisering” van de Landbelofte, alsof dat iets verwijtbaars zou zijn.4 Zou het in zijn kerk eindelijk niet eens mogen gaan over die curieuze, materialistische Landtheologie die het vooral de NH Kerk en later de PKN al jaren onmogelijk maakt met elkaar op een onderzoekende wijze te discussiëren? Wat is er toch precies gebeurd in de jaren ’60 en ’70 onder invloed van o.a. theologen als Marquardt en Van Buren? Is die obsessie met, en verwarring over de staat Israël alleen het gevolg van de Holocaust? Het was de grote Hervormde theoloog Heiko Miskotte die zijn kerkgenoten al in de jaren ’30 voorhield dat het jodendom “een permanente vraag aan kerk en theologie” vormt, maar zijn medechristenen niettemin bekritiseerde als er z.i. sprake was van een ongezonde fascinatie voor het jodendom. Hij waarschuwde in 1950 voor wat hij “de Israël1
Dr. M. van Campen in het Reformatorisch Dagblad van 07-09-2012: http://www.refdag.nl/boeken/israelvisie_van_dr_steven_paas_is_een_stap_terug_1_672950 2 Michael Mulder in het Nederlands Dagblad van 12-10-2012: http://www.cip.nl/artikel/31486/%E2%80%98Isra%C3%ABlvisie-Steven-Paastendentieus%E2%80%99 3 Ik bevind me in mijn waardering voor Steven Paas in gezelschap van de Nederlandse Anglicaanse priester Jos Strengholt die in H eliopolis (Egypte) werkt. Strengholt begint zijn recensie als volgt: “Ik heb dit boekje van 135 pagina’s met plezier gelezen; ik weet het, ik ben ernstig bevooroordeeld over dit thema, en mijn genoegen is vooral omdat ik in Steven Paas een gelijkgezinde ontmoet die zijn mond over dit pijnlijk thema open durft te doen. Pijnlijk, want Paas krijgt voor dit boekje ongetwijfeld weer termen naar het hoofd als vervangingstheoloog, of misschien wel antisemiet. Geheel ten onrechte. “ Hij sluit af met: “Zijn houding staat beslist dichter bij het apostolisch getuigenis van het Nieuwe Testament dan de vreemde gedachtespinsels van christenzionisten”. Strengholts waardering deel ik. Aanbevolen. Net trouwens als de recensie van Jan den Hertog op de website van Sabeel: www.vriendenvansabeelnederland.nl/pdf.2012/Recensie.pdf 4 Bij de Waarheidsvriend van 21/2011 zat een themabrochure ‘Israël en de Palestijnen’. Ds. M. van Campen gaat in op de relatie tussen Israël en andere volken ”in het licht van de geschiedenis en de huidige gebeurtenissen”. Zie: http://www.gereformeerdebond.nl /boekenbrochures/brochures-downloads/themabrochure-israel-en-de-palestijnen-85.html
2 hobby” noemde. “In sommige kringen van vrienden van Israël wordt men door het volk, de gemeente der nomaden, der wachtenden, der martelaren gefascineerd. Het verbond Gods is dan een historisch-biologisch gegeven”, aldus Miskotte. Hij verklaarde deze fascinatie uit een ongepaste jaloezie van christenen, aan wie “een natuurlijke wortel in het bloed niet gegeven” is. Voor Miskotte school hierin een gevaar, “...want zo zeker als het zionisme voor Israël zelf een aanvechting is te ‘worden als de andere volkeren’, zo zeker schuilt in de Israëlliefde van velen de neiging, contact te maken met de aarde via een semi-heidens, semi-sacraal gegeven: het levende volk, het zaad Israëls”. Het christelijk theologisch denken over het Jodendom dreigde volgens Miskotte daardoor te verkeren “in de troebele overdrijving van een historisch realisme, dat we al lang achter ons hadden gelaten’. 5 Terugkijkend, lijkt het me een gemengde stemming weer te geven van religieuze euforie over het ontstaan van een staat en schuldgevoel over de Holocaust. Dat legde m.i. de bovenste bodem voor de huidige impasse binnen de protestantse kerken. In mijn IKV-tijd werden we door hervormde collega’s al gewaarschuwd liever niet over Israël (en zijn kernwapens) te schrijven, want dat zou onze goodwill onder de hervormden kunnen schaden… Ongelofelijk toch? Bij mij wekte het toen al associaties met die andere aan idolatrie grenzende vorm van ‘messianisme’ die onder ‘Christenen voor het Socialisme’ vaardig was. Die zagen het als hun roeping de DDR ‘ondanks alles’ te verdedigen. Kennelijk kunnen sommige christenen niet zonder een concreet land voor ogen, denk ik dan maar. Een “toxische theologie”, noemt de Amerikaanse oudtestamenticus Walter Brueggemann het christenzionisme streng. Hij was ooit zelf verleid door een zucht naar tastbaarheid van Gods Belofte, maar moet nu erkennen dat het - door westerse christenen gesteunde - joodse exceptionalisme in het Midden Oosten “de eigenlijke wortel van het conflict” is.6
‘Onopgeefbaar verbonden’, met wie precies? Paas gaat uit van een voor mij herkenbare apostolische en katholieke (in de zin van algemene) kerkopvatting. Zijn visie op de Landbelofte is universeel, geldig dus voor alle mensen. Joden staan voor hem in theologisch-historisch opzicht ontegenzeggelijk in een geschiedenis van “uitverkiezing”. Maar dat neemt niet weg dat die geschiedenis door de komst van Jezus theologisch ook als “vervuld” mag worden beschouwd. Niettemin wordt Paas daarom, net als Palestijnse theologen, door zijn criticasters van ‘vervangingstheologie’ (katholieken zouden zeggen: ‘substitutietheologie’) beticht. Het gaat hier om de idee dat de kerk in de plaats van het Jodendom zou zijn getreden, een gedachte die in zijn uitwerking het antisemitisme door de eeuwen heen minstens heeft uitgelokt. Maar dat is in vele kerken ondertussen grondig erkend en er is na Auschwitz ook afscheid van genomen.7 Paas stelt daarbij wel de vraag, of die bewustwording met terugwerkende kracht ook noodzakelijk moest leiden tot een exclusieve Israëltheologie en tot allerhande milleniallistische speculaties, die de staat Israël zelfs een rol toebedelen in een zich nu voltrekkende Eindtijd. Is dat de prijs van de begrijpelijke schaamte na Auschwitz, dat de bijzondere opvatting van universaliteit waarop Paulus de eerste gemeenten (zijn mede-joden) wel degelijk gewezen heeft, zo drastisch moest worden gerelativeerd? Zo vergaand, dat we nu aankijken tegen een exclusieve fixatie van christenen op een moderne staat, waarbinnen de seculiere Likud zelfs een onzalige alliantie is aangegaan met religieus-extremistische
5
K.H. Miskotte, ‘De kern van de zaak, Toelichting bij een proeve van hernieuwd belijden’, Nijkerk 1950 (hoofdstuk 20, Heden en toekomst van Israël), in: K.H. Miskotte, Verzameld Werk 11, Kampen (1989) 243-244. 6 W. Brueggemann: http://frontpagemag.com/2010/mark-d-tooley/delegitimizing-%E2%80%9Cexclusivist%E2%80%9D-israel/ 7 Zie bijvoorbeeld het conciliedocument Nostra Aetate van Vaticanum II: http://www.rkdocumenten.nl/rkdocs/index.php?mi=600&d
3 settlers, die door christenzionisten ook nog eens worden gesteund? Wat is hier nog theologisch aan, vraag ik me af. De Europese joden zijn uitgedreven en vernietigd op grond van exclusieve nationalistische ideologieën. Dat schept een huiveringwekkende verantwoordelijkheid van alle Europeanen, ook voor het drama dat zich in het Midden Oosten tot op de dag van vandaag voltrekt: voor joden, christenen en moslims. Christenen hebben hierbij een eigen verantwoording tegenover hun ‘oudere broeders en zusters in het geloof’, zoals Johannes Paulus II de joden noemde. Maar zouden we daarom niet in het bijzonder ook eens moeten luisteren naar gelovige joodse stemmen, die het eigen, almaar exclusiever wordende zionistische nationalisme bekritiseren? Zouden we ons als christenen niet juist met hen ‘onopgeefbaar verbonden’ moeten weten?
‘Vervangingspoliticologie’ met een staat in het midden? Mag je Steven Paas überhaupt wel Vervangingstheologie in de schoenen schuiven? Degenen die dit doen, hebben namelijk zelf het zogenaamde ‘wonder’ van de staat Israël in de plaats helpen zetten van wat het Europese rabbinale Jodendom zijn gelovigen eeuwenlang voorhield: dat massale emigratie naar het Land verboden was. Gelovige joden mochten geen politiek bedrijven over het Land en ze hoorden de komst van Masjieach af te wachten, zijn komst mocht beslist niet geforceerd worden. Ik stel me dan ook de vraag: volgen juist religieus-zionisten van joodse èn christelijke snit geen nieuwbakken ‘Vervangingstheologie’, die God voorschrijft hoe exclusief politiek te handelen in dienst van een staat? Is dat niet de schoen die steeds meer wringt, omdat Gods Belofte en de staat Israël (geen enkele staat trouwens) ooit met elkaar zullen samenvallen? Zouden we hier niet beter kunnen spreken over een ‘Vervangingspoliticologie’, met een staat in het midden? Het gaat m.i. om een formidabele vergissing van een materialistische theologie, die zich vergaand aan de staatsidolatrie van het areligieuze zionisme heeft aangepast. Voor zowel joodse als christelijke religieus-zionisten is die staat object en subject van de Vervulling geworden. Daar is niets ‘unieks’ aan, want dat is met meerdere manifestaties van nationalisme het geval. Het blijft wel passend ons te herinneren dat de oorspronkelijke Europese joodse orthodoxie, met recht en reden, niets moest weten van welke zelfverlossing dan ook. Ook de Israëltheologie is, om met Avraham Burg te spreken, in indirecte zin ‘Hitlers erfenis’.8
Wie bestudeert binnen de kerken nog de joodse kritiek op het zionisme? Wie bestudeert binnen de kerken nog de joodse kritiek op het zionisme? Niet te missen namen waren ooit Judah Magnus, Martin Buber, Yeshayahu Leibowitz en Elmer Berger. Ze worden in de Israëlische geschiedschrijving gemarginaliseerd en veel christenen zijn volkomen onbekend met hun kritische visies op het Land. Vandaag zijn het bijvoorbeeld Marc Ellis en Mark Braverman die de staat Israël onder kritiek stellen en het daarom zwaar te verduren hebben, zowel van fanatieke zionisten als van christelijk-rechts.9 Ze voeren een vaak eenzame maar gewetensvolle strijd. Evenals de Rabbis for Human Rights in Israël. Mij hebben ze veel geleerd. Ik wil nog wel een vraag stellen aan Steven Paas. Jezus is ook mijn Kompas en ik gun anderen Hem te kennen, maar voor katholieken zoals ik, is het bekeren van joden sinds Vaticanum II wel passé. Paas blijft de zending onder joden als een plicht opvatten die meekomt in zijn kritiek op de Israëltheologie. 8 9
Avraham Burg, De Holocaust voorbij, afrekenen met Hitlers erfenis, Amsterdam 2008 Gied ten Berge, Land van Mensen. Christenen, joden, moslims en christenen tussen confrontaties en dialoog, Nijmegen 2011, pp. 89-133
4 Dat respecteer ik, maar ik meen dat het wervend zielen winnen, zeker in ‘heilige concurrentie’ met andere wereldgodsdiensten, vooral in het Midden Oosten een precaire zaak is. Opkomen voor ieders vrijheid van godsdienst, het recht ook om je eigen religie te mogen kiezen en van godsdienst te mogen veranderen, dat is wat anders. Prudente prediking en inclusief denken moeten naar mijn mening hand in hand gaan in een wereld waarin zoveel religieus fanatisme politiek geëxploiteerd wordt. Dat betekent overigens niet dat het geen plicht zou zijn, om de presentie van christenen in het Land te helpen beschermen en verzekeren. Dat kan al een ‘missie’ op zich zijn, zeker nu de christenen er van meerdere kanten zo onder druk staan. Maar welke christenen zijn onze eerste gesprekspartners? Wie het boek van Els van Diggele kent, weet dat het er juist hier op aankomt kritisch te onderscheiden.10 Er zijn bijvoorbeeld in Israël bekeerde joodse immigranten, die zich verdrukt voelen door de eigen staat, maar er zijn er onder hen ook die een militante christen-zionistische mentaliteit verbinden met de inbeelding, als zouden zij ter plaatse Jezus’ oudste erfgenamen zijn. Ik zou bij voorkeur goed luisteren naar de oude kerkgenootschappen in het Land en daarbij ook stem helpen geven aan bevrijdingstheologen als Mitri Raheb, Jamal Khader, Yohanna Katanacho en Naim Ateek, die een kritische houding en bereidheid tot dialoog met elkaar weten te verbinden.
Bevrijding van een quasireligieuze, nationalistische politieke filosofie Ik vind het zonder meer verheugend dat predikanten als Steven Paas, maar ook Henri Veldhuis vandaag onder protestanten op een eigen bijbels-theologische wijze de discussie over het christenzionisme en de Israëltheologie openbreken.11 Dat er af en toe heftig wordt gereageerd in eigen kring en dat geprobeerd wordt deze auteurs in een verkeerd licht te plaatsen: het viel helaas te verwachten. Het zal nog een hele opgave worden, om zowel de christelijke als de joodse theologie te bevrijden van een quasireligieuze, nationalistische politieke filosofie. Ik blijf benieuwd of mijn reformatorische broeders en zusters er in zullen slagen juist weer een beetje ‘geestelijker’ en ‘universeler’ in hun beschouwing van Gods beloften te worden. Daar is niets mis mee. Het helpt het eigen engagement te verdiepen en je zelf minder eenkennig te maken. Daarbij wil ik nog een opmerking in de recensie van Strengholt onderstrepen, die zegt dat een eventuele Nederlandse vertaling van het boekje van Paas meer analyse van de eigen Nederlandse situatie nodig heeft. Die zou wat mij betreft zowel theologisch, sociologisch als historisch moeten zijn. Hoe komt het toch dat juist in Nederland de Israëltheologie en het christenzionisme zo veel impact kon krijgen? Hoe komt het dat niet alleen kerken, maar ook politieke partijen als het CDA en de CU zo bezwerend en ontwijkend blijven reageren, als het thema Israël en de Palestijnen op tafel dreigt te komen? Waarom bleven ze in 2011 zo opvallend weg bij de conferentie over het Kairosdocument?12 Wanneer is men nu eens die angst voor eigen verdeeldheid voorbij? Ook na de laatste gewelddadige episode rond Gaza werd er weer snel weg gekeken, want iedereen lijkt in dit dossier zoveel mogelijk te vriend te moeten worden gehouden en echte critici worden hooguit geduld als ‘luizen in de pels’.
10
Els van Diggele, Heilige ruzies. Christenen in Israël, Amsterdam 2007 Henri Veldhuis, De Muur is afgebroken! Het Israëlisch-Palestijnse conflict in het licht van het christelijk geloof en het internationaal recht. Een uitgave van Kairos Palestina Nederland en Vrienden van Sabeel Nederland, najaar 2012 12 Het Kairos document “Het Uur van de Waarheid”: http://www.kairospalestina.nl/nl/kairos-document.aspx 11
5
Naar een verbindende theologie van de hoop Of men het met deze verdringing gaat redden? De tijden veranderen snel. De politiek in het Midden Oosten is volop in beweging. Ik waag het te betwijfelen of dít Israël het nog eens zestig jaar vol zal houden. Juist die onzekerheid maakt een tijdige theologische herbezinning onvermijdelijk, ook voor degenen, zoals ik, die vinden dat de joden die nu in het Land wonen er in de toekomst het zelfde recht op bestaan moeten hebben als christenen en moslims. Daar heb ik geen politiek programma voor. Wel realiseer ik me, net als Paas, dat de archiefstukken van de Israëltheologie daarvoor nog maar eens grondig moeten worden onderzocht, om vervolgens veilig te worden opgeborgen. Dicht bij het plankje van de Vervangingstheologie, als men het mij vraagt. Paas is er op eigen erf mee begonnen en dat verdient veel waardering. Het vraagt in alle kerken (en van hun theologische opleidingen!) een eigen inspanning en vervolgens om een vernieuwend, gelovig perspectief van een verbindende theologie van de hoop voor het Land in de komende tijd. Die zou wat mij betreft niet moeten resulteren in ‘zomaar’ zending onder joden, maar wel in een zorgvuldige interreligieuze oriëntatie van ieders activiteiten in het Land. Die zou gemotiveerd moeten zijn door een authentiek christelijk verlangen: dat joden, christenen, moslims en niet-gelovigen, ondanks hun verschillen, een keer samen die ene smalle, kleurrijke Levantijnse kuststrook in vrede met elkaar mogen delen, misschien zelfs ‘Israëli’ en ‘Palestijnen’ voorbij, de ‘tranen over Jeruzalem’ voorbij, en dat tot heil van de wereld en alle mensen. Dat verlangen bidt altijd. Gied ten Berge Gied ten Berge is socioloog en theoloog. Hij is voorzitter van het Steuncomité Israëlische Vredes- en Mensenrechtenorganisaties (SIVMO) en secretaris van Kairos Palestina Nederland. Hij is auteur van het boek ‘Land van Mensen. Christenen, joden, moslims en christenen tussen confrontaties en dialoog’, Valkhofpers, Nijmegen 2011.