© Steven Claes
INNOVATIE EN DUURZAAMHEID: EEN VERKENNING VAN DE CULTURELE IDENTITEIT VAN GASTENKAMERS IN VLAANDEREN
Projectcoördinatie: Marjan Moris Vicky Steylaerts Commissarissen Louise Derre Tina Huybrechts
Een STeR-onderzoek onderzoek heeft een ondersteunend commissariaat. Het gaat om STeR-onderzoekers STeR onderzoekers of personen nauw met het STeR verbonden die dit onderzoek mee hebben gedragen.
Partners Hogeschool West-Vlaanderen Katholieke Hogeschool Brugge - Oostende Lessius Mechelen Onderzoeksgroep Toerisme, Consortium Master in Toerisme Plantijn Hogeschool Provincie Antwerpen XIOS Hogeschool Limburg
Innovatie en duurzaamheid: een verkenning van de culturele identiteit van gastenkamers g in Vlaanderen April 2011 ISSN 1379-2504-28 – Toerisme Research Paper nr. 28
Verantwoordelijke uitgever: Marc Vanlangendonck Steunpunt Buitenlands Beleid, Toerisme en Recreatie Spoor Toerisme en Recreatie – K.U.Leuven Celestijnenlaan 200 E, B – 3001 Heverlee (Leuven) Tel +32 (0)16 32 24 49
Deze paper kwam tot stand met de steun van de Vlaamse Gemeenschap: Programma Steunpunten voor Beleidsrelevant Onderzoek. In deze d tekst komt de mening van de auteurs naar voor en niet die van de Vlaamse Gemeenschap. De Vlaamse Gemeenschap kan niet aansprakelijk gesteld worden voor het gebruik dat kan worden gemaakt van de meegedeelde gegevens. This paper has been realised with the support of the Flemish Community: Program Program for Policy Research Centres. The text contains the views of the authors and not the views of the Flemish Community. The Flemish Community cannot be held accountable for the potential use of the communicated views and data.
Ten Geleide In dit Ten Geleide vermelden we graag de inzet van volgende instellingen en personen.
De studenten van het Schakelprogramma Master in het toerisme van de K.U.Leuven (coördinator), in samenwerking met Erasmushogeschool, Howest, KHBrugge-Oostende, Lessius Mechelen, Plantijn Hogeschool en UHasselt, UGent, VUB en Xios Hogeschool Limburg; de studenten van de opleiding Toerisme- en Recreatiemanagement van Howest; de studenten van de opleiding Toerisme- en Recreatiemanagement
van
KHBO;
de
studenten
van
de
opleiding
Toerisme-
en
Recreatiemanagement van Lessius Mechelen; de studenten van de opleiding Hotelmanagement van Plantijn
Hogeschool
Antwerpen
en
de
studenten
van
de
opleiding
Toerisme-
en
Recreatiemanagement van XIOS Hogeschool Limburg. De opleidingshoofden van bovenstaande instellingen, met name de heer Marc Declercq (Lessius Mechelen), mevrouw Agna Thys (Xios Hogeschool Limburg), Prof. Dr. Dominique Vanneste (K.U.Leuven), mevrouw Vicky Van den Heede (Howest), de heer Filip van Roye (KHBO) en de heer Luc Van Tricht (Plantijn Hogeschool). De docenten uit bovenstaande instellingen, met name de heer Peter De Vleeschouwer (Howest), de heer Robert Govers, de heer Renaat Hoop (KHBO), mevrouw Mia Knippenberg (Xios Hogeschool Limburg), mevrouw Karin Lecluyze (Howest), de heer Bart Meuleman (K.U.Leuven), de heer Marc Rubben (Lessius Mechelen), de heer Mon Schepers (Lessius Mechelen), mevrouw Maaike Vandekerckhove (KHBO) en de heer Joris Vandeputte (KHBO). Verder danken wij mevrouw Marijke De Bruyne, de heer Hans De Coninck, de heer Theo De Meyer, mevrouw Sarah De Weerdt, de heer Geert Martin, mevrouw Lien Vanhaverbeke, de heer Paul Van de Putte en de heer Wim Verschuren.
Ook dank aan alle uitbaters van een B&B die hebben deelgenomen aan het onderzoek met een bijzonder woord van dank aan Hilde Renders van B&B Bed en Bokes, de uitbaters van B&B De Kogge en de uitbaters van B&B De Groene Weg.
1 Innovatie en Duurzaamheid: een verkenning van de culturele identiteit van gastenkamers in Vlaanderen
Inhoud Ten Geleide.......................................................................................................................................... 1 Figuren ................................................................................................................................................. 4 Tabellen ............................................................................................................................................... 5 1.
Onderzoekscontext ............................................................................................................... 6 1.1.
Gastenkamers in Vlaanderen .................................................................................................. 6
1.2.
Innovatie en duurzaamheid .................................................................................................... 8
1.2.1.
Aangewende definitie van innovatie ............................................................................... 8
1.2.2.
Aangewende definitie van duurzaamheid ...................................................................... 8
1.2.3.
Het belang van innovatie en duurzaamheid binnen het Vlaamse toerismebeleid ......... 9
1.3. 2.
Onderzoeksopzet en methodologie ...................................................................................... 12
Onderzoeksresultaten ......................................................................................................... 15 2.1.
Profiel van de uitbaters en hun gastenkamers ..................................................................... 16
2.1.1.
Ligging ............................................................................................................................ 16
2.1.2.
Prijs ................................................................................................................................ 17
2.1.3.
Startdatum..................................................................................................................... 18
2.1.4.
Grootte .......................................................................................................................... 18
2.1.5.
Startmotivatie ................................................................................................................ 19
2.1.6.
Tevredenheid................................................................................................................. 20
2.1.7.
Concurrentie .................................................................................................................. 21
2.1.8.
Toekomstperspectief ..................................................................................................... 21
2.1.9.
Positionering.................................................................................................................. 22
2.2.
Perceptie en begrip van innovatie en duurzaamheid door de uitbaters .............................. 24
2.2.1.
Innovatie ........................................................................................................................ 24
2.2.2.
Duurzaamheid ............................................................................................................... 28
2.3.
Tussen beheer en beleid: ondernomen, ongewenste en geplande maatregelen ................ 36
2.3.1.
Welke maatregelen worden als belangrijk ervaren? .................................................... 38
2.3.2.
Welke maatregelen worden als “onwenselijk” ervaren? .............................................. 39
2.3.3.
Welke maatregelen worden reeds genomen? .............................................................. 39
2.3.4.
Welke maatregelen worden in de nabije toekomst gepland? ...................................... 40
2.3.5.
Welke maatregelen zouden worden mits onbeperkte mogelijkheden?....................... 41 2
Innovatie en Duurzaamheid: een verkenning van de culturele identiteit van gastenkamers in Vlaanderen
2.3.6. 2.4.
Motivaties in relatie tot drempels en stimuli ........................................................................ 43
2.4.1.
Waarom worden initiatieven verder gezet? ................................................................. 43
2.4.2.
Waarom worden initiatieven stopgezet? ...................................................................... 44
2.4.3.
Welke algemene drempels ondervinden de uitbaters? ................................................ 46
2.5.
3.
Voor welke maatregelen wordt ondersteuning door de overheid gewenst? ............... 42
Houding tegenover labels...................................................................................................... 48
2.5.1.
Welke labels hebben de uitbaters? ............................................................................... 49
2.5.2.
Welke labels kennen de uitbaters? ............................................................................... 50
2.5.3.
Welke labels willen de uitbaters?.................................................................................. 50
2.5.4.
Welke labels wil men niet of vallen buiten bereik? ...................................................... 54
Conclusies in termen van eerste beleidsaanbevelingen ........................................................ 55
Bibiliografie................................................................................................................................ 59 Bijlagen ...................................................................................................................................... 62
3 Innovatie en Duurzaamheid: een verkenning van de culturele identiteit van gastenkamers in Vlaanderen
Figuren Figuur 1. Duurzaamheidsdriehoek Infopunt Duurzaam Toerisme (Toerisme Vlaanderen, 2003) .......... 9 Figuur 2. Gastenkamers per provincie (n=390) ..................................................................................... 16 Figuur 3. Ligging van de bevraagde gastenkamers per provincie ......................................................... 17 Figuur 4. Gemiddelde kamerprijs .......................................................................................................... 18 Figuur 5. Startdatum van de gastenkamer ............................................................................................ 18 Figuur 6. Aantal kamers (n = 388, totaal kamers = 1113) ..................................................................... 19 Figuur 7. Aantal bedden (n = 388, totaal bedden = 2367) .................................................................... 19 Figuur 8. Taartdiagram Belangrijkste motivatie om een gastenkamer te beginnen (n = 388) ............. 20 Figuur 9. Taartdiagram toekomstperspectief........................................................................................ 22 Figuur 10. Innovatie in zes categorieën (percentages van 810 antwoorden) ....................................... 24 Figuur 11. Innovatie als belevingsverhoging (percentages van 185 antwoorden) ............................... 25 Figuur 12. Innovatie als Kennis (percentages van 103 antwoorden) .................................................... 26 Figuur 13. Innovatie als Profilering (percentages van 123 antwoorden) .............................................. 27 Figuur 14. Innovatie als Impactverlaging (percentages van 90 antwoorden) ....................................... 27 Figuur 15. Duurzaamheid in drie categorieën (percentages van 992 antwoorden) ............................. 29 Figuur 16. Duurzaamheid als ecologische impactverlaging (percentages van 516 antwoorden)......... 31 Figuur 17. Duurzaamheid als gastheerschap (percentages van 319 antwoorden) ............................... 33 Figuur 18. Duurzaamheid als contextuele inbedding (percentages van 157 antwoorden) .................. 35 Figuur 19. Gelabelde gastenkamers per label (388 uitbaters) .............................................................. 49 Figuur 20. Kennis van Labels (388 uitbaters) ........................................................................................ 50 Figuur 21. Gewenste labels (388 uitbaters) .......................................................................................... 51 Figuur 22. Houding tegenover het label "Fietsvriendelijk verblijf" (388 uitbaters) .............................. 52 Figuur 23. Overzicht houding tegenover de het label “Groene sleutel” (388 uitbaters) ...................... 53 Figuur 24. Houding tegenover het label "Toegankelijke logies" (388 uitbaters) .................................. 53 Figuur 25. Houding tegenover labels (388 uitbaters)............................................................................ 54
4 Innovatie en Duurzaamheid: een verkenning van de culturele identiteit van gastenkamers in Vlaanderen
Tabellen Tabel 1. Positionering van de steekproef .............................................................................................. 13 Tabel 2. Frequenties inzake tevredenheid over het succes van de gastenkamer (n = 388) ................. 21 Tabel 3. Frequenties inzake het ondervinden van concurrentie (n = 388) ........................................... 21 Tabel 4. Positionering gastenkamers volgens Ries & Trout (1981) ....................................................... 22 Tabel 5. Belangrijkst geachte maatregelen (% van 382 en 1060 antwoorden) .................................... 38 Tabel 6. Onwenselijk geachte maatregelen (% van 907 antwoorden) ................................................. 39 Tabel 7. Overzicht van genomen maatregelen door 388 uitbaters ...................................................... 40 Tabel 8. Top zes geplande maatregelen van 388 uitbaters................................................................... 41 Tabel 9. Gedroomde maatregelen (% van 647 antwoorden)................................................................ 42 Tabel 10. Maatregelen waarvoor overheidssteun is gewenst ( % van 507 antwoorden)..................... 42 Tabel 11 .Motivaties om een initiatief verder te zetten (605 antwoorden) ......................................... 43 Tabel 12. Motivaties om een initiatief stop te zetten of dit te overwegen (44 + 27 antwoorden) ...... 45 Tabel 13. Aantal labels per gastenkamer .............................................................................................. 50
5 Innovatie en Duurzaamheid: een verkenning van de culturele identiteit van gastenkamers in Vlaanderen
1. ONDERZOEKSCONTEXT Volgende onderzoekscontext bespreekt in het algemeen de materie van gastenkamers in Vlaanderen, wat in de tweede paragraaf wordt gekoppeld aan de inhoud van de concepten van innovatie en duurzaamheid. De derde paragraaf belicht de onderzoeksopzet en de aangewende methodologie.
1.1.
Gastenkamers in Vlaanderen
Wie in Vlaanderen overnacht, kan terecht in verschillende logiesvormen. De gastenkamer is één van de mogelijkheden. In het verleden is een inventaris door het Steunpunt Toerisme en Recreatie (STeR) van de gastenkamers opgemaakt, maar heden verloopt de registratie ervan binnen Toerisme Vlaanderen. De huidige databank van Toerisme Vlaanderen stelt vandaag gegevens ter beschikking over: -
niet-aangemelde gastenkamers die in het verleden door STeR zijn geregistreerd, gastenkamers die zich hebben aangemeld bij Toerisme Vlaanderen, en gastenkamers die een vergunning hebben verkregen van Toerisme Vlaanderen.
Het logiesdecreet definieert de logiesvorm van de gastenkamer als volgt (Toerisme Vlaanderen, 2010). •
Een gastenkamerexploitatie telt één tot maximum 15 afgescheiden en uitgeruste kamers waar maximum 32 toeristen kunnen overnachten.
•
De gastenkamers maken deel uit van de eengezinswoning van de exploitant of ze liggen in de aanpalende bijgebouwen van die woning.
•
De exploitant heeft zijn hoofdverblijfplaats in het toeristisch logies. Er is één gastenkamerexploitatie mogelijk per eengezinswoning en aanpalende gebouwen.
•
De ruimte waar de logerende toeristen terechtkunnen voor hun ontbijt en eventueel andere maaltijden, is niet toegankelijk voor derden. Deze ruimte kan dus geen enkele vorm van café of restaurant aannemen.
De logiesvorm van de gastenkamer is het laatste decennium duidelijk in opmars. Door de verschillende registratiemethoden doorheen de jaren en gezien de huidige overgangsfase, is het heden echter moeilijk om een exact overzicht te bekomen van het aantal uitbatingen in Vlaanderen dat zich momenteel profileert als (een vorm van) gastenkamer. Tijdens de eerste maanden van 2011 bevat de toerismedatabank van Toerisme Vlaanderen 1.297 gastenkamers, waarvan er 169 zijn vergund (Toerismedatabank online, op 8-2-2011). De reden voor het lage aantal vergunde gastenkamers ligt in de regelgeving. Tot voor kort was een 6 Innovatie en Duurzaamheid: een verkenning van de culturele identiteit van gastenkamers in Vlaanderen
gastenkamerexploitatie (op grond van het door het Logiesdecreet van 2010 opgeheven Hoteldecreet van 1984) immers pas vergunningsplichtig vanaf 4 gastenkamers en werd het dan beschouwd als een hotel. Exploitaties met minder dan 4 kamers konden vrijwillig een vergunning aanvragen. Deze vergunde gastenkamers (op grond van het opgeheven Hoteldecreet) worden tegen eind 2011 ambtshalve vergund door Toerisme Vlaanderen in één van de nieuwe categorieën van het Logiesdecreet. Het Vlaamse logiesdecreet formuleert een aantal basiskenmerken en stelt minimumeisen op het gebied van brandveiligheid, comfort, hygiëne en onderhoud, waar het gebruik van de beschermde benamingen “gastenkamer, bed & breakfast, B & B, gastenverblijf, gastenwoning en gastenhuis” aan zijn gekoppeld. Voor sommige uitbaters van een gastenkamer eist het nieuwe decreet een aantal logistieke en andere aanpassingen om in aanmerking te komen voor promotie door Toerisme Vlaanderen. Door het nieuwe logiesdecreet worden gastenkamers tot twee slaapkamers en met een capaciteit van maximum acht personen verplicht zich aan te melden. Gastenkamers met meer dan twee slaapkamers of een capaciteit van meer dan acht personen worden verplicht zich te laten vergunnen door Toerisme Vlaanderen. De kleine gastenkamerexploitaties dienden zich reeds aan te melden tegen eind 2010. Grotere vergunningsplichtige exploitaties hebben tot eind 2012 om een vergunning te bekomen. Exploitaties die na het overschrijden van deze termijn niet vergund zijn, zullen niet langer worden opgenomen in de promotie van Toerisme Vlaanderen. Voor het Vlaamse toeristische beleid zijn gastenkamers, samen met kleine hotels en vakantiewoningen (het zogenaamde kleinschalig logies) belangrijk; zoals duidelijk uitgesproken door Minister Bourgeois in zijn beleidsnota Toerisme 2009 – 2014: Het kleinschalig logies op het platteland getuigt van ondernemerschap en een positieve dynamiek in de regio’s, ik wens dit product dan ook promotioneel te ondersteunen op de binnenlandse markt en de markten van de buurlanden.
7 Innovatie en Duurzaamheid: een verkenning van de culturele identiteit van gastenkamers in Vlaanderen
1.2.
Innovatie en duurzaamheid
Innovatie en duurzaamheid zijn geen eenvoudige begrippen en worden op een verscheiden wijze aangewend. Voor een goed begrip van zaken worden deze concepten in de volgende twee paragrafen kort besproken. In de derde paragraaf worden de huidige inspanningen omtrent innovatie en duurzaamheid in het Vlaamse toerismebeleid beknopt toegelicht.
1.2.1. Aangewende definitie van innovatie In dit rapport gebruiken we de definitie van innovatie zoals deze is ontwikkeld in opdracht van het Amerikaanse Ministerie voor Handel, waardoor duidelijk wordt dat het gaat om meer dan “het louter invoeren van iets nieuws”. Innovatie is het ontwerp, de uitvinding, ontwikkeling en/of implementatie van nieuwe of gewijzigde producten, diensten, (bedrijfs)processen, (distributie)systemen, organisatiestructuren of businessmodellen met als doel het creëren van een meerwaarde voor de consument en winst voor het bedrijf (The Advisory Committee on Measuring Innovation in the 21st Century Economy, 2008). Verder wordt in dit onderzoek rekening gehouden met het volgende. Innovatie komt in de beleidsnota Toerisme 2009-2014 naar voor als een middel om zich te onderscheiden en om concurrentiële voordelen te verwerven. Innovatie staat dan ook op één lijn met het ontwikkelen van nieuw talent, durf en originaliteit. De Vlaamse regering engageert zich om innovatief ondernemerschap, durf en originaliteit actief te stimuleren, rekening houdend met de specifieke kenmerken en behoeften van de vele, verschillende deelsectoren in het toerisme.
1.2.2. Aangewende definitie van duurzaamheid De begrippen duurzaamheid en duurzame ontwikkeling werden onder meer bekend door het opzienbarende Brundtlandrapport van de World Commission on Environment and Development in 1987. Duurzame ontwikkeling wordt in dit rapport omschreven als de ontwikkeling die tegemoet komt aan de noden van de huidige generatie, zonder daarbij het vermogen van volgende generaties, om aan hun noden te voldoen, te compromitteren. Tevens wordt vermeld dat acties tegen armoede absolute prioriteit moeten hebben. Verder wordt benadrukt dat er grenzen aan de ecologische draagkracht zijn (Creaco & Querini, 2003). Omtrent duurzaamheid is er in de literatuur consensus over de drie dimensies van het begrip, namelijk: een sociale (menselijke), een ecologische (natuur) en een economische dimensie. Dit basisidee, zoals voorgesteld in figuur 1, gaat uit van de zogenaamde Triple Bottom Line: PeoplePlanet-Profit. Daarbij is de juiste balans tussen deze drie dimensies cruciaal. Duurzame ontwikkeling is dan ook een proces, en vereist een lange termijnvisie waarbij latere generaties niet het slachtoffer mogen zijn van de beslissingen van huidige generaties.
8 Innovatie en Duurzaamheid: een verkenning van de culturele identiteit van gastenkamers in Vlaanderen
Figuur 1. Duurzaamheidsdriehoek Infopunt Duurzaam Toerisme (Toerisme Vlaanderen, 2003)
Vanuit deze gegevens wordt in dit onderzoek vooral de dynamiek van duurzaamheid beklemtoond. Wat we duurzaam noemen (ondernemerschap, materiaal, houding) is afhankelijk van de context, omdat het de uitkomst is van een proces. We komen dan ook uit op volgende te hanteren definitie van duurzaamheid zoals neergelegd in Artikel 1 van het Vlaams decreet van 18 juli 2008 (in werking getreden op 6 september 2008) ter bevordering van duurzame ontwikkelingen. Duurzame ontwikkeling voorziet in de behoeften van de huidige generatie zonder de mogelijkheden tot behoeftevoorziening van toekomstige generaties in gevaar te brengen, waarbij aandacht gegeven wordt aan de integratie van en de synergie tussen de sociale, de ecologische en de economische dimensie, en waarvan de realisatie een veranderingsproces vergt waarin het gebruik van hulpbronnen, de bestemming van investeringen, de gerichtheid van technologische ontwikkeling en institutionele veranderingen worden afgestemd op zowel toekomstige als huidige behoeften.
1.2.3. Het belang van innovatie en duurzaamheid binnen het Vlaamse toerismebeleid In de beleidsnota Toerisme 2009-2014 wordt het concept duurzaamheid als een evenwicht tussen economische, ecologische en sociaal-culturele aspecten gedefinieerd. Duurzame ontwikkeling wordt opgevat als een participatieproces (…) dat leidt tot kwaliteitsverbetering waar alle betrokken partijen nu en in de toekomst baat bij hebben. Duurzaam toerisme toont respect voor de draagkracht van toeristische bestemmingen en de lokale bevolking, en garandeert een betekenisvolle ervaring voor een tevreden toerist (Bourgeois, 2009). Innovatie en duurzaamheid nemen een cruciale plaats in binnen het Vlaamse toerismebeleid. De beleidsnota van Minister Bourgeois bevat de intentie om: -
innovatief ondernemerschap te stimuleren,
9 Innovatie en Duurzaamheid: een verkenning van de culturele identiteit van gastenkamers in Vlaanderen
-
een omvattende strategie uit te werken voor ecologische duurzaamheid, en
-
de aandacht voor een betaalbaar en toegankelijk aanbod te behouden.
Toegepast op dit onderzoek is het belangrijk te onderstrepen dat duurzame ontwikkeling en innovatie genoemd worden als voorwaarden voor de steun die het Vlaamse toerismebeleid wil bieden aan de Vlaamse logiessector. Innovatie en duurzaamheid gelden niet enkel als streefdoelen, maar eveneens als criteria voor plannen van ondernemers die op overheidssteun en begeleiding rekenen. De Vlaamse overheid beschikt met de Participatiemaatschappij Vlaanderen (PMV) over instrumenten (waarborgregeling, mezzaninefinanciering …) om bedrijven investeringszuurstof te bieden. De logiessector vindt onvoldoende de weg naar de bestaande PMV-instrumenten zoals de waarborgregeling. Het verdient onderzoek of er instrumenten beter afgestemd dan wel nieuw gecreëerd kunnen worden rekening houdend met de noden van de sector, dit naar analogie met initiatieven in andere Europese landen (zoals Frankrijk). In sommige gevallen kan een intensieve begeleiding een meerwaarde zijn. Duurzame ontwikkeling, innovatie, durf en originaliteit stel ik als centrale voorwaarden (Bourgeois, 2009, onderlijning aangebracht). De geformuleerde intenties om een duurzame bedrijfsvoering bij toeristische ondernemingen te stimuleren, het gebruik van duurzame transportmiddelen te bevorderen en de consument meer bewust te maken van het belang van duurzaamheid, zijn uiteraard relevant voor de uitbater van een gastenkamer in Vlaanderen. Vanuit Toerisme Vlaanderen worden onder andere via de website en via diverse publicaties inspanningen geleverd om het begrip duurzaamheid te verduidelijken en toepasbaar te maken voor actoren uit de toeristische sector. Een duurzaam logies wordt als volgt gedefinieerd. Een verblijf dat acties onderneemt waarbij de klemtoon ligt op de positieve gevolgen voor de locale [sic] economie, natuur, milieu en cultuur. De acties zijn meestal gericht op de ecologische kwaliteit van de gebouwen, efficiënt beheer van energiebronnen en afval, het onderhoud van het logement, de mobiliteit naar, op en rond het domein, de relatie met de omgeving en de cateringfaciliteiten. Deze acties zijn toepasbaar in alle logiesvormen zowel in stedelijk als in plattelandsgebied. (Website Toerisme Vlaanderen, 31 maart 2011) Voor de gastenkamers in Vlaanderen wordt inzake ecologische duurzaamheid het initiatief van De Groene Sleutel gepromoot. Dit internationale keurmerk voor milieuvriendelijke, toeristische accommodaties kan sinds 2007 worden aangevraagd door uitbaters van een gastenkamer. Daarnaast wordt in Vlaanderen - vanuit verschillende departementen - duurzaam bouwen, duurzaam verbouwen en duurzame energie gepromoot en ondersteund, waardoor uitbaters van een gastenkamer kunnen rekenen op diverse financiële steun en een uitgebreid informatieaanbod om hun logies infrastructureel duurzamer te maken. Omtrent sociale duurzaamheid ondersteunt het Steunpunt Vakantieparticipatie van Toerisme Vlaanderen een toeristisch aanbod voor personen met een laag inkomen. Uitbaters van een gastenkamer kunnen hun faciliteiten tegen korting aan de beoogde doelgroep aanbieden. In ruil worden de aanbieders kosteloos in de jaarlijkse brochure en op de website van dit steunpunt
10 Innovatie en Duurzaamheid: een verkenning van de culturele identiteit van gastenkamers in Vlaanderen
opgenomen. Verder kunnen ze rekenen op ondersteuning met betrekking tot de sociale en culturele omgang met deze doelgroep.
11 Innovatie en Duurzaamheid: een verkenning van de culturele identiteit van gastenkamers in Vlaanderen
1.3.
Onderzoeksopzet en methodologie
Dit onderzoek is gevoerd binnen de onderzoekslijn van Werkpakket 4: Duurzaam Toerisme, zoals neergelegd in het STeR-meerjarenplan 2007-2011, meer bepaald omtrent de research naar kleinschalige logies. Zeer snel tijdens het onderzoek is vastgesteld dat er omtrent kleinschalige logies, in het bijzonder over gastenkamers, weinig is geweten (Steylaerts & O’Dubhghaill, 2011). Zeker, de grote groei van gastenkamers tijdens het laatste decennium in Vlaanderen is in het toeristisch werkveld bekend. Maar op vragen zoals “wie gaat achter de gastenkamers schuil?” of “wat is de motivatie om als uitbater met gastenkamers te starten?” blijven de antwoorden zeer vaag. Met voorliggend onderzoek wil SteR dan ook op de eerste plaats een aantal inzichten bieden in de culturele identiteit van gastenkamers. Voor een goed begrip, culturele identiteit wordt hier opgevat vanuit de toegepaste antropologie en staat voor het bewuste en onbewuste weefsel van politieke (macht - gezag), economische, sociale, kosmologische en “kunst - en cultuur” patronen die de eigenheid van een te bestuderen entiteit - in termen van een toebehoren - via grenzen markeren. Om zoveel mogelijk uitbaters van gastenkamers - de dragers van de culturele identiteit van gastenkamers - te bereiken, is geopteerd om een grootschalige enquête door te voeren die de grootste hiaten heeft willen dichten. Daarbij is een samenwerking afgesloten met: - de onderzoeksgroep Toerisme verbonden aan het Consortium Master in Toerisme (met als coördinator K.U. Leuven), en - met de Vlaamse onderwijsinstanties die een toerisme- of hotelopleiding aanbieden in het hoger onderwijs, in casu met: Hogeschool West-Vlaanderen Katholieke Hogeschool Brugge - Oostende Lessius Mechelen Plantijn Hogeschool Provincie Antwerpen XIOS Hogeschool Limburg Dit samenwerkingsverband heeft de eerder theoretisch geïnspireerde universitaire onderzoekstraditie en de eerder sectorgeoriënteerde praktijkkennis van de hogescholen met elkaar verbonden. STeR en de onderzoeksgroep Toerisme hebben zich als promotoren van voorliggend onderzoek geëngageerd en hebben vanuit die functie het regelmatig georganiseerd overleg gecoördineerd, alsook de onderzoekstaken van de partners. De partners van de betrokken hogescholen hebben zeer duidelijk mee de richting van het onderzoek bepaald, zoals de invulling en de organisatie van de enquête. Zowel studenten als docenten en opleidingshoofden zijn betrokken geweest. In de nabije toekomst zal voorliggend onderzoek tevens als voedingsbodem worden aangewend om een aantal pedagogische projecten binnen 12 Innovatie en Duurzaamheid: een verkenning van de culturele identiteit van gastenkamers in Vlaanderen
toerismeopleidingen te lanceren. STeR wil met deze vorm van samenwerking bijdragen aan de verdere professionalisering van de Vlaamse toerismesector, zoals beschreven in haar takenpakket. Met voorliggend onderzoek zijn dan ook de eerste stappen gezet om de huidige discrepanties tussen beleid, onderwijs, onderzoek en praktijk in het toerisme in Vlaanderen te verkleinen. Vanuit dit perspectief hebben alle partners - met SteR als katalysator - in dit onderzoek gewerkt om een solide onderzoekstraditie inzake het toerisme in Vlaanderen op te bouwen, waarbij de enorme achterstand tegenover vele andere Europese en mondiale natiestaten langzaam maar zeker kan worden weggewerkt. De enquête is afgenomen door 241 studenten, nadat telefonisch of in persoon contact is genomen met de uitbater door de student. De afstand tussen de ligging van de gastenkamer en de woonplaats of verblijfadres van de student is zo klein mogelijk gehouden. Meer dan een vierde van de uitbaters weigerde medewerking aan het onderzoek, met als belangrijkste redenen een geplande sluiting of lopende verbouwingen. Voor het afnemen van de enquête is een willekeurige selectie van gastenkamers genomen uit de toerismedatabank van Toerisme Vlaanderen. Bij non-respons is naar een alternatief adres gezocht in het niet-verdeelde adressenbestand van de databank of stelde de student zelf een uitbating voor. Op het moment van de bevraging waren 16 adressen daarvan (nog) niet geregistreerd in de toerismedatabank. In totaal werden 390 logiesuitbaters bevraagd, verdeeld over de vijf provincies, goed voor bijna een derde (30,12%) van het totale bekende aanbod. De verdeling over de provincies volgt de verdeling binnen het totaal aantal geregistreerde gastenkamers in Vlaanderen, met een oververtegenwoordiging van het aantal bevraagde gastenkamers in de provincies Antwerpen en Vlaams-Brabant, zoals op te merken valt in onderstaande tabel. Per provincie is afgerond een vierde of meer van de aanwezige geregistreerde gastenkamers bevraagd.
Provincie Antwerpen Limburg Oost-Vlaanderen Vlaams-Brabant West-Vlaanderen Totaal
steekproef 106 43 65 42 134 390
toerismedatabank 212 163 265 113 542 1295
% bevraagd van totale bekende aanbod 50,00% 26,38% 24,53% 37,17% 24,72% 30,12%
Tabel 1. Positionering van de steekproef
De enquête is door de interviewers-studenten zelf ingevuld op papier, op basis van het interview dat circa een uur tot anderhalf uur in beslag nam. De enquête bestaat uit een combinatie van gesloten en open vragen, waardoor enige interviewtechnieken van de bevrager vereist waren. Voorafgaand zijn de studenten dan ook voorbereid op het interview, zowel in methodologische vakken binnen hun curriculum, als door middel van een briefing door onderzoekers van STeR. De ingevulde enquêtes zijn vervolgens door de studenten ingegeven in een online applicatie, ontwikkeld door STeR. Daarbij werd ruimte voorzien voor extra opmerkingen van de uitbaters en 13 Innovatie en Duurzaamheid: een verkenning van de culturele identiteit van gastenkamers in Vlaanderen
studenten. Studenten zijn aangemoedigd de data “zo rijk mogelijk” door te geven, met inclusie van eigen observaties en interpretaties die uit het gesprek met de uitbater naar voren kwamen. De ingevoerde data uit de enquête zijn daarna geanalyseerd met gebruik van zowel statistische als kwalitatieve verwerkingsmethoden, afgestemd op de aard van de data. De kwalitatieve analyse gebeurde met gebruik van NVIVO8 voor het coderen van opmerkingen uit de categorie “andere”, “opmerkingen” en “opmerkingen en bedenkingen”. Daarnaast is gebruik gemaakt van discoursanalyse en manueel turven.
14 Innovatie en Duurzaamheid: een verkenning van de culturele identiteit van gastenkamers in Vlaanderen
2.
ONDERZOEKSRESULTATEN
In dit hoofdstuk worden de resultaten van de enquête in vijf thema’s geanalyseerd. - Thema 1 Het profiel van de uitbaters en hun gastenkamers. - Thema 2 De algemene perceptie en het begrip van de uitbaters over innovatie en duurzaamheid. - Thema 3 De visie van de uitbaters in functie van het huidige beleid: tussen droom en daad, met aandacht voor innovatie en duurzaamheid. - Thema 4 De motivatie van de uitbaters om genomen initiatieven al dan niet verder te zetten, met aandacht voor innovatie en duurzaamheid. - Thema 5 De houding van de uitbaters tegenover labels.
De onderzoeksresultaten mogen uiteraard niet veralgemeend worden voor alle gastenkamers in Vlaanderen. (zie infra, 3. Conclusies)
15 Innovatie en Duurzaamheid: een verkenning van de culturele identiteit van gastenkamers in Vlaanderen
2.1.
Profiel van de uitbaters en hun gastenkamers
Achtereenvolgens komen volgende items van het profiel aan bod. - Ligging - Prijs - Startdatum - Grootte - Startmotivatie - Tevredenheid - Concurrentie - Toekomstperspectief - Positionering
2.1.1. Ligging De toerismedatabank bevat voor de provincie West-Vlaanderen West Vlaanderen het grootste aantal gastenkamers van de vijf provincies. Op de tweede plaats komen Oost-Vlaanderen Oost Vlaanderen en Antwerpen. Provincies Provincie Limburg en Vlaams-Brabant Brabant hebben de minste gastenkamers op hun grondgebied. Zoals aangehaald, volgt de bevraagde steekproef deze verdeling niet helemaal. Onderstaand diagram geeft de verdeling van de bevraagde gastenkamers weer per provincie uit onze steekproef. ste
Ligging: provincie
134 34%
106 27%
Antwerpen Limburg
42 11%
65 17%
43 11%
Oost-Vlaanderen Vlaams-Brabant West-Vlaanderen
Figuur 2.. Gastenkamers per provincie (n=390)
Van de bevraagde logies ligt 47% op het platteland, 53% ligt in de stad. Een vergelijking met de data uit de toerismedatabank oerismedatabank waar de verhouding plattelandslogies (53%) en stedelijk gelegen
16 Innovatie en Duurzaamheid: een verkenning van de culturele identiteit van gastenkamers in Vlaanderen
gastenkamers (47%) omgekeerd is, wijst op een lichte ondervertegenwoordiging van plattelandslogies in het onderzoek. Van de bevraagde logies ligt per provincie ongeveer de helft in stedelijk gebied en de helft op het platteland. Meer West-Vlaamse gastenkamers in deze bevraging liggen echter in stedelijk gebied (88) dan op het platteland (46). In Limburg en Oost-Vlaanderen liggen iets meer dan de helft van de bevraagde gastenkamers op het platteland.
Ligging per provincie Aantal Bevraagde Gastenkamers
160 140 120 100 80 60 40 20 0 Antwerpen
WestVlaanderen
VlaamsBrabant
OostVlaanderen
Limburg
stad buiten stadscentrum
17
30
6
14
10
stad binnen stadscentrum
35
58
11
20
7
platteland binnen dorpskern
37
32
12
17
12
platteland buiten dorpskern
17
14
13
14
14
Figuur 3. Ligging van de bevraagde gastenkamers per provincie
2.1.2. Prijs De gemiddelde kamerprijs die werd opgegeven in de bevraging bedraagt 71 euro. Dit bedrag stemt overeen met resultaten uit een Nederlands overzicht van 1530 Bed&Breakfasts, waar een gemiddelde prijs van 70 euro wordt genoemd. (Hoedemaker-Arens e.a., 2009) Ter vergelijking: de gemiddelde maximumprijs voor een tweepersoonskamer met ontbijt in de toerismedatabank bedraagt 90 euro.
17 Innovatie en Duurzaamheid: een verkenning van de culturele identiteit van gastenkamers in Vlaanderen
Gemiddelde kamerprijs in euro 80 70 60 50 40 30 20 10 0
66
70 55
40
37
32
28
22
8
7
9
5
3
4
Figuur 4. Gemiddelde kamerprijs
2.1.3. Startdatum De gegevens over de startdatum van de gastenkamer tonen dat het aantal gastenkamers in Vlaanderen vanaf het jaar 2000 een vlucht nam. Slechts 10% van de bevraagde gastenkamers bestaat langer dan 10 jaar. Twee op drie bevraagde gastenkamers ontstond gedurende de laatste vijf jaar.
Startdatum Gastenkamer 60
55 50
50
43
42
37
40
32
30 21
20
20
15 7
10 1
1
2
1
1
2
3
5
5
7
7
18
10
1
0 1980
1988
1990
1992
1995
1997
1999
2001
2003
2005
2007
2009
Figuur 5. Startdatum van de gastenkamer
2.1.4. Grootte De bevraagde gastenkamers stellen gemiddeld 3 kamers ter beschikking met elk twee bedden. Het kan hierbij zowel om eenpersoons- als tweepersoonsbedden gaan, of bij te zetten logeer- of kinderbedden. Deze gegevens stemmen overeen met de gegevens uit de toerismedatabank, waarvan het gemiddelde aantal slaapplaatsen per uitbating eveneens zes bedraagt. Het gemiddelde aantal
18 Innovatie en Duurzaamheid: een verkenning van de culturele identiteit van gastenkamers in Vlaanderen
kamers per uitbating uit de gegevens van de toerismedatabank ligt iets lager (2,4 tegenover 2,87) dan onze gegevens.
Aantal bedden per logies 19 5%
22 6% 210 54%
137 35%
1 t/m 5 bedden 6 t/m 10 bedden 11 t/m 15 bedden meer dan 15
Figuur 6. Aantal kamers (n = 388, totaal kamers = 1113)
Aantal kamers per logies
41 11%
20 5%
25 6%
54 14%
1 kamer 2 kamers
110 28%
138 36%
3 kamers 4 kamers 5 kamers meer dan 5
Figuur 7.. Aantal bedden (n = 388, totaal bedden = 2367)
2.1.5. Startmotivatie Uit de enquête blijkt dat er een groot aantal uiteenlopende redenen is om met een gastenkamer te beginnen. Het aanwezig zijn van “de juiste omstandigheden” blijkt zeer belangrijk. Een ruime woning wo waarin men plaats over heeft, en dit in combinatie met vrijgekomen tijd vormt een belangrijke aanzet. Dit is bijvoorbeeld het resultaat van volwassen kinderen die het ouderlijk huis verlaten of van de weggevallen zorg voor een inwonend familielid. Ook het – al dan niet noodgedwongen – opgeven van een voltijdse baan wordt aangegeven als belangrijke drijfveer. Een derde van de uitbaters geeft 19 Innovatie en Duurzaamheid: een verkenning van de culturele identiteit van gastenkamers in Vlaanderen
aan dat deze omstandigheden de belangrijkste redenen vormen om van start te gaan met de gastenkamer. eeft een derde van de uitbaters aan dat het graag ontvangen van gasten de belangrijkste Daarnaast geeft motivatie is om een gastenkamer te openen. Binnen het aangegeven gastheerschap zijn vanuit de interviews verschillende accenten te vinden. Grote lijnen binnen deze diversiteit diversiteit zijn een passie voor het ontvangen en verzorgen van gasten, een focus op het delen van persoonlijke talenten (bvb. schilderkunst, koken, mediteren …) en persoonlijke inzichten (duurzaam leven, spirituele oriëntaties …) of persoonlijke levensstijlen (landbouw, manege …), en een focus op het exposeren van een uniek (gelegen) gebouw of de eigen regio. Wanneer gastheerschap wordt samengenomen met de categorie “idealisme”, die volgens de interviews mee als vorm van gastheerschap opgevat kan worden, wordt deze reden (36%) de belangrijkste motivatie die door de uitbaters wordt genoemd om een gastenkamer te openen.
Belangrijkste Startmotivatie Investering/bijverdiensten
25 6%
48 12%
31 8%
115 30%
Gastheerschap
53 14% 116 30%
Ruimte/Tijd over Idealisme Experiment/inspiratie door anderen Andere
Figuur 8.. Taartdiagram Belangrijkste motivatie om een gastenkamer te beginnen (n = 388)
2.1.6. Tevredenheid Wanneer de uitbaters ters gevraagd wordt of ze in het algemeen tevreden zijn over het succes van hun gastenkamer, antwoordt het overgrote merendeel positief. Slechts zes uitbaters geven aan dat ze eerder niet tevreden zijn en geen enkele van de bevraagde uitbaters was ontevreden ontevred op het moment van de bevraging.
20 Innovatie en Duurzaamheid: een verkenning van de culturele identiteit van gastenkamers in Vlaanderen
Tevreden over het succes van de gastenkamer?
Aantal
percentage
ja
313
80.67%
eerder wel
69
17.78%
eerder niet
6
1.55%
neen
0
0.00%
Totaal
388
100%
Tabel 2. Frequenties inzake tevredenheid over het succes van de gastenkamer (n = 388)
Omdat de uitbaters vrijwillig deelnamen aan een interview voor dit onderzoek, nadat ze telefonisch of persoonlijk werden gecontacteerd, gaan we voor dit resultaat uit van een vertekening. Rapportage over de non-respons wijst op de uitval van uitbaters in wiens zaak het minder goed ging op het moment dat ze werden gecontacteerd. Het is dus aannemelijk dat in dit onderzoek 382 tevreden uitbaters werden bevraagd. 2.1.7. Concurrentie Drie vierde van de bevraagde uitbaters geeft aan geen of weinig concurrentie te ondervinden van andere gastenkamers. De overige 25% geeft aan wel (of eerder wel) concurrentie te ondervinden. Daarvan zijn 37 zaken gelegen in West-Vlaanderen, 17 in Antwerpen, 12 in Oost-Vlaanderen, en in Vlaams-Brabant en Limburg telkens tien. Van de 98 personen die hebben geantwoord dat ze wel (of eerder wel) concurrentie ondervinden, geven echter slechts 2 personen aan dat ze eerder niet tevreden zijn over het succes van hun gastenkamer. Het ondervinden van concurrentie blijkt in onze steekproef niet bepalend voor de tevredenheid omtrent het succes van de gastenkamer. Concurrentie van andere gastenkamers? ja
Aantal 48
Percentage 12.37%
eerder wel
40
10.31%
eerder niet
92
23.71%
neen
208
53.61%
totaal
388
100%
Tabel 3. Frequenties inzake het ondervinden van concurrentie (n = 388)
2.1.8. Toekomstperspectief Wanneer we de resultaten bekijken over het toekomstperspectief van de uitbaters, zien we dat iets meer dan de helft van de uitbaters de uitbating van zijn gastenkamer als een plan van middellange tot lange termijn heeft opgevat. Acht procent van de bevraagde uitbaters is van plan binnen de vijf jaar te stoppen met de uitbating. De overige 39 procent van de uitbaters geeft aan niet te weten hoe lang ze de gastenkamer nog plannen open te houden. Dit relatief grote aandeel wijst mogelijk op onzekerheid in de sector wat betreft de toekomst.
21 Innovatie en Duurzaamheid: een verkenning van de culturele identiteit van gastenkamers in Vlaanderen
Toekomstperspectief 32 8%
149 39%
55 14%
Minder dan vijf jaar Vijf tot tien jaar
152 39%
Meer dan tien jaar Weet het niet
Figuur 9.. Taartdiagram toekomstperspectief
2.1.9. Positionering Om te achterhalen hoe de uitbaters hun zaak positioneren op de markt, werd hen gevraagd welke sterke punten van hun gastenkamer ze zouden promoten in een brochure. Een lijst van 16 profileringwijzen werd voorgelegd, waaruit maximaal drie thema’s gekozen konden worden. De voorgelegde gde thema’s zijn gebaseerd op de bekende en tot vandaag solide marketingtheorie van Ries en Trout (1981) omtrent marktpositionering. Deze schuift drie mogelijke positioneringsbases naar voren. -
De experientiële posities: eigenschappen van het product die een sensorische of cognitieve meerwaarde bieden. De functionele posities: eigenschappen van het product die voordelen bieden aan klanten en problemen oplossen. Symbolische posities: eigenschappen van het product waarmee klanten hun identiteit kunnen profileren, eren, waarmee men zich tot een groter sociaal geheel kan rekenen, die affectieve voldoening geven.
Experiëntieel
Functioneel
Symbolisch
Rustig
187
Nabijheid van… van
60
Groen
56
Romantisch
28
Kindvriendelijk
33
Exclusief, hip, trendy
32
Mooie omgeving
90
Centraal gelegen
128 Familiaal
88
Wellness
21
Basic/ no nonsense
30
38
Gastronomisch
18
Fietsvriendelijk
106 Karaktervol araktervol gebouw
104
Andere
30
A Andere
25
24
Totaal
374
Luxueus Andere
382
342
Tabel 4. Positionering gastenkamers volgens Ries & Trout (1981)
22 Innovatie en Duurzaamheid: een verkenning van de culturele identiteit van gastenkamers in Vlaanderen
Bovenstaande frequentietabel met scores van vijftien/achttien thema’s (5 per onderverdeling + 3 “andere”) laat zien hoe deze categorieën werden ingedeeld volgens de positioneringen toegepast op de gastenkamersector. De tabel toont aan dat binnen deze steekproef van gastenkameruitbaters geen voorkeur bestaat voor één van deze drie positioneringen.
23 Innovatie en Duurzaamheid: een verkenning van de culturele identiteit van gastenkamers in Vlaanderen
2.2.
Perceptie en begrip van innovatie en duurzaamheid door de uitbaters
In volgend onderdeel worden twee elementen besproken. 1. Wat begrijpen uitbaters van gastenkamers onder innovatie, en, 2. wat begrijpen uitbaters van gastenkamers onder duurzaamheid?
2.2.1. Innovatie De uitbaters werd gevraagd het begrip “innovatie” te omschrijven in drie woorden. Een vaststelling betreft het feit dat 134 uitbaters (34,5 %) deze vraag niet hebben beantwoord of niet hebben vervolledigd. Uit de antwoorden zijn zes verschillende categorieën te distilleren. De zes categorieën worden weergegeven in onderstaand erstaand taartdiagram en hieronder afzonderlijk (met de wijzers van de klok) besproken.
INNOVATIE Faciliteiten en decoratie Beleving 11%
20% Gemaksverhogend aanbod
15% 23%
13%
Kennis
18% Profilering Impactverlagende ingreep
Figuur 10.. Innovatie in zes categorieën (percentages van 810 antwoorden)
1. Faciliteiten en decoratie (20%) De antwoorden in deze categorie hebben hebben betrekking op de inrichting van de gastenkamer, gekoppeld aan (meer of minder) innovatieve beschikbare faciliteiten. Zo wordt het aanbieden van een sauna, jacuzzi, fitnessruimte of zwembad aangehaald als innovatief, en ook de aanleg van een (groenten)tuin (groenten)tuin en een terras worden genoemd. Eigen sanitair en “goede bedden” worden eveneens met innovatie geassocieerd.
24 Innovatie en Duurzaamheid: een verkenning van de culturele identiteit van gastenkamers in Vlaanderen
Daarnaast wordt de inrichting (stijl van interieur, decoratie …), dat zowel modern als antiek kan zijn, luxueus of basic, genoemd als innovatief, innovatief, wat erop wijst dat de uitbaters het ontwikkelen van een eigen “look” als innovatie beschouwen. Een aantal antwoorden noemt ergonomische of comfortverhogende ingrepen, zoals het installeren van vloerverwarming, luchtventilatiesystemen, een antiallergische antiallergische inrichting …
2. Beleving (23%) De respons in deze categorie betreft de productontwikkeling en de inspanningen van de uitbater om een meerwaarde te creëren voor de gast tijdens het verblijf. Twee elementen staan hierin centraal: het activiteitenaanbod en en de verhoging van de belevingskwaliteit van het verblijf met het oog op klantenbinding door het bieden van een relationele meerwaarde. Voorbeelden zijn het aanbieden van arrangementen, themaweekends, de verhuur van fietsen of zelfs schapen drijven, een goed onthaal voorzien of een gastvrije houding aannemen. 29 antwoorden hebben betrekking op de catering in de gastenkamer, gaande van het aanbieden van gratis drank doorheen de dag, tot een biologisch of op streekproducten gebaseerd ontbijt. Hier valt op dat de rol van de gastheer “op “ zich”” als innovatief wordt ervaren door een aantal uitbaters, wat verder in dit onderzoek eveneens wordt opgemerkt opgemerkt bij het thema duurzaamheid.
Antwoorden over innovatie inzake
beleving 16% 41% Activiteitenaanbod Klantenbinding 43%
Catering
Figuur 11.. Innovatie als belevingsverhoging (percentages van 185 antwoorden)
3. Gemaksverhogend aanbod (18%) Deze categorie is gericht op het verhogen van het gemak van de gast tijdens zijn verblijf. verb
25 Innovatie en Duurzaamheid: een verkenning van de culturele identiteit van gastenkamers in Vlaanderen
Enerzijds gaat het om elementen die te maken hebben met de dienstverlening van de uitbater die gericht is op het gemak van de klant, gaande van het aanbieden van vervoer of kinderopvang tot het beschikbaar stellen van informatie over de regio. Anderzijds rzijds gaat het om elementen in de inrichting van de gastenkamer die gemaksverhogend werken, zoals het aanwezig zijn van domotica of het beschikbaar stellen van draadloos internet en andere technologie.
4. Kennis (13%) Deze categorie heeft betrekking op het verwerven van kennis omtrent de gastenkamer. Het gaat om het kennen van de behoeften van het eigen cliënteel en aan te boren markten; door middel van bevragingen, het contact met de klant of marktonderzoek. Ook het opvolgen van trends in algemene zin, veelal veelal verwoord als “bijblijven” of “op de hoogte blijven”, en de gerichtheid van de uitbater op mogelijk interessante initiatieven van lokale verenigingen en overheden, regulerende instanties en collega’s vallen hieronder.
Antwoorden over innovatie inzake
kennis 31%
12% Kennis klant Kennis trends 57%
Kennis sector
Figuur 12.. Innovatie als kennis (percentages van 103 antwoorden)
5. Profilering (15%) De antwoorden in deze categorie geven innovatieve opvattingen weer over de profilering van de gastenkamer naar de buitenwereld. 34 uitbaters halen daarbij expliciet het he publiceren van de gastenkamer online of in drukwerk aan, of het opvolgen van ratings op het internet, weergegeven in onderstaande figuur als “Profilering door communicatie”. Heel weinig uitbaters vernoemen “het verkrijgen van labels”. De overige antwoorden, antwoor opgenomen in de categorie “Profilering algemeen”, gaan over de toespitsing van de eigenaar op 26 Innovatie en Duurzaamheid: een verkenning van de culturele identiteit van gastenkamers in Vlaanderen
een welbepaalde doelgroep zoals bijvoorbeeld “zakenmensen aantrekken”, “toegankelijkheid” of het behoud van het eigen (kleinschalige, originele, verrassende …) karakter van de gastenkamer tegenover andere logiesvormen.
Antwoorden over innovatie inzake
profilering 2% Profilering algemeen
26%
72%
Profilering door communicatie Profilering door middel van labels
Figuur 13. Innovatie als profilering (percentages van 123 antwoorden)
6. Impactverlagende ingreep (11%) Deze 90 antwoorden met betrekking tot innovatie zijn te situeren op het kruispunt van innovatie en duurzaamheid. Deze categorie bevat antwoorden gaande van infrastructurele ingrepen (bvb. het plaatsen van zonnepanelen, aanbrengen van isolatie), over een duurzaam duurzaam aankoopbeleid (van spaarlampen en groene energie tot ecologische onderhoudsproducten), tot een duurzame instelling van de uitbater (bvb. sorteren, duurzaam ondernemen, energie besparen). De categorie wijst erop dat uitbaters hun duurzaam ondernemerschap ondernemer intrinsiek als innovatief ervaren.
Antwoorden over duurzaamheid inzake impactverlaging 37%
45%
Infrastructurele ingrepen Duurzaam aankoopbeleid
18%
Duurzame instelling
Figuur 14.. Innovatie als impactverlaging (percentages van 90 antwoorden)
27 Innovatie en Duurzaamheid: een verkenning van de culturele identiteit van gastenkamers in Vlaanderen
Bij de analyse van de antwoorden valt op dat de uitbaters de betekenis van innovatie koppelen aan het domein waarop het volgens hen in de gastenkamer van toepassing is. In alle categorieën is er verder de tendens om eerder algemene domeinen van de gastenkamer op te noemen waarbinnen innovatieve initiatieven kunnen plaatsvinden, dan meer abstracte begrippen die op een gegrond begrip van innovatie als concept wijzen. Het concept innovatie wordt in grote mate gekoppeld aan de rol van de gastheer in zijn relatie met de gast. 41 procent van de antwoorden heeft rechtstreeks te maken met de meerwaarde die de uitbater in zijn gastenkamer kan bieden tegenover andere, minder persoonlijke overnachtingformules. 2.2.2. Duurzaamheid Aan de uitbaters is gevraagd in drie, vrij te kiezen woorden (items) te omschrijven wat duurzaamheid voor hen betekent. De drie woorden alluderen op de Tripple Bottom Line – people, planet, profit – die door het beleid wordt uitgedragen (zie infra 1.2.2). De antwoorden zijn bij de analyse opgesplitst in drie thematische hoofdcategorieën. Opvallend is dat deze niet samenvallen met de drie thema’s uit het overheidsdiscours.
1. Antwoorden met betrekking tot het verlagen van de impact van de B&B op het milieu. Hieronder valt de keuze voor duurzame materialen in de B&B, de ecologische eigenschappen van het gebouw, en energievriendelijke en ecologische inspanningen van de uitbater. Dit wordt in de volgende analyse omschreven als ecologische impactverlaging.
2. Antwoorden met betrekking tot de relatie van de gastheer met zijn klant. Hieronder vallen inspanningen van de gastheer om zijn klant aan te trekken, tevreden te stellen en te behouden. Dit wordt in de volgende analyse omschreven als gastheerschap.
3. Antwoorden met betrekking tot de plaats van de gastenkamer in een bredere maatschappelijke context. Het gaat hierbij om visies en inspanningen van de gastheer om de gastenkamer op een evenwichtige manier in relevante domeinen van de samenleving in te bedden. Met relevante domeinen worden bijvoorbeeld “de toeristische sector”, “mobiliteit”, of “lokale economie” bedoeld. Dit wordt in de volgende analyse omschreven als contextuele inbedding.
28 Innovatie en Duurzaamheid: een verkenning van de culturele identiteit van gastenkamers in Vlaanderen
Duurzaamheid in 3 categorieën 157; 16% Contextuele inbedding
516; 52% 319; 32%
Gastheerschap Ecologische impactverlaging
Figuur 15.. Duurzaamheid in drie categorieën (percentages van 992 antwoorden)
Het overzicht van de antwoorden in bovenstaand bovenstaand diagram laat zien dat de betekenis van duurzaamheid in grote mate wordt begrepen in termen van ecologische impactverlagende ingrepen (52%). Dit sluit aan bij ander onderzoek waarbij “duurzaamheid” door Vlamingen inderdaad vooral met “het milieu”” wordt geassocieerd (Dierckx, Smits & Steylaerts, 2010). De antwoorden die werden opgenomen in de verschillende categorieën, variëren van algemene associaties naar meer specifieke op de gastenkamer toegepaste acties. Het hieronder gebrachte overzicht van van de types van antwoorden in de verschillende categorieën geeft een goed beeld over het uiteenlopende begrip van het concept “duurzaamheid”. Behalve de hier gepresenteerde antwoorden, zijn nog 143 lege of onbruikbare antwoorden opgetekend, goed voor 13 procent ocent van de antwoorden. De bijhorende opmerkingen tonen dat een groot deel van de uitbaters niet weet hoe duurzaamheid te omschrijven, wat ook in de opmerkingen werd aangehaald. 89 verschillende uitbaters vervolledigden deze vraag niet, waarbij 22 keer expliciet expliciet werd vermeld dat de uitbater niet wist wat te antwoorden. Sommige uitbaters vonden de vraag “naast de kwestie”, of gaven aan dat ze hier niet mee bezig zijn. Ook uit de verslaggeving van de interviewers omtrent deze vraag wordt duidelijk dat het begrip weinig is gekend, onbelangrijk wordt geacht, of in sommige gevallen zelfs verzet uitlokt tegen de overheid en de bestaande regelgeving.
29 Innovatie en Duurzaamheid: een verkenning van de culturele identiteit van gastenkamers in Vlaanderen
2.2.2.a Duurzaamheid als ecologische impactverlaging Wanneer we de 516 antwoorden in deze categorie in verband met de ecologische impactverlaging verder onder de loep nemen, worden vier thematische subcategorieën gevonden: 1. Materiaalkeuze Het merendeel van de antwoorden binnen deze categorie bestaat uit “kiezen voor/investeren in duurzame materialen”. Een deel van de uitbaters specificeert nog naar linnen, bedden of interieur, waarbij regelmatig omschrijvingen als “goed”, “kwaliteitsvol” en “degelijk” voorkomen. Slechts negen uitbaters specificeren in hun antwoord dat het daarbij moet gaan om ethische, milieuvriendelijke, ecologische of hergebruikte materialen. 22 uitbaters geven aan dat duurzame materialen voornamelijk het comfort van de klant dienen te verhogen (bvb. goede bedden, comfortabele inrichting …). Op de vraag wat duurzaamheid betekent, antwoordden 27 uitbaters “kwaliteit”. Deze antwoorden werden niet opgenomen in deze categorie, hoewel ze ook betrekking kunnen hebben op de materiaalkeuze. Er werd echter uitgegaan van de mogelijkheid dat de uitbater die “duurzaamheid” met “kwaliteit” associeert, het daarbij over het totaalconcept van zijn gastenkamer heeft. Deze antwoorden werden opgenomen in de categorie “evenwicht/respect”.
2. Ecologie en afvalbeperking Het gaat in de eerste plaats om algemene antwoorden als “milieuvriendelijk”, “ecologisch”, “milieubewust” en “natuurvriendelijk”. Daarnaast worden acties genoemd als “het beperken van afval”, “sorteren” en “recycleren”, en de keuze voor milieuvriendelijke producten (en hun verpakkingen) voor schoonmaak, onderhoud, linnenbeheer en persoonlijke hygiëne.
3. Impactverlagende infrastructuur Men verwijst naar investeringen in de infrastructuur van de gastenkamer met het oog op energie- en waterbesparing, en het duurzaam opwekken van energie. Het gaat daarbij om het installeren van zonnepanelen, het aanbrengen van warmte-isolatie, het inbouwen van energiezuinige verwarmingsinstallaties en waterbesparinginstallaties.
4. Impactverlagende producten/houding Hier wordt duurzaamheid gelinkt aan de aankoop van energiebesparende en impactverlagende producten en aan energiebewuste maatregelen en aandachtspunten.
30 Innovatie en Duurzaamheid: een verkenning van de culturele identiteit van gastenkamers in Vlaanderen
De antwoorden bevatten veelal algemene omschrijvingen die enerzijds slaan op een zuinig verbruik, bvb. “energiebesparing” en “zuinig omgaan met water” en anderzijds op de aankoop van duurzaam opgewekte energie. De “besparende houding” wordt ook weergegeven in meer concrete initiatieven, zoals het gebruiken van spaarlampen, keuzespoelknoppen, timers op de lichten en spaardouchekoppen. Ook het opvangen van regenwater, minder wassen, het niet niet gebruiken van een droogkast worden onder meer in deze categorie opgenomen. Zoals te bemerken is in onderstaand diagram, is de helft van de antwoorden gericht op het besparen van energie, en de helft van de antwoorden gericht op het beperken van afval. De keuze voor duurzaam materiaal in de gastenkamer wordt in deze opdeling eveneens opgevat als een afvalbeperkende actie, doordat er minder vaak moet worden overgegaan tot hernieuwing van de inboedel. Zowel wat energiebesparing als afvalbeperking betreft, stellen we vast dat meer aandacht gaat naar de houding en initiatieven die de uitbater in het dagelijks reilen en zeilen van zijn gastenkamer kan ondernemen, dan naar (vaak duurdere) investeringen in de infrastructuur en inboedel.
Antwoorden over duurzaamheid inzake
ecologische impactverlaging Materiaalkeuze 165; 32%
83; 16% Ecologie, afvalbeperking 175; 34%
93; 18%
Energiebesparende infrastructuur Energiebesparende houding
Figuur 16. Duurzaamheid als ecologische impactverlaging (percentages van 516 antwoorden)
Uit de opmerkingen blijkt dat een aantal uitbaters acties om de ecologische duurzaamheid van hun gastenkamer te vergroten, associëren met een vermindering van comfort. comfort. Sommigen uitbaters kiezen bewust niet voor ecologische oplossingen om de gasten alle comfort te kunnen geven.
2.2.2.b Duurzaamheid als gastheerschap De rol van de gastheer wordt in 319 antwoorden (32%) centraal gesteld bij wat de uitbaters onder duurzaamheid begrijpen.
31 Innovatie en Duurzaamheid: een verkenning van de culturele identiteit van gastenkamers in Vlaanderen
Wanneer deze categorie van antwoorden verder wordt bekeken, komen we tot onderstaande verdeling. 1. Relatie opbouwen Vooral algemene omschrijvingen die de aard van het gastheerschap omschrijven, zijn genoteerd. Het gaat voornamelijk om “gastvrijheid”, “(klant)vriendelijkheid” en “persoonlijk contact/onthaal”. Het gastheerschap wordt door een aantal uitbaters ook in concrete omschrijvingen aangehaald, zoals “een luisterend oor bieden”, of “interesse tonen”. Een aantal uitbaters haalt aan dat een goede relatie met de klant, tot vaste klanten en mond-totmondreclame leidt. Slechts 16 uitbaters specificeren hun antwoord met betrekking tot het bijdragen aan de toeristische beleving van hun gast, door het verstrekken van informatie over de streek, het verhuren van fietsen, het aanbieden van een arrangement of het hebben van talenkennis. Zeven uitbaters hebben het over het sensibiliseren of onderwijzen van hun gasten inzake duurzaamheid.
2. Dienstverlening Hierin wordt vooral “een goede service” benadrukt als duurzaam. 29 antwoorden hebben betrekking tot de netheid van de gastenkamer, die binnen deze indeling wordt opgevat als een vorm van service.
3. Sfeer creëren Duurzaam gastheerschap wordt ook begrepen door de uitbaters als het aanbieden van een bepaalde sfeer tijdens het verblijf: het bieden van gezelligheid, rust en stilte, huiselijkheid en het bewerkstelligen van het familiale karakter van de gastenkamer. 4. Catering De types antwoorden in deze categorie variëren van opvattingen over het aanbieden van voedsel als duurzaam op zich tot de keuze voor biologische, fair trade of streek- en seizoenseigen producten. 29 antwoorden in deze categorie gaan over het aanbieden van het ontbijt, dat “goed”, “lekker”, “luxueus” of “uitgebreid” moet zijn. 60 uitbaters koppelen het serveren van ontbijt aan een bewuste keuze van de aangeboden voedselproducten. Naast vier algemene beschrijvingen halen 30 uitbaters de keuze aan voor streekproducten, zelf geteelde producten en Belgische producten.
32 Innovatie en Duurzaamheid: een verkenning van de culturele identiteit van gastenkamers in Vlaanderen
Zes uitbaters vermelden de keuze voor fair trade producten, zes vermelden eigen gemaakte producten (brood, confituur …) en 14 uitbaters specificeren hun productkeuze als “biologisch”.
Antwoorden over duurzaamheid inzake
gastheerschap 89; 28%
65; 21% Dienstverlening 36; 11% Sfeer creëren Relatie bouwen
127; 40%
Catering
Figuur 17. Duurzaamheid als gastheerschap (percentages van 319 antwoorden)
Bovenstaand taartdiagram maakt duidelijk dat de uitbaters duurzaamheid voornamelijk begrijpen in termen van de kwaliteit van de sociale relaties tussen de gastheer en zijn gast (40%). Het aanbieden van eten en drinken speelt daarin een cruciale rol. Daarnaast speelt de gastheer een rol in het creëren van een sfeer (bvb. familiaal, rustig …) binnen zijn gastenkamer, die bij de wens van de klant aansluit. Uit de algemene opmerkingen bij de bevraging, blijkt dat een aantal uitbaters antwoorden geeft in deze richting vanuit een eigen(wijze) invulling van duurzaamheid, die een tegengewicht biedt voor het discours dat men van de overheid en koepelorganisaties kent. Vanuit dit discours worden innovatie en duurzaamheid duurzaamheid vooral gekoppeld aan regelgeving, professionalisme, veiligheid en kwaliteit. De opmerking dat hierin te weinig ruimte wordt gelaten voor een “authentiek gastheerschap”, gekoppeld aan een familiale sfeer en huiselijkheid, komt sterk naar voren uit de opmerkingen. erkingen. Deze eigenaars willen het sociale aspect van duurzaamheid meer gewicht zien krijgen in het overheidsdiscours, zoals zij dit discours ervaren. 2.2.2.c Duurzaamheid als contextuele inbedding De antwoorden over duurzaamheid inzake contextgerichtheid id geven weer dat de bevraagde uitbaters duurzaamheid opvatten als de evenwichtige verankering van de gastenkamer in een context (tijd, plaats, de logiessector, de samenleving). De 157 antwoorden kunnen worden opgesplitst in volgende thema’s. 1. Continuïteit De toekomstgerichtheid van de uitbater staat centraal waarbij volgende zaken worden onderstreept: “lange termijnvisie”, “blijven investeren” of het meer specifiek “goed onderhouden van de gastenkamer”. 33 Innovatie en Duurzaamheid: een verkenning van de culturele identiteit van gastenkamers in Vlaanderen
2. Betrokkenheid De relatie van de gastenkamer tot de eigen streek, collega’s, of de overheid, zoals “omgevingsgezind” en “respect voor de bevolking” wordt benadrukt. Zeven uitbaters geven een antwoord met betrekking op het stimuleren van lokaal toerisme, en de samenwerking met collega’s daarin. Antwoorden van tien uitbaters die de omgeving of ligging van hun gastenkamer op zich vernoemen als betekenis van duurzaamheid, zonder verdere specificatie, zijn niet in deze categorie opgenomen.
3. Aard van de logiesvorm Hier wordt de eigenheid van de logiesvorm benadrukt als een duurzaam evenwicht in termen van “kleinschalig blijven” of “het gebruik van de eigen woning”, waarin ook beschrijvingen van het karakter van de logiesvorm zijn opgenomen zoals “het authentieke karakter”, “de exclusiviteit”, “charme” en “de prijs-kwaliteit”.
4. Toegankelijkheid In deze categorie worden antwoorden opgenomen met betrekking tot de sociale, fysieke, ruimtelijke en virtuele toegankelijkheid van de gastenkamer. Slechts 19 uitbaters gaven een antwoord met betrekking tot deze domeinen, waarbij twee keer “betaalbaarheid” werd aangehaald en twee keer “toegankelijkheid” werd geantwoord. Tien antwoorden hebben betrekking op de bereikbaarheid van de gastenkamer met openbaar vervoer en fiets en vier antwoorden gaan over de uitbouw van een website. Deze categorie is het minst belangrijk voor de uitbaters tegenover de andere categorieën.
34 Innovatie en Duurzaamheid: een verkenning van de culturele identiteit van gastenkamers in Vlaanderen
Antwoorden over duurzaamheid inzake
contextuele inbedding 19; 12%
27; 17% Continuïteit
41; 26%
Aard van de logiesvorm 70; 45%
Betrokkenheid Toegankelijkheid
Figuur 18. Duurzaamheid als contextuele inbedding (percentages van 157 antwoorden)
35 Innovatie en Duurzaamheid: een verkenning van de culturele identiteit van gastenkamers in Vlaanderen
2.3.
Tussen beheer en beleid: ondernomen, ongewenste en geplande maatregelen
Om de perceptie van de uitbaters te verkennen inzake duurzaamheid en innovatie, werd niet enkel naar hun begrip van deze concepten gevraagd. Het is immers mogelijk dat een uitbater duurzaamheid perfect kan weergeven in drie woorden, maar dat hij het nemen van duurzame maatregelen in zijn gastenkamer onbelangrijk of zelfs onwenselijk acht. Om de houding van de uitbaters tegenover duurzaamheid en innovatie verder in te schatten, werd een lijst voorgelegd van 20 innovatieve/duurzame maatregelen. Aan de uitbaters werd gevraagd maximaal drie maatregelen te kiezen die ze het belangrijkst achtten voor hun gastenkamer en drie maatregelen die ze onwenselijk achtten. Tevens werd gevraagd om aan te geven welke maatregelen ze al nemen en welke maatregelen zij op korte tot middellange termijn (tussen vandaag en de vijf komende jaren) plannen om te ondernemen. De lijst betreft volgende items, met tussen haakjes de aangewende afkorting zoals in de tabellen weergegeven. a. Duurzame materialen in de constructie en/of inrichting van de woning gebruiken. (Duurzame materialen)
b. Het actief beperken van het eigen energieverbruik door investeringen in de infrastructuur van uw gastenkamer. (Beperken energieverbruik infrastructuur) c. Het actief beperken van het eigen energieverbruik door het intern beleid van uw gastenkamer. (Beperken energieverbruik intern beleid) d. Het actief beperken van het eigen waterverbruik. (Beperken waterverbruik) e. Het actief beperken van de eigen afvalproductie. (Beperken afvalproductie) f.
Het gebruiken van niet-giftige stoffen voor het onderhoud van de gastenkamer. (Niet-giftige stoffen voor onderhoud)
g. Het karakter van de omgeving respecteren door woning en routes aan de omgeving aan te passen. (Woning en routes omgevingsgezind) h. Een groenplan uitvoeren dat de relatie van de gastenkamer met de omliggende natuur respecteert (zorgen voor nest- en broedgelegenheid, lokale fauna en flora ondersteunen ...). (Groenplan uitvoeren) i.
Het minimaliseren van geluids- en lichtoverlast. (Geluids- en lichtoverlast inperken)
j.
Het betrekken van de onmiddellijke omgeving in het ontwikkelen van arrangementen of producten (natuureducatie, geleide wandelingen, aanleg van wandelpaden, boerderijbezoeken, ...). (Arrangement/product omgevingsgezind)
36 Innovatie en Duurzaamheid: een verkenning van de culturele identiteit van gastenkamers in Vlaanderen
k. Het promoten en bewerkstelligen van de bereikbaarheid van de accommodatie door middel van openbaar vervoer. (Promotie openbaar vervoer) l.
Stimuleren van milieuvriendelijke verplaatsingsmogelijkheden om de omgeving te verkennen. (Promo milieuvriendelijke verplaatsing)
m. Fair trade en lokale producten aankopen en aanbieden. (Fairtrade en lokale producten) n. Klanttevredenheid meten en deze meting gebruiken voor verbetering. (Klanttevredenheid meten) o. Informeren van de klant op informele of formele wijze over de omgeving, lokale gebruiken, bezienswaardigheden en eventueel aangepast gedrag. (Omgevingsgezinde klanteninfo) p. Ontwikkelen van arrangementen en formules die herhaalbezoeken en bezoeken in het laagseizoen stimuleren. (Stimuleren herhaalbezoeken/laagseizoen) q. Contacten (leveranciers, klanten, buren) stimuleren ondernemen/bouwen/leven. (Contacten sensibiliseren) r.
om
duurzaam
te
Een deel van de opbrengst van de gastenkamer bijdragen aan een goed doel. (Bijdragen aan een goed doel)
s. Regelmatig bijscholen over milieuaspecten, gezondheidsaspecten, veiligheidsaspecten, ... (Bijscholen) t.
Het bijhouden van kennis en ervaring over uw gastenkamer en de omgeving voor eventuele overnemers. (Kennis bijhouden voor opvolging)
De lijst werd samengesteld op basis van de input uit het vooronderzoek, het voorbereidende werk van de deelnemende studenten uit Vlaamse toerismeopleidingen en het visievormende document omtrent duurzaamheid van Toerisme Vlaanderen (Infopunt Duurzaam Toerisme, 2003). De hiernavolgende analyse biedt inzichten in zes vragen. -
Welke maatregelen worden door de uitbaters als belangrijk ervaren?
-
Welke maatregelen worden door de uitbaters als “onwenselijk” ervaren?
-
Welke maatregelen worden door de uitbaters reeds genomen?
-
Welke maatregelen worden door de uitbaters in de nabije toekomst gepland?
-
Welke maatregelen zouden door de uitbaters genomen worden indien men onbeperkte mogelijkheden heeft?
-
Voor welke maatregelen wordt ondersteuning door de overheid gewenst?
De grafieken geven daarbij de verdeling van de antwoorden op basis van antwoordpercentages. Het volledig overzicht van de percentages is in de bijlage achteraan gepubliceerd.
37 Innovatie en Duurzaamheid: een verkenning van de culturele identiteit van gastenkamers in Vlaanderen
2.3.1. Welke maatregelen worden als belangrijk ervaren? Het grootste belang wordt zeer duidelijk gehecht aan de informatiedoorstroming van en naar de klant om het eigen product een meerwaarde te geven. Het meten van de klanttevredenheid om de gastenkamer nog beter te maken samen met de score van “Informeren van de klant op informele of formele wijze over de omgeving, lokale gebruiken, bezienswaardigheden en eventueel aangepast gedrag”, is goed voor de helft van de antwoorden. Terugblikkend op de resultaten inzake de invulling van duurzaamheid die de uitbaters geven, merken we op dat de uitbaters ook hier veel belang hechten aan hun rol als gastheer en het contact met de klant.
Maatregel
Belangrijkste
Klanttevredenheid meten
42,93%
Duurzame materialen
8,90%
Omgevingsgezinde klanteninfo
7,59%
Arrangement/product omgevingsgezind Beperken afvalproductie
5,76% 5,50%
Woning en routes omgevingsgezind
5,50%
Geluids- en lichtoverlast inperken
3,66%
Fairtrade en lokale producten
3,40% 2,62%
Niet-giftige stoffen voor onderhoud Promotie openbaar vervoer Beperken energieverbruik infrastructuur
2,62% 2,36%
Promo milieuvriendelijke verplaatsing
1,83%
Groenplan uitvoeren
1,57%
Stimuleren herhaalbezoeken/laagseizoen
1,57%
Bijdragen aan een goed doel Beperken energieverbruik intern beleid
1,31% 0,79%
Bijscholen
0,79%
Kennis bijhouden voor opvolging Beperken waterverbruik
0,79% 0,52%
Contacten sensibiliseren
0,00%
Belangrijkste 3 schalen
25,11% 9,10% 10,29% 5,99% 5,22% 4,44% 5,26% 5,31% 2,52% 4,21% 4,62% 3,39% 1,92% 3,39% 1,10% 2,38% 1,60% 0,96% 1,92% 1,28%
Tabel 5. Belangrijkst geachte maatregelen (% van 382 en 1060 antwoorden)
Waar uit het voorgaande blijkt dat duurzaamheid voornamelijk in termen van ecologische en energiebesparende investeringen en attitudes wordt begrepen, maken de zes maatregelen die betrekking hebben op dit domein1, samen minder dan een kwart van de belangrijkste geachte maatregelen uit (21%, kolom 1, cursief).
1
Met name “Beperken waterverbruik”, “Beperken energieverbruik intern beleid”, “Beperken energieverbruik infrastructuur”, “Niet-giftige stoffen voor onderhoud” en “Beperken afvalproductie”, “Duurzame materialen”
38 Innovatie en Duurzaamheid: een verkenning van de culturele identiteit van gastenkamers in Vlaanderen
Wanneer de uitbaters 3 maatregelen moeten kiezen, merken we op dat het belang van deze ecologische en energiebesparende maatregelen toeneemt met vijf procentpunten tot 26 procent (kolom 2, cursief). Hoewel de uitbaters deze maatregelen als “de kern” van duurzaamheid ervaren, hechten ze er in hun gastenkamer niet het meeste belang aan. Het minste belang wordt gehecht aan het sensibiliseren van contacten, het beperken van waterverbruik, bijscholing en het bijhouden van kennis en ervaring voor eventuele overnemers.
2.3.2. Welke maatregelen worden als “onwenselijk” ervaren? Wanneer we de uitbaters vragen de maatregelen aan te geven die voor hen onwenselijk zijn, worden door de 388 uitbaters maar 907 antwoorden gegeven. De uitbaters gaven tussen nul en 11 antwoorden. Het gemiddelde aantal onwenselijk geachte maatregelen per uitbater bedraagt twee. De meeste uitbaters gaven tussen nul en vier antwoorden. De vijf hoogste scores worden hieronder weergegeven, het gaat om de maatregelen die de uitbaters het minst geneigd zijn te nemen.
Maatregel Bijdragen aan een goed doel Kennis bijhouden voor opvolging
Onwenselijk 15,77% 14,66%
Contacten sensibiliseren
11,14%
Bijscholen
8,93%
Groenplan uitvoeren
7,17%
Tabel 6. Onwenselijk geachte maatregelen (% van 907 antwoorden)
2.3.3. Welke maatregelen worden reeds genomen? Wanneer we de stand van zaken bekijken wat betreft de implementatie door de uitbaters van de voorgelegde maatregelen, krijgen we een erg positief beeld te zien. De 388 uitbaters, die bij deze vraag een onbeperkt aantal maatregelen mochten aankruisen, gaven in totaal maar liefst 3232 maatregelen op die ze al treffen in hun gastenkamer; een gemiddelde van acht maatregelen per uitbater. De antwoorden nemen per maatregel niet meer dan acht procent van het antwoordtotaal voor hun rekening. Geen enkele maatregel wordt door minder dan 55 uitbaters aangeduid.
39 Innovatie en Duurzaamheid: een verkenning van de culturele identiteit van gastenkamers in Vlaanderen
Genomen maatregelen
Omgevingsgezinde klanteninfo Beperken afvalproductie Klanttevredenheid meten Duurzame materialen Geluids- en lichtoverlast inperken Niet-giftige stoffen voor onderhoud Beperken waterverbruik Promo milieuvriendelijke verplaatsing Beperken energieverbruik infrastructuur Fairtrade en lokale producten Beperken energieverbruik intern beleid Promotie openbaar vervoer Arrangement/product omgevingsgezind Woning en routes omgevingsgezind Groenplan uitvoeren Stimuleren herhaalbezoeken/laagseizoen Bijscholen Kennis bijhouden voor opvolging Contacten sensibiliseren Bijdragen aan een goed doel
%uitbaters 67,27% 62,89% 59,02% 56,19% 55,93% 53,35% 50,52% 49,74% 48,45% 46,91% 45,88% 42,27% 35,05% 33,25% 29,12% 26,80% 22,68% 18,81% 14,69% 14,18%
Tabel 7. Overzicht van genomen maatregelen door 388 uitbaters
Een statistische analyse (Pearson correlatiecoëfficiënt) van de genomen maatregelen, toont aan dat het aantal genomen initiatieven toeneemt, naarmate de gastenkamer in kamer - (,104; p-waarde ,041) of in beddenaantal (,131; p-waarde ,009) groter is. Er werd tevens een kleine negatieve correlatie opgetekend tussen de leeftijd van de gastenkamer en het aantal genomen initiatieven (-,102; p-waarde ,046), wat betekent dat uitbatingen die reeds langer bestaan minder genomen initiatieven laten optekenen. De meest genomen maatregelen uit tabel 5 vertonen sterke gelijkenissen met de maatregelen die de uitbaters als de belangrijkste maatregelen aangeven. Deze overeenkomst is logisch en wijst erop dat de uitbaters de vragen op een consequente manier hebben beantwoord. Maatregelen die men belangrijk vindt, worden dus vaker genomen.
2.3.4. Welke maatregelen worden in de nabije toekomst gepland? Omtrent de geplande maatregelen binnen vijf jaar, is er een grote verdeeldheid. De zes geplande maatregelen die door minstens tien procent van de uitbaters worden gepland, worden weergegeven in onderstaande tabel.
40 Innovatie en Duurzaamheid: een verkenning van de culturele identiteit van gastenkamers in Vlaanderen
De overige maatregelen krijgen allemaal tussen de vier tot negen procent achter zich en helemaal onderaan vinden we de maatregel “Informeren van de klant op informele of formele wijze over de omgeving, lokale gebruiken, bezienswaardigheden en eventueel aangepast gedrag”. Deze maatregel wordt door bijna zeven op tien van de bevraagde uitbaters al genomen, en staat in de top drie van belangrijkst geachte maatregelen. Geplande maatregelen
Stimuleren herhaalbezoeken/laagseizoen Beperken energieverbruik infrastructuur Beperken energieverbruik intern beleid Beperken waterverbruik Duurzame materialen Beperken afvalproductie
%uitbaters 17,27% 13,66% 12,37% 12,37% 10,57% 10,05%
Tabel 8. Top zes geplande maatregelen van 388 uitbaters
2.3.5. Welke maatregelen zouden worden genomen indien men onbeperkte mogelijkheden heeft? De uitbaters werd gevraagd in de lijst de maatregelen aan te duiden die ze ook nog zouden willen uitvoeren indien ze daartoe onbeperkte mogelijkheden hadden. Met deze vraag wordt gepeild naar wat de uitbaters “dromen”, naast wat ze al in concrete plannen hebben omgezet of al uitvoeren. De vraag geeft een indicatie van welke maatregelen door de uitbaters op dit moment niet genomen of gepland worden omdat ze zich beperkt zien in middelen, tijd, ruimte of omdat de nodige omstandigheden ertoe niet aanwezig zijn. De uitbaters kruisten voor deze vraag samen 647 maatregelen aan. Elke maatregel werd minstens door tien uitbaters aangeduid. De twee maatregelen die het vaakst gekozen werden, kregen beiden 56 uitbaters achter zich. Onderstaand overzicht geeft de vijf maatregelen weer waar tien procent of meer van de uitbaters van dromen. Onderaan de lijst vinden we, in overeenstemming met de lijst van de reeds geplande maatregelen, de maatregel “Informeren van de klant op informele of formele wijze over de omgeving, lokale gebruiken, bezienswaardigheden en eventueel aangepast gedrag”.
41 Innovatie en Duurzaamheid: een verkenning van de culturele identiteit van gastenkamers in Vlaanderen
Gedroomde maatregelen Stimuleren herhaalbezoeken/laagseizoen Bijdragen aan een goed doel Duurzame materialen Beperken energieverbruik infrastructuur Bijscholen
%uitbaters 14,43% 14,43% 13,66% 13,14% 11,86%
Tabel 9. Gedroomde maatregelen (% van 647 antwoorden)
2.3.6. Voor welke maatregelen wordt ondersteuning door de overheid gewenst? De uitbaters werd gevraagd maximaal drie maatregelen aan te kruisen waarvoor ze overheidssteun zouden willen krijgen. Waar bij een gelijkaardige vraagstelling over “onwenselijk geachte maatregelen” 907 antwoorden werden gegeven, worden bij deze vraag maar liefst 400 minder maatregelen aangekruist. Voor zes maatregelen bestaat een ondersteuningsvraag bij meer dan een tiende van de bevraagde uitbaters. De helft van de maatregelen wordt door niet meer dan vijf procent van de uitbaters genoemd. Steun gewenst Promotie openbaar vervoer Beperken energieverbruik infrastructuur Groenplan uitvoeren Duurzame materialen Stimuleren herhaalbezoeken/laagseizoen Bijscholen
% antwoorden 10,65% 10,06% 8,88% 8,48% 8,09% 7,69%
% uitbaters 13,92% 13,14% 11,60% 11,08% 10,57% 10,05%
Tabel 10. Maatregelen waarvoor overheidssteun is gewenst ( % van 507 antwoorden)
42 Innovatie en Duurzaamheid: een verkenning van de culturele identiteit van gastenkamers in Vlaanderen
2.4.
Motivaties in relatie tot drempels en stimuli
Uit het voorgaande blijkt dat vele uitbaters zelf initiatieven nemen die inspelen op “innovatie” en/of “duurzaamheid” (in de eigen perceptie van beide begrippen). Deze vaststelling werd reeds gedragen door de inzichten van het vooronderzoek. Daarom werd in de enquête een vragenpakket terzake ingevoerd. In de enquête is concreet bevraagd welke redenen de uitbaters aanhalen om twee zelfgekozen duurzame en/of innovatieve initiatieven al dan niet verder te zetten. Door de grootte van de steekproef volstond de vraag naar twee, voor elke uitbater meest duidelijke, voorbeelden. Er is gefocust op de motivaties in relatie tot drempels en stimuli van deze data waarbij een onderscheid is gemaakt tussen: -
de motivatie van uitbaters om het genomen initiatief terzake verder te zetten,
-
de motivatie van uitbaters om het genomen initiatief terzake stop te zetten of om te overwegen om het initiatief stop te zetten, en
-
de algemene drempels die uitbaters aangeven om dergelijke initiatieven te ondernemen.
2.4.1. Waarom worden initiatieven verder gezet? Uit de antwoorden blijkt dat de meeste genoemde initiatieven die de uitbaters zijn begonnen, worden voortgezet. De belangrijkste stimuli daarvoor zijn de positieve feedback die klanten geven omtrent het genomen initiatief, en het persoonlijk belang dat de uitbater hecht aan het initiatief. Ook wanneer een initiatief kostenbesparend werkt of nieuwe klanten aantrekt, werkt dit als drijfveer om het verder te zetten.
Motivaties om een initiatief verder te zetten Positieve feedback klanten Belangrijk voor mezelf/milieu/omgeving Kostenbesparend Trekt nieuw cliënteel aan
Aantal 174 172 155 104
Tabel 11 .Motivaties om een initiatief verder te zetten (605 antwoorden)
Initiatieven die worden voorgezet omdat ze een positieve feedback van de klanten krijgen, zijn vooral: -
het beschikbaar stellen van fietsen,
-
het voorzien van arrangementen,
-
het aanbieden van speciale verzorgingsproducten in de badkamer,
-
het aanleggen van een tuin, terras of vijver, 43
Innovatie en Duurzaamheid: een verkenning van de culturele identiteit van gastenkamers in Vlaanderen
-
het ter beschikking stellen van draadloos internet,
-
het gebruiken van streekproducten of slow food, en
-
het voorzien van streekgebonden informatie.
Initiatieven die worden voortgezet omdat ze belangrijk zijn voor de uitbater zelf, het milieu of de omgeving zijn vooral: -
het gebruik van streek- en bioproducten,
-
het plaatsen van tweedehands meubelen,
-
het ter beschikking stellen van speel- en gezinsruimte,
-
het nastreven van comfort in de inrichting, en
-
het aanbieden van vegetarische maaltijden.
Initiatieven die worden voortgezet omdat ze kostenbesparend werken zijn vooral: -
het plaatsen van een hoge rendementsketel, een regenwaterput, zonnepanelen, extra isolatie en dubbel glas,
-
het gebruik van spaarlampen spaardoucheknoppen en domotica,
-
een linnenbeheer dat gericht is op minder was, en
-
zelf brood bakken.
Initiatieven die worden voortgezet omdat ze nieuw cliënteel aantrekken zijn vooral: -
het ter beschikking stellen van de gastenkamer voor seminaries en lessen,
-
de uitbouw van een website,
-
het voorzien van arrangementen,
-
het laag houden van de prijs, en
-
het garanderen van rolstoeltoegankelijkheid.
2.4.2. Waarom worden initiatieven stopgezet? 44 van de opgegeven initiatieven waren op het moment van de bevraging stopgezet, of zouden in de nabije toekomst worden stopgezet. Over 27 initiatieven bestond nog onzekerheid over de voortzetting. De voornaamste redenen hiervoor worden weergegeven in onderstaande tabel.
44 Innovatie en Duurzaamheid: een verkenning van de culturele identiteit van gastenkamers in Vlaanderen
Motivaties om een initiatief stop te zetten of dit te overwegen
Aantal
Niet rendabel
36
Negatieve feedback klanten
9
Afgewerkt/tijdelijk
9
Wetgeving (bosdecreet; geen vergunning verkregen, …)
9
Niet meer belangrijk/leuk
8
Tabel 12. Motivaties om een initiatief stop te zetten of dit te overwegen (44 + 27 antwoorden)
Initiatieven die niet rendabel bleken en daarom werden stopgezet, zijn: -
het publiceren van de gastenkamer op promotionele websites,
-
het zelf drukken van onderleggers voor lokale horeca om de gastenkamer te promoten,
-
het verhuren van fietsen,
-
het uitstippelen van eigen fietstochten, en
-
het aanbieden van een kookworkshop met streekproducten.
Onder “niet rendabel” wordt niet enkel begrepen dat een initiatief geen rechtstreekse winst oplevert, maar ook dat het een disproportionele tijdsinvestering vergt. Een aantal uitbaters geeft ook aan geen duurzame en/of innovatieve initiatieven te ondernemen, vanuit de veronderstelling dat dit geld zal kosten.
Initiatieven die worden stopgezet door negatieve feedback van de gasten zijn: -
het gebruik van spaarlampen en spaardouchekoppen, en
-
het openstellen van het huis voor stadsgidsen.
Initiatieven die de uitbaters stopzetten omdat ze niet langer belangrijk zijn voor de uitbater (of de streek of het milieu) zijn: -
het aanbieden van winterarrangementen,
-
het doorvoeren van de perfecte verbouwing,
-
het aanbieden van gratis parking in de stad,
-
het laten ontwerpen van eigen postkaarten, en
-
het bakken van eigen brood.
Eén uitbater gaf aan dat hij de samenwerking met een sauna heeft stopgezet omdat het arrangement teveel klanten aantrok.
45 Innovatie en Duurzaamheid: een verkenning van de culturele identiteit van gastenkamers in Vlaanderen
Initiatieven die niet worden voortgezet omdat ze van tijdelijke aard waren, zijn: -
verbouwingen,
-
de deelname aan een televisieprogramma, en
-
het instappen in een tijdelijke promotionele actie van een tijdschrift.
Initiatieven die men niet verder zet of overweegt niet verder te zetten omdat ze in strijd zijn met bestaande regelgeving of omdat men onzeker/ontevreden is over de financiële inspanningen die de nieuwe regelgeving vereist, zijn: -
de bouw van een ooievaarsnest in groengebied,
-
het aankopen en verhuren van Vespa’s,
-
het verkrijgen van het label De Groene Sleutel,
-
het installeren van zonnepanelen waarvoor bomen gekapt moeten worden (2x),
-
het opwekken van eigen groene energie door de combinatie van een windmolen en zonnepanelen,
-
het aanbieden van een unieke loft in een groene omgeving,
-
voortdurende investeringen inzake ecologische impactverlaging zoals de aankoop van zonnepanelen, wasmachines, keukenapparatuur ..., en
-
het laag houden van de prijs van de gastenkamer.
Wanneer men twijfelt om een initiatief voort te zetten, duiken vaak conflicterende motivaties op. Het initiatief is dan bijvoorbeeld wel rendabel, maar de gasten geven er negatieve feedback over. Voorbeelden daarvan zijn het gebruik van spaarlampen of een spaardouchekop. Het initiatief kan daarentegen ook niet renderen, maar wel belangrijk zijn voor de uitbater of voor de gasten, zoals bij het gebruik van (duurdere) streekproducten, biologische of fairtrade producten.
2.4.3. Welke algemene drempels ondervinden de uitbaters? In een open vraag werd gepeild naar de algemene drempels in het uitbaten van gastenkamers. Een aantal uitbaters heeft ten eerste het gevoel dat kleinschaligheid een troef is binnen het streven naar duurzamere logies. Deze kleinschaligheid zien ze echter soms bedreigd door de regelgeving vanuit het beleid, of door een tekort aan ondersteuning voor de sector. Door de regelgeving krijgen ze het gevoel gelijkgesteld te worden aan hotels, waarbij wordt benadrukt dat een B&B als kleinschalig product toch iets helemaal anders is. Het nieuwe logiesdecreet wordt daarnaast als te streng door een groot aantal uitbaters ervaren. Met name uitbaters die voor grote investeringen staan indien ze hun uitbating in de toekomst willen voortzetten conform de nieuwe regelgeving, uiten hun bezorgdheid. 46 Innovatie en Duurzaamheid: een verkenning van de culturele identiteit van gastenkamers in Vlaanderen
Daarbij worden de brandveiligheidsnormen vaak vermeld. Het plaatsen van branddeuren wordt aangehaald als duur en als conflicterend met de esthetische of de historische waarde van het pand. De vraag naar subsidies inzake brandveiligheidaanpassingen komt dan ook meermaals terug. Ook eenduidigheid inzake de normen rond brandveiligheid worden aangehaald als een drempel. De uitbaters geven aan dat de normen per gemeente te veel verschillen, en dat ze in te grote mate afhankelijk worden gesteld van de plaatselijke brandweercommandant. Belangrijk is dat - ongeacht de ontevredenheid over het logiesdecreet - men zeker niet unaniem afkerig staat tegenover de inspanning van de overheid om de sector te professionaliseren. Wel wordt gevreesd voor het ontstaan van een zwart circuit wanneer men de drempel te hoog maakt om conform de regelgeving een gastenkamer uit te baten. De samenwerking met toeristische overheden wordt eveneens meermaals aangehaald. Bepaalde uitbaters onderstrepen het belang ervan; anderen drukken hun ontevredenheid erover uit. Zo kan de samenwerking met Toerisme Vlaanderen soms beter en ondervinden ze moeilijkheden met het verkrijgen van bewegwijzering naar de gastenkamer. Daarnaast is er behoefte aan informatie vanuit de sector en de overheid over het opstarten en runnen van een B&B, over het nieuwe logiesdecreet, en over labels. Uit de gesprekken blijkt dat uitbaters niet altijd weten waar ze deze informatie kunnen vinden. Tot slot benadrukken een aantal uitbaters dat een B&B in het algemeen hard werken betekent, in het bijzonder de administratieve taken die men moet vervullen zijn niet te onderschatten. Deze administratieve overlast wordt als drempel genoemd voor het innoveren in de gastenkamer.
47 Innovatie en Duurzaamheid: een verkenning van de culturele identiteit van gastenkamers in Vlaanderen
2.5.
Houding tegenover labels
In de enquête is tevens gepeild naar de houding en de kennis van de uitbaters van B&B’s tegenover labels. Labels zijn - in algemene termen - een instrument in handen van de overheid en intermediaire belangenorganisaties om de professionalisering en kwaliteit van de sector te verbeteren. Het bevragen van de houding en kennis van de uitbaters ten opzichte van labels, laat toe een beeld te scheppen van de relatie die de bevraagde uitbaters hebben met het beleid. Het verkrijgen van een label kan op zich als een duurzaam initiatief beschouwd worden, omdat de uitbater zich daarmee inschrijft in het grotere geheel van de logiessector en wat kan bijdragen aan een meer transparante en een meer gegarandeerde kwalitatieve gastenkamersector. De acht labels die werden opgenomen in de enquête zijn meer of minder specifiek gericht op het verhogen en promoten van het duurzame karakter van de gastenkamers. Hieronder worden deze labels kort besproken. -
Het label “Groene sleutel” is gericht op de ecologische duurzaamheid van de gastenkamer. De Groene sleutel is een internationaal keurmerk voor milieuvriendelijke toeristische accommodaties, dat in Vlaanderen wordt uitgereikt door Bond Beter Leefmilieu en Toerisme Vlaanderen. (De Groene sleutel, online, 2011)
-
Het label “Toegankelijke logies” wordt opgevat als een instrument voor sociale duurzaamheid. Het wordt sinds 2008 in Vlaanderen uitgereikt door Toerisme Vlaanderen aan hotels, vakantiecentra, jeugdverblijven, vakantiewoningen, campings en gastenkamers na een controle op basis van de Toegankelijk Vlaanderen methode. Accommodaties kunnen het label A+ (op comfortabele en zelfstandige wijze toegankelijk) en het label A (basistoegankelijk) verkrijgen. (Infopunt Toegankelijk Reizen, online, 2011)
-
Het label “Fietsvriendelijk logies” wordt uitgereikt door Toerisme Vlaanderen aan de door hen erkende logiesuitbatingen die zijn afgestemd op de noden van de fietstoerist. Wie niet is vergund door Toerisme Vlaanderen, kan voor het gelijkaardige label “Fietsvriendelijk verblijf” van de vzw Plattelandstoerisme in Vlaanderen kiezen. Het verblijf moet op maximum 5 kilometer gelegen zijn van een recreatieve fietsroute, voldoende ruimte voorzien om fietsen te stallen en een fietsreparatieset, EHBO-kit en uitgebreide fietsinformatie ter beschikking stellen. (Toerisme Vlaanderen, online, 2011)
-
Het label “Kindvriendelijk verblijf” gaat uit van vzw Plattelandstoerisme in Vlaanderen en is bestemd voor niet-stedelijke gastenkamers die extra’s voorzien voor kinderen op vlak van faciliteiten, activiteiten en materiaal zoals kindermeubels, een flessenwarmer, speelruimte en speelgoed. (Plattelandstoerisme in Vlaanderen, online, 2011)
-
Het label “Ruitervriendelijk verblijf” wordt door vzw Plattelandstoerisme in Vlaanderen uitgereikt aan gastenkamers die ruiters met paard kunnen ontvangen. De uitbatingen zijn voorzien van een wei en/of een box of stal, bieden op het erf bindplaatsen aan en zorgen
48 Innovatie en Duurzaamheid: een verkenning van de culturele identiteit van gastenkamers in Vlaanderen
voor een droogplaats, dekens, hooi en water. Ook liggen de uitbatingen op maximum 5 km afstand van ruiterpaden. (Plattelandstoerisme in Vlaanderen, online, 2011) -
Het label “Verblijf met karakter” van vzw Plattelandstoerisme in Vlaanderen is bestemd voor uitbatingen met minimum 3 klavers. Het wordt uitgereikt door de organisatie aan die uitbatingen die extra karakter bieden qua sfeer en inrichting op vlak van het gebouw, de kamers, de ontbijtruimte, de tuin, etc. (Plattelandstoerisme in Vlaanderen, online, 2011)
-
De twee labels “Unieke ligging op het platteland” en “Unieke ligging in het dorp” worden eveneens door vzw Plattelandstoerisme in Vlaanderen uitgereikt aan uitbatingen die respectievelijk in een groene en rustige plattelandssetting liggen of op een locatie in een plattelandsdorp van waaruit het pittoreske straatbeeld, het dorpsleven, de couleur locale en het streekeigen groen (bloemen e.a.) worden ervaren. (Plattelandstoerisme in Vlaanderen, online, 2011)
Volgende elementen zijn in de enquête bevraagd. -
Welke labels heeft u?
-
Welke labels kent u?
-
Welke labels wil u verwerven?
-
Welke labels zijn volgens u niet van toepassing op uw gastenkamer?
2.5.1. Welke labels hebben de uitbaters? Opvallend weinig van de bevraagde uitbaters van gastenkamers hebben een label.
Gelabelde gastenkamers per label Heb ik
375
356
13
32
Heb ik niet
307
349
377
348
365
368
81
39
11
40
23
20
Figuur 19. Gelabelde gastenkamers per label (388 uitbaters)
49 Innovatie en Duurzaamheid: een verkenning van de culturele identiteit van gastenkamers in Vlaanderen
De meeste gastenkamers beschikken over geen enkel label, het hoogst aantal labels waarover een gastenkamer beschikt is 6, zoals te zien in tabel 14. Aantal labels per gastenkamer
Frequentie
0 labels 1 labels 2 labels 3 labels 4 labels 5 labels 6 labels
265 gastenkamers 50 gastenkamers 28 gastenkamers 27 gastenkamers 14 gastenkamers 2 gastenkamers 2 gastenkamers
Tabel 13. Aantal labels per gastenkamer
2.5.2. Welke labels kennen de uitbaters? Uit de resultaten blijkt dat het merendeel van de uitbaters de bevraagde labels kent, maar dat er grote verschillen zijn tussen de labels. Het label “Fietsvriendelijk verblijf” is het best gekend bij de uitbaters, mogelijk omdat er zowel een versie van Toerisme Vlaanderen voor bestaat, gericht op vergunde gastenkamers, als een versie van de vzw Plattelandstoerisme in Vlaanderen, die ook onvergunde gastenkamers labelt.
Kennis van labels Ken ik niet
225
163
272
116
320
285
68
103
Ken ik wel
240
271
252
237
148
117
136
151
Figuur 20. Kennis van Labels (388 uitbaters)
2.5.3. Welke labels willen de uitbaters? Wanneer we bekijken welke labels de uitbaters willen, valt het groeipotentieel van de labels op. Vooral het “Fietsvriendelijk label” scoort hier goed, net als – in mindere mate – het label “Verblijf met karakter” en “Groene sleutel”.
50 Innovatie en Duurzaamheid: een verkenning van de culturele identiteit van gastenkamers in Vlaanderen
De opmerkingen van de uitbaters over eventuele nieuwe labels bevatten de vraag naar: -
een seniorenvriendelijk label, lokale labels die aan lokale promotie worden gekoppeld, en meer labels voor stedelijke gastenkamers.
Gewenste labels 133 79
88 65
67 44 26
33
Figuur 21. Gewenste labels (388 uitbaters)
Dit groeipotentieel komt nog meer tot uiting wanneer de resultaten per label naast elkaar worden gelegd. Hieronder bespreken we kort deze verdelingen voor de labels met een directe link naar duurzaamheid: “Fietsvriendelijk verblijf”, “Groene sleutel” en “Toegankelijke logies”. 2.5.3.a. Fietsvriendelijk verblijf Het label “Fietsvriendelijk verblijf” scoort van alle labels het hoogst op bekendheid en wordt door het grootste aantal uitbaters beoogt. 18 procent van de uitbaters kent het label nog niet, wat minder dan het aantal uitbaters dat het label al heeft. Het succes van dit label is, zoals eerder aangehaald, mogelijk te verklaren doordat het wordt geassocieerd met meer dan één instantie. Zowel Toerisme Vlaanderen als PIV reiken op dit moment een fietsvriendelijk label uit, waardoor zowel vergunde als onvergunde logies op het platteland het label kunnen aanvragen. Het succes van het fietstoerisme de laatste jaren en de positieve berichtgeving er rond in de media, tonen allicht hun effect in de naamsbekendheid van het label.
51 Innovatie en Duurzaamheid: een verkenning van de culturele identiteit van gastenkamers in Vlaanderen
Fietsvriendelijk verblijf Heb ik
Wil ik
106 27%
68 18%
Ken ik niet
Wil ik niet/nvt 81 21%
133 34%
Figuur 22. Houding tegenover het label "Fietsvriendelijk verblijf" (388 uitbaters)
2.5.3. b. Groene sleutel Het label “Groene sleutel” is door 58% van de bevraagde uitbaters gekend. Een kleine helft van de uitbaters (42%) kent het label niet, waarmee dit label de laagste score behaalt van de acht voorgelegde labels. Slechts 13 (3%) van de 388 uitbaters zeggen het label te hebben. Dit cijfer stemt tot nadenken vermits de Groene sleutel op het ogenblik van de bevraging in Vlaanderen slechts aan negen gastenkamers werd uitgereikt. Mogelijk gaat het om uitbaters die een kandidatuur hebben ingediend ngediend om een Groene sleutel te verkrijgen, of hebben ze dit label, dat jaarlijks verlengd moet worden, niet langer. Het label vergt heel wat inspanningen van de uitbater om te verkrijgen, maar toch geeft een vijfde van de uitbaters aan dat ze het label willen. Het groene en rode vlak samen, geven een indicatie van het groeipotentieel van dit label. Het gaat om mensen die nog moeten kennismaken met het label, of het willen.
52 Innovatie en Duurzaamheid: een verkenning van de culturele identiteit van gastenkamers in Vlaanderen
Groene sleutel Heb ik
Wil ik
Ken ik niet 13 3%
133 34%
Wil ik niet/nvt
79 21%
163 42%
Figuur 23. Overzicht houding tegenover de het label “Groene sleutel” (388 uitbaters) uitb
2.5.3. c. Toegankelijke logies Het label “Toegankelijke logies” is uitgereikt aan 32 (8%) van de bevraagde uitbaters. 65 (17%) uitbaters geven te kennen dat ze het willen, en vormen samen met zij die het label nog niet kennen een groeipotentieel van an 181 uitbaters. 175 uitbaters geven aan dat ze het label niet willen of dat het niet van toepassing is. Het label is voor oudere gebouwen, veelal in de steden, vaak onbereikbaar, omdat er bijvoorbeeld trappen aanwezig zijn in het huis om de gastenkamer te bereiken.
Toegankelijke logies Heb ik
175 45%
Wil ik
Ken ik niet 32 8%
Wil ik niet/nvt
65 17%
116 30%
Figuur 24. Houding tegenover het label "Toegankelijke logies" (388 uitbaters)
53 Innovatie en Duurzaamheid: een verkenning van de culturele identiteit van gastenkamers in Vlaanderen
2.5.4. Welke labels wil men niet of vallen buiten bereik? Wanneer we het overzicht van alle labels samen bekijken, merken we dat niet enkel bovenstaande labels hoge scores halen in de antwoordcategorie “Dit label wil ik niet/het is niet van toepassing”. Een aantal labels scoort hier van nature hoog op omdat ze bepaalde eigenschappen van de gastenkamer en diens ligging vereisen, waardoor het label simpelweg niet van toepassing is. Een label voor een unieke plattelandsligging kan logischerwijze niet worden verkregen door een stedelijke gastenkamer bijvoorbeeld, en het ruitervriendelijke label is maar op een klein deel van de gastenkamers van toepassing. Een deel van de antwoorden in deze categorie is daarnaast te wijten aan de voorwaarden die het label stelt, zoals het hebben van een vergunning voor de labels van Toerisme Vlaanderen, wat voor gemengde antwoorden kan zorgen. Een label voor een vergunningsplichtige gastenkamer kan bijvoorbeeld niet van toepassing zijn voor een niet-vergunde gastenkamer, maar de uitbater kan besluiten dat hij het label niet wil net omdat hij daarvoor een vergunning zou moeten aanvragen.
Labels overzicht met focus op "Wil ik niet/ n.v.t." 250
150
179
175
200 133
106
203
185
184
143
100 50
Heb ik
0
Wil ik Wil ik niet/nvt
Figuur 25. Houding tegenover labels met focus op niet-gewenste/niet van toepassing zijnde labels (388 uitbaters)
De uitbaters kregen de kans om andere labels te vernoemen die in hun bezit waren. In deze antwoordcategorie werden naast klavers (3) en sterren (9) ook vermeldingen op websites vermeld, het Q-label (3), lokale labels van steden, gemeenten en lokale verenigingen, labels omtrent innovatie, erfgoed, design en matrashygiëne.
54 Innovatie en Duurzaamheid: een verkenning van de culturele identiteit van gastenkamers in Vlaanderen
3.
CONCLUSIES IN TERMEN VAN EERSTE BELEIDSAANBEVELINGEN
Door dit onderzoek is voor de eerste keer en op een grootschalige wijze de culturele identiteit van de gastenkameruitbaters in Vlaanderen in kaart gebracht. Vijf grote onderzoeksthema’s, verbonden aan innovatie en duurzaamheid, stonden daarbij centraal. Voorliggend onderzoek werkt dan ook een aantal grote hiaten omtrent deze kleinschalige logiesvorm weg. Daardoor geeft dit onderzoek een aanzet tot een meer correcte perceptie van deze, tijdens het afgelopen decennium zeer snel gegroeide sector. Kunnen we uit de onderzoeksresultaten een aantal basisconclusies trekken in termen van eerste beleidsaanbevelingen? Wij denken van wel, maar dit moet met een voorzichtige hand gebeuren. De data van de onderzoeksresultaten hebben uiteraard hun waarde en bieden soms verrassende inzichten. Maar dit onderzoek eist zonder meer een kwalitatieve opvolging waarbij “de narratio” één en ander van de data moet verduidelijken in termen van een verklarend begrijpen. STeR wil dan ook in de toekomst een kwalitatieve uitdieping realiseren waarbij dit onderzoek de uit te werken hypothesen aanlevert. Duidelijk is dat het wezen van de hedendaagse gastenkameruitbaters in Vlaanderen gediversifieerd is met als constante dat de leden van deze sector een cruciaal belang hechten aan hun eigenheid; “hun persoonlijke visie op hun zaak” waarbij kleinschaligheid als een troef wordt ervaren naar een op te bouwen cliënteel. De persoonlijke voldoening uit het verstrekken van een gastvrije omgeving is bij velen groot. De tevredenheid van de klant, die als het ware een vriend wordt, wordt in vele data onderstreept. En de wil om hun aanleg of talent ter zake verder te ontwikkelen, is eveneens bij vele gastenkameruitbaters aanwezig. Maar deze bindmiddelen zorgen er niet voor dat de gastenkameruitbaters op dezelfde lijn zitten inzake een veelheid van hun economische en sociale activiteiten. De variatie in vele antwoorden wijst op het naast elkaar bestaan van verschillende, soms zelfs tegengestelde posities. Een eerste voorbeeld. Een grote groep van de gastenkameruitbaters baat zijn logies uit vanuit een idealisme, “een roeping” waarbij commerciële motieven niet aan de orde zijn. Sommigen wijzen “het commerciële” zelfs ronduit af. Maar, het is door dit onderzoek vastgelegd, het winstmotief wordt niet door iedereen verbannen ... Een tweede voorbeeld. Sommige gastenkameruitbaters vragen specifieke overheidssteun voor maatregelen omtrent bijscholing en het uitvoeren van een groenplan; anderen wijzen dit duidelijk af ... Een derde voorbeeld. Een aantal gastenkameruitbaters is negatief over de aangeboden labels en heel wat onder hen ervaren deze als een keurslijf. Anderen wensen dan weer deze labels en zijn bereid om hiervoor de nodige inspanningen te leveren. In vele figuren en tabellen van de onderzoeksresultaten duikt deze heterogeniteit - van twee, drie, vier ... - grote tegenstellingen steeds op. Allicht ligt de boom tijdens de afgelopen jaren van de B&B’s mee aan de oorsprong van dit heterogene karakter. Het onderzoek brengt dan ook een nog prille culturele identiteit aan het licht. De B&B’s zijn nog niet georganiseerd in één sterke federatie waar zij interne debatten kunnen organiseren of hun belangen kunnen bundelen. De stem van de uitbaters wordt op heden vertegenwoordigd door een aantal gilden van stedelijke gastenkamers, en in de overkoepelende werking van vzw Plattelandstoerisme in Vlaanderen voor kleinschalige logiesuitbatingen met een
55 Innovatie en Duurzaamheid: een verkenning van de culturele identiteit van gastenkamers in Vlaanderen
plattelandskarakter in Vlaanderen. De B&B’s zijn inderdaad nog zoekend naar vele sociale en economische ankerpunten van hun culturele identiteit. Het is dan ook niet gemakkelijk voor het toerismebeleid in Vlaanderen al deze stemmen te bundelen om een concrete monitoring van deze sector verder te ontwikkelen. Sommige gastenkameruitbaters kiezen vandaag bewust om met hun onderneming onder de radar van het beleid te opereren. Anderen vinden dan weer weinig aansluiting bij het huidige beleid vanwege de door hen ervaren kloof tussen het eigen discours (vaak gericht op gastheerschap en eigenheid) en het discours van de overheid (professionalisering, kwaliteitsgarantie, innovatie, duurzaamheid). Een uitermate belangrijke rol voor een uit te bouwen Vlaams beleid lijkt ons weggelegd voor gastenkameruitbaters die heden een voortrekkersrol opnemen in de verdere professionalisering van de sector. Onze belangrijkste beleidsaanbeveling ligt in het verlengde van deze conclusie. Het Vlaamse beleid heeft er alle belang bij deze pioniers op alle mogelijke manieren te ondersteunen. Het is immers de sector zelf die op zoek moet gaan naar een brede en democratische consensus binnen de kringen van gastenkameruitbaters, van wat deze cruciaal vinden voor hun verdere ontwikkeling. Na grondige analyse van voorliggende onderzoeksresultaten is het onze overtuiging dat de Vlaamse overheid zeker niet te bevoogdend mag optreden, wil men de sector ten gronde ondersteunen en vooruit helpen. Een campagne op touw zetten met bijvoorbeeld het lanceren van criteria omtrent “de ideale B&B” zal alleen maar het gevoel om zich tussen aambeeld (eigen discours) en hamer (overheidsdiscours) te bevinden, bij vele gastenkameruitbaters aanwakkeren. Hoe kan de Vlaamse overheid deze sector dan daadwerkelijk steunen? De eerste noodzakelijke stap betreft de agendabepaling en allicht kan het Agentschap Toerisme Vlaanderen, met als voedingsbodem voorliggend onderzoek, een aantal luisterprocessen terzake bij de gastenkameruitbaters organiseren. In een tweede ronde kunnen hierbij lokale en regionale overheden inzake toerisme en recreatie worden bij betrokken. STeR wil hier - in functie van haar mandaat inzake onderzoek - graag aan meewerken. Uit voorliggend onderzoek blijkt alleszins volgende diagnose waarbij wij enkele voorstellen tot oplossingen aanreiken.
1. De begrippen innovatie en duurzaamheid zijn bij de gastenkameruitbaters te weinig gekend en/of er worden verschillende invullingen aan gegeven. Beleidsadvies STeR: een campagne specifiek gericht naar de B&B’s kan hier verduidelijkend werken. Om een optimaal effect te bekomen, is het belangrijk de gastenkameruitbaters zo persoonlijk mogelijk in deze campagne aan te spreken. Indien bvb. wordt gewerkt met een folder, vermeldt het adres niet alleen de naam van de zaak maar de namen van de uitbaters. 2. Het kleinschalige, goed gastheerschap is op zoek naar een algemene, toe te passen definitie.
56 Innovatie en Duurzaamheid: een verkenning van de culturele identiteit van gastenkamers in Vlaanderen
Beleidsadvies STeR: de rol van de gastheer en de gastvrouw wordt door de sector best zelf belicht vanuit een aantal succesvolle ondernemingen; niet om een zogenaamd perfect type van gastheer/gastvrouw in the long run te bereiken maar wel om een aantal gedifferentieerde succesvolle houdingen in kaart te brengen. Een witboek, gedragen door de sector, liefst gekoppeld aan een aantal lokaal/regionaal georganiseerde lezingen/vormingsavonden terzake, kan hier succesvol zijn. Beleidsadvies STeR: idealiter denkt de sector zelf na over de criteria omtrent een label inzake goed gastheerschap waarbij ook duurzaamheid als een na te streven proces aan de orde komt. Beleidsadvies STeR: het goed gastheerschap steunt ook op andere waardevolle labels maar er moet meer klaarheid komen op welke wijze gastenkameruitbaters deze labels kunnen verkrijgen en op welke wijze zij de labels in hun onderneming duidelijk als een troef kunnen aanwenden. Campagnes (bvb. folder) en aankondigingen op websites zullen een grote groep gastenkameruitbaters niet bereiken omdat deze juist niet “in een hokje willen worden gestopt” en er overtuigd van zijn dat zij door deze houding juist een meerwaarde in de logiessector hebben aan te bieden. Idealiter wordt voor deze materie een werkgroep van gastenkameruitbaters (de hierboven vermelde pioniers) opgericht met ondersteuning door het Agentschap Toerisme Vlaanderen. 3. Het nieuwe logiesdecreet is onvoldoende gekend door heel wat gastenkameruitbaters. Beleidsadvies STeR: de campagne van diagnose-item 1 (zie supra) kan tevens het nieuwe logiesdecreet in een klare taal verduidelijken waarbij geen of zo weinig mogelijk rechtsjargon wordt aangewend. Beleidsadvies STeR: extra lokale of regionale infosessies, ingericht door lokale of regionale overheden, kunnen het nieuwe logiesdecreet voor de gastenkameruitbaters verduidelijken, waarbij alleszins de motiveringen van de eisen van het decreet worden besproken; zoals bijvoorbeeld het nut van de nieuwe administratieve verplichtingen. Het thema van de brandveiligheid komt hierbij best aan bod, waarbij ook de lokale brandweercommandant zijn rol toelicht. Deze infosessies kunnen tevens worden aangewend voor personen die met een B&B willen starten, met als voordeel dat deze starters ervaren gastenkameruitbaters kunnen ontmoeten. Innovatie en duurzaamheid worden tevens belicht. Gastenkameruitbaters die aanpassingen in het licht van het nieuwe decreet aan hun logies moeten doen, worden dan best gestimuleerd om innovatief/duurzaam te werk te gaan vanuit een ondersteunende en empathische houding. Samengevat, elke overheidsactie naar gastenkameruitbaters toe, wordt idealiter gekenmerkt door een menselijke en warme aanpak waarbij de gastenkameruitbaters ervaren dat zij werkelijk ernstig worden genomen. De gouden regel in elke overheidscommunicatie naar de B&B’s is eenvoudig: “behandel de gastenkameruitbaters zoals zij zelf hun cliënteel behandelen”. Maar deze regel toepassen, zal heel wat inspanningen vereisen. Het forceren van innovaties werkt zeker in deze sector contraproductief wat betreft beoogde beleidsintenties. 57 Innovatie en Duurzaamheid: een verkenning van de culturele identiteit van gastenkamers in Vlaanderen
De creatie van een wij-gevoel binnen de sector moet verder met alle mogelijke middelen worden aangespoord, waarbij “deze aansporingen” het meest succesvol zullen zijn indien zij in overleg met de sector van de gastenkameruitbaters kunnen groeien. Een belangrijk element in een dergelijke beleidskeuze is de drempels verlagen inzake de toetreding van B&B’s in lokale en regionale toeristische netwerken, zoals bijvoorbeeld vandaag gebeurt in de organisatie van de Pure Kempen (on line te consulteren Nieuwsbrief Pure Kempen, april 2011). Het Vlaamse beleid omtrent B&B’s eist met andere woorden een aanpak toegespitst op B&B’s. Indien een dergelijke aanpak wordt genegeerd, voorspellen wij op korte termijn een grote toename van de zogenaamde “informele B&B’s” (zwarte circuit), wat op termijn nefast zal werken voor de hele sector.
58 Innovatie en Duurzaamheid: een verkenning van de culturele identiteit van gastenkamers in Vlaanderen
BIBILIOGRAFIE Davies, A.R. & Mullin, S.J. (2010). Greening the economy: Interrogating sustainability innovations beyond the mainstream. Journal of Economic geography (2010), pp.1-24. Hajer, M.A. (1995). The politics of environmental discourse: ecological modernization and the policy process. New York: Oxford University Press. Hoedemaker-Arens J.P.M. & Waale-Klerks C.G.B. (2009). Bed & Breakfast in Nederland. Bladel: Bed & Breakfast Nederland NRIT en Bed&Breakfast Nederland (2009). Wegwijs in de Bed & Breakfast-sector. NRIT Media. Pigram, J.J. (1991). Tourism and sustainability-policy considerations’. Journal of Tourism Studies 1, 2, pp. 2-9. Pigram, J.J. (1993). Planning for tourism in rural areas: bridging the policy implementation gap. In Peace, G.D. & Butler, R.W. Tourism Research. Critiques and Challenges. Londen: Routledge. pp. 156174. Repenning, N.P. (1999). A Simulation-based approach to understanding the dynamics of innovation Implementation. Cambridge: Massachusetts Institute of Technology. Ries, A. & Trout. J. (1981) Positioning:The Battle for Your Mind. New York: McGraw-Hill. Rogers, P., Jalal, K.F. & Boyd.A. (2008). An introduction to sustainable development. London: Earthscan. Steylaerts, V. & O’ Dubhghaill, S. (2011). Couchsurfing and authenticity. Notes towards an understanding of an emerging phenomenon. Journal of Hospitality and Society. (In review.) Van Bueren, E. (2001). Sustainable Building Policies. Exploring the Implementation Gap. In: Maiellaro, N. (ed.) Towards Sustainable Building. Dordrecht: Kluwer Academic Publishers. Pp.29-42. V.N. (1987). Our Common Future. Rapport van de VN Commissie voor Milieu en Ontwikkeling. Oxford: Oxford University Press.
Congressen en interne rapporten: Creaco, S. & Querini, G. (2003). The role of tourism in sustainable economic development. ERSA conference papers, European Regional Science Association. Dierckx, G., Smits, A. & Steylaerts, V. (2010) De perceptie en het keuzegedrag van de Vlaamse toerist omtrent duurzaam toerisme. Paper voorgesteld op de Nederlands-Vlaamse Vrijetijdsstudiedag waaraan STeR deelnam, 1 april 2010, Leuven. Westtoer (2005), Onderzoek bij plattelandstoeristen in Vlaanderen – 2004. 59 Innovatie en Duurzaamheid: een verkenning van de culturele identiteit van gastenkamers in Vlaanderen
Online geraadpleegde publicaties: Infopunt Duurzaam Toerisme (2003). Het begrip ‘Duurzaam Toerisme’: Visievorming. Brussel: Toerisme Vlaanderen. Via http://www.toerismevlaanderen.be/doc/UPL_2008071610083823496.pdf, geraadpleegd op 30-01-2011. Bourgeois, G. (2009). Beleidsnota Toerisme 2009-2014. Via http://www.toerismevlaanderen.be/doc/UPL_200910270941346502.pdf, geraadpleegd op 30-012011. Van Sponsen&Partners Horeca-advies (2010). De Bed & Breakfast in beeld. Jaargang 2010. Gratis Brochure. Via: http://www.spronsen.com/downloads/de_bed_&_breakfast_in_beeld.pdf, geraadpleegd op 30-01-2011. Toerisme Vlaanderen (2010). Het Vlaamse logiesdecreet (Brochure). Online brochure via http://www.toerismevlaanderen.be/doc/UPL_2011012711425111712.pdf, geraadpleegd op 30-012011. The Advisory Committee on Measuring Innovation in the 21st Century Economy (2008). Innovation Measurement Tracking the State of Innovation in the American Economy. Washington: U.S. Department of Commerce. Via http://www.innovationmetrics.gov/Innovation%20Measurement%2001-08%20rev%20040908.pdf, geraadpleegd op 29-01-2011. UNWTO (2004). Sustainable Development of Tourism: Conceptual Definition. Via http://www.worldtourism.org/frameset/frame_sustainable.html, geraadpleegd op 5 oktober 2011
Geraadpleegde websites: http://www.green-key.org, geraadpleegd op 15-04-2011 http://www.bedandbreakfast.nl/, geraadpleegd op 15-04-2011 http://www.vakantieparticipatie.be/logies.php, geraadpleegd op 15-04-2011 http://www.energiesparen.be/over_vea, geraadpleegd op 15-04-2011 http://www.energiesparen.be/bouwenverbouwen, geraadpleegd op 15-04-2011 http://www.energiesparen.be/subsidies/belastingvermindering, geraadpleegd op 15-04-2011 http://www.pmv-kmo.be/nl/, geraadpleegd op 15-04-2011 http://www.ode.be/zonnestroom/praktische-gids/steunmaatregelen, geraadpleegd op 15-04-2011 http://www.bedandbreakfastnieuws.nl/nieuws/3000ste-bb-aangesloten/, geraadpleegd op 15-042011 http://www.toerismevlaanderen.be/showpage.asp?iPageID=676, geraadpleegd op 31-03-2011
60 Innovatie en Duurzaamheid: een verkenning van de culturele identiteit van gastenkamers in Vlaanderen
http://www.groenesleutel.be/gastenkamers/, geraadpleegd op 15-04-2011 http://www.groenesleutel.be/index.php/1, geraadpleegd op 15-04-2011 http://www.toerismedatabank.be, geraadpleegd op 08-02-2011 http://www.toegankelijkreizen.be/Label.713.0.html, geraadpleegd op 15-04-2011 http://www.toerismevlaanderen.be/showpage.asp?iPageID=108, geraadpleegd op 15-04-2011 http://www.hoevetoerisme.be/piv/plattelandstoerismeinvlaanderen.nsf/vpag/Frame__2_structure? opendocument&lan=NL, geraadpleegd op 15-04-2011
61 Innovatie en Duurzaamheid: een verkenning van de culturele identiteit van gastenkamers in Vlaanderen
BIJLAGEN 1. Overzicht nabespreking met de onderwijsinstanties 2. Belangrijkste, genomen en geplande maatregelen 3. Gedroomde, onwenselijke en ondersteuningsvragende maatregelen
62 Innovatie en Duurzaamheid: een verkenning van de culturele identiteit van gastenkamers in Vlaanderen
Nabespreking met de onderwijsinstanties XIOS Hogeschool
Hasselt
12-01-2011
HOWEST
Kortrijk
17-03-2011
Plantijn Hogeschool
Antwerpen
18-03-2011
Master in Toerisme
Leuven
31-03-2011
KHBO
Brugge
07-04-2011
Lessius Mechelen
Mechelen
18-05-2011
Marjan Moris en Tina Huybrechts Marjan Moris en Vicky Steylaerts Marjan Moris en Vicky Steylaerts Marjan Moris en Vicky Steylaerts Marjan Moris en Vicky Steylaerts Marjan Moris en Vicky Steylaerts
24 studenten 31 studenten 19 studenten 27 studenten 66 studenten 74 studenten
Bijlage Innovatie en Duurzaamheid: een verkenning van de culturele identiteit van gastenkamers in Vlaanderen
Belangrijkste
Maatregel a. Duurzame materialen b. Beperken energieverbruik infrastructuur c. Beperken energieverbruik intern beleid d. Beperken waterverbruik e. Beperken afvalproductie f. Niet-giftige stoffen voor onderhoud g. Woning en routes omgevingsgezind h. Groenplan uitvoeren i. Geluids- en lichtoverlast inperken j. Arrangement/product omgevingsgezind k. Promotie openbaar vervoer l. Promo milieuvriendelijke verplaatsing m. Fairtrade en lokale producten n. Klanttevredenheid meten o. Omgevingsgezinde klanteninfo p. Stimuleren herhaalbezoeken/laagseizoen q. Contacten sensibiliseren r. Bijdragen aan een goed doel s. Bijscholen t. Kennis bijhouden voor opvolging Totaal
Genomen
Aantal
%antw
%uitb
Aantal %antw
34
8,90%
8,76%
218
9
2,36%
2,32%
3
0,79%
0,77%
2
0,52%
21
Gepland %uitb
Aantal
%antw
%uitb
6,75%
56,19%
41
5,92%
10,57%
188
5,82%
48,45%
53
7,65%
13,66%
178
5,51%
45,88%
48
6,93%
12,37%
0,52%
196
6,06%
50,52%
48
6,93%
12,37%
5,50%
5,41%
244
7,55%
62,89%
39
5,63%
10,05%
10
2,62%
2,58%
207
6,40%
53,35%
33
4,76%
8,51%
21
5,50%
5,41%
129
3,99%
33,25%
18
2,60%
4,64%
6
1,57%
1,55%
113
3,50%
29,12%
24
3,46%
6,19%
14
3,66%
3,61%
217
6,71%
55,93%
29
4,18%
7,47%
22
5,76%
5,67%
136
4,21%
35,05%
38
5,48%
9,79%
10
2,62%
2,58%
164
5,07%
42,27%
34
4,91%
8,76%
7
1,83%
1,80%
193
5,97%
49,74%
35
5,05%
9,02%
13
3,40%
3,35%
182
5,63%
46,91%
29
4,18%
7,47%
164
42,93% 42,27%
229
7,09%
59,02%
28
4,04%
7,22%
29
7,59%
7,47%
261
8,08%
67,27%
17
2,45%
4,38%
6
1,57%
1,55%
104
3,22%
26,80%
67
9,67%
17,27%
0
0,00%
0,00%
57
1,76%
14,69%
29
4,18%
7,47%
5
1,31%
1,29%
55
1,70%
14,18%
18
2,60%
4,64%
3
0,79%
0,77%
88
2,72%
22,68%
32
4,62%
8,25%
3 382
0,79%
0,77% n=388
73 3232
2,26%
18,81% n=388
33 693
4,76%
8,51% n=388
Tabel 13. Bijlage: Overzicht van de antwoorden inzake belangrijkste, genomen en geplande maatregelen (388 uitbaters)
Bijlage Innovatie en Duurzaamheid: een verkenning van de culturele identiteit van gastenkamers in Vlaanderen
Maatregel a. Duurzame materialen b. Beperken energieverbruik infrastructuur c. Beperken energieverbruik intern beleid d. Beperken waterverbruik e. Beperken afvalproductie f. Niet-giftige stoffen voor onderhoud g. Woning en routes omgevingsgezind h. Groenplan uitvoeren i. Geluids- en lichtoverlast inperken j. Arrangement/product omgevingsgezind k. Promotie openbaar vervoer l. Promo milieuvriendelijke verplaatsing m. Fairtrade en lokale producten n. Klanttevredenheid meten o. Omgevingsgezinde klanteninfo p. Stimuleren herhaalbezoeken/laagseizoen q. Contacten sensibiliseren r. Bijdragen aan een goed doel s. Bijscholen t. Kennis bijhouden voor opvolging Totaal
Gedroomd Aantal 53 51
%antw 8,19% 7,88%
Onwenselijk %uitb 13,66% 13,14%
Aantal %antw 13 1,43% 12
1,32%
%uitb
Steun gewenst %antw
%uitb
3,35%
Aantal 43
8,48%
11,08%
3,09%
51
10,06%
13,14%
37
5,72%
9,54%
17
1,87%
4,38%
29
5,72%
7,47%
32
4,95%
8,25%
22
2,43%
5,67%
16
3,16%
4,12%
17
2,63%
4,38%
18
1,98%
4,64%
13
2,56%
3,35%
27
4,17%
6,96%
19
2,09%
4,90%
7
1,38%
1,80%
18
2,78%
4,64%
47
5,18%
12,11%
28
5,52%
7,22%
32
4,95%
8,25%
65
7,17%
16,75%
45
8,88%
11,60%
26
4,02%
6,70%
14
1,54%
3,61%
20
3,94%
5,15%
37
5,72%
9,54%
47
5,18%
12,11%
29
5,72%
7,47%
28
4,33%
7,22%
31
3,42%
7,99%
54
10,65%
13,92%
26
4,02%
6,70%
16
1,76%
4,12%
22
4,34%
5,67%
36
5,56%
9,28%
46
5,07%
11,86%
15
2,96%
3,87%
12
1,85%
3,09%
19
2,09%
4,90%
8
1,58%
2,06%
10
1,55%
2,58%
6
0,66%
1,55%
9
1,78%
2,32%
56
8,66%
14,43%
57
6,28%
14,69%
41
8,09%
10,57%
30
4,64%
7,73%
101
11,14%
26,03%
18
3,55%
4,64%
56
8,66%
14,43%
143
15,77%
36,86%
14
2,76%
3,61%
81
8,93%
46
7,11%
17 647
2,63%
11,86% 4,38% n=388
133 14,66% 907
20,88%
39
7,69%
10,05%
34,28% n=388
6 507
1,18%
1,55% n=388
Tabel 14. Bijlage: Overzicht van de antwoorden inzake gedroomde, onwenselijke en ondersteuningsvragende maatregelen (388 uitbaters)
Bijlage Innovatie en Duurzaamheid: een verkenning van de culturele identiteit van gastenkamers in Vlaanderen